KOMPAS 3 - AUDIO CD Scripts KOMP3BC_

KOMPAS 3 - AUDIO CD Scripts

KOMP3BC_001-00

978-2-8010-5106-1

2

SCRIPTS CD COMPLEMENTAIRE 1 LOG 1 Luisteroefening n°1: Een nieuwe vriend (lief) Conversation entre 3 filles de 16 ans dans la chambre d'une d'entre elles (1 = Leen, 2 = Lotte, 3 = Sara) Les 3                          

filles sont allongées sur le lit 1/ En Lotte, wie is nu die mysterieuze nieuwe vriend van jou? 2/ Mijn nieuw lief? 3/ Ja, vertel! Hoe heet hij? Hoe is hij? 2/ Wel, hij heet Pieter en hij woont in Lier... en hij is zooooooooo grappig! 1/ Waar heb je hem leren kennen? 2/ Toen ik met mijn zus ging winkelen in het Wijnegem Shopping Center was hij daar met zijn beste vriend Saïd. Hij bleef maar naar mij kijken... we hebben toen even gepraat en telefoonnummers uitgewisseld. 3/ Dan ken je hem al een tijdje! En zijn jullie al lang samen? 2/ Nee, nog maar een week. De voorbije maanden hebben we veel gechat, ge-sms't en gebeld... 1/ (interrompe)... en waarom heeft het zolang geduurd? 2/ Ik wou zeker zijn dat ik hem kan vertrouwen. We zien elkaar niet zoveel, dus... Maar hij is heel open en eerlijk. Ik kan alles geloven wat hij zegt. Hij is zo aardig en behulpzaam... mmmmh... een echte droomprins! 1/ Oooooooooohlaaa! Lotte is echt wel verliefd! (fou-rire de filles) 3/ Vertel meer! Ik ben nieuwsgierig! Heb je een foto van hem? 2/ Haha, natuurlijk! Kijk! Hij heeft mooi zwart haar en donkere ogen waarin ik helemaal verdrink... 3/ Hij ziet er wel sportief uit en zelfverzekerd. 1/ Ja, ha, maar dat mag wel! Je moet wel trots zijn met zo'n knapperd! 2/ En of! Hij is bovendien ook heel slim en hij KAN heel serieus zijn, hoor, als het moet... 1/ Als het moet? 2/ Ja, als we over ernstige dingen praten bijvoorbeeld. Hij kan heel goed luisteren, troost me als ik verdrietig ben, geeft me raad... Ik voel me echt veilig bij hem! Hij is net zoals jullie, mijn beste vriend! 1/ Ik kan niet wachten om hem te ontmoeten! 3/ Nee! Ik ben ook ongeduldig! 2/ Ik heb hem uitgenodigd voor mijn verjaardagsfeestje volgende week. Dan zullen jullie hem wel ontmoeten. 1/ Ik kijk er al naar uit! 2/ Ik ook! Ik ben best wel zenuwachtig! 1/ Maak je geen zorgen! We zijn er voor je! 2/ Dank u, lieve schatten! Ik kan altijd op jullie rekenen! (câlin en groupe) 3/ (le volume diminue) En wat ga je aandoen? ...

3

Luisteroefening n°2: Een klasverantwoordelijke kiezen Présentations séparées de 4 jeunes devant une classe afin d'être élu représentant de classe (1 = Bert, 2 = Thomas, 3 = Kevin, 4 = Iliass) 1/ (un peu timide, tousse un peu) Dag allemaal, ik ben Bert. Zoals jullie weten, ben ik 17 jaar. Ik woon dicht bij de school en ik was vorig jaar ook klasverantwoordelijke. Ik dubbel mijn derde jaar, maar dat wil niet zeggen dat ik niet slim ben. Mijn kwaliteiten zijn vooral dat ik vriendelijk en beleefd ben, geduldig en nieuwsgierig. Ik denk dat ik een goede klasverantwoordelijke zou zijn, omdat ik goed kan luisteren en ik de leerkrachten al heel goed ken. 2/ (un air macho et pas très sérieux) Goeiemorgen, ik ben Thomas. Ik ben 15 jaar en kom elke dag met de trein naar school. Dat wil dus zeggen dat ik vroeg moet opstaan en dus gemotiveerd en gedisciplineerd ben... bon... behalve de dagen dat ik te laat kom... Maar, ik ben sportief (montre ses muscles), ik kan me wel verdedigen tegenover de directeur en de leerkrachten (rigole)! Ik ben zelfverzekerd, dynamisch, grappig en sterk! Alles wat jullie vragen, zal ik jullie geven! Jullie kunnen op mij rekenen! (applaudissements et cris) 3/ (un peu nonchalant, lent, pas très motivé) Euh, goeiemiddag... goeiemorgen. Ik ben Kevin. Ik ben 15 jaar en ik hou van heavy metal. Ik vind... Ik vind dat... euh... ik een goede kandidaat ben, omdat ik... gevoelig ben, eerlijk en... euh... verstandig? Ik ben betrouwbaar... en euh... ik zou het graag eens doen... euh... klasverantwoordelijke zijn. Dus... ja... ik euh... ik ben kandidaat. 4/ (sur de lui, mais a un peu la voix d'une fille et parle avec un accent) Goeiemorgen iedereen. Ik ben Iliass. Ik ben 14 jaar en woon niet ver van de school. Voor mij moet een klasverantwoordelijke zelfverzekerd zijn, serieus, betrouwbaar en sympathiek. Ik vind dat Bert niet zelfverzekerd is, Thomas een macho is en Kevin lui is (quelques réactions négatives proviennent de la classe). Ik ben de beste kandidaat, want ik ben eerlijk en de leerkrachten hebben mij graag.

Luisteroefening n°3: Tussen jongens en meisjes Lors d'une soirée pyjama entre filles (1= Zaartje, 2= Hannelore, 3= Ines) 1/ Kijk wat Toby mij gegeven heeft! 2/ Oh, is dat een gedicht? 1/ Ja, we zijn al zo lang buren en vrienden. Hij had geen geld om voor mij een verjaardagscadeau te kopen, dus heeft hij dit geschreven... Zoveel mooier dan een cadeau! 3/ Vooruit! Lees! 1/ Zaartje

4

Mijn beste vriendin Zaartje Wij zijn onafscheidelijk Jij en ik zijn twee handen op één buik Jij en ik 3/ Oooeeehla! Toby and Zaartje! 1/ Wat! Toch lief hè?! 2/ Ja, dat wel, heel mooi... (rit) 3/ Maar je gelooft toch niet dat hij gewoon je vriend is... of wil zijn...? 1/ Hoezo? 2/ Komaan Zaartje, die jongen is stapelverliefd op jou! 1/ Toby? Nee hoor! We zijn al jaren beste vrienden. We kennen mekaar al van toen we klein waren. Ik zou het wel weten als hij verliefd op me was hoor. 2/ Als jij het zegt... 3/ Een gewone vriend gaat toch zo geen gedicht schrijven? 1/ En waarom niet? Hij wou gewoon iets liefs doen voor mijn verjaardag, en hij had geen geld... 2/ Jongens schrijven echt niet zomaar een gedicht Zaartje! 1/ Toby wel. 3/ Ik geloof er niks van... 2/ Eerlijk gezegd ben ik het met Ines eens. Ik geloof ook niet dat jongens en meisjes alleen maar vrienden kunnen zijn. 1/ Euh... we zijn al 15 jaar gewoon vrienden. Echt waar! Hij was er altijd voor mij als ik over mijn vriendjes praatte! 3/ Arme Toby... 2/ Zaartje, geloof ons nu maar. Toby wil je iets duidelijk maken, maar jij ziet het gewoon niet. 1/ Hannelore, hij schrijft toch zelf “mijn vriend, mijn beste vriend”! 2/ Ja, en het gedicht eindigt met “jij en ik”. Je weet toch wat dat betekent! 1/ Denk je echt? Ik heb nooit over Toby gedacht als een jongen, weet je, een jongen om verliefd op te worden... 3/ Tja, hij blijkbaar wel... 2/ Wat zei hij toen hij het je gaf? 1/ Euh... hij was wat verlegen... 3/ En jij? 1/ Ik was blij natuurlijk! Ik heb hem een dikke kus gegeven. 2/ Op de mond? 1/ Nee natuurlijk niet! Op zijn wang... 3/ Arme Toby... 2/ Volgens mij wil Toby meer zijn dan vrienden... Hij weet alleen niet hoe hij het je moet zeggen. 1/ Ik geloof het niet... of wel... Ik weet het niet! Wat moet ik doen?

5

Luisteroefening n°4: Wie neem ik mee op reis ? Leen a gagné deux tickets pour un voyage en Espagne. Elle doit décider laquelle de ses amies elle va inviter. Elle en discute avec sa maman. (1 = Leen, 2 = mère de Leen, 3 = Asmae) (très enthousiaste)  1/ Wow! Mama, kijk! Ik heb een reis naar Spanje gewonnen voor twee personen! Super! Mag ik een vriendin meenemen?  2/ Meen je dat? Geweldig! Natuurlijk, maar wie ga je kiezen? En voor wanneer is die reis?  1/ De eerste week van juli. Goh, ik zou Asmae kunnen vragen, of Liesbeth... of Kirsten... (doute)  2/ Ha ja, maar je kan maar één vriendin meevragen...  1/ Asmae zie ik het meest want ze is mijn buurmeisje. Ze is altijd vrolijk! Met haar maak ik veel lol... Ze is een echte vriendin. We hebben nooit ruzie! Maar ja, ze vertrekt wel voor een maand naar Marokko...  2/ Wanneer vertrekt ze?  1/ Ik weet het niet, ergens in juli.  2/ En Liesbeth en Kirsten? Die ken ik niet zo goed...  1/ Liesbeth is mijn beste vriendin op school. Ze is heel sympathiek, altijd goedgezind en heel grappig. Maar... ze is soms wel lui...  2/ Op vakantie mag je wel een beetje lui zijn, hè...  1/ Ja, maar ik ben nog nooit in Spanje geweest! Ik wil alles zien en heel veel doen!  2/ En is Liesbeth al in Spanje geweest?  1/ Ik denk van wel. Ze heeft familie in Spanje...  2/ En Kirsten?  1/ Zij is nieuw in de klas. Ze is een beetje verlegen, maar heel aardig en slim. Ik vind haar ook wel moedig, want zo in een nieuwe klas... en toch altijd behulpzaam en aandachtig!  2/ Maar is ze een echte vriendin?  1/ Tja, ik ken haar nog niet zo lang. Ze is wel betrouwbaar. Ze staat altijd voor me klaar, want ze is heel goed in wiskunde en helpt me vaak.  2/ Zou je je met haar amuseren in Spanje?  1/ Ik weet het niet. Maar het zou wel leuk zijn voor haar... Ik zou haar graag bedanken voor alles wat ze voor mij gedaan heeft dit schooljaar.  2/ Dat is heel lief van je, maar jullie zijn wel maar met z'n tweetjes, een hele week. Kan je goed met haar omgaan als vriendin? Zal je je amuseren?  1/ Tja, ik ken haar niet zo goed buiten de school. Ik weet niet of een hele vakantie met haar leuk zal zijn... (doute)  2/ Dan kan je misschien beter Asmae of Liesbeth uitnodigen.  1/ Mja... Oh, het is een moeilijke keuze! Ik wil niemand laten vallen! Ze zijn alledrie goede vriendinnen!  2/ Ja schat... Anders moet je eens bellen om te zien wie de eerste week van juli vrij is. Misschien moet je dan zelf niet meer kiezen en dan laat jij ook niemand vallen. Dan beslist het lot...  1/ Inderdaad! Goed mama! Ik ga eerst naar Asmae bellen!

6

Luisteroefening n°5: De nieuwe babysit Mark et Maria cherche une nouvelle baby-sit pour leur bébé Roel. Ils ont invité Lies pour un entretien. (1= Mark, 2= Maria, 3= Lies) On sonne à la porte...  1/ Hallo, Lies. Kom binnen.  3/ Goedenavond, meneer. Dank u.  2/ Dag Lies. Kom binnen. Ga maar zitten.  3/ Aangenaam. Dank u. U heeft een heel mooi huis.  2/ Dank je. Dit is onze kleine Roel.  3/ Oh, wat is hij schattig! Aboe, adoedidada... (au bébé – bruit de bébé)  1/ Dat is fijn. Kijk, hij lacht al. Je lijkt goed om te kunnen gaan met baby's.  3/ Ja, ik hou van baby's. Later wil ik graag in een crèche werken.  2/ Echt? Dat is fijn om te horen. Vertel eens wat meer over jezelf. Heb je al gebabysit?  3/ Ja, ik heb al babysitting gedaan voor mijn buren en kennissen van mijn ouders. Zij waren toch heel tevreden. Ze zeiden dat ik rustig en geduldig ben, want bij mij stopten de baby's altijd met wenen.  1/ Fijn. Je hebt dus al wat ervaring.  3/ Jaja, en ik heb mijn moeder ook veel geholpen met mijn kleine broertje en zusje. Het is een tweeling, dus ze kon zeker wat hulp gebruiken. In het begin keek ik altijd heel aandachtig hoe mijn moeder hen verzorgde en na enkele keren kon ik het allemaal al zelf. Nu is het een gewoonte.  2/ Prachtig! Je moeder heeft geluk met zo'n behulpzame dochter. Dan kunnen we je al wat vertrouwen met onze kleine Roel.  3/ Ik denk het wel. Ik let elke seconde goed op en neem mijn taak ook heel serieus, alsof het mijn eigen baby was. Ik vind het gewoon leuk. Baby's maken me vrolijk! (rit)  1/ Je lijkt me wel een verstandig en volwassen meisje. Hoe oud ben je?  3/ Ik ben 16. De meeste leerlingen van mijn klas zijn nog heel kinderachtig. Soms vind ik hun grappen vervelend en ze kunnen zo egoïstisch zijn. Ik ben zelf eerder verlegen.  2/ Wel, we zoeken eigenlijk iemand voor in het weekend. Wij moeten op zaterdag allebei werken en hebben dus iemand nodig om bij Roel te blijven. Ben je 's zaterdags vrij?  3/ Ja hoor. Van hoe laat tot hoe laat?  1/ Ik moet al om 7 uur beginnen en mijn vrouw begint om 9 uur. We hebben allebei gedaan rond vijf uur en kunnen dus rond half zes terug thuis zijn. Gaat dat voor jou?  3/ Oh, fijn! Een hele dag met die lieve, kleine Roel. Ik kijk er al naar uit! Dat is geen probleem!  2/ Fijn zo. Zou je af en toe ook 's avonds kunnen komen, als wij bijvoorbeeld een keertje willen uitgaan?  3/ Natuurlijk, zolang het niet te laat is... :/ Als ik eerlijk mag zijn, ben ik 's nachts een beetje bang om alleen te zijn in een groot huis en ik moet ook met de fiets terug in het donker... (voix un peu effrayée)  1/ Dat begrijpen we wel. We vinden het al heel moedig dat je de verantwoordelijkheid durft nemen voor een baby.  2/ Inderdaad. We komen trouwens nooit echt laat thuis, hoor. En we kunnen je altijd met de auto terug naar huis brengen.  3/ Oh, dank je. Dat is heel vriendelijk van u. Maar... ja, eigenlijk ben ik meestal bezig op woensdagavond. Dan kom ik wat later thuis van mijn gitaarles. Op woensdag gaat dus eigenlijk niet.

7

        

1/ Geen probleem. Tijdens de week gaan we ook niet zo vaak weg, hoor. 2/ Dus wat denk je? Zie je het zitten om bij ons een centje bij te verdienen? 3/ Ja, graag. 2/ Wat betreft je loon. Wat vind je van 5 euro per uur? 3/ Geen probleem. Dat lijkt me correct. 1/ Prima! 2/ Wanneer kan je beginnen? 3/ Oh, ik kan onmiddellijk beginnen! 1/ Haha, zullen we afspreken voor nu zaterdag? Ik ben in de namiddag vrij. Op die manier kan je beginnen met enkele uurtjes.  3/ Perfect. Hoe laat verwachten jullie me dan?  2/ Euh... Rond 8 uur 's morgens. Gaat dat voor jou? Dan heb ik de tijd om je wat rond te leiden en uitleg te geven.  3/ Afgesproken. Ik zal er zijn.  1/ Ik ben blij je te leren kennen, Lies. Je lijkt me de geschikte persoon voor onze Roel.  3/ Het was ook voor mij aangenaam kennis te maken, meneer.  1/ Zeg maar Mark, hoor.  2/ Zo, Lies, dan zien we elkaar zaterdagmorgen om acht uur.  3/ Inderdaad. Nog een prettige avond. En droom zacht, Roel (lui donne un petit bisou sur la tête) (en partant) Tot zaterdag!  1/ Tot zaterdag!  2/ Daag!

Luisteroefening n°6: Namiddagje in de stad Un samedi matin, 10h. Jan appelle son meilleur ami Steve pour faire un tour en ville (1 = Steve, 2 = Jan)  1/ (voix fatiguée) Hallo, met Steve.  2/ Ah, Steve. Jan hier. Alles goed? Nog maar net wakker zeker?  1/ Ah, Jan. Ja hé, het is weekend hoor!  2/ Ja, ik weet het, maar mijn ouders verplichten me om elke dag om 9 uur op te staan... Heb je zin om vanmiddag naar de stad te gaan?  1/ Tja, ik ben nu toch wakker. Waarom niet. Wat wil je daar gaan doen?  2/ Oh gewoon, wat rondwandelen, iets eten, misschien een filmpje...  1/ Héhé, ik heb het idee dat je eigenlijk wat meisjes wil ontmoeten.  2/ Haha, dat mag natuurlijk ook altijd!  1/ Om hoe laat spreken we af?  2/ Bwa, laat ons zeggen rond half twee bij mij?  1/ Da's afge-... Oh nee, ik geloof dat we vanavond naar een trouwfeest gingen. Wacht even, ik vraag het vlug. (silence)  1/ Jan?  2/ Ja?  1/ Ja, ik moet om half zes thuis zijn omdat we dus inderdaad naar een trouwfeest moeten.  2/ Geen probleem hoor. Dan zijn we wel terug.  1/ Goh, volgens mij moet ik trouwens nog een nieuw hemd kopen. Ik moet dus toch in de stad zijn. Komt goed uit!  2/ Voilà sè! Dus, half twee bij mij?

8

   

1/ 2/ 1/ 2/

Da's afgesproken. Bedankt om mij wakker te bellen hè. (sarcastique) Héhé, da's graag gedaan, makker! Tot straks. Saluuuut!

Luisteroefening n°7: Vriendschapsproblemen (1) Elke a eu une dispute avec sa meilleure amie Saskia. Sa maman vient lui parler dans sa chambre. (1 = Elke, 2 = maman d'Elke) (la maman frappe à la porte de la chambre d'Elke)  1/ (voix cassée) Binnen...  2/ Dag lieverd. Jij ziet er zo bedroefd uit. Wat scheelt er?  1/ Niks, mama. Het gaat wel.  2/ Elke (soupire), vertel het maar. Ik zie dat je met iets zit.  1/ ... (hésite) Oh, mama, niks. Gewoon ruzie met Saskia.  2/ Met Saskia? Je beste vriendin? Wat is er gebeurd?  1/ (commence à parler très très vite) Anneleen heeft gezegd dat ze Saskia met Dimitri heeft gezien. Mijn beste vriendin met...!  2/ (interrompe) Hoho! Kalm aan. Wie is die Anneleen?  1/ Anneleen is een meisje van mijn klas. Ze is altijd heel nieuwsgierig en weet alles over iedereen.  2/ Ja, ik snap het...  1/ En zij heeft Saskia dus gezien met Dimitri...  2/ En wie is Dimitri?  1/ Euh... een jongen uit mijn klas?  2/ Is dat die jongen die je gisteren na school met de fiets naar huis heeft gebracht?  1/ Ja.  2/ Is hij je vriendje? Hij zag er wel vriendelijk en leuk uit.  1/ (fâchée) Niet dus! Anneleen heeft Dimitri en Saskia samen gezien in de stad!  2/ En wat deden ze?  1/ Wandelen en praten.  2/ Dat lijkt me toch niet zo erg...  1/ Mama! Mijn beste vriendin en mijn vriendje spreken samen af, achter mijn rug! Niemand heeft iets tegen mij gezegd! Waarom? Waarom hebben ze mij niets gezegd?!

Luisteroefening n°8: Vriendschapsproblemen (2) (suite) Elke a eu une dispute avec sa meilleure amie Saskia. Sa maman vient lui parler dans sa chambre. (1 = Elke, 2 = maman d'Elke)  2/ Rustig, schat. Ben je boos? Ben je jaloers?  1/ Natuurlijk ben ik boos en jaloers! Mijn beste vriendin pikt mijn vriendje!  2/ Elkeeeee... Dat weet je toch niet. Saskia is je beste vriendin. Ze is altijd heel vriendelijk en sympathiek. Ze heeft je zo geholpen met wiskunde vorig weekend. Je zei nog dat je dankzij haar zo goede resultaten had. Jullie zitten uren hier op je kamer te babbelen en te lachen. Je denkt toch niet dat ze dan je vriendje gaat pikken.  1/ En ze kent al mijn geheimen! Ze weet heel goed wat ik van Dimitri vind. Ze weet heel

9

           

goed dat ik gek op hem ben! Ze heeft me zelfs de raad gegeven om niets tegen Dimitri te zeggen. 2/ Wat tegen Dimitri te zeggen? 1/ Niets! Ze zei dat ik moest wachten tot hij de eerst stap zet. 2/ En nu denk je dat dat geen goede raad was. 1/ Natuurlijk niet! Ze zei het dus alleen maar zodat zij Dimitri zou krijgen. 2/ Schatje, dat weet je toch niet. Misschien is ze net met Dimitri gaan praten over jou. Misschien heeft zij tegen Dimitri gezegd hoe leuk jij hem vindt! 1/ Denk je? 2/ Dat doen vriendinnen toch! Saskia kent je al 10 jaar! Ze zou je nooit laten vallen voor een jongen. 1/ Ik weet het niet, mama. Saskia is zo mooi, en grappig, en zelfverzekerd. Dimitri is vast gek op haar. 2/ Lieverd, jij bent ook mooi, verstandig, geduldig, eerlijk en MEESTAL vrolijk... (changement de voix pour dire “à part maintenant”) 1/ Dat zeg je omdat je mijn mama bent... 2/ En dat zeg JIJ omdat je onzeker en triestig bent. 1/ Maar waarom heeft ze dan niets tegen mij gezegd?

Luisteroefening n°9: Vriendschapsproblemen (3) (suite) Elke a eu une dispute avec sa meilleure amie Saskia. Sa maman vient lui parler dans sa chambre. (1 = Elke, 2 = maman d'Elke, 3 = Saskia)  2/ Wanneer heeft Anneleen hen gezien?  1/ Ze heeft me een halfuurtje geleden ge-sms't dat ze in de stad waren.  2/ Voilà, dan kan het toch zijn dat Saskia je vanavond belt met nieuws?  1/ Ik kan niet wachten tot vanavond!  2/ Elke, je moet een beetje geduldig zijn. Stuur dan een sms'je naar Saskia...  1/ Denk je dat dat een goed idee is?  2/ Volgens mij belt Saskia je vanavond wel, maar als je niet kan wachten...  1/ Wachten is zo vervelend, mama! (commence à pleurnicher)  2/ Kom hier, schat. Oh, wat ben je soms toch gevoelig! (Le gsm d'Elke sonne. Elle sursaute.)  2/ Saskia?  3/ Hey Elke! Weet je wie ik net gezien heb in de stad?  2/ (hésite)...  3/ (n'attend pas) Dimitri! Ik was met mijn grote zus gaan winkelen en toen kwam ik Dimitri tegen. Hij vroeg me hoe het met je ging!  2/ Echt?  3/ Ja, echt! En weet je wat hij me nog vroeg?  2/ Wat? Vertel!  3/ Hij vroeg me of je een vriendje hebt! Zijn broer verjaart volgend week en hij geeft een feestje... en... hij wou weten of hij je mocht uitnodigen! Elkeeeeeee!!!  2/ Echt?! Wil hij met mij naar een feestje! Oh nee! Oh ja! Aaaaaaaaaaaaaa! (cris de joie) Vind hij me echt leuk?  3/ Natuurlijk! Hij bleef maar vragen stellen over jou! Elke, hij is zot van je!  2/ Oh nee, ik kan het niet geloven! Yes! Yes! Yes! Oh Saskia, dankje dankje dankje!  3/ Daar zijn vrienden toch voor!  2/ Je bent een schat! Je bent de beste vriendin ooit! Sorry sorry sorry!

10

 

3/ Sorry? Waarvoor? 2/ Oh, je moest eens weten! (continue à raconter – le volume diminue)

11

LOG 2 Luisteroefening n°10: Stad versus platteland Monologue de Charlotte, qui vient de déménager de la campagne vers la ville (1 = Charlotte)  1/ Vroeger woonde ik in Kessel-Lo bij Leuven. We woonden in een losstaand huis in een doodlopende straat op het platteland. We hadden een grote tuin met mooie planten en bomen. Achter in de tuin stond een kleine bergplaats voor het tuingerief en de fietsen. Op het gelijkvloers bevonden zich de inkomhal, de woonkamer, de keuken, het washok en een grote veranda. De woonkamer was groot en modern ingericht. De keuken was open, met een soort bar en ook heel modern. Op de eerste verdieping had je twee kamers en een badkamer. Op de tweede verdieping nog twee kamers en helemaal boven, op de zolder, had mijn vader zijn bureau. Hij is binnenhuisarchitect. Onze kamers waren heel ruim. Mijn broer en ik hadden elk een tweepersoonsbed. Er was veel plaats voor kasten, zetels, een tv, enzovoort. Maar ja, je kent jongens. De kamer van mijn broer was altijd rommelig. Nu zijn we verhuisd naar de stad, omdat mijn ouders gescheiden zijn. Hier in Brussel wonen we op een appartement, een hele verandering! We hebben nog wel elk onze eigen kamer, maar er is toch minder plaats. Vooral de tuin mis ik enorm! We hebben wel een terras aan de achterkant, maar een tuin vind ik leuker. Het groen, de rust... Later, als ik zelf een gezin heb, verhuis ik zeker terug naar het platteland.

Luisteroefening n°11: De hotelkamer Dialogue entre Charlotte et son papa, lorsque elle est en vacances en Italie avec sa maman. (1 = Charlotte, 2= papa)  2/ Dag Charlotte, papa hier. Hoe gaat het ginder in Italië?  1/ Dag papa! Prima! Het is hier prachtig! Het is mooi en warm weer en we hebben al veel activiteiten gepland!  2/ Bevalt het hotel je?  1/ Ja, het is prachtig! Onze hotelkamer is heel ruim! We hebben een enorme badkamer met een bad èn een aparte douche. De kranen en de handdoekenhangers zijn van goud!  2/ Wow! Chic!  1/ Ja hè! Alles is proper en mooi verzorgd. De handdoeken, washandjes, het badtapijt... alles wordt elke dag vervangen! Wat een service!  2/ Ja meisje, la dolce vita hè!  1/ Ha ja, en alles is aanwezig! Ik had geen haardroger moeten meenemen. We hebben zelfs een weegschaal in de badkamer!  2/ Dus de badkamer bevalt je. En de rest van de hotelkamer?  1/ Wel, we hebben bijna een suite! Er zijn twee aparte slaapkamers en een soort woonkamer met enkele zetels, een salontafeltje en een schoorsteen met stereo-installatie en tv met dvd-speler.  2/ Amai!  1/ Overal liggen heel zachte kussens, zalig! En de kamers zijn groot! Mama en ik hebben elk een aparte kamer met een tweepersoonsbed, twee nachtkastjes, een grote kleerkast en een commode met spiegel. En al de lakens zijn van zijde!

12

  

2/ Amai seg, jullie wonen daar als echte prinsessen! 1/ Ja, papa! Het is hier zaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaalig! Kom je volgend jaar ook mee? 2/ Tja, dat zal ik eens met je moeder bespreken...

Luisteroefening n°12: Onze nieuwe woonkamer Els décrit les changements qu'elle a fait à son salon par rapport à une ancienne photo. (1 = Els)  1/ We hebben onze woonkamer helemaal opnieuw ingericht. We hebben de muren lichtgroen geverfd. De gordijnen zijn nu donkergroen met een beetje rood. Het venster hebben we ook veranderd. Nu staat er een venster tot op de grond dat je kan openen zoals een deur. De meubelen waren oud en versleten. We hebben nieuwe zetels gekocht, van donkergroene daim met lichtgroene kussens. De sofa vormt nu een hoek. Dat is zalig om op te liggen! De fauteuil staat waar vroeger de bank stond en de sofa staat met één kant tegen de muur met het schilderij en met de andere kant tegenover het venster. Zo hebben we een mooi zicht op de tuin. De oude salontafel was een beetje kapot. Nu staat er een glazen salontafel, een beetje hoger dan de vorige. Die oude lamp is ook weg. Nu hangen er overal spotjes. En in plaats van een tapijt ligt er nu echt houten parket.

Luisteroefening n°13: Bij Ikea Nathalie est chez Ikea avec sa maman pour acheter tout pour son nouveau kot (1 = Nathalie, 2= maman)  2/ Dus, Nathalie, wat staat er al op je kot en wat moeten we nog kopen?  1/ Mijn kot is een soort studio. Ik heb enkel een aparte badkamer en keuken.  2/ En welke meubels staan er al?  1/ In de grote ruimte staat een bed en een grote kleerkast. Er is wel nog veel plaats voor een bureau enzo.  2/ Staat er geen tafel?  1/ Nee. In de keuken staat wel een klein tafeltje met twee stoelen. De keuken is niet zo groot.  2/ En is alles aanwezig om te koken?  1/ Ja hoor, wel, de grote dingen toch: een koelkast met een kleine diepvries in, twee kookplaten, een microgolfoven en één keukenkast.  2/ En om af te wassen?  1/ Een gootsteen hè, mama. Daar zal ik zelf moeten afwassen. Een afwasmachine is er niet hoor!  2/ Dus, wat moeten we nog allemaal kopen?  1/ Wel, voor de keuken: potten en pannen, borden en bestek, een vuilbakje en misschien nog een keukenrekje?  2/ En voor de badkamer?  1/ Voor de badkamer moet ik niet zoveel kopen. Er staat een douche met douchegordijn, een wastafel, één handdoekenhanger, een vuilbakje en een toilet. We moeten dus gewoon extra badkamerspullen kopen, zoals handdoeken en washandjes, een drinkbeker, toiletpapier en een klein badkamertapijtje.  2/ En voor de grote ruimte? Staat er enkel een bed en een kast?

13

 1/ Ja, een bureau moet ik dus zelf meebrengen, en een nachtkastje ook.  2/ Een grote verhuis dus. Is er een lift in het gebouw?  1/ Euh... nee... Maar wel kabel en internetverbinding!  2/ Dat wel natuurlijk... (soupire) Is er overal verlichting?  1/ Oh, daar heb ik niet op gelet. Het is wel voorzien, maar de lampen moet ik zelf wel kopen, denk ik.  2/ Allez dan, daar gaan we! Ik vraag me nu al af hoe we alles naar huis gaan brengen...

Luisteroefening n°14: huizenjacht Ine et Fred sont à la recherche d'une maison, sur internet. (1 = Ine, 2= Fred)  1/ Schat! Kijk hier eens! Ik heb net een prachtig huis gevonden op internet! (Fred est encore occupé, donc il crit de loin)  2/ Wat voor een huis, lieverd?  1/ Het is zo een huis van twee huizen onder één kap, in een rustige, groene buurt.  2/ Waar?  1/ In Eppegem, schat, net zoals je wou! Niet ver van jouw werk, niet ver van mijn werk... Fred! Kom kijken!  2/ Ik kom! (Fred arrive)  2/ Ja, dat ziet er op het eerste zicht mooi uit. En hoeveel kamers zijn er?  1/ Er zijn drie slaapkamers! Oh schat, voor een babykamer en een bureau voor jou!  2/ Niet slecht. Wat zegt de advertentie nog?  1/ Wel, er zijn dus drie slaapkamers en één modern ingerichte badkamer met bad en douche. Oei... de keuken is wel heel klein.  2/ Laat eens zien? Oh ja! En is er een aparte eetkamer?  1/ Euh... jaja. Hier: op het gelijkvloers een woonkamer van 30 vierkante meter, een eetkamer, keuken, washok en berging.  2/ Staan er foto's bij van de woonkamer?  1/ Even kijken... Ja! ... Oh ja! Dat is wel heel groot hè! En kijk, die eetkamer is ook niet klein.  2/ We kunnen de muren misschien uitbreken en zo de keuken vergroten.  1/ Oh ja, schat! Een Amerikaanse keuken!  2/ Hola, eerst kijken naar ons budget hè!  1/ Ah ja... de prijs is wel iets hoger...  2/ Wat?! 280.000 euro?! Ine, je weet wat we hadden afgesproken, maximum 250.000!  1/ Maar schat, kijk! Zo’n prachtig huisje!  2/ Ine, daar hebben we het geld niet voor!  1/ Mmmmmmmmmmgrrrrrr! (boude)  2/ Aahhhhhhhhhhhhhh, is er dan ten minste een mooie tuin?  1/ (heureuse) Jajaja!!! Kijk! Een tuin van 40 vierkante meter, met een dubbele garage!  2/ Niet slecht, die hebben we wel nodig... Ik weet het niet, schat, het is heel mooi ja, maar ons budget...  1/ Maar we kunnen toch eens gaan kijken? Misschien moeten we niet veel werken verrichten en sparen we zo wat geld uit?

14

   

2/ Tja, we willen die keuken en eetkamer al helemaal veranderen... 1/ Toe schat, alsjeblieft! Kunnen we gewoon een afspraak maken en dan beslissen we nadien wel... 2/ Hhhhhhhh... ok, jij belt. Maar ik kan enkel na zes uur 's avonds... 1/ Yes! Dank je! Ik bel onmiddellijk!

Luisteroefening n°15: Bij de makelaar Ine et Fred n'ont pas le budget pour la maison de leurs rêves. Ils ont rendez-vous chez l'agent immobilier pour demander de l'aide. (1 = Ine, 2= Fred, 3= l'agent immobilier)  3/ Goeiemiddag samen, Joshua Kramers, makelaar. Kan ik jullie helpen?  1/ Aangenaam. Euh ja, wij zoeken een huis.  3/ Dan bent u aan het juiste adres. Gaat u maar zitten. (Ine et Fred s’assoient)  3/ Zegt u maar, wat voor een huis zoeken jullie en waar?  2/ Wel, we zoeken iets in de buurt van Mechelen, dus tussen Brussel en Antwerpen. Kwestie van afstand naar ons werk.  3/ Ok, en wat voor huis?  1/ Wel, het moet geen villa zijn, maar we zouden toch graag een losstaand huisje hebben met een mooie tuin.  3/ Natuurlijk. En wat is uw maximale prijs?  2/ Wel euh, ons budget is 250.000 euro.  3/ Ok, dat lijkt me redelijk.  1/ We hadden bijna ons droomhuisje gevonden op het internet, maar dat was 280.000 euro, dus...  3/ En dat was te duur? 250.000 is dus echt het maximum.  2/ Jaja, daar blijven we bij, want we moeten ook nog geld voorzien voor eventuele werken.  3/ Hoeveel kamers wilt u?  1/ Drie kamers lijkt ons perfect: onze kamer, een kinderkamer en een studeerkamer.  3/ Een grote studeerkamer?  2/ Bwa, groot genoeg om een bureau en enkele kasten te zetten. Ik moet namelijk vaak thuis werken.  3/ Ik begrijp het. U had dus graag een tuin gewild?  1/ Oh ja, een beetje natuur zouden we toch appreciëren.  2/ Maar die tuin moet ook geen park zijn. Een klein gezellig tuintje is al voldoende.  3/ Wenst u ook een balkon of veranda?  2/ Euh... dat is niet echt belangrijk.  3/ En een garage?  1/ Wel, we hebben alletwee een auto. Eén ervan zouden we toch graag binnen kunnen zetten. De andere mag eventueel buiten blijven staan.  3/ Dus minimum één garage.  2/ Ja, dat klopt.  3/ Nog andere wensen?  1/ Euh... ik denk het niet.  3/ Laat me even kijken. Mijn eerste opzoeking levert drie resultaten die min of meer overeenkomen met wat jullie zoeken.  2/ Echt?! Fantastisch!

15



3/ Eventjes printen... Kijk maar. Dit is een rijtjeshuis in Mechelen, dicht bij het kanaal. Het telt 2 ruime slaapkamers en een zolder die u eventueel kan omvormen in bureau. Er is een koer en één garage. De prijs bedraagt 255.000 euro.  1/ Een koer, dus geen tuin?  3/ Inderdaad, maar je kan de stenen uiteraard vervangen door gras.  2/ Mja...  3/ Het tweede huis bevindt zich in Willebroek. Het is van het bungalowtype, heel gezellig! Er zijn twee slaapkamers, maar de bouwvergunning staat uitbreidingswerken toe. Er is wel geen garage, maar wel ruimte om een garage te plaatsen. En u heeft er wel een prachtige tuin met een bos achter.  2/ En de prijs?  3/ Dit huisje kost 249.000 euro. (Ine et Fred parlent un peu plus doucement)  1/ Hè schat, dat valt binnen ons budget!  2/ Ja, maar met veel extra werken!  3/ Ahum, en dit is een derde mogelijkheid: een losstaand huis in Vilvoorde met mooie tuin en twee garages. Er zijn drie slaapkamers en nog een zolderverdieping. De prijs bedraagt 260.000 euro.  1/ Wow, prachtig!  2/ Inderdaad, heel mooi. Oh, en volledig geïnstalleerde keuken! Dat spaart al wat geld uit!  3/ Zit er iets tussen dat jullie bevalt?  2/ Zeker, maar we zouden uiteraard eens moeten overleggen over de mogelijkheden qua werken en budget.  3/ Natuurlijk.  1/ Mogen we deze meenemen?  3/ Uiteraard. U mag me altijd een seintje geven voor een bezoek. Hier is mijn kaartje.  2/ Dank u.  3/ Ik moet wel zeggen dat het derde huis al enkele keren bezocht is door geïnteresseerde koppels. Ik raad u dan ook aan om niet te lang te wachten.  1/ Ah Fred. Laten we meteen een afspraak maken!  2/ Hhhhja, waarom niet. Wanneer kunnen we een kijkje gaan nemen?  3/ Het derde huis? Dat kan elke werkdag na 17 uur en op zaterdag de hele dag.  1/ Kunnen we nu nog gaan? Het is kwart na zes...  3/ Uiteraard. Ik zal even bellen en dan breng ik jullie om half zeven wanneer we sluiten.  2/ Prima.  3/ Mag ik jullie contactgegevens nog even? Dan kan ik jullie op de hoogte houden van eventuele andere mogelijkheden.  2/ Natuurlijk. Mijn naam is Fred Staelens. We wonen op de Fresiadreef, nummer 23, in Evere.  3/ Een telefoonnummer?  2/ Ja natuurlijk. Mijn gsm-nummer is 0465/23.34.32.  3/ Zo, dat is genoteerd. Ik zal even naar de eigenaar bellen om te verwittigen dat we langskomen.  1/ Dank u, meneer.

16

Luisteroefening n°16: een afspraak maken Nathalie a trouvé un kot de son choix et appelle le propriétaire afin de prendre rendez-vous (1 = Nathalie, 2= le propriétaire)  2/ Snerens.  1/ Euh, goeiemiddag meneer. Ik ben Nathalie Demeester en ik heb gezien dat u koten verhuurd.  2/ Ja, dat klopt. Waar had je een kot gezien, want ik verhuur er wel meerdere.  1/ Ik had graag het kot bezocht in de Kaaistraat nummer 12.  2/ Ah ja, dat is nog vrij. Wil u een afspraak maken om het te bezoeken?  1/ Ja, graag. Wanneer past het voor u?  2/ Elke werkdag tussen 14 uur en 18 uur.  1/ Kan ik dan morgen langskomen?  2/ Ja natuurlijk. Om hoe laat?  1/ Euh... ik kan er tegen twee uur zijn. Geen probleem.  2/ Prima. Kan u uw naam nog eens herhalen?  1/ Nathalie Demeester.  2/ Mag ik uw telefoonnummer?  1/ Jazeker, dat is 0476/34.45.62.  2/ Ok. Dat is genoteerd. Dan zien we elkaar morgen om twee uur in de Kaaistraat nummer 12.  1/ Perfect. Van harte dank.  2/ Graag gedaan. Tot morgen.  1/ Tot morgen. 

Luisteroefening n°17: ergens in Zuid-Amerika...

Maria habite dans une petite ville à Ecuador. Elle décrit son habitation à sa famille d'accueil. (1 = Maria)  1/ Hallo, ik ben Maria Gonzalez. Ik woon op een appartement in een klein stadje in Ecuador. Mijn vader werkt als taxichauffeur en mijn moeder is huisvrouw. Zij blijft thuis om voor de kinderen te zorgen. We zijn dus niet echt rijk. We hebben wel een leuk appartement, maar in een drukke buurt. Door het mooie weer zijn er altijd veel mensen op straat. Door het lawaai kan ik 's avonds soms moeilijk in slaap geraken. Er leven ook veel mensen op straat. Dat is triest, maar ook heel vuil. Ons appartement telt twee slaapkamers, een keukentje en een kleine zitkamer. Ik slaap samen met mijn grote zus en mijn kleine broertje op een kamer. 'Gezellig' zou je denken, maar we hebben niet veel privacy. Mijn zus en ik delen een stapelbed en mijn kleine broer slaapt in een apart bed. Voor een nachtkastje is er geen plaats. Al onze kleren hangen samen in een kleine kleerkast in de gang. Er is wel elektriciteit hier in de stad, maar dat kost enorm veel en er is vaak een panne. We hebben dus enkele kaarsen in de kamer om te verlichten. In de badkamer staat een grote badkuip, een toilet en een kleine lavabo. Een wasmachine hebben we niet. We wassen onze kleren met de hand en hangen ze te drogen op het balkon. In de zitkamer staan twee stoelen en een fauteuil. Er liggen wel een paar tapijten op de grond en wat kussentjes. Een tv hebben we niet en internetverbinding al helemaal niet. Ik lees wel veel boeken. Zo reis ik ook een beetje en kan ik dromen van een luxeleventje.

17

Luisteroefening n°18: Het vakantiehuisje Tes amis sont tous partis en vacances aux différents coins du monde. Ils t'appellent, mais vu que toi tu travailles pendant les vacances, tu ne peux pas répondre. Ils te laissent des messages vocaux. (1 = Elisa, 2= Thomas, 3= Dimitri)  1/ Hey, alles goed? Hard aan het werken zeker? Oh, het is hier fantastisch in het zuiden van Frankrijk! We hebben een supergezellig huisje in het midden van de natuur. Het landschap is prachtig! Hoewel het huisje zelf klein is, is de tuin enorm! We hebben zelfs ons eigen moestuintje met aardappelen en tomaten... en zelfs enkele druivelaren! Als je in de tuin staat, zie je enkel velden velden velden. Zalig! 

2/ Helaba, 't is Thomas hier. Man zeg, hier in Bodrum moeten we samen eens op vakantie komen. Zon, zee en strand! Het water is hier echt blauw, je kan de vissen zo zien zwemmen! We hebben een boot gehuurd voor een week, man zeg, geweldig! We hebben alles wat we nodig hebben: twee slaapkamers met telkens twee stapelbedden, veel kasten, een kleine keuken met tv en... zicht op zee! Altijd! Het is wel even aanpassen om een hele week op zee te zijn, maar wie heeft straten en internetverbinding nodig als je zoveel kan vissen en zwemmen als je wilt. En de zonsondergang... hier moet ik eens met Natascha komen!



3/ Hallo? Ah... antwoordapparaat. Ik ben net aangekomen in Hoepertingen in Limburg. We brengen hier een weekje door op een boerderij. Je kent mij he, natuur en dieren! Het is heel fijn, maar wel hard werken om de stallen uit te kuisen. De vrouwen houden het huis proper en de mannen werken in de tuin en met de dieren. Het is hier wel heel rustig, dus ik mis mijn stereo-installatie wel een beetje. Jaha, je weet het, ik hou van de natuur, maar Metallica kan ik moeilijk missen... Allez, tot volgende week!

18

19

SCRIPTS CD COMPLEMENTAIRE 2 Luisteroefening n°1: Op taalstage La maman de Fabienne veut qu'elle s'inscrit à un stage de langues. Fabienne appelle Kiddy & Junior Classes. (1= Fabienne, 2= maman, 3= secrétaire)

Première partie   

2/ Fabienne, heb je al gebeld voor je taalstage? 1/ Nee, nog niet mama... 2/ Bel je dan nu? Je schoolresultaten moeten echt beter! Ik weet dat je het kunt. Die taalbarrière moet je echt wegwerken, hoor.  1/ Ok, ik bel al. (elle forme le numéro... ça sonne...)  3/ Kiddy en Junior Classes, goeiemorgen, met Tanja.  1/ Goedemorgen, mevrouw. Mijn naam is Fabienne Loqué en ik zou graag een taalstage Nederlands volgen bij jullie.  3/ Natuurlijk. Om je in te schrijven, kan je het inschrijvingsformulier downloaden van onze website.  1/ Dat heb ik al gedaan, maar ik begrijp niet alles wat er staat.  3/ Heeft u het formulier bij de hand?  1/ Ja.  3/ Ik leg het u uit.

Deuxième partie         

 

3/ Bovenaan moet je je contactgegevens invullen: je naam en voornaam, adres en telefoonnummer, geboortedatum en e-mailadres. 1/ Ok, dat begrijp ik nog. 3/ Vervolgens zie je onze verschillende formules. Je kan groepslessen volgen, ronde tafels of ook privélessen. 1/ Wat zijn ronde tafels? 3/ Dat zijn lessen in groep waar enkel wordt gesproken. Het zijn strikt genomen dus geen echte lessen. We spreken en discussiëren dan in groep over een bepaald onderwerp. Deze formule raden we aan voor gevorderden. 1/ Interessant, maar ik weet niet of ik het goede niveau heb. 3/ Je mag altijd langskomen voor een gesprek. Op basis daarvan kunnen we je verder advies geven. 1/ Ok, dank u. En welke formules stellen jullie nog voor? 3/ Je ziet ook dat we tijdens de schoolvakanties taalstages aanbieden per leeftijdsgroep. Elke leeftijdsgroep wordt dan weer ingedeeld volgens niveau. Deze taalstages zijn niet echt lessen. Het principe is meer een taalbad. We spreken allen bijvoorbeeld enkel Nederlands, maar we doen tegelijk allerlei leuke activiteiten, zoals naar de stad gaan, naar de bioscoop, gezelschapsspelletjes, sportieve activiteiten enzovoort. Veel jongeren kiezen voor deze formule omdat je een taal leert op een ontspannen manier. 1/ Het klinkt leuk ja! 3/ Ten slotte vind je onderaan de verschillende data waarop onze lessen en stages plaatsvinden. Indien je dat wenst, kan je ook altijd onze brochures komen inkijken voor

20

    

taalstages in het buitenland. Je kan bijvoorbeeld een weekje gaan zeilen in Nederland, of ergens op de boerderij werken. Zo leer je een taal bij de lokale bevolking en ben je tegelijk op vakantie. 1/ Het klinkt allemaal heel tof! Ik ga het nog eens nalezen en kom dan zeker langs. 3/ Wij zijn elke dag open van half negen tot vijf. Spring gerust binnen. 1/ Dat zal ik zeker doen! Dank u wel. 3/ Zo, dan wens ik u nog een prettige dag en misschien zien we je hier dan binnenkort. 1/ Zeker! Dank u. Tot gauw.

21

Luisteroefening n°2: Vlamingen versus Walen (mais plutôt pour introduire le sujet des stéréotypes) Jo et Kathleen vont à une soirée d'humour dans leur café préféré. Le sujet de la soirée est les flamands et les wallons... (1 = stand-up comedian)  1/ Het is toch weer miserie tussen de Walen en de Vlamingen. Pas op, ik begrijp de Vlamingen wel. De Walen doen gewoon geen moeite om Nederlands te leren. Luister maar: Een Duitser is op vakantie in Wallonië. Hij stopt voor twee personen die op een bus wachten. Hij vraagt: “Entschuldigung koennen Sie Deutsch sprechen?” De twee Walen kijken hem aan en zwijgen. “Spreekt u misschien Nederlands?” De twee Walen zeggen niets. De Duitser probeert in het Engels: “Sorry, do you speak English?” De twee Walen zwijgen en kijken. “Parlare Italiano?” Geen antwoord. “Habla ustedes Espanol?” Niets. De Duitser gaat boos weg. De eerste Waal zegt tegen zijn vriend: “Denk je niet dat we een vreemde taal zouden moeten leren?” Zijn vriend antwoord: “Waarom? Die Duitser kende vijf talen en hij is nog niet geholpen!” (rit et applaudissement du publique)

Luisteroefening n°3: Het oudercontact Bert a eu de très mauvais résultats pour ces cours de français et anglais. Sa maman est convoquée à la réunion des parents. (1 = prof de français, 2= Bert, 3= maman)  1/ Goedenavond, gaat u maar zitten.  3/ Danku.  1/ Tja, Bert. Je resultaten waren niet schitterend hè, maar dat wist je al wel. Je bent voor geen enkele vaardigheid geslaagd op het examen... en tijdens het jaar had je ook al veel buizen.  2/ Ja, mevrouw. Ik weet het. Ik ben echt niet goed in talen.  3/ Bert, niet goed in talen, ok, maar je bent voor geen enkele toets geslaagd! (s'adresse à la prof) Werkt hij goed mee tijdens de les?  1/ Ja, toch wel. Hij let goed op, maar dat zie je niet aan zijn resultaten. Wat is volgens jou het probleem, Bert?  2/ Gewoon. Ik kan het niet. Ik studeer de woordenschat wel, maar ik kan al die woorden niet onthouden.  1/ Ik heb inderdaad gemerkt dat je veel woorden verwisselt. En als je het woord kent, is het dikwijls niet juist gespeld.  2/ Ja, dat is het. Ik werk hard en dan heb ik het nog fout.  1/ Als je wilt, kan ik je extra materiaal geven om woordenschat te oefenen.  2/ Ja, als dat kan helpen.  3/ Het lijkt me wel de moeite waard om te proberen, niet?  2/ Ja, natuurlijk.

22



         

        

1/ Ik heb ook gemerkt dat je de grammaticaregels wel kent. (s'adresse à la maman) Hij is altijd één van de eerste om te antwoorden als ik vraag waarom een werkwoord zo of zo wordt geschreven, en ook de zinsconstructie gaat goed. 3/ Ja? Dat is fijn om te horen! Dan behaalt hij daar toch goede punten... 1/ Nee, dat is het juist. Ook op grammaticatoetsen heeft hij onvoldoendes. (s'adresse à Bert) Bert, hoe verklaar je dat? 2/ Wel, het is frustrerend. Ik kèn het allemaal, maar ik begrijp de zinnen niet altijd... 1/ Tja, weer die woordenschat hè. Maar ik mag natuurlijk geen vertaling geven op toetsen of examens. Dat is wel vervelend voor jou. 2/ Ja, ik heb het gevoel dat ik niets kan, hoewel ik wel veel werk. 1/ Je lijkt me wel gemotiveerd. Zou je bereid zijn om extra tijd te besteden aan je Frans? 2/ Euh... ja, maar ik werk er nu al elke avond aan. Ik weet niet wat ik nog meer kan doen. 1/ Ik dacht misschien aan een taalstage of bijlessen. In het weekend werk ik voor een school die bijlessen organiseert voor leerlingen met taalmoeilijkheden. Tijdens de vakanties organiseren we taalstages. 3/ Dat is misschien iets voor jou, Bert. Denk je niet? 2/ Ik vind het wel een leuk idee, maar ik heb schrik dat ik weer de slechtste van de klas ga zijn... 1/ We hebben speciale stages voor leerlingen met moeilijkheden. Het zal misschien fijn zijn om te zien dat je niet de enige bent die het moeilijk vindt om een vreemde taal te leren. 2/ Ja, misschien wel. 1/ Nu heb je weer een herexamen voor Frans. Het kan de moeite waard zijn. 3/ We kunnen het altijd eens proberen. Echt, het maakt voor mij niet uit hoeveel het kost, maar ik wil absoluut dat hij een beetje beter Frans spreekt. In België is dat toch zeker belangrijk! 1/ Inderdaad, met talen kun je veel doen. Het wordt tegenwoordig ook veel gevraagd als je gaat solliciteren, zeker hier in Brussel, maar zelfs in Vlaanderen! 2/ Ja, ik zou ook graag een talenknobbel zijn... maar dat zal waarschijnlijk nooit gebeuren... 1/ Ik stel voor dat je tijdens de vakantie contact opneemt met die organisatie waarover ik zojuist sprak. Zij organiseren eind augustus ook speciale bijlessen voor leerlingen die herexamens hebben. De leerkracht begeleidt je dan persoonlijk en helpt je met jouw specifieke problemen. Je moet dan de leerstof wel al eens doorgenomen hebben zodat je heel concrete problemen kan voorleggen. 3/ Bestaat dat? Oh, dat zou geweldig zijn. Het zou zonde zijn om je jaar opnieuw te moeten doen voor één vak, waar je dan nog hard voor werkt! 2/ Ja, u heeft gelijk, mevrouw. Ik wil absoluut slagen! 1/ Prima, hier zijn de contactgegevens. Bel op tijd, want er is veel vraag en de plaatsen zijn beperkt. 3/ Dank u, mevrouw. 1/ Zo, Bert, veel succes! Geniet eerst een beetje van je vakantie en dan vlieg je er weer in hè. 2/ Jaja, dank u mevrouw. 3/ Bedankt. Een prettige avond nog. 1/ Voor u ook, mevrouw. Dag Bert. 2/ Da-ag.

23

LOG 6 Luisteroefening n°4: De zomervakantie is voorbij... Clara, la correspondante néerlandaise de Els l'appelle pour demander comment se sont passées ces vacances d'été. (1= Els, 2= Clara) (le téléphone sonne)  1/ Met Els.  2/ Dag Els, Clara hier. Alles goed? Hoe is je vakantie geweest?  1/ Super! Ik heb niet stilgezeten!  2/ Wat heb je dan allemaal gedaan?  1/ In juli heb ik veel uitstapjes gemaakt met vrienden en familie.  2/ Waar ben je naartoe geweest?  1/ Ik ben een paar keer naar Planckendael geweest met mijn kleine zusje.  2/ Wat kan je daar allemaal doen?  1/ Het is eigenlijk een dierenpark, zoals de zoo, maar groter. Er zijn ook veel speeltuinen enzo... Emma vindt dat natuurlijk fantastisch!  2/ Dat zal wel! En waar ligt dat?  1/ Het ligt in Boortmeerbeek, bij Mechelen. We hebben de trein genomen tot in Mechelen en dan nog een halfuurtje met de boot.  2/ Met de boot? Tof! Ik heb nog nooit met een boot gevaren!  1/ Nee? Meen je dat? Dat moet je zeker eens doen. Het is echt een leuke ervaring!  2/ En wat heb je nog gedaan?  1/ We zijn ook een paar dagen naar zee geweest, naar Oostende. Ben je daar al geweest?  2/ Toen ik klein was, ja, maar daar herinner ik me niet veel meer van... Heb je daar vrienden?  1/ Nu wel. Mijn ouders hebben daar vijf jaar geleden een appartement gekocht. We gaan er dus elke vakantie minstens een weekendje naartoe. Dus nu ken ik er wel wat mensen ja, jongeren.  2/ Lig je dan de hele dag op het strand?  1/ Oh nee hoor! Het weer valt niet altijd mee. We gaan soms Sealife bezoeken, met de zeeleeuwen enzo. Heel fijn. Af en toe ga ik ook met vrienden naar het lunapark of bowlen. Mijn moeder en ik gaan natuurlijk ook graag winkelen...  2/ En wat doe je dan met je hond Fixie?  1/ Die gaat mee. Mijn vader gaat vaak met hem lopen op het strand. Die verveelt zich dus niet!  2/ Fijn zeg. Ik wou dat mijn ouders een appartement aan de kust hadden, of beter nog, in het buitenland!  1/ Oh ja, in Marokko of Spanje... of de Bahama's!  2/ Hja, ik droom wel verder...  1/ Het is wel gemakkelijk. In augustus heb ik mijn eerste studentenjob gedaan, aan de kust.  2/ Ja? Welk werk deed je dan?  1/ Ik werkte als serveerster in een klein restaurant in Westende. Ik kon dus gratis een hele maand aan zee logeren, zonder mijn ouders! Zalig!

24

  En jij? 

2/ Leuk! Dan kon je elke avond uitgaan! 1/ Tja, als ik de volgende dag niet te vroeg op mijn werk moest zijn... Wat heb jij allemaal gedaan? Ben je op reis vertrokken? 2/ Nee, ik ben gewoon thuisgebleven...

Luisteroefening n°5: Droomvakantie Pour le journal de l'école, tu dois interviewer des gens qui partent en vacances. A l'aéroport de Zaventem, tu fais connaissance avec les personnes suivantes : (1 = Roger (43 ans), 2= Andrea (32 ans), 3= Bjorn et Fabio (27 ans), 4= Michelle (35 ans))  1/ Ik vertrek naar de Verenigde Staten. De Mojavewoestijn is mijn favoriete bestemming. Ik hou van fotograferen en de landschappen daar zijn a-dem-be-nemend! Nu ga ik naar de Mexicaanse woestijn. Ik heb een gids met auto geboekt en zal er speciale planten fotograferen. De hitte in de woestijn is voor de meeste mensen ondraaglijk, maar ik ben het al gewend. De ijskoude nachten daarentegen... 

2/ Ik ben Andrea. Mijn vlucht naar Zuid-Afrika vertrekt over anderhalf uur. Mijn plan is om rond te trekken met de rugzak. Iedereen zegt me dat elke hoek van Zuid-Afrika totaal anders is. Het is een veelzijdig land met bergen, zee, woestijn, bossen... Ik vertrek dan ook voor drie maanden. Ik wil alles gezien hebben! Waar ik zal overnachten? Ik heb geen hotels geboekt, dat zie ik wel ter plaatse.



3/ - Bjorn en ik vertrekken voor een maand naar Australië. Het zal geen strandvakantie worden, integendeel! We gaan er extreem sporten, of... dat is toch de bedoeling. We zijn van plan te gaan diepzeeduiken, trekken in de bergen, het oerwoud intrekken. De Great Barrier Reef wil ik absoluut gezien hebben! Het lijkt me machtig! - Ja, we vertrekken nu met het vliegtuig naar Perth, maar ik denk niet dat we daar heel lang gaan blijven. We hebben een auto gehuurd. Eerst rijden we de kust af van west naar oost en dan trekken we het binnenland in. Onze terugvlucht vertrekt vanuit Brisbane. Ik hoop dat een maand genoeg is om alles te doen wat we gepland hebben... 

4/ Hoi, Ik ben Michelle. Ik vertrek voor tien dagen naar India. Ja, inderdaad. Ik plan een gezonde vakantie. Ik wil er yoga doen en mediteren. Ik heb het echt nodig om wat rustiger aan te doen, te relaxen en van de natuur te genieten. Ik ben verslaafd aan andere culturen opsnuiven. Zo ben ik al naar China geweest, Bali, Ethiopië en Zuid-Amerika. Elk jaar plan ik een verre reis en enkele citytrips. Nu is het dus weer tijd voor een grote reis! Ik kijk er zo naar uit!

Luisteroefening n°6: Met vrienden op vakantie Joeri, Katrien, Elisabeth et Joachim planifient une vacance ensemble. (1 = Joeri, 2= Katrien, 3= Elisabeth, 4= Joachim)  1/ Ok jongens, het wordt tijd om onze vakantie te plannen. Iedereen is nog altijd vrij van 10 tot 22 juli?  2-3-4/ Natuurlijk!  3/ Waar gaan we naartoe? We waren overeengekomen om er een actieve, maar ontspannende vakantie van te maken. Wat zijn jullie ideeën?

25

                        

2/ Laten we naar Italië gaan: er zijn bergen en de zee is vlakbij... voor elk wat wils? 4/ Wil je op één plaats blijven of rondtrekken? 1/ Rondtrekken! Ik wil zo veel mogelijk zien en de streek wat verkennen. 3/ Maar welke streek? 1/ Zuid-Frankrijk? We kunnen langs de kust blijven, maar om de twee dagen van dorpje veranderen. 4/ Ja, lijkt me fantastisch! Ik kan aan mijn vader vragen of we de campingcar van mijn vader mogen hebben. Dat bespaart ons een pak geld voor overnachting! 2/ Hebben jullie een campingcar? Wow! Dat is praktisch èn gemakkelijk! 3/ Dat lijkt me een prima idee. Kunnen we dan ook onze fietsen meenemen? Ik heb gehoord dat er daar prachtige fietsroutes zijn. 2/ Is het dan al beslist? Gaan we naar Zuid-Frankrijk? Of is Italië nog een optie? 4/ Euh... wat denken jullie? Ik denk dat Italië wel duurder is... 2/ Als jullie van plan zijn om naar Saint-Tropez of Cannes te gaan... denk ik het niet! 3/ Nee, ik wil net de gezellige kleine dorpjes zien. Ik heb echt geen zin in bruisende uitgaansbuurten. Ik wil een andere levensstijl op vakantie! 4/ Zullen we stemmen? 1/ Ok, wie wil naar Italië? ... Twee handen... Naar Zuid-Frankrijk? ... Vier handen?! Iedereen gaat dus akkoord? Perfect! We gaan naar Zuid-Frankrijk! 2/ Zorg jij dan wel voor die campingcar Joachim? 1/ Is dat met auto of hangt die campingcar erachter? 4/ Neenee, we moeten wel nog een auto hebben. 3/ Is die van mij goed? Een oude Toyota? 1/ Dat zal wel goed zijn zeker? 2/ Voor mij wel. Nog iets dat we moeten regelen? 4/ De campings misschien? 2/ Daar zal ik voor zorgen! 1/ Ok, als iemand nog aan iets denkt... Laat het ons zo vlug mogelijk weten! 3/ Super! We gaan ons amuseren! 4/ Woohoo!

Luisteroefening n°7: Een hotel boeken La famille Vandeperre part en vacances à la mer. Maman Vandeperre appelle pour réserver une maison de vacances. (1 = maman Vandeperre, 2= réceptioniste)  2/ Domein Het Zeepaardje, hoe kan ik u helpen?  1/ Goeiemorgen mevrouw, u spreekt met Karolien Vandeperre. Ik zou graag een vakantiehuisje reserveren.  2/ In welke periode?  1/ We zoeken iets van 2 tot 9 augustus.  2/ Voor hoeveel personen?  1/ We zijn met vijf. Twee volwassenen en drie kinderen.  2/ Ik kijk even of er dan nog huisjes vrij zijn. (...elle cherche) Ja mevrouw, we hebben nog twee vakantiehuisjes voor zes personen in die periode.  1/ Prima. Is er een verschil in type huisjes?  2/ Ja, het K6-2-type heeft twee slaapkamers. Eén tweepersoonskamer en één kamer met twee stapelbedden. Het K6-3-type heeft drie slaapkamers. Twee slaapkamers met twee

26

                           

éénpersoonsbedden en één slaapkamer met een tweepersoonsbed. Wat verkiest u? 1/ Is er een prijsverschil? 2/ Neen, al onze huisjes voor zes personen hebben dezelfde prijs. 1/ Dan zou ik graag een K6-3-type boeken. 2/ Natuurlijk. Mag ik uw naam en adres alstublieft? 1/ Uiteraard. Mijn naam is Karolien Vanderperre. Dat is V-A-N-D-E-R-P-E-R-R-E. Ons adres is Vreestraat, nummer 18, te 2890 Mechelen. 2/ Excuseer, kan u de straatnaam herhalen alstublieft? 1/ Natuurlijk. Dat is de Vreestraat, met twee e's. 2/ Mag ik ook een telefoonnummer? 1/ Ons vast nummer is 015/88.54.12. Wilt u ook mijn gsm-nummer? 2/ Als u daarop makkelijker te bereiken bent, mag dat. 1/ Mijn gsm-nummer is 0498/22.43.34. 2/ Excuseer, wilt u dat nog eens herhalen? 1/ 0 4 9 8 2 2 4 3 3 4 2/ Dat is genoteerd. 1/ Oh, mag ik vragen of de vakantiehuisjes rookvrij zijn? 2/ Ja. Al onze vakantiehuisjes zijn rookvrij. Elk huisje beschikt wel over een terras en een kleine tuin, waar u uiteraard vrij bent om te roken. 1/ Ok. En welke betalingswijze hanteert u? 2/ De prijs bedraagt 545 euro voor de hele week. U mag met visa of mastercard betalen of via overschrijving. U krijgt de betaalgegevens met de post opgestuurd, samen met onze brochure. 1/ Moet ik een voorschot betalen? 2/ Ja. Het voorschot bedraagt 280 euro en dient betaald te worden binnen de tien werkdagen. Wanneer we uw betaling ontvangen hebben, is uw boeking definitief. 1/ Ok, prima. Oh ja, moeten we het huisje nadien zelf kuisen? 2/ Indien u dat wenst. Wij bieden ook een poetsdienst aan tegen 60 euro. 1/ Moet ik dat nu al beslissen? 2/ Indien mogelijk, ja. 1/ Ok, doe maar. Dan kunnen we rustig vertrekken. 2/ Genoteerd. Ziezo, ik wens u alvast een prettige vakantie. 1/ Dank u. Ik wens u nog een aangename dag. 2/ Dank u. Da-ag.

Luisteroefening n°8: In het station Les personnes suivantes doivent prendre le train. A. (1 = Bart, 2= femme au guichet) (bruit de la gare)  2/ Volgende.  1/ Goeiemorgen, een ticket naar Oostende, alstublieft.  2/ Komt u vandaag nog terug?  1/ Euh... jaja.  2/ Heeft u een kortingkaart?  1/ Nee, ik denk het niet.  2/ Een heen- en terugkaartje naar Oostende. Dat is zeventien euro veertig, alstublieft.  1/ Alstublieft.

27

...  

2/ Ziezo. Hier is uw ticket en nog twee euro zestig terug. Prettige reis. 1/ Dank u. Prettige dag.

Luisteroefening n°9: In het station B. (1= Lisa, 2= homme au guichet) (beaucoup bruit de la gare)  2/ Ja?  1/ Goeiemorgen, meneer. Ik moet de trein naar Boom nemen, maar ik weet niet van welk spoor die vertrekt.  2/ De trein naar Boom, zegt u? Even kijken... Dat is spoor acht.  1/ Wablieft?  2/ Spoor acht!  1/ Ah, dank u.  2/ Loop maar want hij vertrekt over twee minuten!  1/ Ja... natuurlijk! Bedankt! (en courant)

Luisteroefening n°10: In het station C. (1= Jimmy, 2= contrôleur de ticket) (dans le train)  2/ Goedemiddag. Kaartjes graag. (bruit de machine de tickets)  2/ Ticket alstublieft.  1/ Alstublieft.  2/ Naar Luik? Dan moet je in het laatste deel van de trein zitten.  1/ Oei? Kan ik nu gewoon naar achter gaan?  2/ Jazeker, maar u kan ook in Landen overstappen via het perron. Er is voldoende tijd voorzien.  1/ Ah, prima. Dank u.

Luisteroefening n°11: In het station D. (1= Sonja, 2= quelqu'un qui travaille à la gare) (à la gare)  1/ Excuseer meneer, weet u waar de toiletten zijn?  2/ Ja, natuurlijk. Weet u de lange gang naar de sporen zijn?  1/ Ja.  2/ Ongeveer in het midden van de gang links vindt u de toiletten.  1/ Oh, dank u meneer.  2/ U moet wel veertig eurocent betalen.  1/ In orde. Bedankt meneer!

28

Luisteroefening n°12: Zo kom ik naar school Tu mènes une enquête sur les transports utilisés par de jeunes flamands. Voici leurs réactions et réponses. (1 = Xander, 2= Bert, 3= Nora, 4= Evi)  1/ Ik ben Xander. Ik gebruik het openbaar vervoer elke dag om naar school te gaan. Ik vind het fijn, omdat ik zo al met mijn vrienden kan praten voor de school begint. We gaan bijna allemaal samen naar school. Ik moet wel een bus, de metro en een tram nemen, dus veel overstappen. Als één vervoermiddel vertraging heeft... dan ben ik te laat. Gelukkig stap ik als één van de eerste op en heb ik dus wel altijd een zitplaats. Ja, ik ben echt een voorstander van het openbaar vervoer. Bovendien is het milieuvriendelijk. 

2/ Mijn naam is Bert. Ik woon op het platteland. Mijn vader brengt me elke morgen naar school en mijn moeder komt me terug halen. Ik vraag wel dat ze me niet aan de schoolpoort afzetten of oppikken, maar het is wel gemakkelijk. Ik moet niet in de kou en regen wachten en ben altijd op tijd. Er is bijna nooit file. Ik eet meestal nog in de auto en leer soms nog een beetje voor een toets. Mijn vrienden nemen wel het openbaar vervoer en ze klagen er vaak over: de bus zit stampvol, de reis duurt langer, het is vermoeiend... Tja, ik ben mijn ouders wel dankbaar. Als we op reis gaan, gaan we meestal met het vliegtuig. Het gaat vlug en is dus gemakkelijk. We verliezen niet te veel tijd in de auto, in de hitte... Soms heb ik wel last van een jetlag. 

3/ Ik heet Nora. Ik woon vlakbij de school en ga dus te voet naar school. Eigenlijk ga ik bijna overal te voet naartoe. Het is gezond en milieuvriendelijk. Ik heb nu ook wel niet veel keuze. Mijn ouders hebben geen auto. Maar ik woon in het centrum van de stad en alles ik vlakbij. Als we naar onze familie gaan in Limburg, dan nemen we gewoon de trein. Ik reis graag met de trein: je ziet mooie landschappen, je kan wat lezen, je laat je rijden! Wat een luxe, toch? 

4/ Hey, ik ben Evi. Ik heb voor mijn zestiende verjaardag een bromfiets gekregen. De max! Ik rijd ermee naar school, naar de voetbaltraining en naar mijn vrienden. De benzine moet ik wel zelf betalen, maar ik rijd dan ook met mijn bromfiets naar mijn studentenjob, waarmee ik de benzine betaal. Ik voel me vrij op mijn bromfiets: mijn haren in de wind, geen files, ik rijd tussen de auto's door. Als ik al die fietsers zie zwoegen en de chauffeurs zie vloeken op de spitsuren... Zoef! Ik rij iedereen met gemak voorbij. Toch droom ik van een auto. Voor langere afstanden is het natuurlijk gemakkelijker. Nog meer vrijheid om te reizen!

Luisteroefening n°13: Mijn droomvakantie Ton amoureux/se te propose sur Facebook de partir en voyage ensemble. Elle demande de quelles vacances tu rêves. Pris(e) par surprise, tu n'as pas trop d'inspiration par rapport à l'où et comment. Tu décides de demander à quelques amis ce dont eux ils rêvent. (1 = Rita, 2= Amina, 3= Frederik, 4= Jonas)  1/ Ik ben heel nieuwsgierig. Graag zou ik eens een huizenruil doen. Een week of een

29

maand in iemand anders zijn huis wonen lijkt me fantastisch. Het is een beetje hun leven kopiëren, even kijken hoe het bij hen is. Ik zou wel graag ruilen met een gezin dat een grote tuin heeft, of dicht bij het water woont. Oh! Of met iemand die een woonboot heeft! Dat moet zalig zijn! Wat luieren, lezen, in de natuur leven, fietsen en wandelen... Gewoon rustig genieten! Ik heb eens een week op het huis van mijn zus gepast en nu droom ik van iets dat me onbekend is... 

2/ Mag ik echt over mijn droomvakantie fantaseren? Mmm... Een romantische houten chalet of hut aan het water in Bali. Veel hout, witte lakens, ramen tot op de grond die 's nachts open kunnen blijven met een adembenemend zicht op het water. De lichte gordijnen die bewegen door de wind. Ja, zonnig weer en warme temperaturen. Dat is voor mij puuuuure romantiek en ontspanning. Natuurlijk... de man van mijn dromen mag dan niet ontbreken...



3/ Ik hou van avontuur. Mijn droomvakantie zou dan ook een wereldreis zijn. Ik wil echter niet in hotels slapen, maar rondtrekken met een mobilhome of met de fiets, of te voet. De wereld verkennen, kennismaken met andere culturen en vooral dan met de lokale bevolking. Dat is pas ècht reizen! Ik zou beginnen met Zuid-Amerika. Ik zou van elk moment genieten: geen deadlines, geen afspraken, geen vaste uren om te eten, te slapen of op te staan... Gewoon zien waar het leven mij brengt... Dat is puur avontuur!



Ik heb sinds een paar maanden een nieuwe vriendin en zij is echt de liefde van mijn leven! Mijn droomvakantie zie ik dan ook met haar, naar de hoofdstad van de liefde: Parijs! Ja, zo simpel is het. We nemen de hogesnelheidstrein (pas dire HST), zodat we samen rustig kunnen plannen wat we gaan doen, maar ook genieten van de landschappen. Anja, mijn vriendin houdt van kunst, dus we zullen zeker een paar grote musea en bezienswaardigheden bezoeken. Ze heeft me al zoveel geleerd over kunst en de geschiedenis. Het maakt me dan ook niet veel uit waar we slapen, zolang ik maar bij haar ben. Echt ideaal zou een vijfsterrenhotel zijn, maar dat past niet in ons budget, vrees ik. Misschien een romantische bed and breakfast? Tja, Parijs is niet zo ver van hier, dus het weer zal er wel hetzelfde zijn. Maar dat geeft niet, we kunnen dansen in de regen of een sneeuwwitte Eiffeltoren bewonderen... Zolang Anja maar bij mij is...

Luisteroefening n°14: Wat vragen ze ? Les personnes suivantes (te) posent des questions : (1 = femme de 32 ans, 2= garçon de 15 ans, 3= homme de 56 ans, 4= fille de 18 ans)  1/ Sorry meneer, is er een apotheek in de buurt?  2/ Welke bus moet ik nemen om naar de bioscoop te gaan?  3/ Mag ik de rekening, alstublieft?  4/ Kunt u me helpen, alstublieft? Ik zoek de ijsbaan...

30

LOG 3 Luisteroefening n°15: Op kamp met de jeugdbeweging Filip était parti en camp avec le mouvement de jeunesse pour une semaine. Il te téléphone pour raconter tout ce qu'il a fait. (1 = Filip, 2= toi)  1/ Hey, Filip hier.  2/ Ah, dag Filip. Hoe is het geweest op kamp?  1/ Oh, heel fijn. We hebben zoveel dingen gedaan! Sport, spel en cultuur!  2/ Fijn, vertel!  1/ We zijn met de fiets helemaal naar de Ardennen gefietst, 180 kilometer! Het was vermoeiend, maar heel fijn met zo'n grote groep. Gelukkig fiets ik zelf elke dag naar school. Een paar anderen van de groep hadden het heel moeilijk.  2/ Dat kan ik geloven!  1/ De tweede dag hebben we rustige activiteiten gedaan. We hebben onze vlaggen geschilderd en ons toneelstuk gerepeteerd voor op het kampvuur. De derde dag zijn we 's morgens naar een tentoonstelling gegaan over Natuur en Techniek. Dat was best wel boeiend. In de namiddag zijn we naar de bioscoop gegaan en 's avonds was het karaokeavond. Wat hebben we gelachen!  2/ Heb jij ook gezongen?  1/ Natuurlijk! En ik heb gitaar gespeeld!  2/ En zo veel succes bij de meisjes?  1/ Haha, tijdens mijn optreden stonden er wel een paar meisjes op de eerste rij ja!  2/ Haha, sloeber!  1/ Maar ja, de volgende dag was het weer heel intensief: we zijn naar een meer gewandeld. Je kon er waterskiën, windsurfen, zeilen, strandvoetballen en skateboarden. Dat was echt cool! In de late namiddag zijn we nog gaan biljarten en bowlen. 's Avonds hebben we djembé gespeeld. Oh ja, en ik heb ook leren dammen.  2/ Kon je dat nog niet?  1/ Nee, ik had dat nog nooit gedaan. Maar moeilijk is het niet hè.  2/ En de rest van de week?  1/ We hebben ook een paar extreme sporten geprobeerd: we konden kiezen tussen ropeskippen, paintball spelen, klimmen, basejumpen en raften.  2/ Raften? In de Ardennen?  1/ Tja, het was niet zo extreem als ik dacht, maar toch een beetje gevaarlijk.  2/ En heb je dat basejumpen ook geprobeerd?  1/ Euh... nee, dat is net iets te extreem voor mij...  2/ We hebben ook nog geknutseld met de kleintjes, we zijn gaan vissen en ja, vooral veel lol gemaakt.  1/ En hoe was het eten?  2/ Heel lekker! We waren gaan vissen en dan hebben we lekker gebarbecued.  1/ Oh ja, en op het einde zijn we naar een pretpark geweest. Ik ken de naam niet meer, maar de attracties waren geweldig!

31

     

2/ 1/ 2/ 1/ 2/ 1/

Dan moet je de naam eens opzoeken, dan kunnen we nog eens samen gaan! Zal ik zeker doen! Seg, zou je volgend jaar niet mee op kamp willen gaan? Euh... het klinkt wel heel leuk. Ik zal het eens vragen aan mijn ouders... Ok, laat je me iets weten? Zeker, tot gauw! Saluutjes!

Luisteroefening n°16: Een kamp organiseren Nicki, Tim, Sofie et Hans sont des moniteurs au mouvement de jeunesse Chiro. Ils discutent de l'organisation du camp. (1 = Nicki, 2= Tim, 3= Sofie, 4= Hans)  1/ Tim en Hans, komen jullie even? We moeten het kamp organiseren.  2/ Ja, da's waar. Dit jaar gaan we naar de kust. Daar kunnen we zeker leuke dingen doen!  1/ Maar wat? Helpen jullie?  4/ Jaja, hier zijn we. Voor de grotere kunnen we een tuinparty organiseren. We hebben toch een groot veld achter onze bivakplaats.  3/ Ja, cool! Dat zullen ze wel leuk vinden. Zoiets kunnen we bijvoorbeeld de laatste avond doen, als afscheid.  2/ Goed idee! Ik kan de dj zijn. Maken jullie dan een lijst met jullie favoriete liedjes?  1/ Prima! Oh, ik heb gelezen dat we tussen de boerderijen gaan kamperen. We kunnen misschien voorstellen om een dagje mee te helpen en voor de dieren te zorgen.  3/ Hé ja, dat lijkt me een leuk idee. Ik zal de telefoonnummers zoeken en de eigenaars even opbellen.  2/ Met de kleintjes doen jullie sowieso wel activiteiten zoals knutselen en schilderen, niet?  1/ Ja, ik heb op het internet gesurft en ideeën gevonden om zelf cadeaus te maken voor de ouders. Dan moeten ze niet zoveel geld meegeven aan de kinderen.  4/ Ja, want sommigen overdrijven toch. Goed idee, Nicki! En dat zijn dan weer leuke souvenirs.  1/ Weten jullie wie er mee gaat om te koken?  3/ Euh, mijn ouders, de ouders van Karel en de pastoor, dacht ik. Enne... de boeren zouden het heel fijn vinden als we een dagje kwamen helpen. Ze vonden het geniaal en heel lief!  2/ Dat is dus al geregeld. Welke sportactiviteiten kunnen we daar in de buurt doen?  4/ Ik heb eens nagekeken. We kunnen surfen, minivoetballen, rugbyen op het strand, er is een kartingparcours, deltavliegen... Veel mogelijkheden!  1/ Ok. Hans en Tim, regelen jullie de sportactiviteiten dan? Laten we zeggen vier keer een halve dag?  2/ In orde!  3/ Ik heb ook al een cd gemaakt om te zingen met de kleintjes, instrumenten te spelen en er is natuurlijk ook nog het koor.  1/ Oh ja, is er ginder internet?  4/ Ja, ik dacht het wel. Maar dat is niet voor de jongeren hé. Het is een kamp, geen tijd om op msn te chatten of naar facebook te surfen.  1/ Natuurlijk niet, maar we zouden wel foto's op een skyblog kunnen plaatsen voor de ouders.  2/ Hey, prima idee!

32

     

1/ Daar zal ik me mee bezig houden! 3/ Is alles dan geregeld? 2/ Ik denk het wel. 1/ Ja, hier ok. 4/ Dan zien we mekaar overmorgen met al enkele concrete plannen en afspraken? Ensemble (un peu mêlé)/ Ok. Tot dan. Daag.

Luisteroefening n°17: Sportdag Le directeur de ton école présente les activités pour la prochaine journée sportive. (1 = Directeur)  1/ Goedemorgen iedereen. Op deze vergadering stel ik jullie de planning voor van onze volgende sportdag, die doorgaat op vrijdag 16 februari. Nadien zullen we de taken verdelen voor de informatie voor de leerlingen en ouders. Niet alle leerlingen zijn even sportief, dus er zitten ook minder typische sporten tussen. Zo heeft elk wat wils. In de grote sporthal organiseren we in de voormiddag lessen karate, aerobics en zaalvoetbal, en in de namiddag squash, schermen, turnen en trampolinespringen. Op de speelplaats kunnen we tafeltennissen, skateboarden, ropeskippen en basketbal spelen. Op het grasveld hebben we 's morgens een yoga- en pilatescursus gepland, rond de middag kunnen de cheerleaders oefenen en in de namiddag zijn er daar waterspelen. Om drie uur stoppen we met de activiteiten en zullen er wedstrijden plaatsvinden. De leerkrachten tegen de leerlingen! Ik stel voor dat iedereen zich inschrijft op de lijst met de dagplanning zodat elke activiteit begeleid wordt door minstens één leerkracht.

Luisteroefening n°18: De perfecte match Sur un site de rencontre pour jeunes, tu trouves des enregistrements et vidéos de quelques filles qui cherchent quelqu'un pour correspondre. (1 = Frauke, 2= Inge, 3= Alicia)  1/ Hoi, ik ben Frauke. Ik kom uit Nederland, maar woon nu in Brussel. Ik ben 15 jaar en hou van de natuur en rust. Mijn hobby's zijn toneel spelen, gezelschapsspelletjes spelen, fietsen en dansen. Ik fotografeer ook graag dieren in de wilde natuur. Met mijn vriendinnen ga ik soms naar zee om te bruinen en ik reis ook graag. Ik hou van andere culturen en nieuwe talen leren. Om geld te verdienen voor mijn reizen, ga ik twee avonden per week babysitten. Ben jij ook een kalm type? Contacteer me dan gauw! Doei! 

2/ Hey, ik ben Inge. Ik kom uit Duitsland, maar we zijn vorig jaar verhuisd naar Antwerpen. Ik vind het een geweldig leuke stad! Je kan hier zoveel doen! Er is hier een klein meertje waar je kan zeilen en waterskiën! Heel tof! Op woensdag doe ik aerobics en op zaterdag ga ik zwemmen en dansen. In de winter ga ik graag skiën en langlaufen in Zwitserland, of ijsschaatsen hier in België. Ben jij ook sportief? Geef me dan een seintje!



3/ Hi, mijn naam is Alicia. Ik kom uit Amerika. Yes yes! Mijn ouders hebben beslist om naar België te verhuizen, maar ik mis mijn land enorm. Ik deed er zoveel dingen die hier bijna niet gedaan worden! Ropeskippen, met de quad rijden, boksen voor meisjes, skydiven... Zoveel coole sporten! Ik was ginder ook cheerleader. Dat mis ik enorm. En ik mis mijn

33

vrienden ook. We organiseerden vaak lanparties tot 's avonds laat... Dus... ben jij een coole en sportieve jongen? Zou je graag met mij eens terug naar Amerika gaan? Let me know! Bye!

Luisteroefening n°19: op vakantie met je ouders Les parents de Thibo prévoient un voyage à Barcelone pour toute la famille. Thibo, 16 ans, n'a pas envie de partir avec eux. Ils discutent... (1 = maman, 2= papa, 3= Thibo)  1/ (crit) Thibo, kom je naar beneden? We hebben een verrassing gepland!  3/ (crit) Ja, mama! Ik kom eraan! ...  3/ En? Welke verrassing hebben jullie voor mij gepland?  1/ Omdat je een goed rapport hebt behaald, nodigen we je uit om 5 dagen naar Barcelona te gaan.  3/ Echt? Tof! Dank je!  2/ We vertrekken volgende week maandag, 's morgens vroeg om half zeven met het vliegtuig. Ik dacht dat we vrijdag in de late namiddag een vlucht terug hadden?  3/ Euh... WE?  1/ Ja, wij drieën. Wat dacht je?  3/ Ik dacht dat die reis voor mij was, met vrienden ofzo.  2/ Nee, Thibo. We vinden dat je nog niet oud genoeg bent om alleen op reis te vertrekken.  3/ Euh, ik denk dat ik net te oud ben om nog met mijn ouders op vakantie te gaan!  1/ Thibo, dit is ons cadeau voor jou. Als je niet wilt, dan gaan we niet. Zo simpel is het.  3/ En welke activiteiten hebben jullie daar gepland?  2/ Je moeder en ik willen een paar musea bezoeken, veel wandelen, kunstwerken fotograferen... Een ontspannende, culturele vakantie.  3/ Dat menen jullie niet! Ik haat musea!  1/ Thibo, we verwachten ook helemaal niet dat je de hele dag met ons doorbrengt. We hebben een hotel gekozen waar veel jongeren komen. Als je daar wat vrienden hebt gemaakt, mag je van ons gerust met hen optrekken.  3/ En wat is er zoal te doen in Barcelona, voor mij dan?  2/ Oh, zoveel! In het hotel kan je gratis biljarten en tafeltennissen. Er is ook een fitnesszaal en spa...  1/ (interrompe) En ik dacht dat er ook een discotheek en bowlingbaan is. Dan moeten we ons 's avonds niet ongerust maken over waar je uithangt.  3/ (sarcastique) Wow! Dat klinkt spannend...  2/ Thibo! We betalen je een volledige vakantie naar de zon. Je kan er doen wat je wilt. Een beetje respect alsjeblieft!  1/ Je kan naar het strand, er is overal internet, je kan naar de bioscoop... En er is net die week een festival! Je kan dus ook naar een concert!  3/ Hhhh...  2/ Goed, dan niet. Als jij een gratis vakantie in de zon weigert, dan gaan we niet.  1/ Dan ga je maar vakantiewerk doen.  3/ ... (très vite) Neenee, 't is goed. Ik ga wel mee. Ik zal wel vrienden maken...  2/ Dat hoor ik graag!  3/ Ja, ik hoop maar dat het mooi weer wordt...

34

Luisteroefening n°20: extreme uitdagingen Sur la radio, un interview sur le programme Go Extreme (suivant 'Tomtesterom' de Tom Waes) (1= Jacques, présentateur de la radio, 2= Raf, présentateur/acteur du programme)  1/ Goeiemiddag, luisteraars! Vanmiddag hebben we Raf Creekels in onze studio. Zijn nieuwe programma, Go Extreme, zal vanaf morgen elke zaterdag te zien zijn. Vertel eens, Raf. Waarover gaat dit extreme programma?  2/ Goeiemiddag. Wel, in Go Extreme willen we de grenzen van de algemene sport- en hobby-activiteiten wat verleggen. In elke aflevering ga ik de uitdaging aan om een extreme sport of hobby te beoefenen.  1/ Dat klinkt zeer extreem, Raf. Kan je enkele voorbeelden geven?  2/ Ja, ja, ik ga een supermarathon lopen, de Mont Ventoux beklimmen met de fiets, schaken met de nieuwe wereldkampioen schaken, raften in een kinderzwembadje en aan extreem strijken doen.  1/ Dat klinkt indrukwekkend zeg! Je wil ook in het Guinness Book of Records komen, hoor ik. Wat ga je juist doen?  2/ Wel, ik wil bijvoorbeeld naar Walibi gaan en zoveel mogelijk opeenvolgende ritjes op de Sirocco/Turbine doen.  1/ Wow! Vind je dat niet angstaanjagend? Heb je geen hoogtevrees?  2/ Euh, ja... Ik heb enorme hoogtevrees eigenlijk. Net daarom wil ik het doen. Ik wil mijn grenzen verleggen.  1/ Je bent gek!  2/ Tja, midlife-crisis zeker (rit). Maar ik wil ook aan anderen tonen dat je je angsten kan overwinnen.  1/ Je prestatie zal dan wel moeten overtuigen hè!  2/ Ja, maar ik ga ook minder gevaarlijke dingen doen, hoor. Ik wil het wereldrecord gamen ook verbreken. Ik ga dus allerlei videospelletjes spelen op de Playstation, Wii, Xbox enzovoort.  1/ Je moet wel een grote fan zijn van die spelletjes... en veel geoefend hebben!  2/ Tja, eigenlijk niet dus. Ik heb mijn kinderen altijd verboden om videospelletjes te spelen. Ik vind dat saai en niet gezond. Zo'n spelletjes maken de jongeren lui.  1/ Waarom ga je het dan zelf doen?  2/ Euh... Enerzijds om aan te tonen dat het niet gezond is, zeker als ik uren en uren zal spelen. Enne... anderzijds om aan mijn zonen te laten zien dat ik best wel een coole papa ben, hihi.  1/ Ik denk wel dat jij met dit programma één van de coolste papa's in de wereld moet zijn!  2/ Dat moet je aan mijn zonen vragen...  1/ Nog andere activiteiten die je al mag vertellen?  2/ Even denken... Ja, ik wil als schlagerzanger in de top tien komen te staan en Belgisch kampioen boksen worden.  1/ Dat meen je niet?! Kan jij zingen?  2/ Ik volg nu al acht maanden zangles...  1/ En hoe gaat dat?  2/ Euh... je zal het wel horen als mijn single uitkomt hè!  1/ En boksen? Ben jij dan zo sportief en gespierd?  2/ Nee, helemaal niet. Of ik was het toch niet. Mijn vrouw zegt dat ze toch al een grote verbetering ziet. Mijn buikje is weg en mijn armen zijn gespierder. Maar die uitdaging komt pas tegen het einde van het programma. Uiteraard kan ik niet zomaar kampioen worden. Ik zal nog veel moeten trainen...

35

 

1/ Amai! Ik wens je alvast veel succes Raf! Ik zal zeker supporteren! 2/ Dank je, Jacques. Ik zal het nodig hebben...

Luisteroefening n°21: Olympische Spelen Les Jeux Olympiques ont commencé. Chez la famille Coppens, on discute sur l'occupation de la télévision. (1 = maman, 2= papa, 3= Axelle, 4= Peter)  1/ Toch niet weer een hele avond sport op tv!  2/ Schat, dat zijn de Olympische Spelen! Dat is niet alleen sport, maar ook cultuur!  1/ Jaja, wat een excuus...  3/ Ah nee, hè, om tien uur begint Desperate Housewives. Dat mag ik niet missen! Het was net zo spannend de laatste keer!  4/ Vrouwen! Desperate Housewives! Neem het dan op!  1/ Rustig rustig, iedereen. Laten we even plannen. Wie wil wat wanneer zien deze week?  2/ Vanavond is het voetbal en atletiek. Zoiets kan je nu eenmaal niet missen!  1/ En om hoe laat begint dat?  2/ Om negen uur... tot middernacht.  3/ Wat?! Nee!  1/ Ik vind ook niet dat jullie de tv de hele avond kunnen blokkeren. We wonen hier met z'n vieren!  2/ Wij kunnen er ook niets aan doen dat jullie niet sportief zijn hè. (s'adresse aux enfants) Moeten jullie trouwens niet studeren voor jullie herexamens?  4/ Oh papa, toch nu niet! Vanavond zijn het al de kwartfinales voor de 100m, 200m en 400m bij de mannen. Jij wil dat toch ook zien!  2/ Natuurlijk, Usain Bolt is de snelste man ter wereld. Hij moet zijn medaille van vorige keer verdedigen!  1/ Mannen een paar meter zien lopen...  2/ Atletiek noemen ze dat, sprinten!  4/ Axelle, jij was toch net een nieuw boek begonnen. Lees daar maar wat in.  3/ Mama, je gaat hen toch niet laten winnen!              

1/ Neenee, zeker niet! Hoe laat begint de atletiek? 2/ Euh... rond kwart voor elf. 1/ Voilà, dan kijken wij eerst naar Desperate Housewives en dan kunnen jullie nadien de atletiek volgen. 4/ En het voetbal dan? 3/ Ah nee, het is al het hele jaar door voetbal! De beker van België, de Champion's League, de weet ik veel welke beker nog! Mag het even iets anders zijn?! 4/ Ohlala... (irrité) 1/ En morgenavond? Wat is er dan op tv? 2/ Judo! En er doen veel Belgen mee! Ik ben zeker dat we een medaille gaan winnen. 3/ En ik wou naar Expeditie Robinson kijken! Dat is ook cultuur! 1/ (au papa) Oh, schat. Wij hebben kaartjes voor dat toneelstuk morgenavond. 2/ Is dat morgenavond? Kunnen we niet annuleren? 1/ Ah nee, je hebt het me beloofd! 2/ Al goed... Peter, jij neemt het judo op hè! 3/ Perfect! Als je het dan toch moet opnemen voor papa, kan je evengoed samen met hem kijken. Dan kan ik naar mijn programma kijken.

36

   

4/ 2/ 1/ 4/

    

3/ Pooh, vrijdagnamiddag mag je kijken, maar zaterdagavond is er een goede film op tv. 2/ Die kan je toch opnemen? 3/ Euh... als ik dan naar Sofie haar fuif mag? 1/ Jij speelt het wel slim, Axelle! (rit) 2/ Over die fuif zullen we het dan nog wel hebben. Is het deze week trouwens jouw beurt niet om met de hond te gaan wandelen? 3/ Jaja, ik vergeet Keffie niet hoor. Oh ja, en als jullie dan toch willen dat ik me interesseer in de Olympische Spelen, dan wil ik donderdag de ritmische gymnastiek zien. 2/ et 4/ se concertent 4/ Ok, dat duurt tot half tien. Dan mogen wij nadien naar het zwemmen kijken. 2/ Ja, Phelps gaat voor een wereldrecordaantal medailles! 3/ Och, doe maar. Ik moet vrijdag toch vroeg opstaan om naar het waterballet te gaan. 1/ En ik dan? 2/ Jij kan misschien aan extreem strijken doen?...

      

Maar! (interrompe) Doe maar Peter, dan moeten zij toegeven bij het wielrennen. Is dat nu ook al een olympische sport? En wanneer staat dat op het programma? Vrijdagnamiddag en zaterdagavond.

Luisteroefening n°22: De nieuwe generatie Le père de Tom trouve qu'il passe beaucoup trop de temps sur sa PS3. Ils se disputent. (1 = Tom, 2= père, 3= mère)  2/ Tom! Ben je nu weer op je PS3 aan het spelen?  1/ Weer? Het is nog maar de eerste keer vandaag!  2/ Je hebt de hele vakantie nog niets anders gedaan. Het wordt tijd dat je een hobby zoekt.  1/ Dit is mijn hobby. Al mijn vrienden doen het. Thierry is gisteren in niveau 6 geraakt! Ik moet hem vandaag verslaan en in niveau 7 geraken!  2/ Luister nu toch eens naar jezelf. Zoek toch een echte hobby. Ga wat sporten, ga vissen of tekenen. Daar ben je zo goed in!  1/ Ik haat sport. En ik baseer mijn tekeningen op de personages van mijn spelletjes. Ik moet dus eerst dit spelletje uitspelen om te kunnen tekenen.  2/ Dat is een flauw excuus, Tom! Ik denk dat je wel wat sport zou kunnen gebruiken. Je punten voor lichamelijke opvoeding waren helemaal niet goed! Vroeger ging je vaak tennissen met Wim. Waarom doe je dat niet meer?  1/ Och, Wim is honkbal beginnen spelen. Dat interesseert me helemaal niet.  2/ Zelfs als ging je boksen of schermen! Het maakt me niet uit, maar ik ben het beu dat je altijd voor dat scherm hangt. Ofwel is het de tv, ofwel is het je PS3! Beweeg toch eens wat meer!  1/ 't Is al goed. (jette la manette)  3/ Ik heb een voorstel. Als we die PS3 nu eens zouden inruilen voor een Wii. Dat zijn ook videospelletjes, maar je moet zelf de bewegingen uitvoeren.  1/ Wat voor spelletjes?  3/ Wel, je kan er allerlei sporten doen, maar ook minder sportieve spelletjes op spelen. Zullen we morgen naar de winkel gaan om eens te kijken? Als je akkoord bent, geef ik je meteen een paar spelletjes cadeau.

37

 

2/ Als dat geen fair voorstel is! 1/ Ok, maar ik wil eerst die spelletjes eens zien...

38

LOG 4 Luisteroefening n°23: De eerste date Pour leur premier rendez-vous officiel, Thomas invite sa copine Karien au resto. (1 = Thomas, 2= Karien, 3= le garçon)

Première partie:   (ils se        

1/ Hallo... 2/ Hey... donnent un bisou) 1/ Ik heb een tafel gereserveerd in La Dolce Vita. Ik hoop dat je graag Italiaans eet... 2/ Oh natuurlijk, ik hou van Italiaans eten! 1/ Goed zo. En ik heb een reuzehonger! 2/ Wat ga je kiezen? 1/ Mmmm... Ik twijfel nog tussen de cannelloni en de pizza van de chef. 2/ Ja, die ziet er wel lekker uit. Ik dacht meer aan de vegetarische lasagne. 1/ Lust je dan geen vlees? 2/ Toch wel, maar ik eet het eigenlijk niet zo veel. Ik ben verzot op groenten!

Deuxième partie:

(le garçon arrive)  3/ Goeienavond samen. Heeft u al beslist?  1/ Zeg jij maar eerst.  2/ Dank je. Ik had graag een vegetarische lasagne, alstublieft.  3/ Uitstekende keuze! Wij maken de pasta hier zelf klaar. En meneer?  1/ Voor mij een pizza van de chef graag, maar zonder champignons als het kan.  3/ Willen jullie ook een voorgerecht? (Thomas et Karien se regardent)  2/ Niet voor mij, dank je.  1/ Voor mij ook niet.  3/ En om te drinken?  1/ Zullen we een fles wijn nemen?  2/ Ja, tuurlijk. Lust je rode wijn?  1/ Zeker. (au garçon) Een fles rode wijn, alstublieft.  3/ Natuurlijk. Ik kan jullie de Bordeaux van 1978 aanbevelen.  1/ Dat lijkt me prima.

Troisième partie:  

1/ (chuchote) Kijk, daar is ons eten! 3/ Een vegetarische lasagne voor mevrouw en een pizza van de chef zonder champignons voor meneer. Smakelijk eten.  2/ Dank u.  1/ Dank u. (à Karien) Smakelijk!  2/ Smakelijk. ... Mmmmmm! Die zelfgemaakte lasagnebladen zijn inderdaad overheerlijk! Wil je eens proeven?  1/ Euh... ja, als je dat wil... (goûte) Oh ja, heel lekker. Weet je welke groenten er precies in zitten?

39

   

2/ Tomaten en ajuin, natuurlijk. Wortelen, courgettes en paprika... En wat selder waarschijnlijk. Smaakt jouw pizza? 1/ Oh ja, super! Die stukjes lamsvlees zijn zo zacht en de saus is best wel pittig. Heerlijk! 2/ Bedankt voor de uitnodiging. Dit is echt wel een klasserestaurant! 1/ Jij bent dan ook een klassevrouw... (bisou)

Luisteroefening n°24: Op dieet Lien a passé la visite médicale à l'école. Le médecin lui a dit qu'elle devrait faire un petit régime... (1 = mama, 2= Lien)  1/ Dag Lien. Hoe is het medisch onderzoek geweest?  2/ Ik ben te dik.  1/ Hoezo? Heeft de dokter dat gezegd?  2/ Niet met zoveel woorden, maar hij zei dat mijn BMI iets te hoog was. Om later geen problemen te krijgen, zou ik best gezonder eten.  1/ Gezond eten moet je altijd doen. Dat wil toch niet zeggen dat je dik bent! Ik vind je prima zoals je bent!  2/ Dat zeg je omdat je mijn moeder bent!  1/ Wat heeft de dokter juist gezegd? Wat moet je dan eten?  2/ Hij zei dat ik meer groenten en fruit moet eten.  1/ Is dat alles? Dat is toch normaal, lieverd. Is er iets dat je niet mag eten?  2/ Ja... Minder suiker, dus minder snacks: chocoladerepen, durum... en ook niet te veel gefrituurd eten.  1/ Tja, dat is voor niemand goed. Wij aten vroeger enkel op vrijdag frietjes.  2/ Maar ik eet niet graag fruit! Ik ben appels en peren zo beu gegeten!  1/ Lieverd, er bestaan zoveel soorten fruit! Druiven, aardbeien, frambozen... Onze tuin staat vol met fruit!  2/ Vijf porties per dag, zei hij! Vijf!  1/ Als je niet graag fruit uit de hand eet, kan je toch smoothies maken? Dat is lekker en gezond. Ze verkopen die tegenwoordig overal!  2/ Dat lijkt me inderdaad een beter idee...  1/ Maak je geen zorgen, lieverd. Ik zal ook wat beter opletten als ik het eten klaarmaak. Als ik jouw mooie lijn vergelijk met die van mij...

Luisteroefening n°25: Een moeilijke keuze Daniël veut fêter son 16ème anniversaire au resto avec quelques amis de sa classe. Le choix du restaurant est plutôt difficile. (1 = Daniël, 2= Youssef, 3= Wouter) (dans la cour)  1/ (il les court après) Youssef! Wouter!  2/ Ah, Daniël! Alles goed?  1/ Jaja. Ik wou vragen of jullie zin hebben om zaterdag samen iets te gaan eten voor mijn verjaardag.  3/ Oh ja, natuurlijk. Gefeliciteerd voor je verjaardag hè! Waar en wanneer?  2/ Zaterdag ben ik vrij, ja.  1/ Ik dacht aan de Quick op De Brouckère?  2/ Mmm, die hamburgers zijn niet halal. Als het kan, niets met varkensvlees...

40

          

1/ Oh ja, sorry. Wat stel je dan voor? 2/ De Libanees? 3/ Oh ja, daar waar we vorig jaar zijn geweest met de voetbal! 2/ Bijvoorbeeld. Vond je dat lekker? 3/ Tja, het was wel speciaal, maar heel lekker! 1/ Ik heb nog nooit Libanees gegeten. Goed idee! Dan trakteer ik jullie op een lekkere Libanees! 2/ Die achter de winkelstraat is heel goed. 3/ Hoe laat? Half zeven? 1/ Prima! Dan vraag ik nog aan enkele anderen of ze ook zin hebben. Alvast bedankt! 2/ Met plezier! 3/ Tot zaterdag!

Luisteroefening n°26: Het boodschappenlijstje La famille Theunissen prépare un barbecue. (1 = maman, 2= papa, 3= Katrien, 4= Joël)  4/ Papa, mama vraagt of je de barbecue al uit de bergplaats hebt gehaald.  2/ Jaja, zeg maar dat hij tegen zes uur klaar is. Ik denk dat ze de boodschappen nog moet doen.  1/ Ik hoor het! Ik ben het boodschappenlijstje aan het opstellen. Zes kipbrochettes, vier kipfilets en vier worsten. Dat zal wel genoeg zijn, zeker?  2/ Dat mag ik hopen, ja!  1/ De worsten, varkensvlees, rundsvlees of kalkoen?  2/ Neem anders zes kalkoenbrochettes, vier kipfilets en vier varkensworsten. Dan hebben we een beetje van alles.  1/ Ok, genoteerd. Zal ik ook wat vis kopen voor op de barbecue? Scampi's of zalm?  4/ Oh ja, scampi's! Lekker!  3/ Is er nog cocktailsaus?  1/ Ik denk het wel, maar zet dat ook maar op het lijstje. Dus: nog wortelen, sla, komkommer, ui, boontjes... Lusten jullie rauw witloof?  4/ Uuuurgh, witloof. Niet voor mij, dank u!  2/ Ik eet graag witloof. Dat weet je. Vergeet je de slagroom niet voor op de ijsjes?  3/ Euh... ijsjes dus... en slagroom... Zo, ik denk dat we alles hebben.  4/ Hebben we nog genoeg drank?  1/ Oh nee, wat willen jullie drinken?  2/ Wijn? Of nee, neem maar bier.  3/ Cola en plat water.  4/ Voor mij bruisend water!  1/ Ja, ja en ja. En nog maïsolie. Voilà, dat is alles. Katrien, ga je mee naar de winkel? Of verdelen we de taken en ga jij alvast naar de markt?  3/ Ik zal wel naar de markt gaan. Dan zijn we zeker dat alles vers is.  2/ Zo mag ik het horen! Op tijd terug zijn hè!  3/ Jaja, tot straks!  1/ Ik vertrek ook. Vergeet de barbecue niet aan te steken!

41

Luisteroefening n°27: Een lekker recept La maman de Fien lui explique comment préparer des gaufres. (1 = Fien, 2= maman) (Evidemment, on entend tous les bruits de la cuisine)  1/ Mama, kan je me nog eens uitleggen hoe ik die lekkere wafels moet maken?  2/ Ga je wafels bakken? Ok, heb je alle ingrediënten?  1/ Ik denk het wel. Ik heb al 400 gram boter laten smelten op een zacht vuurtje.  2/ Goed zo! Doe er dan 300 gram fijne suiker bij en 2 zakjes vanillesuiker.  1/ ... Zo, ja...  2/ Zeef 500 gram bloem en doe die er ook bij... (attend) Dan nog wat zout en één zakje bakpoeder.  1/ Is het zo goed?  2/ Heel goed! Waar zijn je 10 eieren?  1/ Daar. Ik heb het eiwit en het eigeel al gescheiden.  2/ Heel goed! Dat is belangrijk om zachte en luchtige wafels te krijgen.  1/ Mag ik het eigeel bij in de kom gieten?  2/ Ja, en dan goed roeren. Is het eiwit al opgeklopt?  1/ Nee, mag dat met de mixer?  2/ Jaja, dat is gemakkelijker. (bruit du mixer)  2/ Nu moet je dat opgeklopt eiwit heel voorzichtig mengen met de rest.  1/ Zo?  2/ Ja. Ik zal het wafelijzer al insmeren met wat boter of olie. Neem jij de roosters uit de oven?  1/ (bruit des grilles) Voilà.  2/ Prima. Dan kan je beginnen bakken. Smakelijk!

Luisteroefening n°28: Bij de kruidenier An va faire ses courses à l'épicerie au coin. (1 = An, 2= vendeur) (La petite sonnette du magasin lorsqu'on ouvre la porte)  2/ Goeiemiddag.  1/ Goeiemiddag.  2/ Ja mevrouw, wat zal het zijn?  1/ Een halve kilo gehakt, alstublieft.  2/ Varkens, kalfs of gemengd?  1/ Euh... doe maar gemengd. (bruit)  2/ Ja?  1/ Anderhalve kilo tomaten... één grote selder... twee rode en één groene paprika...  2/ Ja?  1/ Eén kilo wortelen... één bakje champignons... en een zakje uien van 3 kilo graag.  2/ Zo mevrouw.  1/ Waar kan ik de geconcentreerde tomatenpuree vinden?  2/ Die staat daar, op het rekje naast de deur.  1/ Dank u.

42

(elle en prend deux)  2/ Zal dat alles zijn?  1/ Ja, dank u.  2/ Wilt u een zak?  1/ Ja, graag. Ik ben die van mij weer vergeten.  2/ Geen probleem... (bruit de la caisse) Dat is dan 32 euro en 45 eurocent, alstublieft.  1/ Alsjeblief.  2/ Dank u. Nog een prettige dag, mevrouw!  1/ Dank u. Tot ziens!

Luisteroefening n°29: Schoonheidstips Une bio-esthéticienne donne des conseils de beauté lors d'une émission à la radio. (1 = la bio-esthéticienne)  1/ Beste luisteraars, Vandaag geef ik jullie enkele tips om u op een goedkope manier te verwennen. Je moet zelfs geen crèmes maken, gewoon eens naar de markt gaan. Mijn eerste tip: Vind je dat je huid er te oud uitziet? Eet wortelen! Je krijgt er een stralende, zelfs lichtjes gebruinde huid van. Tip twee: Last van puistjes of acné? Eet voldoende spinazie, tomaten, kool en peterselie. Tip drie: Groeit je haar niet snel genoeg? Bloemkool, maar ook andere kolen, stimuleren de haargroei. Idem voor je nagels. Mijn vierde tip: Wil je je lichaam reinigen en wat afslanken? Eet kiwi, banaan, kers, avocado, perzik en pompelmoes. Ook in de schil van een sinaasappel vind je de nodige vitaminen. Mix alles tot een smoothie en voel je beter in je vel! Tip vijf: Noten zijn heel gezond! Ze stimuleren de hersenen en reinigen je lichaam! U hoort het, geen dure en speciale crèmes meer nodig. Verzorg je op natuurlijke wijze!

Luisteroefening n°30: Ontbijt op bed Deux enfants veulent faire une surprise à leur parents en leur offrant un petit-déjeuner au lit. (1 = petit garçon (+/- 8 ans, 2= grande sœur (+/- 12 ans)) (dans la cuisine)  1/ Wat zouden ze graag hebben als ontbijt?  2/ Papa eet 's morgens veel boterhammen, minstens zes. En mama drinkt veel koffie...  1/ Voor papa dus een stevig ontbijt!  2/ Ja. Een spiegelei? Of een omelet! We kunnen er misschien wat spek of worstjes bij doen, zoals de Engelsen.  1/ Goed idee. Dat zal hij wel lekker vinden.  2/ Heb je hen ooit al ontbijtgranen zien eten?  1/ Euh... nee, dat herinner ik me niet. Ik denk dat mama die alleen voor ons koopt.  2/ En wat gaat mama eten?  1/ Is de bakker al open?  2/ Hoe laat is het? ... Half acht. Ik denk het wel. Zullen we croissants kopen?  1/ Mmmm, ja! Heb jij geld?

43

       

2/ (chuchote) Dat nemen we wel uit mama haar portemonnee... 1/ Okee... Vier croissants en twee chocoladebroodjes? 2/ En voor ons? Ik wil ook een chocoladebroodje! 1/ Hummm... Ik ook wel. Vier croissants en vier chocoladebroodjes dus. 2/ Ik zal ook nog een bruin brood kopen, want ik zie dat er niet veel brood meer is. 1/ Ga jij naar de bakker? Dan zal ik chocomelk maken voor ons en koffie voor mama en papa. 2/ Ok, maar voorzichtig hè. Verbrand je niet! 1/ (ennuyeux) Ga maar! Vlug!

Luisteroefening n°31: De eerste date (suite) Thomas en Karien hebben gedaan met eten... (1 = Thomas, 2= Karien, 3= le garçon)

Première partie

 2/ Dat was verrukkelijk!  1/ Ja, ik heb echt goed gegeten!  3/ Heeft het gesmaakt?  2/ Ja! Heel lekker, dank u!  1/ Enorm!  3/ Wenst u nog een koffie of dessert?  2/ Wat denk je? Nog taart of een ijsje?  1/ Mmmm... daar zeg ik geen nee tegen. (au garçon) Heeft u een dessertkaart?  3/ Ja natuurlijk. Mag ik dit al afruimen? Ik breng u de kaart zo dadelijk.  1/ Dank u. (bruit du garçon qui débarrasse la table) ...  3/ Alstublieft. Dit is onze dessertkaart. ...  2/ Oh, ze hebben chocolademousse!  1/ En jij houdt van chocolade...  2/ Ik weet het al!  1/ Ik twijfel nog tussen het ijsje en het gebak met slagroom... Wat raad je me aan?  2/ Nu nog gebak? Dat is misschien wel zwaar...  1/ Je hebt gelijk. Ijs met slagroom dus. Ober! ... (le garçon arrive)  1/ Voor mevrouw een chocolademousse graag en voor mij ijs met slagroom.  3/ En wenst u nog iets om te drinken?  2/ Oh ja... Euh, voor mij een koffietje.  1/ Doe mij maar een plat watertje.  3/ Eén chocolademousse met koffie en één ijsje met plat water.  1/ Dank u.

Deuxième partie    

3/ 2/ 1/ 2/

Alstublief, mevrouw... Meneer. Dank u! Dat ijsje ziet er lekker uit! Mmmmmmmmmmmmmmm!!!! Die chocolademousse is fantastisch! Proef eens!

44

 1/ Wacht, ik neem er een beetje slagroom bij. (goûte)  1/ Mmm, je hebt gelijk. Dat is èchte chocolademousse! Smakelijk! (ils mangent)

Troisième partie

 3/ Was alles naar wens?  1/ Ja, dank u. Mag ik de rekening?  3/ Natuurlijk. Reken ik alles samen of betalen jullie apart?  1/ Samen. Ik trakteer wel.  2/ Wow, dank je!  3/ Dat is 48 en een halve euro. (échange d'argent)  3/ En nog anderhalve euro terug.  1/ Vijftig is goed. Bedankt voor een heerlijke avond.  3/ Dank u meneer. Graag tot weerziens!  2/ Goedenavond.  3/ Dag mevrouw.

Luisteroefening n°32: De wereldkeuken Monologues de quelques personnes de tout les coins du monde (1 = Lian, 2= Orla, 3= Pedro, 4= François, 5= Mamadou, 6= Katherine, 7= Pablo, 8= Ahmed)  (Chinees) 1/ Hallo, Ik ben Lian. Ik heb de hele wereld al gezien. Ik reis heel veel en neem veel foto's van eten. Toch vind ik het thuis het lekkerst. Wij eten veel rijst en noedels. Je vindt onze restaurants overal ter wereld. Ze zeggen wel dat wij dierenmishandelaars zijn, omdat er bij ons ook hond wordt gegeten. 

(Iers) 2/ Hello, Ik ben Orla. Onze nationale drank is bier, meer bepaald Guinness. Het is een wereldmerk geworden! We hebben nog een andere bekende drank, whisky. Onze keuken is iets minder bekend, behalve dan de sheppard's pie. Een Belgische vriendin zei me ooit dat ze vooral de combinaties raar vond. In onze kleine restaurantjes kan je namelijk een lasagne bestellen met frietjes. Lekker toch?



(Spaans) 3/ Senors en senorita's, komt dat proeven! Heerlijke paëlla met zeevruchten! Vers, gezond en ooooooooooh zo lekker! Niet zo'n honger? Misschien wat tapas dan?



(François) 4/ Ons land staat bekend voor zijn gastronomie. Het grootste aantal restaurants met michelinsterren vind je vast en zeker bij ons. En daar nog een lekker wijntje bij, of champagne... Wij verwennen je smaakpapillen wel!



(Mamadou) 5/ Hallo, ik ben Mamadou. Niet zoveel mensen kennen onze keuken, maar ik kan je verzekeren dat ze iets missen. Kip met moambe, rijst, semoule, veel groenten en vlees. Onze mama's maken de lekkerste gerechten voor je klaar. Ze koken altijd voor de hele familie, dus als je eens langskomt... eet je lekker mee!



(Amerikaans) 6/ Hi, ik ben Katherine. Ons land staat spijtig genoeg niet bekend voor haar gezonde en evenwichtige keuken... Hamburgers en frietjes, gefrituurde kip... Wij eten alles en maxi is ons woord!

45



(Italiaans) 7/ Ik ben Pablo. Iedereen lust onze keuken, en zeker kleine kindjes zijn verzot op een lekkere spaghetti bolognaise, tomatensaus met balletjes... Wij koken heel gezond, met verse groenten en kruiden. Zolang je maar pasta lust...



(Ahmed) 8/ Heb je ooit al eens zo'n lekkere couscous of tajine gegeten dat je je vingers er bij aflikt? Dan moet je zeker eens bij ons komen. Veel groenten en vlees die heel lang op het vuur staan om lekker mals en sappig te worden. Een mengeling van zoveel smaken, een deugd voor je tong!

46

LOG 5 Luisteroefening n°33: Een jaartje weg met WEP Laura veut partir une année avec WEP. Elle doit choisir un pays. (1 = Laura, 2= Barbara, sa meilleure amie)  2/ Hey, wat ben je aan 't doen?  1/ Ik mag van mijn ouders een jaartje op uitwisseling met WEP.  2/ WEP, wat is dat?  1/ Met WEP kan je tot je 18 jaar een jaar in een ander land wonen en naar school gaan. Je verblijft dan bij een gastfamilie. Het lijkt me een prachtige ervaring!  2/ Wow, en je ouders hebben toegestemd?  1/ Ja, wel, mijn mama heeft papa uiteindelijk kunnen overtuigen...  2/ En naar waar ga je?  1/ Ik weet het nog niet, het is zo'n moeilijke keuze. Ik twijfel tussen Noord-Amerika en Brazilië.  2/ Wow, een heel jaar ginder wonen. Dat wil ik ook wel!  1/ Hja, maar ik moet kiezen... Je moet natuurlijk les kunnen volgen in de taal van je gastland... en begrijpen wat je gastfamilie zegt...  2/ Zo’n talenknobbel als jij? Dat mag toch geen probleem zijn!  1/ Ja, ik spreek wel drie talen, maar dat is niet uitzonderlijk. Veel mensen spreken Nederlands, Engels en Frans.  2/ Euh... ik ben niet drietalig hoor. Maar, als je naar Noord-Amerika gaat, dan is er toch geen probleem?  1/ Nee, maar eigenlijk zou ik liever naar Brazilië gaan.  2/ Oh, ik vind Spaans zo een mooie taal!  1/ Euh, in Brazilië spreken ze Portugees, hè!  2/ Ja?  1/ Ja, ik denk dat het het enige land in Zuid-Amerika is waar men Portugees spreekt. In de rest van het continent spreken ze Spaans.  2/ En dan? Dan leer je toch Portugees?  1/ Maar ja! Nee, het lijkt me geen gemakkelijke taal. Ik ben bang dat ik niemand ga begrijpen en dat ik me dan eenzaam ga voelen.  2/ Maar Laura, je hoeft toch niet perfect Portugees te spreken voor je vertrekt. Je leert daar wel knappe Brazilianen kennen die je alles zullen leren!  1/ Haha... mmmmm... dat lijkt me wel wat!  2/ En daarbij, je krijgt het prachtige weer erbij!  1/ Ja! Het lijkt me een zalig land om in te wonen!  2/ Het zal wel meevallen. Gelukkig heb je Hongarije niet gekozen, of Japan!  1/ Hongaars of Japans moeten leren, dat lijkt me pas ontmoedigend!  2/ Dus... toch Brazilië dan maar?  1/ Ja, dan ben ik over een jaartje vijftalig!  2/ Hoezo, vijftalig?  1/ Wel, Nederlands, Frans, Engels en Portugees. En ik heb gehoord dat de Portugezen wel makkelijk Spaans verstaan en leren, dus... wie weet...

47

Luisteroefening n°34: Voordelen van een Erasmusuitwisseling Ward à l'occasion de participer à un échange Erasmus pour ses études. Il n'est pas très motivé. En plus, il n'a pas beaucoup de choix par rapport aux pays. Son frère, qui revient d'Erasmus, essaie de le convaincre. (1= Ward, 2= son frère)  2/ En Ward, heb je al gekozen?  1/ Ik heb helemaal geen zin om een jaar in het buitenland te studeren.  2/ Ward, je weet niet wat je mist! In Denemarken heb ik de beste tijd van mijn leven gehad! Je leert er zoveel mensen kennen van over de hele wereld!  1/ Ik weet het, maar ik leer niet gemakkelijk een nieuwe taal. Een vreemde taal leren is echt vreemd voor mij! Moeilijk! Wat als ik niemand begrijp? Dan zit ik daar heel alleen.  2/ Maar Ward, helemaal niet. Vanaf de eerste dag leer je veel mensen kennen, Engelsen, Françaisekes, Spanjaarden... Dan spreek je gewoon Engels met iedereen.  1/ Ik moet daar wel een jaar gaan studeren hè!  2/ Euh... dat studeren moet je niet zo letterlijk nemen hoor. Een Erasmusuitwisseling is één groot feest! Ja, je moet natuurlijk wel naar de les gaan en examens meedoen, maar je bent daar in de eerste plaats om mensen te leren kennen, cultuur op te snuiven, te feesten en een unieke ervaring te beleven!  1/ Maar hoe kan ik examens doen in een taal die ik niet ken?  2/ Welke keuzemogelijkheden had je ook alweer?  1/ Ik kan kiezen tussen Nederland, Ierland, Noorwegen of Griekenland. En naar Nederland wil ik niet. Als ik dan toch een jaar weg moet, dan liefst ver weg!  2/ Ok. Ierland, daar spreken ze Engels...  1/ Ja, maar Ierland interesseert me niet echt.  2/ Oh, vergis je niet. Mijn vriend Tom is op Erasmus gegaan naar Belfast en die vond het de max!  1/ Mm-mm...  2/ Noorwegen of Griekenland?  1/ Noorwegen, daar is het koud! Ik wil naar een mooi en warm land.  2/ Nou, dan heb je niet veel keuze. Dan ga je toch naar Griekenland!?  1/ Ken jij iemand die Grieks spreekt?  2/ Nu nog niet, maar binnenkort wel, haha!  1/ Grieks. Die taal spreekt me niet aan.  2/ Ward. Je studeert voor ingenieur. De lessen gaan niet in het Grieks zijn, denk ik, maar gewoon in het Engels. Je moet je eens goed informeren hè!  1/ Denk je? Dan zou ik met plezier vertrekken!  2/ Natuurlijk! Je denkt toch niet dat al die Erasmusstudenten perfect Grieks spreken bij hun vertrek!  1/ Grote broer, je hebt me overtuigd! Ik ga naar Griekenland!

48