KOMPAS 4 - AUDIO CD Scripts
KOMP4BC-001-00
978-2-8010-5107-8
2
SCRIPTS CD COMPLEMENTAIRE KOMPAS 4 Florence Pattyn Isabelle Tylleman
Personnages principaux : -
Jeroen Tine Sofie la maman de Sofie Amber Elias Lotte Karen Pieter Sven Lynn
3
Récapitulatif : Nr 1
LOG 0
Nr 2
LOG 0
Nr 3
LOG 0
Nr 4 Nr 5
LOG 0 LOG 0
Nr 6
LOG 0
Nr 7
LOG 0
Nr 8
LOG 0
Nr 9
LOG 1
Nr 10
LOG 1
Nr 11 Nr 12 Nr 13
LOG 1 LOG 1 LOG 1
Nr 14
LOG 1
Nr 15
LOG 1
Nr 16
LOG 1
Nr 17
LOG 1
Nr 18
LOG 1
Nr 19 Nr 20 Nr 21
LOG 2 LOG 2 LOG 2
Nr 22
LOG 2
Nr 23
LOG 2
Nr 24
LOG 2
Nr 25
LOG 2
Nr 26
LOG 2
Nr 27
LOG 2
Nr 28
LOG 2
Nr 29
LOG 2
Jeroen Tine Sven Prof d’anglais Sofie Maman de Sofie Amber Elias Karen interviewer Lotte Pieter Lynn Amber Karen Sven Présentateur radio Elias Karen Lotte Jeroen Tine Sven Sofie Maman de Sofie Pieter Karen Lynn Grand-tante Amber Elias Lotte Pieter Maman de Pieter Jeroen Tine Présentateur Sofie Maman de Sofie Pub Lynn Père de Lynn Lynn Karen horoscope
Babbelclub
p. 13-15
Babbelclub
p. 13-17
Babbelclub
p. 13-15
Jeugdclub Jeugdclub
p. 20-22 p. 22-23
Jeugdclub
p. 20-25
Jeugdclub
p. 24-25
Babbelclub
p. 25-34
Jeugdclub
p. 38-39
Jeugdclub
p. 38-47
Jeugdclub Jeugdclub Jeugdclub
p. 40-41 p. 38-47 p. 42-43
Babbelclub
p. 47-49
Babbelclub
p. 47-54
Babbelclub
p. 50-52
Babbelclub
p. 54-64
Babbelclub
p. 54-64
Jeugdclub Jeugdclub Jeugdclub
p. 70-71 p. 70-71 p. 70-71
Jeugdclub
p. 70-76
Babbelclub
p. 76-78
Babbelclub
p. 76-82
Babbelclub
p. 79-82
Babbelclub
p. 83-84
Babbelclub
p. 85-88
Babbelclub
p. 89-93
Babbelclub
p. 94-98
4
Nr 30
LOG 3
Nr 31
LOG 3
Nr 32 Nr 33
LOG 3 LOG 3
Nr 34
LOG 3
Nr 35
LOG 3
Nr 36
LOG 3
Nr 37
LOG 3
Nr 38
LOG 3
Nr 39
LOG 3
Nr 40
LOG 3
Nr 41
LOG 3
Nr 42
LOG 4
Nr 43 Nr 44 Nr 45
LOG 4 LOG 4 LOG 4
Nr 46
LOG 4
Nr 47
LOG 4
Nr 48
LOG 4
Nr 49
LOG 4
Nr 50
LOG 4
Nr 51
LOG 4
Nr 52
LOG 4
Nr 53
LOG 5
Nr 54
LOG 5
Nr 55 Nr 56
LOG 5 LOG 5
Nr 57
LOG 5
Nr 58
LOG 5
Nr 59
LOG 5
Amber Karen Voyante Elias Lotte Jeroen Tine Bulletin météo Sofie Maman de Sofie Lynn Sven Lynn Karen Sven Pieter Lynn Grand-père de Lynn Pieter Homme au guichet Pieter Sven Amber Elias Lotte Lynn Vendeuse Pub Jeroen Tine Karen Pieter Sofie Maman de Sofie Pieter Passant Pieter Passante Amber Sven Lynn Elias Lotte Jeroen Tine Karen Pieter Sofie Maman de Sofie
Jeugdclub
p. 106-110
Jeugdclub
p. 106-114
Jeugdclub Jeugdclub
p. 106-110 p. 106-110
Babbelclub
p. 114-116
Babbelclub
p. 114-116
Babbelclub
p. 114-116
Babbelclub
p. 119-122
Babbelclub
p. 122-124
Babbelclub
p. 124-126
Babbelclub
p. 132-136
Babbelclub
p. 139
Jeugdclub
p. 146-152
Jeugdclub Jeugdclub Jeugdclub
p. 147-150 p. 147-150 p. 147-150
Jeugdclub
p. 146-152
Babbelclub
p. 152-172
Babbelclub
p. 152-154
Babbelclub
p. 152-158
Babbelclub
p. 155-156
Babbelclub
p. 158-159
Babbelclub
p. 158-159
Jeugdclub
p. 176-179
Jeugdclub
p. 176-180
Jeugdclub Jeugdclub
p. 176-179 p. 179-179
Babbelclub
p. 182
Babbelclub
p. 181-189
Babbelclub
p. 183-186
5
6
Log 0 Nr 1 : LOG 0 – Babbelclub, p. 13-15 Contexte : Jeroen (B) a changé d’école et son ancienne camarade de classe Tine (A) l’appelle pour prendre de ses nouvelles. Tâche : Qu’est-ce qui a changé depuis l’année passée ? SONNERIE DE GSM A. Dag Jeroen, met Tine. Alles goed met jou? B. Ja hoor, alles goed met mij. Ik ben blij je te horen. Hoe gaat het met jou? A. Goed, dank je! Lang geleden, hé ! B. Ja, ik vind dat spijtig maar nu we niet meer op dezelfde school zitten, zien we elkaar wat minder. A. Inderdaad… Vertel eens! Hoe is het op je nieuwe school? B. Goed, goed, er is zoveel te vertellen… Wat wil je precies weten? A. Wel, beschrijf jouw nieuwe leerkrachten. Hoe zien ze eruit? B. Mijn klastitularis heet Mevrouw Sluiter en het is een toffe. Ze geeft wiskunde en legt heel goed uit. En jij? Je hebt ook nieuwe leraren dit jaar. Ken ik ze allemaal? A. Nee hoor, in het vierde jaar hebben we niet dezelfde leraren als in het derde jaar. Mijn leraar Frans heet Meneer Deom, hij is streng maar ik denk dat ik veel van hem ga leren. B. De lessen zijn boeiender maar de leraren van het vierde jaar werken ook veel sneller dan die van vorig jaar. Vind je niet? A. Ik heb dat ook gemerkt. Ik vind het nogal moeilijk als ze niet alles op het bord schrijven zoals ze vorig jaar deden. Ik moet veel meer notities maken en je weet dat ik daar niet zo goed in ben! Het lukt me niet altijd om alles op te schrijven. B. Ja, we moeten ons aanpassen, hé! Ze zeggen dat we zelfstandiger moeten worden. Ik hoop echt dat ik dit jaar zal slagen. Ik ben niet zeker dat mijn cijfers goed zullen zijn… A. Je moet de moed volhouden, Jeroen! Het is een kwestie van motivatie en je moet je eerst aanpassen. Het is een nieuwe school, je hebt nieuwe leerkrachten en het is een nieuw jaar. Je moet je eerst een beetje tijd gunnen en het gaat vlug beter gaan. B. Je hebt gelijk, Tine. Ik wil absoluut in het vijfde jaar zitten en ik ga er alles voor doen. Ik ben blij dat ik met jou gesproken heb. Ik voel me weer beter. We moeten nog eens afspreken. Ik mis jouw vriendschap. A. Ik ook. Het is zo raar dat ik je niet meer elke dag kan zien. Tot gauw! B. Daag!
Nr 2 : Log 0 – Babbelclub, p. 13-17 Contexte : Trois semaines se sont écoulées depuis la rentrée scolaire. Le professeur d'anglais de Sven s'inquiète déjà du manque de travail de Sven et le retient après une heure de cours afin de lui parler. Tâche : Relève les difficultés que Sven éprouve, les comparaisons avec l'année passée et les conseils donnés par le professeur. Bruits de sortie de classe: bancs et chaises, élèves qui parlent fort ...
7
A. Ja, meneer, u wou mij spreken? B. Ja, Sven. Ik ken je nog van vorig jaar, en ik merk dat je in drie weken les niet veel hebt gedaan. Vergeet niet dat je nu in het 4de zit!! Als je dit jaar wilt slagen, moet je beter je best doen. A. Jawel, meneer, ik wil volgend jaar absoluut naar het 5de gaan. Ik vind het gewoon moeilijker dan vorig jaar. De leraren werken allemaal veel sneller dan vorig jaar. Soms kan ik echt niet volgen en de leerlingen in mijn klas zijn niet zo aangenaam als in het 3de. B. Ik begrijp het Sven, maar je moet je niet laten beïnvloeden! In elk geval moet je nu al mooie resultaten halen en weigeren je te laten gaan! Wat zijn je moeilijkheden
8
A. Vooral als ik een opstel voor Engels moet maken, denk ik altijd dat ik niet goed genoeg ben en dan kan ik niets schrijven. Ik vind de lessen in het algemeen wel boeiender dan de vorige jaren, maar de leerkrachten leggen minder gedetailleerd uit hoe we moeten studeren. B. Sven, als je iets niet begrijpt, moet je zeker om hulp vragen! A. Daar ben ik een beetje bang voor, meneer. B. Welke oplossingen kan je bedenken om te slagen en zo aan het einde van het jaar trots op jezelf te zijn? A. Ik moet zeker mijn woordenschat leren en meer met de leerkracht spreken. Ik moet nieuwsgieriger zijn en meer vragen stellen. Ik moet zonder twijfel een motivatie vinden en die is gemakkelijk te vinden: ik wil gewoon het einde van het jaar op een positieve manier bereiken! B. Dat zijn mooie voornemens, Sven. Doe dat echt!! En je kan op mij rekenen als je wil praten. A. Ok, meneer, dank u. Ik zal mijn best doen!! Tot morgen! B. Tot morgen, Sven.
Nr 3 : LOG 0 – Babbelclub, p. 13-17 Contexte : Sofie (A) raconte sa rentrée des classes à sa maman (B) Tâche : Quelles résolutions Sofie prend-elle pour cette nouvelle année scolaire ? / Qu’est-ce qui a changé/va changer par rapport à l’année scolaire passée ? PORTE QUI CLAQUE A. Dag Mama, ik ben terug. B. Dag schatje. Hoe was het op school? Heb je een leuke dag gehad? A. Ja hoor, het was fijn. Ik heb al mijn vriendinnen teruggezien. Het was leuk om over de vakantie te kunnen praten. B. Dat kan ik best geloven. Er was zeker veel te vertellen. Maar vertel eens, hoe denk je dat je nieuwe leerkrachten dit jaar zullen zijn? A. Ik denk dat ze leuker en vriendelijker zullen zijn. Vorig jaar was geen goed jaar voor mij maar ik zal mijn best doen om beter te studeren. Deze keer ga ik om hulp vragen als ik problemen heb. B. Dat is een goed idee, Sofie! Vind je het niet moeilijk om hen te begrijpen? A. Soms wel, maar ze geven ons tijd om ons aan te passen en zoals ik al zei, ben ik niet meer bang om vragen te stellen als ik hulp nodig heb. B. Goed zo! Het vierde jaar is een grote uitdaging, maar ik ben zeker dat het mee zal vallen. Je zal waarschijnlijk veel meer moeten werken. Ben je er klaar voor? A. Ik ga zonder twijfel meer moeten werken maar ik denk dat ik nog tijd zal hebben voor mijn hobby. Je weet dat dansen zo belangrijk voor mij is. B. Dat weet ik. Maar je weet wat we vorig jaar afgesproken hadden, hé? Eerst je huistaken en dan pas mag je gaan dansen. A. Ja, ja, dat weet ik nog. Ik ben er nu aan gewend. Het geeft me trouwens de motivatie om sneller te studeren. B. Mooi zo! Ik ga nu het eten klaarmaken. Wil je me helpen? A. Sorry hoor, maar ik heb in de les Nederlands enorm veel notities moeten maken en ik ga ze nu netjes overschrijven want het ging zo vlug dat ik geen tijd had om alles proper op te schrijven. A. Doe maar, Sofie! Ik vind het echt leuk dat je zo gemotiveerd bent. Ik ben trots op jou! B. Tot straks, Mama! BRUIT DE CASSEROLLES, LA MAMAN SE MET A CUISINER
9
Nr 4 : LOG 0 – Jeugdclub, p. 20-22 Tâche : Que sais-tu de Amber? Dag allemaal, ik heet Amber. Ik woon in een rijtjeshuis, niet ver van het centrum van Brussel. Ik ben er trots op in de hoofdstad van Europa te wonen. Ik ben avontuurlijk en ik ben lid van een jeugdbeweging. Ik moet absoluut bewegen. Ik doe veel aan sport, vooral vechtsporten interesseren mij. Met judo wil ik de top bereiken. Ik probeer gezond te eten maar af en toe eet ik toch snoepjes en ijsjes. Een bord vol pasta en groenten vind ik het lekkerste!
Nr 5 : LOG 0 – Jeugdclub, p. 22-23 Tâche : Que pense Elias au sujet de l’amitié? Hallo! Ik ben Elias. Voor mij zijn vrienden het belangrijkste. Ik ga met ieder even goed om. We feesten graag samen en we doen samen aan sport. Toch heb ik 2 béste vrienden die ik al vanaf de kleuterschool ken. Aan hen vertel ik alles, zelfs mijn geheimen. Sommige mensen geloven niet in vriendschap en denken dat hun lief veel belangrijker is, maar volgens mij voel je je beter als je veel vrienden hebt en met iedereen kunt lachen.
Nr 6 : LOG 0 – Jeugdclub, p. 20-25 Contexte : Une enquête est faite sur les habitudes d'élèves de 4ème. C'est pourquoi Karen est interviewée. Tâche : Que sais-tu de Karen que tu pourrais indiquer dans le rapport d'enquête? Bruits de gens qui s'assoient. A. Hallo Karen! Ik ga je enkele vragen stellen. Het zal heel kort zijn. B. Geen probleem! Doe maar! A. Waar woon je? Kan je je buurt beschrijven? B. Ik woon in een rijtjeshuis in het centrum van Leuven. Het is er dus altijd heel druk en er is veel lawaai maar ik hou niet van het platteland, dus mijn huis ligt perfect voor mij! A. Wat zijn jouw hobby's? B. Ik speel graag hockey, maar ik hoef de top niet te bereiken, hoor. Ik doe ook vaak aan verschillende vechtsporten. Ik ben echt sportief! A. Wat eet en drink jij graag? B. Mijn papa kookt graag en thuis eten we altijd lekkere en gezonde maaltijden. Mijn lievelingseten is rijst met lekkere groenten en verse vis. Wat drank betreft, drink ik het liefst fruitsap. A. Wat vind jij van vriendschap? B. Voor mij is vriendschap heel belangrijk. Mijn geheimen vertel ik aan mijn beste vriendin. Mijn vrienden zijn er altijd om samen eens goed te lachen! Ik kan met de meeste mensen heel goed omgaan. A. Bedankt voor je antwoorden, Karen! Nog een fijne dag verder. B. Graag gedaan. Daag!
10
Nr 7 : LOG 0 – Jeugdclub, p. 22-23 Tâche : Que raconte Lotte au sujet de ses dernières vacances? Hoi, ik ben Lotte. Tijdens de vakantie ben ik eerst 2 weken op kamp in de Ardennen geweest. Het was leuk en ik heb me goed geamuseerd. Daarna ben ik met mijn familie naar zee geweest. Het was keileuk: we zijn naar 2 pretparken geweest. In augustus ben ik thuisgebleven. Mijn lief en ik waren samen en ik heb me niet verveeld. Daarnaast heb ik ook wat gewerkt om voor de skivakantie te sparen.
Nr 8 : LOG 0 – Babbelclub, p. 25-34 Contexte : Pieter et Lynn sont tous les deux dans la même classe, mais habitent à des endroits totalement différents. Ils passent par hasard la grille de l'école en même temps et en parlent. Tâche : Relève les différences entre Pieter et Lynn. Bruits de récréation. Forts au début, puis juste en léger bruit de fond pendant la conversation. A. Hey Pieter, alles goed met je? B. Hey Lynn! Ja, alles prima. Zeg, jij komt elke dag van ver! A. Ja, dat is waar maar in een dorp wonen is wel leuk. Het landschap is mooi, het is er rustig, er is nooit veel verkeer en dus niet veel vervuiling. Ik heb trouwens ook een groot huis en een ruime kamer. Het ziet er goed uit! De decoratie heb ik zelf gemaakt, ik voel me er goed in! Een nadeel is wel dat er hier geen speciale sporten te doen zijn, zoals klimmen of taekwondo. Een ander nadeel is dat er geen winkels in de buurt zijn. Vind jij het leven in een stad tof? B. Ja, zeker! Het is wel druk, maar daar hou ik van! Er is wel altijd veel verkeer, dat vind ik niet plezant. Mijn kamer is heel klein, ik woon in een klein appartement. Het voordeel is dat ik hier in de stad alle sporten kan doen. Dat is echt leuk en alles is heel dichtbij: winkels, restaurantjes ... Ding dong, la cloche annonçant le début des cours sonne. A. Ah, ik hoor de bel, we moeten naar binnen gaan! B. Ja, de schooldag begint!
11
LOG 1 Nr 9 : LOG 1 – Jeugdclub, p. 38-39 Tâche : Que raconte Amber au sujet de sa relation avec ses parents ? Dag allemaal ! Met mijn ouders maak ik af en toe ruzie. Ik vind ze soms nogal ouderwets! Ik mag me bijvoorbeeld nog niet opmaken of een gek kapsel dragen. Ze zijn ook veeleisend en laten niet veel dingen toe. Ik mag niet alleen naar de stad gaan en na middernacht terugkomen. Daar is er echt geen sprake van! Toch bewonder ik mijn ouders omdat ze niet vaak afwezig zijn en veel tijd met ons doorbrengen. Ze luisteren naar onze mening en houden er ook rekening mee. Ik weet dat ik hen kan vertrouwen.
Nr 10 : LOG 1 – Jeugdclub, p. 38-47 Contexte : Karen et Sven ont été invités à une émission radio dont le thème est la relation avec les parents. Ils répondent aux questions de l'animateur radio. Tâche : Qui de Karen ou Sven a la meilleure relation avec ses parents et pourquoi? Relève également les éléments indiquant une mauvaise relation. Petite musique annonciatrice de l'émission. A. Hallo iedereen! Het is weer tijd voor onze wekelijkse uitzending waarin jongeren het woord krijgen! Vandaag zijn Karen en Sven met ons in de studio om over de relatie met hun ouders te spreken. Hallo Karen, hallo Sven, hoe gaat het? B. (Karen) Prima, dank u! Ik ben blij hier te zijn! C. (Sven) Ja, ik ook!! A. Laten we er onmiddellijk mee beginnen! Karen, hoe zou je de relatie met je ouders beschrijven? B. Mijn ouders zijn nogal cool en ik kan eigenlijk echt goed met hen omgaan. Ze luisteren veel naar mij. A. En jij, Sven? C. Ik ben het niet vaak met hen eens, we hebben vaak conflicten, want ik vind ze veel te streng. A. Deze twee situaties zijn dan volledig anders, als ik het goed begrijp. Karen, wat zijn de regels die jij thuis normaal vindt? B. Ik moet mijn kamer opruimen en 3 keer per week afwassen. Het is normaal dat je je ouders moet helpen! Mijn schoolresultaten moeten goed zijn, en ik moet me altijd aan de afspraken houden, vooral voor de uren wanneer ik van een feestje terugkom. A. En jij, Sven? C. Tja ... (Soupir) Ik mag niet té vaak uitgaan, maar dat vind ik normaal. Ik zou wel minder moeten weigeren thuis mee te helpen. Met al het overige ga ik niet akkoord! A. Nu komt het moeilijkste: wat zijn de regels thuis die jullie niet aanvaarden. Karen? B. Als ik met iets niet akkoord ga, praat ik met mijn ouders en we vinden altijd een oplossing die iedereen goed vindt. Ik overdrijf ook nooit en zo ontstaan er geen conflicten! A. Sven?
12
C. Mijn ouders zijn nogal ouderwets. Het is dus moeilijk voor mij om me aan hun regels te houden. Ik mag de muziek niet hard zetten op mijn kamer, ik moet heel vroeg naar bed gaan, ze verbieden mij een computer en een TV op mijn kamer te hebben, ik mag nooit laat uitgaan, ik mag geen studentenjob hebben terwijl ik heel weinig zakgeld krijg. Ik kom altijd geld te kort... Het klinkt misschien niet zo erg, maar het is wel erg! Hun levenswijze is totaal anders dan de mijne en dat begrijpen ze niet.
13
A. Het is nu het einde van onze uitzending. Karen en Sven, een laatste woord: zouden jullie je ouders willen verrassen en hen iets op de radio vertellen? B. Hey pa en ma! Blijf zoals je bent! Ik hou van jullie! C. Ja, pa en ma. Ik wil jullie vragen om me meer op mijn plaats te zetten AUB. Ik ga proberen minder conflicten te veroorzaken en meer naar jullie te luisteren! A. Dat was het voor vandaag! Graag tot volgende week! Générique de fin d'émission.
Nr 11 : LOG 1 – Jeugdclub, p. 40-41 Tâche : Que dit Elias au sujet de son argent de poche ? Hallo ! Ik krijg elke maand 20€ zakgeld. Als ik geld tekort kom, moet ik mijn plan trekken, daarom werk ik elk WE in een restaurant om wat geld bij te verdienen. Uiteindelijk hoe kun je kleren en GSM-oplaadkaarten kopen en voor uitjes betalen met alleen maar 20€? Daarbij krijg ik ook af en toe een briefje van mijn opa. Dat zet ik op mijn spaarrekening om later een bromfiets te kunnen kopen. Ik moet dus goed opletten en niet overdrijven als ik geld wil uitgeven. Zo leer ik de waarde van het geld kennen.
Nr 12 : LOG 1 – Jeugdclub, p. 38-47 Contexte : Karen avait prévu de passer la soirée avec son amie Lynn, mais les plans ont changé. Elle l'appelle mais doit laisser un message sur le répondeur de Lynn. Tâche : Repère les raisons pour lesquelles Karen ne sait finalement pas passer la soirée avec Lynn. Paroles introduisant le répondeur de Lynn: U bent verbonden met de mailbox van Lynn. Laat uw boodschap na de bieptoon. Hey Lynn, met Karen hier. Had ik beter opgelet, dan hadden we zeker vanavond samen naar het feestje kunnen gaan ! Ik heb de laatste dagen mijn bed niet opgemaakt en nooit afgewassen, wat ik normaal gezien wel moet doen en ik heb deze week slechte punten op school gehad. Daarom heeft mijn moeder me deze week geen zakgeld gegeven en ik mag 1 maand niet meer de stad ingaan, met of zonder vriendin ... Dus spijtig genoeg kan ik vanavond niet met jou uitgaan. Ik vind het heel erg en ben echt boos tegen mijn moeder !! Amuseer je toch en we bellen elkaar morgen wel ! Dikke kus ! Daag ! Bip annonçant la fin du message
Nr 13 : LOG 1 – Jeugdclub, p. 42-43 Tâche : Qu’exprime Lotte au sujet des fêtes ? Hoi ! Ik ben een feestmens. Thuis feesten we vaak. Voor Kerstmis en Nieuwjaar nodigen we familie of vrienden uit, de sfeer is gezellig. Voor Sinterklaas en Pasen krijg ik ook geschenken van mijn ouders. Ik feest dus héél graag maar het liefst vier ik mijn verjaardag met mijn vrienden. Op die dag komen ze met z’n twaalven bij mij thuis, iedereen is vrolijk, het huis is mooi versierd en er zijn wat spelletjes voorzien. Daarna gaan we uit eten, het is altijd prettig!
14
Nr 14 : LOG 1 – Babbelclub, p. 47-49 Contexte : Jeroen (B) et Tine (A) se retrouvent autour d’un verre et discutent de leur situation familiale. Tâche : Que ne peuvent pas faire Tine et Jeroen ? / Que peuvent-ils faire ? BRUIT DE CONVERSATIONS DE CAFE – FORT AU DEBUT PUIS EN BRUIT DE FOND PENDANT LA CONVERSATION. A. Hé, Jeroen, hier ben ik ! B. Dag Tine, ik had je niet gezien, ik wist niet dat het hier zo druk ging zijn. Tja, op vrijdagavond gaat blijkbaar iedereen uit, hé? A. Iedereen? Ik heb toch urenlang met mijn ouders moeten discussiëren! Ze waren het niet met me eens dat ik vanavond met jou uitging. Ik heb hen moeten zeggen dat je me met wiskunde ging helpen… B. Waarom? Mag je niet met vrienden naar het café gaan? Ze kennen me toch? We zitten misschien niet meer op dezelfde school maar ze weten nog wie ik ben, nee? A. Ja hoor, dat is het probleem niet! Mijn ouders willen gewoon niet dat ik op stap ga omdat ze denken dat ik te jong ben. B. Te jong? Maar je bent toch 16! A. Ja, maar ik ben een meisje en voor mij zijn ze strenger dan voor mijn broer. Toen hij 14 was, mocht hij al met zijn vrienden gaan stappen. B. En zijn er andere dingen waarvan er geen sprake is? A. Ja, een heleboel! Ik zou me graag willen opmaken en zelf over mijn kapsel beslissen, maar ik mag niet. Ik zou ook graag vrienden thuis willen uitnodigen en laten logeren maar het mag niet. Is het ook zo bij jou thuis? B. Nee, dat mag ik allemaal wél doen, maar er zijn toch een paar dingen waarmee ze niet akkoord gaan. Ik mag bijvoorbeeld niet naar keiharde muziek luisteren en wanorde achterlaten. Ik mag ook niet te laat thuiskomen en in bed blijven luieren. Voor de rest hebben we goede afspraken gemaakt. A. Vertel! Misschien kan ik hetzelfde soort afspraken met mijn ouders maken? B. Wel, bijvoorbeeld, ik moet alles voor school gedaan hebben voordat ik met vrienden naar de bioscoop mag gaan. Ik mag op straat rondhangen, maar niet na 22u. Ik mag ook een pc op mijn kamer hebben maar ik mag er géén uren op doorbrengen. A. Ik kan dat aan mijn ouders voorstellen, misschien zullen ze daarmee akkoord gaan… Het is trouwens al 21u, Jeroen… Ik moet al terug naar huis. B. Wil je dat ik je terug naar huis breng? Zo zijn je ouders gerustgesteld. A. Goed idee! Ze zijn niet gerust als ik ’s nachts alleen met het openbaar vervoer ga. Ik trek mijn jas aan en dan kunnen we vertrekken. BRUITS DE CONVERSATIONS DE CAFE REPRENNENT + FORT.
Nr 15 : LOG 1 – Babbelclub, p. 47-54 Contexte : Sven a reçu un sms de ses parents qui lui disent qu'il ne peut pas sortir ce soir. Il les rappelle, mais tombe sur le répondeur. Il leur laisse un message assez fâché. Tâche : Repère les raisons pour lesquelles Sven est fâché contre ses parents. Paroles introduisant le répondeur des parents de Sven: U bent verbonden met de mailbox van Patrick en Colette Hermans. Laat uw boodschap na de biptoon. Pa en Ma, het is echt niet leuk dat ik vanavond niet uit mag gaan! Ik mag nooit iets doen! Van concerten is er geen sprake, computer op mijn kamer is niet toegelaten, ik mag nooit vrienden uitnodigen, ik mag nooit laat opstaan, ik mag nooit alleen de stad ingaan ... nooit!!! Maar mijn kamer moet wel altijd opgeruimd worden, ik moet altijd op tijd voor het eten zijn, ik moet 2 keer per week het stof afnemen ... Jullie overdrijven
15
echt! Jullie eisen veel te veel! Ik wil vanavond met jullie praten. Tot straks! Bip annonçant la fin du message
16
Nr 16 : LOG 1 – Babbelclub, p. 50-52 Contexte : Sofie (A) et sa maman (B) ne sont pas d’accord sur la répartition des tâches à la maison. Tâche : Qui doit faire quoi ? A. Mama, je weet dat ik het soms moeilijk heb op school en dat ik dus heel hard moet werken als ik mooie cijfers wil halen. Je zegt dat je me wilt steunen maar je vraagt tegelijk zoveel van mij. Ik moet thuis veel te veel doen. B. Hoe bedoel je? Wat moet je allemaal doen? A. Je weet wel! Ik moet mijn bed opmaken en mijn kamer opruimen; ik moet de tafel dekken en afruimen en daarbij eis je ook vaak dat ik de vaatwasmachine vul of leegmaak. B. En? Wat moet je nog meer doen? A. Ik vind het al veel! Hoe wil je dat ik mijn huiswerk goed maak en een goed schoolrapport heb als ik zoveel moet doen? B. Zoveel, zoveel… Besef je dat ik ook veel doe? Ik doe de was en de boodschappen, ik kook, ik neem het stof af en stofzuig het hele huis, … Moet ik verder uitleggen wat ik allemaal voor jullie doe? A. Nee hoor, maar voor jou is het normaal, je bent een moeder en dat moeten moeders doen. B. Naast het huishouden heb ik ook een voltijdse job. Ik vind het dus normaal dat jij en je broertje meehelpen. Als iedereen meedoet, gaat het vlugger. A. Mag ik dan de hond uitlaten in plaats van de tafel af te ruimen? Dat vind ik doodsaai! B. Als je wilt… Maar wie gaat de tafel dan afruimen? A. Wel, nu we er toch over praten, ik ben van mening dat Noah niet zoveel doet. Hij hoeft de tafel nooit te dekken of af te ruimen en hij hoeft zijn bed nooit op te maken. B. Je broertje doet inderdaad minder maar dat is normaal, hij is ook jonger. Later zal hij dan ook meer moeten doen. Ga je kamer nu opruimen, aub! A. Maar, mama!!! B. Nee, ik heb naar je mening geluisterd. Ik weet dat je het niet leuk vindt maar je moet je aan de regels houden, zo hebben we minder conflicten. Punt aan de lijn! PORTE QUI CLAQUE PARCE QUE REPART FACHEE
Nr 17 : LOG 1 – Babbelclub, p. 54-64 Contexte : Pieter et Karen sont au téléphone et discutent de l'argent qu'ils ont et dépensent. Tâche : Qui de Pieter ou de Karen a le pire rapport à l'argent? Donne les raisons qui te font dire que c'est l'un ou l'autre. Bruits du téléphone. A. Met Karen. B. Met Pieter. Hallo, Karen. Zeg, wat doe jij in de vakantie? Heb je al iets bedacht? A. Hey Pieter. Ik heb geld gespaard om op reis te kunnen gaan. Ik heb nog niet zoveel geld op zak maar ik ga nog geld met mijn studentenjob bijverdienen. B. Ah goed van jou. Ik heb niets meer op zak en ik heb zelfs nog geld aan mijn beste vriend geleend. Ik dacht met vrienden op reis te gaan, maar dat zal waarschijnlijk niet mogelijk zijn. Ik wou ook een nieuwe gsm en een cadeautje voor mijn vriendinnetje kopen maar dat zal voor later zijn, vrees ik! A. Heb je geld uitgeleend??? Dat doe ik nooit! Dat is echt niet slim, Pieter! Je moet echt met geld leren omgaan! Je moet niet zoveel aan fuiven, tijdschriften en dure dingen uitgeven! Je voelt je beter als je kunt sparen. Het is binnenkort je verjaardag, niet
17
waar? Vraag dan geld en zet alles op een spaarboekje. En zoek ook naar een nieuwe baan; daarmee kun je heel wat geld verdienen!
18
B. Je hebt gelijk, Karen. Ik moet veranderen. Bedankt voor wat je mij gezegd hebt! Van jou kan ik aanvaarden dat je zoiets zegt, maar van mijn ouders niet! A. Dat kan ik begrijpen, hoor! Maar het is normaal dat ze ongerust zijn, ze denken aan jouw toekomst! B. Oei, is het al zo laat? Ik moet vertrekken! Tot later!!! Daaag! A. Daag, Pieter! Bruit du téléphone qu'on raccroche.
Nr 18 : LOG 1 – Babbelclub, p. 54-64 Contexte : C'est le 1er janvier et Lynn va souhaiter la bonne année à sa grand-tante. Tâche : Que souhaite et donne Lynn à sa grand-tante pour la nouvelle année ? Sonnette de la maison de la grand-tante. Bruits de pas qui viennent ouvrir la porte. A. Ah, wie we daar hebben !!! Dag Lynn !!! B. Dag, tante Kristien ! Ik wens u een heel gelukkig Nieuwjaar ! Bruits de bisous échangés. A. Dank je meisje, voor jou hetzelfde ! B. U ziet er stralend uit ! Ik ben zeker dat dit nieuwe jaar u heel veel toffe dingen zal brengen ! A. Was dat maar waar !! Ik word zo oud ! Weet je dat mijn buurvrouw overleden is ? B. Oei ... Mijn innige deelneming. Ik weet dat ze een goede vriendin was maar ze was wel ouder dan u ! A. Ja, dat is waar. Ik voel me toch niet zo goed de laatste dagen. Ik heb pijn aan mijn knie en het is soms moeilijk voor mij om naar de supermarkt te gaan. B. Dan wens ik u voor dit nieuwe jaar ook veel beterschap ! Zeg, tante Kristien, moest u over veel geld beschikken, wat zou u graag willen kopen ? A. Och, laat me nadenken ... mmmmh ... Ik heb altijd geld aan het Rode Kruis willen geven. Ik zou voor mezelf boeken kopen die duur zijn, met mooie foto's erin en ik zou met mijn familie naar een echt restaurant gaan. B. Ik denk dat een deel van uw wensen vervuld zullen worden ! Want kijk wat ik hier als cadeau heb (bruits d'un paquet qu'on donne, puis du papier qui se déchire). A. Ooh, dat is mooi !!! Een boek met foto's van de Alpen !!! Dank je Lynn !!! Bruits d'un baiser qui claque. B. Dat is graag gedaan !! En ik heb nog een verrassing ! Ik neem u mee om straks samen met mijn ouders en mijn broer naar restaurant « Het witte paard » te gaan ! A. Wat leuk, zeg !!! Met zo'n eerste dag belooft 2013 een mooi jaar te worden !!!
19
LOG 2 Nr 19 : LOG 2 – Jeugdclub, p. 70-71 Tâche : Que raconte Amber au sujet de la santé ? Dag allemaal ! Ik denk dat ik redelijk gezond leef. Ik ben trouwens niet vaak ziek en moet zelden de huisarts raadplegen. De verleiding is soms groot maar ik probeer evenwichtig te eten. Ik probeer ook zoveel mogelijk te bewegen. Luieren vind ik maar niets! Als ik onder druk sta, ga ik in het park lopen, dan voel ik me onmiddellijk beter. Sommigen moeten alcohol drinken om zich te ontspannen, maar ik vind het flauwekul! Ik moet wel toegeven dat ik af en toe te laat ga slapen omdat ik ’s avonds graag met vriendinnen uitga of rondhang.
Nr 20 : LOG 2 – Jeugdclub, p. 70-71 Tâche : Que raconte Elias au sujet de la santé ? Hallo ! Vorig jaar mocht ik niet meer aan sport doen omdat ik mijn been zwaar gebroken had. Aangezien ik niet meer aan sport deed, leed ik meer aan stress en ben dan begonnen met roken. Ik weet dat het longkanker kan veroorzaken maar ik kan het niet helpen; ik ben er nu verslaafd aan. Na één jaar in een rolstoel te hebben gezeten, heeft mijn dokter me aangeraden om weer aan sport te doen maar mijn spieren zijn zwak geworden. Gelukkig moedigt mijn hele gezin me aan.
Nr 21 : LOG 2 – Jeugdclub, p. 70-71 Tâche : Que raconte Lotte au sujet de la santé ? Hoi ! Toen ik 12 was, leed ik aan anorexia. Ik vond dat ik er dik uitzag en wilde even slank zijn als de meisjes in de tijdschriften. Ik was ernstig ziek. Ik heb daarvoor een psycholoog en een diëtiste geraadpleegd en tegenwoordig, 4 jaar later dus, moet ik nog één keer per maand gaan. Het gaat veel beter maar het is nog niet volledig opgelost. Sindsdien weet ik dat het leven echt de moeite waard is. Ik klaag nu ook veel minder en probeer altijd te relativeren als ik een probleem heb. In de toekomst wil ik diëtiste worden om andere jongeren te helpen zoals ik geholpen werd.
Nr 22 : LOG 2 – Jeugdclub, p. 70-76 Contexte : Pieter a une petite discussion avec sa maman. La maman de Pieter n'a pas une vie des plus saines et Pieter pense qu'il est temps de le lui dire! Tâche : Quels reproches Pieter fait-il à sa maman ?
20
Bruits de TV, qui disparaissent quand Pieter demande à sa maman d'éteindre. A. Hey, mama. Ik heb de hele dag aan jou gedacht. Ik moet je iets zeggen. Kan je de TV uitzetten, AUB? B. Heuu ja, ok. Wat is er? A. Ik vind dat je ongezond leeft! Je eet veel te veel suiker, je zegt zelden nee tegen een glaasje alcohol, je overdrijft met energiedrankjes, je eet 's middags nooit rauwkost, je beweegt nooit en tegenwoordig doe je nooit meer aan sport. Je bent nooit ontspannen omdat je onder werkstress lijdt ... Denk een beetje aan je toekomst!
21
B. Zeg, Pieter, jij bent 15 en ik ben je moeder. Ik weet toch beter dan jij wat goed voor mij is!!! A. Blijkbaar niet!!! B. Nu ga je er onmiddellijk mee stoppen. Ik wil je niet meer horen!!! Ga naar je kamer en kom terug als je respect voor me toont!!! A. Ik mag nooit iets zeggen!!! Bruit de porte qui claque.
Nr 23 : LOG 2 – Babbelclub, p. 76-78 Contexte : Jeroen (B) et Tine (A) discutent de leurs peurs et phobies suite à un programme TV qu’ils ont vu. Tâche : Qui a peur de quoi ? SONNERIE DE GSM B. Dag Tine ! Hoe gaat het met jou? A. Wel, het lukt me niet om te gaan slapen, ik ben daar veel te bang voor. B. Bang? Maar waarom? A. Heb je vanavond naar het tv-programma op Vitaya gekeken ? B. Ja hoor, het ging over fobieën. Ik vond dat keispannend, jij niet? Waar ben je nu bang voor? A. Ik ben bang dat er slangen onder mijn bed verstopt zijn. Misschien zijn er ook vieze spinnen op mijn muren. B. En wie weet? Misschien is er buiten een dief die erop wacht dat je in slaap valt om binnen te vallen… A. Jeroen! Stop ermee!! Mijn ouders zijn dit WE vertrokken, mijn broer slaapt bij een vriend en ik ben vannacht alleen! B. Maar Tine, wees gerust! Het was maar een grapje! A. Nee, ik vind het niet grappig. Ik ben nu doodsbang. Bovendien onweert het buiten. Heb jij nergens schrik van? B. Ja hoor, ik ben bang om aan kanker te lijden, om te verouderen en om te sterven. Ik ben ook bang voor bloed en spuitjes. A. Ikke niet, ik ben spuitjes gewoon want ik moet vaak naar de dokter. B. En buiten slangen en spinnen, waar ben je bang voor? A. Ik ben ook bang voor schoolexamens en ik ben bang als ik voor de klas moet spreken of iets aan de leraar moet vragen. B. Ja, dat weet ik nog, je moest altijd blozen en je vond het zo vervelend. A. Ja, want iedereen lachte mij uit! En jij? Als ik me goed herinner was je bang om muren te beklimmen, niet waar? B. Ja, omdat ik hoogtevrees heb. Ik durf nooit naar beneden te kijken. A. Hoe komt dat? B. Ik ben ooit gevallen toen ik aan het klimmen was, wat een schrik! Zoiets zou ik niet meer mee willen maken! Sindsdien blijf ik met mijn twee voeten op de grond! A. Ik vind het leuk om jou aan de lijn te hebben. Ik weet dan dat ik niet de enige ben die bang is. B. Ben je nu gerustgesteld? A. Ja een beetje en ik word ook een beetje moe… Ik denk dat het me nu gaat lukken om te gaan slapen. Dank je wel, Jeroen! B. Graag gedaan, Tine! Slaap zacht! A. Jij ook! Tot gauw!
22
Nr 24 : LOG 2 – Babbelclub, p. 76-82 Contexte : Publicité à la radio pour un centre qui accueille toutes les personnes souffrant de phobies diverses. Tâche : Quelles sont les peurs décrites dans cette publicité? Bruit annonçant une publicité radiophonique. Ben je bang voor spinnen? Heb je schrik voor slangen of voor spuiten? Durf je niet te vliegen? Durf je niet naar buiten te gaan als het onweert en bliksemt? Heb je hoogtevrees? Ben je bang als je bloed ziet? Als je door die angsten getroffen wordt, is het mogelijk dat je een fobie hebt. Twijfel niet meer en bel 088-749944 om een afspraak met een psycholoog van het Fobiecentrum te maken!
Nr 25 : LOG 2 – Babbelclub, p. 79-82 Contexte : Sofie (A) réveille sa maman (B) en pleine nuit, suite à un cauchemar. Tâche : Pourquoi Sofie a-t-elle réveillé sa maman ? A. Mama, mama, wakker worden! B. Mmh, Sofie, wat doe je hier, midden in de nacht! Wat is er? A. Ik heb een nachtmerrie gehad. B. Vertel! Heb je weer gedroomd dat je van een superhoge springplank moest duiken, dat je niet durfde te springen en dat iedereen je uitlachte? A. Nee. B. Ah, dan heb je gedroomd dat je van boom tot boom slingerde en dat je dan plots gevallen bent. Je werd vervolgens door slangen omcirkeld en gebeten. Dat deed verschikkelijk pijn en je bent wakker geworden. A. Nee, ook niet. Deze keer heb ik ruzie met mijn lerares Nederlands gemaakt omdat ze negatief over mijn resultaten dacht. Dan zijn we met een vechtpartij begonnen. B. Met jouw lerares Nederlands? Maar dat is toch jouw lievelingslerares! A. Ik weet het, maar in mijn droom was ze een spin geworden en je weet dat ik daar een hekel aan heb! Zo’n avontuur wil ik nooit meer meemaken! B. Ik denk dat je te veel naar horrorfilms kijkt. Ik had je gisterenavond toch gewaarschuwd toen je nog eens naar zo’n film wilde kijken. A. Jaja, maar ik dacht dat ik moedig genoeg was… En nu kan ik aan niets anders meer denken. B. Maar schatje, je weet toch dat het maar een nachtmerrie is, dat het niet echt gebeurd is! A. Ja, dat weet ik, maar het lukt me echt niet om weer in slaap te vallen. B. OK, ik heb een idee, ga maar een zaklamp halen. Zo zal je je beter op je gemak voelen. A. Misschien wel, ik kan het altijd proberen…
Nr 26 : Log 2 – Babbelclub, p. 83 – 84 Contexte : Publicité à la radio pour une émission TV contre la cigarette. Tâche : Quels sont les arguments utilisés contre la cigarette dans ce flash? Bruit annonçant une publicité radiophonique. Steeds meer tieners roken. Deze verslaving betreft 1 persoon op 4 vanaf 15 jaar in Vlaanderen. Tabak is verantwoordelijk voor miljoenen longkankers. Er zijn zoveel slachtoffers door de nicotine. Hoe kunnen we onze consumptie verminderen? Door
23
tabak in restaurants en cafés te verbieden? Door tabak in films te verbieden? Vanavond om 20u10 op Canvas proberen we op deze vragen een antwoord te vinden! Tot kijk!
24
Nr 27 : Log 2 – Babbelclub, p. 85 – 88 Contexte : Le père de Lynn entame une conversation avec elle car il trouve qu'elle ne respecte pas très bien les modes de vie saine qu'il lui a enseignés. Il ne voit Lynn qu'en weekend, car il est séparé de sa maman. Tâche : Repère les reproches faits par le père de Lynn. Bruits d'une porte qui s'ouvre. B. Lyyyyyynnnnn!!! Het is al 10 uur, tijd om te ontbijten!!! Sta op!!! 5 minuten later. Bruits d'une porte qui s'ouvre à nouveau. B. Lyyyyyynnnn!! Kom direct!!! A. Jaja, ik kom. Bruits de quelqu'un qui descend lentement d'un escalier. B. Je hebt weer te lang op je computer gezeten. Weet je dat je minimum 10 uur slaap per nacht nodig hebt, anders ben je niet uitgerust! Ook als je geen school hebt, kan je je aandacht niet houden bij wat je doet. A. Ja, ja, het is goed. B. Aan tafel nu! Bruits de table. A. Oh, papa, ik heb geen honger! B. Tja en dan over een uur eet je 2 zakjes chips op!! Je weet toch dat er geen enkele voedingswaarde in de chips is. Het bevat enkel vet. Ik vind echt dat je onevenwichtig en ongevarieerd eet. A. Je overdrijft, papa! Mama vindt niet dat ik een probleem heb! B. Je mama eet ook niet zo gezond, hoor. Je zou echt op moeten passen. Je eet te weinig voedingsvezels en volkorenproducten. 's Morgens moet je een stevig ontbijt nemen. Ik heb gemerkt dat je enkel zuivelproducten eet of drinkt, dat is niet voldoende. A. Dat is misschien waar, maar 's morgens heb ik gewoon geen honger!!! B. Het gaat ook niet enkel over het eten. Ik zeg je ook al 2 jaar dat je een beugel zou moeten dragen! Ik ben voorstander van een orthodontische behandeling, je weet dat toch! A. Oh een beugel dragen!! Dan kan ik niet meer zo goed bijten en spreken, dat is echt niet leuk!!! B. Dat is maar voor een korte tijd! A. Oké (zucht). Ik zal erover nadenken.
Nr 28 : Log 2 – Babbelclub, p. 89 – 93 Contexte : Lynn et Karen sont allées dimanche faire une excursion à Brugge. C'est lundi lors d'un intercours et elles se remémorent leur journée. Tâche: Qu’ont-ils aimé ou pas ? (Réponds sous la forme d’un tableau.) En bruit de fond: une classe qui discute, rigole, quelques bruits de chaise etc ... A. Oh, Karen, dat was toch leuk hé, onze uitstap naar Brugge? B. Mmmh, ja, het is over het algemeen wel goed verlopen. A. Wat vond je het leukste? B. Met een boot op het water varen was echt mooi. Al die grachten, die mooie gebouwen en huizen ... echt mooi om te zien! Maar ik ben bijna in het water gevallen, dat vond ik echt niet plezant natuurlijk! A. (rire) Je kan toch zwemmen, dat was dus geen enkel probleem!!! Ik vond het belfort het mooiste. Vanaf de top van het belfort had je een prachtig uitzicht op de stad!!
25
B. Heuu ja misschien ... Ik heb er niets van gezien, ik heb te veel hoogtevrees!! Ik voelde me eigenlijk niet zo goed op het belfort. Het middageten vond ik niet zo lekker. Jij wilde absoluut naar een fastfood restaurant gaan, je weet toch dat ik graag gezond eet!!! Ik vond het niet lekker, echt niet!
26
A. Oh, je kan soms zo ouderwets zijn!!! Dat is toch het eten van de jongeren!!! B. Dat is slecht eten!! Ik had hoofdpijn achteraf en dat kwam door het eten, echt waar!!! A. Pfff ... je kan echt overdrijven, zeg! B. Ik heb toch van de dag samen genoten, hé, Lynn. We hebben veel gelachen! A. Ja! Ah, meneer Hainaut is er, shhhht ... de les Frans kan beginnen!
Nr 29 : Log 2 – Babbelclub, p. 94 – 98 Contexte : Horoscope du signe poisson à la radio. Tâche : Quelles sont les choses positives et négatives qui vont arriver aux poissons? Jingle de l'horoscope. A. Hallo, beste Petra. Het is vandaag 3 maart, periode van de vissen. Wat voorspelt u deze week voor de vissen? B. Hallo, Karel. Inderdaad 3 maart is een geboortedag voor de vissen. Over het algemeen voelen ze zich goed en ze zien er ook goed uit. Ze zullen deze week zelfverzekerd zijn, dynamisch en sterk in hun beslissingen. Ze moeten toch oppassen voor een zonneslag en een voetverstuiking. Als dat gebeurt, zullen ze heel vlug genezen, geen paniek! A. Niet te negatief, dus. Goed, want ik ben zelf vissen!!! Tot volgende week, Petra! B. Tot volgende week!
27
LOG 3 Nr 30 : Log 3 – Jeugdclub, p. 106-110 Tâche : Comment Amber voit-elle l’avenir ? Dag allemaal! Later wil ik absoluut kinderen hebben. Ik besef dat dit veel verantwoordelijkheden meebrengt en dat ouders vaak onder druk leven om hun gezins- én beroepsleven te kunnen combineren maar ik kijk er al naar uit! Ik bewonder mijn eigen ouders die ons goed hebben kunnen opvoeden. We komen niets tekort! Ik klaag toch af en toe over het feit dat ze streng zijn wat mijn schoolresultaten betreft maar ze weten uit ervaring dat een diploma belangrijk is! Ik ben soms bang voor de toekomst als ik zie hoe de maatschappij evolueert. Hoe zal de aarde over 30 jaar er uitzien? Zullen de mensen hun afval beter sorteren? Zullen we al de rijkdommen van de aarde uitgeput hebben? Hopelijk kunnen we dat vlug oplossen!
Nr 31 : Log 3 – Jeugdclub, p. 106-114 Contexte : Karen se pose beaucoup de questions sur son avenir et l'avenir dans le monde. Elle décide d'aller voir une voyante, madame Irma, afin d'avoir quelques réponses à ses questions. Tâche : Quelles sont les choses positives et négatives que madame Irma prédit? Porte qui s'ouvre. En bruit de fond, une musique d'ambiance, douce et calme. A. Hallo, Karen, ga maar zitten. B. (un peu timidement) Hallo, mevrouw Irma. Het is de eerste keer dat ik bij u kom. Ik weet dus niet zo goed hoe het gebeurt ... Moet ik op voorhand betalen? A. Maak je geen zorgen, Karen. Stel gewoon je vragen en ik probeer zo precies mogelijk te antwoorden, aan de hand van wat ik in uw handen kan zien. Per vraag reken ik 10 €. B. Ok. Mijn eerste vraag gaat over mezelf. Zal ik als volwassene een hecht gezin hebben en zal ik niets te kort komen? A. Mmmmh. Ik zie dat u een gelukkig leven zal leiden. U zal inderdaad een hecht gezin hebben. U zal ook verantwoordelijkheden in uw beroep hebben, veel verantwoordelijkheden. Daarom zal u onder druk leven en het soms moeilijk hebben om uw gezin en uw job te combineren. U gaat daar nooit over klagen en bij problemen altijd een oplossing proberen te vinden. B. Ok, ik had niet verwacht dat ik veel verantwoordelijkheden zou hebben... Op welk gebied zullen mijn interesses liggen? A. Mmmmh, u hebt blijkbaar al veel interesse voor de geschiedenis, de Oudheid en de oorsprong van onze maatschappij. Daar zal u van blijven houden. Ik zie ook dat u interesse toont voor nieuwe uitvindingen, nieuwe voorwerpen die we kunnen gebruiken. B. Heuuuu, niet echt ... A. Ja, toch wel, hoor, dat is hier duidelijk te zien! U gaat ook van het belang van de milieubescherming overtuigd zijn, en thuis gaat u uw gezin verplichten afval te sorteren, seizoensgroenten te eten, zo weinig mogelijk energie te verbruiken enzovoort ... B. Ok. Bedankt mevrouw Irma. Ik geloof wel niet in alles wat u mij verteld hebt. Hier 20€, AUB. A. Dank je en tot een volgende keer!
28
B. Dat denk ik niet ... Daag! Porte qui se ferme.
29
Nr 32 : Log 3 – Jeugdclub, p. 106-110 Tâche : Quel moment Elias a-t-il préféré/détesté dans sa vie ? Pourquoi ? Hallo ! Toen ik kind was, was het zo leuk! Ik heb zoveel geleerd en ik had veel tijd om lol te maken en te spelen. Ik was zorgeloos en had nog veel dromen. Nu zijn mijn ouders gescheiden, mijn pa is onlangs verhuisd… Ik woon dus alleen met mijn moeder en heb veel meer verantwoordelijkheden. Ik ben nu prikkelbaar en onverdraagzaam. Ik ben ervan overtuigd dat het aan de nieuwe situatie te wijten is. Ik heb nergens zin in. Ik hoop dat het vlug voorbij gaat en dat ik uit de moeilijkheden zal kunnen leren.
Nr 33 : Log 3 – Jeugdclub, p. 106-110 Tâche : Pourquoi Lotte souhaite-t-elle retourner dans le passé ? Hoi! Ik zou graag in de tijd kunnen reizen en in verschillende tijdsperiodes kunnen leven. Ik stel vast dat we door onze voorouders beïnvloed werden. Ze hebben belangrijke uitvindingen gedaan en interessante voorwerpen ontworpen die we dagelijks gebruiken zonder erover na te denken en ik zou ze willen bedanken. Ik zou hen ook graag willen vragen hoe we de menselijke relaties zouden kunnen verbeteren want ik heb de indruk dat we in de huidige maatschappij geen hechte band meer hebben. Ik denk dat we heel veel van het verleden kunnen leren.
Nr 34 : Log 3 – Babbelclub, p. 114-116 Contexte : Jeroen (B) et Tine (A) se revoient après les vacances de Noël et discutent du temps qu’il fait. Tâche : Qui préfère quelle saison et pourquoi ? / Qui déteste quelle saison et pourquoi ? B. Hey Tine, hoe zijn de kerstfeesten verlopen ? A. Héél goed, ik vond het leuk om heel de familie terug te zien. En bij jou thuis? Was het ook gezellig? B. Mja… Mijn familie is niet zo groot als die van jou en we hebben ook niet zoveel contact met elkaar. Dus voor Kerstmis heb ik alleen met mijn ouders gegeten… Zielig, hé? A. Maar Jeroen? Wat scheelt er nu met jou? Ik heb je nog nooit zo depri gehoord? B. Mja, misschien komt het door de winter… Ik weet het niet… Van dit seizoen houd ik het minst! A. Ik vind de winter juist zo leuk omdat er soms sneeuw is en ik vind het witte landschap dan keimooi! Als er genoeg sneeuw is, kunnen we erin spelen en wandelen of zelfs skiën. Vind je dat niet leuk? B. Neen, ik vind het veel te koud. Ik ben altijd ziek en sneeuw is bovendien gevaarlijk. Mijn pa heeft een paar dagen geleden nog een ongeval gehad omdat hij over een ijzelplek slipte. A. Wat erg! Hopelijk gaat het goed met hem! B. Jaja, maar ik zal blij zijn als het weer lente is. Dan schijnt de zon weer, het mooie weer is terug, de bloemen bloeien, de dagen worden langer, … A. Tja, het is niet altijd mooi weer. Er zijn vaak buien. Bovendien moeten we weer in de tuin werken en ik maai het gras niet graag!
30
B. Bij mij is het omgekeerd! De lente is de periode van het jaar waarin ik me gelukkig en enthousiast voel omdat het een nieuw begin is. In de winter heb ik weemoed. A. We kunnen niet altijd met elkaar akkoord gaan, hé ! :) B. Nee, maar ik vind het juist interessant als we van mening verschillen, we kunnen dan leuke gesprekken voeren! A. Hopelijk zien we elkaar gauw terug om andere leuke gesprekken te hebben.
31
Nr 35 : Log 3 – Babbelclub, p. 114-116 Contexte : Bulletin météorologique à la radio. Tâche : Quelles sont les prévisions météorologiques annoncées pour cette journée? Jingle du bulletin météorologique. Dag allemaal! Vandaag 14 januari kan ik jullie enkel slecht nieuws brengen. We voorspellen jammer genoeg geen sneeuw, dus geen prachtige witte landschappen, wel wind en regen voor deze korte dagen! Vergeet zeker niet een dikke trui aan te doen want de temperaturen zullen heel laag zijn of blijf maar lekker thuis in de warmte! De lente is zeker nog ver en om de mooie zon te zien schijnen, een blauwe hemel te zien, barbecues te organiseren en shorts te kunnen dragen, gaan we nog moeten wachten! Ik wens jullie toch een fijne dag, daaag!
Nr 36 : Log 3 – Babbelclub, p. 114-116 Contexte : Sofie (A) et sa maman (B) doivent se décider pour les vacances. Partirontelles en été ou à la Toussaint ? Le budget est serré et elles ne peuvent partir qu’une seule fois. Tâche : Qui préfère quelle saison et pourquoi ? / Qui déteste quelle saison et pourquoi ? B. Sofie, kom eens hier ? We moeten nog beslissen waar we de volgende herfstvakantie naartoe trekken. Zoals je weet, hoe vroeger we boeken, hoe goedkoper het is! A. Herfstvakantie? Maar we hebben niet eens voor de zomervakantie geboekt… Misschien moeten we daarmee beginnen? B. Schatje, het spijt me, maar het is onmogelijk om dit jaar 2 keer op reis te gaan. Daar hebben we het budget niet voor! A. OK… Spijtig inderdaad… Maar dan vertrek ik liever tijdens de zomer. We zijn dan zeker van zonnige dagen, we kunnen zwemmen, barbecueën, T-shirts en shorts dragen,… Zaaalig! B. Ik ga toch liever in de herfst weg, hoor! Ten eerste is het veel goedkoper en ten tweede is het niet zo warm als in de zomer. Ik heb er een hekel aan als het stikheet is. A. Maar er is niet altijd een warmtegolf in de zomer en we hoeven ook niet naar het zuiden te gaan… AUB, Mama!! In de herfst is er wind en regen, de dagen zijn korter, het is koud, we moeten truien dragen en iedereen blijft thuis… B. Zo zie ik het niet, Sofie! De herfst is ideaal om te gaan wandelen! De bladeren vallen op de grond, het kraakt onder je voeten. Al die bruine, gele en oranje kleuren zijn gewoon super mooi! A. Mja, mooi als het droog is maar niet als het nat is! Mama, AUB, mogen we deze zomer vertrekken? B. We moeten daar met de rest van het gezin over praten. A. OK dan! Ik ga mijn best doen om hen te overtuigen. Ik wil absoluut niet in de herfst vertrekken! B. We zien wel…
Nr 37 : Log 3 – Babbelclub, p. 119 – 122 Contexte : Lynn et Sven forment un couple depuis peu et discutent. Tâche : Que se racontent-ils? A. Oh, Sven, ik ben zo verliefd op jou!!! Denk jij dat we het ideale koppel vormen?
32
B. Ja, natuurlijk, schatje! Cupido's pijlen hebben ons geraakt! En zelfs als je jaloers zou zijn en een slecht karakter zou hebben, zijn we voor elkaar gemaakt! We beleven een heel mooi liefdesverhaal. A. Voor mij was dat echt liefde op het eerste gezicht, hoor! Ik vind wel dat we veel van elkaar verschillen en daarom ben ik soms bang dat onze relatie breekbaar is.
33
B. Verschillend zijn heeft ook zijn voordelen: we zullen elkaar vaak verrassen. Misschien hebben we niet altijd dezelfde smaak voor alles maar als we veel met elkaar praten, zullen we nooit liefdesverdriet hebben. Daar ben ik zeker van! A. Je hebt gelijk, ik geloof in ons! Smak
Nr 38 : Log 3 – Babbelclub, p. 122 – 124 Contexte : C'est la sortie des classes. Lynn va chez son grand-père, et discute avec Karen des avantages et désavantages de l'habitation de celui-ci. Tâche : Quelles sont les avantages et désavantages de l'habitation du grand-père de Lynn? Cloche qui sonne, bruits d'enfants qui crient, sortie de classe. En bruit de fond juste au début de la conversation. A. Karen, kom je eventjes met mij mee? Ik ga naar mijn grootvader, hij woont in dezelfde straat als jij, niet waar? B. Ah ja, Lynn, dat is waar! Kan je goed met hem omgaan? A. Oh ja, hij is echt super! Ik heb altijd zin om naar hem te gaan. Hij vertelt me dikwijls leuke dingen uit het verleden. Ik heb al veel leuke momenten met hem gehad. Het enige probleem is dat hij niet meer zo goed kan stappen en hij woont in een appartement op de eerste verdieping van een gebouw zonder lift. B. Oei, zonder lift! Dat is niet gemakkelijk voor een bejaarde, inderdaad. A. Ja, maar hij huurt bijna gratis, want het appartement is van een vriend van hem. Daarom blijft hij daar. Het is ook dichtbij het centrum en zo kan hij van het stadsleven genieten. Als je alleen woont, is dat een mooi voordeel. B. En is het een groot appartement? A. Eigenlijk niet zo groot. Het bestaat uit een living, een keuken, een slaapkamer, een badkamer en een klein terras. Het is wel gezellig! B. Ah, ik ben er. Waar is het appartement van je grootvader precies? A. Daar aan de overkant. B. Ah ok, nu weet ik het! Tot morgen, Lynn! A. Tot morgen, Karen. Daag!
Nr 39 : Log 3 – Babbelclub, p. 124 – 126 Contexte : Un intercours le 1er jour de la rentrée en janvier. En attendant le professeur suivant, Sven et Pieter discutent des résolutions que leurs parents leur ont demandé de prendre. Tâche : Quelles sont les bonnes résolutions que Sven et Pieter ont vraiment décidé de prendre? En bruit de fond: une classe qui discute, rigole, quelques bruits de chaise etc ... A. Pieter, moet je eens horen. Mijn ouders hebben dit jaar besloten dat we allemaal goede voornemens zouden maken en dat we die ook moeten volhouden! Ik moet ze op papier schrijven en ze het hele jaar respecteren. Pffff!! B. Ah ja? Bij ons ook, maar we moeten die niet opschrijven, dat is toch overdreven! En welke voornemens heb jij dan gemaakt?
34
A. Ik twijfel nog. Ik heb tot morgen om te beslissen. Ik denk dat ik een agenda ga kopen om te noteren wat ik elke dag zal doen. Ik ga minder snoepjes eten. Heuuu ... en jij? B. Ik kwam vaak te laat. Nu ga ik proberen om op tijd te komen, dat is echt belangrijk! Ik ga ook mijn spullen niet meer te verliezen, dat gebeurt mij veel te vaak!!! A. Ah ja? Dat wist ik niet van jou! Mijn ouders vroegen me om dit jaar minder verlegen te zijn, maar hoe, ik kan dat zomaar niet veranderen, ik ben nu eenmaal zo! Ik ga elke week mijn kamer opruimen, dat zou goed zijn dat ik ordelijker word. En mijn laatste voornemen is dat ik aan sport zal doen. Ik zal er geen spijt van hebben!
35
B. Ja, goed idee! Je mag met mij naar de basketbalclub als je wil ... Denk er maar eens over na! Mijn laatste voornemen is dat ik mijn huiswerk niet meer tot de volgende dag zal uitstellen. Dat zal mijn moeilijkste voornemen zijn, denk ik! (lach) A. Ja, inderdaad (lach). Zo'n voornemen kan ik echt niet nemen! Ik zou het nooit volhouden! Ah meneer Vandijk is daar voor de les geschiedenis. We zien wel of we onze voornemens zullen respecteren! Laat maar weten!
Nr 40 : Log 3 – Babbelclub, p. 132 – 136 Contexte : Lynn est allée chez son grand-père boire le café. Ils discutent. Le grand-père compare certains aspects de la vie d’avant et de maintenant. Tâche : Que trouve Lynn de positif dans ce que raconte son grand-père de sa jeunesse? Bruits de tasse et de cuillère qui tourne dans les tasses. A. Ah, mijn jeugd, dat was toen toch heel anders dan nu! B. Ja, dat zeg je altijd! Maar wat was zo anders? A. Ik geniet wel van het leven nu, hoor, maar toen ik jong was, had ik meer verantwoordelijkheden dan jij. Ik werkte toen al en wou vlug onafhankelijk van mijn ouders worden. Dat heb jij niet. Jij vindt het fijn om afhankelijk van je ouders te blijven. B. Ja, dat is waar. Maar ik heb er geen spijt van want ik voel me nog niet volwassen genoeg om verantwoordelijkheden te hebben! A. Ik speelde ook veel meer met anderen, terwijl jij constant alleen achter je computer zit! B. Dat is niet waar! Ik kan met veel mensen goed omgaan en ik heb veel vrienden! A. Toen ik jong was, moest ik altijd werken. Ik had bijna geen tijd voor mezelf en ik moest veel doen voor het huishouden. Jij moet thuis bijna niets doen! B. Ja, dat is waar, maar natuurlijk heb ik er geen spijt van! (lach) A. (lach). Dat kan ik geloven! Ik denk dat we allebei al goed van het leven genoten hebben en dat we in de toekomst ook veel van het leven zullen genieten! B. Helemaal akkoord!
Nr 41 : Log 3 – Babbelclub, p. 139 Contexte : Pieter est au guichet de la gare de Hasselt et doit se rendre à Brugge. Il achète son ticket et demande quelques informations. Tâche : Que sais-tu du voyage de Pieter? En bruit de fond: trains, sifflets, gens qui discutent, message annonçant l'entrée d'un train en gare ... A. Goeiedag, meneer. Ik moet naar Brugge. Hoeveel kost een kaartje? B. 16 € meneer. A. Dat is veel. Is er geen voordeligere mogelijkheid? B. Nee, meneer, behalve als u een Go-Pass koopt, maar die is dan voor 10 ritten. A. Ah nee, ik reis niet vaak genoeg met de trein. B. Hebt u een kortingskaart misschien? A. Nee, jammer genoeg niet. B. Dan is het 16 €. A. Ok, AUB. B. (bruit de la machine à tickets). AUB A. Hoe laat vertrekt de trein? B. Om 9u22 is er een trein naar Brussel, want daar moet u overstappen en de trein naar Oostende nemen, die ook in Brugge stopt.
36
A. Ah ok. En hoe laat heb ik dan de aansluiting in Brussel? B. Laat me even kijken (bruits de touche d'ordinateur). Om 10u46 hebt u de aansluiting in Brussel-Zuid. A. En hoe laat kom ik dan in Brugge aan? B. Om 11u32. A. Ok. Dank u voor deze inlichtingen! Daag! B. Graag gedaan, daag!
37
LOG 4 Nr 42 : Log 4 – Jeugdclub, p. 146-152 Contexte : Pieter et Sven sont chez Sven et doivent faire un travail commun en sciences sociales sur les attitudes que peuvent avoir les gens concernant leurs achats. Ils se voient pour en discuter. Tâche : Pieter et Sven sont-ils du même avis? Explique. Bruits de gens qui s'assoient à une table, bruits de papier et bic qu'on installe sur la table. A. Ga maar zitten hoor Pieter. Wil je iets drinken? B. Ah dank je. Ja graag een kopje koffie, als je dat hebt. A. Ja, zeker. Ik neem er zelf ook één. (Bruits du café qu'on verse dans 2 tasses). B. Bon ... Nu moeten we aan het werk! Het is een vreemd onderwerp, dat meneer Servais ons gegeven heeft. Op welke manier kopen mensen? Pffff ... Hoe denk jij daarover? A. Ik ben van mening dat iedereen in de wereld het recht heeft om fatsoenlijk te kunnen leven en dat is nu niet het geval. B. Ja, en? A. De wereldeconomie is echt niet gezond! Het is hoog tijd dat we er iets aan doen! Je weet toch dat ik vaak in de Oxfam Wereldwinkel van de stad werk. Ik ben heel actief, hoor. We vergaderen twee keer per maand en proberen projecten te bedenken zoals het verkopen van fairtrade producten en tweedehandse voorwerpen. Op die manier krijgen meer mensen een fatsoenlijker leven aangezien ze een beter betaalde baan krijgen, ze kunnen zelfstandig leven en ze leren hun eigen zaak beheren. Het is gewoonweg fantastisch! B. Amai, dat wist ik niet van jou! Tweedehandskleren zou ik toch nooit kopen. Er zijn veel mensen die tweedehandsspullen op het internet kopen, dat zou ik nooit doen. Je kan nooit weten of de verkoper betrouwbaar is of niet. Je moet altijd opletten en voorzichtig blijven ... Eigenlijk verlies je meer tijd dan als je in een winkel koopt. A. Oh, dat is flauwekul! Ik koop vaak tweedehandskleren op het internet en het gaat heel vlug. Het is ook goedkoper!! B. Ik koop enkel merkkleren. Het is misschien duurder maar ik wil absoluut kwaliteit. A. Eigenlijk hebben we al twee volledig verschillende manieren om te kopen gevonden! Denk je dat meneer Servais dat genoeg zal vinden? (Rires des 2)
Nr 43 : Log 4 – Jeugdclub, p. 147-150 Tâche : Que raconte Amber au sujet de ses achats ? Dag allemaal, Ik krijg niet zoveel zakgeld maar toch lukt het me om een fatsoenlijke kleerkast te hebben. Ik koop merkkleren maar ik koop ze allemaal op 2dehands.be. Op dezelfde website verkoop ik zelf ook spullen die ik niet meer gebruik. Soms kom je onbetrouwbare mensen tegen, maar niet zo vaak.
38
Verder doe ik mijn aankopen liever in kleine winkels. Zo kan ik een band met de zelfstandigen uit de buurt scheppen. We praten over alles en nog wat en ik aarzel nooit om hen om advies te vragen. Ze doen altijd hun uiterste best om me te helpen.
39
Nr 44 : Log 4 – Jeugdclub, p. 147-150 Tâche : Que raconte Elias au sujet de ses achats ? Hallo ! Zoals je al weet, moet ik in het WE werken om aan zakgeld te komen. Ik moet dus opletten en mijn geld goed beheren. Daarom wacht ik altijd op de solden om naar een klerenzaak te gaan. Ik moet dan wel urenlang in de rij staan om mijn aankopen te kunnen betalen en ik word het vlug beu maar het gebeurt maar 2 keer op een jaar. Als ik een verjaardagscadeau moet kopen, maak ik liever een pot met andere vrienden. Het hangt ervan af hoeveel geld we kunnen verzamelen maar vaak kunnen we daarmee het laatste hebbeding kopen. Anders zou ik allerlei flauwekul kopen.
Nr 45 : Log 4 – Jeugdclub, p. 147-150 Tâche : Que raconte Lotte au sujet de ses achats ? Hoi ! Ik ben lid van de OXFAM wereldwinkels en ik stel vast dat niet veel mensen fairtradeproducten kopen. Ze zijn misschien wat duurder maar het is de moeite waard! Met dat soort projecten kunnen we een betere wereld maken. Later wil ik in een OXFAM-winkel werken. Ik zal regelmatig met mijn collega’s vergaderen om over nieuwe projecten te praten. Ik houd zowel van de commerciële kant als de menselijke contacten. Dit soort werk is zeer afwisselend. Ik neem aan dat ik met die baan heel veel zal kunnen leren.
Nr 46 : Log 4 – Jeugdclub, p. 146-152 Contexte : Lynn se rend dans l'épicerie de son village et discute avec la vendeuse, qui compte arrêter son magasin 3 semaines plus tard. Elles discutent des magasins de proximité. Tâche : Repère les avantages des magasins de proximité selon Lynn . Bruits d'une porte de magasin qui s'ouvre. A. Hallo, mevrouw De Haene. B. Hallo, Lynn ; alles goed met jou ? A. Ja ja, prima, hoor ! Maar wat zie ik op de voordeur ? U sluit uw winkel over 3 weken ? Beseft u wel wat een ramp dat voor mij is ? B. Ja, de zaak loopt niet zoals het moet. Zelfstandig werken en een eigen zaak beheren is niet evident, weet je. A. Dat geloof ik. Maar toch, je schept een band met de bewoners van de buurt. Menselijke contacten zijn uiterst belangrijk volgens mij ! Bovendien is de kwaliteit toch veel beter dan in de grote supermarkten ... B. In sommige supermarkten vind je ook kwaliteit, Lynn. Kwaliteit hangt niet van de grootte van de winkel af, maar van de handelaar! A. Mmmh, ik twijfel toch, hoor ! B. Wat wil je kopen ? A. Ik kwam voor boter, AUB. Mmmmh, al die hebbedingetjes in uw winkel ga ik wel missen ! Ik koop deze sleutelhanger ook! B. Ok. Dat is dan 7, 53€. Bruits de monnaie sur un comptoir. A. 7, 53€. AUB
40
B. Dank u !! Tot de volgende keer ! A. Daag !
41
Nr 47 : Log 4 – Babbelclub, p. 152-172 Contexte : Publicité à la radio pour un supermarché de la région. Tâche : Repère les produits pour lesquels il y a des promotions. Bruits annonçant une publicité radiophonique. Hallo iedereen, deze week vindt u in de « Delaire » van uw streek allerlei interessante aanbiedingen ! -10% op alle eetwaren, - 25% op verf en tuingereedschap. Alle borden en bestek vindt u voor een lage prijs ! En -30% op een weegschaal ! Merkproducten zijn ook voor een interessante prijs te vinden ! En, als u 3 schoonheidsproducten koopt, krijgt u er één gratis ! Twijfel niet langer en kom zo snel mogelijk naar uw lievelingsbuurtwinkel ! Leve de « Delaire » !
Nr 48 : Log 4 – Babbelclub, p. 152-154 Contexte : Jeroen (B) et Tine (A) se retrouvent durant le WE et discutent pour savoir ce qu’ils vont faire. Tâche : Que préfèrent Tine et Jeroen? Quels sont leurs arguments ? A. Dag Jeroen, een hele dag zonder schoolwerk. Klaar om de hele dag te gaan shoppen? B. Oh, ik dacht dat we naar de bioscoop gingen? Ik vind shoppen eigenlijk niet zo leuk. Wat vinden meisjes daar zo leuk aan? Bovendien heb ik niet zoveel zakgeld… A. Ik hoef niet altijd noodzakelijk iets te kopen maar ik snuffel graag rond om de mode te kunnen volgen. B. Ik shop niet graag. Dat neemt veel te veel tijd in beslag. Soms moet je urenlang wachten voordat er een paskamer vrijkomt. A. Ja, inderdaad. In grote winkels zoals H&M of Zara, moet je soms heel lang wachten, daarom ga ik liever naar kleine winkels om de kleren rustig te kunnen passen. Ik hoef niet per se merkkleding te kopen. B. Wat ik wel leuk vind, is online shoppen. Op het internet kun je van alles vinden : niet alleen kleren, ook schoenen, speelgoed, cd’s, dvd’s, videospelletjes, laptops, schoolspullen, tickets voor een concert, een voetbalmatch of een pretpark, enz… Vaak is het goedkoper en je doet alles van thuis uit, je moet geen tijd in de winkels verliezen. A. Online shoppen? Maar dan kun je de kleren of de schoenen niet passen! Hoe weet je zeker dat het artikel precies is wat je zoekt? B. Wel, het artikel wordt grondig beschreven en je kunt het altijd terugsturen als je er niet tevreden mee bent. A. Maar als je online shopt, krijg je geen goed advies van de verkoopster. B. Inderdaad, maar als je een beetje googlet, kun je op forums terechtkomen waar gebruikers hun mening over hun laatst gekochte artikel geven. A. Mmh… Ik ben niet echt overtuigd, hoor! Je gaat dus nooit naar een winkel? Je moet toch naar de winkel om je boodschappen te doen! B. Eigenlijk niet… Dat kun je ook online doen, als je wilt. A. Hoezo? B. Wel, als je naar de website van Colruyt gaat, bijvoorbeeld, kan je tegen een bepaalde dag alles bestellen. Op die datum staat alles voor je klaar om af te halen. A. Dat meen je niet! B. Ja hoor, dat doen mijn ouders elke week. Het is een beetje duurder maar zo hoeven ze geen tijd in de supermarkt te verliezen. A. Soms kan het inderdaad handig zijn… Bon, Jeroen. Genoeg gebabbeld, nu moeten we beslissen! Wat doen we dan vandaag? B. Kom bij mij thuis en ik toon je hoe je online kunt shoppen. A. Da’s goed! Het begint trouwens te regenen, dus goed idee!
42
GOUTTES DE PLUIE
43
Nr 49 : Log 4 – Babbelclub, p. 152-158 Contexte : Le professeur de math de Karen et Pieter est absent. Ils ont donc un temps de midi assez long et décident d'aller faire les magasins ensemble. Ils discutent de leur manière d'acheter. Tâche : Compare les attitudes d'achat de Karen et Pieter. Se ressemblent-ils à ce point de vue ? Développe ! Bruits d'une ville (voitures, bus, klaxons ... ). A. Hee Pieter, dat is een keer leuk om zo'n lange middagpauze te hebben ! B. Ja, echt leuk ! Goed idee van jou om te gaan winkelen ! A. Ben je van plan om veel te kopen ? B. Ik heb niet zo veel geld, je weet dat ik mijn geld niet zo goed beheer ... Ach, moest ik de jackpot van de lotto winnen, dan zou ik me veel kunnen permitteren ! A. Wat zou je graag willen kopen ? B. Ik zou zeker alles uitgeven aan reizen, computers, een boot ... Jij niet ? A. Oh nee, ik zou een deel aan Greenpeace geven en de rest zou ik sparen. Wie weet wat ik daarmee later kan doen !! B. Typisch iets voor jou !!! A. Jij zou alles uitgeven ... Gevaarlijk !!! Je hebt zeker al veel miskopen gedaan ? B. Ja, inderdaad, je hebt gelijk ... Ik doe regelmatig miskopen : videospelletjes waarmee ik nooit speel, een trui die ik uiteindelijk niet mooi vind en dus nooit draag ... Heb jij ooit een miskoop gedaan ? A. Eén keer wel : ik had een veel te dure gsm gekocht. Ik had er spijt van. Ik probeer altijd een goed advies te krijgen, daarom verkies ik de kleinhandel voor mijn aankopen. B. Ik ga altijd naar de supermarkt. Het gaat veel vlugger ! A. Zo, we zijn bij de H&K aangekomen. Laten we gaan kijken of er interessante aanbiedingen zijn !
Nr 50 : Log 4 – Babbelclub, p. 155-156 Contexte : Sofie (A) et sa maman (B) parlent d’achats impulsifs. Tâche : Quel rapport Sofie a-t-elle à l’argent, selon toi ? Prouve ta réponse par des éléments du texte. A. Mama, mag ik AUB wat extra zakgeld? Ik heb schoonheidsproducten in promotie gezien en ik zou die heel graag willen kopen. B. Schoonheidsproducten? Maar je hebt er al zoveel! Wat moet je nog hebben? A. Oh, een beetje van alles eigenlijk. B. Ja ja, en straks kom je weer terug met een miskoop, zoals gewoonlijk! A. Je overdrijft, mama! B. Nee. Vorige week heb je nog een handtasje gekocht dat je absoluut moest hebben omdat het er zo mooi uitzag maar je hebt er al 20! A. Ja, dat klopt… Maar ik ga er een paar aan een vriendin verkopen en met dat geld kan ik dan iets anders kopen. B. Zoals je schoonheidsproducten, dan! A. Dus je wil me geen extra zakgeld geven? B. Neen, anders koop je weer iets waarvan je spijt zal hebben. A. Je beseft niet hoe moeilijk het is om als tiener zo weinig zakgeld te krijgen! Ik zou misschien aan de lotto moeten meedoen. B. Ik denk niet dat je daar als minderjarige aan mee kan spelen… Wat zou je met dat geld allemaal doen?
44
A. Het hangt er natuurlijk van af hoeveel ik zou winnen… Als ik 1000€ won, zou ik het allemaal aan kleren en schoenen spenderen. B. Alles? Zou je dan niets sparen? A. Sparen? Nee, waarvoor? B. Wel, voor je studies, later, bijvoorbeeld, of voor je eerste auto. Denk je dat het voor je vader en mij gemakkelijk is om alles voor je broer en jou te betalen? A. Maar jullie werken toch allebei, dus dat zou geen enkel probleem moeten zijn!
45
B. Toch wel! Als ik wat geld met de lotto zou winnen, zou ik niet direct alles uitgeven. Ik vind het een goed idee om eerst goed na te denken. Als je goed nagedacht hebt, is het onmogelijk om een miskoop te doen en je krijgt er achteraf geen spijt van. A. OK, ik heb mijn les geleerd en ik ga beter nadenken vooraleer ik iets nieuws koop.
Nr 51 : Log 4 – Babbelclub, p. 158-159 Contexte : Pieter passe une journée à Leuven et demande son chemin pour aller visiter la bibliothèque. Il vient de rendre visite à un ami et se trouve dans la Nervierstraat. Tâche : Trouve une carte de Leuven et inscris le chemin décrit par le passant. Mène-t-il bien à la bibliothèque? Bruits d'une ville (voitures, bus, klaxons ... ). A. Excuseer, meneer, weet u waar de bibliotheek zich bevindt ? B. De grote Universitaire Bibliotheek ? A. Ja, inderdaad. Die wil ik graag bezoeken ! B. U hebt groot gelijk, de Leuvense Universitaire Bibliotheek is de moeite waard om te bezoeken. OK ... dus ... u bevindt zich nu in de Nervierstraat. Het is niet zo ver, nog geen 10 minuten lopen. A. Ah, goed zo ! B. U gaat naar de hoek van de straat. Dat is de J.P. Minckelersstraat. U gaat linksaf. U volgt de straat tot u aan een brede straat komt, dat is de Bondgenotenlaan. In de Bondgenotenlaan gaat u rechtsaf en u neemt de eerste straat links. Een beetje verder, heel dichtbij, hoor, is het Ladeuzeplein waar de bibliotheek zich bevindt. U ziet die recht voor u. A. Ik ga herhalen, zeg maar als ik het fout heb. B. Ok ! Doe maar ! A. Dus ik ga tot het einde van deze straat. Aan de Minckelersstraat ga ik linksaf. En dan heuuu volg ik tot een grotere straat. Daar ga ik rechtsaf en dan de eerste straat links. Een beetje verder is de bibliotheek. Juist ? B. Dat klopt ! Veel plezier met het bezoeken van de bibliotheek ! A. Hartelijk dank ! Fijne dag verder ! B. Voor u ook, daag !
Nr 52 : Log 4 – Babbelclub, p. 158-159 Contexte : Pieter passe une journée à Leuven et voudrait se rendre à la gare pour prendre le train vers son domicile. Il vient de visiter le Groot Begijnhof et se trouve dans la Karmelietenberg. Tâche : Trouve une carte de Leuven et inscris le chemin décrit par la passante. Mène-t-il bien à la gare? Bruits d'une ville (voitures, bus, klaxons ... ). A. Excuseer mevrouw, ik wil graag naar het station. Kunt u me de weg uitleggen want ik heb geen plan bij me. B. Ja, zeker, geen probleem. Het is wel een eindje lopen, hoor. Mmmh, ik ga u de gemakkelijkste weg uitleggen. Het is misschien niet de kortste, maar het is gemakkelijker. Kom naast mij staan, ik zal het u tegelijkertijd ook tonen. A. Heuuu, ok ! B. Aan het einde van dit weggetje gaat u naar links, dat is de Naamsestraat. U neemt de eerste straat rechts, dat is de Parkstraat. De Parkstraat volgt u tot aan een kruispunt. Daar gaat u linksaf. U bevindt zich dan in de Vesaliusstraat. U loopt een heel
46
eind door. De Vesaliusstraat wordt dan de Maria-Theresiastraat. U gaat helemaal tot het einde en u komt precies tegenover het station uit. A. OK. Hartelijk bedankt ! B. Moet ik de uitleg niet herhalen ? Wilt u dat ik meeloop ? A. Heuuu, nee nee, het is niet nodig. Nog eens bedankt, daag ! B. (Een beetje teleurgesteld) Daag ! Misschien tot een volgende keer!
47
LOG 5 Nr 53 : Log 5 – Jeugdclub, p. 176-179 Tâche : Que raconte Amber au sujet de sa méthodologie à l’école ? Dag allemaal ! In het begin van dit schooljaar werkte ik niet altijd op een efficiënte manier. Ik wist dat ik het kon omdat het me thuis heel goed lukte maar op de dag van de toets stond ik onder stress en mengde ik alles. Het was ingewikkeld! Na mijn eerste rapport heb ik onmiddellijk bijlessen genomen. Ik vat nu mijn cursus regelmatig samen, ik studeer luidop en ik probeer ezelsbruggetjes te vinden om mijn les beter te kunnen onthouden. Mijn werkmethode is veranderd en als ik de kluts weer kwijtraak, ga ik in het park lopen om me af te reageren.
Nr 54 : Log 5 – Jeugdclub, p. 176-180 Contexte : C'est la fin de l'année scolaire. Sven et Lynn ont tous les deux réussi et se téléphonent pour se réjouir. Ils discutent de la manière dont Sven a géré son année. Tâche : Quels sont les éléments qui ont fait que Sven a réussi son année ? Sonnerie de gsm. A. Met Lynn. B. Hallo, Lynn, met Sven. Zeg, proficiat, je bent er door !! A. Ja, dank je ! Jij ook, proficiat ! B. Ik ben zo blij ! Ik had nooit gedacht dat ik zou slagen ! Ik stond altijd onder druk dit jaar. Ik deed mijn best om me te ontspannen maar dat was niet altijd gemakkelijk. Ik moest het vaak afreageren en pas tegen het einde van het jaar heb ik beseft dat ik bekwaam was om naar het 5de jaar te gaan. A. Je moet ook toegeven dat je in het begin van het jaar niet hard gewerkt hebt. B. Ja, dat is waar ; maar ik werd het hele jaar door de leraren, mijn ouders en mijn vrienden gesteund, en dat heeft echt geholpen ! A. We hebben veel geluk gehad met onze leraren ! Ze waren allemaal rechtvaardig. Ze waren meestal streng maar ze brachten ons waarden over en dat is heel belangrijk. B. Je hebt helemaal gelijk, Lynn ! Ik heb veel dingen van hen geleerd. Ik heb nu een goede werkmethode, ik onthoud de lessen gemakkelijker en ik voel me meer verantwoordelijk voor mijn schoolresultaten. Dat zijn allemaal goede redenen om graag naar school te komen, ook al is dat verplicht ! A. (Lacht) Ja, juist ! B. Zeg, mijn ouders trakteren vanavond op een etentje om mijn mooie resultaten te vieren. We gaan vertrekken. Tot binnenkort ? A. Ja, zeker, doeii !
Nr 55 : Log 5 – Jeugdclub, p. 176-179 Tâche : Que dit Elias au sujet sa dernière excursion ? Hallo !
48
Tijdens de Paasvakantie zijn we met school een week naar Rome vertrokken. Onze leraar Latijn is meegegaan en dat was een groot voordeel! Niet alleen kent hij de stad heel goed, hij kent ook perfect de Italiaanse cultuur en levenswijze! Hij heeft ons boeiende details uitgelegd. Ik heb heel veel bijgeleerd. We moesten allemaal een spreekbeurt over een bezienswaardigheid voorbereiden en ik heb daar heel veel van geleerd. Dat was een super ervaring! Ik besef dat het niet altijd gemakkelijk is om leerkracht te zijn. Je moet veelzijdig zijn. Onze leraar Latijn is een goed voorbeeld; hij kan heel goed met jongeren omgaan.
49
Nr 56 : Log 5 – Jeugdclub, p. 176-180 Tâche : Qu’exprime Lotte au sujet de l’éducation qu’elle a reçue de ses parents et de celle qu’elle souhaite donner à ses enfants plus tard ? Hoi ! Ik denk dat ik goed opgevoed ben. Mijn ouders hebben me belangrijke waarden overgebracht, zoals beleefdheid, respect en rechtvaardigheid. Natuurlijk zijn ze ook streng. Ik ben bijvoorbeeld verplicht om doeltreffend te studeren maar ik vind het eigenlijk uiterst normaal. Als ik moeilijkheden heb, zoals toen ik aan anorexia leed, werd ik door mijn gezin ondersteund.
Nr 57 : Log 5 – Babbelclub, p. 182 Contexte : Jeroen (B) et Tine (A) over de ideale school. Tâche : Décris l’école idéale de Jeroen et Tine. SONNERIE DE GSM A. Hey, Jeroen! B. Dag Tine, hoe gaat het ? A. Goed en met jou? B. Goed, hoor! Het is nu bijna één jaar geleden dat ik van school veranderd ben, kun je dat geloven? Tijd vliegt!! A. Inderdaad! En wat zijn je conclusies na bijna één jaar, ga je graag naar je nieuwe school? B. Ja hoor, ook al is het heel anders dan jouw school. Er zijn voor- en nadelen, zoals voor alles. Denk je echt dat de ideale school bestaat? A. Ik weet het niet… Hoe zou jij de ideale school beschrijven? B. De ideale school is een aangename plaats. De leraren moeten streng zijn maar ze moeten de leerlingen vooral aanmoedigen. A. Ja en niet kleineren zoals ze soms doen! Maar wat bedoel je met “streng zijn”, moeten ze de leerlingen dan straf geven? B. Ja, als een leerling de anderen stoort, wel! Maar ik vind bijvoorbeeld niet dat het verplicht zou moeten zijn om in de klas te zwijgen en niet te mogen bewegen. Zolang we de anderen niet storen, zou dat moeten kunnen. A. Ik ga akkoord met jou. Soms leren we veel meer als we allemaal onze mening kunnen geven dan wanneer de leraar zijn les geeft terwijl de leerlingen braaf notities maken. B. Dat klopt! Vind je dat er vakken zijn die afgeschaft zouden moeten worden? A. Dat weet ik niet. Ik doe wiskunde niet graag maar dat is geen reden om het vak af te schaffen, want het is belangrijk. Aan de andere kant zou ik misschien nieuwe vakken toevoegen, zoals rijlessen. B. Rijlessen? Tja, waarom niet, eigenlijk? Ik vind ook dat er in de ideale school meer naar de mening van de leerlingen geluisterd moet worden om een beslissing te nemen. A. Zou je het leuk vinden om een leven zonder school te hebben? B. Ik denk van niet… Want de meeste vrienden heb ik op school leren kennen en wat we allemaal op school leren, is toch belangrijk voor onze toekomst. A. Ja, ook al is het soms moeilijk om te begrijpen! Ik denk dat we het pas later echt zullen beseffen. B. Wie weet! Zeg, Tine, ik moet nu ophangen omdat mijn batterij leeg is. Tot gauw! BRUIT DE BATTERIE DE GSM QUI EST PRESQUE VIDE A. Daaag!
50
Nr 58 : Log 5 – Babbelclub, p. 181-189 Contexte : C'est la fin de l'année scolaire. Karen et Pieter sont chez Karen et discutent des changements qui vont avoir lieu dans leur école. Tâche : Quels sont les changements dont Karen a entendu parler ? Quels sont les changements que désirerait Pieter et ceux que désirerait Karen ? En bruit de fond : la radio. A. Zeg, Pieter, weet je dat de school volgend jaar het reglement gaat veranderen ? B. Ah ? Dat wist ik niet ! Wat zijn ze van plan te veranderen ? A. Ik heb gehoord dat er vakken afgeschaft zullen worden, maar ik weet niet welke. B. Ik hoop dat het wiskunde en wetenschappen zullen zijn. (lacht) Die vakken vind ik niet zo leuk ! A. (Lacht) Als we naar jou zouden luisteren, zouden we gewoon school afschaffen !! B. Ja, dat zou super zijn !!! Eventjes serieus, weet je welke veranderingen er voor het straffen van de leerlingen zullen zijn? A. Ze willen strenger optreden, maar hoe precies weet ik ook niet. B. Nog strenger ? Amai, zeg. A. Zo streng zijn ze ook weer niet. Aan de andere kant hebben ze gezegd dat ze meer naar de meningen van de leerlingen zullen luisteren. Dat is wel goed, denk ik. Volgens mij zouden de leraren ons nog meer moeten aanmoedigen en niet kleineren. Sommigen doen dat nog en dat zou niet mogen gebeuren. B. Ik vind ook dat we niet genoeg advies krijgen voor onze toekomst, over onze latere studies. Het zou leuk zijn om daarover lessen te volgen. A. Ja, dat is ook een goed idee ! B. Misschien wordt het toch een ideale school, wie weet ... !!!
Nr 59 : Log 5 – Babbelclub, p. 183-186 Contexte : Sofie (A) et sa maman (B) discutent des études Tâche : Pourquoi Sofie hésite-t-elle ? Développe ! B. Sofie, ik weet dat je nog maar 16 bent, maar misschien heb je al een idee wat je na het secundair onderwijs wil doen? A. Mmh, niet echt… Waarom stel je me nu de vraag? B. Volgende week wordt er op de school van je vader een speciale avond georganiseerd waarbij oud-leerlingen uitgenodigd worden om over hun studiekeuze en loopbaan te getuigen. A. Leuk idee! Maar ik weet nog niet of ik verder wil studeren of niet. B. Hoezo? Volgens mij is dat toch het beste wat je kunt doen. Met een diploma kun je gemakkelijker een job vinden. A. Dat hoor ik vaak, inderdaad. Maar mama, ik weet nog niet goed wat ik in mijn leven wil bereiken. B. Je bent nog jong, daar heb je nog tijd voor! A. Nee, eigenlijk zou ik het nu al moeten weten om een goede keuze te kunnen maken. Wil ik een mooie loopbaan, dan moet ik misschien best eerst een goede studiekeuze maken. Wil ik thuis blijven om voor mijn kinderen te zorgen, dan kan ik best direct gaan werken, als verkoopster bijvoorbeeld en zoveel mogelijk sparen zolang ik niet getrouwd ben en geen kinderen heb. B. Weet je dat het mogelijk is om beide te combineren? Je kunt én een mooie loopbaan hebben én een leuk familieleven! A. Je moet wel toegeven dat het niet gemakkelijk is…
51
B. Het hangt ervan af wat je onder “een mooie loopbaan” verstaat. Hoe ambitieus ben je? Moet je per se héél veel verdienen om gelukkig te zijn? Volgens mij is een “mooie carrière” een baan waar je je kunt ontwikkelen en waar je gelukkig mee bent. A. Ik ga akkoord met jou, maar ik heb dus echt geen idee! B. Misschien zou je tijdens de zomer verschillende vakantiejobs kunnen doen om te weten wat jou het meest interesseert… B. Mja, het lijkt me inderdaad een goed idee, mama. Dank je wel!
52