Kombi 20 jaar Nieuwsbrief nr. 47 zomer 2010
Colofon
- ingezonden -
De Kombi Nieuwsbrief is een uitgave van Stichting Kombi. ISSN: 1380-0752 Kombi secretariaat: de heer J. Bokhove Doetinchemseweg 18, 7007 CL Doetinchem Kombi telefoonnummer 06-13837572 Kombi website: http://www.stichting-kombi.nl
Dit stuk is wegens ruimtegebrek door redactie ingekort, ontvangen van Gonda als aanvulling op haar dagverslag en m.n. het cabaret optreden ’s middags, 29 mei 2010
“Kombi is een ontmoetingsplaats voor mensen die De Tweede Wereldoorlog zelf als kind meemaakten in Europa of Azie en voor (klein-) dochters en zonen van: mensen uit het verzet, mensen uit Indie, mensen uit Japanse kampen, Joden, Burgeroorlogsgetroffenen, NSB’ers, collaborateurs, homo’s, dwangarbeiders, zigeuners, bezetters, bevrijders. De Stichting wijst iedere vorm van (neo)nazisme en disrminatie op grond van ras, sekse, seksuele geaardheid, religie of nationaliteit, af. ” Bestuur Marja Vinje, voorzitter Joop Bokhove, secretaris Andre Vos, penningmeester Redactie An van der Burg, Gelske van der Vlugt, Milena Eshuis, Carla Ossendrijver, Freddie Cochius, Marjan Veenman. Medewerkers Nieuwsbrief: Gonda Scheffel-Baars en Hans van der Burg. E-mailadres redactie:
[email protected]; Postadres redactie Kombi Nieuwsbrief: Mw. G. van der Vlugt, Sluswei 10, 9215 VX De Veenhoop. Laatste inleverdatum kopij Kombi Nieuwsbrief: 20 oktober 2010. Plaatsing van ingezonden stukken betekent niet dat het bestuur en de redactie het eens zijn met de naar voren gebrachte meningen. Niets uit deze uitgave mag gekopieerd, vermenigvuldigd of anderszins gebruikt of digitaal verspreid worden zonder schriftelijke toestemming van de redactie. Dit geldt ook voor (stukken uit) de Nieuwsbrief edities die in pfd.formaat staan op de website. “Onze activiteiten worden mede mogelijk gemaakt door het Nationaal Fonds voor Vrijheid en Veteranenzorg met middelen uit de Bankgiroloterij en Lotto. Uw deelname aan deze loterijen wordt daarom van harte aanbevolen”. Wilt u ons helpen door middel van een donatie, gift of schenking dan kunt u een bedrag storten op onze ING rekening 426989 t.n.v. Stichting Kombi, de Veenhoop.
Over het cabaret. Van het feest ter ere van 10 jaar Kombi herinnerde ik me eigenlijk alleen het cabaret. Dus toen we spraken over het naderende 20-jarig jubileum bood ik aan om te proberen een cabaretgroepje op te zetten. Voor sommigen betekende dat ver en lang reizen, maar dat hadden ze er voor over, het ging leuk met elkaar. De grote dag. Eenmaal op het podium hadden we de draad uiteindelijk wel te pakken. Toen werd er een briefje onder mijn neus geduwd: of we wilden afronden, want het programma liep uit. De tijd die er door bedenkers en uitvoerders van het cabaret in is gestoken, is tussen de 160 en de 180 uur. En dan moet van de uitvoering 8 minuten afgenomen worden? Goed, dan maar afronden. Maar wat moet je overslaan en wat nog doen? Ik kan niet snel met de anderen overleggen. In dat mooie lied van Wendela, haar cadeautje voor het begeleidersteam, zit de meeste tijdwinst, maar als je het schrapt kan ze haar ‘geschenk’ niet aanbieden. De ‘dankjewel-scène’ van het bijnaeind: nog doen! Een aantal mensen had zich dit anders voorgesteld! Sketches, liedjes, eindelijk een stuk Kombi. Gelukkig heeft Wendela heel moedig aan de Sinti-band gevraagd of ze haar bij haar lied wilden begeleiden, zo kwam dat stukje van ons cabaret toch nog aan bod en kon zij in elk geval haar geschenk alsnog overhandigen. Ik heb er begrip voor als een bestuur of commissie in een situatie waarin men zich met de rug tegen de muur voelt staan, een besluit neemt. Ik heb bij Kombi echter ook geleerd om te voelen wat ik voel en mezelf serieus te nemen: wat je wilt bieden kun je niet kwijt, de liefde die je erin gelegd hebt zie je wegvloeien door het gat van de tekortschietende tijdbewaking, je merkt dat de buitenwacht, net als vroeger, belangrijker is dan ‘eigen’. Het is oude pijn, die wij als Kombianen maar al te goed kennen en waar we met elkaar om gerouwd hebben en geprobeerd hebben een manier te vinden om er mee om te gaan. Het is jammer als juist bij Kombi een reprise van het verleden plaats vindt en nog wel op een jubileumdag. We staan te zingen over de plek waar je jezelf kunt zijn – om het optreden tot een goed einde te brengen moet je terugvallen op overlevingsstrategieën. Dit heeft meer repercussie dan voelbaar wordt, de dag zelf. Er zijn verscheidene Kombianen die hebben gebeld en gemaild – en dat is op en top Kombi! Gonda
Dienstverlening Cogis aan Oorlogsgetroffenen Voor vragen op het gebied van wetten en regelingen; vragen over zelfhulp/therapie/m.werk; voor literatuur over WO-II, gevolgen van oorlog, vervolging en geweld kunt u terecht bij Stichting Cogis. Voor mensen als de oorlogsgetroffene, partner, NOG; voor bijv. onderzoekers, prof. betrokkenen.
[email protected] Bibl. open di-wo-do 9-17u. Churchillaan 11 4e etage, 3527 GV Utrecht - 030 2968000
[email protected] www.cogis.nl
Inhoudsopgave Van de redactie Van het bestuur Toon Tellegen
........................................................................................................ ........................................................................................................ gedicht: De laatste loodjes ..............................................................
2 2 2
Ridder in de orde… verslag van 29 april 2010 Erik Guns Gelske van der Vlugt – 29 april 2010 ............................................. Gelske van der Vlugt Kombi is ridder… .......................................................................... Marjan Veenman Ridder Gelske riddert Kombi .........................................................
3 4 5
overige verslagen Freddie Cochius Freddie Cochius An van der Burg Ramsey Nasr Ger Offermans Toon Tellegen
Herdenking kamp Amersfoort ........................................................ Een open zenuw .............................................................................. Vijftienjarig bestaan SPO ............................................................... gedicht: Een mooie dag om de stilte te verscheuren ...................... Impressie 4 mei 2010… (nationale dodenherdenking) .................. gedicht: Vrijheid .............................................................................
6 6 7 7 8 9
Thema: Kombi 20 jaar Cabaretgroep 29 mei Marja Vinjé Gonda Scheffel-Baars bron: cabaretgroep Joop Bokhove Erik Guns An van der Burg Erik Romme Wendela Weidema Joop Bokhove
Kombi, door de jaren en door de mensen, foto en cabarettekst*) .. Inleiding 20-jarig jubileum: People who are different, unite! ........ Jubileum Kombi… ........................................................................ liedtekst: Ein bisschen Frieden ....................................................... Impressie van een andersoortige bijdrage ...................................... Forum themadag 29 mei 2010 ........................................................ Impressie Kombi 20 jaar ................................................................ Werken met vluchtelingen, gelijk en anders?................................. lied: Amour propre dat zij zong met orkest Roma Mirando .......... Een videoverslag lustrum Kombi ...................................................
9 10 11 13 15 15 18 19 22 25
Stichting Cogis Gonda Scheffel-Baars
Dienstverlening oorlogsgetroffenen (binnenkaft voorin, links van inhoud) ingezonden (idem).
*)Van het cabaret optreden staan teksten in de Nieuwsbrief op blz. 9, 13, 17, 19 en achterop. Foto voorkant: kleinkinderen Loes zien de musici Koninklijk Zigeunerorkest Roma Mirando spelen. Op de achterkant: spreker Mw. Hella de Jonge, forumleden, cabaret en nog 2 teksten liedjes.
bronvermelding illustraties: Omslag Nieuwsbrief 47 Kombi 20 jaar, foto musici en kinderen, nageslacht van Loes Bertholee foto-cd Joop Bokhove/Marja Vinjé; achterop 2 foto’s Marjan Veenman; foto cabaret Milena Eshuis. Persfoto’s Jilmer Postma bovenaan blz. 3, 5: Drachten, 29 april jl. met toestemming plaatsing in dit blad. Foto’s blz. 3 onder Marjan Veenman; foto blz. 4 Gelske v/dVlugt, foto’s blz. 9 Milena Eshuis.
Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
- 1 -
20 jaar Kombi
Van de redactie
Van het bestuur
Verrassing! Tot ons genoegen kunnen we u melden dat de subsidie aanvraag, die vanwege het plotselinge overlijden van onze penningmeester niet op tijd ingediend werd, is toegekend. Dat houdt in dat we nu toch een zomernummer van de Nieuwsbrief kunnen uitbrengen. En wat voor een zomernummer!
De afgelopen periode is het bestuur samen met anderen druk bezig geweest met de voorbereiding en organisatie van het twintigjarig jubileum van Kombi. Met plezier kijken we terug op een zeer geslaagde dag. Een dag waarbij diverse sprekers vanuit verschillende invalshoeken terugblikten op de betekenis van Kombi in de afgelopen jaren en de erfenis die ook voor de toekomst van belang blijft. Dat die dag een succes is geworden is vooral te danken aan de vele mensen die daaraan gewerkt hebben. Mensen die deel uitmaken van het Kombi netwerk en mensen daarbuiten. De constatering dat de dag geslaagd is betekent niet dat alles vlekkeloos verliep. Met name het volle programma, het uitlopen van de middagpauze en meerdere programmaonderdelen noopten tot bijsturingen. De dag werd afgesloten met muziek van het zigeunerorkest Roma Mirando. Met de keuze van juist zigeunermuziek als afsluiting van dit laatste jubileum wilden we heel nadrukkelijk een handreiking doen naar een groep van oorlogsbetrokkenen die tot nu toe een beetje buiten zicht zijn gebleven. Als bijzonder slot noemen we het optreden van leden van de cabaretgroep begeleid door dit orkest. In de komende netwerkbijeenkomst gaan we ons beraden op hoe verder te gaan. Wat behouden we en welke activiteiten kunnen worden afgebouwd? In het najaar wordt daarover definitief beslist.
In de eerste plaats uitgebreid verslag van het feit dat Gelske van der Vlugt tot ridder in de orde van Oranje Nassau benoemd is. In februari 2009 was Rien Timmermans al begonnen met de voorbereiding. Er moest eerst een artikel ingezonden worden met een motivatie waarom Gelske een onderscheiding zou verdienen, voordat er een formulier ingevuld kon worden. Ook regelde Rien de ondersteuning door Herinneringscentrum kamp Westerbork. De hele procedure is dus door hem in gang gezet. Helaas heeft hij de uitreiking van het lintje niet meer mogen meemaken. Vervolgens kunt u een bijdrage lezen over de herdenking in kamp Amersfoort en een verslag van de herdenking op 4 mei in Amsterdam. Dan volgt een overzicht van ons twintigjarig jubileum, compleet met diverse impressies. Onze onvolprezen medewerkster Gonda Scheffel Baars schreef een uitgebreid verslag over de presentaties in het ochtendprogramma. Na een smakelijke nasi rames volgde een lezing over vluchtelingen uit oorlogen-van-nu en een flitsend forum geleid door Erik Guns. Helaas werd vanwege uitlopen van diverse programmaonderdelen het Kombi cabaret voortijdig afgebroken. Gelukkig kreeg de redactie toestemming de tekst van de liedjes in dit nummer op te nemen. zodat de Kombianen die er niet bij konden zijn een indruk kunnen krijgen van de inhoud van deze voorstelling. Tot slot was er een optreden van Roma Mirando, een zigeunerorkest. Spontaan werd er gedanst.. Kortom een dag om niet te vergeten.
Joop Bokhove
De laatste loodjes Wat moeten we met de laatste loodjes doen? Moeten we ze vrezen en vol ontzag bekijken, naar ze wijzen en zeggen hoe groot en indrukwekkend ze zijn? Moeten we ze optillen en één centimeter verplaatsen, door onze knieën zakken en het uitschreeuwen van pijn? of moeten we onszelf bedriegen, zeggen dat het veertjes zijn – De laatste veertjes wegen het lichtstEn ze wegblazen met een glad en glimmend roestvrijstalen gezicht?
In het late najaar kunt u weer een Nieuwsbrief verwachten. Deze zomer valt de beslissing over hoe nu verder met Kombi We houden u op de hoogte van de ontwikkelingen Rest ons u een goede zomer te wensen.·
Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
Toon Tellegen, uit: ‘Daar zijn woorden voor’.
- 2 -
20 jaar Kombi
Gelske van der Vlugt – 29 april 2010 Een bijdrage van Erik Guns Hoewel ik het heel bijzonder vind om vandaag u allen te mogen ontmoeten, moet ik u mededelen dat ik het absoluut niet bijzonder vind om Gelske vandaag te zien: absoluut niet! Ik zal u ook vertellen waarom: Al weken geleden stond er een afspraak voor deze dag in onze agenda’s, een afspraak om het te hebben over het twintig jarig bestaan van Stichting KOMBI. We zouden elkaar in Groningen ontmoeten, bij dochter Rinske. Gelske belde me afgelopen maandag met de mededeling dat het vandaag allemaal wat moeilijk zou liggen om elkaar te treffen. We kwamen in principe overeen om Koninginnedag hiervoor op te offeren. Ik zou voor mijn werk toch naar Amsterdam moeten, dus ligt De Veenhoop goed op de route. Gistermiddag belde ik Gelske nog even terug. We bekeken nog even onze mogelijkheden om elkaar toch op de 29e april te zien: “om kwart voor tien zijn André en ik klaar van de fitness. Het zou daarna wel kunnen”. Ik dacht: “dat kan helemaal niet want dan zit jij in het gemeentehuis”. Ik zag geen mogelijkheden en besloot daarom toch weer de 30e april in de strijd te gooien: “maar dan moet je wel zorgen dat je Oranjekoek in huis hebt. Dat hebben ze alleen in Friesland en daar ben ik gek op”, liet ik Gelske weten. “Das goed” zei ze. “Dan moet ik dat morgen even kopen”. Ik voelde me toch wat bezwaard: “dan geef ik je wel geld”. En toen had ik de neiging om te zeggen: “want ik zie je morgen toch”. Gelukkig kon ik me inhouden en sloten we ons gesprek af. Ik had al voldoende voorpret gehad over deze dag: 29 april 2010, de dag waarop Gelske van de Vlugt onderscheiden is voor haar tomeloze inzet als bestuurder van KOMBI en gastspreker op scholen. Waarom heeft het Herinneringscentrum Kamp Westerbork de aanvraag van Gelske van der Vlugt zonder aarzeling ondersteund? * Wie wel eens een gastles van Gelske heeft bijgewoond, weet waarom. Ze is in staat om kinderen stapje voor stapje mee te nemen in wat een oorlog met mensen doet. Het was dan ook niet voor niets dat we op 3 december 2008 in een bijeenkomst voor gastsprekers aangesloten bij het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WO II - Heden Gelske vroegen om haar verhaal te vertellen.
Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
- 3 -
20 jaar Kombi
Persoonlijk zou ik nog willen zeggen dat ik je warme belangstelling, je scherpe analytische blik, onze vele trein- en autoreizen en je daadwerkelijk onvermoeibare inzet om het contact tussen Stichting KOMBI en het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WO II - Heden te bestendigen altijd meer dan op prijs gesteld heb. Heel hartelijk dank voor de brug die jij gebouwd hebt. Natuurlijk zou ik het ook zeer waarderen als je voor ons nog even oranjekoek voor morgen wilt regelen, maar gezien de onverwachte verandering in jouw agenda heb ik in dit geval de oranjekoek alvast maar aangeschaft. Ik ga er vanuit dat het ons morgen goed zal smaken.·
Om anderen, waarvan er een enkeling veel minder of niet open staat voor feedback, te laten zien hoe een gastles er in optima forma uitziet. Gelske heeft vele malen haar verhaal verteld, maar iedere keer slaagt ze er weer in om kinderen te binden en te boeien. En ik kan u uit de opgebouwde ervaring verzekeren, dat weinigen dat gegeven is. Dat is op zich al een onderscheiding waard. * De brugfunctie die Gelske vanaf de zomer 2000 tot vandaag heeft gespeeld tussen Stichting KOMBI, het verhaal over de Japanse Bezetting, het verhaal van kinderen van politiek foute ouders en het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WO II - Heden. En dat was niet altijd gemakkelijk. Ik kan me nog heel goed een bijeenkomst in 2000 herinneren – een kort verslag heb ik er nog van – met het bestuur van Stichting KOMBI. Naast Gelske, was onder andere ook Theo van Helvoort bij dit gesprek aanwezig. Ik was toen nog zeer onervaren. Ik zal dan ook nooit meer vergeten dat Gelske aangaf dat KOMBI zich alleen bij het Steunpunt aan wilde sluiten als ook kinderen van politiek foute ouders welkom waren. En dat is gelukt. Niet altijd via de Koninklijke weg, maar wel dusdanig dat kinderen van politiek foute ouders vanaf medio 2004 gastlessen zijn gaan geven. Ook er is een lesbrief over dit onderwerp (mede gefinancierd door gelden die door Gelske zijn geïnitieerd). Tevens is met duo-gastlessen de nodige aandacht gegenereerd. Gelske’s onvermoeibare inzet is hierbij van doorslaggevende betekenis geweest.
Kombi is ridder in de orde van Oranje Nassau geworden
* Hetzelfde geldt ook voor de Japanse Bezetting en Bersiap: dit onderwerp heeft ze voortdurend op de agenda van het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WO II - Heden gezet, waardoor er nu een hand-out Zuidoost-Azie en een educatieve uitgave getiteld De Klassenfoto beschikbaar is. Meer dan vroeger worden er gastlessen gegeven door kinderen die de Japanse Bezetting mee hebben gemaakt. Ook op dat gebied heeft Gelske een belangrijke en positieve rol gespeeld en zou het er zonder haar anders uit hebben gezien.
Op 29 april 2010 is in de gemeente Smallingerland een ridderorde uitgereikt aan ons Kombi, ik heb de orde namens jullie in ontvangst mogen nemen.
Ik kan natuurlijk nog wel even doorgaan met het opsommen van punten, maar wil ook andere sprekers die vanuit andere invalshoeken de onderscheiding van Gelske belichten geen gras voor de voeten wegmaaien.
Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
- 4 -
20 jaar Kombi
Zo heb ik dat de hele dag gevoeld. De waardering die uitgedrukt wordt met zo’n ridderorde is voor ons allemaal.
Het was gelukt: het behaagde Hare Majesteit om mevrouw Gelske van der Vlugt te benoemen tot ridder in de orde van Oranje Nassau. Echtgenoot André had haar op slinkse wijze meegelokt – zo hoort dat ook in Nederland – en toen Gelske haar familie en de verzamelde Kombianen in het vizier kreeg, viel het eerste kwartje. Een onderscheiding! Burgemeester Bert Middel had zijn ketting al om en Gelske grijnsde. “Aha! Deze meneer heeft Kombi in de tijd dat hij Kamerlid was, nog eens behoorlijk tegenspel geboden bij een tv-uitzending. En nu MIJ een onderscheiding opspelden… mijn triomf is groot!” Maar de burgemeester maakte het helemaal goed: hij vertelde uitgebreid over Gelske, over haar achtergrond als gevangene in voormalig Nederlands-Indië, over Gelske’s rol als bruggenbouwer en realisator bij Kombi, bij het Herinneringscentrum Kamp Westerbork, bij het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WO-II – Heden, de educatieve publicatie De Klassenfoto en de duo-gastlessen op scholen. De zaal werd stil, héél stil. Van alle acht onderscheidenen die dag kreeg Gelske de mooiste toespraak en ook de hoogste onderscheiding: ridder! Gelske zou natuurlijk Gelske niet zijn als ze niet de gelegenheid aangreep en de microfoon pakte om zelf nog even een duit in het zakje te doen en te vertellen wat er nog zoal méér nuttig en nodig was op het gebied van de verwerking van de verschillende generaties oorlogsgetroffenen. Ook de uniciteit van Kombi werd voor het voetlicht gebracht: waar vind je een club waar mensen van alle achtergronden zó welkom zijn? Na het officiële gedeelte en de felicitaties kwam de tweede verrassing: in de schouwburg was een zaaltje gevuld met mensen uit Kombi’s gelederen, nog meer familie en “officials”. Daar viel het tweede kwartje: wat een huldiging! Ieder had een roos meegebracht, Evalina regisseerde het “informele” samenzijn en vertelde van Gelske’s “derde kind”, genaamd Kombi. Erik Guns van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork sprak heel persoonlijk en betrokken over Gelske’s activiteiten daar. Ton Scheffel las namens Gonda een prachtige brief voor over de kabouterbelofte van destijds die bij Gelske leidde tot: “Soms moet je niet eindeloos gaan zitten redeneren, maar moet je gewoon wat doen. Je moet willen, je moet durven, je moet bereid zijn je grenzen te verleggen”. Wil Reimer feliciteerde André als “man achter de vrouw”, de kleinkinderen hadden heel creatief een blik met goede wensen gemaakt, Marja Vinjé haalde uit een veelkleurige tas een prachtige herinnering, om maar eens een paar leuke momenten te noemen.
Het was bijzonder om met elkaar de uitreiking bij te wonen en daarna samen een feestje te bouwen in de schouwburg, met mijn kinderen, kleinkinderen, André en mijn familie erbij, Kombianen, Bram Rinkel van de stichting Vrienden van Kombi en Erik Guns van het Landelijk Steunpunt gastsprekers WO II – Heden. Alle mensen die er waren, alle mensen die er niet waren maar wel van zich hadden laten horen: bedankt. Ook bedankt voor alle bloemen, rozen, cadeaus en lieve woorden. Gelske Ik herhaal het nog maar eens: Kombi is ridder in de orde van Oranje Nassau geworden.
Ridder Gelske riddert Kombi Een bijdrage van Marjan Veenman Drachten, 29 april 2010 – Uit alle hoeken en gaten van Nederland zijn Kombianen al vroeg op weg naar het gemeentehuis want vandaag wordt Gelske van der Vlugt geridderd. Eindelijk! Er waren al een paar jaar groepjes en tweetallen die bij vergaderingen en elders “samenschoolden” om het plan te bespreken om Gelske eens die zozeer verdiende onderscheiding te laten toekennen. Er werd dus ook al een poosje – echt op z’n Kombiaans - duchtig langs elkaar heen gewerkt. Ook was de tragische dood van Rien Timmermans een complicerende factor maar uiteindelijk greep Evalina van der Werff het roer, en Marja Vinjé redde alle aanvraagformulieren uit Rien’s nalatenschap. We kennen immers allen Gelske’s voelsprieten en radarogen.
Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
- 5 -
20 jaar Kombi
De winnares van ‘Dichter bij 4 mei’ 2010 droeg het gedicht “Veertje” voor. Na het derde muzikale intermezzo werd de “Taptoe infanterie” ten gehore gebracht. Vervolgens luidde de heer F. van den Berg Jr. de appèl-klok. Tenslotte werd een defilé gehouden langs het monument van het Nationaal Monument Kamp Amersfoort “Gevangene voor het vuurPeloton”, het beeld “De Stenen Man” van beeldhouwer F. Sieger op de voormalige schietbaan/executieplaats, waarna de kranslegging de plechtigheid besloot. Er waren dit keer meer mensen aanwezig dan in voorgaande jaren. Onder de genodigden o.a. de commandant van het KTOMM Bronbeek te Arnhem, kolonel Noordanus en zijn echtgenote die achter mij zaten.
En tenslotte had Gelske het laatste woord. En zeer ON-Gelske sprak ze: “Ik heb graag het laatste woord maar vandaag heeft de Koningin het laatste woord….”. Zou je denken dan? Nog diezelfde nacht schreef ze in een mail (zie hiervoor) naar alle mensen die erbij waren en naar hen die niet konden komen: “Kombi is ridder geworden in de orde van Oranje Nassau, ik heb de orde namens jullie in ontvangst mogen nemen. Zo heb ik dat de hele dag gevoeld. De waardering die uitgedrukt wordt met zo’n ridderorde is voor ons allemaal.” Gelske, PROFICIAT!!! Van ons allemaal… ·
Herdenking Kamp Amersfoort
Helaas moest ons redactielid Freddie Cochius de kranslegging voor het einde verlaten in verband met een bijeenkomst in Den Haag, waar een presentatie plaats vond van een nieuw boek waarvan hier een korte weergave volgt.
Een bijdrage van Freddie Cochius Op 19 april 1945 werd het doorgangskamp Amersfoort bevrijd. Op die dag - 65 jaar geleden - nam mevrouw L.H.M.A. van Overeem-Ziegenhardt namens het Nederlandse Rode Kruis het kamp over van het Duitse commando. Op 19 april 2010 werd dit herdacht. Na de welkomstwoorden door de bestuursvoorzitter de heer Ir. M. van Hoogevest werden het 1e en 6e couplet van het Wilhelmus gezongen onder begeleiding van de MariniersKapel der Koninklijke Marine en het Amersfoorts/Zwols Mannenkoor, die de muzikale omlijsting van de herdenking verzorgden. Er waren toespraken van de demissionair minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de heer Ab Klink, en van een oud-gevangene, Viceadmiraal b.d. de heer E. Roest.
Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
Een open zenuw Eveneens op 19 april, maar dan in de middag, in perscentrum Nieuwspoort in Den Haag, vond de presentatie plaats van de NIOD jubileum uitgave: “Een open zenuw”. Met als ondertitel :”Hoe wij ons de tweede wereldoorlog herinneren”. Het boek behandelt het veranderende beeld van de oorlog in 48 bijdragen, 11 daarvan gaan over de oorlog in Zuid-Oost Azië. De redactie was in handen van Madelon de Keizer en Marije Plomp, beiden werkzaam bij het NIOD. Het boek is een uitgave van: Prometheus – Bert Bakker. ISBN: 9789035133686.
- 6 -
20 jaar Kombi
Het huidige bestuur van de SPO verklaarde zich bereid nog tot eind 2010 aan te blijven en eventuele opvolgers in te werken Het was ons al opgevallen dat de voorzitter nogal nerveus was en de reden daarvan werd om precies twaalf uur duidelijk: Ans van Vondelen kreeg tot haar grote verrassing een Koninklijke onderscheiding opgespeld door de burgemeester van haar woonplaats. Daarna was er een lopend buffet. Voor Hans en mij, als geboren rijstpikkertjes, een ietwat wonderlijke combinatie van Chinese en Indische gerechten, maar de smaak was prima.
Vijftien jarig bestaan van de Stichting Partners Oorlogsgetroffenen door An van der Burg Op 10 april 2010 vierde de SPO het feit dat de stichting 15 jaar bestond. Tevens werd aangekondigd dat dit de laatste landelijke dag oude stijl zou zijn. Een jubileum met ergens toch een weemoedige ondertoon. Thema van de dag was:”Loslaten is ruimte maken voor het nieuwe”. Het bestuur had een mooi programma samengesteld. Na de opening door de voorzitter, Riekje Sijsma, zelf een jong kampkind en het voordragen van een gedicht, door Ans van Vondelen, hoorden we vier toespraken, gehouden door de oud-voorzitter, Corrie Kral; een deelnemer aan de partner praatgroepen, Evert Scheening; een oorlogsgetroffene, Pé Sijsma, echtgenoot van Riekje; en een dochter van een oorlogsgetroffene, Constance van Vondelen.
Het middagprogramma bestond uit een afscheidsritueel door Mies Cornelissen Alles wat je hinderde kon je op een stukje papier schrijven en dan op een rol behang plakken. Daarna kon je wat je veranderen wilde ook opschrijven en dat in de SPO-boom bevestigen. Mies nam de rollen met wat je kwijt wilde mee en zou die ’s avonds verbranden. Tot slot droeg Greet v.d. Beukel het gedicht: Ik drink op de mensen van Paul van Vliet voor. Het was een zeer geslaagde dag in Doorn.·
Vooral de lezing door Constance maakte veel indruk. Ze gaf aan dat in haar ouderlijk gezin een gebrek aan basale veiligheid heerste, dat aanleiding gaf tot onmacht en boosheid tegen jezelf gericht. Toch is het haar gelukt voldoende afstand te nemen en daarmee inzicht te krijgen, waardoor ze groeide en tot een redelijk evenwichtige volwassene werd. Ook één van haar broers en al haar zussen is dit gelukt. Helaas geldt dit niet voor haar andere broer. Hij kon het leven niet aan.
Een mooie dag om stilte te verscheuren Een mooie dag om stilte te verscheuren. Oud-strijders staan te beven aan de kant de blikken op zwartwit – en het gebeurt. Gewoon, omdat het kan. Omdat één man. Het is de wet van Nederland. Bij ons moet alles vroeg of laat een keer gebeuren dus dan ook dit. Elkeen zoekt naar het licht als hamsters in een bak met open deuren. Ik heb vandaag mijn oorlogsland herdacht en struikel voort in volle ongeremdheid zozeer bevrijd dat ik een kind vertrap. Vlak voor mijn voeten valt een hoogbejaarde in zijn soldatenpak. Hij huilt. Ik kijk. Waar alles mag, is ieder vogelvrij.
Mooi was dat één van haar zussen naar voren kwam en een ontroerend pleidooi voor hun vader hield. De toespraak was zo open, eerlijk en vol veerkracht dat ik graag de tekst gehad zou hebben, maar de andere familieleden wilden niet dat het verhaal van Constance buiten de kring van toehoorders verspreid zou worden, om geen verkeerd beeld van hun vader de wereld in te sturen. Loyaliteit naar de ouders, zoals we die allemaal kennen. Vervolgens hield Bianca Hofman, partner van een veteraan met chronische PTTS, een pleidooi voor een doorstart van de SPO, maar dan vooral gericht op partners van veteranen Hugo v.d. Kamp, directeur van de Basis zegde haar alle steun toe en wilde proberen fondsen te creëren. Hij zou inzicht willen krijgen in aantallen en doelen formuleren.
Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
Ramsey Nasr Dichter des Vaderlands Ramsey Nasr was aanwezig op de Dam tijdens de herdenkingsplechtigheid 4 mei jl.; hij stond op enkele meters van de schreeuwende verstoorder, en werd zelf meegesleurd in alle paniek.
- 7 -
20 jaar Kombi
Impressie 4 mei herdenking 2010 in Amsterdam, van Ger Offermans.
In de verwarring, die toch nog voelbaar was is het Kombi bloemstuk niet door onszelf gelegd.
Rond vier uur zag ik Evalina en met haar en een aantal meeuwen at ik een hapje vóór we in de rij gingen staan om de inspectie te ondergaan, die verplicht was voordat je de kerk in mocht. Daarna nog minstens een half uur in een andere rij staan. Ook alle hoogwaardigheidsbekleders stonden daar geduldig te wachten.
Na afloop is Evalina meteen naar het station gegaan. Zij had nog een lange reis voor de boeg. Ik ging naar het Industria gebouw waar de genodigden koffie en thee met iets erbij konden krijgen. Dat bleken hartige hapjes te zijn. Voor het eerst dus borrelkoffie gedronken. Eindelijk kon ik daar mijn jas uittrekken, weliswaar over mijn hoofd, want de rits was vast komen te zitten in mijn shawl. Later heb ik die moeten afknippen. Na een vrij vlotte terugreis was ik om half twaalf terug in Waddinxveen.
We zaten helemaal achterin en volgden op grote schermen de plechtigheid. De opening werd verzorgd door een jongerenkoor, dat een Jiddisch lied zong. Daarna een lezing door K. Schipper over muziek en met name Jazz in de oorlog. Vervolgens een toespraak door de hoofd krijgsmacht rabbijn en het zesde couplet van het Wilhelmus. Na deze plechtigheid werden de genodigden vak voor vak naar buiten geleid.
Het was alles bij elkaar een gedenkwaardige dag.·
Vrijheid
Het maakte indruk op mij om zo zwijgend tussen een haag van uniformen naar de ons aangewezen plaatsen te lopen, die redelijk vooraan waren. We zaten niet ver van het monument op houten banken Er heerste een vredige sfeer, voorafgaand aan de twee minuten stilte. Kort vóór het einde daarvan begon een man te schreeuwen. Achteraf realiseerde ik me dat ik hem al gezien had toen we naar de banken liepen. Hij was een opvallende verschijning. Iedereen schrok geweldig, vooral van omvallende hekken en banken. Ik stootte gevoelig mijn knieën bij het opstaan. De Koninklijke familie werd in haast afgevoerd, kortom er heerste paniek. In de chaotische toestand zijn ruim zestig mensen gewond geraakt. En dan zijn de mensen die zich verloren voelden, schrokken niet eens meegeteld.
De één zwijgt De ander wijst erop dat dat niet kan De één fluistert. De ander laat zien dat dat volstrekt onvoldoende is De één schreeuwt, schreeuwt urenlang, schreeuwt met een steeds hogere en schrillere stem, een overslaande stem. De ander ziet toe. De één koestert de vrijheid als een kleinood als een offer. Als een groot, leeg paard in de dronken duisternis De ander roept : “Niet doen”.
Toen bleek dat er eigenlijk maar één man geschreeuwd had kwam de Koninklijke familie weer terug onder luid handengeklap. Ik zag hoe Willem Alexander een liefkozend duwtje gaf tegen de rug van zijn moeder. We zongen het Wilhelmus en daarna droeg de winnaar van: ‘Dichter bij 4 mei’, Luc Stefelmanns zijn gedicht voor. Vervolgens de officiële kransleggingen. Door 65 schoolkinderen werden bloemen gelegd vóór het defilé begon.
Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
Toon Tellegen uit: ‘Daar zijn woorden voor’.
- 8 -
20 jaar Kombi
Kombi 20 jaar Kombi … door de jaren En door de mensen
Kinderen van de oorlog (melodie: Het weer is op z’n zondags) Kom, kind’ren van de oorlog en reikt elkaar de hand, laat toch de oorlog stoppen hier in Nederland.
Een kind maakt nog geen keuze, het voelt en ondergaat, ’t is weerloos en heel kwetsbaar, weet niet van goed en kwaad.
Kom, haal toch naar beneden dat wat ons nog steeds scheidt verwerk samen de oorlog in lotsverbondenheid.
Ondanks alle verschillen is dit wat ons verbindt: we waren in de oorlog nog allemaal een kind.
Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
- 9 -
20 jaar Kombi
Inleiding bij het 20-jarige jubileum “People who are different, unite!” Beste Kombianen, beste gasten, … Ik ben erg blij om hier vandaag zoveel mensen te zien. Op 1 mei 2010 bestond Kombi officieel 20 jaar. Zoals de Kombianen van het eerste uur zich zullen herinneren, waren er al enkele weekenden aan voorafgegaan, maar op 1 mei 1990 werd de Stichting Kombi officieel opgericht. 20 jaar Kombi: 20 jaar er zijn voor ieder kind dat tot slachtoffer werd in en van de oorlog; 20 jaar geloven dat een kind niet aangesproken mag worden op keuzes en daden van de ouders. 20 jaar Kombi: 20 jaar samen, 20 jaar strijden voor waar we in geloven. Moedig strijden – niet tegen elkaar, maar met elkaar; voor onszelf en voor elkaar! 20 jaar Kombi: 20 jaar ‘dat kan niet!’; ‘waar zijn jullie nou toch mee bezig!?’ 20 jaar bewijzen dat het wél kan; dat je samen aan de slag kunt gaan; met respect en aandacht luisteren naar elkaars verhaal; vertrouwen hebben in elkaar en in de bereidheid om elkaar te accepteren. 20 jaar van elkaars gevoelens en wederwaardigheden herkennen dat ze de jouwe weerspiegelen, ook al is het verhaal totaal anders. 20 jaar daarbij rekening houden met elkaars pijn en ook met elkaars verschillend zijn. 20 jaar er zijn voor elkaar; zelf methodes ontwikkelen om elkaar bij te staan. En elkaar te helpen, naar er mogen zijn; naar het leven hier en nu; naar vrede en veiligheid. Het kon niet, en volgens velen mocht het niet. Maar we hebben het gedaan; we hebben het bewezen en dat doen we nu opnieuw – op dit moment – door hier te zitten met elkaar. Dát is Kombi en dát is wat ons zo uniek maakt. Maar waaróm is het toch zo uniek om elkaar te accepteren en gewoon als mensen te respecteren… 65 jaar na de oorlog? Velen van ons binnen Kombi hebben de oorlog niet eens in levenden lijve meegemaakt. En ook al zijn er toen de meest vreselijke dingen gebeurd, hoe is het mogelijk dat die oorlog nu nog steeds mensen het leven zo moeilijk maakt?
Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
Binnen Kombi zijn mensen met elkaar in gesprek gegaan, die zelf of wier ouders de meest traumatische dingen hebben beleefd, vanuit de handen van mensen die de achtergrond vormen van de andere partij in het gesprek. Als zij dat konden en vanuit die opstelling konden komen tot begrip voor elkaar en tot een gezamenlijke ervaring van “vrede”… waarom kan dat dan niet op veel ruimere schaal? Waarom blijft Kombi nog steeds zo’n unieke plaats innemen? De oorlog is een mensenleven geleden geëindigd en toch beoordeelt men elkaar nog vaak op grond van wat er toen (in, en kort na de oorlog) gebeurd is. Dat stelt aan ons de vraag hoe wij datgene wat we binnen Kombi geleerd en ervaren hebben kunnen overdragen aan de buitenwereld. Zodat anderen die door conflicten of oorlog tegenover elkaar staan ook een beter begrip voor elkaar kunnen krijgen of tenminste de stap kunnen gaan nemen om als mensen met elkaar te gaan praten. Wat kunnen wij vanuit Kombi eraan doen om daarin een bijdrage te leveren? Hoe kunnen wij onze erfenis van Kombi naar buiten brengen? Er wordt nogal eens al te gemakkelijk gezegd dat het nou wel voorbij is, dat het ons niet betreft … en dat er niet zoiets als transgenerationele traumatisering bestaat. En het lijkt best wel logisch om zo te denken. Want dat is wat je misschien zou verwachten of zou wensen. Inderdaad: veel pijn verdwijnt met de tijd, of wordt minder scherp. Maar geldt dat ook voor werkelijk grote pijn? En wie heeft er niet wel eens gezegd, wanneer er sprake is van lijden, dat een kind gelukkig te klein is om het allemaal werkelijk mee te krijgen. Dat is wat je misschien zou verwachten, maar het blijkt niet altijd zo te zijn. Nog veel onwaarschijnlijker is het, dat nogal wat na de oorlog geborenen de pijn meedragen die ooit hun ouders betrof. En dat zij – de kinderen dus die dat niet gevoeld kúnnen hebben – er werkelijk onder lijden. Wie zou dat nou geloven? Maar wij bij Kombi weten beter. Of we het begrijpen of niet, of we het kunnen verklaren of niet …de pijn voelen we. En die gaat niet zomaar weg en doet dat misschien wel nooit. Maar hoe gaan we daarmee om en hoe dragen we dat over aan onze kinderen of aan de jongere generatie? Ook dat vormt deel van de erfenis van Kombi.
- 10 -
20 jaar Kombi
Dat we ons bewust zijn dat we een trauma kunnen overdragen, maar ook dat we onze eigen verwerking kunnen overdragen. Met heel veel inzet hebben velen binnen het netwerk van Kombi al die jaren klaar gestaan iedere keer weer, om wéér opnieuw met een nieuwe groep het gevecht aan te gaan. Weer nieuwe mensen de ervaring te geven van “Kombi”. Dat steeds opnieuw op te brengen en iedere keer opnieuw daardoor weer eens geconfronteerd te worden met resterende eigen pijn, dat is geen kleinigheid! Ook in de buitenwereld is dat niet onopgemerkt gebleven. Dat blijkt wel uit de eervolle Marga Klompé-prijs die Kombi ooit verdiend heeft. Enkele jaren geleden kreeg Gonda Scheffel-Baars een Koninklijke onderscheiding voor haar werk ten behoeve van de kinderen van de oorlog. Voornamelijk betrof dat haar werk binnen de werkgroep Herkenning, maar ook dat binnen Kombi. Dit jaar viel eenzelfde eer één van de oprichtsters van Kombi ten deel. Gelske van de Vlugt werd benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Samen met Gelske denk ik dat het terecht is om die onderscheiding ook een beetje te beschouwen als een eerbetoon aan het werk van Kombi. Vandaag staat als thema centraal de erfenis van Kombi in ruime zin. We willen daarmee niet beweren dat alles wat u vandaag hier gaat horen vanuit onze koker komt … verre van dat. Maar in ieder van de sprekers kunnen wij eenzelfde gedachtegoed herkennen en zien hoe dat wordt doorgegeven. En aan het slot van de dag overschrijden wij zelf ook een grens. We maken een contact wat tot nu toe maar zeer beperkt tot stand gekomen is. We hebben daarom in het middagprogramma heel nadrukkelijk gekozen voor muziek van een groep die wij hierbij graag de hand reiken: die van de Sinti. In de uitgereikte flyer kunt u daarover meer lezen. Al met al denken wij als netwerk Kombi, dat we een heel mooi jubileumprogramma hebben samengesteld en ik wens u allen een heel aangename dag. Marja Vinjé Voorzitter Kombi
Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
Jubileum Kombi morgenprogramma Freddie Cochius opende de dag met een hartelijk welkom aan de ruim honderd aanwezigen. Natuurlijk memoreerde ze het lintje dat Gelske onlangs kreeg voor haar werk voor Kombi, ze is nu ridder in de orde van Oranje Nassau. En de Marga Klompé prijs die Kombi jaren geleden kreeg bleef, terecht, ook niet ongenoemd. Kombi staat voor veelkleurigheid, voor werk waarvan destijds ook professionele hulpverleners van Centrum ’40-’45 zeiden: “dat kan helemaal niet”. Freddie vertelde nog enkele bijzonderheden over de plaats waar we dit jubileum vierden, n.l. Bronbeek, de woonplaats voor veteranen uit voormalig Nederlands-Indië, over de vele herinneringsmonumenten op het terrein en het museum dat een bezoek meer dan waard is. Hierna leidde Marja Vinjé onze voorzitster, de dag in met een weluitgesproken speech over twintig jaar Kombi. Kombi: er zijn mét elkaar, voor onszelf en voor elkaar. Kombi: een plaats waar ieder kind van de oorlog welkom is en waar niemand aangesproken wordt op zijn of haar achtergrond. Kombi: twintig jaar bewijzen dat “dat kan niet”, toch mogelijk is. Kombi: eigen methodes ontwikkelen en de verbindingen leggen tussen ‘toen en daar’ en ‘hier en nu’. Kombi: waar de oorlog die in heel verschillende situaties beleefd werd eindigde in de vrede die we elkaar boden. Kombi: wat wij konden en kunnen, dat kan elders en bij anderen dan toch ook! Hoe kunnen we onze erfenis nog verder naar buiten brengen? Ook al worden er door sommige beroepshulpverleners vraagtekens gezet bij transgenerationele traumatisering, veel na de oorlog geboren mensen dragen de pijn van hun ouders mee. Maar: niet alleen de narigheid wordt overgedragen, onze eigen verwerking ook!!! De koninklijke onderscheidingen van Gonda en Gelske betekenen ook een onderscheiding voor Kombi. Aan het eind van de dag is er volop ruimte voor de muziek van de Sinti: een handreiking aan een groep die binnen Kombi nooit echt aan bod is gekomen.
- 11 -
20 jaar Kombi
‘Los van de wereld’ Hella de Jonge, schrijfster van het boek ‘Los van de wereld’ nam ons mee in de leefwereld van de generatie van na de oorlog geborenen die de oorlog van de ouders moeten meedragen. Ze vertelde ons steeds iets over haar familie en las dan kleine stukjes voor uit haar boek: een boeiende manier van presenteren. Op de dag van het overlijden van haar moeder kreeg ze van haar zoon een roze schriftje – dat werd het begin van haar boek. Haar ouders hadden de houding: we hebben de oorlog overleefd, we zijn niet klein te krijgen, maar in feite waren ze ontheemd. In het gezin waren altijd spanningen die door de kinderen werden opgevangen, maar waar ze geen kant mee uit konden. Bij een tante, de zuster van hun oma, was het plezierig, zij vervulde de rol van oma, maar van Hella’s moeder mocht dat eigenlijk niet. Haar ouders hadden geen problemen, vonden ze, maar Hella werd als kind wel bij een psycholoog gebracht: haar vrolijke aard was voor Hella’s moeder onverdraaglijk. Zij zag in iedereen een vijand. Alles werd in verband gezien met de oorlog, alles was een drama. Als je (een beetje) ziek was, kon je dood gaan. Het heeft Hella veel moeite gekost om van dat drama spel los te komen en ze vraagt zich af waarom ze zo lang in de manier van leven van haar moeder is meegegaan. Wat de ouders hadden meegemaakt was zo groot, daar viel alles bij in het niet, ook het overlijden van het tweede kindje van Hella. Toen maakte zij voor het eerst echt kennis met de dood, die verder heel de sfeer in haar ouderlijk huis had bepaald, al was het maar door de foto’s van de overleden familie. De westerse tradities schoten te kort om Hella te leren omgaan met dit verlies, maar zij vond in de oosterse tradities aanknopingspunten om het te verwerken. Zij heeft daarbij ook veel gehad aan de boeken van Etty Hillesum, die zich midden in de ellende kon onttrekken aan de situatie en naar omstandigheden gelukkig kon zijn. De oorlog zit in jezelf, je kunt die echter omzetten in vrede – dat vond ik een ongelooflijk indrukwekkende uitspraak. Hella en de andere kinderen in het gezin waren ‘bijzondere’ kinderen, want hun ouders hadden de oorlog overleefd, en hun vader was een BN’er, maar Hella had liever een gewoon kind geweest. Haar ouders konden wel plezier maken met collega’s en vrienden, hoewel het altijd eindigde in veel drank, maar met hun kinderen niet. Ze zaten opgesloten in hun eigen wereldje en konden niets Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
met hun kinderen delen. Hella had graag meegeholpen om ‘de rotzooi’ (na een vriendenavondje, maar ook van hun totale ontredderde leven) op te ruimen, maar die kans werd haar niet geboden. Hun verdriet zat verpakt in een vat, maar het vat is nooit gebroken. Tante Ro had een kistje met oorlogsrelikwieën: Davidsster, voedselbonnen, foto van haar broer, persoonsbewijs. Hella had haar eigen Joods-zijn wel in dat kistje willen stoppen. Haar vader had alle documenten en foto’s uit het verleden willen wegdoen bij zijn verhuizing, maar Hella heeft ze gered. Ook datgene dat tante Ro bewaard had, waaruit o.a. blijkt dat een overgrootvader van Hella een comedian was in Londen. Zo komen er nog nieuwe puzzelstukken naar boven die het plaatje van haar leven kompleet maken. Het stuk dat Hella’s vader schreef over het Apeldoornse Bos kon Hella niet bekijken. Zij leefde daar als het ware haar hele leven al in, moest de hele dag vluchten. Het schrijven van dit stuk was wel een keerpunt in het leven van haar vader, hij begon zijn houding van ‘ernst en leed verbergen achter humor’ op te geven. Het was een boeiend betoog, met heel veel herkenbaars, zeker voor de NOG-ers. Maar toch ook voor de Kombianen die de oorlog als kind hebben meegemaakt en na de oorlog groot gebracht werden door ouders die hun eigen verdriet niet te boven konden komen. Loes en Miel, twee oorlogskinderen Gelske introduceerde Loes Schneider en Miel Andriesse door te vertellen dat 28 november 2008 een heel bijzondere dag was in de geschiedenis van het project gastsprekers, uitgaande van het Steunpunt Gastsprekers verbonden aan het Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Op die dag n.l. werd er op vier plaatsen in Nederland voor het eerst een duogastles gegeven, door kinderen van de oorlog met een verschillende achtergrond. Loes en Miel bezoeken scholen in Nederland, België en Duitsland met hun verhalen die zij vertellen aan de hand van foto’s en andere zaken die zij bij zich hebben in een kinderkoffertje. Zij zijn allebei in de oorlog geboren en hebben dus nauwelijks echte herinneringen aan de oorlogstijd, ze vertellen vooral over momenten uit hun levensgeschiedenis die ze weten ‘van horen zeggen’. Het koffertje symboliseert ook de vele malen dat zij zijn verhuisd. Ik vond het erg boeiend dat zij steeds elkaar het woord gaven, door een foto uit de koffer te pakken en dan te zeggen: ‘Loes, Miel, wie staat er op deze - 12 -
20 jaar Kombi
foto, wil je er iets over vertellen?’ Ze presenteerden echt als team, waren op elkaars verhaal betrokken. Loes was het derde kind in een familie met een Duitse vader die in Breda woonde. Haar moeder had bij haar huwelijk de Duitse nationaliteit gekregen en die kregen de kinderen ook. De vader van Loes mocht aanvankelijk in zijn eigen beroep werkzaam blijven, maar moest in 1943 toch in militaire dienst hoewel hij nooit dienstplichtig soldaat was geweest. Hij kreeg zijn opleiding (“werd afgericht”) in Frankrijk en werd toen naar het Oostfront gestuurd. Via veldpost bleef haar moeder, die net zwanger was geworden voor haar man vertrok, op de hoogte waar hij was. In 1944 moest de familie op bevel naar Duitsland vertrekken, haar moeder wilde dit niet, de rest van de familie ging wel. De moeder van Loes en de baby kregen ergens onderdak, de andere drie kinderen werden bij andere families ondergebracht. De ouders van Miel namen het besluit om hun kind van enkele maanden oud te laten onderduiken. Na verblijf bij verschillende families belandde hij uiteindelijk bij de familie Verheesch, waar hij door de drie grote meisjes in het gezin goed werd opgevangen. Daar kreeg hij de naam Miel (in plaats van Samuel). De familie zei dat hij het kind van een nichtje uit Den Haag was dat kuren moest voor t.b.c. Hij heeft bij deze familie de beste tijd van zijn leven gehad. Hij had een antenne voor naderend gevaar. Oom Karel en Moesje hadden een groot risico genomen door hem in huis te nemen, maar zij vonden dit de normaalste zaak van de wereld.
hem op die dag verteld werd wie zijn echte familie was. Dat bracht hem in een identiteitscrisis, waarna het leren op school niet meer wilde lukken. In de vakanties kon hij gelukkig naar zijn onderduikfamilie en daar leefde hij dan weer op. De moeder van Loes kreeg bericht dat haar man vermist was en kreeg na enige jaren de weduwestatus. Loes werd op school gepest en zelfs op de kweekschool noemde een leraar haar geen Loes maar ‘Schweinhund’. Medeleerlingen namen het toen wel voor haar op. Miel emigreerde op een dag naar Israël, hij deed daar de hotelvakschool en bleek helemaal niet ‘die stommeling’ te zijn die hij dacht te zijn. Hij heeft het erg gevonden dat Oom Karel stierf toen hij in Israël woonde, dat hij geen afscheid van hem heeft kunnen nemen. Toen hij later met zijn vrouw en kinderen Moesje bezocht, zei deze over zijn zoontje: “Daar is ons Mieltje. (…) Hij is weer in Nederland komen wonen en heeft ervoor gezorgd dat zijn onderduikouders een YadvaShem onderscheiding hebben gekregen”. Loes had van het verleden vooral overgehouden dat ze geen eigen mening mocht hebben of uiten. Gesteund door Kombianen heeft ze een zoektocht ondernomen naar haar vaders graf en heeft dat ook in 1996 bezocht. Miel heeft moeten leren zijn haat ten opzichte van Duitsers te overwinnen en dat is hem gelukt, hoewel hij twintig jaar geleden nooit verwacht had dat hij nog eens samen met een vrouw van Duitse origine op scholen zijn verhaal zou gaan vertellen.
Terwijl Loes opgevangen werd in een groot huis bij een echtpaar dat haar geen liefde kon geven en ze in een middenkamer verbleef en ze zelden buiten kwam, werd Miel door liefde omringd. Het verbeterde voor Loes toen een Poolse officier zijn intrek nam in het huis, hij gaf haar aandacht. Toen ze een keer in de tuin was lieten buurjongens een beer met één been zakken: die kreeg ze van hen.
Ein bisschen Frieden
Na de bevrijding bleken alleen Miel’s oma en twee tantes de holocaust te hebben overleefd. Oma kwam hem bij de onderduikfamilie opzoeken, maar Miel moest niets van haar hebben. Zij stond er op dat hij bij Joodse mensen zou opgroeien en zo moest hij Oom Karel en Moesje achterlaten en kwam hij bij de familie Cohen. Hij heeft het er erg moeilijk gehad en wat de mooiste dag van zijn leven had moeten zijn, toen hij religieus volwassen werd, bar mitzvah, werd een ontgoocheling omdat
De erfenis van Kombi Dirk Mulder, directeur van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork sloot de morgen af met een boeiend betoog, waarbij hij toch wat in zijn maag zat met de titel waar hij over moest spreken: is de erfenis van Kombi in goede handen? Zijn mening: die is bij Kombi zelf in heel goede handen. Westerbork kan voor de randvoorwaarden zorgen die het verder uitdragen van de boodschap van Kombi mogelijk maken.
Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
(cabaret-lied Duitsland Europeessongfestival +1981)
Ein bisschen Frieden, ein bisschen Liebe ist was ich wünsche für alle Menschen, ein bisschen Frieden, ein bisschen Liebe ist was ich wünsche für alle Zeit.·
- 13 -
20 jaar Kombi
Hij begon zijn werk in Westerbork in 1986. Het jaar ervoor was er uitgebreid aandacht besteed aan de bevrijding en alom heerste het idee dat dit de laatste keer zou zijn dat de herdenking zo groots opgezet was. De verzetsstrijders, de overlevenden, de bevrijders werden ouder, de generatie van de rechtstreeks betrokkenen begon wat uit te sterven. Ook Lou de Jong van vml. RIOD (NIOD) was die mening toegedaan, maar het pakte heel anders uit. In 2010 heeft de oorlog de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, maar kan hij nu ‘met pensioen’? Nee, tot nu toe was de oorlog vooral de oorlog van de ouders, maar hij wordt steeds meer die van de kinderen en de kleinkinderen. Die beleven hem weliswaar heel anders, maar ze beleven hem wel. Het congres ‘Het ondergedoken kind’ in 1994 was één van de keerpunten, het werd toen wel duidelijk dat existentieel gevaar dat de ouders hadden ervaren, aan de kinderen in allerlei vorm werd overgedragen. Daarnaast is het natuurlijk ook gewoon zo dat de geschiedenis van je (groot)ouders altijd een onderdeel van je eigen levensgeschiedenis is. Er blijven punten die moeilijk bespreekbaar zijn, taboes die moeilijk verdwijnen. In 2008 werd in Westerbork een tentoonstelling gewijd aan de tijd dat er een interneringskamp was ingericht, tussen 1945 en 1948. Daarbij werd ook aandacht besteed aan de invloed van de internering op de kinderen van politiek foute ouders. Zolang mensen protesteren tegen dit soort tentoonstellingen, blijft het taboe bestaan. Een van de gevolgen van die tentoonstelling is wel geweest dat het project duo-gastlessen is opgezet en dat de kinderen van politiek foute ouders als gastsprekers werden aangenomen. Het Herinneringscentrum is pas in 1983 ontstaan, de tijd van Bastiaanse, van de ‘vier, de drie, de twee van Breda’. Opmerkelijk is dat er pas protesten kwamen tegen de vrijlating van de drie, later twee, toen de oudergeneratie de protesthouding van hun kinderen had overgenomen! Intussen werden er wetten aangenomen die hulpverlening aan oorlogsgetroffenen mogelijk maakten, ook de kinderen kwamen toen in beeld. Er kwamen ook steeds meer oorlogsmusea; dit alles in het besef dat de informatie over de oorlog aan de volgende generaties moest worden doorgegeven. Een belangrijke rol daarin is weggelegd voor het persoonlijke verhaal. Er moet kennis worden overgedragen over het hoe en wat van bijv. het nationaal-socialisme, maar het is het persoonlijke Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
verhaal dat bij kinderen en jongeren blijft hangen. Het dagboek van Anne Frank heeft ook daarom zo veel invloed, omdat jongeren (en volwassenen die jongeren geweest zijn) zich met haar als leeftijdgenootje kunnen identificeren. Dialoog… De dialoog is belangrijk, maar welke stappen kun je nemen als directie van een herinneringscentrum? In Westerbork werken sinds 1995 jonge Duitsers die een alternatieve dienstplicht vervullen in het kader van de organisatie Aktion Sühnezeichen Friedensdienste door te werken in oorlogsmusea of herinneringscentra, of ook bij daklozenopvang of begeleiding van drugsverslaafden. Hoewel de jonge Duitsers Nederlands spreken is het bezoekers natuurlijk toch duidelijk dat zij Duitsers zijn. Dat kan confronterend zijn, maar ook de mogelijkheid bieden om met elkaar in contact te komen, de confrontatie aan te gaan of tot een echte ontmoeting te komen. Toen een kleinzoon van Seys-Inquart zich voor dit soort werk meldde bij het Anne Frankhuis, heeft men hem toch afgewezen, de directie durfde het niet aan hun bezoekers met deze jonge Duitser te confronteren. Later heeft de directeur die beslissing betreurd, hij vond dat hij meer ruggengraat had moeten hebben, maar de vraag is toch bij dit soort beslissingen: wat kan ik al wel, wat kan ik nog niet doen? Het is op eieren lopen. Dat was het ook toen men in Westerbork besloot om Dutchbatters een reis terug naar Sebrenica te laten maken: zo’n bezoek kan geweldig goed uitpakken, maar ook desastreus eindigen. De ontmoetingen met de vrouwen van Sebrenica verliepen erg goed, de beslissing bleek dus achteraf de juiste geweest te zijn. Bij al deze activiteiten gaat het erom om het publiek - of de leerlingen - duidelijk te maken wat oorlog met mensen en met kinderen doet. Dat staat centraal. Leerlingen reageren op gastlessen vrijwel altijd heel positief, bijvoorbeeld: ‘jammer dat het maar anderhalf uur duurde’. Het steunpunt gastsprekers kan helpen om de erfenis van Kombi verder uit te dragen. Dirk Mulder is een boeiend verteller en het betoog dat hij hield, hoewel maar zijdelings betrokken op de titel van zijn voordracht, was informatief en duidelijk. Gonda Scheffel-Baars
- 14 -
20 jaar Kombi
Impressie van een andersoortige bijdrage
Forum themadag 29 mei 2010 door Erik Guns.
Een heel andere bijdrage aan het twintigjarig jubileum kwam van Erik Romme. Anders, maar ook weer met overeenkomsten. Ook over slachtoffers - kinderen van oorlog en geweld, van achtervolging en uitsluiting, maar nu uit andere landen en plaats vindend in de huidige tijd. Het gaat daarbij over asielzoekers en hun verhalen, asielzoekers met soms ernstige trauma’s. Over angsten van mensen die terecht of onterecht doodsbang zijn, teruggestuurd te worden naar het land van herkomst.
Dat het voortbestaan van KOMBI tien jaar geleden niet vanzelfsprekend was, blijkt uit een citaat van het boekje – uitgegeven ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van deze zelfhulporganisatie – getiteld, hoe kan het ook anders, Niet vanzelfsprekend : “Toch zullen de eerstkomende jaren beslissend zijn voor het voortbestaan van KOMBI. Het aantal mensen dat zich aanmeldt voor de praatgroepen van KOMBI neemt gestaag af”.
Een centrale rol bij het beoordelen of mensen terecht een beroep doen op de vluchtelingenstatus is weggelegd voor de immigratie- en naturalisatiedienst (afgekort IND). Vooral het eerste gesprek is van groot belang voor de beoordeling. Informatie die bij dat eerste gesprek niet wordt vermeld, geldt als achtergehouden. Dat gebeurt om te voorkomen dat voortdurend andere informatie wordt gegeven. Maar het leidt ook tot wrange situaties. Denk bijvoorbeeld aan de vrouw die in een eerste gesprek niet vermeldt dat ze verkracht is en dat is altijd, maar zeker in bepaalde culturen buitengewoon moeilijk. Er is een behoorlijke kans dat zo’n vrouw door haar man en/of familie verstoten wordt. Denk ook aan mensen die in eerste instantie een tijdelijke verblijfsvergunning kregen, hier jaren verbleven met kinderen die hier opgroeiden, maar die uit landen kwamen die nu veilig verklaard zijn. Als het dan gaat om mensen die ernstig zijn vervolgd en mishandeld, is het goed voorstelbaar hoe bang die mensen zijn, terecht of niet terecht, voor terugzending. Erik Romme vertelde over deze mensen en de psychiatrische behandeling van deze slachtoffers. Voor mij, als vrijwilliger werkzaam in de opvang van vluchtelingen, zijn deze verhalen heel herkenbaar en eenvoudig aan te vullen met vele voorbeelden. Het is goed dat ook aan deze groep aandacht besteed werd op het jubileum van Kombi. Joop Bokhove De redactie ontving op schrift de voordracht van Erik Romme, psychotherapeut bij Centrum’45 getiteld: Werken met vluchtelingen, gelijk en anders. U leest de voordracht tot slot van de Nieuwsbrief, vanaf bladzijde 19.·
Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
KOMBI heeft ‘haar’ bestaan met tien jaar verlengd, maar het is de vraag of er nog tien jaar aan vastgeknoopt wordt. Maar toch, KOMBI bestaat twintig jaar en zoals de uitnodiging al aangeeft, is dat een reden om terug te blikken, maar ook te benoemen wat er in twintig jaar bereikt is en wat er niet bereikt is. U hebt daartoe de voordrachten van Loes Schneider, Miel Andriesse, Dirk Mulder en Erik Romme kunnen beluisteren. Daarnaast is Edith Nagel-Ossendrijver aangeschoven. Zij is verloskundige, humanistisch geestelijk raadsvrouw, psychotherapeut maar bovenal één van de oprichters van KOMBI in 1990. Zelf heeft ze een Joodse achtergrond en door onder te duiken de oorlog overleefd. Haar moeder en stief broertje was dat niet gegund. Zij werden naamloos vermoord in de vernietigingskampen. Met deze vijf mensen ga ik in gesprek. Dat is in dit geval voor mij geen gemakkelijke opgave, omdat ik de voordrachten niet heb kunnen bijwonen. Maar desondanks gaan we de strijd aan en pogen we de kern van twintig jaar KOMBI en de visie over de toekomst naar boven te halen. Ik stel de sprekers eerst enkele vragen en geef u aansluitend per thema de mogelijkheid om uw vraag te stellen. Let wel, uw vraag. Ik wil voorkomen dat u eigen ervaringen gaat vertellen, want dat is niet de bedoeling van dit forum. In beginsel stel ik niet iedereen dezelfde vraag, omdat de forumleden zulke diverse achtergronden hebben. De successen van KOMBI Kombi is opgericht om alle kinderen van de oorlog in Azië en Europa, waaronder ook de naoorlogse generatie, de mogelijkheid te bieden met elkaar in gesprek te komen, ongeacht de achtergrond of keuze van hun ouders of grootouders tijdens de oorlog. In gespreksgroepen kwam men bijeen. Ieder jaar organiseerde KOMBI themadagen. En regelmatig verscheen er een nieuwsbrief. - 15 -
20 jaar Kombi
Enkele leden van KOMBI sloten zich aan als gastspreker, alleen en/of later ook in duo’s. Bij Kombi ging het om de dialoog; dialoog om met de gevolgen, soms trauma’s van de oorlog om te gaan. * Edith Nagel, wat is volgens u het grootste succes van KOMBI geweest in de afgelopen twintig jaar? Edith: het samenbrengen van mensen met diverse achtergronden. Loes: het gezamenlijk vertrouwen en de mogelijkheid bij elkaar te schuilen. Dirk M.: dat de stichting nog bestaat; Ik vind ook dat KOMBI meer naar buiten zou mogen treden. Miel: Dat we, hoewel we allemaal op een andere manier slachtoffer zijn, toch samen ons leed kunnen verwerken. Erik R.: Dat men veerkracht put uit elkaars ervaring en elkander ondersteunt.
Ga maar praten (melodie: Vader Jacob) Ga maar praten, Ga maar praten, ’t is voorbij, de oorlog is verdwenen, (maar) nog niet voor mij. Kombi cabaret, tekst M.Vinjé, teksten uitgereikt bij het lustrum in Bronbeek Arnhem, 29 mei 2010.
Gespreksgroepen - 1 KOMBI heeft al vanaf 1988 gespreksgroepen georganiseerd, nog voor de formele oprichting! Die gespreksgroepen werden bezocht door mensen die als kind ernstig geleden hadden ten gevolge van de Tweede Wereldoorlog. Er werden gesprekgroepen georganiseerd met in hoofdlijnen de volgende doelstellingen: * Ontmoeten over de grenzen van de eigen lotgenotengroep; * Confronteren met de geschiedenis van anderen; * Komen tot een vergelijking van het verschil en de overeenkomst tussen de diverse groepen. * Inventariseren of men elkaar kon ondersteunen in de buitenwereld: elkaars bondgenoot worden.
Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
Als men de verhalen in Niet vanzelfsprekend en in een andere publicatie Dialoog als handreiking mag geloven, dan is deze methodiek vooral in de periode 1990-2000 zeer succesvol geweest. Over dit onderwerp stel ik aan de panel-leden verschillende vragen: *Aan Loes Schneider en Edith Nagel: ik heb altijd het idee gehad dat KOMBI, vooral voor die groep die er vanaf de negentiger jaren bij betrokken is geweest, iets voor het leven is. Toch is dat niet zo. Het is anders dan bij de organisaties van verzet waarbij echt de laatste nog levende het licht uit moet doen. Mensen haken af. Kunt u uitleggen waarom er zoveel mensen zijn afgehaakt? Edith: Betere contacten in de familie zou een reden kunnen zijn Loes: degenen die zijn gebleven, sloten vriendschap voor het leven. Degenen die afhaakten zochten vermoedelijk nog naar hun roots, of mogelijk was de confrontatie toch te moeilijk. *Hoe zou het komen dat er steeds minder deelnemers zich bij KOMBI melden? Dirk: Mogelijk kan men elders terecht. Miel: onbekendheid. Loes: men komt zichzelf tegen in de fase dat het leven rustiger wordt en gaat op zoek. Misschien is dat een stadium dat later weer voorbij gaat. Edith: in antwoord, ik weet het niet. Erik: Misschien is het een kwestie van natuurlijk verloop, omdat er steeds minder mensen uit de eerste generatie nog in leven zijn. *Aan Miel Andriesse: ik heb me zeer verdiept in uw levensverhaal. Uit alle stukken die ik uit uw dossier heb mogen doornemen, heb ik niets gevonden over ‘hulp zoeken’. Waarom hebt u de weg naar KOMBI nooit gevonden? Miel: Ik kan het u niet zeggen want ik weet het niet. *Aan Dirk Mulder: Wat hebben de zelfhulpgroepen Herinneringscentrum Kamp Westerbork opgeleverd? Dirk: onder andere gastsprekers die goed in staat zijn hun verhaal te vertellen * Aan Erik Romme: wat zijn volgens u de voordelen van zelfhulp? Erik: De sterke kant van zelfhulp is de ervaringsdeskundigheid.
- 16 -
20 jaar Kombi
Gespreksgroepen – 2 In de laatste jaren zijn er binnen KOMBI nieuwe knelpunten ontstaan. Bestuurlijke problemen en een tekort aan nieuwe deelnemers waren de oorzaak. In nieuwsbrief 42 (winter 2008) tekende Gonda Scheffel-Baars hierover het volgende op, naar aanleiding van een themadag die plaats had gevonden. “Een klein groepje is aan het bekijken op welke manier Kombi voortgezet zou kunnen worden, voornamelijk of uitsluitend voor de naoorlogse generatie”. *En wat is de reden dat de naoorlogse generatie de weg naar KOMBI niet weet te vinden? De eerste generatie denkt dat bij Kombi een nadere of tweede bindende factor ontbreekt. Bij de Joodse na-oorlogse generatie is die er wel, namelijk het Joods zijn. Bij de Indische na-oorlogse generatie is deze factor de afkomst. *Gespreksgroepen 3 In de gespreksgroepen is ‘de dialoog’ een erg bepalend begrip, zowel in de groepen zelf, als in de omgang met anderen buiten KOMBI om. Enkele citaten daarover uit Niet vanzelfsprekend: “Natuurlijk kunnen we ons zelf afvragen of een dialoog zin heeft als er toch telkens opnieuw Auschwitz-achtige gebeurtenissen, opnieuw bijv. zinloos geweld, ergens op de wereld blijven voorkomen, ook in onze samenleving”. Nog een citaat uit Niet vanzelfsprekend: “Ongetwijfeld kan als belangrijkste activiteit van KOMBI gezien worden de expertise bij het verlenen van hulp aan mensen met een oorlogstrauma. Het gaat om het begeleiden van deze mensen. Het opbouwen van vertrouwen en veiligheid. Het doorbreken van het vijanddenken, een dialoog aangaan over goed en fout. Hier zit het specifieke van KOMBI. Met als uiteindelijke doel een meer verdraagzamer samenleving”.
Wat jij daar zegt dat heb ik ook (cabaret, melodie: Toen onze Mop) Wat jij daar zegt dat heb ik ook, ik snap wat je bedoelt, ik heb iets derg’lijks meegemaakt, ‘k voel aan wat jij nu voelt. Nu zijn we niet meer zo alleen, we weten: ‘k ben niet gek, er zijn nog zoveel anderen met ’t zelfde op hun nek.·
Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
We willen nooit meer horen We willen nooit meer horen: ’t is al zolang gelee –gelee, dat kan jou toch niet storen, waar zit je nu nog mee –nog mee. We willen niet meer dat ze ons zeggen: je was te klein om te beseffen wat er gebeurde, hoe de mensen moesten lijden, je weet toch niets van zorg en pijn. We willen nooit meer horen: er is jou niets gebeurd – gebeurd, je was niet eens geboren, dus waarom zo getreurd – getreurd, want wat je ouders moesten verduren kan toch onmoog’lijk jouw lot besturen. je moet ’t verleden dus gewoon maar achterlaten, wees blij en vrolijk, hier en nu. We willen nooit meer horen: het is verleden tijd – ja tijd, kijk liever recht naar voren dan steeds maar achteruit, - ja uit je hebt maar nauw’lijks herinneringen, wat je niet weet dat kan jou niet hind’ren, wat er gebeurd is moet je eind’lijk laten rusten, maak je toch los van daar en toen.· (vervolg van linkerkolom, forum op 29 mei 2010:)
Gastsprekerschap Het was een langgekoesterde wens van KOMBI. Als duo’s naar scholen om te vertellen vanuit twee perspectieven: Japans-Indische nakomelingen en Japanse kampkinderen, Joodse oorlogskinderen en kinderen van politiek foute ouders. Om kinderen te laten zien dat je vijandschap kunt doorbreken. Reeds toen KOMBI aansluiting zocht bij het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WO II-Heden in het jaar 2000 was dit een belangrijk aandachtspunt. Maar de coördinator van het Steunpunt hield dit tegen. Het was volgens hem praktisch niet uitvoerbaar en hij had op dat moment onvoldoende expertise met duo-gastlessen opgebouwd. Het zou uiteindelijk nog bijna tien jaar duren. Op 28 november 2008 vonden officieel de eerste duogastlessen plaats. Gelske van der Vlugt zou er in de nieuwsbrief over optekenen: “Het ontroerde me en ik was plaatsvervangend trots. Dat wilden we met KOMBI bereiken”.
- 17 -
20 jaar Kombi
* Dirk Mulder, het heeft na 2000 nog bijna tien jaar geduurd voordat gastsprekers als duo’s naar scholen zijn gegaan. Volgens mij betekent dit dat u een zeer incompetente coördinator (Erik Guns) in de armen heeft genomen. Dat vraagt volgens mij om een verklaring. Dirk Mulder: Er was te veel weerstand en de materie lag te gevoelig. Dat was de reden. * Edith Nagel, Loes Schneider: sinds wanneer speelde dit punt in het gedachtegoed van KOMBI: het uitdragen van het verhaal? Edith: Sinds ik op verzoek van een leerkracht van één van mijn kleinkinderen, mijn verhaal voor de klas vertelde. Loes: Ik dacht niet dat men mij ooit zou vragen, met mijn Duitse achtergrond, dus dat ik geen risico zou lopen voor een klas te moeten optreden, als ik positief tegenover het gastsprekerschap zou staan.. Erik Romme: Het is goed om kinderen ervan bewust te maken dat oorlog bestaan heeft en nog steeds bestaat. Ook is het goed om te weten dat er hulp geboden kan worden en dat het mogelijk is het isolement te doorbreken. Gastsprekers kunnen ertoe aanzetten dat kinderen op zoek gaan naar hulp als ze problemen hebben. * Wat is de meerwaarde van deze duo-gastlessen boven de gastlessen van een individuele gastspreker? Miel: Een solo gastles is voor mij gemakkelijker, maar een duo gastles vind ik leuker. Loes. Het belichten van dezelfde gebeurtenissen uit verschillende oogpunten. Toekomst Ik kom terug op het citaat waar ik mee begon, de vraag die gestaag afneemt. De voormalige voorzitter van KOMBI, Theo van Helvoort, tekende in Een Dialoog als handreiking hierover op: “Mocht er eens een tijd komen dat de naoorlogse generatie KOMBI niet meer aan een volgende generatie kan doorgeven, dan zullen we er vrede mee moeten hebben. KOMBI heeft dan in een bepaalde tijd onder bepaalde omstandigheden aan een bepaalde groep mensen hulp kunnen bieden. Daarom mogen we erop vertrouwen dat in een andere tijd onder andere omstandigheden er weer mensen zullen zijn die, zoals de oprichters van onze KOMBI, het initiatief zullen nemen hun eigen ‘KOMBI’ te stichten”.•
Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
Impressie Kombi 20 jaar op 29 mei 2010 door An van der Burg Vroeg op weg naar Bronbeek in Arnhem Kombi jubileert en dat belooft feest. Freddie Cochius was dagvoorzitter en opende op de haar eigen ontspannen manier. Vervolgens de toespraak van de voorzitter, Marja Vinjé. Daarna het optreden van Hella de Jonge. Ze las fragmenten uit haar boek voor en wisselde die af met herinneringen uit haar jeugd. Een buitengewoon frisse en heldere voordracht. En ja, wat een ervaring, ook een duo gastles, zoals die op scholen gegeven wordt voor de bovenbouw van de basisschool of een brugklas in het voortgezet onderwijs. Loes Schneider en Miel Andriesse hadden een kinderkoffertje bij zich met foto’s en een beer. Beiden hadden een ontroerend verhaal over de gevolgen van de oorlog op hun jeugd en latere leven. Ik kan me voorstellen dat de schoolkinderen ademloos aan hun lippen hangen en het jammer vinden als hun gastles voorbij is. De heer Dirk Mulder, directeur van Herinnerings centrum kamp Westerbork merkte op dat zo weinig kinderen de kampen overleefd hebben. Dat lokte na afloop de vraag uit of hij dan wel rekening hield met de kinderen uit de Japanse internerings kampen. Hij meldde het bestaan van de lesbrief: “Beladen Verleden” en het boekje De Klassenfoto. Intussen waren we aardig in de verlating gekomen. Geen tijd voor een aperitief en een beetje tempo maken met eten was het advies van de dagvoorzitter. De leden van het cabaret kregen voorrang bij het lopend buffet, omdat ze nog even wilden oefenen voor hun optreden. Na de voortreffelijke nasi rames, die overigens niet door allen zo gewaardeerd werd, volgde een voordracht door Erik Romme met als titel: ”Werken met vluchtelingen, gelijk en anders” Zijn lezing liep ook nogal uit en dat was de inleiding tot een vervelend einde van de dag. Het forum, geleid door Erik Guns, coördinator van Het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WO II - Heden kenmerkte zich door diepgravende vragen, die door de panelleden naar eer en geweten beantwoord werden. Storend vond ik dat de aandacht afgeleid werd door de binnenkomst van het orkest. - 18 -
20 jaar Kombi
En toen gebeurde het incident dat voor mij eigenlijk de dag in het water deed vallen. Het cabaret werd afgekapt. Het cadeautje dat Gonda, Wendela, Diny, Lies, Ger en Michau, Kombi en alle aanwezigen aanboden verdween halverwege in de prullenbak. Het verbaast me nog steeds dat we niet met z’n allen geroepen hebben dat we dit niet pikten. Vermoedelijk waren we allemaal zo compleet overdonderd, dat we niet direct konden reageren en gewoon het orkest zijn feestmuziek hebben laten spelen. Er werd zelfs nog gedanst. En toch, na twintig jaar Kombi vanwege tijdnood, het enig echte Kombi onderdeel af kappen, zonder respect of begrip voor elkaars gevoeligheden vind ik niet te bevatten. Een jubileum organiseren is een geweldige klus, een programma maken vast nog moeilijker maar tijd bewaken blijkt een kunst apart.·
Heeft de oorlog niets anders gebracht (melodie: Wat voor weer zou het zijn in Den Haag. Tekst: Gonda Scheffel-Baars)
Heeft de oorlog niets anders gebracht dan verwarring, gemis en verdriet, slechts problemen die steeds onverwacht komen opduiken vanuit het niet? Of heeft luisteren naar elkanders verhaal ons herkenning, erkenning gebracht? Ja, we hebben het samen bereikt dat het leven weer tegen ons lacht. Heeft de oorlog ons slechts opgescheept met ontworteling, angsten en pijn, zonder basis, bescherming of plaats waar we zorgeloos kind konden zijn? Of is gaandeweg toch het vertrouwen gegroeid, zelfbewustzijn en inzicht en kracht? Ja, verwerken van wat is gebeurd heeft ons ruimte en vrijheid gebracht. Heeft de oorlog niets anders bereikt dan dat wij nog steeds slachtoffers zijn, machteloos, bang en kwetsbaar en moe, achteromkijkend naar alle pijn? Nee we hebben elkaar aangespoord, aangevuurd om door angst en verdriet heen te gaan, zodat wij vol vertrouwen en fier onze weg, hier en nu, kunnen gaan.·
Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
Werken met vluchtelingen, gelijk en anders? Voordracht Erik Romme, 29 mei 2010. Goedemiddag allemaal, het is een eer voor jullie te mogen spreken. Ik wil eerst Kombi feliciteren met haar 20-jarig bestaan. Het is een goede zaak dat Kombi haar interesse verbreedt naar vluchtelingen. Voor zover ik weet heeft Kombi veel ervaring met diverse groeperingen oorlogsgestroffenen, en heeft zij er in haar geschiedenis blijk van gegeven deze kennis ook voor een steeds grotere groep bereikbaar te maken. Eerst zal ik enkele korte vignetten schetsen van vluchtelingen. Daarna leg ik het accent op de problematische fasen die vluchtelingen doormaken en wat voor effecten dit heeft gehad m.b.t. traumatisering en ontworteling. Vervolgens zal ik ingaan op een aantal kenmerken van vluchtelingen waarin het gelijk of anders van invloed is op het werken met vluchtelingen in vergelijking met de groepen waar Kombi nu mee te maken heeft. Enkele casusbeschrijvingen Om redenen van privacy heb ik in de volgende casusbeschrijvingen kleine veranderingen doorgevoerd. John P. is 28 jaar. In de burgeroorlog in Sierra Leone zijn zijn ouders en broer voor zijn ogen vermoord door rebellen. Hij moest mee en werd gedwongen mee te vechten als rebel. Hij kan nog steeds niet vertellen over wat hij daar allemaal heeft meegemaakt. Hij voelt zich er erg schuldig over, maar merkt ook op dat er geen andere mogelijkheid bestond omdat hij anders ook vermoord zou zijn. Hij wil graag geholpen worden, en alles vergeten. Hij wil er niet meer over praten en kan niet begrijpen dat praten erover hem zal kunnen helpen. Hij ervaart alleen maar dat het erger wordt en kan dan dagen niet slapen en heeft nog meer last van stemmen en geluiden. John leeft erg geïsoleerd, gaat wel naar de kerk, maar na de dienst gaat hij snel weg omdat eerder bleek dat gesprekken vaak uitkomen op vragen over het land waar hij vandaan komt, dat het daar oorlog was enz. Hij is vanuit zijn cultuur erg autoriteitsgevoelig en vindt het erg moeilijk om vragen van oudere kerkgangers niet te beantwoorden, omdat hij daarmee ouderen zou beledigen. John heeft veel slaapproblemen,
- 19 -
20 jaar Kombi
nachtmerries, wanhopige gevoelens en grote angst dat hij teruggestuurd zal worden. Hij durft niet terug, heeft daar geen directe familie meer, verblijft inmiddels al jaren in Nederland, en spreekt redelijk goed Nederlands. De IND (Immigratie en Naturalisatie Dienst) heeft echter zijn asielverzoek afgewezen. Hij heeft als rebel meegevochten en wordt als dader beschouwd. Dat zijn ouders zijn vermoord en hij gedwongen werd, wordt niet onderkend. Hij is eerlijk geweest in het vertellen over wat er allemaal gebeurd is en had gehoopt op begrip, maar nu voelt hij zich diep gekwetst, verraden en boos. Hij weet niet wat te doen. Hij kan niemand vertrouwen en durft met niemand te praten over zijn situatie. Recent heeft John een brief gehad waarin de IND John wil terugsturen. Het land is inmiddels veilig verklaard en John zou niets te vrezen hebben. John is wanhopig. Zijn leven heeft geen zin meer zonder familie en niemand die in hem gelooft en een land dat hem niet wil. Anisa A. Tijdens de oorlog in Kosovo is de bevolking van een dorp samengedreven door Servische militanten. Jonge vrouwen waaronder twee vriendinnen worden meegenomen naar het bos en verkracht. De ene vriendin verzet zich uit alle macht en wordt vermoord. De andere, Anisa, overleeft. Ze was 17, getrouwd, en had al een kind met haar man. Haar overige familieleden werden ook vermoord. Haar man die uit een nabijgelegen dorp kwam, heeft in die periode kort gevochten en is relatief ongeschonden de oorlog doorgekomen. Omdat Anisa bij haar eerste asielverzoek niet heeft durven zeggen dat ze verkracht is, ook omdat haar man het ook te weten zou komen bij hun gezamenlijke asielaanvraag, wordt de ernst van haar traumatische achtergrond niet onderkend en wordt haar asielverzoek afgewezen. Als daarna bekend wordt dat ze is verkracht, neemt haar man dat haar erg kwalijk. Hij wil niets meer met haar te maken hebben en vraagt zijn vrouw waarom zij niet net als haar vriendin zich tot het alleruiterste heeft verzet om haar eigen eer te bewaken en de eer van zijn familie. Met de begeleiding van de hulpverlening en Nederlandse vrienden leert hij accepteren dat de situatie in Nederland anders is, de vrouw slachtoffer is en juist steun moet krijgen. Hij draait bij en wil verder met zijn vrouw en het gezin. Echter in de nieuwe behandeling van hun asielzaak, wordt haar verhaal toch niet geloofd en worden ze met uitzetting bedreigd. In haar eigen dorp in Kosovo kan ze niet meer terecht, maar ook bij de familie van haar man is ze niet meer welkom. Zijn moeder die over de groepsKombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
verkrachting heeft gehoord heeft hem gezegd dat zijn vrouw slecht is en hij haar moet verstoten. Anders wordt hij niet meer in de familie geaccepteerd. Maar terug naar Kosovo wil hij niet, daar zou hij met haar geen bestaansgrond hebben omdat de omgeving hem niet zou accepteren. Ze raken hun status als asielzoeker kwijt en raken buiten de officiële opvang en worden apart opgevangen in noodvoorzieningen. Zijn vrouw uit zich steeds meer psychotisch en is boos op haar man, de kinderen moeten steeds meer door haar man alleen en door anderen worden opgevangen. Door haar ziekte kan ze niet terug naar Kosovo, ze is voortdurend suïcidaal, wil weg van haar man en kan de kinderen niet meer aan. Inmiddels zal ze vanwege het generaal pardon een vluchtelingenstatus hebben. Er zijn veel meer van deze persoonlijke geschiedenissen te noemen. Deze geschiedenissen laten nog niet zien, dat de problemen vaak al langer geleden begonnen kunnen zijn met een langdurige periode van onderdrukking en intimidatie. In een aantal landen is het al tientallen jaren oorlog of bestaat de dictatuur al jaren, en zijn veel mensen direct of indirect slachtoffer van de repressie: er zijn verschillende problematische periodes te zien die vluchtelingen doormaken en welke kunnen leiden tot cumulatieve traumatisering.
Drie fasen van problemen Vluchtelingen doorlopen meestal drie periodes waarin sprake is van extreme spanningen en traumatiserende ervaringen. In het land waar men vandaan komt worden de fundamentele rechten van de mens ernstig geschonden. Er is sprake van intimidatie en bedreiging op grond van ras, religie of politieke voorkeur. De schendingen gaan om anonieme telefoontjes, het lastig vallen en in de gaten houden van mensen die zich kritisch hebben uitgelaten, verdwijning van personen, het afpersen van geld, inpikken van land, gevangenschap en het na vrijlating zich steeds opnieuw moeten melden, lichamelijke en psychische marteling, seksueel geweld enz. Maar de beperkingen in vrijheden zitten vaak ook al algemener in de bestaande fundamentele maatschappij. Het beperken van de omgang met elkaar, de manier van kleden of opmaken, gedwongen huwelijken, mishandeling binnen het huwelijk. Het zijn allemaal vormen waarin de
- 20 -
20 jaar Kombi
menselijke integriteit wordt bedreigd en mensen zich ongemakkelijk voelen en naar verzet gaan neigen. Dit verzet leidt dan tot grotere problemen. Algemeen gezegd wordt het land of de omgeving een onveilige angstige plaats waarin er geen vertrouwen meer is in het land en de omgeving met wantrouwen tegemoet moet worden gezien. Ook in de familie zelf kunnen er breuken ontstaan wanneer men verschilt van mening hoe met de repressieve situatie moet worden omgegaan. Naasten van vervolgden kunnen ernstig worden bedreigd en geïntimideerd, gedwongen worden om te verraden, of gedwongen worden grote sommen geld te betalen om vervolging af te kopen. Wanneer er sprake is van gevangenschap en marteling varieert het geweld van bruut schoppen en slaan tot meer gerichte vormen van marteling met als doel informatie te verzamelen, maar vooral ook iemand zo bang te maken, zijn persoonlijke integriteit zo aan te tasten dat het verzet wordt opgegeven en ook de omgeving geen steun meer geeft. Bij gevangenschap in vele landen moet men ook de zeer onhygiënische omstandigheden zien als een bedreiging van de integriteit naast het onthouden van voedsel, drinken of medische hulp. Vaak is er ook geen onpartijdig juridisch stelsel en weet een gevangene niet waar hij aan toe is. Een tweede periode breekt aan als de persoon en/of zijn naasten zich gedwongen voelen te moeten vluchten. Bij repressie duikt men vaak eerst onder in eigen land en probeert van daaruit de vlucht verder te organiseren. Bij oorlogsgeweld ontvlucht men de plek waar men bedreigd wordt of geen bestaansmogelijkheden meer heeft. Met de hulp van anderen ontvlucht men het land, gaat naar een buurland en/of met de hulp van bekenden, mensensmokkelaars of reisagenten probeert men een andere bestemming te vinden. Vaak een land dat bekend staat om zijn democratische waarden. De reis kent vaak vele ontberingen, tochten door de woestijn, door gebergte, over zee, langs zwaarbewaakte grenzen. Vaak zijn er hoge kosten aan verbonden en gaat alles of veel wat men aan bezittingen, geld, goud, juwelen, heeft op. Vaak spelen zaken mee als beroving, verraad, afpersing of verkrachting. Mensen verdwijnen, worden vermoord of vinden op een andere manier de dood. De derde en laatste periode is de aankomst in Nederland. Asielzoekers moeten zich direct melden bij aanmeldcentra of worden daar direct naar toe begeleid. In de nieuwste procedure worden ze in Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
een periode van 8 dagen gescreend of een asielverzoek enige kans van slagen heeft. De gehoren door ambtenaren van de IND vinden meestal plaats met een tolk. Een groot deel wordt direct teruggestuurd omdat er wettelijk geen sprake is van een vluchteling. De overigen komen in de asielprocedure terecht welke vaak erg lang (2.8 jaar) kan duren omdat er weinig tot geen feitelijke materiaal is waaruit hun vervolging blijkt en het asielverhaal niet als geloofwaardig of als zwaarwegend genoeg wordt gevonden. Ze worden in asielzoekerscentra gehuisvest, vaak een apart onderkomen ver van de bewoonde wereld, dat als een kamp ervaren wordt en waar vaak weinig sprake van privacy is (mensen moeten vaak een kamer delen met 2 of meer anderen) en waar men zich onveilig voelt. Deze periode wordt dus gekenmerkt door de onzekerheid of men wel in Nederland mag blijven. Verder mag men niet naar school m.u.v. kinderen tot 18 jaar, en mag men niet werken. Men is geconfronteerd met verlies van vertrouwelijke structuren, geen sociaal netwerk, de taal is een groot probleem in de alle communicatie. Vaak moet men een beroep doen op mensen in het kamp die de taal wat beter meester zijn, maar ook daar kleven problemen aan. Andere stressoren zijn de berichten uit het eigen land, het geweld dat er voortduurt en de zorgen om de achtergebleven familieleden en heeft men last van schuldgevoelens. Dan noemen we nog ‘al het andere nieuwe’ aan de omgeving: een ander klimaat, andere voeding, geen contacten, onbekendheid met regels, waarden en normen. Ook het verlies van beroep, rol, status, betekent een verlies van de opgebouwde identiteit. Vrouwen/moeders lijken wat minder kwetsbaar te zijn omdat ze hun verzorgende taken voor het gezin kunnen blijven uitoefenen. Veel echtgenoten kunnen het vanuit hun cultuur niet opbrengen huishoudelijke taken te doen en worden depressief en snel geïrriteerd. Nederland kent nu een tijdelijke verblijfsstatus van 5 jaar en een daaropvolgende eventuele permanente verblijfsstatus. Voorts is er een inburgeringsplicht ter bevordering van de integratie in de samenleving. Wanneer men niet slaagt voor de inburgeringstoets kan een boete worden opgelegd en wordt een tijdelijke verblijfsvergunning niet omgezet in een permanente. (redactie: het vervolg leest u 1 blz. verder op blz. 23).
- 21 -
20 jaar Kombi
Amour Propre
Eigen waarde
Optreden 29 mei jl. Wendela met Sinti-orkest.
(songtekst & vertaling: Wendela Weidema).
Refr. 2x: Aime toi-même et les autres suivront
Refr. 2x: Hou van jezelf, en anderen doen mee
L’amour de soi-même ne s’apprend du jour au lendemain faut savoir d’où on vienne pour comprendre son destin
Liefde voor jezelf leer je niet van de ene op de andere dag je moet weten waar je vandaan komt om je bestemming te begrijpen
Faut se regarder avec distance en face, sans préjugés Envisager son enfance ses douleurs, quand on est mal traité
Kijk met afstand naar jezelf recht in de ogen, zonder oordeel Heb zicht op je jeugd en de pijn, als je slecht behandeld bent
Refr: Aime toi-même et les autres suivront…
Refr: Hou van jezelf en anderen doen mee…
Pour bien s’occuper de sa personne faut comprendre son mode d’emploi Les besoins qu’on se donne pour mieux vivre, sans désarroi
Om goed voor jezelf te kunnen zorgen moet je je gebruiksaanwijzing kennen Jezelf geven wat je nodig hebt om beter te leven, zonder verwarring
C’est l’egoïsme positive quón offre à son existence C’est comme on investisse dans son être, sa renaissance
Het is positief egoïsme dat je schenkt aan je bestaan Alsof je investeert in je wezen, je wedergeboorte
Refr: Aime toi-même et les autres suivront…
Refr: Hou van jezelf en anderen doen mee…
Qu’on rayonne la confiance bon sens et volonté Qu’on donne la patience vertu et éternité
Dat we zelfvertrouwen mogen uitstralen gezond verstand en goede wil Dat we geduld met onszelf mogen hebben als eeuwigdurende deugd
Si on aime soi-même les autres nous verrons On reflète ce qu’on aime et les autres nous aimeront
Als we van onszelf houden zien anderen ons staan we weerspiegelen waar we van houden en anderen zullen van ons houden
Refr: Aime toi-même et les autres suivront…
Refr: Hou van jezelf en anderen doen mee…
Ils ressentent la chaleur Qu’on s’est donné à soi-même Ils partagent le bonheur Qu’on s’est donné à soi-même Ils aiment la présence Qu’on reflète autour de nous Le droit de l’existence Indispensable, dans ce monde fou
Zij voelen de warmte die we aan onszelf hebben gegeven Zij delen het geluk dat we aan onszelf hebben gegeven Zij houden van de aanwezigheid die we uitstralen Het recht van zijn onontbeerlijk, in deze zotte wereld
Refr (4x): Aime toi-même et les autres suivront…•
Refr (4x): Hou van jezelf, en anderen doen mee…•
Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
- 22 -
20 jaar Kombi
Veel werkeloosheid, buitenlandse diploma’s worden niet erkend, het lang niet hebben mogen werken heeft een verlammende invloed gehad. Gezinshereniging in de eerste graad is alleen mogelijk na het verkrijgen van de verblijfsstatus en met een 120% minimumloon inkomenseis (die nu door het Hof van Europa als onwettig is verklaard). Men heeft geen ondersteuning van familieleden of deze wonen vaak in een andere plaats, maar meestal zijn ze over de wereld verspreid geraakt. Door gebrek aan goede informatie, communicatieproblemen, xenofobie en discriminatie is het moeilijk om toegang te krijgen tot en te participeren in de samenleving van het gastland. Terugkeer of migratie Vrijwillige terugkeer bij afgewezen asielzoekers lukt vaak niet, niet in Nederland en niet in andere Europese landen. Men migreert binnen Europa, wordt illegaal, en gaat niet terug omdat men vreest niet veilig in eigen land te zijn. Ook gezichtsverlies t.a.v. naasten speelt vaak een rol, angst geen bestaan te kunnen opbouwen in eigen land, niemand om op terug te kunnen vallen, geen kennis van de reïntegratieproces in eigen land, de lokale beeldvorming over landgenoten die gevlucht te zijn, een schuld bij smokkelaars die nog uitstaat. Maar ook nare herinneringen aan de traumatische ervaringen in eigen land, het beeld van het land van hoe ze het hebben achtergelaten. De uitzettingsangst leidt ook vaak tot suïcidale gedachten en neigingen. Omdat er dan sprake kan zijn van een medische noodsituatie kan een verblijfsvergunning van één jaar verstrekt worden. Na een jaar wordt de medische situatie opnieuw beoordeeld en besloten of de vluchteling uitzetbaar is, en of daarbij medische begeleiding noodzakelijk is. We kunnen nu ingaan op een aantal kenmerken die het werken met vluchtelingen anders maakt. Taal Taal blijft voor veel oudere vluchtelingen een groot probleem. Dit werkt op alle fronten zeer beperkend omdat het de brug is naar de Nederlandse samenleving. Getraumatiseerde vluchtelingen hebben veel last van concentratieproblemen, kunnen niet mee in de gewone klassen waar inburgeringscurssussen worden gegeven en vallen vaak uit en blijven afhankelijk van anderen. Dit is dus een extra handicap in de communicatie.
Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
Werken met tolken. Anders is dat er zeker in de eerste jaren meestal met tolken moet worden gewerkt, persoonlijk aanwezig of telefonisch. Er is dus altijd een derde persoon bij. De vluchteling en de hulpverlener zijn zich daar bewust van. Het contact is minder direct en er kunnen verschillen in interpretatie zijn. Er zit een aanzienlijke vertraging in het overbrengen van een boodschap. Tolken uit eigen land of tolken uit de andere bevolkingsgroep kunnen worden gewantrouwd. Soms wil men alleen een telefonische tolk. Een tolk moet neutraal zijn, goed vertalen en de boodschap op verantwoorde wijze overbrengen. Dat is kunde. Soms kan het voor een vluchteling faciliterend zijn dat er een landgenoot dan wel een taalgenoot bij het gesprek is. Het basale vertrouwen. Het basale vertrouwen in zichzelf, de ander en de wereld is ernstig aangetast. Het geldt voor vrijwel alle oorlogsgetroffenen, maar speelt bij asielzoekers nog meer. Door de lange duur en de afwijzingen van de asielverzoeken voelen zij zich ernstig miskend. Het verblijf in AZC’s, het niet mogen leren, niet mogen werken, ondermijnen nog meer dit vertrouwen. Onbekendheid met taal en cultuur, geen middelen meer hebben om zich nuttig, dienstbaar of competent te kunnen voelen, tasten het zelfvertrouwen verder aan. Verlopen pasjes of de angst in conflict te komen met andere vluchtelingen of met Nederlanders maakt hen naar binnengekeerd en defensief. Vogelvrij, zonder een land dat achter hen staat. Culturele verschillen Ook cultureel zitten vluchtelingen nog vaak vast in hun oude culturele waarden. In nogal wat culturen beschouwt de vrouw zichzelf nog als de mindere van de man en voelt zich van hem afhankelijk en vindt de man dat hij meer rechten heeft. Vrouwen die verkracht worden door derden, worden nogal eens door hun eigen man niet meer geaccepteerd. De cultuur schrijft voor dat ze verstoten of gedood moet worden door haar man of haar eigen vader. Het culturele kan zo diep zitten dat ook de vrouw zelf het gevoel heeft geen bestaansrecht meer te hebben, en vol schaamte en schuld zit tegenover het gebeuren, en geen van de betrokkenen in staat is vanuit het perspectief van het slachtoffer te kijken. Bij mishandeling in het gezin ziet een vrouw vaak geen mogelijkheid te scheiden omdat dat in de eigen culturele gemeenschap niet geaccepteerd wordt, alsook door haar geloof niet geaccepteerd wordt. Belangrijk is hier op te merken dat de staat - 23 -
20 jaar Kombi
als sociaal vangnet in veel culturen niet bestaat en men aangewezen is op bescherming door de stam of familie. Vaak bestaat ook het idee dat bij scheiding de kinderen aan de man toekomen. In veel gevallen wordt bij een huwelijk de vrouw bij de stam van de man ingelijfd. In dit verband kan nog worden genoemd dat de verblijfsstatus aan de asielaanvraag van de partner verbonden kan zijn. Vertrek van de man naar het eigen land, kan betekenen dat de vrouw als partner ook haar status verliest. Psychische problemen Veel van deze oude waarden speelden vroeger ook in Nederland in het algemeen, zoals in de vorm van de Conspiracy of Silence, daarnaast waren psychische problemen in ons land taboe. Geleidelijkaan met de verandering in waarden en normen, de gelijke rechten voor mannen en vrouwen werden allerlei zaken meer bespreekbaar. Het taboe op psychische en psychiatrische problematiek kwam te vervallen. Zo raakte de bevolking geprotoprofessionaliseerd, d.w.z. als er over therapie gepraat wordt, weet iedere Nederlander waar hij het over heeft. Als we lichamelijke kwalen hebben dan stelt iedereen zich ook wel de vraag, is het ook iets psychisch en weet men dat praten erover helpt en vaak effectiever is dan pillen. Veel asielzoekers komen uit minder ontwikkelde landen, hebben ideeën over ziekte en gezondheid die ons doen denken aan tijden die achter ons liggen. Problemen worden vaak somatisch beleefd en men rekent op de dokter die dit met pillen oplost. Er is geen cultuur van praten over problemen. Men is ook bang gek gevonden te worden en uitgesloten te worden. Ook ervaart men dat praten over de traumatische ervaringen het alleen maar weer erger maakt en het er niet van weggaat. Het woord stress is vaak een nieuw woord dat men voor het eerst in Nederland hoort. Het verband tussen lichamelijke klachten en stress wordt niet vaak gelegd. Vluchtelingen met problemen gebruiken vaak grote hoeveelheden medicatie tegen hoofdpijn, maagpijn, pijn in nek en rug, gewrichten. Pas als het helemaal niet werkt wordt de patiënt doorverwezen en komt er meer ruimte, om andere mogelijkheden om met gezondheidsproblemen om te gaan te onderzoeken. Bij seksuele problemen speelt ook vaak mee dat mensen vanuit hun opvoeding en geloof beperkt worden erover te mogen praten. Bepaalde oefeningen die noodzakelijk zijn, mogen vanuit het geloof of de beleving ervan niet uitgevoerd worden Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
omdat ze als zondig en abnormaal ervaren worden. Ook het directe praten tussen man en vrouw over seksualiteit is een onbekend terrein, en de voorlichting is daarbij ook weg- of achtergebleven. Geweld naar de vrouw en kinderen In andere culturen wordt het slaan van kinderen als acceptabel ervaren en wordt van kinderen het uiterste respect t.o.v ouderen verwacht. Ouders die daarna toch spijt hebben van hun gedrag bezitten vaak niet het vermogen zich tegenover hun kinderen te excuseren. Vrouwen accepteren het in een aantal gevallen geslagen te worden door hun eigen man. Ook dat wordt in een aantal culturen als acceptabel gezien. Geweld in het gezin wordt vaak ontkend omdat men de gevolgen vreest. Als men erover kan praten dan blijkt vaak dat men het anders wil, maar niet weet hoe het anders aan te pakken. Bovennatuurlijke krachten Een kindsoldaat durfde niet te spreken over wat hem destijds als kindsoldaat was overkomen. Hij was destijds door een medicijnman/tovenaar bewerkt met een mes en kruiden; betoverende woorden waren uitgesproken dat hij over alles moest zwijgen omdat hij anders altijd en overal achtervolgd zou worden door de geesten die nu in hem waren gevaren; zo zou hij overal worden gevonden als hij zou vluchten en gek gemaakt worden. Hij was gevlucht, maar kampte nog steeds met nachtmerries en angsten waarin hij de “medicijnman” tegen hem hoorde schreeuwen; hij werd gekweld door angsten voor de stemmen en de dreigingen als hij de neiging voelde erover te praten met de therapeut. Andere betekenis van dromen Vaak ook worden nachtmerries of nare dromen niet gezien als een direct gevolg van slecht verwerkte traumatische ervaringen, maar als waarschijnlijke voorspellers van onheil. Geheimhouden Vluchtelingen houden vaak voor elkaar hun traumatische achtergrond en hun vluchtverhaal geheim. Er is geen vertrouwen in elkaar en veel achterdocht. Ook kan een tolk uit het eigen taalgebied gewantrouwd worden. Al hebben tolken een beroepsgeheim, toch is men erg bang dat het eigen persoonlijke verhaal in de kleine kring van landgenoten bekend zal worden en zal kunnen schaden. Ook het vluchtverhaal wordt niet graag gedeeld, omdat het elementen bevat die later toch tegen je gebruikt zouden kunnen worden.
- 24 -
20 jaar Kombi
Kinderen in de rol van ouderen Kinderen worden vaak gebruikt als tolk of als hulp in de communicatie met Nederlandse autoriteiten. Ouders begrijpen de taal niet, kunnen de taal niet lezen of schrijven en allerlei formulieren moeten worden ingevuld. Ook in de hulpverlening worden kinderen als tolk gebruikt en krijgen zo zaken te horen die niet voor hun oren bedoeld zijn. In een aantal gevallen leidt het ertoe dat een kind overbelast wordt. Vaak wordt ook gedacht dat kinderen traumatische ervaringen niet echt ervaren hebben omdat ze nog te jong zouden zijn geweest. Isolement Vluchtelingen staan vaak erg alleen, omdat ze alleen zijn gekomen of alleen met hun gehele of gedeeltelijke gezin. Dat maakt ze geïsoleerd. Als er wel andere familieleden zijn, dan wonen ze vaak uit de buurt of in een ander land. Met de familieleden in het land van herkomst is vaak moeizaam contact omdat er nog een gevaar kan bestaan dat dit contact ontdekt wordt en negatieve consequenties heeft. Ook vinden vluchtelingen het moeilijk tegen hun achtergebleven familieleden te zeggen hoe het werkelijk met hen gaat en geldt het omgekeerde voor de achtergeblevenen. Persoonlijkheid Door de uitputtende omstandigheden zoals die hierboven geschetst zijn is de veerkracht van de vluchtelingen fors aangetast. De psychische en lichamelijke klachten zijn vaak chronisch van aard en hebben ertoe geleid dat ze zichzelf als een ander persoon ervaren. Vluchtelingen worden in veel gevallen geconfronteerd met het feit dat ze niet meer het oude levensniveau terugkrijgen. Ze moeten zich tevreden stellen met eenvoudiger werk, minder status, een kleinere behuizing enz. Ook moeten ze een nieuw evenwicht vinden in de oude normen en waarden die ze hadden en de nieuwe waarden van de samenleving. Dit kan in de opvoeding van hun kinderen problemen geven. De mate vluchtelingen waarin zich kunnen verzoenen met hun nieuwe lot en levensbestemming, is van invloed hoe ze zichzelf als persoon kunnen zien. Kinderwens Een aantal vluchtelingen heeft weinig problemen met het verwekken van kinderen met als motief dat ze iemand nodig hebben om van te houden en voor te zorgen, omdat ze niemand meer hebben. Voor de doorsnee Nederlanders zal dit een verwerpelijke gedachte kunnen zijn, omdat voor hen geldt dat eerst alles redelijk op orde moet zijn voordat het verantwoord is een kind op de wereld te zetten. Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
Gevoel van discriminatie Veel oudere vluchtelingen vinden moeilijk aansluiting in de Nederlandse maatschappij. De gebrekkige beheersing van de Nederlandse taal of de banen waar ze in terecht komen maken het moeilijk om zich te kunnen handhaven. Vaak ervaren ze dat anderen zich niet om hen bekommeren en ze liever kwijt dan rijk zijn. Ook ervaren ze weinig gastvrijheid en missen ze het contact dat in hun eigen land zo vanzelfsprekend was. Verlangen naar hun eigen land Tussen twee culturen leven en daar een evenwicht in zoeken. Nooit meer terugkunnen naar het eigen land. Of wel terugkunnen maar inmiddels kinderen hebben of ook een baan en andere zaken die hen aan Nederland binden. De condition migrante. Attent zijn op verschillen in beleving In het werken met vluchtelingen is het steeds belangrijk attent te zijn op mogelijke verschillen van beleving. Het is altijd goed om daar naar te vragen. Ook een inleiding waarin men duidelijk maakt hoe men er zelf of in Nederland tegenaan kijkt kan helpen duidelijk te krijgen hoe de vluchteling het beleeft en of hij of zij open staat voor een andere kijk op het probleem. Samenvattend: we hebben bepaalde verschillende problematische periodes bekeken die vluchtelingen doormaken en welke kunnen leiden tot cumulatieve traumatisering. Voorts hebben we aandacht besteed aan factoren die van invloed zijn op de ernst van de traumatisering. Tot slot hebben we een aantal kenmerken genoemd die gelijk of anders kunnen zijn aan kenmerken bij de Nederlandse groep van oorlogsgetroffenen en die er toe leiden dat het werken met vluchtelingen overeenkomsten maar ook verschillen inhouden. Dank voor uw aandacht.•
Een videoverslag lustrum Kombi De hele dag op de 29e mei heb ik video-opnamen gemaakt. Impressies van de diverse sprekers, de deelnemers in de zaal, het cabaret, de muziek, het dansen en last but not least het slot waarbij het cabaret begeleid door het orkest een prachtig lied zong. Wie graag een dvd wil ontvangen kan met mij contact opnemen. E:
[email protected] of
[email protected]. Joop Bokhove
- 25 -
20 jaar Kombi
Lotgenoten, bondgenoten (melodie: Zakdoekje leggen). Lotgenoten, bondgenoten, uitgangspunt en toekomstbeeld, weg van angst en vooroordeel, bruggen bouwen naar elkaar, handen reiken, gul gebaar. Lotgenoten, bondgenoten, niet vanzelf, niet een twee, drie, werken, zwoegen door verdriet, gaan door pijn totdat je komt op de plaats waar angst verstomt. Lotgenoten, bondgenoten, samen staan wij hand in hand, laten zien aan Nederland, dat vertrouwen wegen vindt als je ’t wilt en je verbindt. Ik vond een plek (melodie uit musical Jozef) Ik vond een plek waar ik kon zeggen, zonder uit te leggen, wat ik werk’lijk voel. Ik vond een plek waar z’accepteerden en het ook waardeerden wat ik denk en voel. Een plek waar ik mezelf kon zijn, volwassen vrouw, of kind zo klein, waar ik wezen mocht degene die ik in wezen ben. Ik vond een plek waar ik kon schreien, zonder dat ze zeiden: ‘Zeg, doe niet zo flauw’. Ik vond een plek waar ik kon lachen, zonder dat ze dachten: Hé, wat doet ze nou. Uit: Cabaret Kombi, 29 mei 2010
Kombi Nieuwsbrief 47, zomer 2010
- 26 -
20 jaar Kombi