d a l b e ati eren m r info r jong voo
KINDERRECHTEN
KOM OP VOOR JE RECHTEN Voor wie?
Dit informatieblad is bedoeld voor jongeren van de tweede en derde klas van het voortgezet onderwijs die meer willen weten over de rapportages over kinderrechten. Bijvoorbeeld om er een presentatie of werkstuk over te maken.
Kun je je voorstellen? Bijna alle landen in de wereld zijn partij bij het Verdrag voor de Rechten van het Kind van de Verenigde Naties. Dit betekent dat al die landen gezegd hebben dat ze de rechten van de kinderen die in hun land wonen zullen beschermen en respecteren. En toch zijn er nog 250 miljoen kinderen die niet naar school mogen omdat ze moeten werken. En toch zijn er 300.000 kinderen die mee moeten vechten in een oorlog. En toch sterven nog 50 tot 80 kinderen per jaar in Nederland omdat ze mishandeld worden. En toch... Hoe komt het toch dat de rechten van kinderen nog iedere dag worden geschonden? Er is niet genoeg geld, de kinderen moeten werken om geld te verdienen. Er is oorlog… de kinderen hebben toch niets anders te doen, dus laat ze meevechten. Niet iedereen weet welke rechten kinderen hebben dus worden ze onbewust geschonden…. er zijn genoeg smoesjes te bedenken. Kun je je dat voorstellen? Wie controleert er in een land of men zich wel houdt aan de rechten van het kind? Wie begint er te roepen als de rechten van kinderen geschonden worden? De kinderen zelf? Organisaties? Een kinderombudsman? De Verenigde Naties? Allemaal!!
Verdrag voor de Rechten van het Kind
Artikel 44: rapportages over kinderrechten
De landen die lid zijn van het Verdrag voor de Rechten van het Kind moeten iedere vijf jaar een verslag maken over hoe ze met kinderen in hun land omgaan.
Wie let er op het uitvoeren van de kinderrechten? • De kinderen zelf Volgens artikel 12 van het Verdrag voor de Rechten van het Kind hebben kinderen en jongeren het recht om mee te praten en te denken over alles wat voor hen van belang is. Dus ook over hoe in hun land met kinderen wordt omgegaan. Dat kan thuis, op school, op clubs, maar ook bij de gemeente of zelfs bij de nationale regering. In Mali, West-Afrika, bijvoorbeeld bestaat er een jeugdparlement: kinderen die daarin zitten praten over nationale onderwerpen die voor hen van belang zijn. En ze geven advies aan de nationale regering. In Nederland kunnen kinderen op verschillende manieren hun mening geven: soms zijn daarvoor speciale mogelijkheden gecreëerd: er zijn leerlingenraden op school, jeugdgemeenteraden en een nationale Jeugdraad. Jongeren die in een internaat wonen kunnen via een jongerenraad inspraak hebben:
Leerlingenraad Veel (middelbare) scholen kennen een leerlingenraad. De leerlingenraad heeft meestal twee belangrijke taken: - de belangen van leerlingen behartigen en de schoolleiding advies geven - allerlei activiteiten voor leerlingen organiseren.
Kijk voor meer informatie over de leerlingenraad of de Medezeggenschapsraad op school op de website van het Landelijk Actie Komitee Scholieren: www.laks.nl
Jeugdgemeenteraad In veel gemeentes in Nederland bestaat een jeugdgemeenteraad. Naast de gewone Raad met een burgemeester en wethouders, is er dan ook een raad van kinderen en jongeren uit de gemeente. De jeugdgemeenteraad praat met de burgemeester, wethouders en andere ambtenaren van de gemeente over zaken die belangrijk zijn voor de kinderen en de jongeren uit de gemeente. Zoals bijvoorbeeld waar een nieuwe speeltuin komt. Of over onveiligheid door het verkeer. De jeugdgemeenteraad kijkt of de gemeente wel het beste voor heeft met de kinderen die er wonen.
Nationale Jeugdraad De Nationale Jeugdraad vertegenwoordigt veel jongeren in Nederland. Het is een overkoepelende organisatie voor en door jongeren waar de activiteiten van de Nationale Jongerenraad voor Milieu en Ontwikkeling (NJMO), het Jeugdnetwerk Nederland (JNN), Vereniging 31 en het Nationaal Jeugddebat in zijn ondergebracht. De Nationale Jeugdraad wil jongeren de mogelijkheid geven te participeren in alles wat voor hen van belang is. De jeugdraad heeft een bestuur van jongeren onder de 30 jaar. De raad richt zich op zes verschillende thema's: - Algemene jeugdparticipatie en jeugdbeleid - Onderwijs en sociale zaken
- Jeugdcultuur en vrije tijd - Duurzame ontwikkeling - Politieke jongerenparticipatie - Internationale jongerenparticipatie Kijk voor meer informatie op: www.jeugdraad.nl
Jongerenraden Voor jongeren die in internaten of tehuizen wonen zijn er ook nog andere mogelijkheden om op te komen voor hun eigen rechten: namelijk via de jongerenraad of de bewonersraad van de instelling waar ze wonen. Daar kunnen de kinderen en jongeren meepraten over het beleid van de instelling. Jongerenraden van verschillende internaten uit het land praten een paar keer per jaar samen over de positie van kinderen en jongeren in internaten.
• De organisaties Ook organisaties die werken voor en met kinderen hebben een goed beeld van kinderrechten in het land waarin ze werken. Dit kunnen organisaties zijn die geen officiële banden hebben met de regering, we noemen ze niet-gouvernementele organisaties. Als rechten van kinderen geschonden worden dan proberen deze organisaties daar iets aan te doen: meestal door de overheid te wijzen op haar verantwoordelijkheid, soms door zelf directe hulp aan kinderen te bieden. In Nederland werkt een aantal organisaties die zich bezighouden met
kinderen en kinderrechten samen in een coalitie (samenwerkingsverband) die het Kinderrechtencollectief heet. In het Kinderrechtencollectief zitten bijvoorbeeld Unicef, Plan Nederland en Defence for Children International. Samen zorgen zij om de vijf jaar voor een rapport over kinderrechten in Nederland. Wat gaat er goed, wat gaat er niet goed? Dat rapport bespreken ze met de Nederlandse overheid en met de Verenigde Naties.
• De Kinderombudsman In een aantal landen bestaat een nationale Kinderombudsman. Bij de Kinderombudsman kunnen kinderen, jongeren en volwassenen terecht met al hun vragen en opmerkingen over kinderrechten. Maar, wat heel belangrijk is, de kinderombudsman houdt ook in de gaten of men in het land zich houdt aan de kinderrechten en geeft ook regelmatig advies aan de regering over kinderrechten. De Kinderombudsman heeft meestal een onafhankelijke positie van de overheid, maar wordt vaak wel door de overheid benoemd. Jammer genoeg heeft niet ieder land een Kinderombudsman. Nederland bijvoorbeeld heeft er geen.
In Vlaanderen, België heeft het parlement een kinderombudsman benoemd. Daar wordt de kinderombudsman de Kinderrechtencommissaris genoemd. Wil je meer weten over het werk van de Kinderrechtencommissaris? Kijk dan op www.kinderrechten.be
• De Verenigde Naties: het Kinderrechtencomité Om te controleren of alle landen die partij zijn bij het Verdrag voor de Rechten van het Kind, ook daadwerkelijk doen wat zij beloofd hebben, is in 1991 het VN Comité voor de Rechten van het Kind ingesteld. Dit comité bestaat uit achttien ‘kinderrechtendeskundigen’, afkomstig uit alle delen van de wereld. In het Verdrag voor de Rechten van het Kind staat dat een land iedere vijf jaar een rapport naar het Kinderrechtencomité moet sturen waarin staat hoe het gaat met de kinderrechten in dat land. Ook organisaties die met en voor
De Verenigde Naties (in het kort VN) is een organisatie waar (bijna) alle landen van de wereld lid van zijn, 191 landen in totaal. De VN zet zich in voor vrede en veiligheid, voor de mensenrechten, voor het oplossen van internationale problemen en problemen tussen landen. De VN heeft er onder andere voor gezorgd dat het Verdrag voor de Rechten van het Kind gemaakt werd en dat er zoveel landen lid van zijn.
kinderen werken kunnen een rapport of verslag schrijven en opsturen naar het Comité. En dit geldt ook voor de kinderen en jongeren zelf. Zij zijn immers degenen om wie het allemaal draait. Het Comité van deskundigen gaat over die rapporten in discussie met de regering. Daarna doet het Comité aanbevelingen aan de regering over hoe zij de situatie van kinderen in het land kan verbeteren. Die aanbevelingen zijn een soort advies aan de regering. De regering hoeft daar in principe niets mee te doen, maar meestal nemen ze het advies heel serieus. Als de regering er namelijk niets mee doet dan worden ze de volgende keer weer op het matje geroepen. En dat kan behoorlijk vervelend zijn. Zeker als de volgende dag in alle kranten staat dat het land de rechten van kinderen schendt!
Rapportage Kinderrechten in Nederland In Nederland geldt het Verdrag voor de Rechten van het Kind sinds 1995. Sinds 1995 heeft het VN Comité voor de Rechten van het Kind al twee keer gepraat met mensen uit Nederland over de rechten van Nederlandse kinderen. De eerste keer was dat in 1999. De tweede keer in 2003-2004. Over de tweede keer volgt hier meer informatie. In oktober 2003 sprak het Comité eerst met een groepje Nederlandse jongeren en een aantal Nederlandse organisaties. Daarna, in januari 2004, sprak het Comité met de Nederlandse regering. Wat vertelden al deze partijen aan het VN Comité?
De rapportage van de jongeren Een groepje van vier Nederlandse jongeren heeft in oktober 2003 met het VN Kinderrechtencomité
Het rapport op weg naar het VN Kinderrechtencomité in Genève.
Tek.: W. Stevenhagen
gesproken. De basis van het gesprek was het jongerenrapport. In het jongerenrapport staat wat jongeren in Nederland vinden en weten van hun rechten. Er staan interviews in met vier groepen jongeren: gehandicapte jongeren, jongeren van wie de ouders niet zoveel geld hebben, jongeren die op een internaat wonen en vluchtelingenkinderen. Aan het begin van het gesprek met het VN Comité hebben twee van de jongeren een korte toespraak gehouden. Ze vertelden wat jongeren in Nederland belangrijk vinden, onder andere: • Meer kinderen en jongeren moeten om hun mening gevraagd worden: en er moet wel serieus naar kinderen en jongeren geluisterd worden.
• Er zou zoiets als een Nederlands verdrag moeten komen waarin de rechten en plichten van kinderen en jongeren in Nederland staan beschreven. • Meer kinderen en jongeren moeten weten wat hun rechten zijn. • Er moet een kinderombudsman komen. • Als er speelplekken of andere dingen of organisaties voor kinderen worden opgericht dan moeten kinderen daarbij betrokken worden. • Gevluchte kinderen moeten veel meer informatie krijgen over de asielprocedure en sneller horen of ze mogen blijven in Nederland zodat ze aan hun toekomst kunnen werken.
De rapportage van de organisaties Naast de jongeren waren er in oktober 2003 ook organisaties aanwezig die het VN Kinderrechtencomité vertelden over kinderrechten in Nederland. Die organisaties samen heten het Kinderrechtencollectief. Het Kinderrechtencollectief vertelde het Comité wat zij de Nederlandse regering adviseerden te doen: • Er mag niet bezuinigd worden op de Kinderen Jongerenrechtswinkels. Er mag ook niet bezuinigd worden op het budget voor andere jeugdorganisaties, zoals bijvoorbeeld de scouting. • Er moet een wettelijk verbod komen op het slaan van kinderen. • De positie van kinderen zonder verblijfsvergunning moet beter worden. • Er moet meer aandacht komen voor participatie van kinderen. • Er moet een kinderombudsman komen. • De jeugdzorg moet voor alle kinderen (dus ook ‘illegale’ kinderen) zijn. • Minder kinderen zouden opgesloten moeten worden in gevangenissen.
• De Nederlandse overheid moet iets doen voor arme gezinnen in Nederland. • Er moet meer informatie komen over kinderrechten. • Er moet meer speelruimte komen. • Er moet een duidelijk jeugdbeleid komen, gebaseerd op het Kinderrechtenverdrag. • Iedere gemeente en provincie moet een eigen jeugdbeleid hebben. • De Nederlandse overheid moet iets ontwikkelen dat duidelijk maakt wat het effect van nieuwe wetten op kinderen en jongeren is. • Ook bij het geven van ontwikkelingshulp aan arme landen moet rekening gehouden worden met kinderrechten.
•
•
•
De rapportage van de Nederlandse regering Op 19 januari 2004 sprak de Nederlandse regering met het Comité. Voor het gesprek met het Comité had de regering een rapport naar het Comité gestuurd waarin al het beleid en de Nederlandse wetten die te maken hebben met kinderen beschreven staan. Alle onderwerpen die in het Verdrag voor de Rechten van het Kind staan, komen ook in het rapport van de Nederlandse regering ter sprake. Dat is nogal een droge opsomming van wetten en beleid. Tijdens het gesprek tussen de Nederlandse regering en het Comité op 19 januari heeft staatssecretaris Ross van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een korte toespraak gehouden. De belangrijkste punten die ze noemde waren: • De overheid gaat werken aan een Jeugdmonitor. In de monitor staan allerlei gegevens over de Nederlandse jeugd en maakt duidelijk wat het Nederlandse jeugdbeleid de jeugd nu eigenlijk oplevert. • De overheid gaat de komende jaren
•
77 miljoen Euro extra uitgeven om wachtlijsten voor hulpverlening te verkleinen. Er gaat meer gedaan worden om er voor te zorgen dat kinderen niet zonder diploma van school gaan. Er gaat hard gewerkt worden om ervoor te zorgen dat de jeugdwerkeloosheid minder wordt. De overheid gaat de jeugdzorg verbeteren. Er is nu een speciale commissaris voor Jeugd- en Jongerenbeleid die ervoor gaat zorgen dat de jeugdzorg (hulp aan kinderen en jongeren met problemen) beter georganiseerd gaat worden. En er komt een nieuwe wet over jeugdzorg. Kinderen en jongeren die in arme wijken wonen moeten meer kunnen sporten en spelen.
Hoe de gesprekken tussen de organisaties, jongeren, Nederlandse regering en het VN kinderrechtencomité precies verliepen kun je lezen in het verslag van Renée Zandvliet. Renée was namelijk één van de jongeren die bij het VN Kinderrechtencomité praatte over kinderrechten in Nederland. Haar verslag staat op www.kinderrechten.nl. Hiernaast een stukje uit haar verslag:
Renée Zandvliet.......... “… Soul en ik mochten (op 7 oktober 2003) allebei een
Daarnaast was er ook weer een NGO delegatie en
toespraak houden tijdens de zitting van het Comité.
een jongerendelegatie. Willemijn en Soul konden
Soul’s speech ging over de problemen die AMA’s (jonge
deze keer helaas niet mee, maar gelukkig werd de
asielzoekers die zonder familie naar Nederland zijn
delegatie versterkt door Marie Ange Ukwigize,
gekomen) tegenkomen: het strenge regime op de AMA
namens de AMA-raad.
campussen. Een van de belangrijkste boodschappen
Tijdens deze zitting mochten deze delegaties niets
van zijn toespraak was dat er in plaats van óver
zeggen, maar natuurlijk hadden we in de pauzes wel
AMA’s, meer mét AMA’s gepraat moet worden en dat
de mogelijkheid om de Comitéleden aan te spreken en
zij zelf betrokken moeten worden bij het oplossen van
bijvoorbeeld te benadrukken dat ze toch echt die ene
de problemen.
belangrijke vraag moesten stellen over een probleem
Mijn toespraak ging vooral over jeugdparticipatie.
dat we in oktober al naar voren hadden gebracht.
Jongeren moeten niet zomaar eens af en toe betrokken
De opzet van de dag was ongeveer hetzelfde als in
worden bij jeugdbeleid, maar het moet meer georgani-
oktober met als grote verschil dat er nu veel meer
seerd worden. Daarnaast ging het over de situatie van
tijd was. Hadden we in oktober alleen een ‘ochtend-
jongeren in tehuizen.
sessie’, nu duurde de zitting een hele dag. Na de toe-
Ook hield Stan Meuwese een toespraak namens het
spraken (van de Staatssecretaris natuurlijk en van
Kinderrechtencollectief.
de leider van de regeringsdelegatie van Aruba), stel-
Na de toespraken kregen we in vrij korte tijd zo’n 35
de het Comité opnieuw een groot aantal vragen over
vragen op ons afgevuurd. Na een korte pauze hadden
allerlei uiteenlopende onderwerpen.
we nog een kleine twee uur om die allemaal te beant-
Zo stelden ze vragen over bijvoorbeeld discriminatie
woorden!
van vluchtelingenkinderen en in het bijzonder
Erg leuk was dat wij (de jongerendelegatie) na de offici-
AMA’s, over de bezuinigingen, over geweld op scho-
ële zitting nog een afspraak hadden om met de
len, over vrouwenbesnijdenis en over kindermishan-
Comitéleden door te praten. Dit ging er een stuk minder
deling. Bovendien stelde het Comité een aantal kriti-
officieel aan toe. Het Comité was erg geïnteresseerd en
sche vragen over waarom er nog steeds geen
stelde opnieuw een hoop vragen, deze keer vooral over
Kinderombudsman is in Nederland.”
onze eigen ervaringen. Nadat het Comité dan in oktober was ingelicht door de NGO’s en de jongeren, was het op 19 januari 2004 tijd voor de officiële zitting van het Comité met de Nederlandse regeringsdelegatie. De Nederlandse delegatie bestond uit zo’n twintig ambtenaren werkzaam bij de verschillende ministeries. Zo waren er mensen van het Ministerie van OCW (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), het Ministerie van Justitie, het Ministerie van Sociale Zaken, het Ministerie van Buitenlandse Zaken etc. Het hoofd van de delegatie was mevrouw Ross- Van Dorp, Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
De jongerendelegatie bij Palais Wilson, het gebouw waar het VN Comité van de Rechten van het Kind gevestigd is.
Je kunt dit informatieblad ook vinden op www.kinderrechten.nl
Advies aan de Nederlandse regering Nadat het VN Comité voor de Rechten van het Kind gesproken had met de jongeren, de organisaties en de Nederlandse regering, ging het diep nadenken over wat voor advies oftewel welke aanbevelingen het zou doen aan de regering. De aanbevelingen moeten de Nederlandse regering helpen het nog beter te maken voor kinderen in Nederland. Uiteindelijk heeft het Comité 23 aanbevelingen gedaan. Bijvoorbeeld over het beter maken van de jeugdzorg, over vluchtelingenkinderen, over participatie van kinderen, over het instellen van een kinderombudsman. Maar ook over het verminderen van het aantal kinderen in een gesloten instelling. Nederland gaat in 2007 weer praten met het Comité. En dan hoort het Comité wat Nederland gedaan heeft met die aanbevelingen.
Tips om in actie te komen Wil je meepraten over kinderrechten in Nederland? Wil je meer weten over praten bij het VN Comité voor de Rechten van het Kind over kinderrechten? Neem dan eens contact op met de Nationale Jeugdraad (www.jeugdraad.nl) of kijk eens op www.kinderrechten.nl en neem contact op met het Kinderrechtencollectief (
[email protected]).
Vragen / Opdrachten Stel: jij zit in de jongerendelegatie die met het VN Comité voor de Rechten van het Kind mag praten. Je gaat het hebben over kinderrechten in Nederland. Welke onderwerpen zou jij met het Comité willen bespreken? Wat gaat er volgens jou goed in Nederland en wat gaat er minder goed? Maak een lijst met de goede en de minder goede onderwerpen en geef ook aan wat aan deze onderwerpen nog verbeterd kan worden Wil je alle rapporten, verslagen en toespraken over de Nederlandse rapportage aan het VN Comité voor de Rechten van het Kind eens zien en lezen? Kijk dan op www.kinderrechten.nl. Bij Rapportage Kinderrechten in Nederland staat alles op een rijtje.
Dit is een uitgave van het Kinderrechtencollectief. Het Kinderrechtencollectief is een coalitie ter bevordering van rechten van kinderen en bestaat uit Defence for Children International (DCI), Unicef Nederland, de Landelijke Vereniging van Kinder- en Jongerenrechtswinkels, Jantje Beton, de Nationale Jeugdraad, Plan Nederland en Save the Children Nederland. Het NIZW jeugd is betrokken als adviseur.
Tekst: Mijntje van Kemenade Illustraties: Olivier Heiligers Druk: Stenco
Deze uitgave is financieel mogelijk gemaakt door de Nederlandse overheid.