10/05/2015
Kom alles te weten over kunst bij de ‘Kunstroute’
Nr. 24
Femma lentefeest > Pag. 2
Jan Van Turnhout
Soldaat uit Den Groote Oorlog > Pag. 4-6
Taxibedrijf Schrauwen Deel 2 > Pag. 7
Gedicht van de week Moederdag
Op 2 en 3 mei stelde vzw Kobie in Essen “Kunstroute” voor. Op 29 verschillende locaties kon men kunst bewonderen. Op Scham 15 stelden Lieve Van Daele en Agnes Hendrickx tekeningen en schilderijen tentoon. Wij bezochten ook het Kniphof (Horendonk 350) van Co-
lette Driessens die wij in ons platform al eerder aan het woord lieten. Tijdens de uiteenzetting vertelde ze te hopen dat haar kennis en kunde niet verloren zou gaan en dat haar ontwerpen zouden aangewend worden om er kledij mee te bedrukken.
Mama, ik hou van jouw Ook al ben ik boos op jouw Hier of daar Altijd sta je voor me klaar Koken, dat doe je elke dag En je kijkt ook altijd met een glimlach Daarom zeg ik altijd weer Keer op keer 1000 maal, ik hou van jouw
Inne Suykerbuyk
Nieuws Column
2
Femma: lentefeest
Guy Van Den Broek Ons dorpspleintje Een pleintje is in bijna alle landen de kern van een dorp. We spreken dan ook gemakkelijk van een dorpspleintje, waar mensen samenkomen, even kunnen zitten en waar het goed toeven is. Precies dergelijke pleintjes ontbreken in Essen. De herinrichting van het Heuvelplein, nu al vele jaren geleden is een gemiste kans voor onze gemeente. Maar ook op onze eigen wijk Horendonk hebben we geen echt dorpspleintje. Twee plaatsen dienen zich aan , rond de kerk en ook tegenover de Chiromeisjes. De geplande herinrichting van Over d' Aa biedt de gemeentebestuurders een unieke kans om op onze wijk, minstens één of liefst twee aangename pleintjes te creëren. Maar in de weliswaar voorlopige plannen die we tot nog toe te zien kregen, is daar niets van opgenomen of voorzien. Bij een dergelijk groot werk, dat de herinrichting van Over d' Aa zeker zal zijn, is het nochtans een kleine moeite om dit er meteen bij te nemen. Het zal in elk geval stukken goedkoper zijn, dan wanneer men dat jaren later plant en er opnieuw moet opgebroken worden. Over hoe zo'n pleintje er moet uitzien, kunnen we allemaal wel wegdromen, maar voor professionele planners, die de gemeente toch moet inhuren, is dit dagelijks werk. Toegegeven de ruimte is wellicht beperkt, maar enkele banken, zitplaatsen, wat bomen, een aangepaste bestrating, vraagt niet zo heel veel oppervlakte. Toegegeven rond de kerk en het parochiecentrum zijn veel parkeerplaatsen nodig. Maar kunnen die ook niet zo ingepland worden, dat je nog de indruk blijft krijgen op een pleintje te zitten met zitbanken, enz ? Zeker tegenover het Chiro-lokaal van de meisjes moet een professionele planner met een beetje verbeelding er iets veel mooiers van kunnen maken, dan het nu is. Daarbij zie je dat zondagmiddag al heel wat mensen, meestal Nederlanders, daar de enkele banken al gebruiken om hun frietjes op te eten. Ook enkele buurtbewoners durven daar al eens samenkomen. Voor dat pleintje zouden we ook al onmiddellijk een naam hebben, namelijk 'Armenakker', zoals die plaats vroeger noemde en waarop volleybalclub Dosko 50 jaar geleden is ontstaan.
Op 24 april had Femma haar lentefeest in een mooi versierde zaal. Eerst genoten wij van een lekkere maaltijd. Nadien was er een optreden van Mevr. Van Loon. Haar eerste verhaaltje was waarheidsgetrouw als je al een jaartje ouder bent. Zij liet ons allen ook nog een liedje zingen dat alleen bestond uit titels van liedjes. Toen zij 4 appelsienen boven haalde dacht men: “Wat is zij daarmee van plan.” Maar echt wat hebben wij daarna gelachen en dit omdat de appelsienen moesten doorgegeven worden zonder de handen te gebruiken! Dit is niet zo simpel als je zou denken, maar iedereen deed al lachend mee. Als dessert was er een lekkere fruitsalade. Even later werden de lotjes getrokken door mijnheer Pastoor en gingen wij naar huis met mooie plantjes of bloemen. Wij willen ook iedereen bedanken om hun inzet om er weer een mooie avond van te maken!
Schrauwen José
Nieuws
3
3/5: Kunstroute Op zondag 3/5 hebben wij met vrienden een gedeelte kunnen bezoeken van de kunstroute doorheen Essen. Allereerst bezochten wij de Rommershoeve. In de kerk stelden enkele kunstenaars hun kunsten tentoon. In de kloostergangen kon men de tijdloze humor bewonderen van Brasser, een cartoonist die inspeelde op het nieuws van jaren geleden. Hier herbeleefden wij de problematiek uit vervlogen jaren. Bij Kuyps stelde Annette Van Tilburg ( vrouw van Michael Schrauwen ) haar mooie schilderijen tentoon tesamen met vele anderen. In ’t Atteljee konden we genieten van verschillende soorten kunst zoals keramiek, bloemkunst, schilderijen, kalligrafie, houten beelden enz. Ons laatste bezoek was op Den Uil in het Kniphof. We werden hartelijk ontvangen in het atelier van Colette Driessens. Wij kregen allen een zéér uitgebreide uitleg en zelfs een demonstratie. Zij vertelde ook dat zij graag zou hebben dat er iemand haar microbe zou overkrijgen zodat haar kunstvaardigheden verder zouden leven en de knipkunst blijft bestaan in de toekomst! Hoe zij deze kunst maakt is echt uniek! Een nieuwe tentoonstellingsruimte zou er voor kunnen zorgen dat al haar werken mooi tot hun recht zouden komen. Zo zouden er nog vele mensen van kunnen genieten! Het is haar droom om in de toekomst haar kunst meer bekend te maken en zelfs misschien om het te laten drukken op kleding! Wij allen hebben een zéér mooie en boeiende namiddag beleefd en zeker ook nog vele anderen. Wat wij gezien hebben is maar een héél klein stukje van het geheel. Bedankt aan alle kunstenaars om hun kunstwerken aan ons te tonen en hopelijk ontdekken enkele mensen een nieuwe hobby!
José Schrauwen
Nieuws Omdat het vandaag precies 100 jaar geleden is dat mijn overgrootvader, Jan Van Turnhout, in Londen stierf, publiceert het Nieuwsplatform, het verhaal dat ik, Kathleen Pockelé, over hem schreef voor De Spycker 2014. Al jarenlang ben ik gefascineerd door de Eerste Wereldoorlog die 100 jaar geleden uitbrak. Mijn interesse hiervoor is gegroeid doordat ons ma, Suzanne Van Turnhout, mij het mobilisatieboekje liet zien van haar grootvader Jan Van Turnhout. Hij had gevochten in Den Groote Oorlog. Jan werd geboren op 9 januari 1880 te ‘Esschen’ als kind van Kees (Corneille) Van Turnhout en Adrienne Van Ginderen. Hij was enkele jaren boerenknecht , maar bracht het al snel tot ‘piosjer’, een spoorweglegger. Hij huwde met Joanna Maria (Meej) Smout. Ze kregen 4 kinderen : Leon (°2/1/1910, later bekend als ‘de grote garde’), Lisa (°2/4/1911), Louis (°6/2/1913, ‘den doofstomme’) en Maria (°31/3/1915). Jan en Meej woonden op den Heikant 138. Het ouderlijk huis bestaat nog steeds, nu Heikantstraat 141, vlak tegenover de kapel van de verrezen heer.
4
JAN VAN TURNHOUT SOLDAAT UIT DEN GROOTE OORLOG compagnie. Na een opleiding kwam hij op 1 oktober 1900 in actieve dienst. In die tijd werden de miliciens nog jaarlijks heropgeroepen voor een ‘heerschouw ing’, waarna hij op 15 december 1913 officieel afzwaaide.
De oorlog breekt uit Hij werd opnieuw opgeroepen op 1 augustus 1914 om te vechten tegen de Duitsers die op 4 augustus ons land binnenvielen. De enige herinnering aan hem van zijn oudste zoon Leon, mijn bompa (toen 4,5 jaar) : ‘Ik stond met
mijn moeder, broer en zus ons vader uit te zwaaien. Ik zie ze nog met twee vertrekken, langs het spoor richting station.’ Meej Smout was op dat moment net zwanger van haar jongste dochter. Of Jan ooit geweten heeft dat hij voor de vierde keer vader zou worden, zullen we nooit weten. Hij heeft in ieder geval zijn dochter nooit gezien. Die tweede persoon met wie Jan vertrok was vermoedelijk Adriaan Nelen (zie artikel Dré Jacobs), die na 5 jaar verschrikking toch terug kwam, maar weinig vertelde over zijn ervaringen.
Erg optimistisch over de afloop van de oorlog was Jan niet, want bij hun vertrek fluisterde hij Adriaan in het oor ‘Wij ko-
men hier nooit meer van terug.’
Maar Jan was voorbereid. In 1902 had hij reeds 75 kogels mogen afvuren (‘balles tirées’) op een afstand van 400m waarvan 27 het doel geraakt hadden (‘balles ayant touché’). Daarom werd hij ingedeeld bij de ‘classe de guerre, tireurs’. We lezen ook bij de ‘Appréciations des distances’ dat zijn zicht ‘moyenne’ was:
‘Op 100 m: Ik erken de man – op 200 m : Ik zie nog alles, maar de knoppen vormen eene lijn – op 300 m : Het gezicht vorm eene witte punt – op 400 m : Ik zie nog eene massa en onderscheid nog de wapens – op 500 m : Ik zie een zwart punt op 600 m : Ik zie eene grijze massa.’
Soldaat Jan Van Turnhout (familiearchief, met dank aan Johnny Van Tichelen)
Soldaat Jan Van Turnhout (familiearchief).
Jan was nog een loteling, hij behoorde tot de militaire klasse 1900. Omdat hij het lage nummer 63 trok, werd hij op 21 juni 1900 milicien, aanvankelijk in het 7de linieregiment, 3de bataljon/4de
Maria Smout met haar 4 kinderen: vlnr Leon, Louis, Maria en Lisa (foto Agnes Van Schoors)
Het 7de linieregiment was gelegerd in de St.-Bernardusabdij te Hemiksem, een voormalige cisterciënzerabdij, tijdens de Eerste Wereldoorlog ingericht als militair depot. In augustus 1914 kwam Jan bij het 7de vestingsregiment (‘7de de fortereseresse’). Deze regimenten bestonden enkel in oorlogstijd. Ze werden belast met de inrichting en de verdediging van de tweede lijn van het versterkte kamp van Antwerpen. Na de val van Antwerpen (10 oktober 1914) trok het Belgische leger zich terug tot achter de IJzer en daags
Nieuws de eerste IJzerslag (18-30 oktober 1914) voegde zijn vestingregiment zich bij de rest van het 7de als gewone gevechtseenheid. Hoogstwaarschijnlijk was Jan hier ook bij. Onder bevel van Luitenant-Kolonel Delobbe werden ze vanaf 18 oktober in de sector van SintJoris bij Nieuwpoort ondergebracht. Wij lezen in de Historieken van het 7de linieregiment:
‘Voorbij de oever verpletteren de obussen met gelijke hevigheid, de reservetroepen. Ons klein aantal zware kanonnen, laat toe het vijandelijk geschut op afdoende wijze te beschieten. Eén enkele gedragslijn kan gevolgd worden. ….. De grond davert verschrikkelijk. De lucht is één vuur van de voortdurende ontploffingen. Iedere maal, dat een zware obus de loopgracht treft, keert hij ze onderste boven, doden, gekwetsten en levenden begravend… Jongens worden in het donker door een donder van ontploffingen vaneengerukt…. Bloedige brokstukken worden weggeslingerd… Zullen de zenuwen van de overlevende deze helse toestanden en visioenen blijven verdragen? ….. Sedert den 18de houdt het 7de stand, niettegenstaande uiterst zware verliezen, en de hevige aandoeningen van een radeloze beschieting. Uitgeput, verminderd, houdt het onwrikbaar. Elke poging van het vijandelijk voetvolk wordt aanstonds gebroken. En nu daagt de befaamde dag van 22 October. Vol bewondering voor deze bovenmenselijke tegenstand, vermeldt Luitenant-Generaal Dossin het regiment aan de dagorde der L.A. In de loop van de avond berichten de afgevaardigden van Kolonel het verheffende nieuws : ‘Z.M. de Koning vereert het 7de Linieregiment met het Kruis der Leopoldsorde.’ ….’ De Duitsers waren niet de enige vijand van onze Belgische soldaten in de loopgraven. Ook de kou in de wintermaanden, gebrek aan slaap en rust, regen, grondwater, modder, honger, dorst en ongedierte waren dagelijkse vijanden. In november 1914 sneeuwde het al vanaf de tweede week. Er waren dan ook veel soldaten die ziek werden van de kou en het vocht. Een veel voorkomende ziekte in die tijd was tuberculose, destijds nog ongeneeslijk.
Ziek naar Engeland Op 21 november 1914 ontving Jan een
brief, een vrijgeleide vanuit Parijs, om
‘les messieurs Peeters et Van Turnhout’
vrije doorgang te geven met al hun bagage. Jan, ziek geworden aan het front, moest gaan herstellen in Engeland. Tijdens de oorlog was dit geen abnormaal gegeven. Zieke en gewonde soldaten kwamen vaak in Engeland terecht om nadien eventueel terug hun regiment te vervoegen. Vanuit het veldhospitaal in De Panne vertrokken ze met de trein naar Calais, van daaruit met de auto naar Pas De Calais, vervolgens met de boot naar Dover. Van hieruit met auto’s of met de trein naar Londen. Hier kwam Jan eerst terecht in The Refuge, Silver Street Edmonton. Op 11 januari 1915 werd hij onbekwaam verklaard om nog langer actieve dienst in het leger te vervullen. Op 26 februari van dat jaar bracht men hem naar het St Annes Home, Streatham, Sutton Surrey (district Carshalton) en van daaruit vrij snel naar Downs Sanatorium waar Jan uiteindelijk op 10 mei 1915 overleed aan tbc, op 35 -jarige leeftijd.
5 Meej sprak nooit over Jan, verbitterd als zij was door zijn veel te vroege overlijden. Vanaf 1921 moest zij zien rond te komen met een militair pensioen van jaarlijks 1500 Belgische Frank, vermeerderd met 1200 BEF voor haar vier kinderen. De papieren van Jans oorlogsverleden lagen veilig opgeborgen in haar huis. Na haar dood, kwamen alle documenten terecht bij mijn bompa, Leon.
Eerste bezoek aan het graf Zo werd het plan opgevat om op zoek te gaan naar het graf van zijn vader. Een dame op het consulaat in Antwerpen verzekerde ons dat soldatengraven in GrootBrittannië nooit ontruimd zullen worden. Zo trokken we met de bompa en ons gezin vanuit Oostende naar Londen. In 1981 ging dat toen nog met een jetfoil naar Dover en van daaruit met de trein naar Londen, Victoria Station. Een hele gebeurtenis! Zelfs het hotel hadden we op voorhand niet besproken. ’s Anderendaags reden we onmiddellijk naar het kerkhof. Het was een mistige herfstdag in november. Een zeer ontroerend moment voor mijn bompa toen hij als eerste het graf van zijn vader ontdekte, na 66 jaar.
Uittreksel uit het Dodenregister (familiearchief). Drie dagen later werd hij begraven, vlak bij Wimbledon, op het Battersea Morden Cemetry, (graf nr. 1097 in vak E), een gewoon burgerkerkhof.
Na de oorlog Meej Smout ontving pas begin jaren ’20 de officiële papieren van het ministerie van Oorlog betreffende de dood van haar man. Ze schreef met hulp van een gemeenteambtenaar enkele brieven naar de minister van Oorlog. Zo kreeg zij postuum volgende medailles : het oorlogskruis met palm, de overwinningsmedaille en de herinneringsmedaille aan de Oorlog 1914-1918.
Leon Van Turnhout bij het graf van zijn vader, 1981 (familiearchief).
Brief van Meej Smout aan de Minister, 26 oktober 1920 (gevonden in documentatiecentrum Koninklijk Legermuseum te Brussel - familiearchief).
Nieuws
6
Naast Jan liggen nog 2 andere Belgische soldaten begraven : Nestor Detilloux, soldaat 2de klas OV uit Seraing en Omer. Walraet, soldaat 2de klas mil 1913 uit Marke-Kerkem.
Detail van het Monument der Gesneuvelden, Heuvelplein, 2013 (familiearchief).
De graven van de 3 Belgische soldaten op het kerkhof van Battersea Morden, Wimbledon, 1981 (familiearchief).
Grafzerk Jan Van Turnhout, 1981 (familiearchief).
Neville Golding met Tineke Pockelé en Suzanne Van Turnhout, 1986 (familiearchief). Enkele jaren later rijdt een rood autootje met Britse nummerplaat ons voorbij in de Kapelstraat. Een dik uur later zitten ons ma en ik bij de bomma te buurten met de Engelse Neville Golding uit Newbury, het rode autootje staat op de oprit. Hij is op zoek naar de familieleden van de 3 Belgische soldaten die begraven liggen op het Battersea Morden Cemetry in Wimbledon. Hij onderhield al jaar en dag de laatste rustplaatsen van Nestor Detilloux, Omer Walraet, en Jan Van Turnhout. Jans graf blijft in Engeland, maar hier bij ons vinden we zijn naam terug op de Essense Pomp en op de marmeren gedenkplaten aan de ingang van het Centraal Station in Antwerpen, richting Meir, ter huldiging van de gesneuvelde spoorwegarbeiders.
Detail van de gedenkplaat voor het gesneuveld spoorwegpersoneel 19141918, Centraal Station Antwerpen, 2013 (foto Rudi Smout). Nu is Jan mijn overgrootvader, vroeger een voor mij onbekende persoon, meer dan ooit naaste familie geworden.
De Spycker Het jaarboek van de Koninklijke Heemkundige Kring van Essen, De Spycker is weer uit. Ze bevat een 20-tal boeiende artikelen, waarvan er enkele betrekking hebben op onze wijk Horendonk. Zo is de volleybalclub Dosko ontstaan op den armenakker onder impuls van Albert Claessens, tevens de eerste voorzitter. Ook het relaas van de stier die niet gemakkelijk wou dekken uit de jaren '50 is een Horendonks verhaal met nog levende getuigen als Martien Antonissen en Jos Van Loenhout. Het nummer bevat ook zes oorlogsverhalen Bovendien levert onze wijk liefst drie auteurs voor de Spycker 2015 met Rik Pockelé, Frank Hontelé en mezelf. Cis Claessens nu woonachtig in de Beliestraat maar op den Uil geboren, schreef het artikel over het ontstaan van Dosko. Heel veel mensen op Horendonk zijn trouwe jaarlijkse lezers van de Spycker. Wie het jongste jaarboek 2015 nog wil aanschaffen (18 euro) kan terecht bij mij Kraaienberg nr. 29 of in het Heemhuis of de Tasberg vlak bij de Kiekenhoeve.
Guy Van den Broek
Met dank aan André De Clercq - Documentatiecentrum Koninklijk Legermuseum Brussel - Gemeentearchief Essen - Heemhuis Essen - Guido Van Krunckelsven - IFFM Kenniscentrum Ieper - Ivan Janssens - Prof Alex Vanneste - Rik Pockelé en Suzanne Van Turnhout - Rudi Smout - Wim Simon - Agnes Van Schoors - Johnny Van Tichelen
Chris Van Hees: “Wij zijn opzoek naar de 50-jarigen wonende op Den Uil of de lagere school gevolgd op Den Uil. Graag jullie aanmelden via:
[email protected]
Interview
7
Taxibedrijf familie Schrauwen Heb je nog enkele verhalen van tijdens uw ritten? Ik was wel wat zenuwachtig als ik tegelijk taxichauffeur en ceremoniemeester moest zijn. Dan had ik mijn kostuum aan, een pet op en witte handschoenen in mijn handen. Zo moest ik eens voor een trouw rijden en alles liep gesmeerd op het gemeentehuis, maar nadien gingen we naar de kerk en toen de bruid de kerk wilde binnenstappen bleef zij maar staan en deed zij teken naar mij dat ze met haar hak tussen het rooster zat, ik nam de schoen eruit maar moest hem dan weer aandoen, dus ik moest onder de rokken van de bruid, haar schoen was wel wat beschadigd, maar dat zag je toch niet hé! Terwijl riep Kee : “Zijn ze nog niet getrouwd en Jos zit al onder de rokken!“. Tijdens de mis ben ik maar naar Kee gegaan om iets te drinken en voor de rest van de dag liep alles gesmeerd. Ook moest ik eens een vrouw naar het ziekenhuis brengen om te bevallen, haar man zou naar het ziekenhuis rijden met de fiets zodat hij na de bevalling terug naar huis kon. Tijdens de rit vroeg ze mij om even te stoppen en het was dringend! Ik durfde niet te stoppen en ik reed door naar het ziekenhuis in Essen. Echt toen heb ik de bochten kort genomen van snelheid. In de gang van het ziekenhuis is zij toen bevallen. De verpleegsters wensten mij proficiat met de geboorte van een dochter, omdat ze dachten dat ik haar man was, iets later kwam de man binnen en was dit weer iets om later eens mee te lachen. Wat had deze rit mij bloed zweet en tranen gekost en had ik toch afgezien! Ook heb ik eens twee meisjes naar het ziekenhuis moeten brengen voor een operatie, maar uiteindelijk werd ik nog eerder dan hen geopereerd van een ontstoken appendix. Ik was toen één van de eersten die zonder verdoving werd geopereerd, ze hebben mij horen huilen tot aan de kerk denk ik, zo heb ik gehuild van de pijn. Nadien legden ze mij in een ijspakking maar helpen deed dit niet. De meisjes waren op 3 weken tijd genezen, maar ik heb een jaar buiten strijd geweest omdat ik na de ope-
Graag zou ik toch wel eens aan de mensen willen vragen of dat er nog foto’s bestaan van onze diensten. In die tijd werden er niet zo veel foto’s genomen als nu, dus het zou echt wel leuk zijn als er toch nog foto’s zouden zijn van ons en ook van de auto tijdens een trouw. Hopelijk vinden jullie er nog wat in de oude dozen of in een mooi trouwalbum. Stuur ze door via
[email protected] of breng ze naar Over d’Aa 217. ratie flebitis had gekregen! Ook ben ik bijna eens getuige moeten zijn tijdens een trouw. De getuige zou met de motor van Antwerpen komen, maar door pech onderweg was hij niet op tijd, dus ik zou die taak dan wel overnemen. Terwijl de klokken van de kerk begonnen te luiden werd de bruid wel wat zenuwachtig, maar dan kwam hij opdagen en kon hij nog getuige zijn. Hij had zelfs met zijn vinger kunnen tekenen omdat die onder de smeer zat. Het koppel dat trouwde beloofden aan mij wanneer ze 50 jaar getrouwd zouden zijn, ik en ons Hilda naar het feest mochten komen, en zij hebben woord gehouden! De auto’s werden telkens mooi uitgekuist en klaar gemaakt voor de volgende opdracht. Ze moesten voor de trouw de bruidegom Jos Kamerling gaan ophalen. Hij vroeg om nog wat cadeaus mee te nemen. Er werden toen nog Heilige beelden gegeven. Hij zij: “Leg ze maar in de koffer!“, maar de koffer werd wel eens vergeten en hij zat nog vol met stro omdat we biggen hadden vervoerd. We legden de beelden in het stro en Jos zei : “Nu liggen de Heilige beelden al in het stro!”. Goed dat dit bij
hem gebeurde want bij een ander zou dit niet gekund hebben. Wat er ook eens gebeurde was dat er op het laatste moment voor wij naar het gemeentehuis moesten vertrekken, het kleed van de bruid nog moest aangepast worden. We brachten de mensen ook thuis als ze eens uit geweest waren en dit niet meer op eigen krachten konden. Het ergste was als wij mensen naar het ziekenhuis moesten brengen die gekwetst waren door een ongeval, dit is ook iets dat je nooit vergeet! We hebben in die jaren zoveel meegemaakt, dus niet alleen leuke dingen maar ook minder leuke. Ik kan nog vele verhalen vertellen over onze taxidienst want het bracht ons toch ook wel dichter bij de menselijke problemen en pleziertjes van de mensen van Essen. Als je dit werk doet is er ook het beroepsgeheim en dit moet zeker zo blijven.
José Schrauwen
De tijd van toen Koninklijke Handboogmaatschappij “EDEL TIJDVERDRIJF” (1869 – 1969)
Laatste deel 11. Na 1968
bruikt men niet de schietafstanden van de FITA.
Sinds 1968 is de techniek ook binnen de muren van de schutterij geslopen. De houten plakbogen zijn nog slechts een éénrichtingsticket richting volkssportcentra waard. Alleen carbon en fiberglas van Amerikaanse bogen vindt men nu in de handen van de schutters, ook stabilisatoren, staven stekend in alle richtingen, en vaak een duur vizier zijn onmisbaar als men het steeds stijgend prestatieniveau wil volgen. Voor een dergelijke uitrusting betaalt men al snel veel geld.
Als je in de jaren negentig “Het Pannenhuis” binnenkwam stapte je een mannenrepubliek binnen, mannen die om de vaste hand te houden de tijd verdrijven met kleine wedstrijdjes. Alle leeftijden zijn uiteraard welkom, maar het zijn toch vaak de ouderen die een center willen lukken. Boogschieten is een rustige sport, een cafesport waar het hanteren van pijl en boog wordt opgeklopt met vaten gerstebier, kwajongensstreken en verhalen over duivenmelken en biljarten.
Spijtig dat na 1968 samen met de techniek ook de rivaliteit is gekomen. Het groot aantal wedstrijden tegen Nederland is teruggelopen tot een enkele wedstrijd tegen Etten–Leur. Aan de grond hiervan ligt een onduidelijk incident, het groeiend nationaliteitsgevoel en een overvolle kalender die “ Edel Tijdverdrijf” moet afwerken.
Als er nieuwe leden het boogschieten willen leren, staat er steeds een handboog ter beschikking en de techniek wordt je aangeleerd door een leermeester. De techniek is niet al te moeilijk, maar het zijn de zenuwen die op tornooien het verschil maken tussen winnaar of verliezer. Sinds 1980 is Peer Backx de voorzitter geweest van Edel Tijdverdrijf. Na het overlijden van Peer in 1993 is Rik Mol voorzitter geworden tot hij overleed in 2004. Bert Theuns nam de fakkel over voor twee jaar. In 2006 heeft Frans Van Campen het voorzitterschap op zich genomen. Het gewest is op dit ogenblik opgedeeld in zes categorieën, die worden vastgelegd op basis van de resultaten van de bondsschietingen. Iedereen kan meeschieten op de nationale wedstrijden, op voorwaarde dat je een nationale lidkaart koopt.
Wat betreft ongelukken vindt men in de annalen niets terug. Als er al kwetsuren voorkomen dan zijn die vaak te wijten aan overbelasting ter hoogte van de schouders en de armen. Vaak heeft de schutter beschermmateriaal rond zijn schouder, zo kan de pees of pijl niet in de trui blijven haken, rond de arm om de huid te beschermen tegen de wrijving van de pees, en rond de schietvinger om de druk van de smalle pees op te vangen. Voor de interclubkampen en de dagelijkse trainingen heeft men de afstand verkleind naar 25 meter, en ge-
8 Vandaag de dag zijn er nog vijf boogschutterverenigingen in Essen. Het Pannenhuis of Schuttershof is afgebroken in 2000, de laatste bekerkast is in bruikleen gegeven aan de Heemkundige kring, en Edel Tijdverdrijf is nu gehuisvest bij café Arabieren. In 1856 afgescheurd van de Arabieren door het nukkige karakter van Marijn Buyens, en nu, na 150 jaar broederlijk naast elkaar staan schieten, men ziet, de tijd heelt alle wonden, of hoe een dubbeltje rollen kan. Wij praten vandaag de dag over grenscontacten en culturele uitwisselingen en sportuitwisselingen, maar de handboogmaatschappijen, en Edel Tijdverdrijf in het bijzonder, doen dit al tientallen jaren. “Edel Tijdverdrijf” staat al 150 jaar voor intens volksleven, boeiende sportactiviteiten, gemoedelijkheid en plezier. Ze was betrokken bij alle grote Essense vieringen, zoals het jubileum van Paus Pius de 9de in 1871. “Edel Tijverdrijf” stond mee aan de wieg van Harmonie Concordia in 1872, en ze was erbij toen in 1899 Horendonk een eigen parochie werd. Ondertussen is Edel Tijdverdrijf aan zijn zoveelste zesdaagse toe, nog steeds onveranderd en met dezelfde reglementen als pakweg 70 jaar geleden, alleen met aanzienlijk minder ploegen, maar wel met hetzelfde enthousiasme als toen. Het boogschieten zal wel nooit uitgroeien tot een massasport, wellicht omdat een ondersteuning met het grote geld kinderdromen zijn. Zo hoeft men, waarschijnlijk terecht, geen schrik te hebben van grote supportersaantallen. Ondertussen is het boogschieten wel een olympische discipline geworden. Het café Schuttershof werd meer dan 100 jaar uitgebaat door een Backx-telg. Het Edel Tijverdrijf staat voor 150 jaar folklore met Kempische stijl en zwier.
Toen ik mijn plechtige communie deed had ik ook weer tegenslag. De mis was al om half zeven en we moesten een kwartier te voet gaan. Ons Jeanne had mij héél schoon aangekleed. Ik had een lichtblauw kleedje aan en ik mocht ons Jeanne haar horloge aandoen. Ik zo fier als een pauw te voet weg. Ik was nog niet ver hoor, en ik zag een fiets aankomen. Ik stapte van de borduur en viel recht in een plas water. Wat nu gedaan? Ik terug naar huis, ons Jeanne trok mijn kleed uit, waste het voornaamste uit in een emmer sop en zette het strijkijzer op de Leuvense stoof zo dat ze het kleedje nog wat kon droogstrijken. Haar horloge kreeg ik niet meer aan. Hoe ik toen in de kerk geraakt ben weet ik niet meer, maar ik kwam veel te laat! Ik kreeg flink wat kijven van de zuster, maar ons moeder zei : “ Laat ze maar gerust want ze is in het slijk gevallen! “. Maar die schone dag was naar de knoppen en ik had geen foto!!!
Varia
9
APENBROODBOOM: DE FAMILIE SNURK TEST DE ANTI-SLECHTERIK WAPENS De familie SNURK heeft een paar slechterikken gevangen om de nieuwe wapens van de UITVINDER-APEN op te testen. Nu maar hopen dat het echte slechterikken zijn en geen neppers. Want het verschil tussen een aap die zich verdedigt en een slechterik, die aanvalt, is soms moeilijk te zien.
Test van de Namaak Pinda’s of NINDA’s Eerst kregen de slechterikken Namaak Pinda’s te eten, de zgn. NINDA’s. Nou, die werkten nog beter dan beloofd: de slechterikken begonnen te bedelen om nog meer NINDA’s en lieten al het andere eten staan. Ook werden ze ineens veel aardiger, bijna goeierikken, zou je denken. Maar hoe lang werken die NINDA’s ? vroeg BAAS AAP. Nou, heel lang want de slechterikken weigerden gewone pinda’s. Zelfs overheerlijke fritten, koeken, pralines, taarten en ander lekkers lieten ze staan. En ze begonnen elkaar te kroelen, ipv met stenen en stokken te zwaaien. Een groot succes dus, ze leken wel verslaafd aan de NINDA’s. Nu nog zorgen voor voldoende NINDA’s voor alle slechterikken. Hoera, geen oorlog meer. Alleen nog burenruzies bv. wie op welke tak mocht slapen en wie beter kon snurken. BAAS AAP vroeg de UITVINDER-APEN om een NINDA-FABRIEK te ontwerpen en de WERK-APEN moesten alvast een goede plek voor de bouw maken. Ondertussen begon de volgende test.
Test van de Super Anti Slechterik Pijl Zo op het oog was het maar een kleine pijl die alleen krasjes maakte. Maar als een slechterik geraakt werd door zo een pijl, viel hij door het stofje op de punt van de pijl meteen in slaap. En bij het wakker worden begonnen ze te zingen: wij zijn de goeierikken. Alsof iemand dat geloofde: voor het slapen gaan waren het nog gevaarlijke slechterikken! Om te zien of het echte goeierikken waren geworden stuurde BAAS AAP een paar SOLDAAT-APEN op de zingende slechterikken af. En mirakels, ze omhelsden de SOLDATEN en begonnen met hen te dansen en te zingen. Nou, de SOLDAAT-APEN dansten liever dan dat ze oorlog voerden. Want oorlog voeren is heel gevaarlijk. Je kon zomaar een flinke steen tegen je kop krijgen of een klap met een stok. Als het heel erg werd, kon je zelfs met 1 klap in de apenhemel terecht komen!! Een feestje bouwen was veel leuker en dus werd het feest steeds groter. Want ook de UITVINDER-APEN wilden wel eens een pleziertje na al dat gepuzzel met nieuwe wapens. BAAS AAP moest ingrijpen want anders zou de test met het AS pak niet doorgaan. Dat zou jammer zijn want het pak was heel bijzonder.
Test van het Anti Slechterik Pak (AS pak) Alle UITVINDER-APEN deden een groen gekleurd pak aan. En gingen daarna in een boom dichtbij het oorlogsgeweld zitten. Nu maar wachten tot er een
In mei legt elke vogel een ei
slechterik voorbij kwam. Nou, dat duurde heel lang. De groen geklede apen vielen in slaap en er klonk een luid gesnurk uit de boom. Het werkte aanstekelijk en al snel waren alle apen van de familie SNURK op het testterrein aan het snurken. Ze merkten daardoor niet dat er – eindelijk – een groepje slechterikken op de boom afkwam. Die hoorden natuurlijk het snurken en dachten: dat is de familie SNURK, die gaan we eens aanvallen. Maar op 50 m van de boom gekomen stonden ze ineens stil: de voorsten begonnen te zingen “wij zijn goeierikken” en al snel volgde de hele groep. Want het groene AS pak verspreidde een soort parfum met hetzelfde stofje als op de pijl. De slechterikken ademden dat in en.. jawel hoor, ze vergaten alles en vielen na het zingen in slaap. En begonnen ook te snurken. Het werd 1 groot snurkkoor. Alsof er bomen omgezaagd werden. Gelukkig was dat niet zo, want apen zonder bomen, dat kan niet. Groen was dus een goede kleur want na het wakker worden omhelsde iedereen elkaar en zei elkaar leuke dingen. De slechterikken deden ook een groen pak aan en riepen: MAKE PEACE MET GROEN. Een groot succes dat groene anti-slechterik pak! Iedereen wilde groen zijn of minstens lijken. Zo kreeg je ook nep-groeners. Die liepen rond in een groen pak, maar vielen al gauw door de mand. Want ze gingen bomen omhakken en zeiden slechte dingen tegen elkaar. Ondertussen begon de bouw van de NINDA-FABRIEK. Volgende keer zullen we zien hoe groen en NINDA’S elkaar verdragen. Leuk hoor
Wordt vervolgd…
Tjeerd Ossewaarde
Foto van de week
Varia overlijdensbericht Hermina Van Ginneken Echtgenote van Jef Thys ° Essen 12 juni 1950 + Coda Wuustwezel 4 mei 2015 De uitvaartdienst had plaats op zaterdag 9 mei ‘15
overlijdensbericht Mark De Graef ° Berchem 1 maart 1948 + Essen 1 mei 2015 De uitvaartdienst had plaats op vrijdag 8 mei 2015
Natuur op Den Uil Frank Rossen
10