Dutch Economic Outlook ING Economisch Bureau
Koers verleggen Sterke economische positie komt op termijn onder druk De sterke financieel-economische positie van Nederland lijkt niet te voorkomen dat de eurocrisis steeds meer vat krijgt op de ‘echte’ economie. Op langere termijn is Nederland kwetsbaarder dan velen denken. Sterke positie Nederlandse economie… Nederland heeft een sterke economie. Al zes jaar op rij staat ons land in de top-10 van sterkste economieën ter wereld1 en ook op sociaaleconomisch gebied2 scoort ons land goed. Nederland heeft het op één na laagste werkloosheidspercentage van alle landen uit de Europese Unie en een kapitaalmarktrente voor overheidsobligaties die samen met die van Duitsland en Finland het laagste is binnen het eurogebied. …is niet onbedreigd Op langere termijn kan deze sterke financieel-economische positie onder druk komen te staan: De welvaart in ons land is voor een groot deel gebaseerd op de uitvoer van Nederlandse producten die vooral de trager groeiende economieën in West-Europa als eindbestemming heeft. Dit maakt ons land gevoelig voor het in de komende jaren in grote delen van West-Europa te verwachten proces van begrotingsconsolidatie. Dit geldt waarschijnlijk ook voor de VS; een ander belangrijk afzetgebied voor Nederlandse exporteurs. Een evenwichtiger ontwikkeling tussen de eurolanden zal bijdragen aan een meer stabiele financieel-economische situatie in het eurogebied. Vanuit dit perspectief kunnen vraagtekens worden gezet bij de houdbaarheid van het op export gebaseerde groeimodel van de overschotlanden in de eurozone, waaronder Nederland. De vergrijzing zal de overheidsbegroting van ons land in de komende decennia, 2-3 keer zo zwaar gaan belasten als in veel andere eurolanden. Een vergroting van de groeicapaciteit van de Nederlandse economie door structurele hervormingen zou hieraan tegenwicht kunnen bieden. Echter, echt betekenisvolle hervormingen van de Nederlandse economie blijven al jaren uit. De meest recente substantiële hervormingen stammen uit 2003-2006 (kabinet Balkenende II).
1 2
Ranglijst opgesteld door het World Economic Forum. Bijvoorbeeld t.a.v. armoede, vertrouwen hebben in anderen, sociaal gedrag en beschikbaar inkomen. Zie OECD, Society at a glance 2011.
Dutch Economic Outlook 30 september 2011 1
Belangrijkste conclusies De Nederlandse economie in 10 vragen (blz. 2 – 6) 1.
Wat voor de meeste mensen begon als een welhaast ‘virtuele’ eurocrisis, die zich alleen in de media en op de financiële markten afspeelde, krijgt steeds meer ‘echte‘ economische gevolgen. 2. Het economische herstel blijft voorlopig op één been lopen. Maar dat ene been (dat van de export) begint vermoeidheidsverschijnselen te vertonen. 3. De consument gaat gebukt onder zorgen over dalende koopkracht, oplopende werkloosheid en negatieve vermogensontwikkelingen. Van de consument zal het herstel dan ook niet komen. 4. Vervangingsinvesteringen van bedrijven lijken onvoldoende te zullen zijn om als aanjager van de economische groei te kunnen gaan fungeren. 5. De recessiebarometer (ondernemersoordeel over de hoogte van de voorraden in verhouding tot nieuw binnen gekomen orders) nadert de kritieke signaalwaarde die traditioneel wijst op een naderende recessie. 6. Er is mogelijk sprake van het begin van een nieuwe ongunstige trend op de arbeidsmarkt. 7. Om de woningmarkt weer op gang te krijgen zijn meer starters nodig. Maar ondanks een dalende hypotheekrente en een lagere overdrachtsbelasting, blijft voor veel starters het gat tussen vraag- en biedprijzen te groot. 8. De Miljoenennota stelt te weinig maatregelen voor om de groeicapaciteit van de Nederlandse economie te vergroten. Hierdoor dreigen discussies over de overheidsfinanciën een terugkerend fenomeen te worden. 9. Vergeleken met een aantal andere kernlanden van het eurogebied, is de Nederlandse inspanning om actief het overheidstekort terug te dringen gemiddeld te noemen. 10. Er kunnen vraagtekens worden gezet bij het exportmodel van de Nederlandse economie. De vraag vanuit de traditionele exportbestemmingen komt onder druk te staan. Bovendien zouden landen met een groot nationaal spaaroverschot, zoals Nederland, teneinde de economische stabiliteit binnen het eurogebied te bevorderen, meer aandacht moeten schenken aan het stimuleren van de binnenlandse vraag.
ING voorspellingen op blz. 7
DE NEDERLANDSE ECONOMIE IN 10 VRAGEN EN ANTWOORDEN 1. De eurocrisis wordt maar niet bezworen. Wat betekent dit voor het algemene sentiment?
2. Het economisch herstel loopt op één been. Hoe lang nog?
Vertrouwen economiebreed aangetast Steeds duidelijker begint de eurocrisis zijn negatieve sporen na te laten op het vertrouwen van consumenten en producenten. Nog nooit eerder in het verleden is het consumentenvertrouwen over een periode van twee maanden zo hard gedaald als nu. En bij ondernemers is in alle sectoren sprake van een stemmingsomslag. Hiermee lijken we het punt te naderen dat een nog verder vertrouwensverlies tot reële economische effecten zal gaan leiden. De negatieve stemming zal uiteindelijk zijn weerslag gaan krijgen op bestedingsplannen en leiden tot minder consumptie en minder investeringen. Voor particuliere beleggers kan de slechte stemming op de financiële markten en de daaruit voortvloeiende koersverliezen nog een extra reden zijn om hun uitgavenpatroon aan te passen.
Herstel dankzij de uitvoer… Het herstel van de Nederlandse economie, sinds midden 2009, komt vooral voor rekening van de uitvoer. Een sterk groeiende wereldhandel heeft geleid tot een flink herstel van de Nederlandse export. De binnenlandse vraag – particuliere consumptie en bedrijfsinvesteringen – zijn per saldo niet of nauwelijks hersteld. Sinds begin dit jaar vertoont de particuliere consumptie - onder invloed van afnemende koopkracht en een tanend consumentenvertrouwen - zelfs weer een (licht) dalende tendens.
Negatieve spiraal dreigt Op deze manier kan een negatieve spiraal in gang worden gezet, waarbij onrust op de financiële markten en berichtgeving over de eurocrisis, leiden tot minder toekomstvertrouwen bij consument en producent met negatieve gevolgen voor de bestedingen. Minder bestedingen kunnen dan weer negatief uitwerken op ondernemersvertrouwen en werkgelegenheidsvooruitzichten en aldus het algemene vertrouwen wederom negatief beïnvloeden. Wat voor de meeste mensen begon als een welhaast ‘virtuele’ crisis die zich alleen in de media en op de financiële markten afspeelde, krijgt aldus steeds meer reële economische gevolgen. Het is van groot belang dat deze potentieel negatieve spiraal niet op gang komt. Het is nog niet te laat, maar de tijd dringt.
Figuur 1 Aanhoudende eurocrisis bederft stemming Consumentenvertrouwen (diffusie index, %)
10
…maar wereldhandel verzwakt Wereldwijd begint de economische groei echter af te zwakken. Voor zowel Azië, de Verenigde Staten als Europa wijzen voorlopende indicatoren op een afnemende groei van de economische activiteit. Als gevolg hiervan zal ook de groei van de wereldhandel naar verwachting afzwakken en daarmee ook de groei van de Nederlandse uitvoer onder druk zetten. Zowel die van in Nederland geproduceerde exportproducten als van alleen doorgevoerde goederen. Herstel blijft op één (zwakker) been Maar omdat ook de binnenlandse vraag onder neerwaartse druk zal blijven staan (zie de antwoorden op vraag 3 en 4) zal de export niettemin de belangrijkste motor achter het economische herstel blijven. Aldus blijft sprake van een economisch herstel op één been, waarbij dat ene been duidelijk vermoeidheidsverschijnselen begint te vertonen.
Figuur 2 Economisch herstel op één been Volumeontwikkeling (index, 2e kw. 2009 = 100) 120
0 -10
110
-20 -30
100 -40 -50
90 2009
-60 10 Totaal oordeel
11 Economisch klimaat
Bron: EcoWin
Koopbereidheid
Particuliere consumptie
2010
2011 Uitvoer
Bedrijfsinvesteringen
Bron: CBS, ING bewerkingen
Dutch Economic Outlook 30 september 2011 2
- 4,8% (0,4%)
3. Staat de consument klaar om het stokje over te nemen van de export? Huishoudens schroeven uitgaven verder terug Twee jaar na het einde van de recessie zijn er nog steeds geen signalen dat huishoudens van plan zijn hun uitgavenpatroon op te schroeven. In de eerste helft van dit jaar is het niveau van de bestedingen zelfs verder gedaald. Tegelijkertijd stroomde naar de spaarrekeningen juist wel meer geld. In de eerste helft van 2011 hebben huishouden 2,5% van hun beschikbaar inkomen opzij gezet tegen minder dan een 1% in de tweede helft van 2010 (hierbij is gecorrigeerd voor jaarlijks terugkerende stromen zoals vakantiegeld in het tweede kwartaal en de uitstroom a.g.v. de feestdagen in het vierde kwartaal). In lijn met de dalende bestedingen loopt ook het gebruik van consumptief krediet terug. Consumentenvertrouwen terug naar crisisniveaus Grotere zorgen over de economie en de arbeidsmarkt verklaren de dalende consumptieve uitgaven en toegenomen spaardrift. Na enige verbetering vorig jaar zijn consumenten in 2011 weer een stuk somberder geworden. Consumenten zijn nu weer net zo pessimistisch over de vooruitzichten voor hun portemonnee als op het dieptepunt van crisis begin 2009. Het oplaaien van de Europese schuldencrisis en de daarmee gepaard gaande onrust op financiële markten spelen hierbij ongetwijfeld een rol. Daarnaast is de werkloosheid weer opgelopen en zijn er berichten dat de koopkracht volgend jaar voor het derde jaar op rij daalt. Ook is de pensioendiscussie nog niet beslecht en zijn de ontwikkelingen in de vermogenssfeer weinig bemoedigend. Woningen blijven in waarde dalen en beleggers hebben de AEX naar het laagste punt in ruim twee jaar zien dalen. Kortom, het is niet waarschijnlijk dat de consument het economische herstel zal gaan dragen.
Figuur 3 Grotere onzekerheid, meer sparen 5
% inkomen
kwartaalmutatie in indexpunten daling vertrouwen, meer sparen
4 3
stijging vertrouwen, minder sparen
2
0
6
2011 Netto inleg spaartegoeden per kwartaal Mutatie vertrouwensindex (rechts, inverse as)
Bron: DNB, Ecowin, bewerking ING
Dutch Economic Outlook 30 september 2011 3
Vertraging wereldhandel werkt door op vertrouwen Geholpen door een opleving van de wereldhandel naderde het vertrouwen in de industrie begin dit jaar de niveaus van voor de crisis. Inmiddels zijn de vooruitzichten voor de wereldhandel verslechterd en heeft de industrie zijn productieverwachtingen fors teruggeschroefd. Binnen de zakelijke dienstverlening is het vooral de uitzendbranche waar het vertrouwen is gedaald. Nu het in de industrie minder gaat, is er ook minder vraag naar tijdelijke krachten. De detailhandel heeft minder last van de slechtere externe omgeving. Daar wordt het inzakken van het consumentenvertrouwen gevoeld. Investeringen onvoldoende om stokje over te nemen Door de onzekere vooruitzichten staan uitbreidingsinvesteringen laag op de agenda van ondernemers. Uit CBSenquêtes blijkt dat een gebrek aan afzetmogelijkheden een veel grotere productiebelemmering is dan een te krappe productiecapaciteit. Het herstel van de winstgevendheid vorig jaar – vooral in het grootbedrijf – betekent dat er wel ruimte is gekomen voor vervangingsinvesteringen. Deze investeringen zullen echter onvoldoende zijn om de taak van groeimotor over te kunnen nemen van de export of tegenwicht te kunnen bieden aan de tanende consumptie.
30
index (afwijking van gemid. 2000-2011)
15 3 0
0 -15 -30
-6 2010
Bedrijfsleven wordt ook somberder Net als de consumenten zijn ook de ondernemers de afgelopen maanden somberder geworden. Over een brede linie is de stemming verslechterd. In de detailhandel zijn de pessimisten weer in de meerderheid, terwijl ondernemers in de bouw de afgelopen twee jaar nog niet eens kans hadden gezien het pessimisme van zich af te schudden. In de dienstensector hebben de optimisten weliswaar nog de overhand maar verliezen deze wel rap terrein. In de industrie houden optimisten en pessimisten elkaar in evenwicht, terwijl hiervoor de optimisten nog in de meerderheid waren.
Figuur 4 Ondernemersvertrouwen daalt weer
-3
1
4. Kunnen bedrijven dan niet het stokje overnemen?
-45 -60 08
09 Industrie Detailhandel
Bron: EcoWin, bewerking ING
10
11 Zakelijke dienstverl. Bouwnijverheid
5. Van consumenten en bedrijven is dus weinig te verwachten. Zitten we hiermee niet dicht bij een nieuwe recessie?
6. De arbeidsmarkt lijkt weer te verslechteren. Is het tijdelijk of daadwerkelijk een omslag?
Industrie is belangrijke graadmeter De afgelopen maanden is de groei van de industriële productie fors teruggelopen. In het tweede kwartaal was zelfs sprake van een kleine krimp. Nu betekent een dalende industriële productie niet noodzakelijkerwijs dat de hele Nederlandse economie gaat krimpen. De industrie beslaat namelijk maar een beperkt deel van de totale economie; zo’n 10% van de banen en minder dan een kwart van de toegevoegde waarde. De sector is echter wel dé cyclische sector bij uitstek en daarom toch een belangrijke graadmeter voor de conjunctuur. Aanhoudende krimp in de industrie vergroot de kans dat andere sectoren ook onder druk komen te staan, waarmee een recessie – gedefinieerd als twee opeenvolgende kwartalen van krimp – dichterbij komt. In het verleden is een economische krimp veelal samengevallen met (forse) teruggang van de industriële productie van industrie.
Omslag arbeidsmarkt lijkt meer dan tijdelijke dip Het aantal werklozen lag in de eerste helft van 2011 stabiel op 5,0-5,1% van de beroepsbevolking, maar steeg in juli plots naar 5,3%. Voor het eerst in bijna een jaar waren er weer meer dan 400 duizend werklozen. De stijging in juli leek te wijten aan het koude en natte zomerweer, waardoor in juli mogelijk minder werk in cafés en strandtenten was dan normaal. In augustus is het aantal werklozen echter verder toegenomen, waarbij de stijging volledig was toe te schrijven aan de leeftijdsgroep 25-44 jaar. Dat is niet de groep die doorgaans in de zomer op zoek is naar een baantje in de horeca. In plaats van een door weersomstandigheden gedreven oploop van de werkloosheid is er dus mogelijk sprake van het begin van een nieuwe ongunstige trend.
Recessiebarometer nadert kritieke waarde Uit cijfers van het CBS blijkt dat het oordeel over de orderontvangst in het derde kwartaal fors is verslechterd. Voorraden zijn veel hoger dan gewenst. Hierdoor nadert de recessiebarometer het niveau dat eerder gepaard ging met een algehele krimp van de Nederlandse economie.
Ondernemers neigen naar krimp personeelsbestand Enquêtes onder ondernemers in verschillende sectoren wijzen erop dat de plannen om personeel aan te nemen op een lager pitje zijn gezet. In de industrie, zakelijke dienstverlening en bouw geven ondernemers zelfs aan de intentie te hebben het personeelsbestand de komende maanden in te perken. Of dit daadwerkelijk zal gebeuren, hangt af van hoe het ondernemersvertrouwen zich verder ontwikkelt. Een snelle, overtuigende oplossing voor de schuldencrisis zou het sentiment en de aandelenbeurzen een oppepper kunnen geven en daarmee de economie en arbeidsmarkt een zetje in de rug geven. Maar zelfs als ondernemers snel vertrouwen herwinnen en afzien van verkleining van het personeelsbestand, is er een kans dat het groeitempo van de economie te laag blijft om extra mensen aan het werk te helpen. De werkloosheid zal dan weliswaar niet verder oplopen, maar ook niet (substantieel) dalen.
Figuur 5 Recessiebarometer richting gevarenzone
Figuur 6 Bedrijven hinten op stijging werkloosheid
Voorraden stijgen snel, orderontvangst valt tegen Een ‘barometer’ die aangeeft hoe de vlag erbij hangt in de industrie, is de verhouding tussen het oordeel van producenten over de voorraad gereed product en het oordeel over de voorraden. Als deze ratio erg hoog is, betekent het dat de pakhuizen naar de mening van de ondernemer te vol raken. Vervolgens laten producenten de machines minder hard draaien, zodat de productie terugloopt.
-0.25 0.00 0.25 0.50 0.75 1.00 1.25 1.50 1.75 2.00 2.25
kwartaalgroei (%) 4
10
%
index
-30
2 0 -2 -4 -6 kritische waarde
-8 -10
98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 bbp Voorraden/nieuwe orders industrie, l. as invers* Toegevoegde waarde industrie Bron: EcoWin, ING. * afwijk.van lt-gemid uitgedrukt in standdaardev.
Dutch Economic Outlook 30 september 2011 4
8
-15
6
0
4
15
2
30 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 Werkloosheid (% beroepsbevolking) Werkgelegenheidsverwachting bedrijven (r.as, inv.)
Bron: EcoWin, bewerking ING
7. Helpt de verlaging van de overdrachtsbelasting de woningmarkt er bovenop? Tijdelijke maatregel, tijdelijke stimulans De aanhoudende zwakte op de woningmarkt in de eerste helft van dit jaar is voor het kabinet Rutte aanleiding geweest de markt een nieuwe stimulans te geven. Zo is per medio juni de overdrachtsbelasting (voor een jaar) verlaagd van 6% naar 2%. Voor een koper scheelt dat gemiddeld zo’n 10 duizend euro. De belastingverlaging lijkt effect te hebben. ‘Zachte’ indicatoren, zoals enquêtes (Vereniging Eigen Huis, CBS) en zoekgedrag op internet, wijzen op een toegenomen interesse in koopwoningen. De ervaringen in de VS met een tijdelijke belastingmaatregel zijn echter teleurstellend. Daar stuwde een tijdelijk belastingvoordeel de verkoopaantallen in 2009 en 2010 op, maar na afloop van de regeling zakte de markt weer diep weg. De maatregel leidde er vooral toe dat mensen die al van plan waren een huis te kopen de beslissing naar voren haalden. Tot extra vraag leidde de maatregel amper. Starters blijven cruciaal voor duurzaam herstel Om de woningmarkt weer op gang te krijgen, zijn meer starters nodig. Huizenbezitters kunnen dan makkelijker hun huis kwijt. Starters hebben het door de dalende hypotheekrente en de verlaging van de overdrachtsbelasting weliswaar makkelijker gekregen, maar voor velen blijft het gat tussen vraagen biedprijzen te groot. Bovendien is het de verwachting dat de financieringslastpercentages van het Nibud per 1 januari 2012 opnieuw worden verhoogd, waardoor bij een gegeven rente en inkomen minder kan worden geleend. Hierbij lijken de ‘overall’ afwezigheid van noodzaak tot woningverkoop en het willen voorkomen om bij verkoop met een restschuld te blijven zitten, een rem op de prijsdalingen te zetten. Dat kan natuurlijk veranderen als de economie opnieuw in een recessie belandt en de arbeidsmarkt verslechtert.
8. Wat is het oordeel over de Miljoenennota 2012? Goed dat niet extra wordt bezuinigd Tegen een achtergrond van afzwakkende economische groei – waarbij zelfs een hernieuwde recessie niet kan worden uitgesloten – is het positief dat er in de Miljoenennota 2012 niet extra op de rem wordt getrapt ook al dreigt de vermindering van het begrotingstekort minder voorspoedig te verlopen dan bij aantreden van dit kabinet nog werd verwacht. Extra bezuinigingen en/of lastenverzwaringen zouden de economische groei nog meer onder druk hebben gezet. Structuurversterking blijft uit…3 Wat helaas onvoldoende in de Miljoenennota terugkomt, zijn voorstellen tot maatregelen die de economische structuur op langere termijn zouden kunnen versterken. Dergelijke maatregelen zouden het draagvlak voor de in de toekomst te verwachten stijging van de vergrijzingskosten kunnen vergroten. Zo ontbreken maatregelen die de arbeidsparticipatie verder zouden kunnen bevorderen (versoepeling ontslagrecht, verlaging marginale belastingdruk bij toetreden tot de arbeidsmarkt, aanpassing hoogte en duur van werkloosheidsuitkeringen, bereikbaarheid kinderopvang). Ook ontbreekt een betekenisvolle investering in kwaliteitsverbetering van het onderwijs. …zoals al jaren het geval is De laatste echt betekenisvolle hervormingen van de Nederlandse economie blijven hierdoor stammen uit de tijd van het kabinet Balkenende II (2003-2006). Dit is jammer, want als de groeicapaciteit van de Nederlandse economie niet wordt vergroot, zullen discussies over de overheidsfinanciën een aanhoudend terugkerend fenomeen blijven.
Figuur 8 Overheid bezuinigt en verzwaart de lasten Begrotingssaldo overheid 0 % BBP
Figuur 7 Ervaring VS met tijdelijke stimulans
-1 -2
in dzd per maand 800
-3
einde belastingvoordeel
700
-4
begin belastingvoordeel 600
-5
500
-6 2010
400
2011 Tijdpad
300 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
2012
2013
2014
2015
Inzichten Miljoenennota 2012
Bron: Miljoenennota 2012
Aantal verkochte woningen
Bron: Ecowin, bewerking ING
Dutch Economic Outlook 30 september 2011 5
3
Zie voor een meer uitgebreide analyse ING, Cijfers uitgelicht, Miljoenennota 2012, 15 september 2011.
9. Hoe snel brengt Nederland zijn begrotingstekort terug vergeleken met andere landen?
10. Zijn er geen vraagtekens te zetten bij de sterke exportgerichtheid van Nederland?
Daling begrotingstekort Nederland… Het kabinet heeft weliswaar in de Miljoenennota 2012 besloten om niet extra te gaan bezuinigen (of lasten te verzwaren) vanwege de economische tegenwind, maar wil niettemin het overheidstekort terugbrengen van 5,1% BBP in 2010, naar 4,2% in 2011 en 2,9% in 2012. Deze tekortreductie, ter grootte van in totaal 2,2% BBP, kan nagenoeg geheel worden toegeschreven aan actief overheidsbeleid (bezuinigingen en/of lastenverzwaringen).
Exportoriëntatie op West-Europa... Niet alleen is het huidige economische herstel (nagenoeg) volledig te danken aan de uitvoer, ook over een wat langere periode bezien is de uitvoer – getuige het aanhoudend omvangrijke overschot op de lopende rekening – erg belangrijk geweest voor de welvaart in ons land. Het grootste deel van de, in Nederland geproduceerde, producten wordt echter uitgevoerd naar de trager groeiende economieën in West Europa. Ook als rekening wordt gehouden met zogenoemde indirecte handelseffecten (bijvoorbeeld uitvoer via Duitsland naar derde landen) is de uitvoer naar de opkomende economieën in Azië en Latijns-Amerika relatief bescheiden.
…is in internationaal opzicht gemiddeld Vergeleken met een aantal andere kernlanden van het eurogebied is de inspanning van Nederland om actief het overheidstekort terug te dringen gemiddeld te noemen. Duitsland en België doen minder en Frankrijk wat meer. Ten aanzien van eerstgenoemde twee landen dient echter wel te worden opgemerkt dat deze landen, vergeleken met Nederland, wat sneller zijn hersteld van de recessie van 2008-2009. Daardoor heeft de economische groei wat meer kunnen bijdragen aan een een vermindering van het overheidstekort. Teveel bezuinigen is ook niet goed De vraag welk tempo van tekortvermindering adequaat is, is moeilijk te beantwoorden. Wel kan worden gesteld dat tegen de achtergrond van de huidige eurocrisis, overheden met gunstiger overheidsfinanciën wat terughoudender zouden kunnen zijn bij het verminderen van het overheidstekort teneinde de buitenlandse vraag voor de hoog verschuldigde economieën in Europa niet te veel nadelig te beïnvloeden.
Figuur 9 Bezuinigingsinspanning verschilt
...onder druk door matige groeivooruitzichten… Voor de korte termijn betekent dit dat de Nederlandse uitvoer onder druk zal komen vanwege het voor veel Europese landen te verwachten proces van begrotingsconsolidatie. ...en rol bij economische onevenwichtigheden Het exportmodel van Nederland kan ook onder druk komen vanuit een internationale beleidsdiscussie over de rol van ‘onevenwichtigheden’ bij financiële crises. Niet alleen tekortlanden dienen hun economisch beleid bij te stellen (door vergroting van hun concurrentiekracht) maar ook overschotlanden dienen de bakens te verzetten. Overschotlanden zullen er mogelijk op worden aangesproken de binnenlandse vraag te stimuleren. Voor Nederland zou dan kunnen worden gedacht aan het stimuleren van de bedrijfsinvesteringen omdat het nationale spaaroverschot vooral is gelokaliseerd bij de niet-financiële bedrijven.
Figuur 10 Exportfocus op West-Europa en VS In Nederland geproduceerde exportgoederen (in € mld)
Verandering conjunctuur gecorrigeerd begrotingssaldo (in % BBP) 50
2 0
40 -2 30
-4
Direct
Gecorrigeerd voor indirecte handel
-6 20 -8 10
-10 2010
2011
2012
Bel
Ned
-12 Dui
Ita
Fra
Por
Bron: ING
Spa
Gri
0 Dui Bel Fra VK VS Ita Spa Rus Chi Pol Zwi Jap Tur Gri Por Indi Mx Zko Bra Roe Indo
Bron: CBS, ING berekeningen
Dutch Economic Outlook 30 september 2011 6
- 4,8% (0,4%)
ING Voorspellingen 2009 NEDERLANDSE ECONOMIE BBP In % kok Particuliere consumptie Overheidsconsumptie Bedrijfsinvesteringen Uitvoer Invoer Voorraadvorming (% bijdrage BBP) BBP Particuliere consumptie Overheidsconsumptie Bedrijfsinvesteringen Uitvoer Invoer Voorraadvorming (% bijdrage BBP)
In % joj
Industriële productie (verwrk. indus.)
K2
K3
-2.2 -1.3 1.4 -4.6 -5.8 -5.4 -0.8
-1.1 -1.2 1.7 -4.8 -0.6 -2.4 -0.9
0.7 -0.1 1.2 -3.9 2.9 2.9 0.4
Huizenprijs (Kadaster, WWI)
2010 K4 Jaar
2011
K1
K2
K3
0.5 1.4 -1.1 -1.0 4.5 5.1 0.6
0.7 -0.6 1.0 2.8 2.0 3.2 1.1
0.0 0.1 0.3 -1.5 1.7 -0.1 -1.5
0.7 0.3 0.0 0.5 2.2 1.6 0.1
-4.1 -4.8 -3.3 -2.0 -3.5 0.5 -1.7 -3.5 -2.5 -2.6 -2.6 -0.8 4.2 5.1 5.8 4.2 4.8 1.7 -6.3 -12.5 -17.6 -16.5 -13.2 -11.8 -11.7 -11.6 -7.6 -1.1 -8.1 9.1 -9.2 -10.9 -8.4 -3.4 -8.0 7.2 -0.4 -1.1 -1.2 -0.5 -0.8 0.8
2.1 0.2 1.2 -4.9 12.0 14.0 2.8
1.8 0.8 0.8 -2.6 11.0 10.9 0.9
2.3 1.4 0.3 0.9 11.1 10.2 0.3
0.4 -0.4 0.2 -2.7 2.3 2.1 0.7
K4 Jaar
2012
K1
K2
K3
K4 Jaar
0.8 -0.2 0.2 7.9 1.0 2.5 0.5
0.1 -0.1 0.4 -3.0 1.9 1.6 0.3
-0.1 -0.1 0.1 -1.0 0.8 0.6 -0.9
0.0 0.1 -0.1 0.5 1.1 0.8 -0.3
1.7 0.4 1.0 -4.8 10.8 10.6 1.2
2.8 -0.1 1.3 9.9 7.0 7.2 0.2
1.5 0.0 0.9 3.7 6.6 5.8 -0.6
1.4 -0.1 0.7 4.2 6.0 6.4 0.1
0.8 -0.4 0.6 4.1 4.8 5.6 -0.3
K1
K2
K3
K4 Jaar
0.4 0.1 0.2 1.0 1.1 1.0 0.1
0.3 0.2 0.3 1.0 1.1 1.1 0.0
0.6 0.3 0.3 0.9 1.2 1.1 0.0
0.5 0.3 0.2 0.8 1.0 1.0 0.0
1.6 -0.1 0.9 5.4 6.2 6.2 -0.1
0.5 0.1 0.6 -2.5 5.0 4.1 -0.7
0.8 0.3 0.5 1.5 4.2 3.5 -1.0
1.5 0.7 0.7 3.4 4.6 4.1 -0.1
1.9 0.9 1.0 3.8 4.5 4.3 0.2
1.2 0.5 0.7 1.5 4.5 4.0 -0.4
-7.8
-2.1
-8.9
5.4
9.1
5.6
5.4
6.4
7.1
1.9
2.3
1.4
3.1
-0.6
1.5
2.3
2.8
1.5
1.9 1.8 3.5 4.1
1.6 1.6 2.9 4.7
0.3 -0.1 2.2 5.1
0.9 0.6 2.2 5.4
1.2 1.0 2.7 4.8
0.9 0.5 1.4 5.7
1.0 0.4 1.1 5.6
1.6 1.3 1.1 5.3
1.7 1.5 1.0 5.2
1.3 0.9 1.1 5.5
2.0 2.0 1.1 5.1
2.2 2.4 1.2 5.1
2.7 2.9 1.7 5.3
2.4 2.5 1.9 5.4
2.3 2.4 1.5 5.2
2.2 2.2 2.0 5.4
1.6 1.6 2.2 5.5
1.6 1.6 2.0 5.5
1.7 1.7 2.2 5.6
1.8 1.8 2.0 5.5
-0.3
-2.8
-5.1
-5.0
-3.3
-4.3
-2.0
-0.6
-1.0
-2.0
-1.2
-1.9
-2.3
-1.9
-1.9
-1.7
-1.5
-1.6
-1.9
-1.7
-12.7 -12.4
Nationale CPI Geharmoniseerde CPI Uurlonen (particuliere sector) Werkloosheid (in % beroepsbev.)
Overheidssaldo
K1
-5.6
In % BBP
FINANCIËLE MARKTEN Periode ultimo Driemaandsrente (Euribor, %) 1.51 3.73 Tienjaarsrente (NL staatsobligatie,%) EUR/USD 1.33 EUR/GBP 0.92
1.10 3.79 1.40 0.85
0.75 3.51 1.46 0.91
0.65 3.56 1.43 0.89
-4.2
-5.1 0.63 3.33 1.35 0.89
0.77 2.81 1.22 0.82
0.89 2.50 1.36 0.87
1.01 3.14 1.34 0.86
1.54* 2.39* 1.35* 0.87*
1.65 2.40 1.48 0.88
-2.9 1.65 2.50 1.50 0.88
1.65 2.60 1.52 0.87
1.65 2.70 1.55 0.86
1.65 2.80 1.55 0.85
1.24 3.64 1.42 0.88
1.55 3.34 1.45 0.90
** ** **
** ** **
-1.5 3.5 5.0
1.0 3.5 1.0
-1.5 3.0 4.0
-2.0 2.5 2.0
Periode ultimo, in % joj
Particuliere betaaltegoeden Particuliere spaartegoeden Bedrijfs betaal- en spaartegoeden
-5.1 10.2 -3.5
-3.9 9.8 -4.1
-3.3 10.5 1.4
0.8 7.0 3.9
-2.4 9.3 -0.9
2.3 4.6 4.2
1.0 3.7 5.5
** ** **
2.5 7.0 9.3
1.7 6.5 6.5
1.4 4.6 5.0
-0.6 4.5 3.2
1.7 5.2 6.9
-1.8 4.2 2.5
-2.3 1.4 2.3
-3.1 2.2 2.4
-3.0 2.5 2.1
-2.6 2.4 2.3
-2.0 3.1 4.1
-1.1
INTERNATIONALE OMGEVING In % joj BBP VS Eurozone Duitsland Frankrijk Italië Spanje België VK
-4.5 -5.2 -6.6 -3.9 -6.7 -3.5 -3.7 -5.4
-5.0 -5.1 -5.5 -3.2 -6.3 -4.4 -4.1 -5.9
-3.7 -4.2 -4.4 -2.7 -4.9 -3.9 -2.7 -5.3
-0.5 -2.1 -2.0 -0.7 -3.0 -3.0 -0.1 -2.8
-3.5 -4.2 -4.7 -2.6 -5.2 -3.7 -2.7 -4.9
2.2 0.9 2.4 1.0 0.6 -1.4 1.7 -0.3
3.3 2.0 4.1 1.5 1.5 0.0 2.7 1.6
3.5 2.0 4.0 1.7 1.4 0.2 2.0 2.5
3.1 1.9 3.8 1.4 1.5 0.6 2.1 1.5
3.0 1.7 3.6 1.4 1.2 -0.1 2.1 1.4
2.2 2.4 4.6 2.2 1.0 0.9 3.0 1.6
1.5 1.6 2.8 1.7 0.8 0.7 2.7 0.7
1.3 1.1 2.3 1.4 0.3 0.6 2.0 0.3
0.8 0.8 1.6 1.3 0.2 0.4 1.8 1.1
1.5 1.5 2.9 1.7 0.6 0.7 2.4 0.9
1.3 0.2 0.6 0.6 0.0 0.2 0.9 1.0
1.8 0.5 1.0 0.9 -0.1 0.4 0.6 1.1
2.1 1.1 1.1 1.1 0.4 0.8 1.2 1.4
2.5 1.6 1.9 1.2 0.7 1.2 1.4 1.5
2.0 0.9 1.2 1.0 0.3 0.7 1.1 1.3
Consumentenprijsinflatie VS Eurozone Duitsland Frankrijk Italië Spanje België VK
-0.1 1.0 0.8 0.7 1.4 0.5 1.6 3.0
-1.2 0.2 0.2 -0.2 0.9 -0.7 -0.3 2.1
-1.3 -0.4 -0.4 -0.5 0.1 -1.0 -1.2 1.5
1.5 0.5 0.3 0.4 0.7 0.2 -0.3 2.1
-0.3 0.3 0.2 0.1 0.8 -0.2 -0.1 2.2
2.4 1.1 0.8 1.5 1.3 1.3 1.0 3.4
1.8 1.5 1.0 1.8 1.6 2.3 2.2 3.5
1.1 1.7 1.2 1.8 1.7 2.1 2.6 3.1
1.3 2.0 1.5 1.9 2.0 2.6 3.0 3.4
1.6 1.6 1.1 1.7 1.6 2.1 2.2 3.3
2.1 2.5 2.2 2.0 2.3 3.2 3.4 4.1
3.5 2.7 2.5 2.2 2.9 3.3 3.5 4.4
3.5 2.7 2.6 2.4 2.4 2.9 3.5 5.0
3.2 2.4 2.3 2.3 3.0 2.3 2.7 5.1
3.1 2.6 2.4 2.2 2.6 2.9 3.2 4.7
2.5 1.8 1.9 1.9 2.6 1.3 2.3 3.5
1.5 1.7 2.0 1.7 2.2 0.9 1.9 2.5
1.6 1.7 1.9 1.8 2.1 0.9 1.9 1.7
2.4 1.8 1.8 2.0 1.9 1.1 2.0 1.3
2.0 1.8 1.9 1.9 2.2 1.0 1.9 2.3
Consumptief krediet Hypothecair krediet Bedrijfskredieten
Bron: ING. Voorspellingen cursief * stand per 28 september 2011
** 0.5*** ** 3.5*** ** 5.0***
4.5
In % joj
** niet beschikbaar a.g.v. reeksbreuk in DNB-statistieken per juni 2010
Dutch Economic Outlook 30 september 2011 7
*** gecorrigeerd voor reeksbreuk
Meer weten? Kijk op ING.nl/zakelijk Of bel met Maarten Leen Hoofd Macro- en Consumenteneconomie 020 56 34406 Dimitry Fleming Senior-Econoom 020 56 34497
Disclaimer De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uitoefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 29 september 2011.