LONGZIEKTEN/KNO
Bloedneuzen Bij ziekte van Rendu-Osler-Weber (ROW)
Bloedneuzen bij de ziekte van Rendu-Osler-Weber (ROW) Bloedneuzen zijn een veelvoorkomend verschijnsel bij de ziekte van Rendu-Osler-Weber (ROW). Dit komt doordat de bloedvaatjes in het neusslijmvlies bij mensen met ROW heel oppervlakkig liggen en een dunne wand hebben. Daardoor gaan ze makkelijk stuk en ontstaat een bloedneus. In deze folder leest u wat u zelf kunt doen bij een bloedneus en wanneer u beter naar het ziekenhuis kunt gaan. Ook vindt u praktische tips om bloedneuzen te voorkomen.
Wat kunt u zelf doen? De meeste bloedingen stoppen vanzelf. Meestal kunt u daarom het beste niets doen, maar rustig afwachten tot de bloedneus overgaat. Door behandelen als het niet nodig is wordt een bloeding soms zelfs erger.
De adviezen in deze folder zijn niet wetenschappelijk onderzocht. Ze zijn gebaseerd op praktijkervaringen. Niet alles helpt bij iedereen even goed. Probeer uit wat voor u het beste werkt.
U moet wél iets doen: • bij een flinke bloeding (als het bloed in een straaltje naar buiten loopt); • als het bloeden langer dan 15 minuten duurt.
Bij een flinke of langdurige bloeding kunt u zelf een aantal dingen doen:
Rechtop zitten Blijf zitten met het hoofd rechtop. Niet gaan liggen, niet voorover bukken, niet met het hoofd achterover gaan zitten.
1
Blijf rustig Stress helpt niet. Blijf dus rustig en doorloop stap voor stap de adviezen.
Druk van buitenaf
Laat het ingebrachte materiaal minimaal 15 minuten in de neus zitten. Zo nodig laat u het langer zitten: totdat de bloeding is gestopt.
Snuit de stolsels voorzichtig uit. Druk daarna de neusvleugel(s) dicht aan de bloedende kant(en). Dat kan met uw vingers of met een klem. Dit helpt alleen als het bloedende vat vóór in de neus zit.
Helpen bovenstaande methodes niet? Zorg dan voor druk van binnenuit door voorzichtig iets in de neus te brengen. Er zijn verschillende mogelijkheden:
Als u de watten of tampon weer uit de neus haalt, let er dan goed op dat er geen stukje achterblijft. Zo’n achterblijvende rest kan namelijk een ontsteking veroorzaken. Als het materiaal vastgeplakt zit, gebruik dan lauw water om het voorzichtig los te weken.
Zelfoplossend materiaal
Neussprays of -druppels
Het beste kunt u zelfoplossende materialen gebruiken, die dus niet verwijderd hoeven te worden. Voorbeelden hiervan zijn Gelfoam, Surgicel en Spongostan.
Neussprays of -druppels die zwelling van het slijmvlies tegengaan, vernauwen ook de bloedvaten in de neus. Bekende namen zijn Nasivin, Otrivin en xylometazoline. Nauwere bloedvaten voeren minder bloed aan, wat een gunstig effect op de bloedneus zou kunnen hebben. Maar bij ROW is dat effect vaak gering, omdat het abnormale bloedvaten betreft. Bovendien wordt het middel door de bloeding weggespoeld. Toch zijn er ROW-patiënten die er goede ervaringen mee hebben. Het wil ook wel eens helpen om de neusspray of -druppels aan te brengen op de tampon.
Druk van binnenuit
Niet-oplossend materiaal Andere hulpmiddelen lossen niet vanzelf op. Het probleem hiervan is dat dit materiaal vaak vastplakt. Als u het verwijdert ontstaat daardoor vaak opnieuw een bloeding. U kunt dit proberen te voorkomen door vochtig of vet materiaal te gebruiken, bijvoorbeeld: • Natte watten. • Een tampon die u op maat knipt en insmeert met vaseline. Het voordeel van een tampon is dat deze opzwelt bij het vochtig worden en zo meer druk uitoefent. • Speciale (duurdere) producten die ook opzwellen, zoals Merocel en Klinispon Nose Plug.
2
Daarom geldt een algemeen advies:
Gebruik neussprays of -druppels niet te vaak en niet te lang achter elkaar (maximaal een week). U beschadigt anders het neusslijmvlies.
Ga naar het ziekenhuis bij: • een flinke bloeding (straal), die na 15 minuten niet minder wordt; • veel bloedverlies; geschat op een halve liter.
Wanneer naar het ziekenhuis? Deze vraag is moeilijk te beantwoorden. Het verschilt namelijk per persoon en is onder meer afhankelijk van de leeftijd, bijkomende ziekten en eerdere ervaringen.
Als u naar het ziekenhuis gaat, neem dan informatie over ROW mee. Het is een vrij onbekende ziekte.
Bij een ernstige bloedneus kunt u veel bloed verliezen. U kunt de hoeveelheid bloedverlies met een rekensommetje ongeveer schatten:
Hoe ontstaan bloedneuzen bij ROW?
Bloedneuzen bij de ziekte van RenduOslo-Weber ontstaan omdat de afwijkende bloedvaten extra kwetsbaar zijn. De neus is een van de plekken waar dit zich het eerst uit, omdat de bloedvaten daar minder goed beschermd zijn dan op andere plekken in het lichaam. Ze liggen namelijk aan de binnenkant tegen hard kraakbeen en aan de buitenkant worden ze alleen beschermd door een heel dun laagje slijmvlies. Dit laagje is veel dunner dan de huid.
Er gaan 20 druppels in een milliliter. Stel: u verliest één druppel per seconde. Dat is 60 druppels per minuut en dat is dus 3 ml (60:20). In een uur is dat 180 milliliter. Na zes uur zou dat 1 liter zijn.
Het menselijk lichaam bevat 5 liter bloed. Als u veel bloed verliest kan de bloeddruk gaan dalen. U merkt dit doordat u last krijgt van duizeligheid, flauw voelen en hartkloppingen. Als dit gebeurt moet u meteen naar het ziekenhuis worden gebracht. Het is natuurlijk beter om te voorkomen dat u met spoed naar het ziekenhuis moet.
Deze kwetsbare bloedvaten gaan bloeden als ze beschadigd raken. Dat kan al makkelijk gebeuren, bijvoorbeeld door uitdroging van het slijmvlies, door korstjes of door de luchtstroom van de ademhaling.
3
Persoonsgebonden factoren
Ernstiger beschadigingen kunnen ontstaan door verkoudheden, allergie of neuspeuteren.
Elke patiënt met ROW heeft zo zijn eigen ervaringen met het ontstaan van de bloedneuzen. Zo kunt u bijvoorbeeld merken dat u eerder bloedneuzen krijgt bij: • stress • alcoholgebruik • gebruik van specerijen • bukken • persen • hoge bloeddruk • warmte Als u weet dat zulke factoren bij u een rol spelen, moet u die natuurlijk zoveel mogelijk vermijden.
Antistollingsmiddelen De bloedneuzen zijn bijna nooit het gevolg van een slechte stolling van het bloed. Toch kunt u beter geen medicijnen gebruiken die ervoor zorgen dat het bloed minder snel stolt. Ze kunnen de bloedneuzen verergeren. Voorbeelden van zulke medicijnen zijn aspirine (acetylsalicylzuur), ibuprofen, plavix, sintrom, marcoumar en heparine. Het kan zijn dat u een van deze medicijnen toch nodig hebt vanwege een andere ziekte. Als er geen beter alternatief is zal de arts daarom soms toch hiervoor (moeten) kiezen.
Hebt u een neusallergie, zoals hooikoorts of allergie voor huisstofmijt? Probeer de stoffen waarvoor u overgevoelig bent zoveel mogelijk te vermijden.
Paracetamol heeft geen invloed op de stolling. Dit kunt u dus veilig gebruiken als pijnstiller in plaats van aspirine of ibuprofen.
4
Adviezen ter voorkoming van bloedneuzen In dit hoofdstuk vindt u algemene adviezen die voortkomen uit praktijkervaringen. De ene patiënt zal anders reageren dan de andere. Dus speelt de persoonlijke ervaring een grote rol. Het is een kwestie van uitproberen en kijken wat het beste voor u werkt.
Het kan ook nuttig zijn een ervaren KNO-arts om advies te vragen. Soms blijkt namelijk dat het neustussenschot scheef staat, waardoor het neusslijmvlies extra snel uitdroogt.
Er is onvoldoende wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het effect van de verschillende methodes. Daarom worden bepaalde producten niet door de verzekering vergoed.
Medicijnen Er zijn verschillende medicijnen die mogelijk een gunstig effect kunnen hebben op de bloedneuzen.
Bevochtiging van de ingeademde lucht Extra bevochtiging van het huis kan helpen. U hebt dan minder kans dat het neusslijmvlies uitdroogt. U kunt de ingeademde lucht ook bevochtigen door een kapje voor de neus te dragen.
Vrouwelijke hormonen Vrouwelijke hormonen hebben soms een gunstig effect. Er bestaan medicijnen met stoffen die sterk lijken op de natuurlijke hormonen. Een voorbeeld is Neocon: hierin zitten stoffen die lijken op de vrouwelijke hormonen oestrogeen en progesteron. Er zijn echter ook nadelen aan deze medicijnen: u moet ze langdurig blijven gebruiken, er zijn vaak bijwerkingen en u moet regelmatig onder dokterscontrole blijven.
Bevochtiging van de neus U kunt de neus vochtig houden met vette zalven, zoals vaseline, Bactroban en Bioforce. Breng de zalf 3 tot 6 keer per dag voorzichtig in de neus met uw pink of een wattenstaafje. Ook kunt u regelmatig wat fysiologisch zout in de neus spuiten om deze vochtig te houden. Fysiologisch zout is zout opgelost in water. U kunt dit kant en klaar kopen als Natriumchloride Neusdruppels, maar u kunt de oplossing ook zelf maken: los daarvoor een eetlepel keukenzout op in één liter gekookt water. Bij korsten helpen Sofradex oordruppels (in de neus!) vaak goed.
Antioxidanten Antioxidanten hebben waarschijnlijk een gunstige invloed. Dit zijn stoffen die oxidatie (reactie met zuurstof) tegengaan. Ze zitten in bepaalde levensmiddelen en cosmetica, maar ook in medicijnen. Acetylcysteine is bijvoorbeeld van oorsprong een slijmoplossend middel, maar ook een krachtige antioxidant. Dit middel lijkt het aantal bloedneuzen overdag te verminderen, bij
5
een dosering van 3x daags 600 mg. Er zijn geen bijwerkingen.
Thalidomide Thalidomide (Softenon) wordt experimenteel gebruikt bij patiënten met zeer ernstige bloedneuzen. Het middel remt de aanmaak van nieuwe bloedvaatjes en het effect is soms verrassend goed. Thalidomide heeft soms bijwerkingen: medische begeleiding is daarom noodzakelijk.
Meer informatie Lees voor meer informatie over ROW de patiëntenbrochure van de Vereniging van Vaatpatiënten (Postbus 132, 3720 AC Bilthoven, telefoon (030) 659 46 57). Ook kunt u terecht op internet: www.renduoslerweber.nl Hebt u zelf goede ervaringen of suggesties voor het omgaan met bloedneuzen door ROW? U kunt die doorgeven aan de Vereniging van Vaatpatiënten of aan de verpleegkundig consulente longziekten van het St. Antonius Ziekenhuis.
Bron: Vereniging van Vaatpatiënten
6
St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00 E
[email protected] www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp 088 - 320 33 00 Longgeneeskunde 088 - 320 14 00
Locaties en bezoekadressen
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern
7
Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
LON 40/06-’12
Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis