Klimaten 6. Het Tropisch Regenwoudterrarium.
N. de Leeuw en P. Floor p/a Oude Elburgerweg 5 8094 PO Harremerbroek INLEIDING In her aardrijkskunde deel Klimaten 2 (de LEEUW & FLOOR 2000a) zijn de A-klimaten behandeld. Hierin is een verdeling gemaakt in het Af, Aw en As-klimaat. Her M-klimaat staat beter bekend als het tropisch regenwoud. Er is geen biotoop, dat zoveel verschillende levensvormen kent als het tropisch regenwoud. Bovendien is nog niet eens alles ontdekt of beschreven qua levende organismen in de nog bestaande regenwouden. Met her verdwijnen van deze bossen zullen we daarom ook nooit alles leren kennen. Om in ons terrarium het tropisch regenwoud na te kunnen bootsen, moeren we een aanral aspecten in de garen houden. Deze aspecten beïnvloeden de leefbaarheid van het terrarium voor de bewoners. I. 2. 3. 4. 5.
licht temperatuur luchtvochtigheid ventilatie voedingsbodem/beplanring
In dit hoofdstuk komt elk van deze onderwerpen aan bod, waarbij meer aandacht wordt geschonken aan mogelijkheden en ideeën, dan aan kam en klare oplossingen. LICHT De volgende zaken zijn van belang: - het aanral uren daglicht, - de sterkte van het licht, - de stralingswarmte, - de kleur van het licht - het energieverbruik. De meest voorkomende verlichting in de terrariumhobby is de TL-buis, waarbij de kleur bij voorkeur "Cool-Whire" of Philips 84 moet zijn. Binnen onze technische (financiële) mogelijkheLacerta 60(3) * 2002
den benadert deze kleur her zonlicht her meest. Deze kleur licht laat ook de planren en dieren zien zoals ze zijn, ze zijn dan "kleurecht". Echter het beste effect voor planren moeten we zoeken in de blauwe en rode kleuren, waarbij we in de aquariumwereld de UV verlichting (bv. Grolux) tegenkomen. De violet of paarse kleur komt echter onnatuurlijk over (je terrarium is uiteindelijk geen kleurrijke discotheek), zodat een combinatie met "Cool-Whire" (met de laatste als hoofdverlichting) zeer wenselijk is. De hoeveelheid licht in een bak is afhankelijk van de hoogte van de bak en de dichtheid en mate van beplanting. Hoe groter de afstand tussen lamp en bodem, hoe minder licht de bodem {en dus de laaggeplaatste planten) zal ontvangen. Bij een hoog terrarium/paludarium is her dan ook noodzakelijk om halverwege en onderin de bak verlichting aan te leggen. Dit vergt enig technisch inzicht en veel fantasie, maar er zijn mogelijkheden genoeg. Het is zelfs mogelijk om een TL-buis te verwerken in een waterdichte "drijvende" lichtbak, terwijl de starter en de voorschakelweerstand buiten het terrarium worden gemonteerd. Je krijgt op deze manier voldoende licht onder water en de "drijvende" bak kan gecamoufleerd worden als oevergedeelte of eiland. Als waardevol neveneffect geeft deze lichtbak rechtstreeks warmte af aan het water, waardoor de luchtvochtigheid in het paludarium gunstig wordt beïnvloed. Een nadeel van dit systeem is de complexiteit van handelingen om een kapotte lamp re vervangen.
TEMPERATUUR Welke temperatuur moeten we aanhouden in een tropisch regenwoudterrarium? Antwoord: dezelfde temperatuur als in het biotoop van de bewoners van het terrarium. We moeren dus eerst weten waar onze bewoners vandaan komen. Om dit te kunnen weten moeten we dus onze dieren zelf
83
Derail aquaterrariu m. Landskampioen 1993 Landelijke Huiskeuring N.B.A.T. Foro 1-!.W. Komen.
Lacerta 60(3) * 2002
84
gaan vangen, zodat we alle factoren, die bij het biotoop van belang zijn kunnen aanvoelen. Een andere mogelijkheid is dat een ander dit voor ons doet. En wonderwel heeft iemand dat al voor ons gedaan. Minder nauwkeurig als dat we het zelf zouden hebben gedaan, maar niet getreurd, de gegevens zijn goed bruikbaar. Ik doel hierbij op een Duitstalig boekwerk (MÜLLER, 1996), waarin klimaattabellen zijn verwerkt van alle weerstations over de gehele wereld en dus ook uit de omgeving van de vindplaats van jouw terrariumbewoner. De gegevens in die klimaattabellen zijn gebaseerd op waarnemingen verspreid over een aantal jaren. Zoals we in Klimaten 3 (de LEEUW & FLOOR 2000b} hebben vernomen, speelt de gelaagdheid van het tropisch regenwoud een belangrijke rol. De struik- of stamlaag is het meest geïsoleerd van invloeden van buitenaf. Het klimaat is hier dan ook vrij stabiel (temperatuur: 27-33°C; luchtvochtigheid: 80-1 OOo/o) en het is er altijd vrij donker. De meeste dieren worden gevangen bij open plekken (omgevallen bomen) of langs oevers van rivieren en beken. Als we uitgaan van een constante kamertemperàtuur van ± 20°C, zal het terrarium overdag m.b.v. de verlichting al gauw een temperatuur bereiken van 25-27°C. 's Nachts, als het licht uit is, zakt de temperatuur weer tot 20°C. Dit kan een te groot verschil zijn voor onze dieren. Er zal 's nachts bij verwarmd moeten worden, waarbij we een voorkeur hebben voor verwarming via het water of de vochtige bodem. Dit heeft een rechtstreekse invloed op de luchtvochtigheid, die 's nachts moet stijgen cot ±I OOo/o. Over waterverwarming zal hier niet veel gezegd worden, want we zullen dat straks behandelen. Bodemverwarming wordt wat ingewikkelder. In de terrariumhandel bestaan verwarmingskahels en matjes, die zowel in als onder het terrarium kunnen worden geplaatst. Er zijn diverse nadelen aan plaatsing in het terrarium, waarvan er één kortsluiting is. Ook het vervangen van defect materiaal is een ingrijpende operatie. Het plaatsen onder het terrarium heeft echter ook z'n nadelen. Bij een te groot temperatuurverschil tussen de verwarming en het water of de vochtige bodem, kan het glas van de bodem barsten. Mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar het verwarmen van de ruimte, waarin het terrarium staat. Dit is geen oplossing voor Lacerta 60(3) * 2002
iedereen, maar bij meerdere terraria wel de goedkoopste en in ieder geval de veiligste. Als de kamer of schuur waarin de terraria staan goed geïsoleerd is èn voorzien van een apart werkende verwarming, dan is er een constante temperatuur te realiseren, waarbij de nuanceverschillen per terrarium kunnen worden beïnvloed door de verlichting of de ventilatie in de individuele terraria.
LUCHTVOCHTIGHEID De luchtvochtigheid kan worden beïnvloed door de volgende criteria:
* vaak sproeien * waterverwarming * waterval of -stroom * luchtbevochtiger
Vaak sproeien. Voor de meesten onder ons is vaak sproeien een noodzaak. De terraria zijn meestal te klein om grote technische installaties in te kunnen verwerken. Bij het sproeien geven we de voorkeur aan de z.g. hogedrukspuit (plantenspuit met pomp) met een goede vernevelingskop. Regenwater verdient de voorkeur, zodat kalkaanslag op ruiten en planten cot een minimum wordt beperkt. Om de hoge luchtvochtigheid te kunnen vasthouden, sproeien we minimaal tweemaal per dag (' s morgens en Is avonds). Voor de meeste (nacht- of schemeractieve} boomkikkers is het sproeien Is avonds het signaal om wakker te worden, waarbij zich dan het bekende ritueel voordoet van het afstropen en opeten van de beschermende, droge slijmhuid. Na dit ritueel kunnen de kikkers gevoerd worden, wat altijd weer een heel spektakel is. Voor hagedissen uit het tropisch regenwoud is het sproeiwater om te drinken. Als we niet in staat zijn om consequent dagelijks te sproeien, moet de techniek ons helpen. Met behulp van een waterreservoir, een waterpomp, een stelsel van slangen en buizen, sproeikoppen en een schakelklok is er al een eenvoudige beregeningsinstallatie te maken. Afhankelijk van de inhoud van het reservoir, kunnen we deze installatie van enkele dagen tot weken voor zichzelf laten zorgen. Met een schakelklok, die ingesteld kan worden tot een kwartier of een half uur, is het mogelijk om de beregeningsinstallatie per dag tweemaal een kwar-
85
tier (of half uur) re laren werken. H er reservoir kan een regenron zijn met aanvull ing (regen) van buitenaf. Een aquariumverwarming brengt de remperaruur rot her gewenste niveau, zodat de d ieren in her terrariu m geen last hebben van een koude douche (ook bij koudbloedige, tropische dieren heefr dir een negatieve uitwerking op her seksleven). Warerverwarming. H er verwarmen van een waterreservoir is hiervoor al aangevoerd, maar her verwarmen van een evenrucel waterreservoir in het terrarium is naruurlijk ook een mogel ijkheid. Laar je in de aquariumhandel uitgebreid in forme ren over her verwarmingselemenr en de thermostaat, die je nodig hebt. Bij een klein reservoir hoon geen verwarmingskanon van tig Warr. Je reservoir is dan zo leeg en her verwarmingselemenr raakt oververhit, zodat her glazen omhulsel barst. Als er in her terrarium geen plaats is voor een groot reservoir, denk dan eens aan een uitwendig reservoir met een directe verbinding met her reservoir in her terrarium. Volgens de heersende natuurkunde wetten, zal het warerpeil in beide reservoirs op de zelfde hoogte willen staan. Er is dan maar een klein pompje nodig om her water re laren circuleren . De verwarming van her water geschiedt natuurlijk in het buitenreservo ir. Omdat dit buitenreservoir nooit leeg mag staan, is her wenselijk om deze gevuld te houden d.m.v. een vlotterkraan (zoals bij de stortbak van de wc). De roevoer kan ook hier weer van buitenaf komen uit een regenron , die dan wel hoger moet zijn geplaatst dan het reservoir naast her terrarium. Waterval of -stroom. Als water t.o.v. lucht in beweging is, is her makkelijker om watermoleculen af re geven aan de luchr. D eze eigenschap biedt war extra mogelijkl1eden om de luchrvoch tigheid re beïnvloeden. Naast de watervalletjes zoals in de showbakken van bekende fi rma's, is er ook een mogelijkl1eid om her water via de achterwand van het terrarium naar beneden re laren sijpelen. Als de achtenvand besraar uit een vocht opnemend en vasthoudend substraat (turf, varenworrel, enz.), besraar de kan s, dar er zich hierop spontaan m ossen gaan vormen. Ook varens en epifyten krijgen de kans om zich hierop re gaan vastzetten . Doordar het water d.m.v. her substraat
Lacerta 60(3) * 2002
Dendrobimn species. Fow H.W. Komen zich gaar verspreid en (capillaire werking), zu llen er ook meer watermoleculen aan de lucht worden afgegeven. Luchtbevochtiger. In de handel zijn luch tbevochtigers re krijgen in alle soorren en maren. Ook hier wordt gewerkt met her principe, dar water makkelijker zijn moleculen aan de lucht afgeeft als een van beide elemenren in beweging is. De eenvoudige luchtbevochtigers werken met een bak water, waar een ventilator de lucht over her wateroppervlak doet strijken. Een war verder uitgewerkt principe is, dar her water in de draaiende beweging van de venrilator wordt opgezogen via een buisje in de as van de ventilator en dan via twee meedraaiende buisjes wordt rondgeslingerd regen een soort ringvormige spons, d ie door zijn grote oppervlakte meer warermoleculen aan de lucht kan afgeven. D eze lucht wordt doo r dezelfde venrilaror erlangs geblazen. De jongste generatie luch tbevochtigers heefr ech ter
86
geen bewegende delen zoals hierboven, maar werkt d.m.v. ultrasone tri llingen (gelu idsgolven). Deze ultrasone rrillingen brengen her water zodanig in beweging, dar er superfijne druppeltjes loskomen van her wateroppervlak. Deze nevel verlaat de luchtbevochtiger via een afvoerbuis. Door deze bu is uir re laren komen boven in het terrarium, zal de nevel naar beneden zakken. D it alles is goed zichtbaar en geeft een fantast isch effect. Ons terrarium verandert len erlijk in een nevelwoud. Er omstaat een dichte mist, die de luchrvochtigheid doet stijgen tot I 00%. Alle waa r is naar z' n geld en deze laatste luchtbevochtigers zijn daarom ook vrij prijzig (enkele honderden gu ldens) .
VENTILATIE Een vochtig terrarium , dat potdicht zit, zal nooit lang meegaan. Er zullen zich bepaalde schimmels en rottingsbacteriën in gaan nestelen, die alle leven onmogelijk zullen maken. Enige venti latie is daarom wel noodzakelijk. W e moeten echter een goed evenwicht zoeken om niet te veel en te lang lucht
Ludisin bicolor, Aardorchidee. Foto H.W. Komen
Lacerta 6 0 (3) * 2002
vochtigheid te verliezen. Als d e ru imte waarin her terrarium sraar al een hoge luchtvochtigheid heeft, is ruim venrileren geen probleem. Onze doorsnee woonkamer heeft ech ter een luch rvochrigheid van ± 50%. Bij ruime ventilatie verl iest her terrarium daarom teveel aan luch rvoch righeid. Een goede vemilarie wordt bepaald door de plaats van de openingen in her terrarium. Er moeren mi nstens twee openingen zij n o m een luchtstroom op gang te krijgen. De eerste opening word t b.v. onder de voorruit aangebracht en de tweed e bovenin her terrarium in de achterwand. Deze laatste kan ook in de lichtkap verwerkt worden. In beide gevallen gaan we ui t van het principe, dar warme lucht stijgt. In het geval van de ventilatie-opening in de lichtkap wordt d ir principe extra versterkt door de warmte van de lampen. D e plaats van de eerste opening o nder de voorruit is bewust gekozen, zodat de opstijgende lucht langs de binnenzijde van de ruit strijkt en d eze vrijhoudt van condens. D eze vorm van passieve venti latie komt in de terrariumbouw het meest voor. De en ige mogelijkheid om passieve ventilatie te reguleren is door de openingen re vergroten of verkleinen. Actieve venrilarie vinden we bij de wat grotere bakken. De luchtstroom als gevolg va n warm teverschillen is in een groor terrarium vaak re gering om effect re hebben. We helpen d ie luchtseroom een handje met een elecrrische ventilator. D e voo rkeu r verdienen de tweedehands com pu terventilatoren, o mdat d eze erop gebouwd zijn o m lang achter el kaar te draaien èn wat nog belangrijker is, ze zijn vrij wel gel uid loos. Er is geen grotere afknapper dan een stu kje regenwoud met een mechan isch geluidje. De ventilator in een terrariu m moet altijd van binnen naar bu iten blazen . Als hij naar bi nnen blaast, wordt de luchtseroom geconcentreerd op één bepaalde plek, die dan ook uitd roogt. Tevens veroorzaakt deze luchtstroom een re grote luch rverplaarsing (wch r), waa rv;m longontsteking een m ogelijk gevolg is bij onze d ieren . Door op meerdere plaatsen inlaatopeningen re maken wo rdt de luchrsrroom teruggebracht tot een milde luchrverplaarsing, die nauwel ijks voelbaar is, maar wel effect sorteert. D e ideale manier van ventileren is een kwestie van experimenteren. Her kan geen kwaad om her aanral openingen ru1m te nemen, als ze m aar te regelen zijn.
87
Aftixnlus fomasinii fomnsinii. Foto H. W. Komen
VOEDINGSBODEM EN BEPLANTING De bodem van het tropisch regenwoud bestaar voor her overgrote deeluit een humuslaag. Humus besraat uit vergane en halfverga ne plamenresren, waarin zich een eigen flo ra en fauna heeft omwikkeld. Onder deze flora en fau na verstaan wij een grote hoeveel heid schimmels, bacteriën, aardwormen (bv. rege nworm en en Enchytreeën) en bodem-arrhropoden (geleedpotigen). Al deze organismen hebben een belangrijke functie in de humuslaag. Ze zij n zowel verbruikers van levende en dode plamenresren, als opruimer van de uitwerpselen van elkaar en van de grotere dieren. D oord:u deze dieren zich vrijelijk door de humuslaag verplaatsen, wordt deze laag ook door elkaar gemengd . Met name de aardwormen hebben hierin een belangrijke taak, aangezien ze de gewoonte hebben om veel gro nd en humus te eten, zonder er echter veel uit re verteren. Her gevolg is, dar hun uitwerpselen goed gemengd zijn en vol zitten met voedingsstoffen voor andere organismen.
Lacer·ta 60(3) * 2002
Een tweede belangrijk voordeel van d e aardwormen is, dat ze zich constant door de humus- en grondlaag heen werken, waardoor ze deze laag los en luchtig maken en deze daardoor toegankelijk wordt voor andere organismen. Ook de beworreling van de planren gaar gemakkelijker in een luchtige bodem. Zie hier de sa menstelling van de bodem in je tropisch regenwoudrerrarium . H er zal de meeste mensen regenstaan om het terrarium om te vormen tor een grote insectenvergaarbak, maar het is voor her evenwicht in het terrarium een groot voordeel als ook de kleinste d er kleinsren aanwezig zijn. Uiteindelijk moet ons terrarium ook voedseldieren, zoals krekels kunnen binnenho uden. Om de bodemlaag van het terrarium goed te kunnen samenstellen, moeren we ons verd iepen in war die laag re verwerken krijgt. Er komen grote hoeveelheden water in terecht, het wordt gebruikt als openbaar toilet, er wordt in gegraven en verschillende planren m oeren er in worrelen en er van leven.
88
De opbouw van de bodem In her technisch afgewerkte terrarium hebben we een com parrimenr, waar we de planrenbodem in willen deponeren. Een goede warerafvoer is een eerste vereiste. Als her planren gedeelte rechtstreeks in con racr staar mer een waterreservoir, moer her planren gedeelte op een hoger niveau liggen, om her warer op een natuurlijke wijze aan her reservoir kwijt re raken. Om erosie van de gro nd regen re gaan moer er een af.~cherming zijn in de vorm van een "zeef". In ieder geval iets om de grond vast re houden en her water door te laten. Als her planren gedeelte nier rechtstreeks in contact sraar met het reservoir, moer er in ieder geval een deugdelijke afvoer zijn in de vorm van een afvoergat of een kunststof pijp verticaal in de gro nd , waaruit her overtollige water kan worden weg geheveld. De grond moer namelijk altijd vochtig zijn, maar niet nat. In natte grond zullen de planrenwortels zuurstof tekortkomen en gaan afsterven. Je krijgt dan een rottingsproces met als gevolg dode planten en een flinke stank in je terrarium. In fig.! is een doorsnede van
een rerranum gerekend, gezien vanaf de zijkant. Vóór in her terrarium (links op de rekening) is her reservoir, dat van het bodemgedeelte is afgescheiden d.m.v. een glasplaat. In het bodemcompartiment wordt een laag kleikorrels (ook wel hyd rakorrels genoemd) gedaan, die een tweeledige functie heeft. In de eerste plaats vergemakkelijkt deze losse laag de afvoer van water en in de tweede plaats houden de kleikorrels zelf vocht vast. Deze laag moet boven het wateroppervlak van het reservoir uitkomen, om de afvoer van water via de overloop re garanderen. Op de laag kleikorrels komt een laag potgrond. De porgrond is de eigen lijke beworrelingslaag. Om re voorkomen dar de porgro nd na verloop van tijd doorspoelt naar de laag kleikorrels, kun je de korrels eerst afdekken met een filterdeken voor een afzuigkap in de keuken. Deze fi lterdeken knip je in de vorm van her terrarium (als deze toevallig niet rechthoekig is) en leg je op de korrels, aansluitend aan de randen. Op deze deken komt dan de porgro nd. D e volgende stap is her beplanten van her terrarium. De planren worden met zorg gekozen,
potgrond
water
voorzijde
hydrakorrels
dwa rsdoorsnede regenwoudterrarium bodemopbouw
achterzijde
Figuur I.
Lacerta 60(3) * 2002
89
omdat her sterk afhankelijk is van de bewoners van her terrarium, welke planren er gebruikt kunnen worden. Als de planren sraan, kunnen we beginnen met de humuslaag. H er m eest ideaal is humus uir her rropisch regenwoud, m aar als we dar nier bij de h and hebben, halen we war uir onze nabije omgeving. Vanwege de voch tige atmosfeer in her terrarium is her wenselij k om humus uir een vochtig biotoop re halen. Een ooibos in de uiterwaarden van een rivier is ideaal voor o ns doel. Zoek de humuslaag onder bomen zoals wilgen, omdar de wilg een goed e vochrigheidsindicaror is. Hou ook reken ing mer de lichrsrerkre, die er onder die boom heerst, aangezien d e bodem van een tropisch regenwoud wei nig licht onrvangr. Dar geldt dus ook voor de bodem van jou terrarium, als dirgeheel beplanr is. Doe de humuslaag in een afsluitbare emmer en probeer de laag zo min mogelijk re verstoren. Uiteindel ij k willen we nier alleen de humus, m aar ook de organismen die erin leven. Mer de humus bedekken we d e porgrond waar de planren in
staan. Ner als in de naruur, zal d e humuslaag her uitdrogen van de porgrond venragen en geleidelij k zullen de o rganismen de scheiding russen humuslaag en porgrond wegwerken. Als laarsre opmerking wil ik nog even ingaan op de aanwezigheid van schimmels. Mer de verse humus halen we ook de in de humus aanwezige schimmels mee in her terrarium. Als de humuslaag in een juiste atm osfeer rerechrkomr, zullen er na verloop van rijd paddesroeien of zwammen onrsraan in her terrarium. Probeer nier mer overdreven schoonmaakzucht deze re verwijderen, omdat her in eerste instamie geen zi n heeft (de paddesroei is her vruchtlichaam van een schimm el, die zich al door de gehele laag heeft verspreid) en in rweede instamie m aken de schimmels ee n belangrijk deel uir van de kringloop in de humuslaag. Elk organisme is gespecialiseerd in de afbraak van een bepaalde "afvalsrof". Op ande re organismen hebben ze dan ook weinig of geen negatieve invloed.
Epipedobntes tricolor. Foro H .W. Komen
Lacerta 60(3) * 2002
90
Mrzntelfn madngascnriensis 111ndrrgascnriensis. Fow H. \X'. Komen
Beplanting Over beplanting zijn al hele boeken geschreven. Ik ga daarom nier opni euw her wiel uirvinden , maar verw ijs naar de betreffende literatuu r. Enkele vuistregels wil ik ech ter wel aangeve n . ~ Hou voo r ogen, dar dieren uit b.v. Zuid-Amerika thuishoren op of bij planren uit Z uid-Amerika. Probeer dus de p lanren re vi nden , die thuishoren bij de d ieren. Een belangrij k hulpm iddel is in dit geva l her boek "The World G u ide ro H ouse Planrs" van Anthony Huxley ( 1983). Oi r boek behandeld veel gangbare ka me rplan ten, ge rangschikt naar la nd van herkomst en biotoop. * Als her terrarium bestemd is voor grotere boomkikkers of ande re grotere d ieren , planr dan geen tere orch ideetjes of andere kwetsbare p lanten. Je kunt ze nog beter weggeve n aan ieman d, die er meer plezier aan kan beleven. Va n huis uit is onze terrari umdieren nooit bijgebrach t dar ze voorzichtig moeren omgaan met tere pl a ntjes. Dar zullen ze dan ook nier doen . Een grote boomki kker voelr zich gelukkig op een groot glad blad, dar zijn
Lacerta 60 (3) "' 200 2
gewich t kan houden. Hij zal da n ook vaak op herzelfde blad re vinden zij n. * H ou reken ing m et her fei t , dar sommige (huis) planren giftig kunnen zijn . O ir hoeft geen gevolgen re hebben voor de dieren d ie er op gaan zitten, maar her ka n wel degelijk kwaad voor d ieren , die de gewoon re hebben om af en roe een lekker vers blaadje re w illen verorbere n. H iero nder geef ik een beknopte opsom ming va n planten, die voo rkomen in het tropisch regenwoud van Z uid-Amerika en met name in her Amazonegebied. D eze opsomming ko mt uit her al eerder genoemde boek "The Worlel G u ide ro H ouse Pla n rs". 1. Adinntum capi/Lus-veneris ( POLYI'ODIACEAE) Venushaar. Een wereld wijd in tropische en gematigde klimaren voorkomende varen , d ie ee n hoogte bereikt van ± 30 c m. H er is ee n op de bodem groeiende schaduwplant (5-3% vol zo nlich t), di e zich thuisvoelt bij een te mp. van 18-24°C.
91
2. Brunfelsia pauciflora calycina (SOLANACEAE) Kleine, altijd groene heesterachtige plant die 5025% vol zonlicht nodig heeft. Neemt genoegen met minder warme temperaturen tussen 13-18°C. In de groeiperiode veel water, in de winterperiode wat minder water. 3. Caladium hortulanum (ARACEAE) - Is een plant met decoratief gekleurde, hart- of pijlvormige bladeren. Is een bodemplant, die graag wat licht ontvangt (25-50% vol zonlicht) en wat meer warmte verdraagt (18-24°C). Als de bladeren geel worden. minder water geven. Hebben behoefte aan een zeer humeuze voedingsbodem. 4. Calathea (MARANTACEAE) -Nauw verwant aan de tiengebodenplant. Boderobewonende bladplant met behoefte aan veel humus, hogere temperatuur (18-24°C). Ovale bladeren met lange stengels, groeiend op kruipende wortelstokken. lichte schaduw (I Oo/o volle zon). Komt voor in nevelwouden. 5. Episcia reptam (GESNERIACEAE)- Bladplant met kruipende stelen, die opnieuw bewortelen. Behoefte aan zeer veel humus. Hebben voldoende licht nodig (lichte schaduw, 1Oo/o volle zon) en een warmte van 18-24°C. Heeft behoefte aan veel water in de groeiperiode en minder in de winterrust. 6. Marantha leuconeura (MARANTHACEAE) Tiengeboden-plantje. Laaggroeiende kruipplant. Komt voornamelijk voor op open plekken in her regenwoud. Heeft daarom meer behoefte aan licht (lichte schaduw; 1Oo/o volle zon). Voornamelijk verticale stelen met aan her eind horizontale ovale bladeren. De bladeren zijn mooi gekleurd en vouwen zich 's nachts dicht. 7. Mimosa pudica (LEGUMINOSAE)- Kleine heester met samengestelde bladeren en gedoomde stelen. De bladeren vouwen samen bij aanraking om beschadiging van grotere omvang re voorkomen. Na enige tijd hersteld de plant zich weer. Heeft veel licht nodig (75-60% vol zonlicht) en is een liefhebber van warmere temperaturen (18-24°C). 8. Neoregelia carolinae (BROMELIACEAE) Epiphytische rozetplant 0 ± 45 cm. Regelmatig
Lacerta 60(3) * 2002
water geven (soms war uitdrogen). Houdt de rozet altijd gevuld met water, (niet bij bloemen). Ververs het water regelmatig. Bodemmengsel van losse bladeren, grove turf en zand. 9. Peperomia caperata (PIPERACEAE) Veelvoorkomende bodemplant met groene, hartvormige, geribbelde bladeren. Valt op door zijn specifieke bloeiwijze. Voorkeur voor porgrond op turfbasis. Houdt van warmte (18-24°C) en licht van 50-25% volle zon. Een goede bodembedekker op de voorgrond. 10. Ruellia makoyana (ACANTHACEAE) Kruipplant met fluweelachtige, olijfgroene bladeren met zilveren nerven en donkerblauw-paarse onderkant. De stengels kunnen een lengte bereiken van ± 60 cm. Hij krijgt in het najaar rrompetachrige rose-rode bloemen aan her eind van de stengels. Bodem van half potgrond, half turf of bladmengseL 's Zomers veel, 's winters weinig water, speciaal als temperatuur onder 15°C zakt. 11. Schlumbergia bridgesii (CACTACEAE) Epiphytische regenwoud- of lidcactus. Bloeitijd rond kerst met rose-paarse bloemen aan her eind van de laatste segmenten. Veel water in de groei- en bloeitijd, weinig water na de bloei in een periode van 4 - 6 weken rust, (niet uitdrogen). Bodem besraar uit turf/grof zand. 12. Stromanthe amabilis (MARANTHACEAE) - Deze plant groeit meesral op de bodem, maar soms ook als epiphyr. De bladeren zijn onder grijsachtig en bovenop een mix van grijs en groen. De rekening is gestreept vanaf de middennerf naar de bladrand. Heeft water nodig met een bodem op turfbasis. Lichte schaduw ( 1Oo/o vol zonlicht) en temp. van 13- 18°C. 13. Tradescantia blossfeldiana (COMMELINACEAE) Bodemplant met een voorkeur voor constante temperatuur, luchtvochtigheid, gefilterd licht en bescherming regen klimatologische extremiteiten. Heeft diepe olijfgroene bladeren met purperen onderkant en rose bloemen. Er is ook een variegata-variant met brede, rose en roomkleurige banden op de bladeren.
92
14. Vriesea splendens (BROMELIACEAE) - Meest populaire soort van deze familie, bijgenaamd "her vlammende zwaan". Heeft donkergroene bladeren, gebandeerd met purperzwarte banden. Doorsnede van 30-38 cm. De bloemknop heeft de vorm van een rechtopstaand zwaardblad met helderrode kleuren. De bloemen zelf zijn diepgeeL Dit was zo maar een greep uit her eerder genoemde boek met planten. Ik hoop, dar dit hoofdstuk een hulp is bij het inrichten van je tropisch regenwoud terrarium. Her is geenszins volledig, maar geeft je een aanzet tor mogelijkheden, die je met eigen fantasie kunt ontwikkelen en verwezenlijken. Veel succes en bij eventuele praktische probleempjes kun je altijd vragen bij werkgroepssecrerariaren of de vraagbaak.
LITERATUUR HUXLEY, A., 1983. The world guide ro houseplants. Pilot Producrions Limired, New York. MÜLLER, M. J., 1996. Handbuch ausgewählrer Klimarianen der Erde. Universiteit van Trier. LEEUW, N. & P. FLOOR, 2000a. Klimaren 2. Lacerra 59 (I): 17-20. LEEUW, N. & P. FLOOR, 2000b. Klimaren 3. Lacerra 59 (2): 43-48.
THE TROPICAL RAlNFOREST TERRARIUM An artiele in a series concerning climares. Some aspecrs of rhe rropical rainforesr terrarium are discussed. Important are light, remperarure, humidiry, ventilarion, subserare and planting. Aspecrs of light rhar are of imporrance: number of hours daylighr, lighr-inrensiry, radiarion-hear, lighr-colour and power-use. The best lighr-colour is "cool-whire" (Philips 84), but a combinarion wirh light especially for plants, for insrance Grolux, is recommended. The amounr of light depends on rhe heighr of rhe terrarium and rhe densiry of planting. Sametimes it is necessary ro apply an extra light close to the borrom. The remperarme is depending on rhe srratification of rhe forese. From which part do rhe animals originate. There is little variation at rhe bottorn of the forest and strong variation ar rhe tree-tops.
Lacerta 60(3) * 2002
Most animals have been caughr at open places, for instanee when a tree has fallen, or near rivers and streams. When situated at room-temperature, a terrarium will reach quite easily 25-27°C jusr by rhe illumination. But rhe subsequent drop in temperarme at nighr can be too much for our animals. Some kind of hearing must be provided during the night, preferably at rhe bottom, which will increase humidiry. Placing a hearing-device in the terrarium is nor optimal, due ro danger of short-circuit and rhe complexiry of removing rhe device when defect. If possible the room in which the terrarium is locared should be heared. Humidiry can be influenced by misting, hearing of a warer-reservoir (this can be located ourside rhe terrarium too), a waterfall or stream, or an ultrasound humidifier. There should be some ventilation. Most used is passive venrilarion, wirh venrilarion-openings ar different levels. Due ro rhe rising of warm air fresh air enters at rhe lowest opening and warm air leaves the terrarium at the highest. Of course too much ventHarion would decrease the temperature and humidiry too much. In larger terrariums rhe airflow can be increased with a computer-ventilator. Of course draft should be avoided. The campartment of the borrom-subsrrate should have a good drainage. This can be achieved by using a layer of hydra-culture granules and covering rhis wirh a piece of filter mar from a fume exrracror hood. This in turn can be covered with potring compost, in which rhe vegeration can be planted. This camparcment should be located higher than the applied water-compartment, so that good drainage is insured. If soil from a namral wet environment is used, in stead of porring compost, several life-forms can be introduced, thar enhance rhe namral processes in rhe borrom. Ir is even possibie ro introduce fungi and even mushrooms. This poses no rhrear, for these are only degrading natural waste producrs. Ir is recommended to use planrs rhar belong to the region of origin of rhe inhabitants of the terrarium. The type of planrs should fit the si ze of rhe ani mals, so don' t use fragile orchids for large frogs, but use more sturdy plants. Beware, some plants are poisonous. Ir is recommended ro consult HUXLEY ( 1983) for rhe righr choice of planrs. A list of suggesred planrs is given.
93