Klein kan veel eigentijdse vertellingen voor jonge oren bij de oude verhalen uit de bijbel
Paula Irik - tekst Maarten Koenen - tekeningen
NARRATIO
ISBN 90 5263 334 7 NUR: 704 ISBN-13: 978 90 5263 334 3 illustraties © Maarten Koenen © 2006 theologische uitgeverij NARRATIO, Postbus 1006, 4200 CA Gorinchem tel. 0183 62 81 88 fax 084 739 29 45 e-mail:
[email protected] Actuele informatie is te vinden op www.narratio.nl. Onze uitgaven zijn te koop via de boekhandel en www.kerkboek.nl (ook in België). Niets uit deze uitgave mag verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm, digitale bestandskopie, luisterboek, Digi-boek, Internet-PDF of op welke andere wijze dan ook, behoudens voor eigen gebruik, zonder de voorafgaande toestemming van de uitgever c.q. de auteur. Citaten tot maximaal vier regels zijn toegestaan, grotere citaten vallen onder het overnamerecht warvoor toestemming is vereist, tenzij gedaan in het kader van een recensie.
2
TER INLEIDING Een bundel verhaaltjes bij de oude verhalen uit de bijbel. Ik heb ze met veel plezier gemaakt. En met nog meer plezier verteld in de Nassaukerken Amstelkerkgemeente in Amsterdam. Dat gebeurde altijd aan het begin van de viering en bracht vaak wat gein, een vleugje ondeugd in de kerk. Zo’n “kinderpeek” (Nassaukerk) of “verhaal voor klein en groot”(Amstelkerk) werkte als een plaatje bij het praatje van de preek. Zoiets als de striptekeningen die mijn zoon Maarten voor dit boekje gemaakt heeft. Ik ben dankbaar dat mijn ouders mij, toen ik klein was, de schatkamer van de bijbelverhalen hebben binnengevoerd. Sindsdien ben ik voorgoed verk(n)ocht, ik kan eenvoudigweg niet meer zonder. Ik lees de bijbelverhalen als verhalen van Gods liefde die zich altijd weer verrassend en bevrijdend te kennen geeft. Partijdige verhalen, die de sociale verharding en het grote uitsluiten van onze dagen heilzaam ontregelen en ruimte maken voor het onverwachte. Het vreemde blijkt er zo vreemd nog niet en het goede komt er uit de hoekjes waar niemand op let. Helden zijn er vaak geen helden en bangerikken soms wel. Verkijk je niet op groot en sterk, zo lees ik van Genesis tot en met Openbaring, want klein kan veel. Ik weet het zeker: bijbelverhalen zullen altijd weer nieuwe verhaaltjes van tegenspraak blijven oproepen. ‘Klein kan veel’ is een kleine bijdrage van mijn kant aan de voorraad. Bedoeld allereerst voor kinderen. Maar vervolgens natuurlijk ook voor volwassenen die graag verbonden willen blijven met het kind dat ze waren en zijn. Te gebruiken in de kerk, als opstap voor het bijbelverhaal voor kleine en grote oren, waarbij de kinderen gewoon in de bank kunnen blijven zitten. De verhalen hoeven niet uitgelegd! En natuurlijk ook in de kindernevendienst, op school en thuis. Beschouw dit boekje als een doe-het-zelf-pakket, een stimulans om de eigen vertelklieren te activeren. Want voor ieder die ontvangen wil, liggen in het leven van alledag de verhaaltjes van bevrijding en verzet voor het oprapen.
3
BIJZONDER
L
ange, lange tijd waren de os en de ezel nu al op weg naar de nieuwgeboren koning. De ezel is vriendelijk, de os is een mopperkont. Maar ja, wat wil je, als je je hele leven zware karren hebt moeten trekken? Op een nacht logeerden ze ergens in een stal. De ezel keek naar buiten en mompelde: “Wat een heldere nacht. En zoveel sterren. Ik voel aan mijn oren dat er vannacht iets bijzonders gaat gebeuren.” De os tilde zijn kop op. Ja, inderdaad, de sterren fonkelden als goud in de donkere nacht. “Hmmm”, bromde de os. “Ik heb het niet zo op bijzonderheden. Ik houd het liever bij het gewone en niet meer dan dat. Bijzonderheden, daar komt alleen maar onrust en ellende van.” Hij wilde zijn kop weer in het stro leggen. Maar toen zag hij hoe de ezel zijn oren spitste. De ezel hoorde iets. Iets buiten. De ezel liep naar het raam en de os ging achter hem aan. Ze rekten zich uit om naar buiten te kijken. Op datzelfde moment verscheen er een grote, bruine beestenkop aan de andere kant van het raam. “Iakkes”, balkte de ezel angstig. “Boeoe, noumoe”, loeide de os afkeurend. Maar het beest aan de andere kant van het raam ging niet weg. Het knikte vriendelijk en maakte een paar onverstaanbare geluiden. Toen stak het zijn enorme kop naar binnen, boog zijn hals en nam een reusachtige hap hooi van de grond. Kauwend keek het beest de os en de ezel een tijdje aan. Toen trok het zijn vreemde kop terug en verdween. “Oef”, zei de ezel, “was dat schrikken. Vreemd beest, maar wel vriendelijk, vind je niet? Hij had gewoon honger.” “Grrm”, mompelde de os, “ik heb het niet zo op vreemdelingen. Zag je die bruine kop? En die rare bulten op zijn rug? Stel je voor dat iedereen zomaar zijn kop door ons raam steekt en een hap hooi neemt. Dan blijft er toch niks voor ons over? Hij is niet van hier, hij hoort hier niet. Laat hij thuis zijn eigen hooi gaan opeten!” De os nam een extra grote hap hooi en zei met volle mond: “Wat een brutaal beest, echt heel brutaal. We hadden het niet goed moeten vinden!” De os had het zo druk met kauwen en mopperen, dat hij niet merkte dat de ezel de stal uit liep.
4
Pas tegen de ochtend, toen de zon in het oosten verscheen, keerde de ezel weer terug. Zijn ogen glommen van plezier. “Ik had gelijk”, fluisterde hij tegen de os, “het was een heel bijzondere nacht. Ik heb dat vreemde dier ontmoet bij de voederbak.
‘Kameel’ noemt hij zich. Heel deftig is hij. Koninklijk en toch heel gewoon. Alsof hij één van ons is.” “Koninklijk”, schamperde de os, “pas maar op, het is niet alles goud wat er blinkt.” “Ach”, zei de ezel, “hou toch op. Heb jij soms het alleenrecht in deze stal? Ben jij soms zo bijzonder?” De os liet zijn kop zakken. “Nee”, schudde hij, “ik ben ontzettend gewoon en ontzettend saai en ontzettend oud en ontzettend bang voor iets nieuws.” En er biggelde een traan langs zijn wang. De ezel kreeg met hem te doen. “Het is maar hoe je het bekijkt”, zei hij. “Die kameel bijvoorbeeld vond jou een heel bijzonder dier. Zo sterk, zo gespierd en zo kalm tegelijk.” Daar moest de os lang over nadenken. “Nu je het zegt”, fluisterde hij toen verlegen.
5
BLIJVEN KLOPPEN
H
et is nacht. Joris en Janneke slapen al lang. Dan wordt er op de deur geklopt. Klopklopklop, KLOPKLOPKLOP. De vader en moeder van Joris en Janneke schrikken wakker. Slaperig doen ze de deur open. Op de stoep staat Abdoel met zijn vader en moeder. Abdoel zit bij Joris en Janneke in de klas. Zijn vader en moeder praten maar een heel klein beetje Nederlands, ze zijn nog niet zo lang geleden uit Marokko naar Amsterdam gekomen. “Mogen wij vannacht bij jullie slapen?”, vraagt Abdoel. “Wij zijn uit ons huis gezet.” “Wat? Weten jullie wel hoe laat het is? Sorry, maar daar kunnen we niet aan beginnen.” De vader van Joris en Janneke doet snel de deur weer dicht. Even later wordt er weer geklopt. Eerst zachtjes, dan harder. Klopklopklop, KLOPKLOPKLOP. Weer zijn het Abdoel en zijn vader en moeder. En weer gooien de vader en moeder van Joris en Janneke gauw de deur dicht. Nog eens kloppen Abdoel en zijn ouders aan. De moeder van Joris en Janneke doet het raam open en roept hard naar beneden: “Als jullie nu niet maken dat je weg komt, bel ik de politie.” Van al dat kloppen zijn Joris en Janneke wakker geworden. Ze hebben alles gehoord. Stil, zonder dat hun vader en moeder het merken, komen ze uit bed. Ze sluipen naar het balkon. “Psst”, roepen ze zachtjes naar beneden, “psst, Abdoel. Wacht even op ons.” Joris en Janneke hebben een heel lang springtouw. Ze maken het ene uiteinde van het springtouw met vijf dikke knopen aan het balkonhek vast. En het andere uiteinde gooien ze naar beneden. “Psst”, roepen ze weer, “klim maar naar boven.” Zo zachtjes mogelijk klimmen Abdoel en zijn vader en moeder naar boven. “Kom mee”, zegt Janneke. Met zijn allen lopen ze naar de slaapkamer van de vader en moeder van Joris en Janneke. Met al hun handen, tien handen tegelijk, kloppen ze op de deur. Klopklopklopklop, KLOPKLOPKLOPKLOPKLOP.
6
Eerst willen de vader en moeder van Joris en Janneke nog boos worden. Maar dan beginnen ze te lachen en zeggen: “Vooruit dan maar.” En zo blijven Abdoel en zijn vader en moeder die nacht bij Joris en Janneke slapen.
7
PRATEN, PRATEN, PRATEN
P
iet kent de buurt op zijn duimpje. Piet weet het precies wanneer huizen in de buurt te lang leeg staan. Zo heeft hij al heel veel mensen aan een huis geholpen. Van de week belde de familie Laboui bij Piet aan. Vader Laboui, moeder Laboui en hun drie kinderen. Ze waren pas uit Marokko naar Amsterdam verhuisd en wilden heel graag in de buurt komen wonen. Maar daarvoor heb je negen papieren met elk zeven stempels nodig. En ze hadden maar vijf papieren met elk drie stempels. En dat was te weinig. Dus kregen ze geen huis. “Meneer Piet, weet u misschien een huis? Enne, mogen we vannacht misschien bij u slapen?” “Kom maar binnen”, zei Piet. “Waar er één kan slapen, kunnen er ook zes slapen. Nu is het hier wel wat klein. Ik zal voor jullie een huisje timmeren in mijn tuin.” “Wat?”, riep de bovenbuurman, “een huisje voor die Marokkanen in je tuin? Dat mag helemaal niet.” “Dat mag best”, zei oom Piet. “Dat mag beslist niet”, zei de bovenbuurman en belde de politie. De wijkagent kwam en zei: “Sorry Piet, maar een huisje in de tuin mag echt niet.” Piet praatte en praatte en zei: “Het is voor dit Marokkaanse gezin. Die mensen moeten toch ook wonen? Jij hebt zelf kinderen, agent, je zet toch geen kinderen op straat?” “Ehh”, zei de agent, “weet je wat? Vraag het aan de commissaris.” Piet vroeg het aan de commissaris. Maar de commissaris zei: “Nee, Piet, het staat in de wet, het mag niet. Straks gaat iedereen huisjes bouwen in de tuin, dat kan ik niet toestaan.” Piet praatte en praatte en zei: “Maar commissaris, als we iedereen maar op straat laten lopen, dáár komt pas gedonder van! Het is veel verstandiger om mij gewoon een huisje te laten bouwen!” “Ehh”, zei de commissaris, “weet je wat? Vraag het aan de wethouder.” Lieve help, dacht de wethouder, daar hebben we Piet. “Wat nou weer, Piet?” En Piet vertelde het hele verhaal en praatte en praatte en praatte, net zo lang tot de wethouder het zat was en zuchtte: “Ehh, weet je wat? Vraag het zelf maar aan de burgemeester.”
8
Dus ging Piet naar de burgemeester. Nu kom je niet één, twee, drie zomaar bij de burgemeester binnen. Want de burgemeester heeft een secretaris en die heeft weer een secretaresse. “De burgemeester heeft het erg druk”, zei de secretaresse. “De burgemeester moet vergaderen”, zei de secretaris. Maar Piet praatte en vroeg en zeurde en zanikte net zo lang, tot iedereen in het stadhuis helemaal tureluurs van hem werd. “Daar heb je Piet weer met zijn huisje voor zijn Marokkanen, laat hem alsjeblíeft bij de burgemeester.” De burgemeester moest er een nachtje over slapen. De burgemeester moest er nog een nachtje over slapen. En nog één. En nog één. Piet bleef bellen en praten en vragen en zeuren en zaniken. Hij schreef de burgemester elke dag een brief en ging met een spandoek voor het stadhuis staan: GASTVRIJ = HUISJE ER BIJ. De burgemeester werd doodmoe van Piet. “Ik heb er schoon genoeg van, ik kan Piet niet meer zíen! Laat hem in vredesnaam dat huisje dan maar bouwen.” “Ik wist het wel”, zei Piet. De familie Laboui maakte een rondedans in de tuin. “Vooruit, aan de slag”, zei Piet. Binnen drie dagen hadden ze met elkaar een prachtig huisje gebouwd. “Alles komt goed”, zei vader Laboui ontroerd toen het huisje af was. “Dat vind ik een mooie naam voor jullie huisje”, zei Piet, “Huisje Alles Komt Goed.”
9
REGISTER op TREFWOORDEN pagina 57 5, 31, 32, 63 69 46, 57, 65 37, 49, 57, 60 26 19, 59, 64 43 32 68 29 53, 54 17 54 24 36 9, 19, 42, 56 10, 11 20 – 23 6, 7 27, 45 32, 39 27, 66 9 39, 40, 65 66 43 6, 7, 20 – 23 , 68 30 48 49 28, 55 64 33, 36 17, 28 20 – 23, 66 60 69
aanklagen advent afscheid arbeid arm(oede) anders angst avondmaal ballingschap barmhartigheid beeld/gelijkenis begraven bekend belofte bemoediging betrouwbaarheid bevrijding, vrij, vrijheid bewaren beweging bidden, gebed blind blijdschap bondgenootschap boosheid brief broer/zus brood buiten - binnen dienen duif doof doop doortocht droom, dromen durven eenheid eenzaamheid eerlijkheid
116
(eigen-)waarde eten feest gaan gastvrijheid geboorte gedenken G/geest gehoorzaamheid gekend geld geloof geluk gelijkwaardigheid gemeenschap genieten geschenk gevangenis geven geweld, slaan gewoon – bijzonder gezien goed, het goede groot – klein haast hebzucht herder hoeden honger hoogmoed hopen huilen huis, verhuizen (oren om te) horen initiatief inzicht (doorzicht) Jeruzalem kerst kleren (nieuwe) kloppen
9 43 12, 14, 15, 42, 48 9, 19, 24 6, 7, 48, 63, 68 61, 63 10, 11, 32, 54 18, 36 30 62 16, 57 14, 15 29 12, 14 18, 20 – 23 9 10, 11 39, 40 67 9 5, 10, 11, 31, 32 62 69 17, 50, 56, 59 61 60 18, 34, 35 18 43 60 17 52 6, 7, 49 5 52 12, 14, 59 32 5, 31, 32 , 63 33 6, 7
117
koning koningschap koor kritiek lachen leven lichaam liefde linker wang luisteren maaltijd macht(smisbruik) medemenselijkheid meedoen moed Mozes muziek (nieuwe) naam navolging nieuw nieuw begin nieuwsgierig omgekeerde wereld omkeer onderdrukking onderweg, op weg oneerlijke verdeling (on)geduld (on)gehoorzaamheid onrecht ontferming ontmoeting oordeel oorlog op eigen benen openheid opstaan optocht overmacht Paulus
32 24, 25 20 – 23, 46 , 67 51 12, 14 37, 67 20 – 23 36, 68 52 20 – 23, 49, 66 43 12, 14 61, 68 29 18, 19, 28, 35, 39, 42, 56, 63, 64 42 20 – 23 , 29 9 29 26, 33 5, 31, 32 26 45, 52, 56, 68 36 59 5, 26, 31, 32, 34, 39, 42, 48, 64 57, 60 49 14, 15 16, 37, 46 43 24, 25 62 27, 32, 48 24 69 62 22, 23 52 39, 40, 41, 65
118
pesten Pinksteren presentie profetie protest recht spreken rechtvaardigheid rein, onrein reis rouw ruimte rust ruzie rijk(dom) saamhorigheid sabbat samen samen delen samen sterk samenwerking scheppen schoon solidariteit stad van vrede stand houden toekomst troosten tuin tijd uitsluiting uittocht veertigdagentijd verantwoordelijkheid verdeeldheid verder gaan verdriet vergeefsheid vergeten vergeving verhalen vertellen
33, 52 36 40 37 37 34 37, 46 24, 25 39, 40 53, 54, 69 56, 61 61, 65 51, 66 37, 49, 60 27 46, 61 19, 20 – 23, 46, 53, 54, 66 16, 34, 43, 60 35 27, 30, 66 24, 25 51, 55, 63 52 29 30 32 50, 53, 54, 55, 69 49 61 37, 52 32, 42 64, 67 6, 7 27 62 43, 53, 54, 56, 57 69 32 33 54
119
verliefd verrassing vertrouwen verwachting/-en verzet verzoeking vieren vinden vindingrijkheid volhouden volharding vooroordeel vragen vrede vreemd vreemdeling(schap) vriendschap vrolijkheid vrijheid vuil wachten wanhoop water weide (grazige) wegjagen werk, geen werk woede woestijn(tocht) wonder zelfkritiek zelfvertrouwen ziek zien zingen zoeken zondag
40 20, 21, 68 28 31, 32, 40, 63 12, 14, 27, 46 50 42, 61 29 18, 24, 25, 57 6, 7, 14, 48 32 , 39, 40, 64 68 6, 7 26, 27, 32, 36, 48 26 5, 6, 7, 68 24, 25 12, 14, 15, 20 – 23 , 65 65 51, 55, 63 17 57 28, 55 34 18 9, 49 16, 17, 46, 57 34, 39, 40 10, 11 51 24 10, 69 12, 14, 16, 45, 50, 59 20 – 23, 42 , 67 17, 26 46, 61
120
REGISTER op BIJBELPLAATSEN pagina 55 29 6 7 53 54 66 66 66
Genesis 1 : 1, 2 Genesis 1 : 26 Genesis 18 : 16 – 33 Genesis 19 Genesis 23 Genesis 25:1-18 Genesis 25 : 19 – 34 Genesis 27 : 1 – 40 Genesis 33 Exodus 4 : 1 – 17 Exodus 6:1-12 (Exodus 3 en 4 ) Exodus 14 Exodus 19: 4 Exodus 20 : 8 – 11 Exodus 20 : 9, 10 Exodus 20 : 12
56 9 28, 55 24 61 46 30
Numeri 13 en 14 Numeri 22
64 26, 27
Leviticus 11: 44, 45 Leviticus 19 : 1, 2 Leviticus 25: 35 – 43 (55)
29 29 49, 57
Deuteronomium 5 : 12 – 15 Deuteronomium 5 : 16 Deuteronomium 10 : 12 – 22 Deuteronomium 15 : 7 – 11 Deuteronomium 16:1-17 Deuteronomium 24:14, 15 Deuteronomium 30 : 11 – 20 Deuteronomium 32: 7 – 14
46, 61 30 7 37 42 37 19 24, 42
Jozua 2 Jozua 3
63 28, 55
Richteren 7
18
121
I Samuël 9 I Samuel 11 : 1 – 15 II Samuël 12 : 1 – 25
26 27 37
I Koningen 21 II Koningen 5
60 55
Jesaja 1 : 10 – 20 Jesaja 2:1-5 Jesaja 11 : 1 – 10 Jesaja 29 : 9 – 24 Jesaja 35 Jesaja 40 : 11 Jesaja 42 : 1 – 6 Jesaja 49 : 1 – 7 Jesaja 50: 4 – 11 Jesaja 51 Jesaja 56 : 1 – 8 Jesaja 57 : 14 – 21 Jesaja 58 Jesaja 65 : 21 – 25
16 31 36 45 32 , 64 18 5, 31, 32 5, 31, 32 52 14 45 20, 21 57 36
Jeremia 7 : 1 – 7(15) Jeremia 51 Klaagliederen 3 : 30
7, 16 14 52
Ezechiël 16 Ezechiël 34 : 1 – 10 Ezechiël 34 : 11 – 31 Ezechiël 35 Ezechiël 36:16-38 Ezechiël 37
9 34 35 34 35 36
Amos 5 : 21 – 27 Amos 6
16 37
Jona 1 Jona 2
48 55
122
Daniël 2 Daniël 5 Daniël 7
12, 14 59 12, 14
Zacharia 3 Zacharia 8:20-23 Zacharia 9 : 9. 10
33 43 26, 27
Psalm 8 Psalm 23 Psalm 51 Psalm 77 Psalm 103 Psalm 139
56 34, 35 33 10, 11, 17 24 62
Prediker 4 : 7 – 12 Prediker 8 : 15 Prediker 11: 7 – 12: 7
20 – 23 10, 11 69
Job 16
17
Matteüs 1:1-6 Matteüs 2 : 1 – 12 Matteüs 3 : 1 – 6 Matteüs 4: 1 – 11 Matteüs 5 : 1 – 12 Matteüs 5 : 38 – 48 Mattheus 7 : 1 – 6 Matteüs 7 : 7 – 12 Matteüs 9 : 1 – 8 Matteüs 10 : 1 – 16 (23) Matteüs 10: 16 – 31 Matteüs 10: 24 – 31 Matteüs 12 : 22- 32 Matteüs 14:22–33 Matteüs 15 : 21 – 28 Matteüs 8 : 28 – 34
63 5, 31, 32 28, 55 50 37, 57 52 51 6, 7, 17 24 36, 62 48 12, 14 12, 14 28 6, 7 , 17 9
123
Matteüs 9 : 1 – 8 Matteüs 9 : 9 – 13 Matteüs 10 : 1 – 16 (23) Matteüs 14:13 – 21 Matteüs 15 : 1 – 20 Matteüs 18 : 12 – 14 Matteüs 18 : 19, 20 Matteüs 20:1-16 Matteüs 20 : 20 – 28 Matteüs 20 : 29 – 34 Matteüs 21 : 1 – 11 Matteüs 21 : 12 –13 Matteüs 24 : 9 – 13 Matteüs 26 : 6 – 16 Matteüs 26 : 20 – 29
61 9 35 43 24, 25 18 20 – 23 46 30 45 26, 27 16 48 67 10, 11
Marcus 1: 1-8 Marcus 1 : 12, 13 Marcus 2 : 1 – 12 Marcus 2 : 13 – 17 Marcus 3 : 20 – 30 Marcus 5 : 1 – 20 Marcus 6 : 7 – 13 Marcus 6:30-44 Marcus 7 : 1 – 23 Marcus 7 : 24 – 30 Marcus 10 : 35 – 45 Marcus 10: 46-52 Marcus 11 : 1 – 10 Marcus 11 : 15 – 18 Marcus 12 : 41-44 Marcus 13 : 9 – 13 Marcus 14: 1-11 Marcus 14 : 12 – 25
28, 55 50, 55 19, 24, 28, 61 9 12, 14 9 62 43 24, 25 6, 7, 17 30 45 26, 27 16 37, 56 48 67 10, 11
Lucas 2 : 1 – 20 Lucas 2 : 19, 51 Lucas 3:1-17 (22) Lucas 4 : 1 – 13 Lucas 5 : 17 – 26
5, 31, 32, 63 10, 11 28, 55 50 24, 61
124
Lucas 5: 27 – 32 Lucas 6 : 20 – 26 Lucas 6 : 27 – 38 Lucas 6 : 39 – 42 Lucas 8 : 26 – 39 Lucas 9:1-6 Lucas 9:10-17 Lucas 10 : 1 – 20 Lucas 10:25-37 Lucas 11:1-13 Lucas 11 : 14 – 23 Lucas 15 : 1 – 7 Lucas 16: 19 – 31 Lucas 18 : 1 – 8 Lucas 18 : 35 – 43 Lucas 19 : 28 – 44 Lucas 19 : 45 – 48 Lucas 21 : 1 – 4 Lucas 22 : 1 – 6 Lucas 21 : 12 – 19 Lucas 22 : 14 – 23 Lucas 22 : 24 – 27
9 57 52 51 9 62 43 35, 36, 48 68 6, 7, 17 12 18, 34, 35 49, 60 6, 7, 17 45 26, 27 16 37, 56 67 48 10, 11 30
Johannes 10 : 11 – 13 Johannes 2: 13 – 25 Johannes 12 : 12 – 19 Johannes 5:1-18 Johannes 6 : 1-15 Johannes 9 Johannes 12 : 1 – 11 Johannes 13 : 1 – 20 Johannes 14:15-31 Johannes 15 : 1 – 17 Johannes 15 : 18 – 27 Johannes 16: 16-24 Johannes 17:1-12
34, 35 16 26, 27 19 43 45 67 12, 14 10, 11, 48 29 42 18 42
Handelingen 3 Handelingen 5 : 1 - 11 Handelingen 23, 24
61 60 39 , 40-
125
Romeinen 8 : 18 – 30 Romeinen 9 : 1- 13
17 66
I Korinthiërs 1 : 18 – 31 I Korinthiërs 12 : 12 – 31
30 20 – 23, 27
Galaten 3 : 26 – 29
20 – 23
Efeziërs 1 : 1-14 Efeziërs 2: 11-22 Efeziërs 4:1-16 Efesiërs 4 : 17 – 32 Efese 5:1-21 Efese 6:1-20
20 20, 21 21 33 29 30
Filippenzen 2 Filippenzen 3
39 40
II Thessalonicenzen 3:6-12
57
II Timotheüs 3
65
Hebreeën 11 : 13 – 16
7, 17
I Johannes 2 : 3 – 6
10, 11
Openbaring 3 : 7 – 13 Openbaring 13 (:11-18) Openbaring 14:6-13 Openbaring 19 : 17 – 21 Openbaring 20:1-10
10, 11 12, 59 14, 15 59 24, 25
126
INHOUD Ter inleiding Bijzonder Blijven kloppen Praten, praten, praten Kwispelstaarten Bewaardoosje Ik doe niet meer mee! Kijk verder dan je ziet De wandelstok van opoe Wies Mee jij! Goed op elkaar passen Vrij Samen Eén Geen muur ertussen Zonder dirigent Als dit geen samen één is…. “Ik kán het!” Van een vlek kun je soms iets heel moois maken Helemaal niet stom Perfecte samenwerking Díe durft! Toneelstukje Uitvoering Weer nodig Op weg naar de nieuwe koning Nieuwe kleren Allemaal hun buikjes vol Niet bang meer voor de boze wolf De wolf naast het schaap Burgemeester Gathand Verlegen Frodo, dappere Frodo Dankzij jou, Frodo! De schapen-zevensprong Zakdoek Zien Allemaal Er op uit Tuin
127
pagina 3 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56 58 60 62 64 66 68 70 72 74 76
Reus Vier hele vuile smeerpoetsen Allemaal een bril Abraham en Izaäk samen Izaäk en Ismaël samen Schoon Heel wat waard Dat stomme geld ook altijd Scharminkel Achter de muur Ont-haast Gezien zoals ik ben In verwachting Op verkenning Eén Paulus is meer dan genoeg! Op twee benen Geven is pas leven De barmhartige fietsers Gordijnen open!
78 80 82 84 86 88 90 92 94 96 98 100 102 104 106 108 110 112 114
Register op trefwoorden Register op bijbelplaatsen
116 121
128