Klasbetrokkenheid bij jongens en meisjes bij de start van het secundair onderwijs: de cruciale rol van leerkrachtstijl
Sofie Lietaert Debora Roorda Bieke De Fraine Karine Verschueren Ferre Laevers Centrum voor Onderwijseffectiviteit en –evaluatie Centrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
Samenwerking KU Leuven, VUB, Ugent
SBO-Project van 4 jaar
Uitgangspunt : onderpresteren van jongens en mogelijke remedies
-
5 onderzoeksperspectieven: - (gender)identiteit - Macho-attitudes en –cultuur Leerkracht-leerling relaties/interacties - Leerlingbetrokkenheid - Zelfregulerend leren
Steekproef: 59 Vlaamse scholen
- 6 scholen - 380 leerlingen
1
Betrokkenheid
Betrokkenheid
Leerkrachtstijl
Betrokkenheid in klas en school < Fredricks, Blumenfeld & Paris (2004)
• Gedragsmatige betrokkenheid o
Initiatief en participatie • Inspanning, volharding, concentratie, aandacht, vragen stellen, discussiëren
Houding, gedrag • Emotionele betrokkenheid o Interesse en plezier o Waarde hechten aan school o Zich thuis voelen op school • Cognitieve betrokkenheid o Doeloriëntering o Zelfregulerend leren o
2
Leerkrachtstijl • Vanuit zelfdeterminatietheorie (Ryan & Deci, 2000) 1.
Structuur bieden (< nood aan competentie) Duidelijke verwachtingen en doelen communiceren, feedback
2.
Autonomie ondersteunen (< nood aan autonomie) Keuzes laten aan leerlingen, initiatief stimuleren
3.
Affectieve ondersteuning (< nood aan verbondenheid) Inleving in de leerling, warmte, zorg
Leerlingpercepties van leerkrachtstijl Autonomieondersteuning Structuur Affectieve ondersteuning
> Vansteenkiste et al. (2009); Vansteenkiste et al. (2012); Oelsner et al. (2011); Soenens et al. (2012)
3
Rol van leerkrachtstijl bij de betrokkenheid van jongens en meisjes Autonomieondersteuning
Suldo et al., 2009; van de gaer et al., 2008; Geist & King, 2008
Structuur bieden
Gerichte, positieve feedback, haalbare verwachtingen
Keuze, interessante activiteiten, actieve participatie Geen geslachtsverschillen: Lam et al. (2012), Tucker et al. (2002), Hafen et al. (2012)
Suldo et al., 2009; Geist & King, 2008; Katz et al., 2006
Roorda et al., 2009
Suldo et al., 2009
Oog hebben voor de emotionele toestand van leerlingen
Beschermende rol van een positieve affectieve relatie
Affectieve ondersteuning
Voorgaand onderzoek • Geslachtsverschillen in (de perceptie) van leerkrachtstijl onderbelicht • Geen duidelijkheid over de differentiële rol van leerkrachtstijl voor de betrokkenheid van jongens versus die van meisjes (< reviewstudie Stroet et al., 2013) • Leerkrachtstijl zelden gebruikt als mediator tussen geslacht en betrokkenheid
4
Onderzoeksvragen (1) Gedragsmatige betrokkenheid tijdens de lessen Nederlands
>?
Leerkrachtstijl tijdens de lessen Nederlands:
Autonomieondersteuning Structuur Affectieve ondersteuning
Onderzoeksvragen (2) • Welke leerkrachtstijldimensies kunnen de relatie tussen geslacht en de gedragsmatige betrokkenheid van leerlingen verklaren? Leerkrachtstijl ?
Geslacht (?) ?
Gedragsmatige betrokkenheid
5
Onderzoeksvragen (3) • Doet leerkrachtstijl er meer toe voor de betrokkenheid van jongens versus die van meisjes? Zo ja, voor welke leerkrachtstijldimensies (autonomie, structuur, affectieve ondersteuning) is dit dan het geval? Leerkrachtstijl
? Gedragsmatige betrokkenheid
Gedragsmatige betrokkenheid
Data • Eerste jaar secundair onderwijs in Vlaanderen • 6 scholen • 385 leerlingen en hun leerkrachten Nederlands (vragenlijsten) o In 3 van deze 6 scholen: 156 leerlingen geobserveerd tijdens de lessen Nederlands
6
Meetinstrument leerkrachtstijl • Afgeleid van de Teacher As Social Context (TASC-Q; Belmont et al., 5pt likert schaal • Leerlingperceptie voor Nederlands 1988; Nederlandse vertaling: Sierens et al., 2009),
• CFA: χ² (101) = 354.36, p<.001; CFI: .91; TLI: .89; RMSEA: .08; SRMR: .05 o Autonomie ondersteunen (6 items), α = .83 o Structuur bieden (5 items), α = .78 o Affectieve ondersteuning (5 items), α = .86
Meetinstrumenten voor gedragsmatige betrokkenheid Leerlingperspectief
Leerkrachtperspectief
Observatorperspectief
Coöperatieve participatie schaal van Teacher Rating Scale for School Adjustment (TRSSA; Ladd, 1992; Valiente et al., 2012)
Coöperatieve participatie schaal van Teacher Rating Scale for School Adjustment (TRSSA; Ladd, 1992; Doumen et al., 2012)
Leuvense betrokkenheidschaal (Laevers et al., 1994; Doumen et al., 2012)
N = 385
N = 239
N = 156
3pt Likert schaal
3pt Likert schaal
5-punten schaal
α = .83
α = .87
IRR: ρICC = .91
7
Correlaties en geslachtsverschillen Meisjes
Jongens
1. Autonomie-
N = 163
N = 227
ondersteuning
M = 3.95
M = 3.58
SD = .66
SD = .76
N = 161
N = 227
M = 3.84
M = 3.40
SD = .70
SD = .77
3. Affectieve
N = 162
N = 227
ondersteuning
M = 3.44
M = 3.02
2. Structuur
SD = .74
SD = .83
4. Betrokkenheid
N = 160
N = 225
(leerlingperspectief)
M = 2.67
M = 2.46
SD = .30
SD = .46
5. Betrokkenheid
N = 93
N= 146
(leerkrachtperspectief)
M = 2.68
M = 2.50
SD = .38
SD = .46
6. Betrokkenheid
N = 59
N = 97
(observatorperspectief)
M = 2.61
M = 2.40
SD = .53
SD = .48
t -5.02***
-5.77***
1 -
2
3
4
5
6
.71**
.58**
.54**
.28**
.30**
-
.59**
.49**
.27**
.32**
-
.49**
.22**
.16
-
.39**
.34**
-
.33**
-5.24***
-4.99***
-3.13**
-2.59*
-
Verklarende rol van leerkrachtstijl: mediatieanalyses Autonomieondersteuning .25***
.39**.
.69***
Geslacht
.28***
.15.
Structuur
.807***. Gedragsmatige betrokkenheid (GB)
Leerlingperspectief GB
.477**. Leerkrachtperspectief GB
.55*** .56*** .26*** Affectieve ondersteuning
.24**
.434**. Observatorperspectief GB
.20*** (.12*)
Model fit: χ² (8) = 10.662; p = .222; RMSEA = .028; CFI = .996 *p<.05, **p<.01, ***p < .001.
8
Differentiële rol van leerkrachtstijl: multi groep analyses Leerlingperspectief GB
Autonomieondersteuning
Gedragsmatige betrokkenheid (GB)
Structuur
Leerkrachtperspectief GB
Affectieve ondersteuning
Observatorperspectief GB
Differentiële rol van leerkrachtstijl: multi groep analyses Autonomieondersteuning .51*** .
.65*** . .53*** .
Structuur
Affectieve ondersteuning
Autonomieondersteuning .59*** .
.76*** . .61*** .
Structuur
Affectieve ondersteuning
.75*** .
.50*** . .16*.
Gedragsmatige betrokkenheid (GB)
.23*** .
.19*.
.44*** Leerkrachtperspectief . GB
.47*** .
.85*** .
.18. Gedragsmatige betrokkenheid (GB)
.28*** .
Leerlingpersepectief GB
Observatorperspectief GB Leerlingperspectief GB
.42*** Leerkrachtperspectief . GB
.35*** .
Observatorperspectief GB
Model fit: χ² (22) = 20.272; p = .566; RMSEA = .000; CFI = 1.00 *p<.05, **p<.01, ***p < .001.
9
Conclusies (1) • Meisjes hebben een hogere gedragsmatige betrokkenheid dan jongens (vanuit leerling-, leerkracht- en observatorperspectief). • Meisjes hebben een hogere perceptie van leerkrachtstijl (autonomieondersteuning, structuur en affectieve ondersteuning) dan jongens o
o
o
In lijn met voorgaand onderzoek (Lam et al., 2012; Marks, 2000; Roorda, et al., 2011; Wang & Eccles, 2012) Onderwijs te vrouwelijk voor de interesses van jongens (Brozo, 2002)? Hebben leerkrachten echt een ander soort interacties met jongens dan met meisjes (Meece et al., 2006; Younger et al., 1999)?
Conclusies (2) • Geslachtsverschillen in de perceptie van leerkrachtstijl verklaren (gedeeltelijk) de geslachtsverschillen in gedragsmatige betrokkenheid. • Autonomieondersteuning en affectieve ondersteuning zijn significante mediatoren o
Overeenkomstig met Skinner & Belmont (1993), Tucker et al. (2002), Jang et al. (2010)
• Autonomieondersteuning kan de genderkloof in betrokkenheid overbruggen (differentiële rol) o
Verklaring (< Williams et al., 2002): meisjes kunnen meer moeite doen voor saaie en betekenisloze taken dan jongens rol van motivatie die voorafgaat aan betrokkenheid tijdens de les?
10
Beperkingen o o
Kleine steekproef Beperking tot gedragsmatige betrokkenheid • Verder testen voor emotionele en cognitieve betrokkenheid
o
Alleen voor Nederlands • Interessant om Nederlands en wiskunde te vergelijken
o
Alleen leerlingperceptie voor leerkrachtstijl • Aanvullen met observaties
Perspectieven • Bewustwording van de genderkloof o
Reflectie: Welke jongens (en meisjes) zijn minder betrokken en zien mij als leerkracht als minder ondersteunend?
• “Ondersteun de autonomie van jongens” als praktijksuggestie? Voorzichtig zijn: o
o
Richting van de bevindingen? Betrokkenheid kan ook leerkrachtstijl beïnvloeden. Projectie van verwachtingen (“enkel jongens hebben nood aan…”) kan specifiek genderstereotiep gedrag veroorzaken
• Belangrijk om autonomieondersteunend te zijn voor de hele klas en ervan bewust te zijn dat dit doorgaans vooral voor jongens van belang kan zijn voor hun betrokkenheid.
11
[email protected]
12