KLASATLAS 3de GRAAD Leefgroep Kim In deze atlas vinden jullie alle benodigdheden, klas‐ en schoolafspraken en de klaswerking. Kim
Klasatlas 3de graad Inhoudstafel : 1. Benodigdheden. 2. Verwachtingen, klas- en schoolafspraken. 3. In de klas.
3.1. weekplanning 3.2. themarondes 3.3. instructiemomenten 3.4. leerronde 3.5. werktijden a. persoonlijk werkplan b. mag-taken c. onderzoekjes d. leren plannen 3.6.vrije tekst 3.7. rekenkundig onderzoek 3.8. project 3.9. afsluitronde 3.10. atelier 3.11. forum
4. Thuiswerk
4.1. werkstuk 4.2. boekbespreking 4.3. goed georganiseerd 4.4. testing en examens 4.5. verbeteren
5. Lichamelijke opvoeding 6. Muurkrant 7. Klastaken 8. Verjaardagen 9. Ouderparticipatie 10. Bijlagen
1. BENODIGDHEDEN Naammerk alles in het belang van uw kind!
Pen (liefst stabilo voor links- of rechtshandigen) Inktenwisser Navullingen voor pen Pennenzak 2 grote klasseermappen A4(dik met hefboom) Indeling 1ste map : Frans (dialoog, inoefening), Nederlands (spelling, tekstbespreking, taalbeschouwing, lezen), Wiskunde (getallen, meten, meetkunde) Indeling 2de map : Onderzoekjes (mens en maatschappij, techniek, ruimte, natuur, tijd) 2 middelmatige klasseermappen A4 (dun met hefboom) 1 plannings/agendamap 1 map voor levensbeschouwelijke vakken Tabbladen voor in de mappen (2 pakjes) Tip : kan ook zelf gemaakt worden met A4-papier en plastiek hemdjes 1 elastomap (liefst plastiek) 3 bestekmapjes (toets, vrije tekst, onthoudmap) Kaftpapier Tip : kan ook een mooie poster zijn of zelfgemaakt met A3-papier. Turnpantoffels Unikleurige short Zwierezwaai t-shirt (te koop op het secretariaat of bij Willeke) Turnzak Zwempak/zwembroek (geen shorts) Grote handdoek/kleine handdoek Zwemzak Drinkbus Brooddoos Koekjesdozen Eenvoudige rekenmachine
Benodigdheden (ter beschikking op school) : Elk kind krijgt in het begin van het schooljaar één maal genummerde persoonlijke materialen van de school. Wanneer deze verloren of op blijken te zijn, dient dit zelf aangekocht te worden.
Lijm Schaar Lat Geodriehoek Passer Gom Slijper Schrijfpotlood Balpen Papier Allerlei knutsel- en tekenmaterialen
2. VERWACHTINGEN, KLAS- EN SCHOOLAFSPRAKEN Er wordt voor een groot deel een vorm van zelfstandigheid van de kinderen verwacht. Zorgen voor eigen materiaal, eten, … .
Er wordt ook verwacht dat ze zich aan gemaakte afspraken houden. Van jullie, ouders, wordt er verwacht dat jullie de agenda elke dag handtekenen en dat jullie het registratieblad van de mappen en toetsen handtekenen. We verwachten ook dat alle gesprekken in het Nederlands worden gevoerd. We zijn een Nederlandstalige school en hoe leer je beter de taal dan door het dagelijks te oefenen. -
-
-
-
Op school mag er enkel met rollend materiaal gespeeld worden als men in het bezit is van een helm op de afgesproken dagen. We willen een groene school zijn en daarom vragen wij om geen hapjes in wegwerpbare verpakkingen mee te geven. Alles in een doosje. Drinken in een drinkbus of drinkbeker. Wie toch hapjes in papiertjes, drank in brik meebrengt, kan deze maaltijden niet nuttigen. De bel gaat om 8u30, wees op tijd! Wie toch te laat komt, verliest broodnodige werktijd. Wanneer je op school aankomt, moet de boekentas onmiddellijk geledigd worden. Planningsmappen op hun plaats, eten op het vakje boven de kapstok. De kinderen zijn vanaf nu leerplichtig, d.w.z. dat je 4x per jaar voor een eigen ziektebriefje kan zorgen. Overige afwezigheden moeten gestaafd worden a.d.h.v. een doktersbriefje, … Gedurende het schooljaar op vakantie vertrekken, kan dus niet meer. Er wordt gewerkt in een graadsklas. Dit houdt in dat we pas een optimale leeromgeving kunnen bereiken als : Er tijdens de instructies niet wordt gepraat. Er tijdens de instructies geen vragen worden gesteld aan de leerkracht door de kinderen die SWT maken. Iedereen zijn werk kan organiseren zonder de anderen te storen. We eerst uitleg vragen aan onze klasgenoten en als echt niemand het weet, het dan pas vragen aan de leerkracht. We aandachtig kunnen zijn tijdens de ronde. De ronde niet storen. Het woord vragen voor een spreekbeurt. Er geen gsm’s worden gebruikt tijdens de lesuren. De gsm’s worden ’s morgens allemaal verzameld en kunnen op het einde van de schooldag worden afgehaald. We schrijven altijd met pen. We geven elke dag onze elastomap en onze planningsmap af. We zorgen er ook zelf voor dat deze weer mee naar huis gaat.
3. IN DE KLAS. We starten elke dag met 25 minuten werktijd (WT) behalve op maandag wanneer we starten met lezen. Hiervoor dienen de leerlingen een boek naar keuze op hun leesniveau mee te brengen. Tijdens de SWT- momenten kunnen de kinderen werken aan moet-taken van hun persoonlijk werkplan (PW) waarbij ze in groep mogen werken. Deze werktijd vervalt als de dag start met sport of levensbeschouwelijke vakken.
Vervolgens gaan we verder met themarondes: Ideeën, weetjes, … worden uitgewisseld en kunnen leiden tot individueel onderzoek, ateliers of andere activiteiten. 3.1.WEEKPLANNING De weekplanning is elke week terug te vinden in de planningsmap. Ouders dienen deze te ondertekenen.
3.2.THEMARONDES
planronde: planning persoonlijk werkplan, onderzoek, lessen, …op school en thuis .
praat- en toonronde: vertellen over eigen interesses en bezigheden en meebrengen van interessante voorwerpen (geen speelgoed).
tekstenronde: bespreken eigen en binnen gewaaide teksten
nieuwsronde: wat gebeurt er in de wereld? Wekelijks worden 2 leerlingen verantwoordelijk gesteld om het nieuws gedurende een hele week te volgen. Zij moeten ook over 3 zelfgekozen onderwerpen een paspoort invullen.
klasraad: In de wekelijkse klasraad bespreken de kinderen en de leerkracht de klaswerking. De klasraad heeft een vaste vergaderstructuur die steeds gevolgd wordt: verslaggever / gespreksleider / tijdsbewaker/ aanwezigen en afwezigen / aanvangstijdstip / verslag vorige klasraad / voorstellen / felicitaties / klachten / tijdstip einde. Kinderen leren dat we samen verantwoordelijk zijn voor het samenleven en werken met elkaar in de klas. We moeten allemaal zorgen dat iedereen het goed heeft. Hiervoor is democratisch overleg de beste werkvorm. Een verslag van de klasraad wordt elke week aan de ouders meegegeven of op de blog geplaatst zodat ze betrokken blijven bij de klaswerking.
3.3.INSTRUCTIEMOMENTEN Na de ronde zijn er instructiemomenten: (Tijdens de instructiemomenten werkt de andere groep steeds in STILTE!)
aanbieding en inoefening nieuwe leerstof
leerontdekkingen worden vastgelegd
Na de speeltijd is er de leerronde: 3.4.LEERRONDE
De kinderen stellen hun onderzoekjes voor in de ronde, we geven door aan de anderen wat we ontdekt hebben.
Tijdens alle rondes is er ook steeds tijd om te plannen: dagplan / weekplan bespreken, problemen met de leerstof, data’s prikken, voorstelling van eigen werk…
Al de kringen zijn tevens een 'uitlaatklep' voor de kinderen. De kinderen leren zich uiten en uitdrukken, luisteren naar elkaar en reageren op elkaars verhalen, kunnen hun gevoelens kwijt en leren zich inleven in de gevoelens van anderen. Conflicten worden besproken en uitgeklaard zodat we weer optimaal kunnen samenwerken.
Dan zijn de werktijden aan de beurt: 3.5.WERKTIJDEN
Iedereen werkt de moet-taken van zijn persoonlijk werkplan individueel of in kleinere groepjes af tegen de afgesproken datum. Wie dit niet doet, heeft in het weekend heel veel thuiswerk.
Planning: als je de kinderen, stap voor stap, hun leerproces in eigen handen wil geven, is er nood aan structuur en duidelijke planning. Via dag- en weekplannen leren ze greep krijgen op de tijd en leren ze deze tijd planmatig gebruiken. Het dag- en weekplan bestaat uit vaste leermomenten, zoals zwemmen, instructiemomenten taal en wiskunde, werktijd, rondes, klaskrant, maar ook activiteiten die samen ingepland worden. Er zijn individuele en groepsactiviteiten. De planning hangt aan de muur en biedt op deze manier houvast de hele week door. Via de planning en het inbouwen van individuele contracten hebben we hulpmiddelen om te kunnen omgaan met niveauverschillen tussen de kinderen.
a. Persoonlijk werkplan: individuele inoefening en/ automatisering van leerstof afhankelijk van de kennis en vaardigheden van het individuele kind, vrije tekst maken of het maken van moet-taken in kleine groepjes.
b. Mag- taken: ontspanning en toch leerzaam: vrije expressie, schaken, leren typen, xylofoon spelen, lego bouwen, …
c. Onderzoekjes: We gaan samen op ontdekking: hoeveel wegen de boekentassen van de klas, wat is het gemiddelde, wat mag een boekentas wegen, maak een dobbelsteen uit papier, wat is de afstand naar het zwembad, hoeveel tijd hebben we daarvoor nodig als we 13 km/u fietsen, bereken de oppervlakte van de speelplaats, hoe werkt een sneeuwkanon, wat zijn aanhalingstekens, wat kost een uitstap naar Technopolis, … De onderzoekjes groeien vanuit de belangstelling van de kinderen. De kinderen werken deze onderzoekjes uit tijdens hun werktijd en maken hierbij een schriftelijke neerslag op de daarvoor bestemde paspoorten. De kinderen werken individueel, in duo of in een klein groepje. De resultaten van het onderzoek worden naar de groep gebracht tijdens één van de rondes. De dingen wie we willen onthouden leggen we vast.
d. leren plannen: kinderen plannen wanneer ze wat zullen doen en volgen deze planning
We helpen elkaar indien nodig en we gaan samen op onderzoek.
3.6.VRIJE TEKST Elke week werken de kinderen aan een vrije tekst. Via het maken van vrije teksten stimuleren we kinderen om zich schriftelijk te uiten. Indien teksten een bepaalde functie krijgen zijn kinderen (nog) meer gemotiveerd om te schrijven, vb. een tekst voor de klaskrant, een affiche voor een schoolfeest, een recept voor een atelier koken, een brief voor de ouders, een vervolgverhaal, een onderzoeksfiche met het resultaat van een onderzoekje, …. Alle teksten worden opgehangen aan de leesmuur zodat klasgenoten de teksten kunnen lezen. Tijdens de wekelijkse tekstenkring worden teksten besproken wat betreft inhoud, spelling, opbouw en lay-out. De teksten van de kinderen worden tevens gebruikt als didactisch materiaal bij instructie- en/of inoefenlesjes taalbeschouwing en/ of spelling. 3.7.REKENKUNDIG ONDERZOEK Heel onze omgeving wordt overspoeld met rekenen. Alleen zijn we er niet altijd bewust mee bezig. R.O. wordt in een schrift gedaan. Kinderen mogen er tekeningen in maken, oefeningen in maken. De leerstof wordt dan tijdens de leerronde besproken. De te bereiken leerstof voor de derde graad wordt dan verder uitgewerkt in het persoonlijk werkplan.
3.8.PROJECT Het komt voor dat een onderzoeksvraag de belangstelling wekt van de hele groep en dat daaruit een project voortvloeit. Er wordt dan een plan opgesteld waarin genoteerd wordt wat de kinderen willen leren met hun hoofd (kennis), met hun hart(sociaal-emotioneel) en met hun handen (doen). De leerkracht begeleidt het keuze- en uitvoeringsproces en bewaakt de link met het leerplan en de kwaliteit van het project. Elk duo of groepje werkt aan het project, zorgt voor een neerslag of een activiteit m.b.t. zijn bevindingen (tentoonstelling, mindmap, power point, lied, quiz, tekening, …) en brengt deze naar de groep. De dingen die we willen onthouden leggen we vast. 3.9.AFSLUITRONDE We sluiten de dag af met een afsluitronde: samen praten over hoe we ons voelen, misschien kunnen we elkaar helpen als het minder gaat. Op vrijdag maken we om de 2 weken een klaskrant. Deze wordt door de kinderen en de leerkracht gemaakt. In deze krant kan je lezen wat de kinderen de voorbije week heeft bezig gehouden, wat ze ontdekt hebben, welke uitstappen er gepland zijn, naar welke materialen ze op zoek zijn, …. De ouders krijgen de klaskrant thuis of kunnen deze raadplegen op de blog en worden op deze manier betrokken bij het klasgebeuren. 3.10.ATELIER Maandelijks is er ook tijd voor een atelier. De wereld wordt in de klas binnengebracht via ateliers. Een atelier wordt geleid door een expert, door een persoon die iets heel goed kan of heel veel weet over iets en die expertise wil overbrengen naar de groep. Die experts kunnen kinderen zijn, ouders, oma’s en opa’s, tantes en ooms, buurman, kennis van een kennis, ….Enkele voorbeelden van ateliers zijn: intuïtief schilderen, een belastingsexpert op bezoek, cupcakes bakken, muziek maken, de imker op bezoek, bloembollen planten, dansen, …. 3.11.FORUM Om de 2 weken vindt er op vrijdagnamiddag een forum plaats. Op een forum brengen de kinderen van alle leefgroepen de onderwerpen die hun boeiden de voorbije 14 dagen, naar voren. Voor elke vakantie wordt er een groot forum gehouden waarop de ouders worden uitgenodigd. 4.THUISWERK 4.1.WERKSTUK Twee maal per jaar(december, april) moeten de kinderen een werkstuk maken dat ze moeten voorstellen aan de klas. De opbouw van het werkstuk is vastgelegd in een te volgen heuristiek (zie bijlage). De kinderen kiezen een onderwerp dat wat verder van henzelf af staat. Dus geen werkstukken meer over huisdieren, het werk van de ouders, … . Ze moeten iets interessants kiezen waarover ze al eens wat meer gehoord hebben, maar best ook nog meer van zouden willen weten zoals hun woonplaats, het leger, een diersoort, een persoon uit de geschiedenis, etc.
4.2.BOEKBESPREKING Van de leerlingen wordt er verwacht dat ze op jaarbasis 4 boekbesprekingen maken. Wanneer ze dat willen doen, plannen ze in het begin van het schooljaar. Wie alles laat liggen, heeft op het einde veel werk waardoor de kwaliteit van zijn/haar werk in het gedrang kan komen. Wanneer een boekbespreking af is en gecontroleerd werd door de leerkracht kan men deze voorstellen tijdens de tekstronde. 4.3.GOED GEORGANISEERD Wat zit er steeds in onze boekentas en gaat alle dagen over en weer mee naar huis?
Een planningsmap die alle dagen gehandtekend wordt door de leerkracht (met uitzondering van woensdag) en de ouders. In de planningsmap kan je ook het overzicht van de taken terugvinden en de individuele planning van elk kind.
De benodigdheden om taken af te werken of lessen te leren.
4.4.TESTING EN EXAMENS In de 3de graad word je klaargestoomd om naar het secundair te gaan. Daar hoort natuurlijk het nodige thuiswerk bij. Naast de wekelijkse spellingstesten, zal er ook op regelmatige basis getest worden op gebied van wiskunde, Nederlands, Frans en wereldoriëntatie. Deze proeven kunnen zowel aangekondigd als onaangekondigd gebeuren om de evolutie binnen een bepaald leerstofonderdeel nader te bepalen. Het nut van regelmatig herhalen thuis zal zich weerspiegelen in wat het kind goed en minder goed zal onthouden, begrijpen. Tijdens het schooljaar leggen ze ook 2 maal examens af. In januari en in juni. Deze periode wordt voorafgegaan door een rooster en een herhalingsweek. 4.5.VERBETEREN In de 3de graad ligt de verantwoordelijkheid om foutloze werkjes af te leveren in de eerste plaats bij het kind. Het PW verbeteren de kinderen zelf a.d.h.v. een verbeterboek. Daarna wordt het nogmaals ter inzage afgegeven aan de leerkracht. Vervolgens steken de kinderen hun verbeterde werk op de juiste plaats in hun map. Werkstukken, onderzoekjes,…worden, alvorens voorgesteld aan de klas, eerst gecontroleerd op inhoud en spelling door de leerkracht. We gaan er van uit dat wat op het bord komt ook foutloos genoteerd wordt door de kinderen.
5. LICHAMELIJKE OPVOEDING Elke week wordt er ook geturnd en is er tijd voor levensbeschouwelijke vakken. Om de 14 dagen gaan we zwemmen in het Zeepaardje. We leggen dit traject af met de fiets. Om veiligheidsredenen vragen wij dat ieder kind zijn fiets in orde is (bel, remmen, bandenspanning …), een helm en een fluohesje draagt. Op deze momenten wordt er ook naar de bib van Vilvoorde gegaan. De kinderen kunnen hier boeken uitlenen op hun persoonlijke kaart. Kaart
vergeten = niet uitlenen. We zetten geen boeken op andermans kaart om problemen te vermijden. Bij barre weersomstandigheden nemen we de bus. Elk kind dat in Vilvoorde woont, ontvangt in januari een gratis netabonnement. Gelieve dit dan mee te nemen. 6. MUURKRANT Aan onze klas hangen werkjes van de kinderen. Hier worden ook mededelingen en oudercontacten op uitgehangen. Neem dus gerust eens een kijkje.
7. KLASTAKEN We willen samen school maken. We zorgen samen voor onze leeromgeving a.d.h.v. klastaken. Elke week moeten de kinderen hun taak ten volle uitvoeren zodat het dag- en weekverloop geen problemen oplevert voor het leerproces. -
Voorzitter : zit de ronde voor. Secretaris : maakt het verslag van de ronde Tijdsbewaker : zorgt ervoor dat de lessen, de rondes niet uitlopen Plantenverzorger : geeft de planten water Postbode : haalt kopies en brengt brieven rond. Stoelenopzetters : stoelen op- en afzetten Gangwachters : zorgen dat de boekentassen netjes staan, jassen aan de kapstok en brooddozen op hun plaats. Tafelpoetsers : kuisen de tafels. Bordveger : veegt elke speeltijd het bord en ’s avonds wast hij/zij het bord met nat. Weerman : noteert elke dag de temperatuur, neerslag, zon, … . Bergingverantwoordelijke : is de enige persoon die materiaal mag gaan halen in het berghok en zorgt voor de netheid in het berghok. Redacteurs : verzorgen de klaskrant. Nieuwslezers : volgen het nieuws een hele week en brengen daarover verslag uit tijdens de nieuwsronde.
8. VERJAARDAGEN Verjaren is bij ons op school een echt feest. Samen met de ouders maken we iets lekkers in de klas. We leren tijdens een feestje meten, wegen, lezen, … . Kortom verjaardagsmomenten zijn levend lerenmomenten.
9.OUDERPARTICIPATIE Samen met de ouders staan wij in voor een brede opvoeding van jullie kind. Jullie kunnen hierbij helpen : - als ervaringsdeskundige van uw kind. - als ervaringsdeskundige van uw werk. - als ervaringsdeskundige van uw talent.
- wasouders - tuinouders - verjaardagsouder - klusouders - fruitouders - techniekouders - feestouders - oudercomité - atelierouder - activiteiten in het Frans in de 3de graad komen geven - openklasdagen (ga gerust ook eens een jaartje hoger of lager kijken) - promotie maken voor de school - zwemouders - uitstapouders
10. BIJLAGEN
Stappenplan voor het maken van een werkstuk in de 3
de
graad. Tip: Begin op tijd.
Stap 1 : Bepaal je onderwerp. Je kiest een onderwerp dat wat verder van jezelf af staat. Dus geen werkstukken meer over huisdieren, hobby’s of het werk van de ouders. Je moet iets interessants kiezen waarover je al eens wat meer gehoord hebt, maar best ook nog meer van zou willen weten zoals je woonplaats, het leger, een diersoort, een persoon uit de geschiedenis, etc. Geef je onderwerp door aan de leerkracht. Misschien kan je wel samenwerken met iemand.
Stap 2 : Maak een woordveld.
Stap 3 : Maak deelonderwerpen. - Geef woorden en vragen die bij elkaar horen dezelfde kleur. Nu heb je je deelonderwerpen. - Bedenk titels voor jouw deelonderwerpen en zet ze in een logische volgorde.
Tip: Waarschijnlijk kun je niet alle onderwerpen aan bod laten komen. Tip voor een spreekbeurt: Bedenk een verrassend begin. Begin bijvoorbeeld met een verslag van een wedstrijd, laat een fragment van een video zien of stel een onverwachte vraag. - Geschiedenis van het voetbal - Het voetbalveld - Uitrusting - Spelregels - Ploegen - Bekende voetballers
Stap 4 : Zoek informatie. Gebruik de volgende bronnen: - andere mensen. Interview bijvoorbeeld iemand die op voetbal zit of als trainer werkt; - boeken uit de bibliotheek; - het internet;
Tip: Niet alle informatie die je op internet vindt, kun je goed gebruiken. Op www.webdetective.nl vind je een controlelijst. Daarmee kun je controleren of een site geschikt is als bron.
Stap 5 : Schrijf de informatie op. Werkstuk Schrijf bij elk deelonderwerp de informatie die je wilt geven. Schrijf ook op waar je de informatie hebt gevonden.
Tip: Probeer je eigen woorden te gebruiken.
Stap 6 : Verzamel materialen. Werkstuk Zoek plaatjes en foto’s die je tekst duidelijker maken. Je kunt ook zelf tekeningen maken. Plaats de afbeeldingen op de juiste plek. Lees je werkstuk nog een keer helemaal door. Is alles duidelijk? Staat de informatie op de juiste plek? Nee: pas de tekst aan. Ja: je werkstuk is klaar!!
Spreekbeurt Zoek materialen die je kunt laten zien. Denk ook aan een leuk kleinigheidje om na afloop uit te delen bijvoorbeeld gratis ansichtkaarten of een zelfgemaakt diploma.
Tip: Probeer een geschikt videofragment te vinden om te laten zien. Je kunt bijvoorbeeld een stuk van een training, wedstrijd of een interview met een bekende voetballer laten zien. Je kan ook een powerpointpresentatie maken.
Stap 7 : Oefen hardop. Laat na een paar keer oefenen je spreekbeurt aan iemand anders horen (bijvoorbeeld je vader, moeder, broer, zus, vriend). Vindt je proefpersoon dat je duidelijk praat? Is alle informatie duidelijk?
Tip: Oefen ook een keer met een stopwatch. Dan weet je hoelang je spreekbeurt duurt. Tip: Bedenk welke vragen klasgenoten kunnen gaan stellen. Kun je deze vragen beantwoorden?
Stap 8 : Houd de spreekbeurt. Leg je spullen klaar en houd de spreekbeurt.
Tip: Vertel aan het begin dat de vragen op het eind gesteld kunnen worden. Tip: Let op je spreektempo. Als je denkt dat je heel langzaam praat, praat je waarschijnlijk juist in een goed tempo. Anti-zenuwtips:
- Zorg voor een goede voorbereiding - Denk om je ademhaling: adem rustig in en uit
Stap 9 : Veel succes!
Boekbespreking 3de graad Door : __________________________ Je hebt een boek gelezen. Dat is misschien erg leuk geweest. Er is misschien wel iemand uit jouw groep die dat boek ook wil lezen. Daarom gaan we iets over het boek opschrijven. Bekijk de vragen maar eens. Ze helpen je om een verslag van het boek te maken. Succes ermee. 1. Titel
: __________________________________________
2. Schrijver
: __________________________________________
3. Uitgeverij
: __________________________________________
4. Illustrator
: __________________________________________
5. Kaft van het boek :
6. Waarom koos je dit boek?
7. Waar en wanneer speelt het verhaal zich af?
8. Wie is/zijn de hoofdpersoon/hoofdpersonen en wat voor karakter heeft/hebben die persoon/personen. Vertel daar eens wat over.
9. Komen er nog meer belangrijke personen of dieren in voor? Schrijf ze eens op.
10. Wie zou jij willen zijn? Waarom?
11. Schrijf kort op waar het verhaal over gaat.
12. Wat voor genre is het boek? 0 avonturen- en detectiveverhalen 0 liefdes- en probleemverhalen 0 fantasieverhalen en sciencefiction 0 historische en oorlogsverhalen
13. Ik zou dit boek wel/niet aanraden om te lezen, omdat
Week 1 Tijdsduur 8.30 – 8.55 8.55 – 9.45
Maandag werktijd Planronde
9.45 – 10.10
Planronde
10.10 – 10.25 10.25 -10.45 10.45 -11.35
pauze leerronde Wi 5
11.35 – 12.05 12.05 – 12.25 12.25 – 13.25 13.25 – 13.40
Dinsdag werktijd Praat-en toonronde Ne 5
Woensdag werktijd Tekstenronde
pauze LBV
pauze leerronde Ne : tekstbespreking 5+6 Turnen
Wi 6
Fr 6
Donderdag werktijd Nieuwsronde Wi 5 pauze leerronde Wi 6 Ne 5
Vrijdag werktijd Klasraad Ne : dictee pauze leerronde Wi 5 Wi 6
13.40 – 14.15
middagmaal pauze leerronde + agenda Fr 5
middagmaal pauze leerronde + agenda Ne 6
middagmaal pauze leerronde + agenda Ne 6
middagmaal pauze leerronde + agenda werktijd
14.15 – 15.00 15.00 – 15.20
Fr 6 afsluitronde
Fr 5 afsluitronde
werktijd afsluitronde
werktijd afsluitronde