klasatlas 2013 - 2014 klas Kirsten 2 graad e
1
Freinetschool De Zwierezwaai
INHOUDSTAFEL
1. ALGEMEEN 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5.
Schooluren GWP Wat hebben we nodig in de klas? Forum Atelier
2. KLASWERKING EN -ORGANISATIE
2
2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.7. 2.8. 2.9. 2.10. 2.11. 2.12. 2.13. 2.14. 2.15. 2.16. 2.17. 2.18.
Weekplanning Werktijd (W.T.) Stille werktijd (S.W.T.) Rondes Instructiemomenten Persoonlijk werk/planningsmap Agenda Leermap Huiswerk Taken- en opruimbord Blog Klaskrant Dictee Toetsen Boekbespreking Werkstuk Bibliotheek Muurkrant
3. KLASGEWOONTES EN -REGELS
3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5.
Eten en drinken Hygiëne Toilet Verjaardagen Schoeisel 3
3.6. 3.7. 3.8.
Omgaan met anderen Op verplaatsing Schoolafspraken
4. DE VAKKEN
4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6. 4.7.
Taal Rekenen Wereldoriëntatie Lichamelijke opvoeding Religie Frans Muzische vorming
4
1. ALGEMEEN 1.1.
Schooluren
Blok 1 (2 lesuren): 8u30 – 10u10 Speeltijd : 10u10 tot 10u25
Blok 2 (2 lesuren): 10u25 – 12u05 Middagmaal: 12u05 – 12u25 (eten in de klas) Speeltijd: 12u25 – 13u25
Blok 3 (2 lesuren): 13u25-15u20 (pauze in de klas)
Op woensdag tot 12u05!
1.2.
GWP
Om het jaar wordt er afgewisseld. Het ene jaar houden we een werkperiode met overnachting gedurende een week op de school. Het andere jaar houden we een werkperiode met overnachting gedurende een week buiten de school.
1.3.
Wat hebben we nodig in de klas/school? 5
Wanneer er een nieuw schooljaar in zicht is, wil dat zeggen dat we ons stilletjesaan moeten voorbereiden. Wat gebruiken we op school? - vulpen met inktpatronen en inktwisser (hieronder een voorbeeld, merk Stabilo, van een duurzame, goede vulpen = aanrader!)
- lege pennenzak: hierin komt schrijfgerief dat de leerlingen slechts éénmalig in het begin van het schooljaar krijgen (gom, potlood, blauwe balpen, groene balpen, slijper, schaar, meetlat, lijm) WANNEER DIT VERLOREN GAAT DIENT DIT ZELF OPNIEUW AANGEKOCHT TE WORDEN! - 1 ringmap met hefboom (rug van 5 cm breed) -> planningsmap/ persoonlijke werkmap/ agendamap
6
- 5 gewone ringmappen (rug van 2.5 cm breed) -> rekenmap, taalmap, onderzoeksmap, leermap, map voor levensbeschouwelijke vakken
- een plastic beker (met naam) 7
- pantoffels (met naam) - laarzen (met naam) in een plastic zak - drinkbus (geen petfles), brooddoos en koekjesdoos (met naam) - turnzak(alles met naam!): sportbroek, turnpantoffels en een 'zwierezwaai' T-shirt (te verkrijgen op het secretariaat) - zwemzak: badkleding, grote en kleine handdoek - een fiets die volledig in orde en op maat van het kind is!
1.4.
Forum
Om de 2 weken vindt er op vrijdagnamiddag een forum plaats. Op een forum brengen de kinderen van alle leefgroepen de onderwerpen die hun boeiden de voorbije 14 dagen, naar voren. Voor elke vakantie wordt er een groot forum gehouden waarop de ouders worden uitgenodigd.
1.5.
Atelier
8
Maandelijks is er ook tijd voor een atelier. De wereld wordt in de klas binnengebracht via ateliers. Een atelier wordt geleid door een expert, door een persoon die iets heel goed kan of heel veel weet over iets en die expertise wil overbrengen naar de groep. Die experts kunnen kinderen zijn, ouders, oma’s en opa’s, tantes en ooms, buurman, kennis van een kennis, ….Enkele voorbeelden van ateliers zijn: intuïtief schilderen, een belastingsexpert op bezoek, cupcakes bakken, muziek maken, de imker op bezoek, bloembollen planten, dansen,…
2. KLASWERKING EN -ORGANISATIE
2.1.
Weekplanning
Elke maandag tijdens de planningsronde plannen we onze taken voor de hele week. De leerlingen krijgen een overzicht wanneer de instructiemomenten tijdens die week plaatsvinden. Tijdens het planningsmoment kunnen leerlingen onder elkaar afspraken maken wanneer ze samen aan een taak zullen werken. Al de weekplannen zitten in de planningsmap, deze map gaat elke maandag mee naar huis ter inzage. Dat geeft een overzicht van welke onderwerpen er behandeld worden gedurende die week.
naam:______________________ _
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag 9
/ /2013
/ /2013
/ /2013
/ /2013
/ /2013
08u30 – 08u55
tutorlezen
W.T.
W.T.
W.T.
W.T.
08u55 – 09u20
planningsronde
praat‐ en toonronde
tekstronde
nieuwsronde
klasraad
09u20 – 09u45
planningsronde
praat‐ en toonronde
tekstronde
nieuwsronde
klasraad
L3 rek:
L3 rek:
L3 rek:
L3 rek:
L3 rek:
L4 S.W.T: ……….
L4 S.W.T: ……….
L4 S.W.T: ……….
L4 S.W.T: ……….
L4 S.W.T: ……….
speeltijd
10u25 – 10u50
leerronde
leerronde
L.O.
leerronde
leerronde
09u45 – 10u10
L4 rek:
L4 rek:
L4 rek:
L3 S.W.T: ……….
L3 S.W.T: ……….
L3 taal:
L3 taal:
L.O.
10u50 – 11u15
11u15 ‐ 11u40
L4 rek:
L3 S.W.T: ……….
L3 S.W.T: ……….
L3 taal:
L3 taal:
L4 rek:
10
L4 S.W.T: ……….
L4 S.W.T: ……….
L4 taal:
L4 taal:
11u40 – 12u05
L3 S.W.T: ……….
L4 S.W.T: ……….
L4 S.W.T: ……….
L4 taal:
L4 taal:
L3 S.W.T: ……….
L3 S.W.T: ……….
afsluitronde L3 S.W.T: ……….
L3 S.W.T: ……….
middagmaal + speeltijd
13u25 – 13u55
leerronde
leerronde
leerronde
leerronde
13u55 – 14u25
W.T.
W.T.
W.T.
W.T.
14u25 – 14u55
W.T.
W.T.
W.T.
W.T.
14u55 – 15u20
afsluitronde
afsluitronde
afsluitronde
afsluitronde
11
2.2.
Werktijd (W.T.)
Tijdens de eerste 25 minuten en op andere momenten van elke dag krijgen de leerlingen zelfstandige werktijd waarin ze werken aan de persoonlijke taken uit hun planningsmap. Tijdens de werktijd kan er op fluisterend niveau gewerkt worden.
Afspraken W.T. / WerkTijd 1. Ik kijk op mijn planning van persoonlijk werkplan bij taken die ik in groep moet doen. 2. Ik neem alles wat ik nodig heb. 3. Ik kies een werkplek. 4. Ik maak mijn taak in OVERLEG. 5. Wanneer ik iets niet begrijp :
Lees ik de opdracht nogmaals. Vraag ik uitleg aan mijn klasgenoten. 12
Vraag ik uitleg aan de leerkracht.
6. Ik kijk mijn werk na samen met mijn groepsleden. 7. Ik stel mijn werk voor in de leerronde.
2.3.
Hoe verliep de samenwerking? Hoe verliep het leerproces? Was het gemakkelijk of waren er moeilijkheden? Hoe zou ik het een andere keer kunnen aanpakken? Wat heb ik geleerd?
Stille werktijd (S.W.T.)
Wanneer er een leerjaar instructie heeft, heeft de andere klas werktijd in volledige stilte. Afspraken S.W.T. / Stille WerkTijd 1. Ik kijk op mijn planning van persoonlijk werkplan bij taken die ik alleen moet doen. 2. Ik neem alles wat ik nodig heb.
13
3. Ik ga naar mijn vaste werkplek. 4. Ik maak mijn taak in STILTE. 5. Tijdens de instructielessen stel ik GEEN vragen aan de leerkracht. 6. Wanneer ik iets niet begrijp :
Lees ik de opdracht nogmaals. Doe ik een andere taak. Vraag ik uitleg tijdens de leerronde.
7. Ik verbeter mijn werk aan de hand van het verbeterboek. Verbeteren is NIET afschrijven, maar fouten aankruisen en opnieuw nadenken over de oplossing. 8. Ik steek het verbeterde werk weer op de juiste plaats in mijn planningsmap.
2.4.
Rondes
Op de eerste 25 minuten zelfstandige werktijd volgt dagelijks de ronde. Tijdens elke ronde zijn er dagelijks wisselende taken die worden uitgevoerd door 4 leerlingen: -
De voorzitter leidt de ronde, duidt de spreekbeurten aan en rondt af wanneer nodig. De notulist maakt van de ronde een verslag. De stiltemaker waakt over de luisterhouding van de kinderen en zorgt voor een aangename sfeer in de klas. Hij deelt de kans- en stopkaarten uit in de ronde wanneer een deelnemer zich niet aan de afspraken houdt. Wanneer iemand geen 14
-
goede luisterhouding aanneemt geeft de stiltemaker een groene kaart (kanskaart). De tweede maal krijgt hij/zij een rode kaart en moet hij/zij de ronde verlaten (stopkaart). De tijdsbewaker: deelt nu en dan aan de voorzitter mee hoeveel tijd er over is om de ronde te leiden.
Maandag - de planningsronde: In de planningsronde gaan we stap voor stap te werk. We bekijken de gezamenlijke taken in onze planningsmap en linken er de instructiemomenten aan. Werkschriften en werkbladen worden klassikaal voorbereid. Hierna wordt er individueel gekeken welke persoonlijke taken er moeten gemaakt worden.
Dinsdag - de praat- en toonronde: Tijdens de praat- en toonronde vertellen de kinderen over hun eigen gebeurtenissen of een weetje. Andere kinderen kunnen op dit verhaal reageren of vragen stellen over het gezegde. De kinderen mogen een voorwerp meebrengen van thuis waarover ze iets kunnen vertellen. Ook wordt er steeds (tijdens alle rondes) door een aangeduide leerling samengevat.
Woensdag - de tekstronde: Kinderen die willen mogen tijdens deze ronde hun vrije tekst voorlezen die geschreven werd gedurende de week in de klas. De andere kinderen kunnen vragen stellen over de tekst en hun mening delen. Op het einde van de ronde wordt een tekst gekozen die de volgende week tijdens de instructie taal besproken wordt. De vrije teksten worden omhoog gehangen op het leesbord in de klas. Vrije teksten worden op een blad geschreven met schrijflijntjes. Nadat de vrije tekst verbeterd is door de leerkracht kan deze worden overgeschreven en ondersteund worden met een tekening in het vrije tekstenboekje van de leerling.
15
Donderdag - de nieuwsronde: Van alle kinderen wordt verwacht het nieuws van dichtbij te volgen (kijken naar Karrewiet op Ketnet). Per week worden er 2 kinderen aangeduid die een item uit het nieuws verwerken (zie 2.10. Takenbord). De verwerking gebeurt door middel van een zelfgeschreven tekst met een eventuele tekening erbij. Tijdens de ronde stellen zij dit voor. Ook de andere kinderen mogen een nieuwtje vertellen.
Vrijdag - de klasraad: Tijdens de klasraad worden er problemen besproken, voorstellen voorgelegd en felicitaties gegeven aan elkaar. Twee items die besproken werden tijdens de klasraad worden meegenomen naar het kinderparlement. Wat is het kinderparlement? Eenmaal om de twee weken komen 2 afgevaardigden van de verschillende leefgroepen samen. Zij bespreken dan de items die in de verschillende klasraden aan het licht gekomen zijn en nemen verder stappen om zo tot oplossingen te komen.
Leerronde: De kinderen stellen hun onderzoekjes voor in de ronde, we geven door aan de anderen wat we ontdekt hebben. Tijdens alle rondes is er ook steeds tijd om te plannen: dagplan / weekplan bespreken, problemen met de leerstof, data prikken, voorstelling van eigen werk,… Al de rondes zijn tevens een 'uitlaatklep' voor de kinderen. De kinderen leren zich uiten en uitdrukken, luisteren naar elkaar en reageren op elkaars verhalen, kunnen hun gevoelens kwijt en leren zich inleven in de gevoelens van anderen. Conflicten worden besproken en uitgeklaard zodat we weer optimaal kunnen samenwerken.
16
Afsluitronde: We sluiten de dag af met een afsluitronde: samen praten over hoe we ons voelen, misschien kunnen we elkaar helpen als het minder gaat. We reflecteren over de dag.
2.5.
Instructiemomenten
Op de weekplanning staan de verschillende instructiemomenten:
Vb: “L3 taal: wp 1 woorden met sch”. Dit wil zeggen dat op dat moment de kinderen van het 3de leerjaar instructie hebben van Taal. Het onderwerp van de instructie staat er steeds bij.
17
De andere leerlingen, hebben gedurende het betreffende periode stille werktijd: zij werken zelfstandig aan hun persoonlijk werk (zie 2.3. Stille werktijd en 2.6. Persoonlijk werk).
2.6.
Persoonlijk werk/planningsmap
Elke maandag tijdens de planningsrode krijgt elk kind zijn persoonlijk werk of P.W. (opdrachten op hun eigen niveau), dat gesorteerd in hun planningsmap wordt verzameld. De volgende vakken komen hier aan bod:
3de leerjaar: rekenen, taal, schrift, onderzoek en muzische vorming 4de leerjaar: rekenen, taal, onderzoek en muzische vorming
Het persoonlijk werk is een werkpakket voor de hele week, dat ze zelf dienen in te plannen zodanig dat het op vrijdag afgewerkt is. Het bevat oefeningen van de voorbije week en de nieuwe leerstof.
Elke taak moet ook zelf verbeterd worden a.d.h.v. een correctiesleutel. Bij de verbetering is het de bedoeling dat de kinderen niet letterlijk het juiste antwoord overschrijven, maar dat ze de juiste oefeningen afvinken (V) en de foute oefeningen aankruisen (X). Na het verbeteren, corrigeren ze de aangekruiste oefeningen zonder correctiesleutel erbij.
2.7.
Agenda 18
De agenda is een onderdeel van de planningsmap. De agenda moet elke dag door de ouders getekend worden. Hierin worden op de dag zelf taken en lessen bij elk betreffend vak genoteerd.
19
20
Leermap
2.8.
De leermap is een map waar alle te kennen leerstof per onderdeel in gebundeld wordt. Deze map gaat dagelijks mee naar huis en terug naar school.
Huiswerk
2.9.
Wanneer de leerlingen op het einde van de week niet klaar zijn met hun P.W. (zie 2.6. Persoonlijk werk) krijgen ze dit als huistaak mee naar huis tegen de daaropvolgende maandag. Andere taken en lessen worden dagelijks tijdens een klassikaal moment in het agenda ingevuld.
2.10.
Takenbord
Op het takenbord wordt elke maandag aangeduid wie welke taak op zich zal nemen tijdens die week. Elke taak wordt alleen of per twee uitgevoerd:
Verzorger(s): geven de planten water (op maandag), voederen en verzorgen de vissen (op vrijdag).
21
Energieverantwoordelijke(n): zorgt ervoor dat de ramen gesloten zijn, de lichten gedoofd worden wanneer nodig, de verwarming lager gezet wordt,… Bergingverantwoordelijke(n): begeleiden anderen van en naar de berging en zorgen ervoor dat alles netjes achter blijft. Postbode: halen en maken van kopies, rondbrengen van brieven. Bordveger(s): vegen na elke instructie en op het einde van de dag het bord. Tafelvegers: vegen na elke maaltijd de tafels af. Gangverantwoordelijke(n): zorgen dat de boekentassen netjes staan, jassen aan de kapstok en brooddozen op hun plaats. Redacteurs: bundelen per week het nieuws van de klas en maken een rubriek voor de maandelijkse klaskrant. (zie 2.13. Klaskrant) Nieuwslezers: volgen het nieuws op van de voorbije week (ma-di-wo) en brengen op een creatieve manier verslag uit op donderdag tijdens de nieuwsronde (zie 2.3. Rondes). Boekenkastverantwoordelijke: netjes in orde houden van de boekenkast. Mappenkastverantwoordelijke: netjes in orde houden van de mappenkast. Washoekverantwoordelijke: netjes houden van de washoek in de klas, gebruikt bestek naar de vaatwasser brengen. Knutselhoekverantwoordelijke: netjes houden van de knutselhoek. Spelletjeskast: netjes in orde houden van de spelletjeskast. Computerplaats: netjes in orde houden van de computers. Ronde: in orde houden van de ronde.
2.11.
Blog
Alle leuke, leerrijke en speciale momenten worden op foto vastgelegd door de redacteur van dienst (zie 2.10. Takenbord). Onze blog vind je op http://kirstensklaske.blogspot.be/ en kan gevolgd worden door iedereen die geïnteresseerd is.
22
2.12.
Klaskrant
Gedurende de hele week verzamelt de redacteur (zie 2.10. Takenbord) alle weetjes over de klas op een A3 blad: activiteiten, uitstappen, gebeurtenissen, … Op donderdag wordt het ontwerp besproken en nagekeken op taalfouten, op vrijdag wordt de definitieve versie in de leerronde voorgesteld aan de rest van de klas. Op het einde van elke maand worden de voorbije weken gebundeld tot een klaskrant.
2.13.
Dictee
Elke maandag wordt een woordpakket ingeoefend rond een onderwerp/spellingregel dat door de leerlingen zelf werd aangehaald in de ronde. De leerlingen hebben tot vrijdag de tijd om deze woorden in te oefenen, minstens 2 keer op school en ook thuis. Op vrijdag wordt dan een dictee afgenomen dat bestaat uit zowel woorden als zinnen.
Er wordt aandacht gevestigd op de woorden van het woordpakket en de bijhorende spellingsregel. Deze woorden worden door de leerkracht aangeduid met een V (juist gespeld) of een X (te verbeteren). De verbeteringen van de woordpakketwoorden dienen door de leerlingen te gebeuren, woorden die niet tot het woordpakket behoren worden verbeterd door de leerkracht. Als laatste wordt genoteerd hoeveel woorden van het woordpakket juist werden gespeld.
23
2.14.
Toetsen
Telkens wanneer een module van taal of rekenen afgerond is wordt er een onaangekondigde toets afgenomen van de geziene leerstof. De leerlingen krijgen de kans om thuis de geziene leerstof te herhalen door middel van leer- herhalingsblaadjes. De weetjes en onderzoeken van W.O. worden gebundeld en door de leerlingen in een mindmap omgezet. Dit moet vervolgens thuis worden ingeoefend, waarna er een aangekondigde toets wordt afgenomen van deze leerstof.
2.15.
Boekbespreking
Van de leerlingen wordt er verwacht dat ze op jaarbasis 3 boekbesprekingen maken. Wanneer een boekbespreking af is en gecontroleerd werd door de leerkracht kan men deze voorstellen tijdens de tekstronde.
2.16.
Werkstuk
24
Éénmalig moeten de kinderen een werkstuk maken dat ze moeten voorstellen aan de klas. De kinderen kiezen een onderwerp dat wat verder van henzelf af staat. Dus geen werkstukken meer over huisdieren, het werk van de ouders,… . Ze moeten iets interessants kiezen waarover ze al eens wat meer gehoord hebben, maar best ook nog meer van zouden willen weten zoals hun woonplaats, het leger, een diersoort, een persoon uit de geschiedenis, etc.
2.17.
Bibliotheek
Wanneer we gaan zwemmen brengen we na het zwemmen een bezoek aan de bibliotheek van Vilvoorde. Om de twee weken kunnen we boeken inruilen en binnenbrengen. We zorgen zelf voor een bibliotheekkaart. Wie geen bibliotheekkaart bij zich heeft, ontleent geen boeken. Iedereen is zelf verantwoordelijk voor zijn/haar boeken en/of boetes.
2.18.
Muurkrant
Aan onze klas hangen werkjes van de kinderen. Hier worden ook mededelingen en oudercontacten op uitgehangen. Neem dus gerust eens een kijkje.
25
3. KLASGEWOONTES EN -REGELS
3.1.
Eten en drinken
Tijdens de hapjesronde (vlak voor de voormiddagspeeltijd) wordt er fruit of een koek gegeten. Koeken worden meegebracht in een herbruikbaar doosje of potje (zonder verpakking) en bevatten geen chocolade!
Tijdens de middag eten we samen in de klas, een gezellig moment waarin we praten of op vraag van de leerlingen naar de radio luisteren. Iedere leerling heeft zijn eigen lunchpakket bij: een brooddoos gevuld met voldoende boterhammen die gezond belegd zijn (per uitzondering met choco). Drinken wordt meegebracht in herbruikbare drinkbekers (d.w.z. geen petflessen of brikverpakkingen) en beperkt zich tot gezonde dranken. Gesuikerde dranken, frisdranken, sport- en energiedranken, e.d. blijven thuis.
Na het eten worden de bekers en het bestek afgewassen door de aangeduide leerlingen (zie 2.10. Takenbord). De brooddozen en drinkbekers worden dagelijks mee naar huis genomen.
Tijdens de afsluitronde na het opruimmoment (zie 2.11. Opruimbord) wordt er opnieuw een hapje gegeten: fruit of een koek. Wie tijdens de hapjesronde in de voormiddag een koek heeft gegeten, eet nu fruit: er wordt minstens éénmaal per dag fruit gegeten!
26
3.2.
Hygiëne
Vóór de lunch wassen we onze handen, na de lunch poetsen we onze tanden. We brengen een beker, tandenborstel en tandpasta mee naar de klas. Dit blijft in de klas.
3.3.
Toilet
Leerlingen die naar het toilet willen steken 3 vingers in de lucht (= W van WC) en wachten op de toestemming van de leerkracht. Daarna begeven de leerlingen zich op zelfstandige basis op een rustige manier naar het toilet.
3.4.
Verjaardagen
Wanneer een leerling verjaart, wordt dit in de klas gevierd, het moment wordt vastgelegd in samenspraak met de ouders. De jarige mag iets lekker kiezen om te eten (voor één keer mag het ook eens wat minder gezond zijn) dit wordt dan klassikaal of in groep 27
klaargemaakt. De activiteit wordt (be)geleid door een ouder, grootouder, broer, zus, … van de jarige leerling. Aan de kookactiviteit worden leerrijke momenten gekoppeld, vb.: hoeveel frieten haal je uit 1 aardappel, hoeveel weegt een pak suiker, …
3.5.
Schoeisel
Wanneer we in de klas zijn dragen we pantoffels. Pantoffels moeten zelfstandig aangedaan kunnen worden. Elke leerling heeft zijn eigen individuele vakje om zijn/haar pantoffels in te bewaren. Ook moet iedere leerling een paar laarzen op school hebben voor bij nat en modderig weer. Deze laarzen hangen in een plastic zak aan de kapstok in de gang.
3.6.
Omgaan met anderen
Er wordt verwacht dat iedereen op een respectvolle manier met anderen omgaat. Dit geldt zowel voor leerlingen als voor leerkrachten. Pesten wordt niet geduld op onze school. Eerlijkheid wordt hoog in het vaandel gedragen. Er heerst een open communicatie waarin elk onderwerp, elke bedenking, elke frustratie moeten kunnen worden aangekaart, besproken en uitgeklaard. In de klas ligt de nadruk op ‘samenwerken’. Er wordt van de leerlingen verwacht dat ze elkaar helpen in de klas, ook tijdens de inoefening van de leerstof. Vaak kunnen leerlingen beter en concreter aan elkaar uitleg geven wanneer ze iets helemaal begrijpen en elkaar op deze manier verder op weg helpen.
28
3.7.
Op verplaatsing
We zijn een milieubewuste school en streven een gezonde leefstijl na. Daarom trachten we ons zo vaak als mogelijk met de fiets of te voet te verplaatsen. Toch moeten we soms ook de auto of de bus nemen. In alle genoemde situaties moeten er regels worden gerespecteerd om de veiligheid van iedereen te garanderen.
Met de fiets:
Ieders fiets dient VOLLEDIG in orde te zijn: -
Reflectoren op de wielen Werkend en voldoende zichtbaar voor- en achterlicht Spatborden Fietsbel Goed werkende remmen Fluovest verplicht Fietshelm verplicht
Op de openbare weg houden we ons aan volgende regels: -
We steken niet voorbij We blijven op het fietspad 29
-
We rijden niet naast elkaar, maar wel achter elkaar We luisteren naar de instructies van de begeleidende leerkrachten en ouders We volgen de verkeersregels
Te voet:
Ook te voet zijn er regels die gerespecteerd dienen te worden: -
Fluovest verplicht We luisteren naar de instructies van de begeleidende leerkrachten en ouders We blijven samen, sluiten aan en treuzelen niet We volgen de verkeersregels
Met de bus:
-
3.8.
We eten en drinken niet op de bus, tenzij dit wordt toegestaan door een begeleidende leerkracht. We blijven op onze plaatsen zitten We maken niet onnodig veel lawaai, zodat de buschauffeur niet gestoord/afgeleid wordt tijdens het rijden.
Schoolafspraken 30
-
-
Op school mag er enkel met rollend materiaal gespeeld worden als men in het bezit is van een helm op de afgesproken dagen. Wanneer je op school aankomt, moet de boekentas onmiddellijk geledigd worden. Planningsmappen op hun plaats, eten op het vakje boven de kapstok. De kinderen zijn leerplichtig, d.w.z. dat je 4x per jaar voor een eigen ziektebriefje kan zorgen. Overige afwezigheden moeten gestaafd worden a.d.h.v. een doktersbriefje, … Gedurende het schooljaar op vakantie vertrekken, kan dus niet meer. Er wordt gewerkt in een graadsklas. Dit houdt in dat we pas een optimale leeromgeving kunnen bereiken als : Er tijdens de instructies niet wordt gepraat. Er tijdens de instructies geen vragen worden gesteld aan de leerkracht. Iedereen zijn werk kan organiseren zonder de anderen te storen. We eerst uitleg vragen aan onze klasgenoten en als echt niemand het weet, het dan pas vragen aan de leerkracht. We aandachtig kunnen zijn tijdens de ronde. De ronde niet storen. Het woord vragen voor een spreekbeurt. We geven elke dag onze planningsmap af. We zorgen er ook zelf voor dat deze elke dag mee naar huis gaat.
4. DE VAKKEN
4.1.
Taal
De lessen rond taal worden opgebouwd vertrekkend vanuit de ronde. Hier komen veel talige aspecten aan bod waarmee we in de les aan de slag kunnen. De leerlingen vertellen en het is aan de leerkracht om er de leerstof uit te filteren. 31
Uit de rondes van de voorbije week worden de woordpakketwoorden gehaald. Tijdens de taalles op maandag wordt er teruggeblikt op de ronde, op de gebruikte woorden. Hier wordt een spellingsregel aangekoppeld. Samen met de leerlingen gaan we op zoek naar nog meer woorden om zo een woordpakket uit te bouwen. Tijdens de tekstronde krijgen de leerlingen de kans om hun zelfgeschreven tekst voor te lezen aan de anderen. De leerlingen geven opbouwende commentaar aan elkaar. Ze vertellen wat beter kan op basis van wat ze geleerd hebben tijdens de taalles. Op het einde van de tekstronde wordt er een tekst gekozen aan de hand van een stemming. De gekozen tekst wordt uitgediept tijdens de daaropvolgende taallessen. Hieruit kunnen opnieuw spellingsregels komen, taalbeschouwing, taalgebruik,…
4.2.
Rekenen
Tijdens de rekenlessen wordt er leerstof behandeld die voortkomt uit de ronde of uit een rekenkundig onderzoek in hun rekenschrift. Vb.: Een leerling toont in de toonronde een zelfgemaakte tekening die voornamelijk bestaat uit vlakke figuren. Het ideale startschot om de lessen van rekenen hierrond te geven. Er wordt een instructie gegeven waar de nadruk vooral op ‘handelend leren’ ligt. Nadien gaan de leerlingen zelfstandig aan de slag om de oefeningen te verwerken.
4.3.
Wereldoriëntatie
Tijdens het vertellen en behandelen van items in de verschillende soorten rondes stellen leerlingen van nature uit vragen. De leerlingen geven zelf aan of ze hier meer over willen te weten komen. Zo gaan ze op onderzoek uit. Ze diepen de vraag verder uit, 32
alleen, per twee of in groep. Nadien stellen ze tijdens de leerronde het onderzoek of het weetje voor aan de andere leerlingen. Leerstof die niet vanuit de kinderen komt behandelen we thematisch. We doen dit om de leerlijnen, zoals deze beschreven zijn in ons leerplan, te bewaken. Binnen dit thematisch werken zal de leerkracht een iets meer sturende rol spelen.
Afspraken Onderzoek 1. Wat ga ik onderzoeken? 2. Ik neem het onderzoeksblad dat overeenkomt met mijn onderzoek. 3. Ik zoek op :
Ik vraag het eerst aan een EXPERT. Vervolgens zoek ik het antwoord op in BOEKEN. Als laatste zet ik mijn zoektocht verder op het INTERNET.
4. Ik formuleer het antwoord in eigen woorden. Ik schrijf dus niet letterlijk een tekst over. 5. Ik zoek een passende prent/foto. 6. Ik vul het paspoort volledig in. 7. Ik stel mijn onderzoek voor in de leerronde.
Hoe verliep de samenwerking? Hoe verliep het leerproces? Was het gemakkelijk of waren er moeilijkheden? Hoe zou ik het een andere keer kunnen aanpakken? 33
Wat heb ik geleerd?
8. Na verbetering, kopieer ik het paspoort voor iedereen en gaat het op de juiste plaats in de map.
4.4.
Lichamelijke opvoeding
Twee keer per week is er lichamelijke opvoeding. De ene week turnen we twee maal, de andere week is het eenmaal turnen en eenmaal zwemmen.
De turnlessen gebeuren in de turnzaal op school. Alle leerlingen dienen in orde te zijn met hun turnkledij: -
een sportbroek een T-shirt met het logo van de school (te verkrijgen op het secretariaat) turnpantoffels
Zwemmen doen we in het gemeentelijk zwembad van Vilvoorde “Het Zeepaardje”. Hier gaan we naartoe met de fiets (zie 3.7. Op verplaatsing). Zwemkledij en handdoek dient meegebracht te worden in een zwemzak, die handig en veilig meegenomen kan worden op de fiets. Geen zwemzakjes met dunne schouderbandjes! Draag op deze dag makkelijke kledij!
34
4.5.
Religie
Op school worden verschillende religies onderwezen, gebaseerd op de oorspronkelijke religie van de leerling.
4.6.
Frans
Frans wordt op een speelse manier aangeleerd aan de kinderen. Hierbij kunnen ouders een belangrijke rol spelen.
4.7.
Muzische vorming
Doorheen de ganse week krijgen de leerlingen de kans om zich expressief uit te leven. Opgelegde muzische activiteiten vloeien voort vanuit de inbreng van andere leerlingen. Vb.: Een leerling maakt een schilderij met een bepaalde techniek, de week erop komt dit taakje in hoekenwerk en moeten alle leerlingen een schilderij maken met diezelfde techniek.
35
36
