Klas Torstensson (1951) Pocket size violin concerto, deel I (2010, Nederlandse première) Le dolci parole (2004) uit: In grosser Sehnsucht Pocket Size Violin Concerto, deel II en III Aria van Anna (1999) uit: De Expeditie Lantern Lectures, Volume IV (2002) Brass Link IV Giants' Cauldron pauze Self-portrait with percussion (2006) Procession I Aquarelle Woodpecker Procession II Almglocken Kretsande (revolving) Bowed vowels Procession III Pulse Dit portret van Klas Torstensson (Nässjö, 1951) mag beschouwd worden als de bekroning van een bijna veertig jaar durende samenwerking tussen het Asko Ensemble en deze van oorsprong Zweedse componist, die dit seizoen is uitverkoren tot artist-in-residence van het Muziekgebouw aan ’t IJ. Toen Torstensson in 1973 naar Nederland kwam om in Utrecht sonologie te gaan studeren, raakte hij al snel betrokken bij de pogingen van het jonge Asko Ensemble (toen nog een Amsterdams StudentenKamerorkest) een nieuwe muziekpraktijk gestalte te geven. Een radicaal doorgevoerde opvatting van democratie maakte niet alleen dat over de kleinste futiliteiten uit en te na werd gediscussieerd, belangrijker was dat de dirigent werd onttroond. Gelijkwaardige arbeidsverhoudingen golden nu ook tussen musici en componisten en partituren ontstonden in wisselwerking tussen scheppend en uitvoerend kunstenaar. Torstensson, die in Nederland blijft wonen, voelt zich thuis in deze open en experimentele omgeving. Jarenlang schrijft hij voor ensembles waarvan hij de musici en hun specifieke talenten door en door kent, zoals De Volharding, Hoketus, Slagwerkgroep Den Haag en het pianoduo Bouwhuis/Van Zeeland. Pas in 1990 waagt hij zich aan een partituur voor een meer traditionele orkestbezetting (Stick on Stick), enkele jaren later zelfs gevolgd door een opera (De Expeditie). Het feit dat Torstensson Zweden voor Nederland verruilt, betekent niet dat zijn Scandinavische achtergrond geen rol meer speelt. De overrompelende stilte en leegte van het Zweedse landschap is een terugkerend thema in zijn werk, waar sneeuw, ijs en het vale noorderlicht vaste ingrediënten vormen. Torstensson cultiveert het pendelen tussen stad (Amsterdam) en natuur (zijn zomerhuis op een afgelegen plek in Zweden) en de
permanente staat van heimwee die daarmee gepaard gaat. Het resultaat is een ruwe muziek waarin de oerkracht van de natuur, de ritmische drive van popmuziek en de granieten klankwereld van pioniers als Xenakis en Varèse doorklinken. In recensies van zijn stukken duiken onveranderlijk termen als ‘ongepolijst’, ‘knarsend’ en ‘onbuigzaam’ op. Groot is dan ook de verrassing als in de opera De Expeditie (1994-1999) en het voorbereidende stuk The Last Diary (1994) het voor hem zo karakteristieke constructivisme plaats maakt voor een op herkenbare emoties stoelende dramatiek. De Expeditie, een opera over drie mannen die in 1897 per luchtballon het poolgebied gaan verkennen en nooit meer terugkeren, is een meeslepende geschiedenis over liefde en dood. ‘Ik werd niet zozeer anders, maar er kwam iets in mij tevoorschijn dat ik lang niet had toegestaan aan de oppervlakte te komen,’ constateert Torstensson achteraf. Anders geformuleerd: ‘Een zanger is meer dan een stem alleen.’ Vanavond horen we uit De Expeditie de ‘Aria van Anna’, waarin Anna beseft dat haar verloofde het avontuur verkiest boven hun liefde – een moment van ontzetting dat Torstensson uitdrukt in een grootse, Pucciniaanse lyriek. Verwant aan deze aria is het eveneens vocale werk ‘Le dolci parole’ uit de liederencyclus In grosser Sehnsucht. In deze vijfdelige compositie laat Torstensson aan de hand van dagboekfragmenten, toespraken en brieven vijf vrouwen aan het woord die een belangrijke rol speelden in hun tijd, onder wie Frida Kahlo, Rosa Luxemburg en Camille Claudel. In ‘Le dolci parole’ treedt de Zweedse koningin Kristina naar voren, die in 1654 afstand deed van de troon en haar laatste jaren in Rome doorbracht als maecenas van Italiaanse dichters. Ditzelfde lied vormt de basis van het tweede deel van het Pocket Size Violin Concerto, een kamermuziekversie van het Vioolconcert uit 2010. Aan het begin en aan het eind van dit tweede deel speelt de Zweedse volksmuziek een (bescheiden) rol. Dit geldt ook voor het eerste deel van het Pocket Size Violin Concerto. Zelf schrijft Torstensson hierover: ‘Lyrische passages tegenover ruige glissandi – als krassen op een gepolijst oppervlak. Monolithische blokken naast melodieën die in de verte doen denken aan Zweedse volksmuziek – of laat mijn geheugen mij in de steek? Wroeten in de aarde, maar ook: fragiele hemelse klanken.’ In het laatste deel is opnieuw het contrast tussen fysieke kracht en een esoterisch klankweefsel goed herkenbaar. De vioolsolo waarmee het deel opent, combineert een ijle vluchtigheid met ferme repeterende loopjes die zijn ontleend aan de volksmuziek en terugverwijzen naar het begin van het concert. Lantern Lectures, Volume IV is een deel uit een vierdelige cyclus, door Torstensson zelf vaak aangeduid als een ‘familie’ van stukken. Na de voltooiing van zijn opera De Expeditie ontving hij opdrachten van verschillende ensembles wereldwijd, waaronder Le Nouvel Ensemble Moderne uit Montréal, KammarensembleN uit Stockholm en het Amsterdamse Asko Ensemble. Volume IV, getiteld Giants’ Cauldron, schreef hij voor Klangforum Wien, dat het werk in februari 2003 in Stuttgart in première bracht. De titel refereert aan ronde gaten in de stenen bedding van een gletscher die tijdens de laatste IJstijd zijn ontstaan. Elk Volume wordt ingeleid door een Brass Link voor trompet, hoorn en trombone; voorafgaand aan Giants’ Cauldron klinkt Brass Link IV. Na de pauze speelt Asko|Schönberg Self-portrait with percussion uit 2006 – opgedragen aan slagwerkster Peppie Wiersma, maar deze keer uitgevoerd door Joey Marijs. Met dit negendelige werk maakt Torstensson duidelijk dat de uitbreiding van zijn idioom met lyrische elementen het fundament van zijn muzikale wereld – ritme – intact heeft gelaten. Met instemming citeert hij Edgar Varèse die in 1930 stelde: ‘Notre temps est percutant’ (onze tijd is percussief). Zelf werd Torstensson gevormd door de muziek uit de jaren zestig, waaronder die van The Beatles, The Rolling Stones en Frank Zappa en zijn Mothers of Invention.
In Self-portrait with percussion passeren alle mogelijk vormen van percussie de revue: van het fanatieke geroffel van de specht die de splinters door de lucht doet vliegen (‘Woodpecker’) tot de krachtige loopjes in ‘Kretsande’ die de musici razendsnel van elkaar overpakken en van de uit elkaar vallende en vervloeiende vibrafoon-figuren in ‘Aquarelle' tot ‘Almglocken’, waarin de componist zich voorstelt dat Anton Webern op de avond dat hij zal worden doodgeschoten voor zijn huis een sigaret rookt en in de verte de koebellen hoort van zijn buurman Gustav Mahler. Jacqueline Oskamp Eindredactie: Elmer Schönberger
Liedteksten Le dolci parole Cristina di Svezia (1626-1689) Tu segui ancora in sì turbati accenti i tuoi vani lamenti? Da gli Elisi oh venga almeno un bel sogno a consigliarti; ed ei prenda a favellarti su gli incendi del mio seno. Più non ascolto il suono delle dolci parole: nè si concede ancora lo splendor de’ bei lumi a i lumi miei; Pur vagheggiare in tanto posso le vive rose delle labbra amorose, e ber con gli occhi l’inefabil dolcezza di questa bella bocca, che se favella, o ride, così soavemente i cori ancide.
Nederlandse vertaling: De zoete woorden Cristina di Svezia (1626-1689) Volg je nog steeds in verwarde woorden je ijdele klaagzangen? Laat een mooie droom van de Elyseïsche velden komen om je te troosten; en je te spreken over de branden in mijn hart. Ik kan het geluid van de zoete woorden niet meer horen: evenmin nemen mijn ogen de glans van de mooie ogen nog waar;
Maar toch verlang ik zo naar de levende rozen van de verliefde lippen, en met de ogen drinken van de onuitsprekelijke zoetheid van die mooie mond, die sprekend, of lachend, zo zacht de harten doodt. Annas Aria uit De Expeditie Jag kan ej följa dig. Det är för mig en tung tid: jag lever ständigt mellan hopp och fruktan. Jag kan ej följa dig... men mitt hjärta vakar över dig. Jag kan ej följa dig. Att du behöver mig mindre känner jag i mitt innersta. bjudning... telefonerat... skrivit brev... flög mig om halsen... förtroenden... musik och promenader... kysstes... förlovningsdag, förlovningsfest... ringbyte... kysstes... visiter... på Operakällaren... danstillställning... till Nordenskiölds på supé... missförstånd... gråt och ljuva förklaringar... smekningar... kysstes... försoning... hos fotografen... avresa från Stockholm... Att du behöver mig mindre känner jag nog i mitt innersta. Nederlandse vertaling: Ik kan niet met je mee. Voor mij is dit een zware tijd: leven tussen hoop en angst. Ik kan niet met je mee...
maar mijn hart waakt over jou. Ik kan niet met je mee. Dat jij mij alsmaar minder nodig hebt, is iets dat ik diep in mij steeds meer voel. feestje... gebeld... briefje geschreven... viel mij om de hals... confidenties... muziek en wandelingen... gekust... verlovingsdag, verlovingsfeest... ringen uitgewisseld... gekust... visites... in de Operakällaren... dansfeest... souper bij de Nordenskiölds... misverstand... tranen en lieve woorden... liefkozingen... gekust... verzoening... bij de fotograaf... vertrek uit Stockholm... Dat jij mij alsmaar minder nodig hebt, is iets dat ik diep in mij steeds meer voel.