Onderwerp:
LTO Melkmarktbericht
Datum:
9 april 2014
Auteur:
Klaas Johan Osinga, email:
[email protected], twitter: @KJOsinga, GSM 0610586047
Prijscorrectie in de markt; kopers wachten even af De zuivelmarkt beweegt volop. Na een sterk begin van 2014, met aanhoudende recordvraag van China, lijkt het er op dat de mondiale vraag de productiegroei even niet kan bijbenen. Zuivelprijzen staan daardoor in Nieuw Zeeland, Amerika en Europa onder druk. Van de belangrijkste zuivelproducten staat (Goudse) kaas in Europa het meest onder druk, omdat de poedercapaciteit al volledig wordt benut. Ook in Nieuw Zeeland is de prijsdaling deels het gevolg van een niet-optimale productmix als gevolg van verwerkingsbeperkingen. Maar de productiegroei is nog gematigd in de Verenigde Staten en negatief in Australië, terwijl veel kopers zich minder goed hebben ingedekt dan in normale omstandigheden. De mogelijke effecten van een El Niño weerspatroon kunnen later dit jaar de melkproductie in Nieuw Zeeland en Australië negatief beïnvloeden. De economische groeit in Amerika en Europa trekt aan, terwijl er volop vraag naar zuivel is en blijft in Afrika en Oost-Azië. De politieke problemen in Oost-Europa kunnen op de korte termijn wel marktverstorend werken. Maar ook daar moeten mensen eten. Bij een lagere melkprijs in 2014 zou het EU-melkquotum in een aantal EU-lidstaten nog één keer remmende factor kunnen zijn. Waarna er in april 2015 een schoksgewijze overgang plaatsvindt. Tien lidstaten dringen in Brussel aan op aanpassing van de vetcorrectiefactoren om de overgang geleidelijker te doen verlopen, maar voorlopig beweegt de Europese Commissie nog niet. Het onderwerp komt opnieuw aan de orde op de vergadering van de Landbouwraad op 14 april 2014. Ontwikkelingen melkprijs Goudse en Edammer kaas noteerde op 9 april in Hannover 3,30-3,50; de prijstrend wordt omschreven als ‘zwak’. Klik hier voor meer informatie: http://www.butterkaeseboerse.de/start.html. Informeel worden prijzen rond 3,00 euro per kg genoemd. Boter noteert 3,50-3,60 en de vraag wordt ‘zeer goed’ genoemd. Afgelopen week bracht room 4.000 euro per ton op. Vol melkpoeder zit op 3450 euro per ton, mager poeder op 2910 euro per ton en weipoeder op 880 euro per ton. Spotprijzen voor boerderijmelk variëren enorm afhankelijk van het tijdstip, calamiteiten en vetgehalte, en het gaat vaak om beperkte hoeveelheden. In Noord-Italië werd eind maart 41,5 eurocent per kg betaald (3,7% vet) en in Nederland 35,9 eurocent (4,4% vet). Gemiddeld werd in 2013 in Italië 44 cent betaald en in Nederland 42 cent.
Figuur 1: EU-prijsontwikkeling voor boter, mager melkpoeder (SMP), vol melkpoeder (WMP) en cheddar tot begin maart 2014. Bron: Europese Commissie. Het Duitse Institut für Ernährungswirtschaft (IFE) berekende voor maart 2014 een boerderijmelkprijs van 40,7 cent per kg bij 4,0% vet (klik: http://www.ife-ev.de). Dit is op basis van de Duitse noteringen voor boter en mager melkpoeder. Ten opzichte van februari betekende dit een daling van 2,5 cent. Op www.milkprices.nl staan de berekende voorschotprijzen van 18 grote Europese zuivelverwerkers. De berekende voorschotprijzen kwam in februari 2014 gemiddeld uit op € 40,81 per kg bij 4,2% vet. De gecalculeerde melkprijzen van Fonterra en in de Verenigde Staten kwamen in februari uit op respectievelijk 40,41 en 41,93 euro per kg. De gemiddelde notering van de LTO Internationale melkprijsvergelijking verkeert al sinds september 2013 op het hoogste niveau sinds de start van de LTO Internationale Melkprijsvergelijking in 2000 (zie figuur 2).
Figuur 2: ontwikkeling van de gemiddelde melkprijs tot en met januari in de EU. De rode bolletjes geven het resultaat van de LTO Internationale Melkprijsvergelijking. Bron: Europese Commissie.
Dat de LTO Internationale melkprijsvergelijking ook in het buitenland goed gevolgd wordt, blijkt in Zwitserland, waar een richtprijs ermee wordt afgestemd. Klik voor meer informatie: http://www.iplait.ch/site/richtpreise.html. Arla hield in maart de melkprijs op hetzelfde niveau als in februari, toen € 41,00 per 100 kilo werd uitbetaald voor melk met 4,2% vet. Ten opzichte van januari was dit altijd nog 1,00 hoger. Fonterra houdt in haar laatste financiële rapportage voor het seizoen 2013-2014 vast aan een recordprijs, namelijk 8,75 Nieuwzeelandse dollar en een dividend van 0,10 Nieuwzeelandse dollar per kg milksolids (MS). Een jaar eerder werd nog 6,16 NZ$ per kg MS betaald. De Amerikaanse melkprijs brak de afgelopen maanden ook records met het niveau van USD 23,35 per hundredweight (3,5% vet) ofwel 41,93 euro per kg (4,2% vet). Ontwikkelingen aanbod De wereldmarkt bleef lange tijd in balans door de beperkte melkproductiestijging in de exportlanden en productiedaling in China, in combinatie met de aanhoudende goede vraag in Oost-Azië. Daarom is het belangrijk om te zien hoe de productieprognoses zijn voor de rest van 2014. De EU is voor ruim 13% exporterend en dus is de melkprijs van Europese melkveehouders afhankelijk van de ontwikkelingen op de wereldmarkt. Onderstaande tabel biedt een overzicht van de geschatte productiegroei in de belangrijkste zuivelexporterende landen. Tabel 1: overzicht van melkproductie in de belangrijkste zuivelexporterende en –importerende landen en schattingen voor 2014. Land
Melkproductie per jaar EU 150 USA 92 Nieuw Zeeland 20 Australië 9 Argentinië 12 Totaal 5 belangrijkste exporterende landen: Wereld 750 Cijfers van enkele importerende landen: China 33 Brazilië 33 Rusland 30
Geschatte groei in % (2014) 3 2 7 0 5 +2
Groei in miljarden kg (2014) op jaarbasis 4,5 2,0 1,4 0,0 0,6 8,5 15
+2-4% + 10 -4
0,7-1,4 3,3 - 1,2
De mondiale groei van de vraag is gemiddeld zo’n 2% ofwel 15 miljard kg per jaar (bron: FAO/OESO). Een deel hiervan moet door exporterende landen ingevuld worden. Van de mondiale productie wordt jaarlijks meestal zo’n 50 miljard kg internationaal verhandeld, 7-8% van de mondiale productie inclusief melk van geiten, kamelen, buffels enzovoorts. De vijf belangrijkste zuivelexporterende landen koersen op een extra aanbodsgroei van 8,5 miljard kg melkequivalent in 2014. Dit is bijna tweemaal zoveel als afgelopen jaar. Toelichting:
Nieuw Zeeland zat in februari op 7% productiegroei ten opzichte van dezelfde maand van 2013. De omstandigheden voor melkproductie zijn aanzienlijk beter dan in de periode februari-april 2013, maar een dreigende ‘El Niño’ zou later dit jaar opnieuw voor droogte kunnen zorgen. Agrifax verwacht voor 2014 echter nog 10% productiegroei. Daarbij handhaaft Fonterra vooralsnog een voorspelde uitbetalingprijs van 8,65 Nieuw-Zeelandse dollar (NZ$) per kg ‘milk solids’ (exclusief 0,10 NZ$ per aandeel), tegen NZ$ 6,16 een jaar eerder. Dit zou een record betekenen. Hierdoor aangetrokken, zouden melkveehouders er voor kunnen kiezen door ruwvoer aankopen hun melkproductieseizoen te verlengen. Een probleem voor Fonterra is het gebrek aan poedercapaciteit. Daarom plant Fonterra investeringen in meer droogcapaciteit. Maar op dit moment versterken deze fabrieksgerelateerde problemen de prijsdruk. De melkproductie is in Australië lag begin maart 1,8% achter op vorig jaar. De effecten van El Niño zouden later dit jaar beperkend kunnen werken op de melkproductie. De Europese Unie liet over de periode 1 april 2013 tot 1 februari 2014 2,1% productiegroei zien. In januari was de groei zelfs 4,7%. Hogere melkprijzen, iets lagere voerkosten en een zeer zachte winter zorgden vanaf oktober 2013 in een aantal lidstaten voor 5-15% productiegroei op jaarbasis, zoals in het Duitsland, Nederland, België, Verenigd Koninkrijk en Ierland. Zie figuur 3 voor de ontwikkeling van de melkproductie in de EU. In Frankrijk bleef de melkproductiegroei lange tijd achter. Zoals wel eerder waargenomen liep de melkprijsstijging in Frankrijk zes maanden achter op die elders in Noordwest-Europa. Tussen 1 april en 1 februari steeg de Franse melkproductie maar met 1,1%. In week 12 was de toename op jaarbasis echter 9,9%, iets minder dan in het Verenigd Koninkrijk (+12%) en iets meer dan in Duitsland (+5,9%). Op 1 april is het laatste EU-quotumjaar van start gegaan. De Europese Commissie is nog vrij voorzichtig en verwacht in 2014 1,8% melkproductiegroei, ongeveer 2,5 miljard kg melk. De vorige jaren bedroeg de groei per jaar ongeveer 0,8 miljard kg.
Figuur 3: ontwikkeling van de EU-melkproductie tot begin februari 2014. De bovenste lijn geeft een beeld van de situatie in het seizoen 2013-2014. Bron: FranceAgriMer. De eiwitprijs staat onder druk. Mager melkconcentraat zat vorige week op 1850 euro per ton. De beperkende factor is de verwerkingscapaciteit in Europa, want er is voldoende exportvraag. Er wordt gebouwd aan meer verwerkingscapaciteit maar dat geeft nu geen soelaas bij een recordhoeveelheid melk die de komende maand in Europa verwerkt moet worden. De grootste uitdaging ligt dit voorjaar bij kaas. Door het tekort van droogcapaciteit komt er teveel aanbod op de kaasmarkt. Daarbij komt nog dat Rusland minder kaas importeert als gevolg van het Russische importverbod van kaas uit een een aantal fabrieken in Duitsland en Nederland. De aanhoudende spanning rond de Oekraine kan de problemen op de zuivelmarkt op korte termijn verergeren. In 2014 stelt de Europese Commissie voor het eerst geen geld beschikbaar voor particuliere boteropslag. De regeling is in de laatste GLB-hervorming afhankelijk gemaakt van de marktsituatie. Het bedrijfsleven moet nu zelf de opslag van boter bekostigen. De EU-prijs is intussen bijna gedaald tot het niveau op de wereldmarkt, en is voorlopig stabiel. Het EU-melkquotum is in 2013-14 waarschijnlijk weer met 7 miljard kg melk onderschreden, ongeveer 5%. Melkveehouders in een heel rijtje lidstaten moeten dit jaar weer superheffing betalen: Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Denemarken, Ierland, Luxemburg, Cyprus en mogelijk België en Polen. In landen als Duitsland en Nederland zijn de quotumprijzen de afgelopen tijd gestegen. Een klein jaar voor het einde van het melkquotum is dat niet in lijn met de ooit door de Europese Commissie beloofde ‘zachte landing’ in alle EU-lidstaten. Zeker 10 lidstaten willen een aanpassing van de vetcorrectiefactoren, maar de Europese Commissie en lidstaten als Frankrijk houden dit tegen. In het laatste quotumjaar is er niet voorzien in 1% quotumuitbreiding, zoals de afgelopen vijf jaren. Op de landbouwraad van 14 april 2014 zal Oostenrijk vragen of na het verdwijnen van het quotum op 1 april 2015, daarmee ook de wettelijke basis voor het innen van superheffing ook niet verdwenen is. Oostenrijk zal ook vragen of het mogelijk is om een betalingsregeling te treffen voor de superheffing over het laatste quotumjaar, namelijk door de betaling uit te smeren over vijf jaar zonder rente in rekening te brengen.
Figuur 4: melkproductie in Frankrijk per kalenderweek in 2011, 2012, 2013 en het gemiddelde van 2008-2013. Bron: FranceAgrimer.
Figuur 5: melkproductieontwikkeling in het Verenigd Koninkrijk (boven) en Groot-Brittannië (onder) tot 29 maart 2014. In week 11/12 nam de melkproductiegroei met 14,8% toe in vergelijking met dezelfde periode van 2013. Bron: DairyCo.
De Verenigde Staten koersten in februari 2014 op 1,4% productiegroei op jaarbasis. In die maand exporteerden de VS 160.510 ton aan zuivelproducten, 19% meer dan in februari 2013. De waarde van deze export was 585,2 miljoen US dollar, 37% meer dan in februari 2013. Op dag-basis was dit de hoogste exportwaarde ooit voor de VS. Op dit moment exporteren de VS 15,9% van hun zuivelproductie, tegen 2,9% import. De VS zijn daarmee een dominante speler op de wereldmarkt. Wat de Amerikaanse melkproductie het afgelopen jaar beperkte, was het aantal koeien. Een van de redenen hiervoor was de afgelopen maanden de relatief hoge vleesprijs, o.a. veroorzaakt door de virusziekte Porcine Epidemische Diarree (PED) in de Amerikaanse varkenshouderij, waardoor de Amerikaanse vleesproductie in 2014 mogelijk met 7% daalt. Maar door de recordhoge prijzen voor Amerikaanse zuivel blijft het aantal slachtingen (zie figuur 6) achter bij die van de vorige jaren. USDA houdt daarom toch rekening met 2% melkproductiegroei in 2014. De figuren 7 en 8 laten zien dat de Amerikaanse boter- en kaasvoorraden relatief beperkt zijn.
Figuur 6: aantal slachtingen van melkvee per week in de Verenigde Staten. Bron: www.milkproducerscouncil.org.
Figuur 7: ontwikkeling van de botervoorraad in de Verenigde Staten. In februari 2014 was de botervoorraad 74.000 ton (31%) kleiner dan in dezelfde maand van 2013. Bron: http://future.aae.wisc.edu.
Figuur 8: ontwikkeling van de kaasvoorraad in de Verenigde Staten. In februari 2014 daalde de voorraad ten opzichte van januari, tegen de gewone seizoentrend in. Bron: http://future.aae.wisc.edu. Vraagontwikkeling
De wereldmarkt wordt sterk bepaald door de macro-economische ontwikkelingen. In Europa is de economische groei minder dan 1%, en Nederland zit daarbij in de achterhoede. De VS laat meer economische groei zien (+3% in oktober 2013). China zit nog steeds op ruim 7% en India op 4,8%. China bleef begin 2014 fors aan de markt: in januari werd 125.000 ton vol melkpoeder geïmporteerd, een maandrecord. In januari 2013 bedroeg de import 77.000 ton. In februari 2014 importeerde China 122.800 ton, tweemaal zoveel als in februari 2013. Zoals eerder aangegeven: de Chinese melkproductie is in 2013 fors gedaald. Precieze cijfers zijn niet te achterhalen; schattingen schommelen van -6 tot -15%. In 2013 kwam de Chinese productie uit op 34,5 miljard kg. In 2011 was dit nog 33,3 miljard kg. USDA verwacht in 2014 een productietoename naar 36,7 miljard kg. Het Amerikaanse ministerie van landbouw USDA verwacht dat China in 2014 25% méér vol melkpoeder gaat importeren, namelijk 650.000 ton tegen ongeveer 520.000 ton in 2013. USDA verwacht dat China in 2014 300.000 ton houdbare vloeibare melk importeert, tegen ongeveer 180.000 ton in 2013 (+67%). USDA verwacht voor 2014 7% toename van de zuivelconsumptie in China naar 38,5 miljard kg. Rusland importeerde in januari 2014 16.608 ton kaas tegen 21.102 in januari 2013 (figuur 9). De EU exporteerde in die maand 59.644 ton tegen 62.551 ton in dezelfde maand van 2013. De verwachting is dat Rusland dit jaar moet blijven kopen om interne tekorten aan te vullen. Maar de politieke crisis in Oost-Europa kan kortstondige effecten gaan hebben.
Figuur 9: kaasimport door de EU, Rusland, Japan, de Verenigde Staten en China in januari 2014 in vergelijking met januari 2013. Bron: Europese Commissie. Figuur 10 geeft een indruk van de verwachte groei van de vraag naar kaas, mager melkpoeder en boter in 2022 ten opzichte van 2012. De mondiale vraag naar kaas zou met 15% groeien. De botervraag neemt met 25% toe. De Chinese vraag naar mager melkpoeder wordt verwacht met een derde te groeien.
Figuur 10: toename van de vraag naar zuivelproducten (kaas, mager melkpoeder en boter) in 2022 ten opzichte van 2012. Bron: Europese Commissie. Cijfers van het Amerikaanse ministerie van landbouw (USDA) geven ook waardevolle informatie over de vraag naar zuivel. Zo blijkt dat de VS in februari 2014 31.264 ton kaas exporteerde, 44% meer dan in dezelfde maand van 2013. De grootste toename van de vraag werd gesignaleerd in Mexico (+46%), Japan (+58%) en Zuid Korea (+43%). De Amerikaanse export naar Saoedi Arabië verdrievoudigde. China kocht in februari 2014 47% meer Amerikaanse weiproducten in vergelijking met februari 2013. De Amerikaanse export van mager melkpoeder daalde vanaf november 2013 wel. De export van lactose was de laatste maanden stabiel. Termijnmarkten De internationale zuivelmarkt is volop in beweging, met dalingen op de GlobalDairyTrade (14% in de laatste maand) en de CME termijnmarkt in Chicago (6% daling van het mei-2014 contract afgelopen week). Zie de onderstaande figuren 11, 12 en 13.
Figuur 11: ontwikkeling van de GlobalDairyTrade index sinds oktober 2003. De laatste twee veilingen, op 18 maart en 1 april 2014, daalde de algemene index met in totaal 14%.
Figuur 12: prijsontwikkeling van het CME Chicago termijncontract voor levering van class III melk in mei 2014. CME Class III is het belangrijkste termijncontract in de mondiale zuivelmarkt. De laatste notering (10 april 2014) is omgerekend ongeveer 34 cent per liter, bij 3,5% vet. bron: www.cme.com.
Figuur 13: ontwikkeling van de prijs van vol melkpoeder op GlobalDairyTrade tot en met 1 april 2014. Bron: www.clal.it. Conclusie China importeerde de eerste maanden van 2014 nog recordhoeveelheden zuivel, maar de aanbodsgroei in Nieuw Zeeland, Europa en VS lijkt nu groot genoeg om de Chinese vraag op dit moment voldoende te bevredigen. Kopers leunen daarom even achterover om pas weer in te stappen als ze denken dat de bodem in de markt is bereikt. Het sentiment speelt een grote rol in de zuivelmarkt. De uitdaging voor de zuivel is om de aanbodsdruk zo beperkt mogelijk te houden. Op het Noordelijk halfrond is dat lastiger, nu het piekseizoen is aangebroken. De prijsdruk wordt voor een deel veroorzaakt door een gebrek aan verwerkingscapaciteit voor melkpoeder, waardoor er meer melk wordt verwerkt in kaas. Zoals bekend wordt er volop geïnvesteerd, maar vooral gericht op 2015. Melkproductiestijging kwam echter een jaar eerder, aangemoedigd door recordprijzen voor melk. De consequentie is nu zichtbaar in duidelijk dalende kaasnoteringen en lagere prijzen voor spotmelk en mager melkconcentraat. Boter en room handhaven zich daarentegen nog. De markt staat nu onder druk, maar er blijven genoeg redenen over waarom de prijsreductie beperkt zal blijven: -
-
-
De voorraden waren begin dit jaar nog klein. Een goed voorbeeld is boter in de VS: de voorraad was in februari ruim 30% kleiner dan twaalf maanden daarvoor. De Amerikaanse kaasvoorraden zijn ook lager dan 12 maanden geleden. Producenten worden beperkt in hun melkproductiegroei. In Australië en Nieuw Zeeland later dit jaar mogelijk door “El Niño”, in delen van de VS door droogte en in de meeste concurrerende landen van Europa, tot 31 maart 2015, door het melkquotum. Als de melkprijs meer onder druk komt, zal het Europese melkquotum nog éénmaal beperkend gaan werken op het melkvolume in een aantal EU-lidstaten, wat de kans op een aanbodschok vanaf april 2015 vergroot. Waarschijnlijk geen zachte landing dus, tenzij de Europese Commissie voor het laatste quotumjaar nog wat doet aan de vetcorrectiefactoren. De economieën van de VS en Europa herstellen zich van vijf jaar economische tegenwind, wat de vraag naar zuivelproductie verder zal gaan stimuleren.
-
-
Ook al sluit Rusland de grens voor westerse zuivelproducten, ook de Russen zullen toch moeten eten. Rusland is een netto importeur van vele landbouwproducten, ook in 2014. De realiteit van de wereldmarkt is dat dezelfde producten dan ‘onzichtbaar’, via andere kanalen, toch hun bestemming vinden, al kunnen er wel kortstondige marktverstoringen zijn. De markt voor granen is vast als gevolg van de onzekere politieke situatie in Oost-Europa. In mei gaat de Europese Unie de importheffingen voor productie uit de Oekraïne flink verlagen. Dat kan het aanbod van granen in Europa doen vergroten. De directe effecten op de zuivelmarkt zijn lastiger in te schatten, maar feit is wel dat Rusland de grens voor Oekraïnse zuivelproducten steeds verder sluit.
Kortom, wat we zien is een prijscorrectie die die op zich niet als een verrassing komt. Dit is een onderdeel van de melkprijscyclus. De markt komt hiermee op een lager niveau dan wat we de laatste zes maanden gewend waren. Maar daarmee zijn de lange termijn verwachtingen voor de internationale zuivelmarkt niet gewijzigd; die blijven positief. Voor melkveehouders telt op dit moment wel dat ze voor de komende tijd moeten anticiperen op lagere marges. Klaas Johan Osinga, LTO Nederland