“Kinderen geloof geven in eigen kunnen” Door allerlei ontwikkelingen in de maatschappij is het van belang om regelmatig te komen tot een reflectie op de identiteit van het katholiek onderwijs. De scholen van SKOSO, Stichting voor Katholiek Onderwijs Sint-Oedenrode, staan steeds voor de vraag hoe zij op een moderne wijze inhoud kunnen geven aan het katholiek onderwijs. • In welke richting moeten de katholieke scholen zich ontwikkelen? • Waarin onderscheidt katholiek onderwijs zich? • Hoe kunnen we daarvoor voldoende daadkracht creëren? • Hoe krijgt het bezieling en vitaliteit? Deze vragen zijn actueel en dienen beantwoord te worden. Dat vraagt van het bestuur, management en leerkrachten dat zij een eigen visie ontwikkelen op de identiteit van de school en het onderwijs dat daar plaatsvindt. We kunnen constateren dat er op de scholen van SKOSO sprake is van een grote mate van betrokkenheid bij de ontwikkeling van de identiteit van de scholen. Tegelijkertijd merken we dat er soms een zekere verlegenheid is om een eigentijdse invulling te geven aan het begrip katholieke identiteit. Het werken aan de identiteit van de katholieke school veronderstelt actief participeren binnen een betekenisvolle gemeenschap en het delen van waarden. De katholieke identiteit is niet een vak apart zoals rekenen en aardrijkskunde, maar doordrenkt in feite het hele onderwijs, in al zijn facetten. Dat komt heel goed tot uitdrukking in het motto van ons onderwijs ”kinderen geloof geven in eigen kunnen”. Dat is de wijze waarop we ons onderwijs trachten vorm te geven. In deze brochure kunt u lezen wat dat betekent voor onze scholen. Wij wensen u veel leesplezier. Frans de Baaij Algemeen directeur SKOSO Wie ben ik eigenlijk? Wat is vandaag de dag nog vanzelfsprekend? Verzuiling, ideologieën, politieke tegenstellingen, kerkelijke scheidslijnen – deze woorden kenmerken een tijd die voorgoed voorbij lijkt. We zijn beland in een geïndividualiseerde, multiculturele samenleving waarin vrijheid centraal staat. We leiden de betekenis van ons bestaan niet meer standaard af van de verbondenheid met een beweging, een politieke partij, een kerk, een club. Maar wat is dan de drijfveer achter ons bestaan? Wat is de bron van waaruit we leven? Wat geeft houvast in ons bestaan? Wie ben ik eigenlijk? Wat is onvervreemdbaar aan mij? Waarin ben ik een unieke persoon? Op allerlei manieren zijn mensen bezig met het zoeken van antwoorden op deze vragen, in religieuze zin of op meer aardse manieren. Het uitpluizen van de stamboom past in dit kader, net als televisieprogramma’s waarin geadopteerde kinderen op zoek zijn naar hun biologische ouders en verwanten. We willen weten uit welk nest we komen, waar onze wortels liggen. Wat voor personen geldt, geldt ook voor organisaties. Een bedrijf of een niet-commerciële instelling kan het zich niet langer permitteren om zomaar mee te draaien in de samenleving. Een organisatie zonder onderscheidend vermogen is gedoemd om ten onder te gaan. Bedrijven trekken zich terug op hun kernactiviteiten, non-profit organisaties formuleren hun missie. Dat geldt ook voor SKOSO.
1
Wat is een katholieke school? Voor katholieke scholen speelde deze vraag naar de eigen identiteit lange tijd niet zo’n grote rol. Het katholieke karakter gaf immers vanzelf vorm aan de school. Ook hier is echter een kentering opgetreden. Terwijl de samenleving ontkerkelijkt, blijft het confessionele onderwijs ongekend populair. Dat vraagt om een uitleg. Katholiek en kerks zijn blijkbaar twee verschillende begrippen. Maar wat is een katholieke school dan eigenlijk? Minder dan eenderde van de Nederlanders is tegenwoordig lid van een kerkgenootschap. Toch bezoekt meer dan tweederde van de kinderen een school op religieuze grondslag. Het confessionele onderwijs heeft dat succes niet behaald door grote concessies te doen aan ouders en leerlingen die geen lid zijn van een geloofsgemeenschap. Nee, de katholieke identiteit verwatert niet. Ouders die zelf niet kerks zijn, waarderen juist het katholieke karakter van de school. Blijkbaar bestaat er een breder religieus besef dan tot uiting komt in kerkbezoek. Veel ouders vinden het belangrijk dat levensbeschouwelijke vragen aan de orde komen in het onderwijs. De katholieke identiteit van een school is geen statisch begrip. Katholicisme kan niet vastgepind worden aan de traditionele volkskerk zoals die enkele decennia geleden bestond. Het kan niet vereenzelvigd worden met een kerkelijke hiërarchie, een catechismus, rituelen, antwoorden. Geloven wordt steeds meer een individueel gebeuren, dat lang niet altijd meer een uitdrukking vindt in wekelijkse kerkbezoek. Bezieling Maar wat houdt katholiciteit in de brede zin van het woord dan in voor ons? Wij leggen het accent op bezieling en op bezield worden: de ervaringsdimensie van het geloven. Het menselijk bestaan kent een Goddelijke dimensie, waarvan we een besef kunnen ontwikkelen. Net achter de direct waarneembare werkelijkheid is er een Goddelijke aanwezigheid. De mens doolt niet doelloos en zinloos rond op deze planeet, want er is een God die alles geschapen heeft en die ieder als persoon kent. Dit klinkt op het eerste gezicht misschien abstract. Wij zijn geen visionaire figuren, wij kunnen niet één-twee-drie spirituele ervaringen benoemen. Maar wij kennen wel bezielende personen, mensen die ons inspireren, mensen die ons uittillen boven onze dagelijkse beslommeringen, mensen die het beste in ons naar boven halen. Mensen die vol vertrouwen op weg zijn naar een betere wereld en die daarvoor de handen uit de mouwen steken. De centrale persoon hierbij is natuurlijk Jezus Christus. Maar er zijn meer personen – zowel binnen als buiten de kerkelijke kaders – die bezield zijn en die ons weer bezielen. Bisschop Bekkers is daar een sprekend voorbeeld van. Of Gandhi. Of Nelson Mandela. Maar ook die vrouw bij ons uit de straat, die op zo’n zonnige manier omgaat met haar gehandicapte zoon. Hoe geven we de katholieke identiteit vorm? We gooien geen kinderen met het badwater weg. Dat we het begrip katholicisme voortdurend herijken wil niet zeggen dat we vertrouwde vormen van geloofsbeleving overboord gooien. Integendeel, het gezamenlijk bidden in de klas, het deelnemen aan vieringen en het lezen van bijbelverhalen nemen een belangrijke plek in op de katholieke basisscholen in Sint-Oedenrode – scholen die allemaal opereren onder de paraplu van SKOSO. Ook het kennisnemen van de geloofsleer vormt een onderdeel van het lesprogramma. Kennis van de bijbel, kennis van religieuze tradities, kennis van christelijke waarden en normen zijn niet zomaar een onderdeel van het lesprogramma. Ze horen bij het hart van het
2
katholieke onderwijs. Elk kind dat één van onze scholen verlaat, krijgt het mee als geestelijke bagage. In de rest van zijn leven kan hij daaruit putten, op de manier die bij hem of haar past. Accenten verschuiven Daarbij blijft het niet. Het onderwijs zelf is volop in verandering en daarmee ook het godsdienstonderricht. De accenten verschuiven naar het opdoen van ervaringen, het actief zoeken naar kennis en het ontwikkelen van vaardigheden zoals samenwerken. Het passief verwerven van kennis staat minder op de voorgrond. We proberen de leerlingen op te leiden tot mondige personen die zelf hun draai kunnen vinden in het leven. Die zelfstandig nadenken over hun plek in de samenleving. Die verantwoordelijkheid nemen voor hun gedrag. Daarom staan we in de klas stil bij de vragen die er echt toe doen. Wat houdt een gelukkig bestaan in? Wat is het wezen van de mens? Waarom is het juist om het ene te doen? Waarom is het laakbaar om het andere te doen? Waaruit bestaat een respectvolle omgang met mensen die anders zijn in uiterlijk, cultuur, geloof, nationaliteit en ras? Waar ligt de toekomst van onze samenleving? En ervaar je iets van het mysterie dat ons bestaan voortdurend omringt? Dergelijke levensthema’s brengen we systematisch aan de orde tijdens lessen godsdienst /levensbeschouwing, op een manier die aansluit bij de belevingswereld van de kinderen. Persoonlijke ontwikkeling Katholicisme in het onderwijs blijft niet beperkt tot typisch religieuze handelingen zoals het bidden in de klas of het deelnemen aan een viering. Het blijft ook niet beperkt tot het stellen van levensbeschouwelijke vragen in de lessen godsdienst/levensoriëntatie. Nee, de katholieke identiteit doordrenkt het hele onderwijs, in al zijn facetten. Dit komt het best tot uitdrukking in het motto van ons onderwijs: “kinderen geloof geven in eigen kunnen”. Dit is de grondhouding van waaruit leerkrachten een relatie aangaan met de leerlingen die aan hun zorg zijn toevertrouwd. Het is een houding die aangeeft dat iedereen de moeite waard is. Iedereen telt mee. Iedereen heeft ook talenten meegekregen, die bijzondere rijkdommen vertegenwoordigen. En deze individuele talenten verdienen het om ontplooid te worden. Maar wel op een manier die past bij het kind. We willen kinderen niet overvragen, maar hen juist stimuleren in het geloof in eigen kunnen. We waken er ook voor om de aandacht te eenzijdig te richten op deze ontwikkeling van individuele vaardigheden. We zoeken telkens naar een balans tussen het ontplooien van individuele vermogens en het ontwikkelen van gemeenschapswaarden. Niemand kan zijn talenten ontwikkelen en zich ontplooien tot een uniek persoon als hij geen verantwoordelijkheid kan dragen voor zijn eigen handelen, als hij geen zorg heeft voor zwakkeren, als hij niet kan samenwerken met anderen, als hij geen respect kan opbrengen voor mensen die anders zijn, als hij geen zorg heeft voor de natuur en de wereld om hem heen. In het onderwijs willen we dan ook álle vermogens in de kinderen aanspreken. Het accent ligt niet alleen op het ontwikkelen van verstandelijke vermogens. Ook het ontplooien van sociale vermogens krijgt volop de aandacht, zoals leren communiceren, organiseren en samenwerken. Net als het naar boven brengen van ieders creatieve vermogens, met name die van de handen. Of lichamelijke vermogens, die aangesproken worden in sport en spel. Ook stimuleren we de spirituele vermogens van kinderen door hen kennis te laten maken met de levensbeschouwelijks dimensie van het bestaan. Kinderen zijn totale mensen, die een totale ontwikkeling verdienen, van hoofd, hart en ziel, en handen.
3
Nestgeur We zijn nu beland in een wereld van heel grote begrippen. Begrippen die weliswaar prachtig klinken, maar die misschien veraf staan van de dagelijkse beleving van het onderwijs. Daarom is het goed om ons te realiseren, dat we niet bezig zijn met iets dat ver boven onze pet ligt. De katholieke identiteit van een school is zo gewoon, dat we er ons vaak niet bewust van zijn. Het is als een nestgeur die we niet meer ruiken omdat ze zo vertrouwd is. Maar juist in die ”nestgeur” zit heel veel verscholen van onze katholieke kernwaarden. Het gaat om een integere manier van omgang met elkaar, een sfeer van warmte, veiligheid en geborgenheid, een verbondenheid met de grotere gemeenschap waar we deel van uitmaken. Een katholieke sfeer die lastig te benoemen is in begrippen, maar die iedereen wel kan ervaren op de scholen van SKOSO. Verder is het goed om te beseffen, dat de katholieke identiteit geen kwestie is van een brochure of een beleidsnota. Het is geen kreet op papier, maar iets dat in de dagelijkse praktijk vorm krijgt door een samenspel van allerlei verschillende personen. Het bestuur formuleert een grote lijn, een directeur neemt een nieuw personeelslid aan, een leerkracht speelt in op een levensbeschouwelijke vraag die een kind heeft – en gemerkt of ongemerkt dragen ze allemaal een steentje bij aan de katholieke identiteit. Daarnaast zijn enkele specifieke partijen betrokken bij de katholieke uitgangspunten van de scholen die zijn aangesloten zijn bij SKOSO, zoals de parochies en de identiteitsbegeleiders van het centrum voor identiteitsbegeleiding. Met zijn allen staan we voor een wereld, waarin er perspectief is voor kinderen en waarin leerlingen telkens nieuwe kansen krijgen. Een perspectief dat ons voedt, dat anderen voedt, en dat de identiteit van de school voedt. Wat betekent dit voor aannamebeleid en personeelsbeleid? Het katholieke karakter van de scholen die zijn aangesloten bij SKOSO behelst geen strenge, dogmatische leer. Maar deze katholieke identiteit is evenmin een loos begrip, zo zal inmiddels duidelijk zijn. Dit blijkt ook uit het aannamebeleid van leerlingen. We sluiten niemand uit. In principe zijn dan ook alle kinderen welkom, ongeacht hun achtergrond of religie. Maar van de kinderen verwachten we wel dat ze participeren aan de activiteiten op levensbeschouwelijk gebied. En van de ouders die hun kind op één van de scholen aanmelden, verwachten we dat zij de katholieke identiteit van die school respecteren. Van personeelsleden verwachten we natuurlijk iets meer. Zij dienen het katholieke karakter van het onderwijs niet alleen loyaal te onderschrijven maar ook te dragen en vorm te geven. In elke akte van benoeming is een bepaling van deze aard dan ook opgenomen. Een intentieverklaring is op zich natuurlijk niet voldoende. Leerkrachten dienen ook voorbereid te zijn op deze taak, bijvoorbeeld door het behalen van het diploma godsdienst/levensbeschouwing aan een opleiding voor leraar basisonderwijs. Soms schieten kennis en vaardigheden tekort om geïnspireerd vorm te kunnen geven aan de katholieke uitgangspunten van de school. In zo’n geval verwacht het bestuur van SKOSO dat de desbetreffende leerkracht deelneemt aan professionele nascholing. Lesgeven op een bezielde en zelfbewuste manier, met geloof in eigen kunnen, is geen genade die ons vanzelf ten deel valt. Daar zullen we ook wat voor moeten doen.
4
Titel van deze brochure:
De katholieke identiteit Ondertitel “Kinderen geloof geven in eigen kunnen”
Uitspraken/citaten die in de tekst van de brochure kunnen worden verwerkt: "Misverstanden met betrekking tot de identiteit van een katholieke basisschool: - identiteit is alleen het katholieke of christelijke b.v. godsdienstonderwijs - identiteit is het exclusieve : katholieken hebben een eigen exclusief pakketje waarden - identiteit is het imago: d.w.z. het beeld dat de school van zichzelf ophangt b.v. alles mooi en goed geformuleerd (bijvoorbeeld in de schoolgids) en de echte identiteit." (Tonnie Poort, Identiteitsbegeleider) "Belangrijk is niet dat we kinderen het geloof leren maar dat we kinderen leren geloven". "Ik ben nog geen enkele school tegen gekomen die het laat bij het leren lezen en schrijven alleen. Leerkrachten hebben grootste plannen: alle talenten aanboren van hun leerlingen, alle dimensies van het kind ontwikkelen, een bijdrage leveren aan en leefbare samenleving waarin de kinderen hun plekje kunnen vinden. Dat is meer dan waartoe de wet ze verplicht. Dat surplus heeft alles te maken met identiteit.” (Tonnie Poort, Identiteitsbegeleider) "Katholiek onderwijs is geen andere onderwijs maar onderwijs vanuit een ideaal dat ertoe doet." “Goed basisonderwijs is onderwijs met een missie, gebaseerd op een duidelijke visie met aandacht voor levensbeschouwelijke ontwikkeling en daarnaast ook voor waarden- en normenontwikkeling ” (Frans de Baaij, algemeen directeur SKOSO)
Colofon: © 2004 Tekst brochure Bronnen
: SKOSO, Stichting voor Katholiek Onderwijs, Sint-Oedenrode : Joost Welten : Strategisch beleidsplan SKOSO 2002-2007 : Nota Identiteit SKOSO 2003 Auteur bronnen : Frans de Baaij M.m.v. : Harriëtte Blankers en Tonnie Poort Vormgeving : Studio Wittenberg Foto’s : Scholen SKOSO
5