Keuzemenu ArbeidsVoorwaarden (KAV) CVO Rotterdam e.o.
Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving
Keuzemenu ArbeidsVoorwaarden (KAV) CVO Rotterdam e.o.
CVO
versie 2.0 oktober 2009
Inhoud
Inleiding
3
Reglement
5
Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11
Doelstelling Begrippenlijst De werkingssfeer Bronnen en doelen Beperkingen ten aanzien van de inzet van bronnen voor doelen Bepalingen van procedurele aard Nadere bepalingen ten aanzien van de doelelementen extra geld en extra vrije tijd Uitsluiting Onvoorziene omstandigheden Wijziging Regeling Inwerkingtreding
5 5 5 6 8 8 9 9 9 9 9
Regeling Pensioensparen (ABP Extra Pensioen)
10
Regeling Fietsenplan
11
Regeling Studiekosten
12
Regeling Internetgebruik
13
Regeling Contributie vakorganisatie
14
Spaarloonregeling
15
Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11
15 15 15 15 16 16 17 17 17 17 17
Artikel 12 Artikel 13
Begripsomschrijvingen Deelname Spaarbedrag Blokkeringstermijn Bestedingsdoeleinden Overeenkomst van levensverzekering Partner Opnemen van de spaarbedragen Overboeking naar een andere rekening Beëindiging van de deelname Al dan niet aanhouden spaarloonrekening bij beëindiging deelname Uitbetaling teruggeboekte spaarbedragen Cessie en bezwaring
18 18
Levensloopregeling
19
Regeling compensatie reiskosten woon- werkverkeer
20
CVO
versie 2.0 oktober 2009
2
Inleiding CVO biedt haar werknemers de mogelijkheid om vanaf 1 januari 2007 het bestaande arbeidsvoorwaardenpakket op maat in te vullen binnen de daartoe geboden kaders van het Keuzemenu Arbeids Voorwaarden (KAV). Dit betekent dat de werknemer bepaalde arbeidsvoorwaarden (bronnen) kan aanwenden om daarmee bij zijn/haar behoefte aansluitende arbeidsvoorwaarden (doelen) te kunnen kopen. Het aantrekkelijke hiervan is dat het voor werknemers mogelijk wordt om het arbeidsvoorwaardenpakket binnen bepaalde grenzen naar eigen wensen en behoeften samen te stellen. De spelregels voor de uitruil van arbeidsvoorwaarden zijn vastgelegd in deze KAV-regeling. Deze KAV-regeling bestaat uit de volgende onderdelen: •
Het reglement Dit is een algemeen gedeelte, waarin zowel de algemene bepalingen staan (de concrete bronnen en doelen en de procedurele bepalingen) als de specifieke bepalingen die niet noodzakelijkerwijs in een aparte regeling behoeven te worden opgenomen. Bedoelde bepalingen gelden derhalve voor alle regelingen.
•
De regelingen Bijlagen bij het reglement met afzonderlijke regelingen, waarin specifieke bepalingen staan, die gelden bij de keuze voor een bepaald doel. Het gaat om de volgende regelingen: •
De regeling Pensioensparen (ABP Extra Pensioen)
•
De regeling Fietsenplan
•
De regeling Studiekosten
•
De regeling Internetgebruik
•
De regeling Contributie vakorganisatie
•
Spaarloonregeling
•
Levensloopregeling
•
Regeling compensatie reiskosten woon – werkverkeer
Binnen het KAV kunnen werknemers bepaalde arbeidsvoorwaarden ruilen. Teneinde het mogelijk te maken tussen bepaalde arbeidsvoorwaarden te kiezen zijn “bronnen” en “doelen” benoemd, waarbij onder bronnen de arbeidsvoorwaarden worden verstaan die door de werknemer ingezet kunnen worden om andere arbeidsvoorwaarden, de doelen, te kopen. Zowel bij de bronnen als bij de doelen kan onderscheid worden gemaakt tussen tijd en geld. Voor de omrekening van tijd naar geld en omgekeerd is een uitruilwaarde bepaald. Deze uitruilwaarde wordt in deze KAV-regeling nader uitgewerkt. Er zijn eveneens regels gesteld voor het kopen en verkopen van arbeidsvoorwaarden. Zo gelden er bepaalde minima en maxima met betrekking tot de keuze voor bronnen en doelen. Op deze regels wordt in deze KAVregeling eveneens nader ingegaan. Uiteraard zijn de werknemers niet verplicht om van het KAV gebruik te maken. Als een werknemer geen aanvraag / formulier indient, behoudt hij/zij het voor hem/haar geldende basispakket arbeidsvoorwaarden, zoals vastgelegd in de CAO voor het Voortgezet Onderwijs en de eigen regelingen van CVO. Eénmaal gemaakte afspraken met betrekking tot bronnen en doelen kunnen binnen het overeengekomen tijdvak in principe niet worden gewijzigd. Een dergelijke bepaling geldt zowel voor CVO als voor de werknemer.
CVO
versie 2.0 oktober 2009
3
Niettemin kunnen zich omstandigheden voordoen dat van een gemaakte en vastgelegde afspraak moet worden afgeweken. Een herziening van de gemaakte afspraak is onder zwaarwegende omstandigheden dan ook mogelijk.
CVO
versie 2.0 oktober 2009
4
Reglement
Artikel 1 Doelstelling CVO streeft ernaar met het toevoegen van het Keuzemenu Arbeids Voorwaarden aan haar arbeidsvoorwaarden, de volgende doelen te bereiken:
Een toonaangevende, maatschappelijk bewuste werkgever voor haar werknemers te zijn, door een concurrerend, onderscheidend en modern arbeidsvoorwaardenpakket toe te voegen aan de bestaande arbeidsvoorwaarden;
Een bijdrage te leveren aan een positief imago.
Het realiseren van (financieel) voordeel voor haar werknemers.
Artikel 2 Begrippenlijst Bron(element): De arbeidsvoorwaarde die door de werknemer ingezet kan worden voor het kopen van een andere arbeidsvoorwaarde, onder de voorwaarden zoals die in dit reglement en de daarop gebaseerde uitvoeringregelingen zijn aangegeven CAO: De CAO voor het Voortgezet Onderwijs Keuzemoment: De maanden waarin de werknemer zijn keuzes bekend maakt voor de volgende keuzeperiode Keuzeperiode: De periode volgend op de keuzeronde, waarin de keuzes van werknemer worden uitgevoerd Keuzeformulier: Het formulier waarmee de werknemer voor een deel van de regelingen een aanvraag kan indienen voor gebruikmaking van het KAV Peildatum: 1 januari van enig jaar Doel(element): de arbeidsvoorwaarde die de werknemer kan verkrijgen door het inzetten van daartoe gesepareerde bronnen, onder de voorwaarden zoals die in dit reglement en de daarop gebaseerde regelingen zijn aangegeven Regeling KAV: Regeling Keuzemenu Arbeids Voorwaarden (KAV) Regelingen: een nadere uitwerking van regelingen waarin specifieke bepalingen zijn opgenomen ten aanzien van bepaalde doeleinden Bruto jaarsalaris: Het voor de werknemer geldende vaste bruto jaarsalaris, inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering Uurwaarde: Het bruto jaarsalaris (= bruto maandsalaris x 12, inclusief pensioenpremie en exclusief vakantiegeld en exclusief eindejaarsuitkering) gedeeld door 1659 x WTF. Werkgever: Vereniging van Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam e.o. (CVO). Werknemer: Degene die op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is bij de werkgever
Artikel 3 De werkingssfeer
De Regeling KAV staat open voor alle werknemers die een dienstverband bij werkgever hebben.
Werknemers met een parttime dienstverband kunnen in principe naar evenredigheid van hun parttime percentage een beroep doen op de afspraken zoals neergelegd in de Regeling KAV.
Ten aanzien van werknemers met een tijdelijk dienstverband geldt, dat door deze werknemers gemaakte keuzes de looptijd van het dienstverband niet mogen overstijgen.
In de als bijlagen opgenomen regelingen kunnen nadere voorwaarden ten aanzien van deelname worden opgenomen.
CVO
versie 2.0 oktober 2009
5
Artikel 4 Bronnen en doelen Tijdbronnen
Vakantieverlof: alle bovenwettelijke uren (>160, rekening houdend met de conform art. 14.2 lid 3 van de CAO VO 2008-2010, alsmede alle aanvullingen en wijzigingen die deze CAO ondergaat, vastgestelde dagen en/of periodes bij een fulltime dienstverband), peildatum 1 januari (OOP).
Vergoeding in tijd als compensatie voor het overschrijden van de overeengekomen arbeidsduur.
Gewerkte uren boven de gegarandeerde betrekkingsomvang (WTF).
Geldbronnen
Brutoloon: het vaste loon exclusief fiscale regelingen.
Vakantieuitkering: het gedeelte van de vakantieuitkering dat uitgaat boven het bedrag waar de werknemer op grond van het Burgerlijk Wetboek of op grond van de geldende CAO recht heeft.
Vergoeding in geld voor gewerkte uren boven de gegarandeerde betrekkingsomvang (WTF).
(Extra) eindejaarsuitkering: maximaal de in de keuzeperiode als eindejaarsuitkering te ontvangen vergoeding.
Tijddoelen
Vakantie uren Extra vakantie-uren kunnen worden bijgekocht om langer vakantie te kunnen genieten. In totaal mag per jaar vier maal de overeengekomen arbeidsduur per week worden ingekocht voor extra vakantie. De voorwaarde is dat de gekochte verlofdagen in het jaar waarvoor de keuze geldt, worden opgenomen.
Levensloopsparen De werknemer kan bronnen inzetten ten behoeve van de financiering van onbetaald levensloopverlof. De inleg uit de gekozen bronnen wordt gestort op een op naam van de werknemer gestelde, geblokkeerde rekening.
Pensioensparen (ABP Extra Pensioen) Werknemers kunnen binnen de daarvoor geldende fiscale grenzen en in overeenstemming met de regels van het ABP, extra pensioen kopen om eerder te kunnen stoppen met werken of om na de pensionering een hogere uitkering te kunnen ontvangen.
Gelddoelen
Spaarloonregeling De werknemer kan bronnen inzetten ten behoeve van deelname aan de spaarloonregeling binnen het kader van de fiscale regelgeving.
Fietsenplan De werknemer kan bronnen inzetten ten behoeve van de financiering van de aanschaf van een fiets binnen het kader van de fiscale regelgeving.
CVO
versie 2.0 oktober 2009
6
Studiekosten De werknemer kan bronnen inzetten om de kosten van een studie of opleiding op fiscaalvriendelijke wijze te financieren. Inzet van de bronnen is mogelijk tot het bedrag dat de werkgever op grond van de Wet op de loonbelasting 1964 onbelast zou kunnen vergoeden. De vergoeding kan alleen worden uitbetaald aan de hand van door de werknemer ingediende declaraties.
Internetgebruik De werknemer kan bronnen inzetten om de kosten van internetgebruik (abonnement / provider) op fiscaal vriendelijke wijze te financieren. Inzet van de bronnen is mogelijk tot het bedrag dat de werkgever op grond van de Wet op de loonbelasting 1964 onbelast zou kunnen vergoeden.
Contributie vakorganisatie De werknemer kan bronnen inzetten om daarmee onbelast de contributie van de vakorganisatie te financieren. Inzet van de bronnen is mogelijk tot het bedrag dat de werkgever op grond van de Wet op de loonbelasting 1964 onbelast zou kunnen vergoeden.
Regeling compensatie reiskosten woon - werkverkeer De werknemer kan binnen daartoe door de fiscus gestelde voorwaarden, bronnen inzetten om de kosten van woon – werkverkeer die niet al op een andere wijze zijn vergoed, te compenseren.
CVO
versie 2.0 oktober 2009
7
Artikel 5 Beperkingen ten aanzien van de inzet van bronnen voor doelen:
Van de tijdbronnen mag maximaal totaal 20% van de voor werknemer geldende contractuele arbeidsduur ingebracht worden in de regeling. Ook na uitruil van de dagen dient minimaal vier keer het aantal werkdagen per week aan verlof te resteren.
Van de geldbronnen mag maximaal 20 % van het geldende bruto jaarsalaris in de regeling worden ingebracht. Door het inzetten van geldbronnen mag het bruto jaarsalaris van de werknemer nooit onder het minimumloon geraken.
De inzet ten behoeve van de doelen levensloopsparen, ophoging pensioen, spaarloon alsmede fietsenplan is gebonden aan fiscale maxima. Deze fiscale maxima zijn opgenomen in de bijbehorende uitvoeringsregelingen. Nadien doorgevoerde wijzigingen daarin worden te allen tijde in acht genomen.
Op grond van bedrijfseconomische redenen kan werkgever een collectief verzoek doen aan de werknemers om uren te kopen of te verkopen.
Artikel 6 Bepalingen van procedurele aard
De werknemer kan éénmaal per jaar zijn/haar keuzes schriftelijk kenbaar maken aan werkgever.
In de aanvraag vermeldt de werknemer voor de komende deelnameperiode uit welke bronelementen wordt gespaard. Tevens wordt hierbij aangegeven of een eventuele inhouding maandelijks of éénmalig plaats vindt.
De werknemer levert de aanvraag bij werkgever in op het geldende keuzemoment.
Als keuzemoment geldt de periode van oktober / november.
Het genoemde keuzemoment is niet van toepassing bij een eerste indiensttreding buiten die periode; in die situatie gelden de gemaakte keuzes voor het resterende deel van de geldende deelnameperiode.
Als er verschil bestaat tussen de totale actuele waarde van de gekozen bronnen en doelen, dan mag werkgever dit verschil verrekenen met het maandsalaris van werknemer.
Werkgever kan de voorgelegde keuze afwijzen op de volgende procedurele gronden:
De aanvraag is niet tijdig ingediend.
Niet alle bescheiden zijn overlegd.
De voorgestelde keuze is in strijd is met de bepalingen in de betreffende regeling dan wel wettelijke / fiscaal-technische bepalingen.
Op grond van zwaarwegend instellings- / schoolbelang.
Ingeval werkgever een gemaakte keuze afwijst, geschiedt dit schriftelijk onder opgave van redenen.
Na verkregen instemming kan een keuze in principe niet meer worden gewijzigd. Niettemin kunnen werkgever en werknemer samen van deze afspraak afwijken. Een herziening van de afspraak is onder zwaarwegende omstandigheden mogelijk.
Een aanvraag voor vergoeding in het kader van het fietsenplan wordt in de maand mei uitbetaald. Dit in verband met beoordeling van de 3-jaarstermijn. Aanschafkosten fiets kunnen dan worden verrekend met de uitbetaling vakantie-uitkering hetgeen financieel aantrekkelijk is.
Een aanvraag voor belastingvoordeel inzake vakbondscontributie wordt verwerkt in de maand december.
Een aanvraag voor uitruil van eindejaarsuitkering voor compensatie kosten woon - werkverkeer wordt verwerkt in de maand december.
CVO
versie 2.0 oktober 2009
8
Artikel 7 Nadere bepalingen ten aanzien van de doelelementen extra geld en extra vrije tijd
Indien de werknemer binnen de deelnameperiode kiest voor het doelelement extra vrije tijd dan vindt verrekening plaats via de salarisadministratie en de bestaande urenregistratie.
De keuze voor het tijddoel extra vrije uren leidt tot een vermindering van de jaartaak en tot een maandelijkse verlaging van het salaris in de betreffende deelnameperiode.
Artikel 8 Uitsluiting De gevolgen in heffing van loon- en inkomstenbelasting, sociale zekerheid en pensioenopbouw door de inzet van bronnen komen voor rekening van de werknemer en zullen niet door werkgever gecompenseerd worden. Artikel 9 Onvoorziene omstandigheden Indien zich situaties voordoen waarin de regeling niet voorziet, beslist werkgever binnen de kaders gesteld door wet en de alsdan geldende CAO en overigens met inachtneming van de eisen gesteld door redelijkheid en billijkheid. Artikel 10 Wijziging Regeling Werkgever behoudt zich het recht voor om eenzijdig de Regeling KAV en / of daarmee samenhangende regelingen te wijzigen, bijvoorbeeld indien sprake is van herziening van de onderliggende wettelijke / fiscale regels. Artikel 11 Inwerkingtreding Deze versie 2.0 van de Regeling KAV treedt in werking per 1 januari 2009.
CVO
versie 2.0 oktober 2009
9
Regeling Pensioensparen (ABP Extra Pensioen)
Doel regeling De werknemer kan via het ABP extra pensioen sparen voor een aanvulling op het ouderdomspensioen voor een hogere pensioenuitkering en / of voor vervroegd uittreden.
Bronnen Met inachtneming van het in deze regeling bepaalde kan de werknemer de in de Regeling KAV geformuleerde bronnen inzetten.
Inhoud regeling De inhoud van de regeling is beschreven in de ABP Extra Pensioen Regeling.
De aanvraag Het verzoek om deel te nemen aan de regeling ABP Extra Pensioen wordt ingeleid door middel van een aanmeldingsformulier. Het ABP controleert of deelname niet leidt tot fiscale bovenmatigheid.
Opening rekening Het ABP opent voor een deelnemer een rekening bij het ABP pensioenfonds, alwaar de gealloceerde bronnen worden gestort en beheerd.
Uitdiensttreding Bij uitdiensttreding naar een organisatie die niet is aangesloten bij het ABP, kan de werknemer het ABP extra pensioen meenemen. De werknemer kan er niet meer voor inleggen.
Wijziging regeling Wijzigingen zijn conform wijzigingen in het Pensioenreglement van het ABP en de fiscale wetgeving.
CVO
versie 2.0 oktober 2009
10
Regeling Fietsenplan
Inhoud regeling De werknemer in staat stellen de aanschaf van een fiets fiscaal vriendelijk te financieren binnen het kader van de fiscale regelgeving. De faciliteit is gemaximeerd op een bedrag van Euro 749 per drie jaar *).
Bronnen Met inachtneming van het in deze regeling bepaalde kan de werknemer de in de Regeling KAV geformuleerde bronnen inzetten.
Verklaring De werknemer dient bij de aanvraag schriftelijk te verklaren dat de fiets grotendeels (dat wil zeggen voor meer dan de helft van het aantal dagen dat hij gewoonlijk van zijn woning naar zijn werk reist) wordt gebruikt voor het woon-werkverkeer.
Aanvraag tot deelname aan de regeling Indien de werknemer wil deelnemen aan de fietsregeling overlegt hij vooraf met CVO of toestemming voor deelname zal worden verkregen, gelet op het gebruik mede ten behoeve van woon-werkverkeer. De werknemer maakt zelf de keuze bij welke leverancier hij de fiets en eventuele accessoires wenst aan te schaffen. De werknemer schaft de fiets aan, betaalt deze en levert binnen één maand na aankoop de originele, op naam gestelde en gespecificeerde aankoopnota in bij de afdeling PSA uiterlijk 1 april van een jaar voor de verrekening met eventueel vakantiegeld in verband met de salarissen van mei volgend hierop. De afdeling PSA zorgt voor de administratieve verwerking.
Fiscale voorwaarden voor een onbelaste fietsvergoeding De volgende voorwaarden gelden: a)
de fiets en de eventuele bijbehorende accessoires worden door de werknemer aangeschaft en betaald. De werknemer overhandigt aan de afdeling PSA de aankoopnota. De salarisadministratie bewaart de aankoopnota bij de loonadministratie *).
b)
de werknemer verklaart de fiets mede te gebruiken voor het woon-werkverkeer. Werkgever dient hier eveneens voor te tekenen. Deze verklaring, opgenomen in het contract, wordt ook bewaard bij de loonadministratie en moet bij een eventuele controle door de belastingdienst worden overlegd *).
Hernieuwde deelname Degene die gebruikmaakt van deze regeling dient er rekening mee te houden dat dit volgens de thans geldende regelgeving slechts één keer per drie jaar mogelijk is. Na drie jaar kan hij opnieuw een aanvraag indienen (ervan uitgaande, dat de fiscale regels dan nog hetzelfde zijn).
*) Zie voor de meest actuele regeling: www.belastingdienst.nl
CVO
versie 2.0 oktober 2009
11
Regeling Studiekosten Doel regeling De werknemer in staat stellen de kosten van een studie of opleiding fiscaal vriendelijk te financieren. De studie of opleiding dient gericht te zijn op een goede functievervulling nu en in de toekomst, of gericht te zijn op de loopbaanontwikkeling van de werknemer. Kosten die verband houden met een werk- of studeerkamer, daaronder begrepen de inrichting, worden niet vergoed. Kosten van binnenlandse reizen kunnen worden vergoed tot het fiscaal toegestane maximum.
Bronnen Met inachtneming van het in deze regeling bepaalde kan de werknemer de in de Regeling KAV geformuleerde bronnen inzetten. Zie eveneens de alsdan geldende CAO VO
Vergoeding De vergoeding kan alleen worden uitbetaald aan de hand van door de werknemer ingediende declaraties.
Aanvraag tot deelname aan de regeling Indien de werknemer wil deelnemen aan deze regeling overlegt hij vooraf met werkgever of toestemming voor deelname zal worden verkregen, gelet op het gebruik ten behoeve van een goede functievervulling.
Tussentijdse beëindiging van de studie Bij voortijdige beëindiging van de studie of opleiding zijn de fiscale gevolgen voor rekening van de werknemer.
CVO
versie 2.0 oktober 2009
12
Regeling Internetgebruik Doel regeling De werknemer in staat stellen een belastingvrije vergoeding te verwerven ter financiering van internetkosten.
Vergoeding Als de werknemer een internetaansluiting voor meer dan 10% in het kader van zijn dienstbetrekking gebruikt, kan de werknemer voor een onbelaste vergoeding in aanmerking komen.
Aanvraag tot deelname aan de regeling Indien de werknemer wil deelnemen aan deze regeling overlegt hij vooraf met werkgever of toestemming voor deelname zal worden verkregen, gelet op het gebruik ten behoeve van het werk.
CVO
versie 2.0 oktober 2009
13
Regeling Contributie vakorganisatie
Doel regeling De werknemer in staat stellen onbelast de contributie van de vakorganisatie te voldoen.
Bronnen Met inachtneming van het in deze regeling bepaalde kan de werknemer de in Regeling KAV geformuleerde bronnen inzetten.
Vergoeding De werknemer kan bronnen inzetten om daarmee onbelast de contributie van de vakorganisatie te financieren. Inzet van de bronnen is mogelijk tot het bedrag dat de werkgever op grond van de Wet op de loonbelasting 1964 onbelast zou kunnen vergoeden.
Aanvraag tot deelname aan de regeling Het verzoek om gebruik te maken van de vermindering loonheffing op dit onderdeel wordt ingeleid door middel van een daartoe bij de vakorganisaties te verkrijgen formulier.
CVO
versie 2.0 oktober 2009
14
Spaarloonregeling *)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen •
Deelnemer: de werknemer die deelneemt aan de spaarloonregeling
•
Spaarbedrag: het bedrag dat de deelnemer overeenkomstig de bepalingen van deze spaarloonregeling aan tijd / - geldbronnen inzet
•
Spaarloonrekening: de ten name van de deelnemer geopende bijzondere spaarrekening waarop het spaarbedrag wordt bijgeschreven en waarop uitsluitend het spaarbedrag en de daarop gekweekte rente mag staan
•
Financiële instelling: ING, Fortis Bank, Centraal Beheer Achmea.
Artikel 2 Deelname 1.
De spaarloonregeling staat open voor alle werknemers die op 1 januari van het jaar waarin wenst te worden deelgenomen aan de regeling, in dienst zijn van de werkgever en die tevens de algemene heffingskorting genieten.
2.
Deelname aan zowel de levensloopregeling als de spaarloonregeling tegelijkertijd is niet toegestaan. Jaarlijks moet een keuze voor één van beide regelingen worden uitgesproken.
3.
Deelnemer wordt men door het invullen en ondertekenen van een daarvoor bestemd aanmeldingsformulier.
Artikel 3 Spaarbedrag 1.
Het spaarbedrag bedraagt minimaal € 25 per maand met een maximum per kalenderjaar van het in artikel 31, eerste lid, onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 genoemde bedrag. Op 1 januari 2009 is dit een bedrag van € 613 *) .
2.
Het spaarbedrag wordt door werkgever op de spaarloonrekening van de deelnemer gestort.
Artikel 4 Blokkeringstermijn
1.
Alle in enig kalenderjaar gestorte spaarbedragen dienen, gerekend vanaf 1 januari volgend op de datum van storting, gedurende een termijn van 48 maanden ononderbroken op de spaarloonrekening te blijven staan.
2.
Het bepaalde in lid 1 geldt niet, indien het spaarbedrag wordt aangewend ten behoeve van een van de in artikel 5 bedoelde bestedingsdoeleinden.
*) Zie voor de meest actuele regeling: www.belastingdienst.nl
CVO
versie 2.0 oktober 2009
15
Artikel 5 Bestedingsdoeleinden
Als bestedingsdoeleinden worden erkend*): a.
Uitgaven ter verwerving van een tot hoofdverblijf dienende eigen woning door de deelnemer of zijn echtgenoot. Als zodanig wordt tevens aangemerkt het lidmaatschap van een coöperatie, waarvan de leden enkel op grond van hun lidmaatschap het recht van uitsluitend gebruik hebben van een aan de coöperatie in eigendom toebehorend gebouw, dan wel van een afzonderlijk gedeelte van een zodanig gebouw. De hiervoor bedoelde uitgaven mogen niet gefinancierd zijn door een hypothecaire lening;
b.
Premies of koopsommen verschuldigd ingevolge een door de deelnemer of zijn echtgenoot gesloten overeenkomst van levensverzekering, waarbij een kapitaaluitkering bij in leven zijn is verzekerd, dan wel een lijfrente als bedoeld in de artikelen 3.124, letter b en 3.125, eerste lid, letters a en c van de Wet op de inkomstenbelasting 2001;
c.
Starten eigen bedrijf (niet zijnde een BV);
d.
Vrijwillige premie ingevolge van pensioenregeling;
e.
Studiekosten;
f.
Eigen bijdrage kinderopvang;
g.
Opname onbetaald verlof;
h.
Kosten procedure Erkenning Verworven Competenties (EVC-procedure).
Artikel 6 Overeenkomst van levensverzekering
1.
Een overeenkomst van levensverzekering moet: a.
zijn aangegaan met een levensverzekeraar in de zin van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf;
b.
voldoen aan artikel 1 van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf;
c.
zijn gesloten op het leven van de deelnemer of op dat van zijn echtgenoot, of op dat van een kind, voor wie de deelnemer of zijn echtgenoot ingevolge de Algemene kinderbijslagwet recht op kinderbijslag heeft op 1 januari van het jaar, waarin de premie is voldaan, of dat zelf recht heeft op studiefinanciering ingevolge de Wet op de studiefinanciering;
d.
voorzien in een looptijd van tenminste vier jaren, voor zover het tijdstip van uitkering niet wordt bepaald door het overlijden van verzekerde.
2.
De polis moet onbezwaard deel uitmaken van het vermogen van de deelnemer of zijn echtgenoot.
*) Zie voor de meest actuele regeling: www.belastingdienst.nl
CVO
versie 2.0 oktober 2009
16
Artikel 7 Partner
In de artikelen 5 en 6 wordt onder echtgenoot mede begrepen de partner met wie de deelnemer duurzaam een gezamenlijke huishouding voert en beschikt over een notarieel samenlevingscontract.
Artikel 8 Opnemen van de spaarbedragen
1.
Voor het opnemen van spaarbedragen, die korter dan 48 maanden op de spaarloonrekening hebben gestaan, is goedkeuring vereist van werkgever. De op te nemen spaarbedragen worden teruggeboekt naar de centrale rekening op naam van CVO, tenzij het spaarbedrag wordt aangewend voor bestedingsdoeleinden als bedoeld in artikel 5.
2.
Het opnemen van spaarbedragen zal steeds geschieden ten laste van de laatste storting of, indien deze niet toereikend is, tevens ten laste van de voorlaatste en zo vervolgens.
Artikel 9 Overboeking naar een andere rekening
De spaarbedragen, die gedurende vier volle jaren op de spaarloonrekening hebben uitgestaan, worden gestort op een renterekening bij de financiële instelling. Ook de verkregen rente wordt op deze renterekening geboekt. Deze bedragen zijn vrij opneembaar.
Artikel 10 Beëindiging van de deelname
De deelname aan deze spaarloonregeling eindigt: a.
door beëindiging van het dienstverband;
b.
door overlijden van de deelnemer;
c.
door opzegging door de deelnemer, hetwelk slechts kan geschieden per de eerste dag van een kalendermaand, met een opzegtermijn van twee kalendermaanden.
Artikel 11 Al dan niet aanhouden spaarloonrekening bij beëindiging deelname
Bij beëindiging van de deelname zal naar keuze van de deelnemer respectievelijk de nabestaande(n): a.
de spaarloonrekening worden aangehouden;
b.
de spaarloonrekening worden opgeheven, in welk geval dat gedeelte van de spaarbedragen, dat niet gedurende tenminste vier jaar op de spaarloonrekening heeft gestaan, wordt teruggeboekt naar de centrale rekening op naam van werkgever.
CVO
versie 2.0 oktober 2009
17
Artikel 12 Uitbetaling teruggeboekte spaarbedragen
De naar de centrale rekening teruggeboekte spaarbedragen, als bedoeld in de artikelen 9 en 11 zullen aan de deelnemer respectievelijk de nabestaande(n) worden uitbetaald, onder inhouding van de dan verschuldigde loonheffing en premies.
Artikel 13 Cessie en bezwaring
Het is de deelnemer niet toegestaan het tegoed van zijn spaarloonregeling geheel of gedeeltelijk over te dragen, in pand te geven of op enige wijze te bezwaren.
CVO
versie 2.0 oktober 2009
18
Levensloopregeling
Hiervoor wordt verwezen naar het reglement en de preambule Levensloop, zoals die voor CVO is vastgesteld.
CVO
versie 2.0 oktober 2009
19
Regeling compensatie reiskosten woon – werkverkeer
Doel regeling De werknemer in staat stellen de kosten die gemaakt worden voor woon – verkeer en die niet op een andere wijze reeds zijn vergoed, fiscaal vriendelijk te compenseren.
Bronnen Met inachtneming van het in deze regeling bepaalde kan de werknemer de in de Regeling KAV geformuleerde bronnen inzetten.
Vergoeding De werknemer kan bronnen inzetten om daarmee onbelast een vergoeding te krijgen voor de door hem/haar gemaakte kosten in verband met woon – werkverkeer, die niet al op andere wijze binnen de kaders van de alsdan geldende CAO-VO of fiscale regelingen, zijn vergoed.
Aanvraag tot deelname aan de regeling Het verzoek om in aanmerking te komen voor deze regeling dient schriftelijk te worden ingediend. De werknemer ontvangt daartoe in november een formulier waarop de vanuit de administratie bekend zijnde gegevens reeds zijn ingevuld. De werknemer dient op het formulier de ontbrekende gegevens verder in te vullen en na ondertekening tijdig te retourneren.
CVO
versie 2.0 oktober 2009
20
CVO Goudsesingel 14a 3011 KA Rotterdam Postbus 22421 3003 DK Rotterdam T [010] 217 13 99 F [010] 411 42 78 www.cvo.nl