Projectplan Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken
Titel projectplan:
Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken
Cluster:
Goederenvervoer
Versie 3.0
Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 1 Beheer: TUE
INHOUDSOPGAVE
1 2 3
4
5
6
7
Samenvatting............................................................................................................... 3 Inbedding TRANSUMO ............................................................................................. 5 Probleemstelling.......................................................................................................... 6 3.1 Maatschappelijke en wetenschappelijke uitdaging ............................................. 6 3.2 Bijdrage aan de probleemstelling van het betreffende cluster ............................ 7 3.3 Inbedding in literatuur en relaties met lopend onderzoek ................................... 7 Aanpak, beoogde resultaten en output in meetbare doelstelling................................. 8 4.1 Doelstellingen van het project,............................................................................ 8 4.2 Aanpak ................................................................................................................ 9 4.3 Bijdrage aan de doelstellingen van Transumo .................................................. 10 4.4 Versterking van de tripartiete kennisinfrastructuur op mobiliteitsgebied......... 11 4.5 Realisatie projectdoelstellingen......................................................................... 11 Projectactiviteiten Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken............................ 12 5.1 Introductie ......................................................................................................... 12 5.2 Case 1: Friesland Foods en Nabuurs ................................................................. 13 5.3 Case 2: Merba.................................................................................................... 14 5.4 Case 3: Albert.................................................................................................... 15 5.5 Kennisproject 1: agent gebaseerde operationele ketensynchronisatie .............. 16 5.6 Kennisproject 2: tactisch ketenontwerp en-synchronisatie ............................... 17 5.7 Kennisproject 3: multi-channel synchronisatie ................................................. 17 5.8 Kennisproject 4: Transitiemanagement van tactische en operationele netwerksynchronisatie................................................................................................... 19 5.9 Planning en fasering activiteiten in 2005/2006 ................................................. 20 Verantwoording van het onderzoek .......................................................................... 20 6.1 Relatie van dit project met proeftuinen ............................................................. 20 6.2 Inzet transitiewetenschappers............................................................................ 20 6.3 Noodzaak steun TRANSUMO.......................................................................... 20 6.4 Samenwerkingsverband participanten............................................................... 21 6.5 Projectorganisatie .............................................................................................. 22 Kennisverspreiding.................................................................................................... 23
Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 2 Beheer: TUE
1
Samenvatting
Voor grote internationaal opererende ondernemingen is de toename van de complexiteit van het beheersen van hun netwerk enorm. Ten eerste vormen de steeds korter wordende product levenscycli in combinatie met de lange procesdoorlooptijden een enorme uitdaging voor managers. Ten tweede, steeds meer bedrijven besteden delen van hun fabricage- en assemblageactiviteiten uit, waardoor er een web ontstaat van juridisch-economisch onafhankelijke partijen. De betrokken bedrijven zijn daardoor vooral gericht op lokale optimalisatie en ‘gaming’ in plaats van het optimaliseren van het gehele netwerk. De strijd is niet meer tussen bedrijven maar tussen ketens van bedrijven. Zoals Charles Fine van MIT in 1998 aangeeft in zijn boek Clockspeed: “Competitief voordeel wordt bepaald door hoe goed een bedrijf in staat is om een dynamisch web van relaties te managen dat door haar keten loopt van toeleveranciers, alliantiepartners, distributeurs en klanten. Er is duidelijk een behoefte naar nieuwe werkwijzen en ondersteuning voor het oplossen van de problemen die hieruit voortkomen. Kennisontwikkeling op het gebied van ketens kan vanuit meerdere invalshoeken worden benaderd. In dit project richten we ons met name op ketensynchronisatie. Dat wil zeggen op het zodanig afstemmen van productie en distributie op de onzekere marktvraag, dat zoveel als mogelijk efficiënte goederenstromen ontstaan, die voldoen aan in de markt vereiste operationele leverprestaties en aan sociale en ecologisch wenselijke voorwaarden (zoals besparing van transport uit milieuoptiek) en die passen binnen de fysieke en maatschappelijke context (ruimtelijke inrichting en bereikbaarheid). De inrichting van de keten op basis van ketensynchronisatie heeft grote gevolgen voor de vraag naar transport en de aansturing van deze stromen. Deze zienswijze is ook een fundamenteel andere zienswijze dan de tot nu toe vaak gebruikelijke inrichting van ketens. Het nut van ketensynchronisatie is inmiddels aangetoond door middel van een aantal pilots tussen consumentengoederenfabrikanten en retailers. Daarnaast zijn de ketensynchronisatie principes uitermate succesvol toegepast in de High Volume Electronics Supply Chain in het kader van Collaborative Planning. Uit eerder onderzoek bleek dat de volgende factoren voorwaardelijk te zijn voor ketensynchronisatie: • samenwerking en tegelijkertijd ruimte laten voor concurrentie • transparantie in de keten en tegelijkertijd ruimte laten voor ‘privacy’ • nieuwe besturingsconcepten • implementatie van deze nieuwe besturingsconcepten middels gedistribueerde en gekoppelde informatiesystemen • opleiding en training van organisaties om de nieuwe werkwijzen te operationaliseren • aanvaardbare verrekening van kosten en baten. Nu is het zaak om op basis van deze resultaten nieuwe methoden en tools te ontwikkelen voor het beheersen en plannen van netwerken van bedrijven. Het ontwikkelen van gedistribueerde en gekoppelde informatiesystemen op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten in de problematiek van het efficiënt en effectief aansturen en uitvoeren van productie- en distributieprocessen in ketens kan een belangrijke bijdrage leveren aan de positie van Nederland als regisseur van wereldwijde goederenstromen. Tevens ligt hier de mogelijkheid om de kennis en kunde van MKB-toeleveranciers van producten en (logistieke) diensten op het gebied van Supply Chain Management te vergroten en daarmee het industrieel systeem in Nederland sterker te verankeren op basis van een superieure systeemprestatie. De nadruk zal met betrekking tot kennisvelden primair liggen bij Planning & Control (rekening houdend met in- en externe variabelen) en in tweede instantie bij Transitie, waarbij die transitie zich ook uitstrekt tot duurzame samenwerking tussen (concurrerende) partijen in de keten. Het doel van het project is om innovatieve methoden en gereedschappen voor de beheersing van ketens te ontwikkelen en te beproeven in een aantal industrieën aan de hand waarvan Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 3 Beheer: TUE
bedrijven beter in staat zijn productie- en distributiemiddelen efficiënt te gebruiken, een hogere customer service prestatie te realiseren naar hun klanten toe en uiteindelijk een solide en hogere winstgevendheid te realiseren. De ontwikkeling van deze innovatieve methoden en gereedschappen zal leiden tot nieuwe wetenschappelijke inzichten op het gebied van operationele beheersing van bedrijfsprocessen, nieuwe modellen en nieuwe algorithmen, en daarmee tot publicaties in internationale wetenschappelijke toptijdschriften. Het kernwoord in de ontwikkeling en toepassing van deze methoden en gereedschappen is ketensynchronisatie. Naast de ontwikkeling en toepassing van nieuwe operationele netwerkbeheersingsmethoden zal ook aan de hand van de ervaringen met de implementatie van deze methoden kennis worden ontwikkeld over het borgen van deze nieuwe wijze van operationele samenwerking tussen meerdere onafhankelijke juridische entiteiten, c.q. ondernemingen en overheden. De uitdagingen zijn als volgt samen te vatten: Maatschappelijk Vergroten van innovatief vermogen van het bedrijfsleven in logistieke netwerken
Bevorderen van de concurrentiepositie van de (Nederlandse) industrie Verbetering van de beladingsgraad van transportmiddelen door slimmer gebruik van capaciteiten Transitie van organisaties van een wijze van werken gericht op locale optimalisatie naar een werkwijze gericht op integrale optimalisatie
Wetenschappelijk Ontwikkelen van vernieuwende methoden en algorithmes voor operationele en tactische beheersing van netwerken (met toegenomen complexiteit en relaxatie van aannames). Uitbreiding van diversiteit aan partijen betrokken bij ketensynchronisatie (verladers, dienstverleners, handelsbedrijven) Ontwikkelen van nieuwe gereedschappen (software) ter ondersteuning van operationele en tactische netwerkbeheersing Aanpak voor transitie van ontwerp naar realisatie voor deze nieuwe methoden en gereedschappen
Voor bedrijven zijn de resultaten als volgt samen te vatten: - een methode voor het verbeteren van tactische en operationele beheersing - vermindering van logistieke kosten, verbeterd serviceniveau en daarmee samenhangend een vergrote winstgevendheid op de kortere termijn door toepassing van deze methoden - verbeterd concurrentievermogen van bedrijfsleven in samenhang met beheerste groei waarbij milieu-effecten expliciet onderdeel zijn van beheersingsbeslissingen. - personeel dat in staat is om operationele netwerkrelaties effectief en efficiënt te ontwikkelen en te onderhouden. In het project wordt kennis ontwikkeld in samenwerking met bedrijven. Deze cases dienen ter verzameling van input over de toepassingsmogelijkheden van bestaande kennis, methoden en middelen en het identificeren van gaps daarin. Deze cases worden uitgevoerd door middel van met name afstudeerprojecten. Op basis hiervan wordt nieuwe inhoudelijke en implementatiekennis ontwikkeld, die wordt vertaald in methoden en ondersteunende middelen en vervolgens wordt toegepast in de testimplementaties. De praktijk fungeert daarmee zowel als bron voor te ontwikkelen kennis (beperkingen in bestaande methoden) als gelegenheid om nieuw ontwikkelde kennis toe te passen. Deze testimplementaties kunnen (deels) bij dezelfde bedrijven worden uitgevoerd als de case projecten. De aanpak voor 2005 is samengevat in de onderstaande figuur.
Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 4 Beheer: TUE
Friesland Foods Merba
3 Cases Friesland Foods Merba Albert
Bestaande kennis
Analyse
Ontwerpcriteria besturing
Albert
Kennisproject 1:
Kennisproject 2:
Kennisproject 3:
Agent gebaseerde operationele ketensynchronisatie
Tactisch ketenontwerp en -synchronisatie
Multi-channel synchronisatie
Kennisbehoefte
Globaal ontwerp ketenbesturing
Kennisproject 4: Transitiemanagement van tactische en operationele netwerksynchronisatie
De cases Merba en Friesland Foods zijn in eerste instantie geliëerd aan Kennisprojecten 1 en 2 (met de TU Eindhoven en de Universiteit Twente als hoofdverantwoordelijke). De case Albert is primair gekoppeld aan Kennisproject 3 (Multi-channel synchronisatie) met de Erasmus Universiteit Rotterdam als hoofdverantwoordelijke. Uiteindelijk geldt echter dat de cases (en in een latere fase ook de testimplementaties) aan alle kennisprojecten zijn gerelateerd en elkaar kruiselings voeden. Daarnaast zal leerervaring uit andere cases (die t.b.v. andere goederenprojecten in Transumo worden uitgevoerd) gebruikt worden als input voor de modelontwikkeling. De (initiële) resultaten van zowel de cases als de kennisprojecten zullen worden gebruikt bij Kennisproject 4 (Transitiemanagement van tactische en operationele ketensynchronisatie). De kennisprojecten 1-3 zijn AIO-projecten, kennisproject 4 zal worden uitgevoerd door vaste staf van de TU Eindhoven ondersteund door studenten. De volgende bedrijven en instellingen nemen deel aan het project: Kennisinstellingen Erasmus Universiteit Rotterdam Universiteit Twente Technische Universiteit Eindhoven Overheid DGTL (transportbesparing)
2
Bedrijven Albert Friesland Foods Merba Nabuurs (samen met Friesland Foods) CQM Minase
Inbedding TRANSUMO
Het project Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken is onderdeel van het TRANSUMO cluster Goederenvervoer. Het project beoogt om door een andere inrichting van de beheersing van deze netwerken te komen tot een: 1) betere benutting van middelen (inclusief transport en rekening houdend met externe factoren als congestie, concurrentieverhoudingen, e.d.) 2) verbetering van de ‘last mile’ waardoor service naar eindgebruikers verbetert 3) een gemakkelijke en robuuste ondersteuning te bieden voor beheersingsbeslissingen
Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 5 Beheer: TUE
Het project beoogt een efficiënte en effectieve transitie te realiseren door logistieke innovatie in beheersing centraal te stellen. Betere logistieke innovatie stelt Nederland in staat om op Europees niveau zich beter te onderscheiden, waardoor de concurrentiepositie van ons bedrijfsleven zal verbeteren. Vanuit diverse perspectieven wordt een bijdrage geleverd aan de transitie naar betere beheersing van netwerken: - door de kennisinstellingen, die gericht zijn op het verrichten van wetenschappelijk onderzoek aan de hand waarvan (objectief) kan worden aangetoond wat de effecten zijn van verbeteringen in netwerken door nieuwe methoden en middelen voor ketensynchronisatie. - door de participerende industriële bedrijven, die geconfronteerd worden met de noodzaak tot logistieke innovatie en het verbeteren van hun concurrentie (er is een probleem en probleemeigenaar). De noodzakelijke stap die hierin moet worden gemaakt is niet zozeer het verder intern optimaliseren van processen maar meer het optimaliseren van het netwerk. - door de participerende adviesbureaus die ervaring hebben met eerdere ketenprojecten, kennis hebben van de wijze waarop de brug tussen wetenschap en praktijk moet worden geslagen en aantoonbare ervaring hebben met de implementatie van vernieuwende ketenconcepten (samen met universiteiten) alsmede de allocatie van kosten, baten en risico’s in de keten. Participatie van bedrijven is cruciaal in dit project. Alleen door het opnemen van de resultaten in bedrijven, maar ook het gebruik maken van de praktijkervaring van deze bedrijven, kan worden gegarandeerd dat de resultaten van dit project niet alleen van academische waarde zijn maar ook van practische waarde en dat de resultaten verder verspreid zullen worden. Het is daarom de bedoeling de bedrijven te gebruiken als proeftuinen voor nieuwe kennis maar ook voor het toetsen van de beperkingen van bestaande en nieuwe kennis om daar vervolgens weer op voort te bouwen. Participatie van de overheid wordt ook voorzien, daar waar het gaat het marktmechanisme zodanig te beïnvloeden dat echte transitie bereikbaar zijn.
3 3.1
Probleemstelling Maatschappelijke en wetenschappelijke uitdaging
In de afgelopen 5 jaar hebben verscheidene onderzoeksprojecten aangetoond dat zowel nationaal als internationaal ketens op een fundamenteel verkeerde wijze worden aangestuurd en ingericht. Eerste resultaten van implementaties van ketensynchronisatieconcepten, zoals bij Philips Semiconductors en in de food chain, laten zien dat grote besparingen kunnen worden bereikt gebaseerd op aanzienlijk efficiëntere productie en distributie, gebaseerd op frequentieverlaging en transparantie van daadwerkelijke behoeften, en gebaseerd op het verminderen van verspilling van energie en materialen als gevolg van de productie en distributie van producten die onverkoopbaar blijken. Dit laatste speelt een zeer grote rol in de high tech ketens en in de versketens. Een niet onbelangrijk bijkomend effect van deze gewijzigde werkvormen bleek de ontwikkeling van duurzame, innovatieve relaties op basis van een kennissprong op het gebied van planning, control en executie. Uit eerdere projecten bleek dat een fill rate van 80% gemiddeld met minimaal 15% kon worden verhoogd door andere beheersingsmethodieken. Rittenbesparingen waren in de ordegrootte van 5%. Door inzet van andere transportmiddelen kan dit % wellicht nog worden vergroot. Op basis van deze eerdere inzichten zijn de verwachte bijdragen aan besparingen: - aantoonbare verbetering in logistieke service van minimaal 15% - een afname van de logistieke kosten met 5-10% - vermindering van transportbewegingen met 5% Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 6 Beheer: TUE
-
vergroten van de winstgevendheid van bedrijven met 2-5%
Voor bedrijven zijn de resultaten als volgt samen te vatten: - een methode voor het verbeteren van tactische en operationele beheersing - vermindering van logistieke kosten, verbeterd serviceniveau en daarmee samenhangend een vergrote winstgevendheid op de kortere termijn door toepassing van deze methoden - verbeterd concurrentievermogen van bedrijfsleven in samenhang met beheerste groei waarbij milieu-effecten expliciet onderdeel zijn van beheersingsbeslissingen. - personeel dat in staat is om operationele netwerkrelaties effectief en efficiënt te ontwikkelen en te onderhouden. De maatschappelijke en wetenschappelijke bijdragen kunnen als volgt worden verwoord:
Maatschappelijk Vergroten van innovatief vermogen van het bedrijfsleven in logistieke netwerken
Bevorderen van de concurrentiepositie van de (Nederlandse) industrie Verbetering van de beladingsgraad van transportmiddelen door slimmer gebruik van capaciteiten Transitie van organisaties van een wijze van werken gericht op locale optimalisatie naar een werkwijze gericht op integrale optimalisatie
3.2
Wetenschappelijk Ontwikkelen van vernieuwende methoden en algorithmes voor operationele en tactische beheersing van netwerken (met toegenomen complexiteit en relaxatie van aannames). Uitbreiding van diversiteit aan partijen betrokken bij ketensynchronisatie (verladers, dienstverleners, handelsbedrijven) Ontwikkelen van nieuwe gereedschappen (software) ter ondersteuning van operationele en tactische netwerkbeheersing Aanpak voor transitie van ontwerp naar realisatie voor deze nieuwe methoden en gereedschappen
Bijdrage aan de probleemstelling van het betreffende cluster
Het project Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken wordt uitgevoerd binnen het Transumo-cluster Goederenvervoer. Het doel van dit project is om innovatieve methoden en gereedschappen te ontwikkelen en te beproeven voor ketensynchronisatie, aan de hand waarvan bedrijven beter in staat zijn productie- en distributiemiddelen efficiënt te gebruiken, een hogere customer service prestatie te realiseren naar hun klanten toe en uiteindelijk een solide en hogere winstgevendheid te realiseren bij een lagere inzet van middelen (en dus een lagere belasting van het leefmilieu). De bijdrage aan het cluster Goederenvervoer bestaat uit het aantonen en realiseren van voordelen van een verbeterde planning, besturing en executie van activiteiten binnen netwerken. Deze zullen uiteindelijk leiden tot een innovatieve aanpak van het in- en extern transport en daardoor een duurzame transitie m.b.t. transport inleiden. Het overkoepelende transitiemanagementproject beoogt inzicht te verschaffen in de kritische succesfactoren voor deze duurzame transitie.
3.3
Inbedding in literatuur en relaties met lopend onderzoek
In de literatuur zijn de ervaringen met eerdere projecten inmiddels beschreven. Hieronder een samenvatting van de kernprojecten (niet uitputtend): - 1999-2001: Project “Collaborative Planning” met Philips Semiconductors en een tweetal klanten: in een doorlooptijd van 18 maanden is een collaborative planning proces ontwikkeld en geimplementeerd in een setting van drie onafhankelijke bedrijven1; 1
zie referenties onderaan in deze paragraaf
Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 7 Beheer: TUE
-
-
2001-2002: Project “van Maatwerk naar Confectie”: onderzoek naar de wijze waarop andere wijzen van aanlevering aan retailbedrijven kan leiden tot verbeteringen in ketenprestaties (kosten en customer service); in het project zijn 2 supermarktketens onderzocht (fabrikanten en retailers); diverse afstudeerprojecten (oa. bij Kappa in Roermond): projecten gericht op het aantonen van het nut van een schakel-overstijgende planning; afstudeerproject Order Delivery Efficiency for Albert Home Delivery Services.
Output van wetenschappelijk onderzoek op dit gebied is onder andere te vinden in: - De Kok, A.G., Janssen, F., Van Doremalen, J., Van Wachem, E., Clerkx, M., Peeters, W. (2005)., “Philips synchronizes its supply chain to end the bullwhip effect”, Interfaces, vol. 35 no. 1, pp: 37-48. - Akkermans, H., Bogerd, P., Van Doremalen, J. (2004), “Travail, transparency and trust: a case of computer supported collaborative supply chain planning in high tech electronics, European Journal of Operations Research, vol. 153 no. 2, pp: 445-456. - De Kok, A.G., 2001, “Push en Pull in Supply Chain Management”, Bedrijfskunde, 73, p. 94-101 - De Kok, A.G. & Graves, S.C. (eds.) (2003). Design and Analysis of Supply Chains (Handbooks in Operations Research and Management Science), 765 pp, Amsterdam: North Holland. - De Kok, A.G., Fransoo, J.C. (2003). Planning Supply Chain Operations: Definition and Comparison of Planning Concepts. Chapter 12 in: Kok, A.G. de & Graves, S.C. (Eds.), Design and Analysis of Supply Chains (Handbooks in Operations Research and Management Science), Amsterdam: North Holland, pp. 597-675. - Fleischmann, M., J.M. Hall, and D.F. Pyke (2004)."Smart Pricing – Linking
Pricing Decisions with Operational Insights", MIT Sloan Management Review 45(2): 9-13. In de afgelopen tien jaar hebben een aantal projecten op het gebied van consolidatie van gpederenstromen al of niet geleid tot succes. Daarnaast zijn er een aantal haalbaarheidstudies uitgevoerd. Wij denken hierbij aan projecten als Distrivaart, OLS, Versnet en Stadsbox. Er zal nadrukkelijk aandacht worden besteed aan de succes- en faalfactoren van deze en andere innovatieve projecten die al dan niet hebben geleid tot een transitie. Een ons inziens nog onvoldoende onderzocht aspect is in welke mate men in staat is gebleken de voorgestelde aanpak en resultaten te onderbouwen met concrete, maar ook correcte cijfers. Immers, dan kan de haalbaarheid van beoogde resultaten in een vroeg stadium van zo'n project worden vastgesteld. In dit project speelt het kwantificeren van beoogde verbeteringen een centrale rol. Juist deze rigoureuze onderbouwing van zowel te verwachten resultaten, alsook de operationele werkwijze, is bij de in sectie 3.1 genoemde projecten een cruciale succesfactor gebleken.
4 4.1
Aanpak, beoogde resultaten en output in meetbare doelstelling Doelstellingen van het project,
De doelstelling van het project Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken is om de tactische en operationele beheersing in netwerken te verbeteren. Als gevolg hiervan kunnen logistieke kosten worden gereduceerd, service naar klanten en consumenten worden verbeterd, waarbij milieu-effecten worden verminderd (door oa. verminderd transport naar klanten toe en afname van retourstromen door betere afstemming van vraag en aanbod). In dit Transumo project worden methoden, modellen en gereedschappen ontwikkeld en getest ten behoeve van het verbeteren van de tactische en operationele beheersing. Op tactisch niveau betreft dit vooral de parametrisering van logistieke netwerken (doorlooptijden, voorraadniveaus, transportdienstregeling, frequenties), de keuze van distributiekanalen
Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 8 Beheer: TUE
(multi-channel werkwijze), het managen van de vraag (service aanbod en prijs incentives) en het internaliseren van ‘zachte’ gedragsfactoren in de modellen, zoals macht, vertrouwen/wantrouwen, het verdelen van lasten en lusten en het omgaan met ‘externe’ factoren (w.o. overheidsbeleid, bereikbaarheidskwaliteit) Op operationeel niveau heeft dit met name betrekking op dag-tot-dag beslissingen zoals order volgorde, voorraadaanvulling, orderomvang, transportscheduling, dynamic pricing of orderverzamelingsplanning. Met behulp van deze methoden, modellen en gereedschappen wordt beoogd een transitie te bewerkstelligen om de concurrentiepositie en het innovatief vermogen van het Nederlandse bedrijfsleven te vergroten op een sociale, economische en ecologisch duurzame wijze.
4.2
Aanpak
In het project Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken worden 3 typen projecten onderkend: - case studies, waarin door middel van bijvoorbeeld afstudeerders kennis wordt toegepast die inmiddels is ontwikkeld en kennisbehoefte verder wordt aangescherpt; - analyse van eerdere projecten m.b.t. optimalisatie van ketens en extern transport en het analyseren van casestudies uit de andere transumoprojecten voor zover relevant voor deze studie. - de kennisprojecten, waarin kennis door de kennisinstellingen wordt ontwikkeld op basis van eerdere projecten en op basis van de resultaten van de casestudies; - de testimplementaties (te starten na 2005), waarin ontwikkelde kennis op het gebied van tactische en operationele beheersing wordt toegepast in de logistieke praktijk en waar lering wordt opgedaan van vooral de ‘zachte’ factoren die een implementatie bemoeilijken. Friesland Foods Merba
3 Cases Friesland Foods Merba Albert
Bestaande kennis
Analyse
Ontwerpcriteria besturing
Albert
Kennisproject 1:
Kennisproject 2:
Kennisproject 3:
Agent gebaseerde operationele ketensynchronisatie
Tactisch ketenontwerp en -synchronisatie
Multi-channel synchronisatie
Kennisbehoefte
Globaal ontwerp ketenbesturing
Kennisproject 4: Transitiemanagement van tactische en operationele netwerksynchronisatie
Er wordt op dit moment in ieder geval een drietal cases voorzien (dat aantal kan nog groeien): een bij Friesland Foods, een bij Merba en een bij Albert. De verwachting is dat een deel van deze projecten ook zal kunnen fungeren als testimplementatie na 2005. Deze projecten worden uitgevoerd op basis van bestaande kennis op het gebied van collaborative planning en ketensynchronisatie en leiden tot input voor de kennisprojecten. Deze projecten geven input aan de kennisprojecten die worden opgestart. In een latere fase (na 2005) wordt de input uit de kennisprojecten wederom toegepast in testimplementaties. Deze testimplementaties zullen in elk geval worden uitgevoerd bij bovengenoemde bedrijven, maar naar verwachting zullen in een later stadium meer bedrijven deelnemen.
Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 9 Beheer: TUE
Er zijn 4 kennisprojecten gedefinieerd. Kennisproject 1 is gericht op operationele ketensynchronisatie door toepassing van onder andere agent technologie. Het doel van dit project is het ontwikkelen van operationele besturingsconcepten met de bijbehorende concrete besturingsregels voor ketensynchronisatie en het uittesten en evalueren hiervan binnen een aantal demonstratieprojecten in het bedrijfsleven. Kennisproject 2 is gericht op het ontwikkelen van tactische ontwerp- en besturingsregels voor ketensynchronisatie (met name gericht op het parametriseren van een keten) en evaluatie ervan in een aantal projecten. In Kennisproject 3 wordt aandacht besteed aan het synchroniseren van meerdere distributiekanalen en praktische invulling daarvan in projecten. Kennisproject 4 besteedt aandacht aan transitiemanagementaspecten. Hierin spelen zowel zachte factoren (bijv. vertrouwen en professionaliteit), als economische factoren (bijv. winstallocatie- en beloningsmechanismen), als technologische factoren (bijv. informatiebeschikbaarheid en algorithmiek) een rol.
4.3
Bijdrage aan de doelstellingen van Transumo
TRANSUMO Doel 1. PROFIT
2. PEOPLE
3. PLANET
Bijdrage project KETENSYNCHRONISATIE IN HET LOGISTIEKE
NETWERK De effecten van ketensynchronisatie op de positie van het Nederlandse bedrijfsleven zijn: (1) Verlaging van productie- en distributie kosten, (2)Verhoging servicegraad aan klanten, winkeliers en burgers en (3) Vergroting marktaandeel en omzet door concurrentieel voordeel als gevolg van (1) en (2). (4) vergroten van innovatief vermogen vanhet bedrijfsleven door ontwikkeling en toepassing van vernieuwende concepten. Centraal staan de besturingsconcepten en ICT die de basis vormen voor daadwerkelijke implementatie van concepten als bundeling van stromen, frequentieverlaging en integrale afstemming. Enkele belangrijke toetsingscriteria zijn: (1) verlaging relatief kostenniveau ketens (verhogen efficiency en productiviteit), (2) verhoging serviceniveau en (3) vergroting marktaandeel. het kwantificeren van deze doelstellingen is expliciet onderdeel van het onderzoek. De verwachting is dat kostenniveaus met 5-10% kunnen dalen en serviceniveaus tot 15% zullen stijgen. Door effectieve ketensynchronisatie zal de leverbetrouwbaarheid gaan toenemen naar klanten toe en de beschikbaarheid van producten in het schap verder groeien (beschikbaarheid van met name promotionele artikelen is uit eerder onderzoek erg problematisch gebleken in retailbedrijven; een toename van beschikbaarheid met 20% is zeer realistisch). Het principe van ketensynchronisatie bevordert verder een multidisciplinaire samenwerking (verkoop, logistiek, productie, inkoop). Door nieuwe synchronisatiemechanismen beoogt het project een betere afstemming tussen vraag naar en aanbod van producten te kunnen bewerkstelligen. Veroudering van voorraad zal daardoor aanzienlijk verminderen en overtollige voorraad aan het eind van een levenscyclus zal minimaliseren. Door betere afstemming van vraag en aanbod is het ook mogelijk een vermindering van transportbewegingen naar klanten toe en een vermindering van retourstromen te bewerkstellingen. Dit betekent dat er minder vrachtwagens op de weg zullen zijn. Hierdoor zal minder brandstof worden gebruikt. De vermindering van vrachtbewegingen in combinatie met betere beheesringsmethoden zal op langere termijn ook een positief effect hebben op filevorming, waardoor ook daardoor minder brandstof noodzakelijk is en capaciteit van het wegennet beter kan worden benut (en dus uitbreiding ervan minder snel noodzakelijk is).
De opzet van het project is om kennis te vergaren in een aantal casus-projecten en andere eerder uitgevoerde projecten, en deze vervolgens te gebruiken als input voor de kennisprojecten. De kennis opgedaan in de kennisprojecten wordt vervolgens toegepast in een aantal (nog nader te definieren) proeftuinprojecten. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat de kennis die wordt gegenereerd practisch relevant is en toepasbaar. De gekozen case-projecten hebben betrekking op foodproducten in verschillende stadia in de supply chain: Friesland Foods en Merba als voorbeeld van producenten van grondstoffen en eindproducten, Albert als voorbeeld van een retailkanaal. De ontwikkelde kennis wordt in een vergelijkbare omgeving Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 10 Beheer: TUE
getest in een later stadium in het project (de proeftuinprojecten; deze projecten kunnen overlappen met de cases die dienen als input voor het project; voor Albert zal dat zeker het geval zijn gezien de relatie met het multi-channel synchronisatieproject). Uitgangspunt hierbij is dat de studie zich ook richt op de externe factoren (zoals transportbelemmeringen en congestie), die van invloed zijn op de totale keten.
4.4
Versterking van de tripartiete kennisinfrastructuur op mobiliteitsgebied
Element kennisinfrastructuur Quality
Productivity
Viability
Legitimacy
4.5
Bijdrage project KETENSYNCHRONISATIE IN HET LOGISTIEKE
NETWERK De kern van de onderzoeksresultaten is: - Vernieuwend: op basis van toepassing van bestaande kennis ontstaat een behoefte aan nieuwe kennis, die vervolgens wordt ontwikkeld en wederom wordt toegepast. - Herhaalbaar: het resultaat van de projecten betreft methoden, modellen en gereedschappen die in algemene situaties toepasbaar zijn, alsmede kennis onder welke condities de resultaten herhaalbaar zijn - Veralgemeniseerbaar: het onderzoek vindt plaats in verschillende bedrijfsnetwerken/ketens en is dientengevolge van toepassing op verschillende typen netwerken/ketens - Verifieerbaar: het project heeft tot expliciet doel publicaties op te leveren in wetenschappelijke tijdsschriften, waardoor (blinde) review van de aanpak en resultaten is gewaarborgd. Er zal effectief gebruik worden gemaakt van mensen en middelen door: - resultaten van de projecten in artikelen en in digitale vorm ter beschikking te stellen - feitelijke samenwerking: kruisbestuiving tussen bedrijfsleven en wetenschap is essentieel om methoden, technieken en gereedschappen verder te ontwikkelen; bedrijfsinput dient als basis voor de kennisprojecten - feitelijke resultaten: de uiteindelijke resultaten van het project zijn toepasbaar in het bedrijfsleven en zijn wetenschappelijk relevant Levensvatbaarheid van de ideeen die ten grondslag liggen aan de projecten is inmiddels aangetoond in eerdere projecten: - Marktintroductie: projecten in het verleden hebben bewezen dat introductie van nieuwe concepten binnen 2 jaar goed mogelijk is; eerdere projecten zijn zelfs binnen 18 maanden gerealiseerd tussen start en implementatie. - Commerciële levering: het is een van de expliciete doelen om een product te maken dat commercieel te verhandelen is - Bedrijfseconomische haalbaarheid is geen issue; kan makkelijk worden behaald - Bestuurlijk/juridisch mogelijk: door eerdere ervaringen met bedrijfsoverschrijdende projecten kan dit inmiddels goed worden gerealiseerd binnen 2 jaar - Institutioneel mogelijk is te realiseren Innovatie in operationele en tactische ketensynchronisatie is een volgende stap in het verder optimaliseren van logistieke netwerken. Inmiddels is dat op kleine schaal aangetoond, i.h.b. in de food chain en de high tech chain. Een Transumo project is noodzakelijk voor het ontwikkelen van betere algorithmen, goede methoden voor transitiemanagement en toepassing daarvan in verschillende bedrijfstakken. Zonder Transumo project worden deze mogelijkheden voor herinrichting van de beheersing van een keten niet snel gegrepen en dientengevolge de potentiele resultaten (zowel in bedrijfseconomische als maatschappelijke en wetenschappelijke zin) niet of slechts langzaam bewerkstelligd.
Realisatie projectdoelstellingen
De te verwachten resultaten zijn: Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 11 Beheer: TUE
-
case studies: een analyse van de mogelijkheden voor verandering in de ketenbeheersing, analyse van gaps in bestaande kennis en definitie van een globaal ontwerp voor elk van de proeftuinen (uitgangspunten) - kennisprojecten: een verkenning van literatuur en definitie van uitgangspunten voor nieuwe beheersingsmethodieken en een analyse van kritische succesfactoren voor het borgen van transities. De resultaten van deze onderdelen zullen worden opgeleverd in rapporten per project. Daarnaast wordt voor dit jaar per kennisproject gestreefd naar de oplevering van 1 publicatie over de resultaten van de inventarisatie van literatuur en de proeftuinissues Na deze fase zal een projectplan worden opgesteld voor de periode erna. Dit plan is eind 2006 gereed.
5 5.1
Projectactiviteiten Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Introductie
In het project Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken zijn er casestudies en kennisprojecten die elkaar kruiselings bestuiven. In 2005/2006 wordt (parallel aan de opstart van de kennisprojecten) een aantal casestudies uitgevoerd. Op basis van bestaande kennis rond ketensynchronisatie uit eerdere projecten worden analyses in de cases uitgevoerd. Het doel van deze analyses is aan te geven waar verbetermogelijkheden zitten en waar aanvullingen noodzakelijk zijn in bestaande kennis en software op dit gebied. De kennisprojecten worden opgezet met een sterk bedrijfsperspectief. De output van de proeftuinactiviteiten is immers input voor de kennisprojecten. De kennisprojecten kunnen vervolgens zich richten op de ontwikkeling van gebieden waarvoor nog geen passende oplossingen zijn gevonden. Deze oplossingen kunnen na 2005/2006 vervolgens weer worden toegepast in de proeftuinbedrijven (zie figuur). Gedurende de ontwikkeling van de kennis in de kennisprojecten wordt op basis hiervan de ketenbesturing van de proeftuinproject opnieuw beoordeeld en ingericht zodat een praktische toetsing van de bevindingen plaatsvindt alsmede kennis wordt ontwikkeld op het gebied van realisatie van de voordelen van ketensynchronisatie. De onderstaande figuur geeft de inrichting van het project Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken in 2005 en erna weer.
Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 12 Beheer: TUE
Friesland Foods Merba
3 Cases Friesland Foods Merba Albert
Bestaande kennis
Analyse
Ontwerpcriteria besturing
Albert
Kennisproject 1:
Kennisproject 2:
Kennisproject 3:
Agent gebaseerde operationele ketensynchronisatie
Tactisch ketenontwerp en -synchronisatie
Multi-channel synchronisatie
Kennisbehoefte
Globaal ontwerp ketenbesturing
2005
2006 – 2008
Proeftuinprojecten Nieuwe kennis
Analyse
Ontwerp besturing
Inrichting besturing & samenwerking
Kennisproject 4: Transitiemanagement van tactische en operationele netwerksynchronisatie
Hieronder worden de casestudies toegelicht en vervolgens de kennisprojecten.
5.2
Case 1: Friesland Foods en Nabuurs
In 2003 en 2004 heeft Friesland Foods door middel van een projectmatige aanpak ervoor gezorgd dat de transport netwerken over de werkmaatschappijen van het bedrijf heen zijn geïntegreerd, dat het aantal logistieke dienstverleners in deze netwerken terug is gebracht en dat op deze wijze de transportkosten aanmerkelijk zijn gereduceerd. In onderstaande plaatje is aangegeven waar Friesland Foods medio 2005 staat. De cost focus strategieën zijn uitgevoerd en een deel van de relationship strategieën zijn gestart.
Status Gemstone for Logistic Services (Strategic Approaches) Cost-focused
Relationship-focused
Network & asset utilization
Done Volume concentration
Done
Best price evaluation
Strategic Sourcing
Global sourcing
Done where applicable
21
Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
Product specification improvement
Strategic Sourcing
Joint process improvement
In process for main suppliers
Relationship restructuring
In process for main suppliers
NEVI – VLM March 10, 2005
pagina 13 Beheer: TUE
Het verder terugdringen van kosten met behulp van beter inkopen van logistieke diensten is gereed en er zijn contracten afgesloten met een beperkt aantal dienstverleners. De volgende stap is om de netwerken die gecreëerd zijn verder uit te nutten door bijvoorbeeld ingaande transportstromen te integreren in deze netwerken. Ook is er verdere synergie mogelijk door de gecreëerde netwerken te integreren. Denk daarbij aan integratie van het zgn. BtB (Business to Business: zakgoed naar BtB klanten) en het Ambient (lang houdbare goederen naar Business to Consumer klanten) netwerk. Mogelijkheden liggen er in de toekomst ook in het integreren van het Ambient Consumer Goods netwerk en het Conditioned Consumer Goods netwerk. De gedachte is dat door deze netwerken te integreren, het nog beter mogelijk wordt om: - wagenpark te benutten door een hoge beladingsgraad gedurende de complete rit - een grote inzet van het wagenpark te realiseren in de tijd gezien Het kernidee is dat als een truck rijdt, de oplegger vol is. Naast het voordeel van lagere kosten zal deze wijze van werken naar verwachting ook leiden tot lagere uitstoot van CO2. De doelstelling van dit project is meerledig: - integreren van bestaande inbound-, intra en outbound transport en warehouse netwerken binnen Friesland Foods met als uiteindelijk resultaat het verlagen van de totale kosten gerelateerd aan de genoemde transportstromen. - ontwikkelingen instrument om voorgaande doelen continue te kunnen realiseren. - optimalisatie van wagenpark inzet specifiek voor de Friesland Foods transportstromen door middel van een hoge beladingsgraad en een hoge bezettingsgraad voor Nabuurs. - verlagen van CO2 uitstoot, (minder verbruik diesel.) Naast Friesland Foods en Nabuurs als betrokken bedrijven is de TU Eindhoven betrokken bij dit project als kennisinstelling. De bijdrage van deze case aan de Transumo doelstellingen is als volgt: - (multi-disciplinaire) innovatie op het gebied van besturingsmaatregelen in samenwerking met een dienstverlener, resulterend in een verlaging van kosten (people, profit) - optimalisatie van inzet van het wagenpark waardoor congestie afneemt alsmede CO2 uitstoot (planet, profit) In dit project wordt in 2005/2006 bovenstaande idee onderzocht, een business case hiervan gemaakt (kwantitatief en kwalitatief) en bij positief resultaat daarna over te gaan tot integratie van de stromen. Daarbij is het idee dat 1 van de partijen die betrokken zijn in de supply chain de regierol op zich neemt en door middel van een soort Shared Service Centre de binnen Friesland Foods aangeboden goederenstromen zodanig plant dat bovengenoemde doelen worden bereikt. Het project leidt daarom tot de volgende resultaten: - een analyse en business case voor verandering - beschrijving van de beheersorganisatie - transparante methodiek voor het inzichtelijk maken van de kostenvoordelen. - papers met resultaten van het onderzoek Op basis van het onderzoek kan na 2005/2006 een tool voor planning van het transport en bij positief resultaat van de business case een werkwijze worden geimplementeerd.
5.3
Case 2: Merba
Merba is een fabricant van deegwaren met onder andere banketbakkerijen als klanten. Merba is op zoek naar een volgende stap in supply chain management en is met name geinteresseerd in de toepassing van advanced technologieen zoals RFID om de samenwerking met klanten en leveranciers verder te optimaliseren. Daarnaast kan het gebruik van intelligent agents een mogelijkheid bieden om de aansturing van het productieproces op basis van netwerkbehoeften verder te optimaliseren.
Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 14 Beheer: TUE
De doelstelling van het project is om een methode te ontwikkelen voor het identificeren van inkomende materialen (pallets, big bags en bulk materials) ten behoeve van een geautomatiseerde verwerking ervan. Dit moet plaatsvinden onder de randvoorwaarden van traceerbaarheid van producten (oa. door ontwikkelingen in de internationale food law die onlangs zijn ingegaan) en uiteraard volledige betrouwbaarheid. De output van het project voor Merba is een geteste (en gesimuleerd) werkwijze om met behulp van geavanceerde technologieen als RFID met leveranciers te communiceren en te plannen. In 2005 levert dit een analyse op van de mogelijkheden en de contouren voor een herontwerp. Deze output wordt ook gebruikt voor het Transumoproject DIPLOMA. Als kennisinstelling zijn de TU Eindhoven en de Universiteit Twente betrokken. De bijdrage van deze case aan de transumo doelstellingen is als volgt: - innovatie door input vanuit verschillende disciplines (logistiek, technologie, verkoop) op het gebied van besturingsmaatregelen door toepassing van nieuwe technologieen (people, profit) - Verbetering afstemming vraag en aanbod en daarmee reductie van obsolescence / restanten in productieproces (planet, profit) De beperkingen waarbinnen het project moeten plaatsvinden zijn: - investeringen moeten een gebruikelijke pay back periode hebben (1 tot 2 jaren; investeringen wellicht in samenwerking met een leverancier te verrichten). - ee te ontwikkelen systemen en methodieken moeten compatible zijn met de (toekomstige) systemen van klanten. - alle informatie waaraan behoefte is kan en zal automatisch worden verzameld en verwerkt.
5.4
Case 3: Albert
Albert is de (Internet) Home Shopping divisie van Albert Heijn. De business situatie van Albert wordt gekarakteriseerd door een aanhoudende sterke groei (meer dan 30% per jaar). Deze groei vereist een grote flexibiliteit en schaalbaarheid van de operationele processen om mee te kunnen groeien. Tegelijkertijd vormt de omzetgroei de basis voor een verhoging van de efficiency. Het realiseren van dit potentiëel is echter niet vanzelfsprekend. Het vereist een systematische identificatie en optimale benutting van schaalvoordelen Potentiële oplossingen dienen rekening te houden met de context waarin Albert is ingebed, te weten het portfolio van ‘formats’ van Albert Heijn. Verwacht wordt dat de interactie tussen deze formats verder zal toenemen. De doelstelling van dit project is het optimaliseren van e-fulfillment processen binnen een multi-channel strategie, aan de hand waarvan het mogelijk is om: - economies of scale systematisch te exploiteren; - het wagenpark beter te benutten door een hoge beladingsgraad gedurende een rit te realiseren (en dus minder bestelbussen ‘leeg’ te rijden); - vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen door gebruik te maken van klantgerichte incentives; - order fulfillment op betere en kosteneffectievere wijze voor consumenten in te richten. De betrokken kennisinstelling is de Erasmus Universiteit Rotterdam. De bijdrage van deze case aan de Transumo doelstellingen is als volgt: - ontwikkeling van een efficientere en klantvriendelijke order fulfillment voor home shopping producten (people, profit) - Verbetering afstemming vraag en aanbod in home shopping kanalen en daarmee een betere belading van bestelbussen en betere benutting van distributiecentra (planet, profit)
Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 15 Beheer: TUE
De volgende resultaten worden in 2006 opgeleverd: - case beschrijving, inclusief documentatie huidige fulfillment processen - identificatie schaalvoordelen - methodiek voor het afstemmen van vraag en aanbod door middel van klantgerichte incentives - identificatie van interacties tussen e-fulfilment en andere (traditionele) kanalen
5.5
Kennisproject 1: agent gebaseerde operationele ketensynchronisatie
Ketensychronisatie tussen schakels in de logistieke keten vindt plaats op verschillende niveaus. Op strategisch niveau worden afspraken gemaakt tussen bedrijven omtrent de te leveren prestaties (bijv. levertijd en leverbetrouwbaarheid) en de aard van de uit te wisselen informatie (bijv. globale productieplannen van een fabrikant aan een toeleverancier). Op tactisch en operationeel niveau worden de procedures uitgewerkt om de gemaakte afspraken te kunnen halen. Op tactisch niveau betreft dit onder meer de voorraadverdeling in ketens en transportfrequenties. Op operationeel niveau zijn vervolgens besturingsmechanismen nodig om de keten verder te optimaliseren op basis van korte termijn afwijkingen van het reguliere ketengedrag (bijv. door acties die de omzet van een product op de korte termijn sterk beïnvloeden of verstoringen in productie en distributie) en gedetailleerde optimalisatie die op tactisch niveau niet makkelijk kan worden meegenomen (bijv. modificatie van de afleverfrequenties van individuele producten op een betere bundeling in het transport mogelijk te maken zonder dat dit de afgesproken prestaties op strategisch niveau al te zeer beïnvloedt). Binnen Ketensynchronisatie zal expliciet aandacht worden besteed aan deze operationele synchronisatie door toegepast onderzoek (bedrijfscases) te combineren met fundamenteel onderzoek (dit kennisproject). Centraal hierbij staat de rol die “intelligent agents” kunnen spelen bij het optimaliseren van de operationele ketenbeheersing. Daarnaast wordt aandacht geschonken aan externe factoren die het ketenproces kunnen verstoren (bij vertragingen door congestie, wachttijden, e.d.) Het doel van dit project is het ontwikkelen van operationele besturingsconcepten met de bijbehorende concrete besturingsregels voor ketensynchronisatie en het uittesten en evalueren hiervan binnen een aantal demonstratieprojecten in het bedrijfsleven. Hierbij zal met name aandacht zijn voor: - operationele besturingsmaatregelen om gegeven de op tactisch niveau gekozen voorraadniveaus de klantenservice te maximaliseren (operationele voorraadallocatie, anticiperen op acties, reageren op verstoringen in de keten door bijvoorbeeld equipment failures) (people, profit) - operationele besturingsmaatregelen om op operationeel niveau tot optimale bundeling van transport te komen gegeven de op strategisch / tactisch niveau gekozen randvoorwaarden (planet, profit) Dit project wordt uitgevoerd door de Universiteit Twente. Gegeven de relatie met het tactische besturingsniveau zal dit project in nauwe samenwerking met de TUE worden uitgevoerd (relatie met kennisproject 2 en 3). Voor het einde van 2006 voorzien wij de volgende deliverables - een inventarisatie van de betreffende problematiek bij een aantal bedrijven (zie casestudies) - beschrijving van de effecten van externe invloeden op het proces - een beschrijving van relevante literatuur - een beschrijving van interessante, nader uit te werken modellen voor operationele ketensynchronisatie waar in de volgende jaren aandacht zal worden besteed, zowel in het toegepaste als het fundamentele onderzoek Het fundamentele onderzoek kan medio 2005 van start kan gaan. Door middel van de inzet van afstudeerders wordt echter al eerder begonnen met de bedrijfscases (casestudies: deliverable 1). Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 16 Beheer: TUE
5.6
Kennisproject 2: tactisch ketenontwerp en-synchronisatie
Dit kennisproject richt zich op netwerksynchronisatie vanuit tactisch en operationeel oogpunt. De tactische netwerksynchronisatie is gericht op de parametrisering van het operationele beheersingsconcept. Dit heeft bijvoorbeeld betrekking op het vaststellen van veiligheidsvoorraden, geplande doorlooptijden, seriegroottes, veiligheidstijden, capacitatieve speling, transportdienstregeling en mogelijke vertragingsfactoren in het in- en externe transport en hun effect op de ketensynchronisatie. Ten opzichte van het project “operationele ketensynchronisatie” wordt hier geen aandacht besteed aan de “binnen-de-dag” scheduling en individuele orders binnen een dag. De netwerksynchronisatie in dit project richt zich op de gesynchroniseerde ordervrijgave over tenminste 3 schakels, waarbij de logistieke dienstverlener expliciet als een schakel wordt beschouwd. De gesynchroniseerde ordervrijgave is gebaseerd op het expliciet toetsen aan materiaal- en capaciteitsbeschikbaarheid. Met name deze expliciete (geautomatiseerde) toets is een radicaal andere wijze van beheersen van goederenstromen en capaciteitsbenutting. De op dit moment gebruikelijk systematieken, zoals MRP, Kanban en SIC, blijken niet gebaseerd te zijn op zo'n beschikbaarheidstoets, In een netwerkcontext blijkt het ontbreken van zo'n toets tot chaos te leiden. Dit is aangetoond in eerder onderzoek bij diverse multinationale ondernemingen. De dramatische verbetering die ketensynchronisatie tot gevolg heeft is vastgelegd in De Kok et al in 2005 (zie voetnoot 1). In het kader van dit kennisproject zijn er drie grote uitdagingen: - Het generaliseren van de in eerder onderzoek ontwikkelde optimaliseringstechnieken voor het bepalen van de optimale veiligheidsvoorraden in netwerken bestuurd volgens het zogenaamde echelonvoorraadconcept naar netwerken die volgens andere, meer decentrale, beheersingsconcepten worden bestuurd. - Het generaliseren van netwerksynchronisatieconcepten voor voortbrenging van producten naar netwerksynchronisatieconcepten voor logistieke dienstverleners, waar de nadruk ligt op het efficiënt gebruik van resources. - De koppeling tussen operationele netwerksynchronisatie over 3 of meerdere schakels en de operationele synchronisatie binnen schakels en tussen twee schakels op ultrakorte termijn, d.w.z. direct gekoppeld aan de executie. Dit project wordt uitgevoerd door de Technische Universiteit Eindhoven. Voor het einde van 2006 worden de volgende deliverables voorzien: - een inventarisatie van reeds uitgevoerde afstudeerprojecten en onderzoeksprojecten op het gebied van ketensynchronisatie, bij o.a. Unilever, Diosynth, Kappa, Intervet, DSM en Philips - een inventarisatie van de betreffende problematiek bij een aantal bedrijven (zie casestudies) - een beschrijving van relevante literatuur - een beschrijving van interessante, nader uit te werken modellen voor operationele ketensynchronisatie waar in de volgende jaren aandacht zal worden besteed, zowel in het toegepaste als het fundamentele onderzoek Het fundamentele onderzoek kan medio 2005 van start kan gaan. Door middel van de inzet van afstudeerders wordt echter al eerder begonnen met de gerelateerde bedrijfscases (cases 1 en 2).
5.7
Kennisproject 3: multi-channel synchronisatie
Steeds veeleisendere klanten, de globalisering en de opkomst van het Internet zijn enkele van de factoren die de manier veranderen hoe fysieke goederen de uiteindelijke klant bereiken. In het bijzonder prefereren verschillende klanten verschillende distributiekanalen. Het meest sprekende voorbeeld van deze ontwikkeling is het verkopen via het Internet, ofwel e-business. Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 17 Beheer: TUE
Terwijl het Internet bedrijven ongekende nieuwe mogelijkheden biedt om met (potentiële) klanten te communiceren en om transacties te faciliteren, brengt het tegelijkertijd aanzienlijke nieuwe uitdagingen met zich mee. Dit betreft in het bijzonder de daadwerkelijke levering van het fysieke product naar de klant, ofwel e-fulfillment. Met uitzondering van digitaliseerbare producten (zoals muziek) en kleine, gemakkelijk verzendbare producten (zoals boeken of vervoersbewijzen) veroorzaakt het bezorgen van het product bij de klant vaak hoge kosten. Het onderschatten van deze “last mile” kosten is één van de hoofdoorzaken van het faillissement van veel internet-winkels. Een groot deel van de resterende aanbieders zijn traditionele bedrijven die het Internet hanteren als een additioneel distributiekanaal, in tegenstelling tot pure Internet bedrijven. Deze “bricks-and-clicks” strategie heeft als voordeel dat men deels gebruik kan maken van bestaande distributiestructuren. Desondanks blijft het betrouwbaar en kosteneffectief kunnen bezorgen bij de klant een grote uitdaging. Tegelijkertijd ontstaan nieuwe vragen door de vereiste coordinatie tussen de verschillende distributiekanalen. Opvallend is dat verschillende bedrijven kiezen voor verschillende invullingen van hun “bricks-and-clicks” strategie, zoals het bezorgen vanuit een winkelfiliaal versus vanuit een distributiecentrum. Een beproefd rolmodel voor e-fulfillment in een multichannel context valt nog niet te bekennen. Dit kennisproject heeft als doel een systematische basis voor het ontwerp en het beheer van de fysieke processen van e-fulfillment te ontwikkelen als onderdeel van een multi-channel distributiestrategie. Om dit doel te bereiken zullen eerst de bijzonderheden en vereisten van efulfillment nader worden geanalyseerd en vergeleken met traditionele distributiekanalen. Vervolgens zullen mogelijke synergieën en conflicten tussen e-fulfillment en andere kanalen worden onderzocht, om uiteindelijk te komen tot een model voor optimale coördinatie tussen de verschillende distributiekanalen. De doelstelling van het kennisproject sluit als volgt aan bij de kernaspecten van Transumo. - Een multi-channel strategie biedt de klanten een grotere keuze met betrekking tot hun manier van boodschappen doen. Verder draagt online shopping bij aan een betere bereikbaarheid doordat men kan winkelen zonder zich fysiek te verplaatsen. (people) - Online shopping draagt bij aan het beter benutten van transportsystemen doordat het transport van fysieke goederen deels wordt vervangen door het transport van informatie. Het gebruiken van synergieën tussen verschillende distributiekanalen leidt verder tot een efficiënter gebruik van resources. (planet) - De toepassing van de resultaten van het werkpakket (het model) zullen leiden tot eenreductie van de kosten van e-fulfillment enerzijds en een verhoging van opbrengsten anderzijds, door het faciliteren van groei door middel betere capaciteitsbenutting. (profit) Dit project wordt uitgevoerd door de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het onderzoek vereist gedetailleerd inzicht in de praktijk van e-fulfillment en zal daarom van begin af aan worden uitgevoerd als samenwerking tussen universiteit en bedrijfsleven. Concreet zal in het eerste jaar een case studie over online-shopping van levensmiddelen worden uitgevoerd. Door de nauwe samenwerking tussen universiteit en bedrijfsleven kunnen onderzoeksresultaten direct worden getoetst aan de praktijk, onder meer door pilot studies. Succesvolle concepten worden vervolgens direct geïmplementeerd. Gegeven de relatie met het operationele en tactische besturingsniveau zal dit project in nauwe samenwerking met de TUE en UT worden uitgevoerd (relatie met kennisproject 1 en 2). Het onderzoek in 2005/2006 zal focussen op het analyseren en optimaliseren van het efulfillment kanaal. Deze stap legt de basis voor de coordinatie van e-fulfillment met andere distributiekanalen, die in de volgende phase van het project nader zal worden uitgewerkt. Het onderzoek zal worden uitgevoerd door een team van de Erasmus Universiteit Rotterdam in samenwerking met een team van Albert (Home Shopping divisie Albert Heijn). Het efulfillment proces van Albert dient als centrale case van dit gedeelte van het onderzoek. Het onderzoek in 2005/2006 kan worden onderverdeelt in een drietal activiteiten:
Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 18 Beheer: TUE
Literatuuronderzoek naar multi-channel distributie; systematische samenstelling van de in de literatuur beschikbare resultaten mbt e-fulfillment en multi-channel distributie; Analyse van de schaalbaarheid van e-fulfillment processen; faciliteren van gecontroleerde groei; optimalisatie capaciteitsbenutting versus capaciteitsuitbreiding; Analyse van mogelijke incentives, zoals prijsdifferentiatie en time-slot management, als stuurmiddel voor betere afstemming van vraag en aanbod.
Ultimo 2006 worden de volgende deliverables opgeleverd: Literatuuroverzicht multi-channel distributie, ingediend voor publicatie in internationaal wetenschappelijk tijdschrift Identificatie van schaaleffecten in e-fulfillment processen Beschrijving potentiëel van verschillende incentives ter beïnvloeding van de vraag Beschrijving van interessante, nader uit te werken modellen voor multi-channel synchronisatie waaraan in de volgende jaren aandacht zal worden besteed, zowel in het toegepaste als het fundamentele onderzoek
5.8
Kennisproject 4: Transitiemanagement van tactische en operationele netwerksynchronisatie
In het verleden zijn er binnen de sector transport en distributie verscheidene projecten uitgevoerd met als doel door slimmere logistiek te komen tot efficiënter vervoer en minder emissies. Bij het project Distrivaart stond het gebruik van vervoer over water centraal, alsmede het verminderen van de handlingkosten door slimme standaardisatie. Bij het Ondergronds Logistiek Systeem (OLS) werd gezocht naar de haalbaarheid van ondergronds en onbemand vervoer op basis van optimale afstemming van beschikbare transport- en handlingmiddelen. Het project Stadsbox beoogd door het combineren van transport van verschillende leveranciers naar dezelfde stedelijke bestemmingen te komen tot een hogere beladingsgraad, waardoor de stedelijke infrastructuur wordt ontlast. Het lijkt erop dat het duurzaam realiseren van de beoogde samenwerkingsverbanden een moeizame zaak is. In het algemeen blijkt dat er aanvankelijk welwillend wordt meegwerkt door verschillende partijen, maar dat bij de uiteindelijke implementatie spanningen ontstaan als blijkt dat één der betrokken partijen onvoldoende of juist meer dan gemiddeld profiteert van de neiuwe opzet. Kortgezegd, het ontbreken van een probleemeigenaar of machtige partij is een groot opbstakel voor duurzame transitie naar duurzaam vervoer. In dit project willen we een literatuurstudie doen naar kritische succesfactoren. Hierbij willen we ook gebruikmaken van een succesvolle case, namelijk de implementatie van Collaborative Planning bij Philips Semiconductors met een aantal van haar (grote) klanten. Het onderzoek zal in 2005/2006 worden uigevoerd door twee leden van de vaste staf van TUE Eindhoven en twee studenten.
Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 19 Beheer: TUE
5.9
Planning en fasering activiteiten in 2005/2006
Zie excel sheet (bijlage) De doelstelling is om ieder kwartaal een tussenrapportage op te leveren en aan het eind van 2006 een overzicht van bereikte resultaten alsmede een planning voor het vervolgtraject. Om integratie over de studies te waarborgen zal er tweemaandelijks overleg/communicatie plaatsvinden.
6 6.1
Verantwoording van het onderzoek Relatie van dit project met proeftuinen
De proeftuinen vormen een basis voor het testen van bevindingen uit de kennisprojecten. Zoals het projectoverzicht weergeeft wordt de kennis uit de kennisprojecten toegepast in proeftuinprojecten om ervoor te zorgen dat de opgeleverde kennis ook toepasbaar is en wordt vastgelegd in software en methodieken die direct toegankelijk zijn voor bedrijven. Voor elk van de proeftuinen worden specifieke resultaten en doelen gespecificeerd die moeten worden opgeleverd. De proeftuinen zijn daarmee niet alleen ter beproeving maar ook ter oplossing van daadwerkelijke issues waarmee de bedrijven geconfronteerd zijn/worden. Het is derhalve ook vanuit het perspectief van de proeftuinbedrijven noodzakelijk dat er niet alleen wetenschappelijke kennis wordt opgeleverd maar dat deze ook wordt toegepast om de proeftuinbedrijven daadwerkelijk verder te helpen. Nauwe samenwerking met de proeftuinbedrijven is dus een voorwaarde voor succes. De 3 cases kunnen fungeren als proeftuin maar dat kan eventueel worden uitgebreid (meer bedrijven hebben inmiddels interesse getoond in deelname).
6.2
Inzet transitiewetenschappers
Het uitgangspunt van deze studie is dat de aansturing van netwerken zal verplaatsen van individuele optimalisatie naar optimalisatie in een netwerk of over een keten heen. De noodzaak hiertoe is inmiddels in verschillende studies aan de orde geweest en erkend. Het projectprogramma Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken is erop gericht een transitie te bewerkstelligen van de huidige lokale sturing naar een sturing over bedrijfsschakels heen (waar zinvol). De doelstelling van deze transitie is het vergroten van het innovatief vermogen van deze bedrijven alsmede het vergroten van de (internationale) concurrentiepositie. Met de overgang naar verbeterde ketensynchronisatie zijn immers blijvende bedrijfseconomische en ecologische voordelen te behalen. In eerste instantie is deze transitie met name is gericht op middelgrote en kleinere bedrijven. Door een nauwe relatie tussen de casestudies en de begeleiding van de bedrijven in de detaillering en uitwerking/implementatie van nieuwe supply & demand synchronisatie strategieen door specialisten die zowel de wetenschap als de praktijk kennen wordt inzicht verkregen in de mogelijkheden van ketensynchronisatie en implementatie-issues. Dit draagt vervolgens bij aan de ontwikkeling van een goed transitiemanagement.
6.3
Noodzaak steun TRANSUMO
Optimaliseren van netwerken door middel van ketensynchronisatie is een belangrijke stap naar een verbeterde concurrentiepositie en logistieke innovatie. Omdat er meer partijen bij betrokken zijn, is vaak de opstart van een dergelijk project niet mogelijk zonder tussenkomst van een derde (niet betrokken) partij. Door issues zoals verdelen van risico's en voordelen worden dergelijke projecten niet snel geïnitieerd door het bedrijfsleven. Door een Transumoproject op dit gebied is het mogelijk om dergelijke projecten wel snel op te pakken en snel kennis te genereren over het onderwerp ketensynchronisatie en de toepassingsmogelijkheden
Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 20 Beheer: TUE
ervan. Dit Transumo project biedt de gelegenheid om in een niet direct competitieve of onderhandelingsgerelateerde setting (door betrokkenheid van een derde) de mogelijkheden van samenwerking met ketenpartners te onderzoeken. Het project levert verder middelen en methoden op die het mogelijk maken op een meer objectieve wijze tot een beoordeling te komen van de mogelijkheden en onmogelijkheden van samenwerking in netwerken door middel van ketensynchronisatie. Door een dergelijke objectivering die wordt nagestreefd in dit Transumo project is het in het algemeen beter mogelijk om resultaten te boeken in ketensamenwerking dan in een situatie waarin die middelen en methoden ontbreken.
6.4
Samenwerkingsverband participanten
De volgende bedrijven en instellingen participeren in het project Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken: Kennisinstellingen Erasmus Universiteit Rotterdam Universiteit Twente Technische Universiteit Eindhoven Overheid DGTL (transportbesparing)
Bedrijven Albert Friesland Foods Merba Nabuurs (samen met Friesland Foods) CQM Minase
Binnen de kennisinstellingen is in ruime mate kennis aanwezig op het gebied van planning en besturing van goederenstromen in netwerkschakels en netwerken. Alle instellingen zijn vele malen betrokken geweest bij projecten op het gebied van planning en besturing. PhDstudenten zullen worden ingezet in de bedrijfsprojecten om de kruisbestuiving tussen de kennisprojecten en de bedrijfsprojecten te waarborgen. De bedrijfsparticipanten betreffen bedrijven in de food-sector die op zoek zijn naar vernieuwingen in hun keten. Merba is een producent van deegwaren die op zoek is naar vernieuwende methoden en technologieen om communicatie en planning met leveranciers te verbeteren. Friesland Foods heeft inmiddels een logistieke strategie uitgewerkt intern maar is nu expliciet op zoek naar uitbreiding daarvan in de keten. Albert is het home-shopping kanaal van oa. Albert Heijn en is op zoek naar verbeteringen in e-fulfilment methoden door gebruikmaking van verschillende distributiekanalen. Zowel CQM als Minase zijn in het verleden als adviesbureau annex kennisbron betrokken geweest bij ontwikkeling en inrichting van ketenplanning en hebben ruime kennis op dit gebied. Waar nodig zal aansluiting gezocht worden met internationale kennisinstituten. In het kader van internationaal retailonderzoek van oa. de TU Eindhoven zijn er regelmatig onderzoekscontacten (gezamenlijk onderzoek, delen van bevindingen) met oa. Wharton, MIT en Stanford in de USA. Andere relevante contacten betreffen o.a. de samenwerking van de Erasmus Universiteit Rotterdam met de Tuck School of Business (USA) en de WU Vienna op het gebied van dynamic pricing. De resultaten van het project Ketensynchronisatie in Logistieke netwerken zullen ook getoetst worden in dit verband. Dit waarborgt dat de projecten ook internationaal state-of-the-art zijn. Tools die afgerond zijn zullen worden overgedragen aan relevante projecten bij de overheid (bijvoorbeeld Transportbesparing)
Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 21 Beheer: TUE
6.5 Projectorganisatie Voor het project Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken wordt de volgende projectstructuur voorgesteld: Wetenschappelijke stuurgroep: voorzitter: TUE (penvoerder), alle kennisinstellingen, Transumo, Ministerie V&W bedrijfsvertegenwoordiging,
Bedrijven klankbordgroep: o.a. deelnemende bedrijven
Project management TUE
Projectbureau TUE: - penvooerder - communicatie - website - workshops - secretariaat - projectadministratie (tijd en geld)
Uitvoering onderzoek (4 kennisprojecten, 3 cases)
KP 1 TUE
KP 2 UT Case 2 FCDF
•
•
•
•
KP4 TUE
KP3 EUR Case 2 Merba
Case 3 Albert
De klankbordgroep heeft tot doel te waarborgen dat de de practische haalbaarheid en implementeerbaarheid van ontwikkelde ideeen wordt bewaakt. Daarnaast geven zij aanbevelingen aan de stuurgroep ten aanzien van het project en de te maken keuzes in het project. De wetenschappelijke kwaliteit van de kennisactiviteiten alsmede de voortgang van de deliverables wordt bewaakt door de stuurgroep. Deze bestaat uit vertegenwoordigers van de kennisinstellingen (T. De Kok van de TUE, M. Fleischmann van de EUR. M. vd Heijden van de UT), een vertegenwoordiging van bedrijven (voor het gebruiksperspectief, nog te selecteren) en een vertegenwoordiging van de “sponsor” (Transumo vertegenwoordiging en dhr. M. Jurriaans namens het ministerie van V&W). De TUE treedt op als penvoerder. Technology Management Contract Centre, een onderdeel van de TUE, treedt op als projectbureau en is verantwoordelijk voor de projectenadministratie, waaraan de deelnemende bedrijven en kennisinstellingen rapporteren Elke participant registreert de bestede tijd conform het door Transumo gehanteerde format. Deze format wordt op voorhand aan alle participanten verstrekt. Deze lijsten worden gewaarmerkt door de verantwoordelijke ondertekenaar van de participant en door de penvoerder opdat e.e.a. controleerbaar is.
Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 22 Beheer: TUE
7
Kennisverspreiding
In 2005/2006 is voorzien dat er per kennisproject 1 publicatie wordt opgeleverd en per proeftuinproject 1 rapportage. Gedurende de looptijd van het project worden er (na 2005) per kennisproject 2 wetenschappelijke publicaties afgeleverd (6 in totaal). Daarnaast worden er 2 presentaties per kennisproject georganiseerd in het supply chain management netwerk van de EVO (eveneens 6 in totaal). Tevens worden de resultaten in het collegeprogramma opgenomen. Het project resulteert ook in een boek dan wel een special issue in een journal hierover. De kennisprojecten zullen tevens leiden tot een wetenschappelijke promotie, waaruit proefschriften voortkomen. De opgeleverde tools zullen worden overgedragen aan relevante overheidsprojecten (bijv. Transportbesparing).
8 Financiën Het totale budget is € 1.800.000,-, bestaand uit: • € 770.400,- Transumo (42,8%) • € 1.029.600,- Co-financiering Het budget voor 2005/2006 is € 400.000,- , bestaand uit: • € 171.200,- Transumo (42,8%) • € 228.800,- Co-financiering
9 Ondertekening Ondergetekenden verklaren hierbij dat zij akkoord zijn met inhoud van het meerjaren- en korte termijn plan (tot en met 31 december 2006) en de bijdragen in de projectkosten zullen financieren conform het financieringsoverzicht in dit projectvoorstel.
Projectvoorstel Ketensynchronisatie in Logistieke Netwerken Versie 3.0, 25 augustus 2005
pagina 23 Beheer: TUE