Ketenorganisatie voor oliën en vetten (MVO) Business plan, concept, versie 1.5 24 mei 2013
Inhoud 1. 2.
Managementsamenvatting
6.
Missie en visie Positionering Doelgroep Stakeholders
Thema’s en activiteiten 4.1 4.2 4.3 4.4
Functies en thema’s Functies Thema’s Redenen lidmaatschap
7.
Verenigingsstructuur Algemene ledenvergadering Bestuur Voorzitter Themawerkgroepen
Bureau 6.1 6.2 6.3
Hoofdlijnen strategie 3.1 3.2 3.3 3.4
4.
Aanleiding en context Externe ontwikkelingen Interne analyse Uitgangspunten Relatie tot productschap
Besturing 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Aanleiding en analyse 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
3.
5.
Verantwoordelijkheden Organogram Formatie
Financiering 7.1 7.2 7.3
Financieringsmodel Systeem basiscontributie Begroting
Bijlagen: - Transitie - Werkgroepleden
2
1. Managementsamenvatting Met het beëindigen van de activiteiten van het productschap start per 1 januari 2014 de private ‘Ketenorganisatie voor oliën en vetten’, kortweg MVO. De vorm van deze ketenorganisatie is na zorgvuldig overleg in een werkgroep met ondernemingen in de oliën- en vettenketen tot stand gekomen. De ketenorganisatie MVO zet zich in voor een duurzame en sterk concurrerende Nederlandse oliënen vettenketen. Zij zet zich in voor de belangen van de gehele keten in Nederland, Europa en waar nodig op mondiaal niveau. Door een track record van vele jaren als productschap en de zwaarwegende positie van Nederland voor de verwerking van oliën en vetten, wordt het belang van de ketenorganisatie breed erkend. Zij wordt actief benaderd door Nederlandse en internationale stakeholders als belangenbehartiger en als sleutelspeler op de gebieden waarvoor zij zich inzet: duurzame ontwikkeling, voeding en gezondheid, handelspolitiek en voedsel- en diervoederveiligheid. De ketenorganisatie MVO is de spreekbuis namens de leden, doet aan lobbyactiviteiten en maakt afspraken met derden. Ze biedt daarnaast diensten aan voor leden en heeft een platformfunctie. Ze werkt nauw samen met de brancheverenigingen in de keten en behartigt alleen ketenbelangen, oftewel die belangen die de gehele keten raken en niet strijdig zijn met deelbelangen. De ketenorganisatie MVO is een vereniging. De leden hebben het laatste woord via de algemene ledenvergadering en oefenen invloed uit via vier themawerkgroepen. Alle leden dragen bij via een contributie die wordt berekend naar hoeveelheid geproduceerde en/of verhandelde oliën en vetten. De contributie valt gemiddeld een derde lager uit dan bij het productschap.
3
2. Aanleiding en Analyse 2.1 Aanleiding en context 2.2 Externe ontwikkelingen 2.3 Interne analyse 2.4 Uitgangspunten 2.5 Relatie tot productschap
4
2.1 Aanleiding en context Afnemend draagvlak onder ondernemers in sommige sectoren van de primaire landbouw en een nieuwe politieke wind hebben er toe geleid dat de product- en bedrijfschappen zullen ophouden te bestaan. De overheid neemt slechts een zeer beperkt deel van de activiteiten over en laat de overige taken aan de sector. Uit een rondgang van de huidige directeur van het Productschap MVO bij een aantal key companies blijkt dat er veel draagvlak is voor een private doorstart van een deel van de activiteiten van het Productschap MVO, zonder vakbonden, per 1 januari 2014. Dit sluit aan bij de uitkomsten van een in 2011 gehouden ondernemerspeiling, waaruit blijkt dat bijna alle activiteiten van MVO als (zeer) belangrijk worden bestempeld door de deelnemende ondernemingen. In de periode van februari tot en met mei 2013 heeft een werkgroep van ondernemingen in de oliënen vettenketen zich gebogen over de vorm die de private opvolger van het Productschap MVO zou moeten krijgen. Voor u ligt het resultaat van deze werkgroep.
5
2.2 Externe ontwikkelingen Als ketenorganisatie worden de activiteiten van MVO goeddeels bepaald door de trends en ontwikkelingen die een impact hebben op de MVO-sector. Hier liggen kansen en bedreigingen waar MVO voor de gehele keten op kan inspelen. De belangrijkste trends voor de komende 10 – 20 jaar zijn in 2011 geïnventariseerd. Samengevat zijn deze: 1. grote toename wereldwijde vraag naar vetten en oliën tot 2030 (door bevolkingstoename, welvaarttoename, hogere prijzen fossiele brandstoffen, overheidsbeleid); 2. vergrijzing: meer aandacht voor gezondheid, verminderde beschikbaarheid van (specifiek) jonge werknemers op de arbeidsmarkt; 3. de vraag naar duurzame productie en consumptie neemt toe; 4. schaalgrootte van transport en verwerking neemt internationaal toe; 5. voorzieningszekerheid MVO-grondstoffen onder druk; groter aanbod Oost-Europa, Azië en ZuidAmerika; 6. grote prijsschommelingen (o.a. door grotere variatie oogsten) nopen tot hoog werkkapitaal; 7. meer verantwoordelijkheid bedrijfsleven: transparantie en garanties kwaliteit, voedselveiligheid, duurzaamheid (door allerlei schandalen komt voedselvertrouwen steeds meer onder druk); 8. non-ggo markt steeds kleinere en exclusievere nichemarkt; 9. stabilisering vleesconsumptie Europa en lange-termijntrend productie kweekvlees; 10. opkomst van de biobased economy en overheidsbeleid voor het stimuleren van biobrandstoffen; 11. overheid verliest autoriteit en treedt verder terug; 12. verdere liberalisering van internationale handel.
6
2.3 Interne analyse Het Productschap MVO heeft de volgende kwaliteiten waar de private ketenorganisatie MVO op voort kan bouwen: • inhoudelijk sterk en breed team met expertise op belangrijke thema’s (voldoende kritische massa om inhoudelijke dossiers op te pakken en elkaar te vervangen); • proactieve houding; • een breed en relevant nationaal, Europees en internationaal netwerk; • de combinatie van pure belangenbehartiging en concrete implementatie (via Task Force of campagne initiatieven); • spreekbuis voor de gehele oliën- en vettenketen; • vaak de enige die brancheoverstijgende issues en thema’s Europees snel oppakt. Kansen in de transitie naar een private ketenorganisatie zijn onder andere de volgende: • nieuw bestuur bestaat alleen nog maar uit vertegenwoordigers van de ondernemers (kortere lijnen) met als consequentie meer sturing van ondernemingen op activiteiten van MVO; • verantwoording richting SER/politiek/overheid vervalt; • samenwerking met (secretariaten van) nationale en Europese brancheorganisaties kan worden versterkt, verdere efficiëntie- en effectiviteitsverbeteringen. Bedreigingen voor de private ketenorganisatie: • in afwezigheid van een verplichte heffing kunnen freeriders de ketenorganisatie ondermijnen; • verschillende belangen binnen de keten; • een (te) kleine MVO-organisatie kan niet meer de (brede) expertise en slagkracht leveren die nodig is.
7
2.4 Uitgangspunten Uitgangspunten voor de ketenorganisatie voor vetten en oliën zijn: • efficiënt (scherp aan de wind, kostenbewust, vermindering bestuurlijke lastendruk, samenwerking met secretariaten brancheorganisaties); • effectief (kwaliteitsverbeteringen in de organisatie, meer sectorkennis borgen in de organisatie, goed afstemmen werkzaamheden met brancheorganisaties); • breed draagvlak in de gehele MVO-sector; • vertegenwoordiging van alle schakels in de keten met voldoende representativiteit van de leden; • voldoende slagkracht om deskundig en effectief te kunnen zijn (circa 10 fte); • return on investment voor aangesloten ondernemingen; • kosten-baten verhouding private organisatie hoger ten opzichte van wettelijke heffing; • financieel commitment voor eerste drie jaar.
8
2.5 Relatie tot Productschap MVO Overname activiteiten Een zeer beperkt aantal publieke taken van het Productschap MVO wordt mogelijk door het Rijk overgenomen. Hierover wordt nog overleg gevoerd. Activiteiten met betrekking tot belangenbehartiging worden niet tot de publieke taken gerekend en kunnen enkel worden gecontinueerd door een private organisatie; zoals voorzien in dit business plan de private ketenorganisatie voor oliën en vetten MVO. De afbouw van het productschap is daarmee relevant voor de private ketenorganisatie MVO. Er is een afbouwplan in ontwikkeling. Dit plan volgt de volgende principes: • • • • • • •
wettelijke taken worden belegd bij het rijk; voortzetting belangenbehartiging door nieuwe private organisatie; activiteiten jaarplan 2013 (on)verkort uitgevoerd; formatie private ketenorganisatie MVO op 1/7/2013 duidelijk; de activiteiten en de heffing van het productschap stoppen per 31/12/2013; private ketenorganisatie MVO start per 1/10/2013; contributie private ketenorganisatie per 1/1/2014 – geen overlap.
Zodra over bovenstaande punten duidelijkheid bestaat zal de private ketenorganisatie MVO in overleg treden met het productschap over het maken van een aparte overeenkomst voor het overnemen van personeel, inventaris, et cetera. De private ketenorganisatie MVO gaat uit van een zodanige kostenreductie ten opzichte van het productschap dat de inkomsten en uitgaven van de ketenorganisatie bij start op zijn minst in balans zijn. De afspraken met het productschap moeten daarbij aansluiten.
9
3. Hoofdlijnen strategie 3.1 Missie en visie 3.2 Positionering 3.3 Doelgroep 3.4 Stakeholders
10
3.1 Missie en visie Missie De ketenorganisatie MVO komt op voor de gemeenschappelijke belangen van de Nederlandse oliën- en vettenketen en zet zich in voor een verdere verduurzaming van de keten en versterking van de internationale concurrentiepositie van de sector. Visie Door een wereldwijde aanzienlijke toename in de vraag naar vetten en oliën neemt ook het economisch belang van vetten en oliën in Nederland toe. Thema’s als duurzaamheid (productie en consumptie; bedrijfsvoering en sluiten van de kring), voedselveiligheid, kwaliteit en transparantie spelen een steeds prominentere rol, voor het imago van de keten als geheel en als voorwaarde voor een goede bedrijfsvoering voor individuele ondernemingen. Een terugtrekkende overheid en steeds volatielere opinievorming in media, samenleving en politiek vragen een buffer voor MVOondernemingen; een organisatie die op continue basis externe stakeholders voorlicht en nadelige regelgeving tegengaat. Protectionisme, zwalkend op de korte termijn gericht overheidsbeleid, prijsschommelingen, vergroting van schaalgrootte en druk op voorzieningszekerheid van MVOgrondstoffen maken het opkomen voor een ‘level playing field’ voor alle ondernemingen steeds belangrijker. Deze thema’s kunnen alleen overtuigend worden opgepakt door gezamenlijkheid in de gehele keten. MVO, de ketenorganisatie voor de oliën- en vettensector, is en wil dé organisatie zijn die deze gezamenlijkheid faciliteert, deze thema’s oppakt en daarmee zorgt voor een internationaal concurrerende sector die zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt.
11
3.2 Positionering Een duurzaam imago en level playing field van de oliën- en vettenketen Wat • Optimaliseren imago (‘license to operate’) keten: duurzaamheid, voedsel- en diervoederveiligheid, voeding en gezondheid en kwaliteit • Inzetten voor ‘level playing field’ en behoud van concurrentiekracht • Handelsbelemmeringen wegnemen • Overheid, politiek en ngo’s op afstand - buffer voor de sector en regeldruk beperken • Ketenplatform: ontmoeten en ontwikkelen
Waarom • MVO-sector Nederland is The Gateway voor oliën en vetten in Europa • Samen sta je sterker • Namens hele keten; één aanspreekpunt en spreekbuis • Diepgaande kennis • Vertrouwde speler • Uitgebreid (inter)nationaal netwerk • Track record • Een gesloten keten
Waarden • Betrokken • Omgevingsbewust • Dienstverlenend • Kostenefficiënt 12
3.3 Doelgroep Leden en partners Alle bedrijven in de keten van oliën en vetten kunnen lid worden van de ketenorganisatie MVO. De bedrijven die tot deze keten worden gerekend zijn de verwerkers van oliehoudende zaden, de producenten van gesmolten dierlijk vet, de bedrijven die oliën en vetten raffineren en verder bewerken, de margarine- en sauzenproducenten, de oleochemie, de inzamelaars en verwerkers van gebruikte oliën en vetten, de handelaren in oliezaden, oliën en vetten en overige producten, energie- en biodieselproducenten, de opslagbedrijven en de gespecialiseerde transporteurs. Bedrijven die fysiek geen onderdeel uitmaken van de keten, maar die diensten verlenen aan de ondernemingen in de keten kunnen partner worden van MVO. Een partner is niet vertegenwoordigd in het bestuur en heeft geen stemrecht op de algemene ledenvergadering, maar kan via woordvoering op de ALV of als adviseur in een van de werkgroepen invloed uitoefenen. Partners worden op de hoogte gehouden van alle activiteiten en kunnen gebruik maken van de informatievoorziening.
13
Legenda
3.3 Doelgroep
In MVO-privaat Partners MVO-privaat
Food Crush / raffinage Import / handel
Feed Vet compounders
Transport
Opslag Techniek
Dierlijk vet Biodiesel
Dienstverleners (Laboratoria, Surveyors, Kennisinstellingen, Adviseurs, Havenautoriteiten, etc.)
14
3.4 Stakeholders Het speelveld De ketenorganisatie MVO behartigt de belangen van de bij haar aangesloten ondernemingen. Door lobby te voeren bij andere partijen, door met hun samen te werken, door met hun te onderhandelen, door lidmaatschappen af te sluiten of op andere manieren die zij goeddunkt. Ze benadert alle partijen die zij van nut acht voor het bereiken van haar doelstellingen. Hieronder vallen o.a.: • • • • • • • •
ministeries: EZ, BuZa, I&M, VWS; politieke partijen; FNLI, VNO-NCW; NVWA, Voedingscentrum, Hartstichting; voedsel- en diervoederveiligheidssystemen; GMP+ / QS / Ovoocom / NEN; Ngo's; rondetafelinitiatieven (RSPO/RTRS/ketentransitie soja); • media. De basis van MVO ligt in Nederland. Ze opereert nationaal, maar desgewenst ook Europees of breder internationaal, waarbij ze zoekt naar nauwe samenwerking met andere partijen.
overheden
Individuele ondernemingen & brancheorganisaties
15
3.4 Stakeholders Omgang met stakeholders De ketenorganisatie MVO wil met al haar stakeholders een goede en constructieve relatie opbouwen. De precieze omgang verschilt per partij en doelstelling, maar in het algemeen houdt MVO de volgende ‘richtlijnen’ aan in de omgang met haar stakeholders: • intensief contacten onderhouden (relatiemanagement); • continu op zoek naar wederzijdse kansen en win-win situaties; • absorberen (informatie inwinnen) en informeren van stakeholders; • proactieve participatie in overlegstructuren; • actief betrekken van stakeholders bij plannen; • overlap in activiteiten vermijden c.q. terugdringen; • actieve externe profilering (imago).
16
3.4 Stakeholders Overzicht brancheorganisaties Een ketenorganisatie heeft een bijzondere relatie met de brancheorganisaties die de verschillende schakels van de keten vertegenwoordigen. Het gaat om de volgende nationale brancheorganisaties.
17
3.4 Stakeholders Relatie tot brancheorganisaties In de samenwerking met de brancheorganisaties gelden de volgende uitgangspunten: • gecoördineerde, efficiënte en effectieve belangenbehartiging op ketenniveau; • aanvulling op / samenwerking met internationale en nationale brancheorganisaties; • door nauwe samenwerking met sectororganisaties wordt overlap voorkomen / kostenefficiënt; • mogelijkheid samenwerking backoffice (efficiëntie en synergie); • draagvlak brancheverenigingen; • gelijke benadering / omgang alle branches; • desgewenst faciliteert MVO het secretariaat van de branches. Dit gebeurt onder andere in de vorm van een dedicated secretaris, die zorgt voor alle ondersteuning van de branche. Bij tegenstrijdige deelbelangen kunnen branches een eigen geluid laten horen.
18
4. Thema’s en activiteiten 4.1 Functies en Thema’s 4.2 Functies 4.3 Thema’s 4.4 Redenen lidmaatschap
19
4.1 Functies en thema’s De activiteiten van de ketenorganisatie MVO zijn divers. Ze zijn in te delen langs twee dimensies. Ten eerste langs vijf functies: ‘lobby’, ‘extern bindende afspraken’, ‘zelfregulering’, ‘communicatie en diensten’ en ‘platform’. Ten tweede langs vier thema’s: ‘duurzame ontwikkeling’, ‘voeding en gezondheid’, ‘handelspolitiek’ en ‘voedsel- en diervoederveiligheid’. De ketenorganisatie MVO legt focus op lobby, issue- en crisismanagement/spreekbuis en extern bindende afspraken en minder op informatievoorziening en de platformfunctie. Op de volgende slides staat allereerst een overzicht van de verschillende functies en thema’s en de activiteiten die daarbij horen. Daarna wordt dieper ingegaan op de verschillende functies van de ketenorganisatie MVO. Daarna worden de verschillende thema’s verder uitgediept met een invulling van de activiteiten. Deze invulling is met nadruk in concept. In de vormgeving van de ketenorganisatie zoals voorzien zijn het vier themawerkgroepen die het beleid op de vier thema’s vormgeven en voorstellen aan het bestuur. In deze themawerkgroepen maken de leden de dienst uit.
20
4.1 Functies en thema’s Overzicht Thema => Functie Lobby
Extern bindende afspraken Zelfregulering
Communicatie en diensten
Voedsel- en diervoederveiligheid
Voeding en gezondheid
Duurzame ontwikkeling
Handelspolitiek
● Belangenbehartiging overheid en politiek ● Monitoring wet- en regelgeving (NL en EU) en - internationale - ontwikkelingen ● Belangenbehartiging externe organisaties (NGOs, GMP+, Fediol, QS, FEMAS, VNO-NCW, FNLI, et cetera) ● Maken afspraken of deelname werkgroepen waar afspraken worden gemaakt (MJ3A, NEN, GMP+, PLW, ROW, Tripartite overleg duurzaamheid, Task Force Duurzame Palmolie, Netwerk Herfomulering Productaanbod, Stichting Ketentransitie, RSPO, Cie Corbey, Agrobedrijvenoverleg, VNO-NCW, afstemming diverse ketenpartijen, et cetera) ● Standaarden ● Risicoanalyses ● Code(s) of practice ● Issue- en crisismanagement ● Ketenwoordvoering ● Afstemming ketenpartijen ● Basisvoorlichting / basis-kenniscentrum ● Eén algemene nieuwsbrief ● Vraagbaak ● Cursussen ● Campagnes (Verantwoord Frituren, Frituurvet, Recycle het!)
Platform
● Assisteren knelpunten douane
● Werkgroepen, ad hoc werkgroepen ● (activiteiten rondom) De Algemene Leden Vergadering
21
4.2 Functies Op basis van onderzoek naar brancheorganisaties* zijn 5 functies van de ketenorganisatie MVO te onderscheiden. 1. Lobby: verrichten van activiteiten die gericht zijn op het beïnvloeden van de - politieke en maatschappelijke - beeld- en besluitvorming. 2. Extern bindende afspraken: afspraken die met derden worden gemaakt en die de participerende / bij de ketenorganisatie MVO aangesloten ondernemingen en eventuele branchegenoten binden. 3. Zelfregulering: afspraken waarmee verplichtingen worden opgelegd aan aangesloten ondernemingen en/of activiteiten gericht op controle / handhaving. 4. Communicatie en diensten: activiteiten gerelateerd aan het imago van de keten, voorlichting of woordvoering richting derden en het leveren van gratis en betaalde diensten aan de aangesloten ondernemingen. 5. Platform: het stimuleren van onderlinge contacten en het faciliteren van netwerken. Activiteiten op de verschillende functies versterken elkaar over het algemeen en versterken daarmee de ketenorganisatie. Door intern bindende afspraken te maken over kwaliteit staat een organisatie over het algemeen bijvoorbeeld sterker in de lobby. En door diensten aan te bieden aan individuele leden, worden ook leden die minder behoefte hebben aan gezamenlijke activiteiten, toch verbonden aan de organisatie. De ketenorganisatie MVO ontplooit activiteiten op alle vijf de functies, wat duidt op een evenwichtige organisatie.
* Berenschot: ‘Ondernemende brancheorganisaties’, 2003. De hier gebruikte indeling wijkt op enkele punten af.
22
4.2 Functies Lobby en zelfregulering Functie 1: Lobby De belangrijkste functie van de ketenorganisatie MVO is de behartiging van de belangen van haar aangesloten leden bij nationale en Europese overheden en politiek. Het gaat hier bijvoorbeeld om issuemanagement bij ketenbrede issues, om Europese lobbytrajecten (al dan niet in samenwerking met lokale organisaties). De afgelopen 10 jaar heeft MVO een aanzienlijk track record opgebouwd. Voorbeelden zijn: dioxine, 3-MCPD, vet-taks, minerale olie in palmolie, pesticiden in zonnebloemolie, ggo. Functie 2: Zelfregulering MVO gelooft in de kracht van zelfregulering en voorlichting. Op de terreinen van duurzame grondstoffenvoorziening, energiebesparing, ketentransparantie, voedselveiligheid en -gezondheid van oliën en vetten hebben zelfregulering en voorlichting hun waarde bewezen. De enige duurzame manier om de overheid op afstand te houden is om als keten zelf afspraken te maken op thema’s waar de samenleving waarde aan hecht en die essentieel zijn voor de ‘license to operate’ van de keten.
23
4.2 Functies Communicatie, diensten, externe afspraken en platform Functie 3: Communicatie en diensten MVO is dé spreekbuis en woordvoerder als het gaat om ketenbrede issues. De media en andere partijen weten MVO in deze hoedanigheid te vinden en MVO draagt proactief het gewenste imago van de oliën- en vettenketen uit. Daarnaast is MVO bekend als een betrouwbare bron van non-branded informatie voor diverse doelgroepen. Objectiviteit wordt versterkt door een wetenschappelijke adviesraad die de communicatie-uitingen van de ketenorganisatie staaft. Diensten van MVO bestaan onder andere uit nieuwsbrieven en individuele advisering. Diensten zijn overwegend op basis van retributie; dit geldt ook voor cursussen en een eventueel op te richten MVO-academy. Functie 4: Extern bindende afspraken MVO is de partij die afspraken kan maken met derden, die tevens de eigen leden binden. Het gaat hier bijvoorbeeld om het MJA3-convenant of afspraken die worden gemaakt binnen de Task Force Duurzame Palmolie. Functie 5: Platform voor overleg De ketenorganisatie MVO is tevens een platform om elkaar te ontmoeten en te spreken over ketenissues en de toekomst van de keten. Behalve dat dit een intrinsieke waarde vertegenwoordigt, blijkt tevens dat bij brancheoverstijgende crises, zoals dioxine, betrokken spelers en belanghebbende partijen snel verenigd kunnen worden door de al bestaande structuren binnen MVO.
24
4.2 Functies
•
Importantie van de functies
• •
Hoe verder een functie naar buiten op de as staat, hoe meer gewicht deze krijgt bij de ketenorganisatie MVO. • • •
•
•
Lobby NL en EU (overheid, politiek) Monitoring wet- en regelgeving Belangenbehartiging externe organisaties (NL en EU) Internationale (multi) stakeholder initiatieven (RSPO, RTRS) …
Afspraken / afstemming diverse werkgroepen MJA3-convenant Task Force Duurzame Palmolie Ketentransitie Soja …
• •
Extern bindende afspraken
Lobby
• • • • • •
Communicatie en diensten • • • • • • • •
Crisis- en issuemanagement Spreekbuis Informatievoorziening Basis-voorlichting Cursussen Vraagbaak Assistentie knelpunten douane …
Ketenbrede risicoanalyses Code(s) of practice Standaarden en richtlijnen Monitoring Task Force Duurzame Palmolie …
Zelfregulering
• Platform •
Ontmoeten van ketenpartners in werkgroepen, bestuur, ALV … 25
4.3 Thema’s Overzicht 1. Duurzame ontwikkeling • De Nederlandse oliën- en vettenketen is agendazettend op het gebied van duurzame ontwikkeling. • Speerpunten: • rethink: duurzame grondstofvoorziening; • reduce: verbeteren energie-efficiency / verlagen ecologische voetafdruk / biobased economy; • reuse: bij- en restproducten uit de MVO-keten hoogwaardig inzetten.
2. Voeding en gezondheid • Toename van kennis, zowel bij achterban als intermediairs en stakeholders. • Verbetering imago van oliën en vetten in een gezonde en duurzame voeding. • Belangenbehartiging nationaal, Europees en internationaal (toename wet- en regelgeving op het terrein van V&G).
3. Handelspolitiek • •
Belangenbehartiging nationaal, Europees en internationaal voor gehele keten. Bevorderen toelating en acceptatie van ggo’s in Europa.
4. Voedsel- en diervoederveiligheid • •
Transparante keten die kwaliteit en diervoeder-/voedselveiligheid heeft geborgd. Zelfregulering en transparantie worden belangrijker bij een terugtredende overheid.
26
4.3 Thema’s Thema 1: Duurzame ontwikkeling Activiteiten Duurzame grondstoffenvoorziening • focus op palmolie en soja; • naast inzet individuele bedrijven is collectieve sector/ketenaanpak noodzakelijk voor omschakeling naar duurzame handelsketens (inzet via Task Force Duurzame Palmolie en Soja / aanpak Nederland krijgt navolging in België, Frankrijk, Duitsland, VK, Denemarken). Duurzame bedrijfsvoering • MJA3-convenant met de overheid voor energie-efficiency; • Biobased Economy: volgen beleid, markt. Hoogwaardige inzet bij- en restproducten • campagne: Frituurvet, Recycle het! Reason to believe; voorbeelden afgelopen jaren • nationale kritiek ngo’s omgebouwd naar nationale en internationale ketenbrede oplossingen; • RSPO / Task Force Duurzame Palmolie / RTRS / Task Force Verantwoorde Soja / Ketentransitie Soja / MVO-initiatieven krijgen op Europees niveau navolging. • brede steun van overheid en politiek voor MVO-aanpak ; politiek en ngo’s zijn relatief rustig op dit dossier in Nederland ; • MJA-3 / aanpak energie-efficiency: sector afgelopen 15 jaar - > 30% verbetering energieefficiency gerealiseerd; MVO/VAPRO-cursus Energiebewuste operator; • duurzaamheidsverslag MVO-sector (sinds 2011).
27
4.3 Thema’s Thema 2: Voeding en Gezondheid Activiteiten Belangenbehartiging • proactief voorkomen van wetgeving middels zelfregulering (Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling → Netwerk Herformulering Productaanbod); • actieve inbreng in wetgevingsdossiers. Communicatie over het belang van oliën en vetten in gezonde voeding • voortzetten non-branded communicatie; • voortzetten van communicatie-activiteiten en projecten (Kies gezond vetwijzer, Verantwoord Frituren, Frituurvet Recycle het!); verbreden kennis over gezondheid, functionaliteit oliën en vetten (consumenten, intermediair, retail, levensmiddelenindustrie); • tegenwicht zuivelindustrie. Reason to believe; voorbeelden afgelopen jaren • breed netwerk industrie, overheid, Voedingscentrum, wetenschap; samenwerking met IMACE en FEDIOL; • verbetering vetzuursamenstelling in breed scala producten; • proactief en tijdig om overheidsmaatregelen te voorkomen; • sterke imagoverbetering van oliën en vetten door jarenlange investering in non-branded communicatie; • actieve inbreng relevante wetgevingsdossiers op nationaal en Europees niveau: claims, etikettering, voedingsprofielen, transvetzuren.
28
4.3 Thema’s Thema 3: Handelspolitiek Activiteiten Handelspolitiek is in het belang van de gehele keten: • belangenbehartiging richting nationale / Europese overheden; • initiatieven richting NL-overheid, CIE, WTO op diverse dossiers, waaronder: • WTO, bilaterale handelsverdragen: WTO-tariefafspraken tropische oliën Doha Ronde, FTA EU-Maleisië, WTO-afspraken; oliën en vetten Russische Federatie, EU-tariefschorsingen; anti dumpheffingen; anti subsidieheffingen; DCFTA met Oekraïne en TTIP met de VS. • versnelde verlaging importheffing duurzame palmolie; • DET’s / exportbelasting Indonesië, Maleisië, Argentinië, et cetera; • samenwerking VNO/NCW, via Commissie Handelspolitiek; • informatievoorziening NL / Europese overheid; • ondersteuning verzoeken individuele bedrijven. Versnelde toelating en acceptatie van ggo’s: • belangenbehartiging en informatievoorziening richting overheid (nationaal / Europees); • versterken draagvlak bij politiek, maatschappelijke organisaties. Reason to believe; voorbeelden afgelopen jaren • uitstekend netwerk bij nationale overheid, Cie. en WTO; • stevige invloed van MVO via NL-overheid in Brussel. NL samen met VK sterke continue pleiters voor pragmatische science based oplossing voor ggo-handelsbelemmeringen; • diverse issues in buitenland; waaronder vet-taks en importban palmolie.
29
4.3 Thema’s Thema 4: Voedsel- en diervoederveiligheid Activiteiten Borging van voedsel- en diervoederveiligheid is een ketenissue en blijft komende jaren noodzakelijk • belangenbehartiging wet- en regelgeving (overheid, NVWA, NEN); • coördinatie / issuemanagement tijdens crises (dioxine, pesticiden, 3MCPD, et cetera); • bevorderen GAP en voedselveiligheid (risicoanalyses / foodstandaard); • input sector richting EFISC, GMP+ Intern, QS, FEMAS, Ovocom; • bevorderen kennis / expertise in de sector. Reason to believe; voorbeelden afgelopen jaren • risicoanalyses; • issuemanagement: collectieve aanpak dioxinecrisis Duitsland – MVO monitoringsplan; • gecoördineerde sectorbrede input richting GMP+ International; • MVO Food Safety Cursus.
30
4.4 Redenen lidmaatschap • inhoudelijk invloed uitoefenen op de lobby van MVO op alle thema’s, o.a. via: • participatie in themawerkgroepen; • mogelijkheid afvaardiging als extern vertegenwoordiger; • polls; • de algemene ledenvergadering. • direct op hoogte nationale / internationale ontwikkelingen; • ontvangst maandelijkse nieuwsbrief met overzicht lopende zaken en activiteiten; • aan tafel met belangrijkste oliën- en vettenbedrijven Nederland en Europa; • gebruik kunnen maken non-branded communicatiekanaal; • gebruik cursussen en informatiebijeenkomsten; • ad hoc basis gebruik maken internationale expertise die MVO heeft op het terrein van handelspolitiek (WTO, FTA’s, etc.) en douane; • fair share imago / license to operate gehele sector; geen freeriding.
31
5. Besturing 5.1 Verenigingsstructuur 5.2 Algemene ledenvergadering 5.3 Bestuur 5.4 Voorzitter 5.5 Werkgroepen
32
5.1 Verenigingsstructuur De vereniging – ondernemers aan het roer De ketenorganisatie MVO is een vereniging. Haar leden zijn ondernemingen in de oliën- en vettenketen. MVO is belangenbehartiger voor haar leden, maar is tevens een organisatie van haar leden. Dit komt tot uiting in de rechtspersoon van de vereniging. In een vereniging hebben namelijk de leden het laatste woord. De vereniging MVO kent verschillende organen. De algemene ledenvergadering bestaat uit de leden van de vereniging. Zij is het hoogste orgaan, in die zin dat ze het bestuur benoemt en de begroting en/of het jaarplan moet goedkeuren. Het bestuur is belast met het beheer van de vereniging en bestaat uit 15 leden, eventueel met voorzitter als 16e lid. In vier themawerkgroepen, te weten ‘Duurzame ontwikkeling’, ‘Voeding en Gezondheid’, ‘Handelspolitiek’ en ‘Voedsel- en diervoederveiligheid’ komen leden samen om te adviseren over - de uitvoering van - beleid. Een professioneel bureau ondersteunt de vereniging in de uitvoering van haar taken. Dit betekent dat het bureau de themawerkgroepen ondersteunt en uitvoering geeft aan het beleid van het bestuur. Hoewel de ketenorganisatie MVO de mogelijkheid heeft om andere rechtspersonen op te richten en aan te sturen, doet zij dit, om bestuurlijke drukte te beperken, in eerste instantie niet. De Stichting Voorlichtingsbureau MVO wordt opgeheven en de taken hiervan worden voorgezet in de ketenorganisatie. Alle communicatie loopt direct via MVO en niet via afgeleide stichtingen, zodat de sector met één gezicht naar buiten treedt.
33
5.2 Algemene ledenvergadering Taken en bevoegdheden De algemene ledenvergadering bestaat uit de leden van de vereniging, wanneer zij daadwerkelijk bijeen zijn geroepen. Ze komt minimaal één keer per jaar bijeen. Vaker, indien het bestuur of voldoende leden dat wenselijk achten. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de algemene ledenvergadering zijn de volgende: • controle en toezicht op het bestuur; • vaststellen beleid (majeure) thema’s en jaarplan; • vaststellen begroting; • benoemen (en ontslaan, schorsen) bestuursleden, voorzitter; • decharge bestuur. De algemene ledenvergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van de vereniging. Elk lid van de ketenorganisatie MVO heeft een stem op de algemene ledenvergadering, maar niet elke stem telt even zwaar.
34
5.2 Algemene ledenvergadering Stemverhoudingen Het gewicht van de stem op de algemene ledenvergadering hangt af van de opkomst van het aantal andere leden van het contributiesegment waar het lid deel van uitmaakt. Elk segment heeft een vast aantal stemmen (100), die gelijkmatig worden verdeeld tussen de aanwezige leden van het segment. Er zijn drie contributiesegmenten, te weten die van ondernemingen die minder dan 1/16 van de hoogste contributiebijdrage betalen, die van ondernemingen die meer dan 1/4 van de hoogste contributiebijdrage betalen en de ondernemingen daartussen. Omdat contributie gerelateerd is aan omvang, worden op deze manier de belangen van ondernemingen van verschillende omvang onafhankelijk van de daadwerkelijke opkomst op de ALV en onafhankelijk van het totaal aantal leden met een bepaalde omvang evenredig vertegenwoordigd. Aantal leden
Totaal aantal stemmen
< 1/16 van hoogste contributiebijdrage 1/16 – 1/4 van hoogste contributiebijdrage > 1/4 van hoogste contributiebijdrage
~20 ~15 ~5
100 100 100
Totaal
~40
300
De stemverhoudingen volgen een aantal principes. Ten eerste hebben ondernemingen die meer betalen aan MVO ook meer te zeggen - volgens het principe ‘wie betaalt, bepaalt’. Daarnaast heeft elk lid een substantiële stem, wat essentieel is in een vereniging die alle ondernemingen in de gehele keten verbindt, groot en klein. De structuur van de stemverhoudingen onderscheidt drie contributiegroepen. Een fijnmaziger onderscheid is niet wenselijk, omdat stemverhoudingen indirect zijn gekoppeld aan de hoeveelheid geproduceerde en verhandelde oliën en vetten en dit concurrentiegevoelige informatie is. Geen van de contributiegroepen heeft een meerderheid van de stemmen in de algemene ledenvergadering. Een quorum zorgt ervoor dat er een minimum representativiteit nodig is op de algemene ledenvergadering. 35
5.3 Bestuur Bestuurstaak Het bestuur is belast met de bestuurstaak. Daaronder valt alles wat nodig is om de vereniging, gezien de doelstelling en activiteiten, in het maatschappelijk verkeer te doen functioneren. Bestuursleden worden benoemd door de ALV, op voordracht van het bestuur en opereren zonder last of ruggespraak. De belangrijkste taken en bevoegdheden van het bestuur zijn de volgende: • strategiebepaling hoofdlijnen; • vaststellen beleid; • benoemen directeur; • benoemen voorzitters werkgroepen uit eigen midden; • benoemen leden werkgroepen op voordracht werkgroepen; • benoemen vertegenwoordigers externe werkgroepen / commissies. In de ketenorganisatie MVO is sprake van een voorwaardenscheppend bestuursmodel. Dit betekent dat het bestuur zich toelegt op het scheppen van voorwaarden voor een beleidsvoerend bureau. Het bestuur heeft een strategische benadering, gericht op het bepalen van de meerjarige kaders waarbinnen het bureau dient te werken. De inbreng van de leden is gebaseerd op hun specifieke deskundigheid en geschiedt binnen de werkgroepen. Deze inbreng wordt daar gematcht met de inbreng van de professionele staf van het bureau. Het bestuur stelt de kaders vast en bemoeit zich niet sterk inhoudelijk met specifieke dossiers. Alleen besluiten met een strategisch-beleidsmatig karakter worden aan het bestuur voorgelegd.
36
5.3 Bestuur Samenstelling Bestuursleden zijn CEO’s binnen de ondernemingen of bekleden vergelijkbare posities. Dit maakt het mogelijk dat efficiënt besluiten worden genomen, zonder dat bestuursleden met beperkt mandaat spreken. In het bestuur geldt het principe van ‘one man, one vote’. In het geval dat stemmen staken, heeft de voorzitter de doorslaggevende stem. Het bestuur van MVO bestaat uit 15 bestuursleden; eventueel met een voorzitter als 16e bestuurslid. Hierdoor is gegarandeerd dat elke schakel in de keten in het bestuur is vertegenwoordigd. Hiermee is een balans gevonden tussen belang, betaling en zeggenschap van de aangesloten ondernemingen. In onderstaande figuur is het aantal bestuurszetels per schakel in de keten opgenomen.
37
5.4 Voorzitter De voorzitter van MVO bewaakt de verschillende belangen van de leden; heeft een onafhankelijke opstelling en stelt het verenigingsbelang centraal. Het is een persoon met gezag in de vereniging. Hij of zij heeft de volgende primaire verantwoordelijkheden: • • • • •
het binden van de (bestuurs)leden; voorzitten van bestuurs- en algemene ledenvergaderingen; acteren in het relevante netwerk voor MVO-privaat (i.o.m. directeur); toezicht op een adequate uitvoering van het jaarplan en strategisch meerjarenplan; aanspreekpunt / toezicht / beoordeling directeur.
De voorzitter heeft een beperkte intern en extern vertegenwoordigende functie; deze functies liggen namelijk hoofdzakelijk bij de directeur. De voorzitter wordt benoemd voor een periode van 3 jaar, waarbij eenmaal een mogelijkheid is tot herbenoeming. Het gaat om een functie met een tijdsbesteding van ongeveer 1 dag per maand. De voorzitter komt uit de industrie en heeft actuele kennis. Dit is van belang omdat de voorzitter de inhoud mee moet brengen om het vertrouwen te kunnen winnen van interne en externe partijen en als sparringpartner moet kunnen optreden van de directeur. Bij voorkeur komt de voorzitter uit het midden van het bestuur. Als er geen voorzitter binnen het bestuur kan worden gevonden, dan komt de voorzitter uit de leden en fungeert hij of zij als zestiende bestuurslid. Een selectiecommissie draagt een voorzitter voor aan de algemene ledenvergadering.
38
5.5 Themawerkgroepen Ondernemers staan aan het roer van de ketenorganisatie MVO. Elke individuele organisatie kan op veel manieren invloed uitoefenen, via bijvoorbeeld de algemene ledenvergadering, via deelname aan het bestuur, of via ledenonderzoeken en polls. Ook zijn er beleidsadviserende werkgroepen op de vier hoofdthema’s van MVO: • themawerkgroep Duurzame ontwikkeling; • themawerkgroep Handelspolitiek; • themawerkgroep Voeding en Gezondheid; • themawerkgroep Voedsel- en diervoerderveiligheid. De themawerkgroepen hebben de volgende bevoegdheden: • initiëren van activiteiten; • adviseren over het projectplan; • ondersteunen uitvoering projectplan; • monitoren en evalueren uitvoering projectplan; • instellen ad-hoc werkgroepen. De themawerkgroepen spelen op deze manier een belangrijke rol in de ledendemocratie en in de beleidsontwikkeling. Ze zorgen er mede voor dat de activiteiten van MVO zo goed mogelijk zijn aangesloten op de behoeftes van de ondernemingen en de inhoudelijke kwaliteit hoog is. Jaarlijks stellen de themawerkgroepen in samenwerking met het bureau en op verzoek van het bestuur per thema een projectplan op. Het bestuur kan hierbij richtlijnen meegeven. De projectplannen van de vier themawerkgroepen worden gebundeld door de directeur en aangeboden aan het bestuur. Het bestuur gebruikt deze projectplannen als basis voor het jaarplan en de bijbehorende begroting. Hoewel themawerkgroepen activiteiten kunnen initiëren, hebben ze geen eigen begroting. De themawerkgroepen bestaan uit ondernemingen (leden of partners), desgewenst bijgestaan door externe specialisten. De voorzitter van de themawerkgroep is tevens lid van het bestuur. Zeker bij aanvang van de ketenorganisatie is dit van belang om de organisatie te verbinden en de ‘lijnen kort te houden’. 39
6. Organisatiestructuur 6.1 Verantwoordelijkheden bureau 6.2 Organogram 6.3 Formatie
40
6.1 Verantwoordelijkheden bureau Het bureau kent de volgende primaire verantwoordelijkheden: • signaleren, adviseren en initiëren; • beleidsvoorbereiding; • uitvoering projecten en programma’s; • begeleiden werkgroepen (o.a. secretaris werkgroep). Aangezien het bestuur kaderstellend is, is het bureau meer beleidsvoorbereidend en ondersteunend. Samenstelling van het bureau geschiedt op basis van profielen met functie- en competentie-eisen. Binnen het bureau kunnen zo alle activiteiten en aandachtsgebieden belegd worden en kunnen medewerkers zich verder ontwikkelen als inhoudelijk deskundige functionarissen. Daarnaast streeft MVO naar verdere professionalisering van het bureau, waarbij kan worden gedacht aan zaken als scholing en opleiding. Het bureau heeft een regiefunctie op de projecten van MVO. Bij voorkeur worden projecten door externen uitgevoerd. Als algemeen principe geldt: Extern beleggen waar mogelijk, intern waar noodzakelijk.
41
6.2 Organogram De directeur heeft de volgende primaire taken: • verantwoordelijk uitvoering; • afstemmen/spilfunctie tussen bestuur en bureau; • spreekbuis namens de keten; • benoemen en ontslaan medewerkers; • bundelen van projectplannen van werkgroepen. Communicatie behelst hier de website, publicaties, campagnes, persberichten en ondersteuning in de woordvoering. Beleid incorporeert alle inhoudelijk kennis en ervaring die benodigd is voor de lobby, het sluiten van extern bindende afspraken, zelfregulering en de diensten. Ook de externe vertegenwoordiging vindt vanuit Beleid plaats. Medewerkers van Beleid zijn tevens de secretarissen van de werkgroepen en hebben daarin ook een rol wat betreft de platformfunctie van MVO. Public Affairs krijgt een grotere nadruk, zodat het bureau zich meer kan richten op het versterken van lobby en externe contacten. Secretariaat en financiën behelst alle secretariaatsondersteuning van directeur, bestuur, werkgroepen, beleid en communicatie. Tevens zijn hier ledenadministratie, boekhouding en ICT ondergebracht.
42
6.3 Formatie Op basis van de onderkende thema’s en activiteiten wordt uitgegaan van een formatie van de ketenorganisatie van 9 tot 10,5 fte, exclusief de voorzitter. De definitieve invulling van de werkorganisatie zal onder andere worden bepaald door de mate van deelname aan de ketenorganisatie. Met inachtneming van bovenstaande bandbreedte zal de formatie globaal als volgt worden opgebouwd: Formatie Directeur Beleid Communicatie Secretariaat, ICT en financiën
1 6,5 1,5 1,5 10,5
fte fte fte fte fte
De verdeling over de thema’s binnen Beleid is globaal als volgt. Thema’s Duurzame ontwikkeling Voeding en gezondheid Handelspolitiek Voedsel- en diervoederveiligheid
2,5 fte 2 fte 1 fte 1 fte 6,5 fte
Indien de uiteindelijke invulling lager wordt dan 10,5 fte dan zal met name de capaciteit van Beleid en de onderlinge verhouding tussen de thema’s opnieuw moeten worden vastgesteld.
43
7. Financiering 7.1 Financieringsmodel 7.2 Systeem basiscontributie 7.2 Begroting
44
7.1 Financieringsmodel Basis financieringsmodel De ketenorganisatie MVO kent in principe vier verschillende financieringsbronnen. Ten eerste is er de basiscontributie van leden. Deze financieringsbron levert - zeker in de eerste jaren - ongeveer 95% van de inkomsten. Met deze inkomsten wordt een basisorganisatie staande gehouden en worden collectief generieke activiteiten ontplooid; die activiteiten die relevant zijn voor al de onderneming die bij zijn MVO aangesloten. Ten tweede betalen groepen van ondernemingen specifiek voor activiteiten die voor hun groep worden ondernomen. Bijvoorbeeld imagocampagnes voor specifieke vetten, maar ook het verzorgen van de backoffice voor brancheverenigingen, zoals dat nu bij het Productschap MVO het geval is voor de VERNOF en voor NOFOTA. Uitgangspunt bij betaalde diensten aan specifieke groepen is altijd dat ze ten goede komen aan het algemeen belang van de oliën- en vettenketen en niet indruisen tegen deelbelangen. Leden en of partners nemen altijd vrijwillig deel. De inspraak is direct. Ten derde betalen individuele ondernemingen voor diensten die MVO specifiek voor hen onderneemt c.q. specifiek aan hen levert. Dit gaat bijvoorbeeld om cursussen, advies of specifieke ondersteuning bij knelpunten douane. Deze diensten worden geleverd op basis van kostprijs of marktconforme prijzen.
Betalen voor gebruik (<5%)
Basiscontributie (>95%)
Basisorganisatie
Collectief generiek
1 Instandhouding basisorganisatie MVOprivaat (mensen/middelen)
2 Ketenlobby, Issue- en crisismanagement, relatie derden, et cetera.
Collectief specifiek
3
Individueel
4
Betalen voor gebruik’ is van toepassing op bedrijven én brancheverenigingen 3 = Projecten voor deelsectoren of clusters, specifieke groepen, backoffice brancheverenigingen, et cetera. 4 = Specifieke handelsinformatie, voorlichting, cursussen, onderzoek en advies, etc.
Tot slot zijn er subsidies of inkomstenbronnen van andere partijen. 45
7.2 Systeem basiscontributie Uitgangspunten De inkomsten van de ketenorganisatie bestaan overwegend uit contributie van de leden. Op de volgende pagina is het contributiestelsel beschreven. De volgende punten zijn sturend geweest bij het ontwerp van het contributiestelsel. • Rechtvaardig. Er moet een balans zijn tussen zeggenschap, belang en betaling, terwijl tevens elk lid een substantiële stem moet hebben. • Uitvoerbaar. De mate van complexiteit moet laag zijn en de administratieve lasten beperkt. • Controleerbaar. De grondslag moet objectief vast te stellen en gemakkelijk te controleren zijn. • Robuust. Het systeem moet bestand zijn tegen veranderingen in het ledenbestand, inclusief het afhaken van een van de grotere leden of een fusiegolf in de sector. • Minder. Alle ondernemingen betalen minder dan de heffing van het Productschap MVO. • Voorkomen van freeriders. Het contributiestelsel moet deelname niet ontmoedigen. Het systeem blijft in de buurt van de heffingsystematiek van het productschap, in die zin dat de grondslag de hoeveelheid geproduceerde of verhandelde oliën en vetten blijft. Er is gekozen voor een minimumbedrag in de contributie, vanwege het feit dat elk lid aanspraak kan maken op dezelfde diensten van MVO en afgezien van de stemverhoudingen dezelfde rechten heeft. Dit minimumbedrag van € 4.000 is tegelijkertijd dusdanig laag dat het deelname aan MVO door kleinere ondernemingen niet ontmoedigt. Daarnaast is er gekozen voor een maximumbedrag van € 230.000 om de balans in de financiering over de verschillende deelsectoren te bewaren. Vanwege de crisis is afgesproken de tarieven voor de periode 2014 t/m 2016 niet te wijzigen. Bij een eventuele tariefsverhoging in deze periode krijgen leden/partners alsnog de gelegenheid tussentijds hun lidmaatschap te beëindigen. Na deze periode is een automatische inflatiecorrectie voorzien met de CBS Consumenten Prijsindex. 46
7.2 Systeem basiscontributie Systeem. Contributie per lid: hoeveelheid per lid x algemeen tarief Grondslag en hoeveelheid. Hoeveelheid oliën c.q. vetten wordt als volgt bepaald: • hoeveelheid in Nederland geproduceerde ruwe vetten en oliën; • hoeveelheid vet/olie benodigd voor productie in Nederland van margarine, halvarine, bak-, braad- en frituurvetten/oliën; • of de hoeveelheid vet/olie en/of oliezaden uit het buitenland (invoer of intracommunautaire verwerving). Tarief. Het standaardtarief is vastgesteld op € 0,28 per 1.000 kg. Hierop zijn twee uitzonderingen: Het tarief voor sojabonen is 20% en voor de overige oliehoudende zaden 40% van het standaardtarief. Minimale en maximale contributie. Alle leden betalen minimaal een contributie van € 4.000 per jaar. De maximale contributie bedraagt € 230.000 (crush/raffinage + handel). De maximale contributie voor de eindgebruikers (food-, feed-, oleochemie-, techniek- en biodieselbedrijven) is 25% van dit bedrag. Partners. Bedrijven die fysiek geen onderdeel uitmaken van de keten maar diensten verlenen aan de oliën- en vettenketen, kunnen zich aanmelden als partner. De bijdrage van een partner is 50% van de minimale bijdrage voor leden: € 2.000 per jaar. Vaststelling hoogte contributie. Voor de eerste 3 jaar op basis van de cijfers over 2012. Het tarief wordt vastgesteld door de ALV op voordracht van het bestuur.
47
7.3 Begroting Basis Hieronder staat een conceptbegroting. De bedragen gelden als richtlijn voor de ketenorganisatie MVO. Een eerste begroting zal worden opgesteld door het bestuur zoals dat per 1 oktober 2013 wordt geïnstalleerd. Deze begroting wordt voorgelegd aan de eerste bijeenkomst van de algemene ledenvergadering. Het beoogde werkbudget is in de orde van grootte van € 1,4 tot € 1,7 miljoen. Medebepalend voor de uiteindelijke begroting is het aantal ondernemingen dat lid (of partner) wordt. Van de basiscontributie wordt de basisorganisatie en het uitvoeren van collectief generieke activiteiten bekostigd. De opbouw van de begroting is als volgt: Uitgaven t.b.v. de thema’s en beleidsactiviteiten Salarissen (10,5 fte) Sociale lasten, pensioen- en overige personeelsuitgaven Huisvesting en bureaukosten Reis-, verblijf- en representatiekosten Ingekochte diensten (HRM, financiën, accountant, advies) Totaal :
€ 300.000 € 810.000 € 340.000 € 150.000 € 50.000 € 50.000 € 1.700.000
Doorberekende kosten voor backoffice-activiteiten (VERNOF, NOFOTA) zijn hierop reeds in mindering gebracht.
48
7.3 Begroting Alternatieve financiering Indien door beperkte deelname aan MVO-privaat de voorziene financiering van € 1,4 - €1,7 miljoen niet (voldoende) mogelijk blijkt te zijn, dan zullen alternatieven moeten worden overwogen, zoals het schrappen van activiteiten of het kwalitatief minder (goed) uitvoeren van activiteiten. Andere financieringsbronnen zijn collectief specifieke financiering (door groepen van ondernemingen ten bate van hun groep) en individueel commerciële financiering (bijvoorbeeld cursussen, informatiebijeenkomsten, advies), beide op basis van kostprijs of marktprijs. Tot slot is er financiële ondersteuning vanuit de overheid voor collectief generieke activiteiten. Voor deze financieringsbronnen zijn nog geen budgetten opgenomen. Het streven is om in de periode 2014-2017 met name meer externe financiering aan te trekken in de vorm van individueel commerciële financiering en subsidies van de overheid.
49
Bijlage: Transitie
Een steering committee is verantwoordelijk voor het oprichten van de vereniging zoals beschreven in een intentieovereenkomst en dit business plan. De steering committee is in de periode 1 juli 2013 – 30 september 2013 belast met: • • • • • •
de voordracht van het eerste bestuur, grotendeels uit de eigen gelederen; toezien op de selectie van een voorzitter, conform de procedure in de statuten; toezien op afspraken met het productschap m.b.t. overgang; starten met gewijzigde werkwijze themawerkgroepen; toezien op alle andere activiteiten die nodig zijn voor het oprichten van de vereniging; (voorbereiden) opstellen volledig concept-huishoudelijk reglement, concept-directiereglement en gedragscode; • (voorbereiden) opstellen concept-jaarplan 2014. De directeur treedt namens de steering committee op als kwartiermaker. De steering committee en kwartiermaker worden bijgestaan door Berenschot.
51
Bijlage: Werkgroepleden Dit business plan is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met leden van de
‘Werkgroep MVO-privaat’: • • • • • • • • •
Sjors Beerendonk – Vion Ingredients Bart Bruyneel – Vandemoortele Loek Favre – IOI Loders Croklaan David Fousert – Cargill Refined Oils Europe Patricia van Haaren / Jan Kees Vis – Unilever Henk Kant – ADM International Chris Linderman – Simadan Holding Ronald Prince – Smilde Foods Karel de Rooij – Remia
Met als ondersteuning: • Frans Claassen – Productschap MVO • Theo Vrancken – Productschap MVO • Paul Pietersma – Berenschot • Hedde Rijkes – Berenschot
52