Ketenanalyse CO2-arm bouwen met beton
Gemaal Schardam
Handtekening autoriserend verantwoordelijk manager
Autorisatiedatum: 13-05-2015
Naam: R.S.J. Nelis
2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Wat is een ketenanalyse 1.2 Activiteiten Aan de Stegge 1.3 Doel van de ketenanalyse 1.4 Leeswijzer 2 Scope 3 emissies & keuze ketenanalyses 2.1 Selectie ketens voor analyse 2.2 Scope ketenanalyse 2.3 Primaire & Secundaire data 2.4 Allocatie data 3 Identificeren van schakels in de keten 4 Kwantificeren van de emissies 4.1 Overzicht CO2 uitstoot in de keten 5 Reductiemogelijkheden 6 Reductie Project Schardam 7 Verklaring van onafhankelijkheid 8 Bronvermelding Bijlagen Colofon
4.A.1_2 Ketenanalyse CO2 arm beton
2 3 3 3 3 3 4 6 6 6 6 7 8 8 9 11 13 13 14 15
2/15
1
Inleiding
3
In het kader van het behalen van niveau 5 op de CO 2-Prestatieladder voert Aan de Stegge een analyse uit van een GHG (Green House Gas) genererende keten. Dit document beschrijft de ketenanalyse van CO2-arm bouwen met beton. Deze ketenanalyse is opgesteld door CO2Seminar.nl in opdracht van Aan de Stegge. 1.1 Wat is een ketenanalyse Een ketenanalyse houdt in dat van een bepaald product of dienst de CO 2 uitstoot wordt berekend van de gehele keten. Met de gehele keten wordt de gehele levenscyclus van het product bedoeld: van winning van de grondstof tot en met het einde van de levensduur. 1.2
Activiteiten Aan de Stegge
Aan de Stegge voert integrale werkzaamheden uit in de civiele bouw, de utiliteitsbouw, werktuigbouw en onderhoud. Met name de eerste twee activiteiten gebruiken grote hoeveelheden beton. Voor dat beton heeft Aan de Stegge in het verleden al een eigen herbruikbaar bekistingssysteem ontworpen dat met veel succes wordt gebruikt. In het kader van het project bouw gemaal Schardam zijn aanzienlijke hoeveelheden beton gebruikt voor verschillende toepassingen. In dat kader is gebruik gemaakt van Beton van Mebin dat wordt geleverd onder de noemer van CO2-arm beton. Gezien het feit dat beton, en met name cement, bekend staat als een grote bron van CO2-emissies, is dit een interessant en vernieuwend concept dat onderbouwing middels een ketenanalyse verdient.
1.3 Doel van de ketenanalyse De belangrijkste doelstelling voor het uitvoeren van deze ketenanalyse is het identificeren van CO 2reductiekansen, het definiëren van reductiedoelstellingen en het monitoren van de voortgang. Op basis van het inzicht in de scope 3 emissies en de ketenanalyse wordt een reductiedoelstelling geformuleerd. Binnen het energiemanagementsysteem dat is ingevoerd wordt actief gestuurd op het reduceren van de scope 3 emissies. Het verstrekken van informatie aan partners binnen de eigen keten en sectorgenoten die onderdeel zijn van een vergelijkbare keten van activiteiten is hier nadrukkelijk onderdeel van. Aan de Stegge zal op basis van deze ketenanalyse stappen ondernemen om partners binnen de eigen keten te betrekken bij het behalen van de reductiedoelstellingen. 1.4 Leeswijzer In dit rapport presenteert Aan de Stegge de ketenanalyse van het verbruik van het project in Schardam. De opbouw van het rapport is als volgt: Hoofdstuk 2: Scope 3 emissies & keuze ketenanalyse Hoofdstuk 3: Identificeren van schakels in de keten Hoofdstuk 4: Kwantificeren van de emissies Hoofdstuk 5: Reductiemogelijkheden Hoofdstuk 6: Bronvermelding
4.A.1_2 Ketenanalyse CO2 arm beton
3/15
2
Scope 3 emissies & keuze ketenanalyses
4
De bedrijfsactiviteiten van Aan de Stegge zijn onderdeel van een keten van activiteiten. Zo moeten materialen die worden ingekocht eerst geproduceerd worden (upstream) en gaat het transporteren, gebruik en verwerken van opgeleverde “producten” of “werken” ook gepaard met energiegebruik en emissies (downstream). Hierbij wordt de totale emissie in scope 3 voor het project Schardam berekend, waarbij het uitgangspunt is dat minimaal 70% van de uitstoot wordt meegenomen. Voordat wordt bepaald welke ketenanalyse uitgevoerd wordt, maakt een berekening overzichtelijk wat de meest significante scope 3 emissiebronnen zijn. Onderstaande tabel geeft dat overzicht weer.
4.A.1_2 Ketenanalyse CO2 arm beton
4/15
Aanwezig binnen de keten (ja/n.v.t.) Upstream Scope 3 Emissions 1. Purchased Goods & Services 2. Capital Goods 3. Fuel- and Energy- Related Activities 4. Transportation & Distribution (Upstream) 5. Waste Generated in Operations 6. Business Travel 7. Employee Commuting 8. Leased Assets Downstream Scope 3 Emissions Transportation & Distribution Sold Goods 9. (Downstream) 10. Processing of Sold Products 11. Use of Sold Products 12. End-of-Life Treatment of Sold Products. 13. Leased Assets (Downstream) 14. Franchises 15. Investments
4.A.1_2 Ketenanalyse CO2 arm beton
5
Afgedekt in Projectscope 1 gerelateerd en/of 2 (ja/nee) (ja/nee)
Omvang geschat in CO2 (ton)
Beïnvloed baarheid (Ja, matig, nee)
ja ja ja Nee ja Nee ja Nee
nee nee nee ja nee ja nee ja
ja ja nee ja ja ja nee ja
12954,48 278,87 151,63 0,00 23,92 0,00 172,83 0,00
ja ja matig nee ja nee matig nee
Nee
ja
ja
0,00
nee
Nee
ja
ja
0,00
nee
Nee
ja
ja
0,00
nee
ja
nee
ja
60046,31
nee
Nee
ja
ja
0,00
nee
Nee
ja
ja
0,00
nee
Nee
ja
ja
0,00
nee
5/15
Ranking
2 3 5 6 4
1
6 2.1 Selectie ketens voor analyse Aan de Stegge zal conform de voorschriften van de CO2-Prestatieladder 2.2 uit de top twee een emissiebron moeten kiezen om een ketenanalyse van te doen. De top twee betreft: 1. End-of-Life Treatment of Sold Products 2. Purchased goods and services Door Aan de Stegge is gekozen om een ketenanalyse te maken van een product uit de categorie Purchased goods and services. Door Aan de Stegge is gekozen voor dit onderwerp omdat: 1. Het gaat om significante milieu impact, 2. Omdat de invloed om de End-of-life treatment of Sold Products minimaal is, 3. En omdat Aan de Stegge denkt dat zij door gebruik van een nieuwe techniek tamelijk veel invloed kan uitoefenen op de CO2 emissie. Dat komt met name door het gebruik van zgn CO2-arm beton van Mebin voor 3 het project bouwen van een gemaal bij Schardam. In dit project wordt 6224 m beton gebruikt.
2.2 Scope ketenanalyse Deze ketenanalyse gaat met name over het beton, de herkomst en in hoeverre dit CO2-arm mag worden genoemd. Er zijn diverse studies over beton, en deze maken allemaal duidelijk dat beton, en met name het cement dat dient als bindmiddel, veel CO 2-emissie veroorzaakt.
2.3 Primaire & Secundaire data In deze ketenanalyse wordt gebruik gemaakt van data uit bestaande studies en data van Aan de Stegge en Mebin (leverancier van beton), een rapport in opdracht van Rijkswaterstaat van 5 september 2013, en een studie van de Technische Universiteit Eindhoven.
2.4 Allocatie data Er wordt geen gebruik gemaakt van allocatie van data.
4.A.1_2 Ketenanalyse CO2 arm beton
6/15
7 3
Identificeren van schakels in de keten
Beton is een essentieel onderdeel van de sector infra. Zowel voor de Grond- weg- en waterbouw als voor de woningbouw en de utiliteitsbouw. In oktober 2011 is de Greendeal Beton gesloten tussen het ministerie van economische zaken, 24 deelnemende bedrijven en 7 brancheorganisaties uit de betonketen. De betrokken bedrijven en brancheorganisaties werken samen in het Netwerk Beton. Centraal in deze GreenDeal is het reductiepotentieel. Dit wordt berekend als het technisch reductiepotentieel om CO2 te reduceren. Beton is een mengsel van verschillende bestanddelen. De klassieke bestanddelen zijn cement, grind, zand en water. In het kader van hergebruik wordt ook, in beperkte mate, betongranulaat, poederkoolvliegas en chemische toevoegingen gebruikt. Dat laatste heeft meer te maken met de resistentie tegen specifiek invloeden. In de oudheid werd gebruik gemaakt van een mengsel van zand, grind en kalk of fijngemalen tufsteen. In 1824 ontdekte de Ier Joseph Aspdin de werking van cement (het bindmiddel in beton), hij woonde op eiland Portland… vandaar de naam Portlandcement. Sindsdien is er eigenlijk weinig veranderd aan het proces. Een primair onderdeel van beton is namelijk cement. Cement zorgt voor de binding tussen de verschillende ingrediënten van beton en is daar mee cruciaal voor de structurele sterkte van beton. Van oudsher is Portland klinker een belangrijk onderdeel van cement. De productie van Portland klinker is erg energie-intensief. Ook wordt veel CO2 afgescheiden in het proces om van kalk en silicaten Portland klinker te maken. De CO2-emissie van ongewapend beton wordt daarom bijna volledig bepaald door de hoeveelheid Portland klinker die gebruikt wordt. Het ovenproces voor de productie van Portlandcementklinker veroorzaakt de volgende CO2-emissie: 1/ Er is warmte voor nodig (+/- 1450 graden celsius) 2/ doordat de belangrijkste grondstof (mergel) bij 900 graden celsius splitst in CaO en CO 2 (het zgn decarbonatieproces). Dit zorgt voor een emissie van 250 kg CO2 per ton mergel. Omdat er 2 ton mergel nodig is voor de productie van 1 ton cement klinker, veroorzaakt dit deelproces dus 500 kg CO2 per ton cementklinker. Voor Portlandcement komt daar nog de energie voor de oven en de energie voor het malen bij. Dit is nog eens 400 kg CO2 per ton cementklinker. Gevolg is dat Portlandcement met een klinkergehalte van 95% dus +/- 900 kg CO2 per ton cement produceert. Cement is er in Nederland in veel soorten. De belangrijkste zijn: 1/ Portland cement, ook wel CEM I genoemd. Dit bevat minimaal 90% Portland klinker Bij de productie hiervan komt ongeveer 0,9 ton CO2/ton cement vrij. 2/ Laag klinkergehalte cement, ook wel hoogovencement of CEM III genoemd. Dit bevat ongeveer 30% Portland klinker en 70% hoogovenslak. De CO2 emissie is ongeveer 0,3 ton CO2/ton cement.
4.A.1_2 Ketenanalyse CO2 arm beton
7/15
4
8
Kwantificeren van de emissies
Voor het project Gemaal Schardam is een CO2 Meetplan gemaakt (Bijlage 1). Uit dit meetplan zijn de volgende getallen af te leiden:
Percentage van het totaal
Kg CO2 Voorzieningen
12.627
0,2
257.263
4,6
Transport personen
97.162
1,7
transport materialen
456.639
8,2
Materialen
4.752.651
85,2
Totale gecalculeerde emissie
5.576.342
Machines
Subsidiair Materialen gebruik
Percentage van het totaal
Kg CO2 4.752.651
85,2
Prefab Beton
358.280
6,4
In Situ beton
2.441.027
43,8
456.639
8,2
Prefab beton
29.110
0,5
In situ beton
166.240
3,0
Transport materialen
Uit deze tabel blijkt overduidelijk blijkt dat beton veruit de grootste factor is (50,2% van de totale emissie). 3
3
Het transport van het beton is 3,5%. Er word in dit project 6224 m beton gebruikt, waarvan 896 m prefab en 3 5328 m in situ gemaakt. Er is uitgegaan van de berekening conform SBR CUR 3.2 voor de berekening van de CO2 emissie (Bijlage 2). Uit deze berekening blijkt dat het prefab beton CEM III een emissiefactor heeft van 400 3 3 kg CO2/ m en het in situ gemaakte CEM III beton een emissiefactor van 458,13 kg/ m . Dat geeft een emissie voor het prefab gedeelte van 358 ton en voor het in situ gemaakte gedeelte een emissie van 2441 ton CO2. 4.1 Overzicht CO2 uitstoot in de keten Voor de toepassing van beton is het bindmiddel onmisbaar. Cement is wereldwijd het meest toegepaste 3 3 bindmiddel. In 2012 ongeveer 3,5 gigaton. Dit geeft ongeveer 10 miljard m beton, omgerekend 1,4 m per wereldburger per jaar. In landen met veel economische ontwikkelingsactiviteit zoals Zuidoost Azië, India en Brazilië is dat hoger, in Afrika of in gebieden waar al veel gebouwd is, zoals de VS, Canada en West Europa, is dat minder. De cementproductie draagt jaarlijks voor 4-5% bij aan de door de mens veroorzaakte CO2 emissie. De basistechnologie van de cementproductie is in de laatste twee eeuwen nauwelijks veranderd en is primair gebaseerd op het gebruik van Portlandklinker.
4.A.1_2 Ketenanalyse CO2 arm beton
8/15
5
Reductiemogelijkheden
9
Reductie is in hoge mate een functie van het gebruik van Portlandcement. Verminderen kan door: Het gebruik van minder Portlandcement Het gebruik van andere bindmiddelen Minder Portlandcementklinker gebruiken heeft direct gevolg voor de structurele sterkte van het materiaal en is aan normen gebonden. Met name de Cementnorm EN 197-1. Deze norm geeft per cementsoort de samenstelling aan waaronder gehalte aan Portlandcementklinker en de overige minerale bestanddelen. De norm geeft veel ruimte om andere samenstellingen te gebruiken. In Nederland wordt CEM III B42.5N wel toegepast, zij het nog niet in de grotere infra-projecten. Dit bevat 30% Portlandcementklinker en 70% hoogovenslak. Gevolg is een emissie van 300 kg CO2 per ton cement, maar dit is niet voor alle toepassingen geschikt. Tot voor kort was het gebruik van CEM III beton voor prefab-delen ongeschikt omdat de sterkteontwikkeling te traag is, en dat terwijl steeds meer met prefab wordt gewerkt. Inmiddels is de ontwikkeling zo ver dat Aan de Stegge in samenwerking met Mebin (leverancier van het beton) en de opdrachtgever het aandurven om te kiezen voor CEM III beton. Daar is veel onderzoek naar gedaan de afgelopen jaren. Met name voor cement met zeer lage klinkergehalten (5-20%). Op dit moment is het vooral een kwestie van klinkergehalte kiezen naar gebruiksdoel. Er zijn dan een aantal criteria die een rol spelen: 1. Duurzaamheidsklasse (dit houdt verband met specifieke omstandigheden) a. Bestand zijn tegen specifieke invloeden zoals zeewater, voorst-dooicycli, Chloor (industriële toepassingen) b. Bescherming van wapeningsstaal in beton. De bescherming is gebaseerd op de hoge PH van beton in combinatie met voldoende betondekking. 2. De verhardingssnelheid 3. Gevoelig voor nabehandeling 4. Mate van repareerbaarheid Het zal duidelijk zijn dat niet alle opdrachtgevers in dergelijk detail gaan bedenken wat de criteria zijn voor hun toepassing, ook al geeft dat minder emissie. Het valt dan ook te prijzen dat voor het onderhavige project dat wel is gebeurd. De leverancier en de verwerker hebben inmiddels voldoende onderbouwing om hier gefundeerd en met kennis van zaken mee om te gaan. Gezien de enorme impact en langdurige testperiode, is het de verwachting dat nog CO2-zuinigere alternatieve mengsels (ook wel CEM X genoemd) tegen 2020 zullen worden opgenomen in de regelgeving (EN 197-1 en EN 206-1). Maar gezien het feit dat deze alternatieven alleen voor specifieke toepassingen gebruikt kunnen worden zal de uiteindelijke bijdrage aan de CO2 emissie beperkt blijven.
4.A.1_2 Ketenanalyse CO2 arm beton
9/15
10
Andere bindmiddelen is een optie die ook al langere tijd onderzocht wordt. Het gaat dan om binder uit ander materiaal dan Portlandcementklinker. Doordat er geen mergel nodig is, zal er veel minder emissie zijn. Informatie hier over is lastig te achterhalen omdat de diverse cementproducenten deze informatie angstvallig geheimhouden uit angst voor concurrentie. Wel is duidelijk dat veel onderzoek zich beweegt binnen de polymeren en die zijn duur. Daarmee zou Polymeercement zo’n 30% duurder worden dan Portlandcement en dat is erg veel gezien de kleine marges in de bouw en de hoge kostenpost van beton. Bovendien is het de vraag in hoeverre dit beton op basis van polymeren is te recyclen. Ondanks dat hier veel geld in wordt gestoken, is het niet de verwachting dat dit op korte termijn een grote vlucht zal nemen.
4.A.1_2 Ketenanalyse CO2 arm beton
10/15
11 6
Reductie Project Schardam
Beton 3. Voor regulier beton (CEM I) geldt een emissiefactor van 900 kg/m In dit getal is niet meegenomen of het beton in situ wordt aangemaakt en het transport. In situ aanmaken geeft 14% meer directe emissie (de emissie van prefab zit elders in de keten) De productie en transport van het prefab gedeelte geeft een totaal van 387 ton CO 2, waarvan 7,5% transport. De productie en transport van het in situ beton geeft een totaal van 2607 ton CO 2 waarvan 6,4% transport. 3
Uitgaande van het totale betongebruik voor dit project 6224 m kan de volgende vergelijking worden gemaakt:
Prefab In Situ (+ 14%) Totaal Reductie
Kg beton 896 5.328
CEM I Totale emissie ton CO2 806 5.466 6.272
Kg Beton 896 5.328
CEM III Totale emissie ton CO2 358 2.441 2.799 3.473 ton = 55%
Het gaat hier dus om een significante reductie van 55% ten opzichte van CEM I Beton.
4.A.1_2 Ketenanalyse CO2 arm beton
11/15
12
Transport Er is, om meerdere redenen gekozen voor Mebin als leverancier van het beton. Eén van de factoren is het feit dat Mebin een locatie heeft op slechts 13 km afstand. Uitgaande van vol heen en leeg terug geeft dat een CO2 belasting van 6,240 ton CO2 /km, uitgaande van het in situ beton (wat de grote bulk is). Uitgezet in een tabel blijkt dat uitgaande van de materialen + het transport, de impact in percentages van het transport significant is. In deze tabel is uitgegaan van een totale CO2 belasting van vol heen en leeg terug. Bij een leverancier op 50 km afstand is de bijdrage van het transport 27%. De keuze voor een leverancier die op 13 kilometer afstand zit is dus niet alleen een strategische keuze, maar levert een duidelijke bijdrage aan het reduceren van de CO2-emissie.
Relatieve impact CO2 emissie transport op het totaal Materialen
KM CO2 emissie transport
Percentage
4752651
10
175630
3,6
4752651
20
351260
6,9
4752651
30
526890
10,0
4752651
40
702520
12,9
4752651
50
878150
15,6
4752651
60
1053780
18,1
4752651
70
1229410
20,6
4752651
80
1405040
22,8
4752651
90
1580670
25,0
4752651 100
1756300
27,0
Relatieve impact transport 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 10
20
30
40
Materialen
4.A.1_2 Ketenanalyse CO2 arm beton
50
60
70
80
90
100
CO2 emissie transport
12/15
13
Overige maatregelen Door Aan de Stegge zijn de volgende aanvullende maatregelen genomen - Gebruik maken van een vaste torenkraan in plaats van mobiele kranen. Dit scheelt aan en afvoer. Daarnaast wellicht besparing tijdens het gebruik (reductie niet bekend); - Aanschaf nieuwe auto voor de technisch manager (R. Oonk) (CO2 van 155g/km naar 82g/km volgens rdwdata). Daarnaast wordt de CO2 uitstoot door de leasemaatschappij gecompenseerd en is daarmee CO2 neutraal (http://www.wagenplan.nl/over-wagenplan). Als doelstelling wordt nog het nieuwe draaien en rijden onderzocht.
7
Verklaring van onafhankelijkheid
Ik, Eli van Tijn heb op 9-5-2015 en in de tijd daar voor deze ketenanalyse uitgevoerd. Ik was niet betrokken bij het ontstaan van het managementsysteem van de Aan de Stegge. Ik heb geen directe of indirecte belangen bij Aan de Stegge. Ik ben bekend met en heb gewerkt conform de gedragscode inzake verificaties van CO2Seminar.nl Ik was vrij om mijn oordeel te vormen en dit verslag ’Ketenanalyse CO2 arm bouwen’ is een correcte weergave van mijn bevindingen.
Datum: 9 mei 2015 Naam : Eli van Tijn
8
Bronvermelding
Bron / Document
Kenmerk
Handboek CO2-prestatieladder 2.2, 4 april 2014
Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen
Corporate Accounting & Reporting standard
GHG-protocol, 2004
Corporate Value Chain (Scope 3) Accounting and Reporting Standard
GHG-protocol, 2010a
Product Accounting & Reporting Standard
GHG-protocol, 2010b
Nederlandse norm Environmental management – Life Cycle assessment – Requirements and guidelines
NEN-EN-ISO 14044
www.ecoinvent.org
Ecoinvent v2
www.milieudatabase.nl
Nationale Milieudatabase
4.A.1_2 Ketenanalyse CO2 arm beton
13/15
14
De opbouw van dit document is gebaseerd op de Corporate Value Chain (Scope 3) Standaard. Daarnaast is, waar nodig, de methodiek van de Product Accounting & Reporting Standard aangehouden (zie de onderstaande tabel). Corporate Value Chain (Scope 3) Standard
Product Accounting & Reporting Standard
Ketenanalyse:
H3. Business goals & Inventory design
H3. Business Goals
Hoofdstuk 1
H4. Overview of Scope 3 emissions
-
Hoofdstuk 2
H5. Setting the Boundary
H7. Boundary Setting
Hoofdstuk 3
H6. Collecting Data
H9. Collecting Data & Assessing Data Quality
Hoofdstuk 4
H7. Allocating Emissions
H8. Allocation
Hoofdstuk 2
H8. Accounting for Supplier Emissions
-
Onderdeel van implementatie van CO2-Prestatieladder niveau 5
H9. Setting a reduction target
-
Hoofdstuk 5
Bijlagen
Bijlage 1 Gecalculeerde uitstoot gemaal Schardam Bijlage 2 Milieuprofiel betonmengsels Project Schardam.
4.A.1_2 Ketenanalyse CO2 arm beton
14/15
15 Colofon Titel Status Versie Datum Auteurs
Ketenanalyse Aan de Stegge Gemaal Schardam. Definitief 1.2 24-6-2015 Eli van Tijn
4.A.1_2 Ketenanalyse CO2 arm beton
15/15