1 2 3 4 5
7
Beoordelingsrichtlijn Bouwprojecten met duurzaam beton
8
Voor de toepassing van CO 2-arm en circulair beton
6
9 10 11 12 13
Versie 10 februari 2016
BRL Bouwprojecten met duurzaam beton d.d. concept versie 10-02-2016
14 15 16 17
Beoordelingsrichtlijn Bouwprojecten met duurzaam beton
18 19
Concept versie d.d. 10-02-2016
20 21 22
Uitgever: IKOB-BKB
23
Nadruk verboden
24 25 26 27 28 29 30 31
Algemene informatie
32
Deze beoordelingsrichtlijn is tot stand gekomen op initiatief van het Netwerk Betonketen. Voor nadere informatie
33
over het Netwerk Betonketen wordt verwezen naar www.betonketen.nl.
34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60
© IKOB-BKB, Postbus 202, 4190 CE Geldermalsen Niets uit dit drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van IKOB-BKB, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
Concept versie d.d. 10-02-2016
pagina 2
BRL Bouwprojecten met duurzaam beton d.d. concept versie 10-02-2016
61
INHOUDSOPGAVE
62 63 64 65 66 67 68
1 Inleiding ................................................................................................................4 1.1 1.2
ALGEMEEN ........................................................................................................................................... 4 CERTIFICAAT ...................................................................................................................................... 5
2 Eisen aan een Bouwproject met duurzaam beton ............................................5 2.1 2.2
Eisen aan het bouwPROJECT ......................................................................................................... 5 Eisen aan de projectinrichting ..................................................................................................... 5
69
3 Controle ................................................................................................................8
70
77
3.1 Selectie .................................................................................................................................................. 8 3.2 Bepaling van de kenmerken ......................................................................................................... 8 3.2.1 Projectaudit .................................................................................................................................................. 8 3.2.2 Projectinspectie .......................................................................................................................................... 8 3.3 Review ................................................................................................................................................... 9 3.4 Beslissing tot certificering ............................................................................................................. 9 3.5 Toekennen van het certificaat...................................................................................................... 9 3.6 Verspreiden van het certificaat ................................................................................................... 9
78
4 Eisen aan het kwaliteitssysteem van de aannemer ..........................................9
71 72 73 74 75 76
79 80 81 82
4.1
Projectcertificaat............................................................................................................................... 9
5 Eisen aan de certificerende instelling ................................................................9 5.1 5.2
Algemene eisen .................................................................................................................................. 9 Eisen aan het uitvoerend personeel........................................................................................... 9
84
6 Informatie die de AANNEMER aan de certificatie- instelling dient te overhandigen ........................................................................................................... 10
85
7 Inhoud van het certificaat ................................................................................. 10
86
8 Gebruik van het certificaat en eventuele certificatie merk ............................. 10
87
9 Rapportage naar de schemabeheerder............................................................ 10
88
10 Omgang met tekortkomingen ........................................................................... 10
83
89 90 91
10.1 10.2 10.3
Algemeen ........................................................................................................................................ 10 tekortkomingen projectINRICHTING ................................................................................... 11 tekortkomingen PROJECTuitvoering ................................................................................... 11
92
11 BEGRIPPENLIJST & DOCUMENTEN ................................................................ 11
93
Bijlage I..................................................................................................................... 12
94
Bijlage II.................................................................................................................... 13
95
Bijlage III................................................................................................................... 14
96
Concept versie d.d. 10-02-2016
pagina 3
BRL Bouwprojecten met duurzaam beton d.d. concept versie 10-02-2016
97
1 INLEIDING
98
1.1 ALGEMEEN
99
Doel
100
De BRL Bouwprojecten met duurzaam beton heeft als doel ondersteuning te bieden bij de vraag naar duurzamer
101
beton. Met de inzet van de BRL worden vraag en aanbod nader op elkaar afgestemd en wordt de realisatie van
102
duurzamer beton geborgd. Uitgangspunt voor de toepassing van de BRL is het bouwproject. In het bouwproject is
103
er sprake van één of meerdere functionele eenheden, ook wel toepassingsgebieden genoemd. In de functionele
104
eenheden kunnen weer één of meerdere producten van beton verwerkt worden. De producten worden steeds
105
bepaald in relatie tot de functionele eenheden. Het betreft hier (half)producten van beton en de bijbehorende
106
processen in de verwerking daarvan (transport en uitvoering) in een project.
107 108
Scope
109
De scope van de BRL is het gebruik van duurzaam beton in bouwprojecten en heeft daarbij de volgende
110
aandachtsgebieden:
111
-
Het realiseren van duurzaamheidsdoelstellingen, (reductie van de milieubelasting).
112
-
Het aanreiken van keuzemogelijkheden voor opdrachtgevers om duurzaamheid uit te vragen en
113
deze te harmoniseren/reguleren in een objectief kader (Inkoopprotocol).
114
-
115
Het geven van een kader met spelregels waarop de uitvraag wordt getoetst en na het realiseren van het project de prestatie wordt geborgd (Handhavingsprotocol).
116 117
De BRL veronderstelt dat voor het gehele project is uitgegaan van eco-design, waarbij de keuze voor het product
118
en de grondstof reeds zijn meegenomen en afgewogen. Voor nadere bepalingen omtrent hergebruik en eco-design
119
zie het procesdocument (Beschrijvend document voor de toepassing van de BRL Bouwprojecten met duurzaam
120
beton). Deze BRL beoordeelt of de aannemer (inschrijver of contractant van de opdrachtgever) voldoet aan de
121
duurzaamheidseisen die overeengekomen zijn met de opdrachtgever.
122 123
Status BRL
124
Deze BRL is opgesteld in overleg met de gehele betonketen. In 2016 zet Netwerk Betonketen zich in om de status
125
en de positionering van de BRL verder vorm te geven volgens de principes van het ‘Good Governance Model’.
126 127
Bouwstenen BRL
128
Voor de invoering van duurzaam beton zijn vier bouwstenen ontwikkeld die samen de BRL Bouwprojecten met
129
duurzaam beton vormen. In het Inkoopprotocol worden rond deze vier bouwstenen de duurzame maatregelen ten
130
aanzien van de toepassing van beton in het project vastgelegd. De vier bouwstenen zijn:
131
1.
Circulariteit van beton
132
Het aandeel van de secundaire toeslagmaterialen in beton (specifiek de vervanging van de primaire
133
toeslagmateralen zand en grind). In ogenschouw wordt genomen dat de mate van circulariteit in relatie
134
moet worden gebracht met de andere bouwstenen. Indien gebruik gemaakt wordt van nieuwe producten
135
moet eerst bekeken worden of hergebruik op dezelfde dan wel een andere locatie mogelijk en
136
milieutechnisch verantwoord is (zie ook procesdocument).
137 138
2.
Reductie van de CO2 emissie van beton
139
Het betreft hier de CO2 emissie van het beton en de reductie daarvan, berekent op basis van een
140
Levenscyclusanalyse, uitgevoerd volgens de SBK (Stichting BouwKwaliteit) Bepalingsmethodiek
141
Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken.
142 Concept versie d.d. 10-02-2016
pagina 4
BRL Bouwprojecten met duurzaam beton d.d. concept versie 10-02-2016
143
3.
MKI-waarde van beton
144
Voor de milieuprestatie van een product als geheel hanteert de BRL de MilieuKostenIndicator (MKI
145
waarde) als prestatiecriterium. Dit is een gewogen score van de milieubelasting, gerelateerd aan de toe te
146
passen producten in het project. Deze wordt wederom berekent door middel van een Levenscyclusanalyse
147
uitgevoerd volgens de SBK Bepalingsmethodiek Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken. Dit zal in de
148
praktijk dezelfde LCA berekening zijn als waar de hiervoor genoemde CO2 emissie uit bepaald is.
149 150
4.
Versterken regionale waarden
151
Bouwsteen vier gaat in op de overige maatschappelijke waarden welke regionaal gebonden zijn. Deze zijn
152
deels product- en deels projectgebonden. Het betreft de onderdelen sloop (verwijderen/amoveren van
153
materiaal van beton), transport, mechanisch verwerken bij elementverharding en SROI.
154 155 156
1.2 CERTIFICAAT
157
Een certificaat wordt afgegeven op een project. Dit certificaat dient als bewijsmiddel per project voor de
158
opdrachtgever. Het certificaat heeft tot doel aan te tonen of en in welke mate het project het duurzaamheidsprofiel
159
heeft gerealiseerd dat is overeengekomen tussen de aannemer en de opdrachtgever. Het Netwerk Betonketen
160
verleent een certificaat aan de aannemer die het project aanneemt van de opdrachtgever op basis van deze BRL.
161
Dit gebeurt nadat audits en inspecties door de certificerende instelling zijn uitgevoerd en de bevindingen zijn
162
gerapporteerd.
163 164 165
2 EISEN AAN EEN BOUWPROJECT MET DUURZAAM BETON
166
2.1 EISEN AAN HET BOUWPROJECT
167
De projecten waarop de BRL van toepassing is kunnen bestaan uit één of meerdere functionele eenheden en één
168
of meerdere producten. De eenheden en producten worden door de opdrachtgever benoemd en beschreven. Om
169
een certificaat BRL Bouwprojecten met duurzaam beton te krijgen moet het project voldoen aan de eisen zoals
170
overeengekomen. De eisen worden per product van een functionele eenheid bepaald. Het betreft hier percentages
171
van de mate van Circulariteit, de reductie van CO2 emissie en reductie van de MKI-waarde. Deze waarden worden
172
bepaald door de opdrachtgever. In het procesdocument (Beschrijvend document voor de toepassing van de BRL
173
Bouwprojecten met duurzaam beton) en op www.betonketen.nl worden voor verschillende producten voorbeelden
174
en uitgangswaarden aangegeven (Duurzaam Beton Eigen Verklaring). Naast de eisen per product zijn er ook eisen
175
per project opgenomen. Om een certificaat BRL Bouwprojecten met duurzaam beton te krijgen moet het project
176
voldoen aan de eisen.
177 178
2.2 EISEN AAN DE PROJECTINRICHTING
179
De opdrachtgever bepaalt welk niveau van duurzaamheid het project moet krijgen. Opdrachtgever kan hiervoor het
180
schema als hulpmiddel gebruiken (zie bijlage II). Onderdeel 1 dient voor elke ingebrachte functionele eenheid en
181
product te worden ingevuld. Voor het bepalen van de keuze van het aantal en de soorten, zie het procesdocument
182
voor nadere toelichting of ondersteuning. De onderdelen 2 en 3 zijn van toepassing op het gehele project. De
183
opdrachtgever is vrij te kiezen welke functionele eenheden en producten worden ingezet en met welke eis of profiel.
184 185 186 187
De BRL geeft handvatten voor drie mogelijke vormen van aanbesteding. Het is mogelijk te kiezen voor: 1.
Een vaste prestatiewaardering van de vier bouwstenen, uitgedrukt in percentages (bijvoorbeeld 20% reductie van de CO2 emissie en/of 30% circulariteit, zie ook bijlage II).
Concept versie d.d. 10-02-2016
pagina 5
BRL Bouwprojecten met duurzaam beton d.d. concept versie 10-02-2016
188
2.
189
Een waardering op basis van een vergelijking van de onderlinge prestaties van de diverse aanbieders, dit voor de te kiezen onderdelen.
190
3.
Een prestatiewaardering met een uitgaanswaarde van de vier bouwstenen, uitgedrukt in
191
percentages. Dit is bij EMVI te gebruiken met een prestatie met glijdende of stapsgewijze schaal,
192
gekoppeld aan een waarderingsschaal (zie ook bijlage II). De waarderingsschaal wordt bepaald
193
door de opdrachtgever.
194 195
Voor de invulling van het Verantwoord Maatschappelijk Inkopen kan de opdrachtgever een keuze maken uit de
196
bouwstenen die in deze BRL worden geboden, gerelateerd aan de ambities of doelen van de opdrachtgever.
197 198
Invulling op de verschillende eisen en criteria: Algemeen Eisen zijn onderdeel van het bouwproject, de opdracht Eisen kunnen impact hebben op de EMVI score Registraties zijn aanwezig bij de aannemer DEEL 1 Betonnen toepassing functionele eenheid 1
Circulariteit
Eis
Percentage secundaire toeslagmaterialen Gevraagd: in de benoemde producten van de functionele eenheid of eenheden van beton dient een deel (uitgedrukt in % v/v) van de toeslagmaterialen (zand en grind) te bestaan uit secundaire toeslagmaterialen.
Toelichting
Toeslagmaterialen in beton (zand en grind) kunnen worden vervangen door secundaire toeslagmaterialen conform de vervangingstabel uit bijlage I. Het secundair toeslagmateriaal dient de geschiktheid voor beton aan te tonen met de NEN-EN 12620 of NEN-EN 13055.
Aantonen
De producent van het beton overhandigt het % en soort gebruikte secundaire toeslagmaterialen.
met
De prestatieverklaring dient te kunnen worden overhandigd.
2
CO2
Eis
Percentage reductie CO2 emissie Score van de reductie van de CO2 emissie komt minimaal overeen met de gevraagde of aangeboden score. Het percentage reductie CO2 emissie wordt aangetoond met een geverifieerde LCA-verklaring conform de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken (NENEN 15804) uitgevoerd door een SBK erkende LCA deskundige van een erkend toetsingsbureau van de stichting MRPI (zie www.mrpi.nl) of bijvoorbeeld lid van de VLCA.
Aantonen
De index wordt bepaald door de volgende formule: (referentie beton / getoetst beton ∗ 100). De
met
referentie beton scoort dus altijd 100. Als de waardes boven de 100 liggen, betekent dat hierop beter gescoord wordt dan de referentie beton. Voor de referentie beton is de gemiddelde Nederlandse betonsamenstelling in de functionele eenheid aangehouden van 1990. Er is in principe gebruik gemaakt van processen uit de NMD (www.milieudatabase.nl). Berekeningen zijn gemaakt volgens de meest recente Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWWwerken, versie 2.0. Het is de verantwoordelijkheid van de opsteller van de milieudata om te zorgen voor een controle op de laatste versie van het SBK Toetsingsprotocol.
3
MKI (MilieuKostenIndicator)
Eis
MKI-waarde functionele eenheid Score van de reductie van de MKI-waarde komt minimaal overeen met de gevraagde of aangeboden score. Het percentage reductie MKI-waarde wordt aangetoond met een Concept versie d.d. 10-02-2016
pagina 6
BRL Bouwprojecten met duurzaam beton d.d. concept versie 10-02-2016
gewaarmerkte LCA verklaring conform de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWWwerken (NEN-EN 15804) uitgevoerd door een SBK erkend LCA bureau, of door een erkend toetsingsbureau van de stichting MRPI (zie www.mrpi.nl) of bijvoorbeeld lid van de VLCA. Aantonen
De index wordt bepaald door de volgende formule: (referentie beton / getoetst beton ∗ 100). De
met
referentie beton scoort dus altijd 100. Als de waardes boven de 100 liggen, betekent dat hierop beter gescoord wordt dan de referentie beton. Voor de referentie beton is de gemiddelde Nederlandse betonsamenstelling in de functionele eenheid aangehouden van 1990. Er is in principe gebruik gemaakt van processen uit de NMD (www.milieudatabase.nl). Berekeningen zijn gemaakt volgens de meest recente Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWWwerken, versie 2.0. Het is de verantwoordelijkheid van de opsteller van de milieudata om te zorgen voor een controle op de laatste versie van het SBK Toetsingsprotocol.
4
CO2 transport
Eis
Transportmiddel Transportmiddelen, die gebruikt worden voor het transport van de producent naar het bouwproject, (minimaal Euro IV motoren) dragen zo weinig mogelijk bij aan de uitstoot van emissies.
5
CO2 transport
Eis
Transportafstand De transportafstand is de afstand in km van de locatie waar de producten worden gemaakt tot aan de bouwplaats. Gemeten volgens de Google-maps-routebeschrijving, de kortste afstand per auto.
DEEL 2 Onderdeel project verwijderen/amoveren 1
Circulariteit
Eis
Percentage terug in beton Welk deel van de verkregen grondstof van het project wordt opnieuw in de betonketen gebruikt om er nieuwe betonproducten van te produceren.
Eis
Het uitnemen en verwerken van het materiaal Alle uit het project vrijgekomen materialen dienen naar soort en hoedanigheid gescheiden opslagen te worden en ook het transport van het materiaal dient gescheiden plaats te vinden. De vrijgekomen producten en materialen dienen te worden afgevoerd naar een door het bevoegd gezag erkende be- of verwerkingsinrichting, die beschikt over een geldig certificaat voor de productie van recyclinggranulaat conform de BRL 2506 voor toepassing als toeslagmateriaal in beton en een conformiteitscertificaat van de productiecontrole in de fabriek voor toeslagmateriaal voor de toepassing in beton, en voldoet aan de NEN-EN 12620 of NEN-EN 13055.
Toelichting
Om circulariteit te realiseren is het van belang dat door de opdrachtnemer de te amoveren en te slopen projecten circulair worden behandeld. Het gaat er daarbij om dat de vrijkomende grondstoffen van betonnen werken in het kader van de circulariteit dusdanig worden behandeld dat deze maximaal beschikbaar blijven als toeslagmateriaal voor beton.
2
Veilig en milieukundig slopen
Eis
Demonteren / slopen conform BRL SVMS-007 Een gecertificeerde demontage/sloopaannemer werkt volgens het demontage/sloopproces zoals beschreven in de BRL SVMS-007. Bij milieukundig demonteren/slopen staat een verantwoorde omgang met vrijkomende materialen centraal. In het demontage/sloopplan wordt de wijze van selectieve demontage/sloop en afvoer van vrij komende materialen vastgelegd. Dit vindt plaats op basis van de stoffeninventarisatie voorafgaand aan de daadwerkelijke demontage/sloop.
3
CO2 transportmiddel Concept versie d.d. 10-02-2016
pagina 7
BRL Bouwprojecten met duurzaam beton d.d. concept versie 10-02-2016
Eis
Transportmiddelen die gebruikt worden voor het transport van de producent naar het bouwproject (minimaal Euro IV motoren) dragen zo weinig mogelijk bij aan de uitstoot van emissies.
4
CO2 transportafstand
Eis
De transportafstand is de afstand in km van de locatie waar de betonmortel cq betonwaren worden gemaakt tot aan de bouwplaats. Gemeten volgens de Google-maps-routebeschrijving, de kortste afstand per auto.
DEEL 3 Onderdeel people 1
SROI
Eis
Percentage inzet van mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt
Toelichting
Social return wordt toegepast bij projecten vanaf het drempelbedrag van € 250.000 (minimale loonsom, exclusief btw). Dit drempelbedrag is gebaseerd op het effectief plaatsen van één arbeidskracht op het niveau van WML (Wet Minimum Loon) gedurende een half jaar, bij een gemiddelde toepassing van vijf procent, waarna inzet vanuit re-integratieperspectief effectief is. Er moet sprake zijn van een minimale opdrachttermijn/looptijd van de overeenkomst van zes maanden. De opdrachtgever kiest een percentage van de loonsom van de overeenkomst of een percentage van de opdrachtsom.
2
Mechanische uitvoering
Eis
Bij projecten waarbij sprake is van het aanbrengen van elementverharding toont de opdrachtnemer aan dat er gewerkt wordt volgens de CROW richtlijn 324 ‘Verantwoord aanbrengen elementverharding’.
199 200 201
3 CONTROLE
202
3.1 SELECTIE
203
Ieder project wordt beoordeeld. Soort project
Looptijd
Projectaudit
Projectinspectie
Klein project
0-3 maanden
1
1
Middel project
3 – 12 maanden
1
3
Groot project
> jaar
1 per jaar
6 per jaar
204
Opdrachtgevers kunnen afwijken van deze frequenties waarbij voor de projectinspecties voor een mix van
205
projectbezoeken, productielocatie beton en demontage/sloopaannemer gekozen kan worden.
206 207
3.2 BEPALING VAN DE KENMERKEN
208
De controle is een steekproef. Door middel van projectaudits en projectinspecties wordt aangetoond in welke mate
209
vertrouwen bestaat dat aan de eisen van deze beoordelingsrichtlijn wordt voldaan.
210
3.2.1 Projectaudit
211
Met de projectaudit wordt aangetoond of en in welke mate aan de eisen uit 2.2 is voldaan.
212
3.2.2 Projectinspectie
213
Met de projectinspectie wordt aangetoond of en in welke mate aan de eisen uit 2.2 is voldaan. Een projectinspectie
214 215 216 217
kan het volgende inhouden: a) Controle op de projectlocatie b) Controle van de toeleveranciers (NB opnemen in overeenkomst) c) Controle van de demontage/sloopaannemer (NB opnemen in overeenkomst)
Concept versie d.d. 10-02-2016
pagina 8
BRL Bouwprojecten met duurzaam beton d.d. concept versie 10-02-2016
218
3.3 REVIEW
219
Tijdens de controles wordt er door de certificerende instelling een dossier samengesteld. Ter verkrijging van het
220
certificaat wordt het dossier gereviewed.
221 222
3.4 BESLISSING TOT CERTIFICERING
223
Het advies voor het wel of niet verstrekken van het certificaat wordt voorgelegd aan de beslisser, die de beslissing
224
neemt over het toekennen van het certificaat indien voldaan wordt aan alle certificatievereisten conform deze
225
beoordelingsrichtlijn en de regelementen van de certificerende instelling. De checklist kan hierbij als hulpmiddel
226
worden aangewend (zie bijlage III).
227 228
3.5 TOEKENNEN VAN HET CERTIFICAAT
229
Het certificaat wordt versterkt indien er voldoende vertrouwen is dat het project het duurzaamheidsprofiel heeft dat
230
voorgeschreven is, dan wel zal het aangeven in welke mate daaraan is voldaan.
231 232
3.6 VERSPREIDEN VAN HET CERTIFICAAT
233
Het certificaat van het project wordt afgegeven aan de certificaathouder door het Netwerk Betonketen, een
234
duplicaat wordt afgegeven aan de opdrachtgever.
235 236
4 EISEN AAN HET KWALITEITSSYSTEEM VAN DE AANNEMER
237
4.1 PROJECTCERTIFICAAT
238
De procedures en registraties benodigd voor het voldoen aan de eisen zijn opgenomen in het kwaliteitssysteem
239 240
van het project.
241
5 EISEN AAN DE CERTIFICERENDE INSTELLING
242
5.1 ALGEMENE EISEN
243
De certificatie-instelling moet zijn geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie op basis van NEN-EN-ISO/IEC
244
17065.
245
De externe controle door de certificatie-instelling is vastgelegd in het Certificatiereglement van die instelling. Dit
246
reglement bevat algemene zaken zoals:
247
•
Administratieve afwikkeling
248
•
Kosten en betalingsvoorwaarden
249
•
Publicatierecht
250
•
Aansprakelijkheid en vrijwaring
251
•
Behandeling afwijkingen
252
•
Sancties
253
•
Klachtenregeling
254
•
Beroepsprocedures.
255 256
5.2 EISEN AAN HET UITVOEREND PERSONEEL Auditor
Inspecteur
Reviewer
Beslisser
Voert de audits uit
Voert de projectinspecties
Stelt het advies op t.b.v.
Heeft de beslissings-
uit
het certificaat
bevoegdheid
Concept versie d.d. 10-02-2016
pagina 9
BRL Bouwprojecten met duurzaam beton d.d. concept versie 10-02-2016
Is niet betrokken geweest
Is niet betrokken
bij de audits of
geweest bij de audits
projectinspecties
of projectinspecties
Aantoonbaar kennis van
Aantoonbaar kennis van
deze beoordelingsrichtlijn
deze beoordelingsrichtlijn
Opleiding gevolgd voor
Opleiding gevolgd voor het
Opleiding
het uitvoeren van audits
uitvoeren van audits
het uitvoeren van audits
gevolgd
voor
257 259
6 INFORMATIE DIE DE AANNEMER AAN DE CERTIFICATIEINSTELLING DIENT TE OVERHANDIGEN
260 261 262 263 264 265 266 267 268 269
De volgende informatie dient te worden aangeleverd aan de certificerende instelling: Vraagspecificaties / bestek / contract Projectplan met kwaliteitssysteem Registraties van de ingezette secundaire toeslagmaterialen (tijdens de uitvoering) Uitgangspunten voor de uitgevoerde LCA’s met onder andere: o Ingezette bindmiddelen o Gebruikte toeslagmaterialen o Afstand van productielocatie tot project Beschrijving en oorsprong van de gebruikte secundaire grondstoffen Beschrijving van de verwerking van de verkregen grondstoffen
270
7 INHOUD VAN HET CERTIFICAAT
271 272 273 274 275 276 277 278
In het projectcertificaat staan in elk geval de volgende gegevens (indien van toepassing): Uitvoerende partij Opdracht gevende partij Projectnaam Percentages secundaire toeslagmaterialen Percentages reductie CO2-emissie en eventuele index Percentage MilieuKostenIndicator en eventuele index Percentage SROI
258
279
281
8 GEBRUIK VAN HET CERTIFICAAT EN EVENTUELE CERTIFICATIE MERK
282
Het projectcertificaat gaat over het project en mag voor communicatiedoeleinden gebruikt worden.
280
283 284
9 RAPPORTAGE NAAR DE SCHEMABEHEERDER
285
Eén keer per jaar rapporteert de certificatie-instelling naar de schemabeheerder. De schemabeheerder is IKOB-
286
BKB.
287 288
10 OMGANG MET TEKORTKOMINGEN
289
10.1 ALGEMEEN
290
De BRL kent tekortkomingen bij de projectinrichting en tijdens de projectuitvoering.
291 Concept versie d.d. 10-02-2016
pagina 10
BRL Bouwprojecten met duurzaam beton d.d. concept versie 10-02-2016
292
10.2 TEKORTKOMINGEN PROJECTINRICHTING
293
Alle tekortkomingen dienen opgelost te zijn voordat het project start met de uitvoering.
294 295
10.3 TEKORTKOMINGEN PROJECTUITVOERING
296
Tekortkomingen dienen binnen twee weken aantoonbaar opgelost zijn. Hiervoor dienen de bewijsstukken overlegd
297
te worden aan de certificerende instelling. Ter controle wordt een extra inspectie uitgevoerd door de certificerende
298
instelling op kosten van de uitvoerder van het project.
299 300 301
11 BEGRIPPENLIJST & DOCUMENTEN
302
Zie http://www.betonketen.nl/kennis/brl/procesdocument
303
Verwijzen naar procesdocument BRL ‘Beschrijvend document voor de toepassing van de BRL Bouwprojecten met
304
duurzaam beton’
Concept versie d.d. 10-02-2016
pagina 11
BRL Bouwprojecten met duurzaam beton d.d. concept versie 10-02-2016
305 306
BIJLAGE I
307
Tabel vervangingspercentages op basis van de NEN 8005 Soort secundaire
volumieke massa
toeslagmaterialen
ρrd
(kg/m3)
Milieuklasse X0
Overige milieuklassen
type A
≥ 2 200
50 %
30 %
type B
≥ 2 000
50 %
20 %
type C
≥ 1 500
25 %
10 %
308 309
Concept versie d.d. 10-02-2016
pagina 12
BRL Bouwprojecten met duurzaam beton d.d. concept versie 10-02-2016
310
BIJLAGE II
311
Voorbeeld voor toepassing (Groen in te vullen, voor voorbeelden zie Beschrijvend document voor de toepassing
312
van de BRL Bouwprojecten met duurzaam beton of www.betonketen.nl).
313
Onderdeel
Functionele eenheid
Betonproduct
Deel 1 Onderdeel toepassing functionele eenheid
Betonproduct
Aspect
Mogelijkheden →
eenheid
E
D
C
B
A
A+
Circulariteit
Percentage secundaire toeslagmaterialen v/v
%
< XX %
< XX %
< XX %
< XX %
< XX %
> XX %
CO2 emissie
Percentage reductie CO2 emissie
%
< XX %
< XX %
< XX %
< XX %
< XX %
> XX %
MKI waarde
Percentage redutie Milieukosten
%
< XX %
< XX %
< XX %
< XX %
< XX %
> XX %
CO2 emissie
Transportmiddel
kenteken
EURO ??
CO2 emissie
Transportafstand
km
> XX km
Onderdeel project verwijderen/amoveren
Algemeen
Aspect
Mogelijkheden →
eenheid
E
D
C
B
A
A+
Circulariteit
Percentage
%
< XX %
< XX %
< XX %
< XX %
< XX %
> XX %
Veilig en milieukundig slopen
BRL SVMS 007
ja/nee
ja
ja
ja
ja
ja
ja
CO2 emissie
Transportmiddel
kenteken
EURO XX
CO2 emissie
Transportmiddel
km
> XX km
Onderdeel project people
Algemeen
Aspect
Mogelijkheden →
eenheid
E
D
C
B
A
A+
SROI
Percentage
%
< XX %
< XX %
< XX %
< XX %
< XX %
> XX %
Mechanisch werken***
CROW richtlijn
ja/nee
ja
ja
ja
ja
ja
ja
Score*
Innovatie
EURO ?? EURO ?? EURO ?? EURO ?? < XX km
< XX km
< XX km
< XX km
EURO ?? < XX km
Deel 2 Score**
Optimale score
EURO XX EURO XX EURO XX EURO XX < XX km
< XX km
< XX km
< XX km
EURO XX < XX km
Deel 3
314 315
Score**
* Score is/wordt afgeleid van de marktconsultatie, in deze de Beton Eigen Verklaringen (zie www.betonketen.nl) ** Score is/wordt afgeleid van beleid van de opdrachtgever *** Alleen van toepassing bij aanbrengen elementeverharding
Concept versie d.d. 10-02-2016
pagina 13
Optimale score
BRL Bouwprojecten met duurzaam beton d.d. concept versie 10-02-2016
316
BIJLAGE III Checklist CI
Behorende bij BRL Bouwprojecten met duurzaam beton
XX Rood in te vullen door opdrachtgever XX Groen in te vullen door opdrachtnemer XX Blauw in te vullen door certificerende instelling
Deel 1: Betonnen toepassing functionele eenheid: Betonproduct:
XX Eis
Resultaat
bewijslast
Voldoet
Circulariteit profiel (E t/m A+):
XX
XX %
XX %
ja/nee
CO2 profiel (E t/m A+):
XX
XX %
XX %
ja/nee
MKI profiel (E t/m A+):
XX
XX %
XX %
ja/nee
CO2 transportmiddel (E t/m A+):
XX
XX
XX
ja/nee
CO2 transportafstand (E t/m A+):
XX
XX km
XX km
ja/nee
Eis
Resultaat
bewijslast
Voldoet
Circulariteit (E t/m A+):
XX
XX %
XX %
ja/nee
SVMS-007
ja/nee
ja/nee
XX
ja/nee
CO2 transport middel (E t/m A+):
XX
XX
XX
ja/nee
CO2 transport afstand (E t/m A+):
XX
XX km
XX km
ja/nee
Eis
Resultaat
bewijslast
Voldoet
SROI (E t/m A+):
XX
XX %
XX %
ja/nee
Mechanisch werken
ja/nee
ja/nee
XX
ja/nee
Onderdeel 2: Onderdeel project verwijderen/amoveren:
Onderdeel 3: Onderdeel project people:
317 Concept versie d.d. 10-02-2016
pagina 14