Dertiende jaargang / nummer 3 / maart 2012
Jaarthema: Compassie doen Interview met Feije Duim van ICCO/Kerk in Actie Katern: Zingen over de eindtijd
Inhoud
Colofon
3 4 6 7
Jodendom: een wereld vol verhalen Interview met Feije Duim Ga en leer! De vier werken van barmhartigheid Jaarthema Compassie: Compassie doen Bespreking ‘In de ban van de tegenstander’ 8 Compassie doen met benen die bidden 10 Verslag van het symposium over de Bergrede 11 Synagogen in Nederland: Amsterdam Een echo uit de synagoge 12 Beelddrager van de God die compassie doet 13 Zo doen wij Kerk en Israël in … Maarsbergen 14 Project ‘Leren van de oorlog’ 15 Onopgeefbaar verbonden – Arjan Plaisier 16 Te doen onderweg 17 Column 17-18 Boekbesprekingen 19 Lernen met LEV 20 Varia Katern InZicht: Zingen over de eindtijd CBB viert honderdjarig bestaan
De Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden (CBB) bestaat in 2012 honderd jaar. Dit jubileum wordt op verschillende manieren gevierd, onder andere met een herdenkingsdienst, een open dag op 23 mei in Ermelo en een symposium op 14 september in Doorn. Ook Kerk & Israël Onderweg wordt ingesproken door de CBB (foto), en op daisy cd-rom beschikbaar gesteld voor mensen met een leesbeperking. Twaalf mensen maken hier gebruik van. CBB, van harte gefeliciteerd met het eeuwfeest! Een bijzonder jaar toegewenst, en we hopen op een plezierige voortzetting van de samenwerking.
Kerk & Israël Onderweg is een uitgave van de Protestantse Kerk in Nederland en verschijnt viermaal per jaar. Vanuit de onopgeefbare verbondenheid van de christelijke gemeente met het Joodse volk wil dit blad een bron van informatie zijn voor allen die geïnteresseerd zijn in of zich verantwoordelijk weten voor de verhouding van Kerk en Israël. Uitgever: Dienstenorganisatie Protestantse Kerk in Nederland Joseph Haydnlaan 2a 3533 AE Utrecht Postbus 8504 3503 RM Utrecht telefoon (030) 880 18 80 e-mailadres
[email protected] website www.pkn.nl/kerkenisrael Hoofdredacteur: Floor Barnhoorn Redactie: René van den Beld, Reinier Gosker, Greetje van der Harst-de Leeuwe, Fred Meijnhardt Rijk Roelofse, Kees Schakel, Adri van der Wal Eindredacteur: Anja de Zeeuw Vormgeving en druk: Opmaak: Ladenius Communicatie, Houten Druk: Drukkerij de Groot, Goudriaan Abonnementsprijzen: Particulier abonnement € 9,- per jaar (vier nummers) Pakketabonnement € 4,- per jaar (vier nummers, vanaf 10 exemplaren) Kerk & Israël Onderweg is voor (visueel) gehandicapten ook verkrijgbaar in gesproken vorm op cd-rom (voor de daisyspeler). Nadere informatie hierover is te krijgen bij de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden (CBB) te Ermelo, telefoon (0341) 56 54 99 Artikelen mogen met bronvermelding overgenomen worden in andere uitgaven. De redactie ontvangt graag een exemplaar van deze uitgaven. Wilt u eigen kopij inzenden? Neemt u dan eerst contact op met de redactie van Kerk & Israël Onderweg:
[email protected] De redactie kan plaatsing niet garanderen.
De redactie ISSN 1566-9033
Bij de cover: De tentoonstelling ‘Jodendom: een wereld vol verhalen’ is tot 15 april te zien in De Nieuwe Kerk te Amsterdam. Onder andere dit kunstwerk ‘Alefbet Tapestry’ van Grisha Bruskin is er te bewonderen. Foto: PR De Nieuwe Kerk Amsterdam.
Maart 2012
Kerk & Israël Onderweg
2
Tentoonstelling in De Nieuwe Kerk Amsterdam tot 15 april Jodendom: een wereld vol verhalen Eind 2010, begin 2011 was er in De Nieuwe Kerk te Amsterdam een grote tentoonstelling van islamitische kunst. Nu is in dezelfde kerk een andere wereldgodsdienst aan het woord. Tot half april is daar een tentoonstelling over het Jodendom. Deze expositie is ontstaan uit een bijzondere samenwerking tussen het Joods Historisch Museum te Amsterdam en De Nieuwe Kerk.
Gastconservator van de tentoonstelling is Edward van Voolen, rabbijn en conservator van het Joods Historisch Museum. Hij heeft hier een beeld kunnen scheppen van drieduizend jaar Joodse religie, kunst, cultuur en geschiedenis. Op deze expositie ontmoet men een godsdienst die springlevend is en die zich in een enorme diversiteit uit, een religie die grote uitdagingen het hoofd heeft geboden in de loop der eeuwen en een duidelijke identiteit bewaarde.
Hoofdthema’s De tentoonstelling is opgebouwd uit ongeveer vijfhonderd kunstwerken uit allerlei delen van de wereld. Ze vertellen het verhaal rond de vier hoofdthema’s van de expositie: God, het Boek, heilige plaatsen en het Joodse leven. De buitenste cirkel van de tentoonstelling vertelt over de levenscyclus (van geboorte tot dood), het Joodse leven en de feestdagen. Daarnaast komen de heilige plaatsen aan de orde. Ooit waren dat tabernakel en tempel, nu huis en synagoge. Centraal in de expositie staat het woord, het draagbare heiligdom. Dat is geconcentreerd in het koor van de kerk, voorheen de plek van altaar en liturgie. Op deze wijze is de tentoonstelling opgebouwd als een bladzijde van een traditioneel Joods boek: in het midden staat de tekst, met daaromheen de commentaren.
Teksten De ouderdom van het Jodendom wordt op deze expositie onder meer geïllustreerd door een gedeelte van een van de geschriften die tussen 1947 en 1956 in Qumran bij de Dode Zee zijn gevonden. Daar waren in de eerste eeuw van onze jaartelling talrijke
Voor het eerst is een Qumran-tekst in Nederland te zien. Foto: Evert Elzinga/PR De Nieuwe Kerk Amsterdam
Maart 2012
Joodse teksten in grotten verstopt, waarschijnlijk om ze uit de handen van de toen oppermachtige Romeinen te houden. In De Nieuwe Kerk liggen drie fragmenten van de Tempelrol. Deze geeft gedetailleerde voorschriften over de offercultus. Het Hebreeuwse schrift is nog prachtig leesbaar. Voor het eerst is zo een originele Qumrantekst in Nederland te zien. In dezelfde (bewaakte) ruimte ligt ook een gedeelte van de Aleppo-codex, een van de meest gezaghebbende handschriften van het Oude Testament, daterend uit de 10e eeuw. Tevens ligt er de oudste asjkenazische Tora-rol uit de 14e eeuw, afkomstig uit Erfurt, nu in de Staatsbibliotheek te Berlijn. Talrijke andere teksten omringen deze teksten. Meermalen zijn zij prachtig geïllustreerd.
Voorwerpen Talrijke voorwerpen illustreren de verdere thema’s van de tentoonstelling: God, heilige plaatsen, en het Joodse leven. Aan de verschillen in de objecten is zichtbaar hoe het Jodendom zich differentieerde in de vele verschillende streken waarheen het zich verspreidde.
De tentoonstelling is opgebouwd als een bladzijde van een traditioneel Joods boek Naast historische voorwerpen zijn er ook uitingen van moderne kunstenaars. Chagall is vertegenwoordigd. Verder vindt men van de Russisch-Amerikaanse Joodse kunstenaar Grisha Bruskin diens ‘Alefbet Tapestry’ uit 2004-2006 (coverfoto). Van de Israëlische kunstenaar Micha Ullmann is er de installatie ‘Sandbooks’ uit 2001. Dit zijn vijf sculpturen van roestend metaal gevuld met rood zand. Zij tonen de vorm van een boek in stadia van dicht naar open. Hiermee vat hij duizenden jaren Joodse geschiedenis samen. De diversiteit van het Jodendom komt niet alleen in de kunstuitingen tot uitdrukking, het wordt ook tastbaar in de videobeelden,
Kerk & Israël Onderweg
Voorwerpen illustreren onder andere het Joodse leven. Foto: Evert Elzinga/PR De Nieuwe Kerk Amsterdam
waarin Joden vertellen over de verschillende manieren waarop zij hun Jood-zijn beleven.
Geloofsverhaal Lang hebben christelijke theologen zich laatdunkend over het Jodendom uitgelaten. Het Jodendom werd uitgebeeld als een vrouw met een gebogen hals en een gebroken staf, de ogen omhuld met een doek (zoals aan de Kathedraal van Straatsburg). Hier ontmoet men een levende religie met haar eigen antwoord op doel en zin van menselijk leven, een indrukwekkend getuigenis van verbondenheid met de Eeuwige in woord en daad. Hier wordt het geloofsverhaal verteld door mensen die zich eeuwenlang als minderheid staande wisten te houden te midden van andersdenkenden. Deze expositie vertelt het verhaal van hun diepe beleving. Adri van der Wal Bij deze tentoonstelling hoort het boek: E. van Voolen, ‘Jodendom. Een boek vol verhalen’, Uitgeverij De Nieuwe Kerk-Hermitage, Amsterdam 2011. ISBN 109078653280. Prijs: € 19,95.
3
Interview met Feije Duim van het Landelijk Dienstencentrum ‘Benoem het leed aan beide kanten van de grens’ Feije Duim (59) behartigt het relatiebeheer voor de Protestantse Kerk in het Midden-Oosten, vanuit het Landelijk Dienstencentrum. Samen met Marieke den Hartog en Leo Koffeman verzorgde hij de redactie van de nota ‘Het Israëlisch-Palestijns conflict in de context van de Arabische wereld van het Midden-Oosten’ (‘de IP-nota’). Deze nota vormt het beleidskader voor de houding van de Protestantse Kerk in het Israëlisch–Palestijns conflict. Kerk & Israël Onderweg sprak met hem.
Hoe is je loopbaan in de kerk verlopen?
Feije Duim werkte voor de zending in Nieuw-Guinea.
Ik ben cultureel antropoloog en heb als zendingsman culturele antropologie gedoceerd in Nieuw-Guinea. Veel collega’s en studenten waren Papoea. Het leven op het snijvlak van geloof en cultuur heeft me gevoelig gemaakt voor de waarheid van het leed. Elk volk heeft er recht op zijn eigen leed te benoemen. Dat mogen anderen niet annexeren. Ik kreeg oog voor de verschillende kanten van conflictueuze situaties. Na NieuwGuinea werkte ik in het relatiebeheer van de Protestantse Kerk, eerst voor Indonesië, daarna voor Pakistan. Eind 2008 werd ik gevraagd voor ICCO en Kerk in Actie, die een aparte plaats inruimden voor relaties met partners in Israël en de Palestijnse gebieden. Wat was je ervaring met Israël tot dan toe? Toen in 1967 de Zesdaagse Oorlog uitbrak – ik zat toen nog op de middelbare school –, voelden we op school de spanning. Het was volkomen normaal dat de leraar zei: ‘Laten we bidden voor de nood van het volk Israël.’ In Papoea raakte ik vertrouwd met de ‘zwarte theologie’, het denken vanuit het lijden van onderdrukte minderheden, gelinkt aan het lijden van Christus. Een relatie met de Palestijnen bestond er voor mij toen nog niet. Israël was een apart hoofdstuk in de theologie. De Holocaust en de stichting van de Joodse staat lagen in elkaars verlengde. Op de Kairosconferentie (in september te Amsterdam gehouden – red.) hekelde Mark Braverman deze theologische ‘logica’, toen hij uitlegde dat de gangbare Israëltheologie tot een denkblokkade leidt. Wat in de Kerkorde staat over ‘het gesprek met Israël’ was voor mij, toen ik aan deze functie begon, nauwelijks ingevuld. Doordat ik lid werd van de redactie van de IP-nota, belandde ik midden in de discussie. Door te lezen, mensen te spreken en te reizen, heb ik mijn kennis verdiept en zicht gekregen op de discussie.
‘onopgeefbaar verbonden’ werd ingevuld. Bij het schrijven aan de IP-nota drong het tot me door dat het spreken daarover meer connotaties heeft dan het tot dan toe gebruikelijke spreken over Israël. Er was een IPA-nota1 uit 2003, maar daarin miste ik aandacht voor de christenen in Israël. Dit is voor mensen met een zendingsachtergrond echt héél vreemd: er wonen in haast ieder land christenen, er zijn kerken en je spreekt over dat land zonder hen zelfs maar te noemen, laat staan te raadplegen.
In 2007. Ik heb mijn ogen uitgekeken, hoeveel groepen je op straat tegenkomt. Dat maakte dat ik het begrip ‘Israël’ op verschillende manieren ging invullen. Bij de Reformed Jews viel mij op dat er aan het einde van de dienst een gebed om vrede werd gezegd in het Hebreeuws én het Arabisch. Dat raakte me diep! Het wekte het besef dat ik ook bij Papoea’s had: we mogen de discussie niet kidnappen. Vertrouw op de kracht en de creativiteit van gemeenschappen zelf. Ook viel mij op hoe christenen in Israël en de Palestijnse gebieden zich deel van het Lichaam van Christus voelen en een beroep doen op andere christenen om hun lijden te zien. Zij roepen vanuit hun eigen geloofstraditie op om over de grens heen te denken én solidair te zijn. Meer en meer raakte ik overtuigd van de balanced approach. Het is niet zwart of wit. De onevenwichtigheden in de werkelijkheid zijn zelf deel van die werkelijkheid! Hoe zou je die balanced approach vertalen naar het beleid van onze kerk? De IP-nota vind ik een goed voorbeeld. De nota roept op om projecten te faciliteren die een brugfunctie vervullen. Benoem de pijn aan beide zijden. Evenwicht is niet: aan beide zijden één kilo. Evenwicht is zicht krijgen op de pijn die aan beide zijden wordt geleden en dat vertalen in beleid.
'Christenen in Israël en de Palestijnse gebieden doen een beroep op andere christenen om hun lijden te zien'
Eerlijk gezegd: hoe onkritisch dat begrip
Dat doet koloniaal aan, en dat gebeurde dus rond Israël. Maar er was meer. Er was weinig diaconale aandacht voor het lijden van jonge Joodse mensen, niet alleen vanwege de brute aanslagen, maar ook vanwege de psychische problemen die jonge mensen oplopen door oorlogshandelingen in het leger te verrichten. Daar moesten we ook wat mee!
Maart 2012
Kerk & Israël Onderweg
Wat ontdekte je?
Wanneer was je voor het eerst in Israël en wat viel je op?
Kijk naar onze projecten. Die laten zien hoe de IP-nota ook bij ons doorwerkt. We steunen projecten die vroeger alleen door Kerk en Israël werden gesteund. De IP-nota markeert een omkeer in het denken van de Protestantse Kerk. Je kunt die nota niet wegwuiven als eenzijdig. Zij heeft de ‘onopgeefbare verbondenheid’ juist heel concreet
4
in het hart van onze kerk gezet en vertaalkaders aangereikt om zowel naar Israël als naar de Palestijnen te kijken. Bij alle bezuinigingen is er nog steeds geld voor het praktisch invullen van de ‘onopgeefbare verbondenheid’ in vredesprojecten voor Israël en het Palestijnse volk. Ik nodig Kerk en Israëlgroepen uit om gebruik te maken van mensen die bij Kerk in Actie werken.
Over wat Kerk in Actie al doet is men niet goed geïnformeerd. Zie het overzicht met de projecten op www.pkn.nl /kerkenisrael Sabeel ontvangt per jaar € 50.000 en één menskracht. Dat is iets meer dan naar Nes Ammim gaat, dit jaar € 45.000 en één menskracht. De samenwerking met Sabeel stoppen is geen goed signaal. Die samenwerking is onderdeel van een pakket.
'Bij alle bezuinigingen steunt Kerk in Actie nog steeds vredesprojecten voor Israël en het Palestijnse volk' We komen naar u toe om projecten te initiëren naar gelang de mogelijkheden en wensen ter plaatse!
Laten we ruimte bieden aan de Palestijnse christenen om hun geluid te laten horen, én ons weerwoord geven. Dan zal blijken dat er meer ruimte is dan wordt beweerd. Dat bleek ook op de vergadering van de International Council of Christians and Jews (ICCJ) over het Kairosdocument in oktober 2011 in Beit Jala.
Wat is je mening over de oproep van het Appèl Kerk en Israël: het beter informeren over het beleid met betrekking tot Israël; het duidelijker maken dat de kerk geroepen is tot onopgeefbare verbondenheid en daaraan een geloofwaardiger invulling geven via Kerk in Actie?
Hoe vind je het dat er geen vrijgestelde secretaris meer is voor de vragen van Kerk en Israël?
Met het eerste ben ik het eens. Van het tweede vind ik de IP-nota het bewijs.
Ik kan het wel betreuren, maar daar schiet niemand iets mee op. Je moet realistisch zijn:
de Dienstenorganisatie heeft er het geld niet voor. Laten zij die het belangrijk vinden zélf actief worden en geld bijeenbrengen voor een bijzondere leerstoel aan de PThU met een leeropdracht ten behoeve van gemeenten en Kerk en Israel-commissies. Ik doe mee! Laten we elkaars betrokkenheid op alle bewoners van het land serieus nemen. We worden uitgedaagd om te reflecteren op de theologische betekenis dat er Joden, christenen én moslims in het land wonen. Jongeren die in het project Holy Switch meededen, hebben de pijn gezien bij hun leeftijdgenoten aan beide zijden van de muur. Het was het eerste project dat we samen met Kerk en Israël aangepakt hebben. Het werd een succes. Een groep van zes jongeren, Holy Bridge, maakte een theatervoorstelling die dit voorjaar wordt gespeeld: ‘Beloofd is beloofd’. Nodig hen in uw gemeente uit en breng Israël terug in de belangstelling van de kerk! René van den Beld en Reinier Gosker Meer informatie: www.pkn.nl/kerkenisrael, www.holyswitch.nl 1
De beleidsnota van de Protestantse Kerk over het Israëlisch-Palestijns-Arabisch conflict
Het theaterteam Holy Bridge speelt dit voorjaar de voorstelling ‘Beloofd is beloofd’ in protestantse gemeenten.
Maart 2012
Kerk & Israël Onderweg
5
Ga en leer! De vier werken van barmhartigheid Als in een quiz gevraagd zou worden: ‘Hoeveel werken van barmhartigheid zijn er?’, dan lijkt het enige goede antwoord ‘Zeven!’ te zijn (Matteüs 25:35-40, Tobit 1:17). De Joodse traditie komt op een lager aantal uit.
Het doen van goede daden hoort bij de dingen waarvoor in de Bijbel geen maat is gesteld. Een mens kan er onbeperkt in grossieren. Om het overzichtelijk te houden en de richting aan te geven die de mens kan gaan, lepelt de Talmoed echter geen rijtje liefdewerken met twee of drie nullen op, maar beperkt hij zich tot het noemen van vier werken van barmhartigheid. Naakten kleden, zieken bezoeken, rouwdragenden troosten en doden begraven. Waarom juist dit viertal, en niet het ‘klassieke’ zevental: hongerigen spijzigen, dorstigen te drinken geven, naakten kleden, vreemdelingen herbergen, gevangenen bezoeken, zieken bezoeken en doden begraven?¹
De doden begraven is het zevende werk van barmhartigheid. Beeld: Tineke Smith, www.tinekesmith.com
Schatgraven met Chama Rabbi Chama, de zoon van Rabbi Chanina, een geleerde die omstreeks 230 in Palestina werkzaam was, komt de eer toe met de vondst van de vier werken van barmhartigheid op de proppen te zijn gekomen. Chama was een vermaard zedenprediker die de Bijbel op een ‘zoekende’ manier uitlegde. Zijn aanpak lijkt heel simpel, maar doe het hem maar eens na!
Gods compassie mag op ons overslaan
Hoezo staat er: Jullie zult achter de HEER, jullie God, aangaan? (Deuteronomium 13:5 [4]). Kán een mens dan achter de goddelijke aanwezigheid aangaan? Is er niet reeds gezegd: Want de HEER, jullie God, is een verterend vuur? (Deuteronomium 4:24). Nee, de bedoeling is achter de wegen van God aan te gaan. Zoals hij naakten kleedt, zoals er staat: De HEER God maakte voor de mens en zijn vrouw lijfrokken en kleedde hen (Genesis 3:21), zo moet ook jij naakten kleden. God bezocht zieken, zoals er staat: De HEER verscheen aan Abraham, bij de eiken van Mamre (Genesis 18:1), zo moet ook jij zieken bezoeken. God troostte rouwdragenden, zoals er staat: Na Abrahams dood zegende God Isaak, zijn zoon (Genesis 25:11), zo moet ook jij rouwdragenden troosten. God begroef doden, zoals er staat: Hij begroef hem in het dal (Deuteronomium 34:6), zo moet ook jij doden begraven.
Een staaltje van zijn bedrieglijk eenvoudige Schriftuitleg is het commentaar op een niet zo bekend vers uit Deuteronomium. Daarin wordt de mens, geneigd als hij is naar valse profeten te luisteren, opgeroepen God na te volgen (Deuteronomium 13:5, Nederlandse vertaling 13:4). Uitgaande van dit vers, met God zelf als navolgenswaardig voorbeeld, jongleert Chama met teksten uit de Tora. Hoe God zich het lot aantrekt van de kwetsbare Adam en Eva, de zieke Abraham na zijn besnijdenis, de treurende Isaak, en de gestorven Mozes. Elke tekst krijgt eenzelfde verrassende toespitsing. De lezer wordt in de uitleg betrokken. ‘Zo moet ook jij …’ Maar laten we Chama zelf het woord geven.²
Vanouds heeft dit pareltje van predikkunde de bewondering gewekt van de generaties na Chama. Er is op voortgeborduurd. Rabbi Simlai, een geleerde die omstreeks 270 in Palestina werkzaam was, verklaarde:
Maart 2012
Kerk & Israël Onderweg
God als voorbeeld
‘De Tora begint met het doen van goede daden en eindigt met het doen van goede daden…’ Hij haalt daarbij als teksten aan hoe God zorgt voor Adam en Eva (Genesis 3:21) en voor Mozes (Deuteronomium 34:6). Chama blijft echter de maestro die tot op de dag van vandaag mensen inspireert om met een lampje de Bijbel te doorzoeken op Schrift-met-Schriftvergelijkingen die van betekenis zijn voor het alledaagse leven. Gods compassie mag op ons overslaan. Ook wij worden opgeroepen God na te volgen in het doen van werken van barmhartigheid. Vier of zeven is dan niet echt de belangrijkste vraag. Het doen van goede daden hoort immers bij de dingen waarvoor geen maat is gesteld.³ Kees Schakel
¹ Doden begraven staat niet in Matteüs 25, maar is later, in de door epidemieën geteisterde middeleeuwen, aan de traditie toegevoegd door paus Innocentius III (1198-1216). Tobit is een apocrief bijbelboek, waarin de zorg voor de overledenen, in tijden van gevaar, wordt benadrukt. ² Babylonische Talmoed Sota/Van ontrouw verdachte vrouw 14a. Traktaat Sota, een commentaar op het ritueel van Numeri 5:11-31, bevat veel uitweidingen. Chama knoopt aan bij een gesprek over de dood van Mozes. ³ Misjna Pea/Hoek 1,1, waar onder meer ook nog wordt genoemd: het laten staan van je oogst op de hoeken van je veld voor de armen.
6
Verslag van het Symposium over de Bergrede Boek ‘Balk en splinter’ van Marcus van Loopik gepresenteerd Tijdens een ‘Symposium over de Bergrede’ ter nagedachtenis aan rabbijn Yehuda Aschkenasy (1924-2011) overhandigde publicist en kunstenaar Marcus van Loopik zijn net verschenen boek ‘Balk en splinter’ aan Jacqueline Aschkenasy, de weduwe van Yehuda. Het symposium vond plaats op 7 november 2011 en werd georganiseerd door de stichting Pardes (voorheen Folkertsmastichting) en De Nieuwe Liefde, de thuisbasis van dichter Huub Oosterhuis aan de Da Costakade te Amsterdam.
Het symposium begon met het herdenken van Yehuda Aschkenasy. Zijn jeugdjaren in Mariënbad en Praag. Zijn deelname aan de zionistische ondergrondse Dror hechaloets in Oekraïne en Boedapest. Yehuda overleefde de concentratiekampen Auschwitz en Buchenwald. Zijn kennismaking met de Joodse theologen Jacob Soetendorp, David Flusser en Martin Buber tijdens een tienjarig verblijf in Israël. In 1960 kwam Aschkenasy naar Nederland. Als medewerker van de Anne Frank Stichting stond hij aan de wieg van het leerhuis dat later zou uitgroeien tot de Folkertsmastichting. Samen met Jacob Soetendorp, Frits Kuiper, Kleis Kroon, Feitse Boerwinkel en vele anderen werkte hij aan de befaamde Phoenix bijbelpocketserie ‘Zoals er gezegd is over ...’.
Samenwerking Dat de herdenking van Yehuda Aschkenasy samenviel met de presentatie van het nieuwe boek van Marcus van Loopik zegt iets over de samenwerking tussen beiden. Het boek is opgedragen ‘aan rabbijn Yehuda Aschkenasy in dierbare herinnering aan mijn leermeester en vriend hem tot eer’. In het voorwoord vertelt Van Loopik hoe hij door ‘deze gedreven Torawijze’ op het spoor werd gezet van de Dèrèch-Erètz-traktaten in de Babylonische Talmoed en ‘op de relatie van deze traktaten met het leven van de vroege chasidiem (vroege vromen). De sfeer en belevingswereld van deze vroege chasidiem – een in Galilea geconcen-
treerde stroming uit de eerste twee eeuwen van de jaartelling – herkende Van Loopik in de Bergrede. Zij legden evenals Jezus nadruk op liefde en ontferming. Ze stelden rechtvaardigheid boven Torakennis, leefden in bescheiden soberheid en gaven een centrale plaats aan het gebed. De omgang met hun hemelse Vader was zo vertrouwelijk, dat men hen ‘zoon van God’ noemde. Zij scherpten de ethiek van de Tora radicaal aan en stelden haar in het teken van een gespannen messiaanse verwachting.
Kort verhaal In negenentwintig hoofdstukken behandelt Van Loopik de hele Bergrede volgens Matteüs 5-7 en aanverwante teksten uit Marcus en Lucas. Elk hoofdstuk leidt hij in met een kort verhaal, ontleend aan het latere Oost-Europese chassidisme van de Baäl Sjem Tov. Van Loopik gaat minutieus te werk. Hij maakt onderscheid tussen ‘halachische én verhalende elementen, dat wil zeggen: tussen de “wetten van de daad” en de “wetten van het hart”. Beide zijn in de Bergrede aanwezig. Halacha is in wezen verplichtend, aggada facultatief’.
Rabbijnse concepten verhelderen de woorden van Jezus In de loop van het boek leren we tal van rabbijnse concepten kennen die de woorden van Jezus verrassend verhelderen. ‘Nooit geweten’ is een verzuchting die mij bij het lezen van het boek telkens van de lippen viel. Of liever gezegd een ‘Ooh, bedoelde hij dat zo?’
Extra omheining Soms vraagt het boek héél nauwkeurig gelezen te worden. Bijvoorbeeld waar het gaat over het principe van sejag la-tora – een extra omheining rond de Tora, die de gelovigen moet afhouden van het overschrijden van Gods grenzen (Matteüs 5:1748). Of bij de behandeling van het concept lifniem mi-sjoerat ha-din – handelen binnen
Maart 2012
Kerk & Israël Onderweg
Het Symposium over de Bergrede begon met het herdenken van rabbijn Aschkenasy (rechts).
de grenzen van de wet. Wie dit principe volgt, erkent meer verplichtingen tegenover de ander dan de Wet hem strikt genomen oplegt; ook eist hij minder rechten op tegenover zijn naaste dan de Wet hem toestaat (Matteüs 5:39-41). Marcus van Loopik
‘Balk en splinter’ is geen boek om in één ruk uit te lezen. Het vereist concentratie, zoals vaak het geval is met rabbijnse literatuur. Jammer dat daarbij ook wel eens wat fout gaat, zoals op pagina 130, waar de boeken Exodus en Numeri door elkaar gehaald zijn. De telkens terugkerende conclusie dat de tegenstelling tussen de leer van Jezus en die van veel Farizese tijdgenoten miniem is geweest, ligt voor de hand. Evenals de uitgesproken voorkeur van de auteur voor de Bergrede in de versie van de ‘niet-polemische’ Lucas tegenover die van de ‘antiJoodse’ Matteüs. Marcus van Loopik heeft ons een spannend, leerzaam en uitdagend boek geschonken. Huiswerk! Reinier Gosker ‘Balk en splinter. Joodse achtergronden van de Bergrede’. Uitgeverij Mastix Press Amsterdam 2011, 360 blz. ISBN 978 80 809601 0 7. Prijs: € 25,-.
7
Jaarthema Compassie doen Compassie doen met benen die bidden 'Compassie' of barmhartigheid is een kernbegrip in Jodendom, christendom en islam. In deze jaargang komen telkens een Joodse en een christenauteur aan het woord over een aspect van dit begrip. In twee voorgaande nummers ging het over 'bronnen van compassie' en 'compassie leven', in dit nummer gaat het over 'compassie doen' en in het volgende nummer over 'compassie vieren'.
gepakt, kon hij het oprukkende nazisme ontwijken dankzij een uitnodiging om lezingen te houden aan het Joods Seminarie in Amerika, waar hij via Engeland heenreisde. Al vroeg werd hij beziggehouden door de vragen: Wie is de mens? Wat onderscheidt hem van het dier? Wat maakt een mens tot mens?
A.J. Heschel wilde de geestelijke armoede van de westerse beschaving bestrijden met de rijkdom van de Joodse traditie.
De invloedrijke spirituele Joodse denker Heschel, hoogleraar Joodse mystiek en ethiek in New York, nam in 1965 samen met Martin Luther King deel aan de protesttocht in Selma, Alabama, in verband met de mensenrechten voor de Afro-Amerikaanse negers. Terugkomend op deze gebeurtenis zei hij later: ‘Toen ik liep, waren mijn benen aan het bidden.’ Waarom liep Heschel, behorend tot de Joodse minderheid in Amerika, mee met die tocht? Had hij daar belang bij? Was hij zo betrokken bij het negervraagstuk van de Amerikanen? Abraham Joshua Heschel (1907–1972), geboren in Warschau, behoorde tot de chassidische Joden uit een oud rabbijnengeslacht. Onder zijn voorouders vinden we rabbi Dov Baer van Mezritz, opvolger van de Baäl Sjem Tov, stichter van de chassidische beweging. Als begaafde leerling was Heschel al vroeg thuis in het Joodse religieuze erfgoed. Hij studeerde na zijn scholing in Polen filosofie in Berlijn en werd in 1937 door Martin Buber aangewezen als zijn opvolger om leiding te geven aan het Jüdische Lehrhaus in Frankfurt. Aanvankelijk door de Gestapo op-
Maart 2012
Ontsteld door de barbarij in nazi-Duitsland voelde Heschel zich geroepen het Jodendom opnieuw te bezielen. Hij wilde de geestelijke armoede van de westerse beschaving bestrijden met de rijkdom van de Joodse traditie. Die rijkdom moet worden ingezet op het gebied van de theologie, vond Heschel. Anders dan de op zichzelf gerichte mythologische goden, en de god van de filosofen die onbewogen blijft bij menselijk leed, is de God van Israël hartstochtelijk betrokken bij de geschiedenis. Die kan pas voortgang vinden als medemenselijkheid geschiedt.
Wie is de mens? Een mens mag medewerker zijn van God, wist Heschel uit de Schriften. Voor de voltooiing van de geschiedenis, waarin de heerschappij van God wereldwijd gerealiseerd zal zijn, gelden richtlijnen die in principe geopenbaard werden aan Mozes op de Sinaï. Later werden deze richtlijnen, die we kunnen omschrijven als fundamenteel levensonderricht, met nieuwe inzichten verrijkt. Israël heeft bij de Sinaï beloofd naar dit levensonderricht te zullen handelen. God wacht erop om deel te kunnen nemen aan onze daden, die zich kenmerken door liefde, recht en gerechtigheid. Dit alles in de wetenschap dat het leven zelf een probleem is, en dat leven volgens de bedoeling van God een kunstwerk van daden mag zijn, totdat de geschiedenis voltooid is en wereldwijd recht en gerechtigheid gedaan worden. Zijn dieren in de weer voor hun eigen behoeften, de mate van menselijk-zijn wordt bepaald door medemenselijkheid. In vriendschap, in compassie met de ander licht het mens-zijn op, aldus Heschel. Het tegenover-
Kerk & Israël Onderweg
gestelde van menselijkheid is bruutheid, waarbij de menselijkheid van de ander niet erkend wordt.
'De geschiedenis kan pas voortgang vinden als medemenselijkheid geschiedt' ’Voor het Jodendom is geloof niet een gevoel voor iets dat bestaat, maar een antwoord aan Hem die ons vraagt om op een bepaalde manier te leven. In zijn oorsprong is het een bewustheid van een volkomen toewijding; een besef dat het hele leven niet alleen behoort tot de belangensfeer van de mens, maar ook tot die van God. (…) Wij leven in de overtuiging dat daden van goedheid het verborgen licht van Zijn heiligheid weerspiegelen. Zijn licht is boven onze zielen, maar niet buiten het bereik van onze wil. Het is in onze macht om Zijn oneindige liefde te weerspiegelen in daden van goedheid. (…) De mens, gevormd als Zijn gelijkenis, werd gemaakt om Zijn wegen van genade te volgen. Hij heeft de mens gemachtigd om in Zijn plaats te handelen. Wij vertegenwoordigen Hem als wij smart lenigen, vreugde schenken. Het helpen van onze naaste is een poging om Hem te vertegenwoordigen.’ (Uit: A.J. Heschel, ‘God zoekt de mens’)
Israëls profeten Niet bepaalde handelingen, maar al het handelen, het leven zelf, dient een schakel tussen mens en God te zijn. Leven volgens de Tora is antwoordend leven. Het lot van al zijn schepselen, in het bijzonder de zwakkeren in de samenleving, de weduwe, de wees en de vreemdeling, gaat Hem zeer ter harte. Zij zijn immers degenen die er het eerste onder lijden als medemenselijkheid ontbreekt. Waar geen recht en gerechtigheid meer gedaan worden, stagneert Gods geschiedenis met de mensen. Profeten zijn dan degenen die de opdracht krijgen Gods verontwaardi-
8
ging hierover te verwoorden, en de mensen tot omkeer te bewegen.
’Gerechtigheid is niet slechts een waarde, het is Gods aandeel in het menselijk bestaan. God zelf staat op het spel in de menselijke geschiedenis. Misschien kunnen we zeggen dat het lijden van mensen een smet is op Gods bewustzijn; het gaat om God zélf in intermenselijke relaties. Wie een arme afperst, beledigt zijn Maker, wie een behoeftige begenadigt, eert Hem. (Spreuken 14:31)’ Een zware verantwoordelijkheid rust op de profeet. Betrokken bij Gods compassie voor de schepping moet hij enerzijds zijn volk beschuldigen wanneer in hoogmoed en zelfzucht Gods levensonderricht met de voeten getreden wordt. Anderzijds voelt hij zich ver-
God en de mens maken samen geschiedenis
daad die God in het leven betrekt, een goddelijke noodzaak. (…) Recht is zijn meetlint, gerechtigheid Zijn paslood. (Jesaja 28:17) Ik heb je toch bekend gemaakt, mens, wat goed is en wat de Heer van je wil: Niets anders dan recht te doen, gerechtigheid te betrachten en nederig de weg te gaan van je God. (Micha 6:8).’ (Uit: A.J. Heschel, ‘The Prophets’) Wat is de relatie tussen recht en gerechtigheid? Heschel maakt dit onderscheid: recht is er omwille van de mens, de wet is de norm, de rechter doet uitspraken. Was er geen recht, dan was alles geoorloofd, en zou een leefbare samenleving ondenkbaar zijn. Gerechtigheid houdt rekening met de mogelijk verzachtende omstandigheden, dit maakt de rechtspraak humaan. Maar gerechtigheid houdt ook solidariteit en verbondenheid in. Gerechtigheid maakt dat mensen tot hun recht mogen komen en geborgenheid ervaren.
Protestmars van Martin Luther King in Selma (Alabama) in 1965. Tweede van rechts: rabbijn Heschel.
Inzichten als deze kunnen voor een verdeelde en krimpende kerk, die zich vaak enerzijds richt op persoonlijk zieleheil en anderzijds op maatschappelijke betrokkenheid, heilzaam zijn. Modaliteiten in de kerk vertegenwoordigen vaak elk een kant van de waarheid, ze zijn in feite complementair. Geen schuldvergeving is mogelijk zonder vergeving van elkaar, ook interkerkelijk. Een verdeelde kerk is zwak, samen kunnen we ons laten inspireren door Heschel.
Louise Katus-Luyendijk bonden met zijn volk en wil hij zijn volk verdedigen tegenover God, en troosten. Hij verkeert in een eenzame positie, die hem keer op keer te veel wordt.
Samenvatting
Recht bestaat niet omwille van zichzelf, maar de waarde van recht is gelegen in de zegeningen die de mensen bij de uitoefening daarvan ervaren. Recht is niet een tijdgebonden iets, een menselijke afspraak, een waarde, maar een transcendente vraag, beladen met goddelijke betrokkenheid. Het gaat bij recht niet slechts om intermenselijke relaties, maar recht is een
Heschel toont vanuit de Schriften dat God uit liefde gepassioneerd betrokken is bij zijn schepping, en hiermee onderweg is naar zijn Koninkrijk. Mensen onderscheiden zich van dieren door daden van medemenselijkheid, waarin het mens-zijn oplicht. Menselijke daden kunnen Hem verheugen of ontstellen. Recht en gerechtigheid zijn Gods aandeel in de geschiedenis. Onrecht veroorzaakt stagnatie. De mens is niet onderworpen aan de wetmatigheid van de geschiedenis, omdat de geschiedenis geen wetmatigheid kent. Gód is de wetgever, zijn levensonderricht staat niet los van Hemzelf, maar is betrokken op Hemzelf. God roept de mens op om partner te zijn in de verlossing van de wereld die lijdt onder onrecht en gebrek aan medemenselijkheid. God en de mens maken samen geschiedenis.
Maart 2012
Kerk & Israël Onderweg
’O Heer, U hebt mij meegelokt en ik liet mij verlokken. U hebt mij overmocht. Ik ben iemand geworden om over te lachen. Iedereen drijft met mij de spot. (Jeremia 20:7)
Louise Katus-Luyendijk is catecheet, leerling van professor rabbijn Yehuda Aschkenasy, en is werkzaam in de Hervormde commissie Kerk en Israël in Ermelo.
Literatuur: A.J. Heschel, ‘God zoekt de mens, een filosofie van het Jodendom’. Uitgeverij Abraxas, 2005/2011, 4e druk. 479 blz. ISBN 908073005X. A.J. Heschel, ‘The Prophets’, Nederlandse vertaling in voorbereiding. Uitgeverij Skandalon, ca. 700 blz.
9
Jaarthema Compassie doen Compassie met de tegenstander ‘De vijand is een vaandel dat de dood uit de andere wereld naar ons bestaan meevoert.’ Dit is een van die diepzinnige literaire zinnen uit ‘In de ban van de tegenstander’ van schrijver en psychiater/psychotherapeut Hans Keilson. Het wordt gezien als het meest representatieve boek van deze grote Joodse Nederlander, die te lang in de schaduw van de publiciteit heeft geleefd. In 2011 is hij op 101-jarige leeftijd overleden.
Hans Keilson werd geboren in 1909 en vluchtte in 1936 met zijn niet-Joodse vrouw uit Duitsland naar Nederland. De opkomst van het naziregime en de gevolgen voor de Joden tekenden zich dreigend af. De eerste veertig pagina’s van zijn roman schrijft Keilson in 1942 (!). De bladzijden worden in de tuin begraven.
Schrijver en psychiater Hans Keilson.
De ik-figuur krijgt, in het begin van het boek, dit pakketje bladzijden aangeboden door een advocaat, met de opdracht het eens te lezen. Het gaat over iemand die in het reine wil komen met persoonlijke problemen. Die persoonlijke problemen blijken uit het verloop van het boek: wie is mijn vijand; hoe is hij dat geworden; moet ik mijn vijand haten en waar leidt dat op den duur toe? Omgezet naar ons jaarthema: moet ik compassie met de tegenstander hebben? Keilson ontvouwt hierover gedachten die getuigen van een hoge geestelijke standaard waartoe Tora, Talmoed en Bergrede hem inspireren.
Zelfonderzoek De beste vriend van de Joodse ik-figuur komt onder invloed van politiek leider B. Daarin is Hitler te zien. Knap is dat de roman nauwelijks namen noemt, daardoor wordt duidelijk dat de schrijver de roman vooral als een zelfonderzoek ziet. Historisch opgevoerde kennis over de Sjoa zou ’belastend’ voor de leeservaring van anderen kunnen uitpakken. Hier is een psychotherapeut en schrijver aan het woord. Dat alleen al maakt het boek waardevol. Centraal staat het denken vanuit de relatie dader-slachtoffer. Is de dader eigenlijk ook geen slachtoffer? Waarvan? Waarom zou je beste vriend een vijand moeten worden als hij begrijpt wat politiek leider B. het volk belooft? De lezer wordt meegenomen naar het hooggebergte van geestelijke waarden. Denken in termen van vergelding en wraak kan beter in de grot van het laaggebergte worden opgeborgen.
Maart 2012
Compassie is: te allen tijde opkomen voor de humaniteit De ik-figuur is getuige van een gesprek dat jongelui met elkaar voeren over hun ervaring als jeugdbende die op een Joodse begraafplaats zerken omver heeft getrokken. Bange jongens die quasi-heldhaftig spreken over het geweten. ’Het geweten schaft zichzelf af’, zegt de een. ’En de angst?’ ’Ook weg.’ ’Waar komt die angst eigenlijk vandaan?’ vroeg de jongste als een nieuweling die de superioriteit van de anderen zonder meer aanvaardde. ’Die is alleen maar een sein, een waarschuwing dat er gevaar dreigt van buitenaf. De angst waarschuwt je en dwingt je krachten goed te gebruiken om dat gevaar tegemoet te treden.’
Kerk & Israël Onderweg
Elanden en wolven De ban van de tegenstander blijkt óók de angst van de tegenstander zelf te zijn! Waar is hij bang voor, je vijand? Aan het eind van het boek herinnert de ik-figuur zich hoe hij als jonge student de leider B. heeft zien langskomen in een open auto. Zwaar bewaakt. Hij hoort B. tegen de chauffeur zeggen: ’Pas op de kinderen.’ Als Joods jongetje al vroeg gepest, niet wetend wat hem toen overkwam, hoort hij leider B. zorg voor de kinderen uitspreken? Nu wordt hem iets duidelijk. Hem was ooit een verhaal verteld over elanden die op de vlucht sloegen voor de wolven. Aangezien de elanden echter de angst voor de wolven nodig hadden, stierven ze uit. ‘Misschien ben ik zelf een eland geweest, destijds en in de jaren die erop volgden. Ach, had ik maar een wolf kunnen zijn! Maar ik verzette me uit alle macht en verborg mijzelf diep in mijn angsten. Misschien gebeurde het omdat ik de druppel liefde niet wilde verliezen, misschien omdat ik als kind al had ervaren wat in een donkere kamer kan gebeuren. Het duurt lang, voor je geleerd hebt je leed te leren dragen als een rugzak.’ Keilsons roman leert dat compassie uiteindelijk te allen tijde opkomen is voor de humaniteit, en de vijand, evenals jezelf, te leren zien als mens. Oefening in het hooggebergte van de humaniteit! Wat een genade dat Keilson aan het eind van zijn leven zoveel aandacht in de media heeft gekregen. De media waar de vijandsbeelden, soms zonder enige compassie, als koopwaar van het tv-scherm afspatten. René van den Beld
Hans Keilson, ’In de ban van de tegenstander’. Uitgeverij Van Gennep, Amsterdam 2010, 239 blz. ISBN 978905515 9888.
10
Synagogen in Nederland Amsterdam In deze rubriek komen aspecten van Joodse synagogen in Nederland aan bod.
De Portugese Synagoge of Esnoga is sinds de opening in 1675 als synagoge in gebruik. Interieur en exterieur zijn in die tijd nauwelijks veranderd. Dat betekent: geen verwarming en elektriciteit. De synagoge kan uitsluitend met kaarsen worden verlicht. De Esnoga vormt met het Joods Historisch Museum, het JHM Kindermuseum en de Hollandsche Schouwburg het Joods Cultureel Kwartier Amsterdam. In 1492 moesten de Joden gedwongen Spanje verlaten. Velen vluchtten naar Portugal, maar werden daar geprest zich te laten dopen. Ruim honderd jaar later kwamen nakomelingen van de slachtoffers van de Inquisitie, die weer als Joden wilden leven, naar Amsterdam. De naam ‘Portugese Israëlieten’ ontstond waarschijnlijk om verwarring met de Spaanse vijand te voorkomen. In Amsterdam werden al snel drie sefardische gemeenten opgericht. ‘Sefardisch’ wil zeggen: van Joden afkomstig uit Portugal en Spanje. Na 1622 werkten de drie gemeenten op veel gebieden samen en in 1639 gingen ze op in de nieuwe gemeente ‘Talmud Tora’, die later de Portugees-Israëlietische Gemeente (PIG) werd genoemd . De Esnoga is gebouwd op houten palen die in het grondwater staan. In de lage bijgebouwen zijn onder andere gevestigd: de wintersynagoge (een kleine verwarmde synagoge voor erediensten van de PIG in de winter), de Ma’amad (de bestuurskamer), het rabbinaat, het mikwe (ritueel bad) en kantoren. Ook de wereldberoemde Joodse bibliotheek, geplaatst op de Werelderfgoedlijst van Unesco, Ets HaimLivraria Montezinos, is hier te vinden. In 2010-2011 werden de bijgebouwen grondig gerestaureerd. Speciaal voor de kostbaarheden van de Portugese Synagoge zijn geklimatiseerde ruimtes gemaakt, de schatkamers. De verborgen schatten zijn hier voor het publiek te zien: schitterende ceremoniële voorwerpen van goud, zilver, koper en kostbaar textiel vervaardigd. Een groot aantal daarvan is nog altijd volgens een vast schema in gebruik tijdens de Joodse feest- en vastendagen. Margriet Kotek Marketing en communicatie Portugese Synagoge/Ets Haim/JHM Meer informatie: www.portugesesynagoge.nl Foto’s: Peter Lange
Een echo uit de synagoge op elke zondagmorgen Schriftlezingen op Sjabbat en feest- en treurdagen in de synagoge
April 2012 7 april Pesach eerste dag. Exodus 12:21-51; Numeri 28:19-25; Jozua 5:2 - 6:1 8 april Pesach tweede dag. Leviticus 22:26 - 23:44; Numeri 28:19-25; 2 Koningen 23:1-9; 21-25 13 april Pesach zevende dag. Exodus 13:17 - 15:26; Numeri 28:19-25; 2 Samuël 22:1-51 14 april Pesach achtste dag. Deuteronomium 14:22 - 16:17; Numeri 28:19-25; Jesaja 10:32 - 12:6 21 april Sjemini - Achtste. Leviticus 9:1 - 11:47; 1 Samuël 20:18-42 28 april Tazria - Zij geeft zaad. Leviticus 12:1 - 13:59 Metsora - ‘Melaatse’. Leviticus 14:1 - 15:33; 2 Koningen 7:3-20 Mei 2012 5 mei Acharee Mot - Na de dood. Leviticus 16:1 - 18:30 Kedosjiem - Heilig. Leviticus 19:1 - 20:27; Amos 9:7-15 12 mei Emor - Zeg. Leviticus 21:1 - 24:23; Ezechiël 44:15-31 19 mei Behar - Op de berg. Leviticus 25:1 - 26:2 Bechoekotai - In mijn inzettingen. Leviticus 26:3 - 27:34; Jeremia 16:19 - 17:14 26 mei Bemidbar - In de woestijn. Numeri 1:1 - 4:20; Hosea 2:1-22 27 mei Sjavoeot eerste dag. Exodus 19:1 - 20:23; Numeri 28:26-31 Wekenfeest. Ezechiël 1:1-28; 3:12 28 mei Sjavoeot tweede dag. Deuteronomium 15:19 - 16:17; Numeri 28:26-31 Wekenfeest. Habakuk 3:1-19 Juni 2012 2 juni Naso - Neem op. Numeri 4:21 - 7:89; Richteren 13:2-25 9 juni Behaälotcha - Wanneer je ontsteekt. Numeri 8:1 - 12:16; Zacharia 2:14 - 4:7 16 juni Sjelach Lecha - Zend jij. Numeri 13:1 - 15:41; Jozua 2:1-24 23 juni Korach - Korach. Numeri 16:1 - 18:32; 1 Samuël 11:14 - 12:22 30 juni Choekat - De inzetting. Numeri 19:1 - 22:1; Richteren 11:1-33
Kees Schakel
Maart 2012
Kerk & Israël Onderweg
11
Wat Tenach zegt over compassie doen Beelddrager van de God die compassie doet Wat het Oude Testament betreft is de zegswijze ‘compassie doen’ eigenlijk een tautologie. Het Hebreeuwse begrip dat met compassie correspondeert, duidt enerzijds een relatie aan, anderzijds duidt het op handelen. Compassie uit zich in daden. Het duidt een grondhouding aan die op allerlei manieren zichtbaar gemaakt kan worden. Vaak wordt dit begrip met andere begrippen gecombineerd die het nader concretiseren.
In het Oude Testament is het vooral God die compassie doet. Hij handelt in situaties van lijden, van nood, van schuld, van menselijke zwakte, van gevaar. Daarin treedt Hij warmhartig op om die situatie te veranderen. Ik geef enkele voorbeelden.
God In Exodus 33 tracht Mozes God te vermurwen om zijn verbondenheid met het volk in de woestijn voort te zetten ondanks de bouw van het gouden stierkalf. Daarop reageert God met te zeggen dat Hij barmhartig zal zijn wie Hij wil (Exodus 33:19). Hij behoudt zijn vrijmacht, maar daarna mag Mozes opnieuw met stenen tabletten God tegemoet gaan om zijn leefregels op schrift te ontvangen (Exodus 34). Jesaja 54 tekent Gods barmhartigheid als groot en eeuwig. Daarmee bejegent God Israël dat in de passage Jesaja 54:4vv als Gods gemalin wordt getypeerd. Het begrip ademt daar de intimiteit van grote verbondenheid. Het staat daar als contrast van begrippen als ‘toorn’ en ‘het gezicht verbergen’. Zo kan in Klaagliederen 3:22 gejuicht worden dat Gods warmhartigheid nooit ophoudt. Klaagliederen ademt de verslagenheid na de verwoesting van Jerusalem in 586 v.Chr.
Mensen die dat nooit verwacht hadden, realiseren zich dat God dit heeft toegelaten. Dan klampen zij zich vast aan de overtuiging dat uiteindelijk toch Gods barmhartigheid het zal winnen. In dat kader gebruiken zij de unieke naam van Israëls God, JHWH, de naam die duidt op Gods nabijheid en betrokkenheid. Daarmee correspondeert de toezegging van de profeet Jeremia in zijn toespraken tot de Judeeërs in Rama die in ballingschap naar Babel zullen gaan (Jeremia 30-31). In dat
Gods mensenliefde wordt uitbundig bezongen in vele delen van het Oude Testament ‘Troostboek’ van de profeet zingt de profeet over Gods warmhartigheid voor zijn volk met de prachtige woorden van Jeremia 31:20: Is Efraïm mij een lievelingszoon, een troetelkind, dat Ik, telkens als Ik van hem spreek, voortdurend aan hem moet denken? Daarom is mijn binnenste over hem ontroerd. Ik zal mij zeker warmhartig voor hem tonen. Woord van de HEER.
God van zijn kant herstelt de verhouding. Dan kan het volk op pad gaan, terug naar de grond van herkomst (Jeremia 31:21-22). Beeld: De rechtspraak van Salomo. Atelier Peter Paul Rubens. PR Museum Het Prinsenhof, Delft In het kader van herstel van verbondenheid betoont God zich ook tot vergeving bereid (Psalm 103). Prachtig komt dat ook tot uitdrukking in het slotlied van het boek Micha (Micha 7:18-20). De profeet heeft de elite van Juda van zijn dagen scherp onder kritiek gesteld vanwege het vele sociale onrecht dat plaatsheeft.
Maart 2012
Het boek sluit af met een lied op de tot vergeving bereid zijnde God die zijn toorn niet voor altijd bewaart: Hij zal zich opnieuw warmhartig voor ons tonen. Hij zal onze zonden tenietdoen. Ja, al onze zonden werpt U in de diepten van de zee! Als Gods mensenliefde zo uitbundig wordt bezongen in vele delen van het Oude Testament, dan valt het natuurlijk ook op dat
Kerk & Israël Onderweg
her en der geklaagd wordt over het gevoel van afwezigheid van deze barmhartigheid. Jesaja 63:15 is daar een duidelijk voorbeeld van. In het gebed van Jesaja 63-64 blijkt hoe mensen lijden onder Gods afwezigheid, terwijl die voorheen wel aanwezig was (Jesaja 63:7): Uw barmhartigheid gaat aan mij voorbij.
Mens Gods warmhartigheid wordt in het Oude Testament geconcretiseerd met begrippen als ‘begenadigen’, ‘vergeven’, ‘troosten’, ‘medelijden hebben’, ‘redden’, ‘weer opbouwen’ en ‘versterken’. De mens als Gods beelddrager wordt uitgenodigd om dergelijke handelingen van compassie ook te doen. Concreet blijkt dat in Zacharia 7. Daar klinkt de oproep om elkaar barmhartigheid te bewijzen (Zacharia 7:9). Dat wordt geconcretiseerd in eerlijke rechtspraak, het niet verdrukken van weduwe en wees, van vreemdeling en arme, het niet op elkaars onheil uit zijn. Zo doet de moeder van het levende kind compassie in het geding tussen twee vrouwen, waarin Salomo een oordeel uit moet spreken (1 Koningen 3:26). Vijandschap is onbarmhartig zijn jegens elkaar (Jeremia 6:23). In een aanklacht tegen Babel in Jesaja 47:6 wordt juist dat ook genoemd. Dan krijgt het beeld van de God die compassie doet, geen gestalte in mensen. Adri van der Wal
12
Zo doen wij Kerk en Israël in … Maarsbergen Leerhuis: Leren is veranderen Wekelijks worden in het kerkgebouw De Valkenburcht te Maarsbergen leerdiensten gehouden. Bezoekers gaan daar samen op zoek naar de Joodse wortels van het christendom. Het was ds. Bob van der Steen († 2010) die in 1974 begon met de wekelijkse leerdiensten. In 1985 werd de vereniging ‘Leerhuis de Valkenburcht’ opgericht. De vereniging is zelfstandig, maar heeft wel nauwe banden met de protestantse gemeente te Maarn/Maarsbergen. De leden komen uit de wijde omgeving.
In het begin schoolden de deelnemers samen rond een schoolbord waarop aantekeningen werden gemaakt en uitleg werd gegeven. Daardoor bleken oude ‘bekende’ teksten opnieuw verstaanbaar. De belangstelling voor deze leerbijeenkomsten was zo groot, dat het niet meer mogelijk was om zo in gesprek met elkaar te lernen. De bijeenkomsten kregen de structuur van een leerdienst. De voorganger legt daarin de teksten uit Tenach en Tweede Testament uit. Daarna wordt er onder het genot van een kop koffie uitgebreid met elkaar doorgepraat.
‘Met Joodse oren’ luisteren In de leerdiensten van De Valkenburcht proberen we ‘met Joodse oren’ naar de bijbeltekst te luisteren. We zoeken in vrijheid naar de zeventig mo-
We leren zien dat: • profetie geen geschiedenis is; • profeten geen waarzeggers zijn, maar waarheid-zeggers. We ontdekken dat: • namen in de Bijbel programma’s zijn; • getallen in de Bijbel niet moeten geteld, maar verteld. We ervaren dat: • geografie in de Bijbel geen aardrijkskunde is, maar verkondiging. Dat alles en nog veel meer maakt het leerproces tot een boeiende ontdekkingstocht.
Kringochtenden
De kerk is er om van christenen rechtvaardige mensen te maken
Naast de leerdiensten worden ook andere activiteiten georganiseerd. Er zijn kringochtenden waarin bijvoorbeeld de ene keer diep op een Bijbeltekst wordt ingegaan en een andere keer gesproken wordt over het ontstaan van dogma’s en hun breuk met het Joodse denken.
gelijkheden om de Bijbel uit te leggen. In de leer bij rabbijnen willen we de teksten bevragen om een brug te kunnen slaan tussen de Bijbel en het dagelijks leven.
Het afgelopen jaar hebben we een aantal synagogen bezocht en is de film ‘Jiddisjkeit‘ over de Russisch-Joodse synagoge Nidche Israel Jechanes te Amsterdam vertoond. Ook
Links ds. Anne Marie Booij, rechts de oprichter van het leerhuis, wijlen ds. Bob van der Steen.
wordt er vanuit het leerhuis al jarenlang een cursus Bijbels Hebreeuws gegeven aan enthousiaste deelnemers. Het je samen verdiepen in Joodse teksten is met recht de core business van het leerhuis. Het leerhuis weet dat de bijbelse geschriften gelezen mogen worden als getuigenissen van vrije, verantwoordelijke mensen, die zich inzetten voor een leefbare samenleving. Dat doen we in de overtuiging dat de kerk in het spoor van de synagoge er niet is om van mensen christenen te maken, maar om van christenen rechtvaardige mensen te maken. Het leerhuis zamelt daarom al jaren geld in voor de Stichting COME, die jonge Israëli en Palestijnen met elkaar in gesprek brengt1. We schrijven brieven voor Amnesty, de Wereldwinkel is regelmatig op zondagochtend aanwezig, en last but not least: er is een oprecht omzien naar elkaar. De Valkenburcht heeft ‘gelernd’ om een open minded, warme en toegenegen gemeenschap te zijn. Belangstellenden zijn van harte welkom. Ds. Anne Marie Booij
Ds. Anne Marie Booij is leider van Leerhuis De Valkenburcht.
Meer informatie, onder andere over het leerrooster, op www.leerhuisdevalkenburcht.nl
De Valkenburcht, kerkgebouw op het terrein van de stichting Valkenheide te Maarsbergen.
Maart 2012
Kerk & Israël Onderweg
1. Zie het interview met Maaike Hoffer, medewerkster van COME, in het septembernummer van Kerk & Israël Onderweg. Meer informatie op www.stichting-come.nl
13
Onderwijsproject in Winterswijk ‘Leren van de oorlog’ ‘Leren van de oorlog’ is de naam van een onderwijsproject in Winterswijk dat al sinds 2004 beschikbaar is voor de hoogste leerjaren van het basisonderwijs en de eerste leerjaren van het voortgezet onderwijs. Ieder jaar tekenen veel scholen in op dit project. Valt er eigenlijk wel iets te leren van de oorlog?
Natuurlijk krijgen de leerlingen op school les over de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog: wat eraan vooraf ging, wat er toen gebeurde en waar dat toe leidde. Maar het gaat niet alleen maar om ‘kennis om de kennis’, want wat kun je daar nu sec mee, in de wereld van 2012? Het gaat ook om het leren herkennen van mechanismen in onze eigen maatschappij die kunnen leiden tot uitsluiting van mensen. De kennis over wat er toen gebeurd is, helpt ons om in het nu waakzaam te zijn. De school is een afspiegeling van de maatschappij en daarmee de ideale leeromgeving voor levenslessen. Want wat gebeurt er met de leerling die uitgesloten wordt en altijd overal de schuld van krijgt? Hoe voelt het als de kleurige hoofddoek van je vriendinnetje opeens ‘kopvod’ wordt genoemd? De kleine schoolwereld is er om te oefenen voor de grote wereld.
Materialen De Winterswijkse werkgroep ‘Leren van de oorlog’ heeft een lesboek geschreven dat alle scholen gratis is aangeboden. Daarnaast zijn er leskisten ontwikkeld die een schat aan materialen bevatten. Die leskisten worden ter beschikking gesteld aan de scholen, zodat leerkrachten en leerlingen zich kunnen verdiepen in het onderwerp. In die leskisten nemen de boeken over de abrahamitische godsdiensten een belangrijke plaats in (Jodendom, christendom en islam), naast een boek over de Tien Woorden en een spel over allerlei gebruiken in de verschillende godsdiensten.
Onbekend maakt onbemind Wat onbekend is, jaagt angst aan en angst is een slechte raadgever. Je kunt je angst overwinnen door kennis te maken met en kennis te nemen van wat je eerder onbekend was. Dat doet het project door nadrukkelijk aandacht te vragen voor de verschillende levensovertuigingen die in onze cultuur een zo belangrijke rol speelden en (nog) spelen. Niet zelden zijn oorlogen voortgekomen uit het superioriteitsgevoel van de ene levensovertuiging boven de andere.
Maart 2012
Tijdens de excursie in de sjoel vertelt de vrijwilliger: ‘Als je uit de Tora leest, mag je bijwijzen met een jad.’
Weg dan maar met die levensovertuigingen? Dat zou ernstig tekort doen aan al het goede dat er ook uit voortgekomen is. Van en met elkaar leren blijkt een goede oplossing te zijn.
Gastles en excursie Als de leerlingen op school zijn ingeleid op het onderwerp, wordt er een gastles gegeven waarin het onderduikverhaal van een Winterswijkse Joodse familie centraal staat. De geschiedenis komt dichtbij in degene die vertelt over haar ouders en haar zusje die ondergedoken de oorlog overleefden, over haar grootouders, ooms en tantes, neven en nichtjes die weggingen en nooit meer terugkwamen. De maatschappelijke uitsluiting en het wegvoeren en vernietigen van een grote bevolkingsgroep komen concreet aan de orde. Het gaat in Winterswijk om 326 maal 1 mens. En als de leerlingen na het bezoek aan de synagoge bij het monument komen waarop alle namen van die mensen vermeld staan, worden er foto’s uitgedeeld, zodat er bij de in steen gebeitelde namen een gezicht komt. Een onthullend moment, want ineens wordt zichtbaar dat het gaat om mensen zoals zijzelf en hun ouders, grootouders, broertjes en zusjes.
voor mevrouw Helena Kuipers-Rietberg (‘tante Riek’) verteld wordt dat zij gestolen en gelogen heeft. ‘Dat staat toch in de Tien Woorden!’ Of mag het wel, als je er een mens mee redt…? ‘Leren van de oorlog’ is een uitdagend project! Niet alleen voor kinderen, maar inmiddels ook voor ouderen: ouders en grootouders komen naar de sjoel en naar de monumenten om te leren, te praten, te verwerken. Herdenken moet je doen, het is een activiteit waarvoor je moet opstaan, zodat je stappen naar de ander kunt zetten. Herdenken is bevrijding, vergeten is ballingschap.
Henk Vis Henk Vis werkte 33 jaar in het basisonderwijs en doet vrijwilligerswerk voor de werkgroep ‘Leren van de oorlog’ en de protestantse gemeente Winterswijk.
Meer informatie: www.werkgroeplvdo.com, via (0543) 51 24 97 of e-mail:
[email protected] Uitgaven van de werkgroep: - ‘Leren van de oorlog in Winterswijk’, tweede druk,
Stelen en liegen ‘Dat mag niet’, reageren de leerlingen verontwaardigd wanneer bij het gedenkteken
Kerk & Israël Onderweg
Winterswijk juli 2008. - ‘We hebben ze allemaal gekend…’, Winterswijk april 2010.
14
Onopgeefbaar verbonden, hoe zie je dat? De kerk moet niet oordelen, maar steun geven
De Protest antse Kerk in Nederla veelheid a nd an mening en. Zo word kent een ook versch t er in onze illend geda ke cht over ke deze rubrie rk en Israë rk k brengt e l. In en kerkelijk persoon de betrokken on kerk en Isra opgeefbare verbond enheid van ël onder w oorden.
De kerk is geroepen gestalte te geven aan haar onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël (Kerkorde artikel 1,7). In Artikel I van de Kerkorde spreekt de Protestantse Kerk zich uit over haar identiteit. Daar hoort ook het gestalte geven aan de onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël bij.
Een zo sterk woord als onopgeefbaar maakt duidelijk dat het niet om een menselijke keuze gaat. Dit woord gaat terug op God zelf. God heeft Israël niet opgegeven en blijft trouw aan zijn verbond met Israël. ‘God heeft zijn belofte niet gebroken’ (Romeinen 9:6). ‘De genade die God schenkt neemt hij nooit terug, wanneer hij iemand roept maakt hij dat niet ongedaan’ (Romeinen 11:29). En daarom kan de kerk Israël evenmin afschrijven.
De boom van de Schriften De verbondenheid met het volk Israël is een verbondenheid met wat Paulus de ‘edele olijfboom’ noemt. ‘Het heil is uit de Joden’, heeft Jezus gezegd. God is begonnen met Abraham. De weg van God met Israël loopt uit op Jezus, de Messias.
Christus zelf, in wie de beloften van God aan Israël ja en amen zijn geworden.
Afgebroken takken Het overgrote deel van Israël gelooft niet in Jezus als de Messias. Het zijn de takken die volgens Paulus zijn afgebroken van de boom. Dat zullen die takken hem zelf niet nazeggen. Er is een Jodendom dat zich als voortzetting ziet van het bijbelse Israël. Er is een dubbele voortzetting van het bijbelse Israël: de kerk, die de Schriften van Israël leest vanuit het licht van het geloof in Jezus als de Messias. En het ‘religieuze’ Jodendom, dat deze Schriften leest in het licht van de Joodse overlevering en geschiedenis. De kerk kan niet negeren dat deze lezing er is. Ze zal daarom het gesprek met dit Israël over de Schriften voeren.
De kerk heeft geen ‘onopgeefbare relatie’ met de staat Israël De volkeren worden door Jezus verbonden met deze weg van God met Israël. Als heidenen worden ze op de olijfboom gestekt. Dat is de boom van de Schriften, van de apostelen en profeten, van het geloof van Israël zoals in de Psalmen verwoord. Het is Jezus
Dat spreekt de Kerkorde ook uit: ‘als Christus-belijdende geloofsgemeenschap zoekt zij het gesprek met Israël inzake het verstaan van de Heilige Schrift.’ (Artikel I,7) Dat er takken zijn afgebroken is een sterk woord. Hoe verhoudt zich dat tot het woord:
‘God heeft zijn belofte niet gebroken’? Beloften en trouw zijn geen veilig bezit van mensen. God richt op en breekt af. Het oordeel van God begint bij het huis van God. Bij Israël, zoals het Oude Testament duidelijk maakt. En volgens de brief van Petrus ook bij de kerk. God oordeelt rechtvaardig. Onrecht kan nooit worden gelegitimeerd. Wie dit met een beroep op de Schriften doet, misbruikt ze. Overigens: afbreken van takken is werk van God, niet van mensen. Voor de kerk geldt: wie staat, ziet toe dat hij niet valt.
In Gods hand De huidige staat Israël kan niet los worden gezien van het Joodse volk. Een groot deel van de Joden woont in Israël. Dit volk is niet ondergegaan in de gaskamers van Europa. Het heeft nu een eigen land en staat. Voor het Jodendom nu is dat van wezenlijk belang. Zeker in het licht van de geschiedenis van de Joden in het Westen is er bij vele christenen een sterk gevoel van verbondenheid met de staat Israël. Of met dit alles bijbelse beloften in vervulling zijn gegaan, is een vraag die Joden en christenen bezighoudt. Mijns inziens rust dit in Gods hand en moeten we het daar laten. De kerk heeft geen ‘onopgeefbare relatie’ met een staat, ook niet met de staat Israël. De kerk moet ervoor waken wat de staat Israël doet, te legitimeren op grond van bijbelse profetieën. Daarmee worden op voorhand de oren dichtgedaan voor de roep om gerechtigheid van Palestijnse broeders en zusters, gericht aan de kerk. De kerk is er evenmin toe geroepen de staat Israël aan hogere normen te onderwerpen dan andere staten in de wereld. Algemeen gesproken geldt dat het niet het belangrijkste is dat de kerk in Nederland oordeelt over de politieke situatie, maar dat ze steun geeft aan initiatieven van verzoening tussen Joden en Palestijnen. Arjan Plaisier Dr. Arjan Plaisier is scriba van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland.
Maart 2012
Kerk & Israël Onderweg
15
Te doen onderweg Aankondigingen van activiteiten, waaraan lezers dit kwartaal kunnen deelnemen.
In de provincie Friesland
In de provincie Utrecht
Sneek. Zuiderkerk, Rienck Bockemakade 7.
Driebergen. ’t Hoge Licht, Klaproos 2
12-3 rabbijn L.B. van de Kamp: 'Joodse Messiasverwachtingen en de staat Israël'. Inlichtingen: (0515) 41 71 22.
Jaarthema: ‘Diepgang’. 14-3 ds. Ruud Bartlema: 'Chagall's visie op de Christusfiguur'. 25-4 Film ‘Unter Bauern’ Inlichtingen:
[email protected]
In de provincie Drenthe Hoogeveen. Goede Herderkerk, Middenweg 14.
15-3 Lou Evers: 'Het bijbelboek Esther'. 14-5 Maurice Swirc bespreekt het boek ‘Altijd mazzel; een wereldreis langs joodse gemeenschappen’. Inlichtingen: (0528) 26 88 95. Emmen. De Opgang, Mantingerbrink 199.
11-3 mw. ds. C. Nicolay: 'De relatie tussen God en Allah'. Inlichtingen: (0591) 61 07 94. Zuidwolde. Werkgroep Kerk & Israël,
Ontmoetingskerk, Hoofdstraat 147. 8-3 ‘Oost west’. Bespreking van fragmenten uit het gelijknamige boek van Sjifra Herschberg en Tami Zer. 22-3 Documentaire ’De Tempelberg is van mij’. Inlichtingen: (0528) 37 39 28.
In de provincie Overijssel Diepenveen. De Notenhof, Dorpsstraat 55a.
26-3 dra. Gonnie Blok: ‘Volwassen geloven’ Inlichtingen: (0570) 62 34 16. Enschede. Opstandingskerk, Zonstraat 9.
14 en 28-3 drs. H. Scholder: ‘Jozef’. Inlichtingen: (053) 476 15 49.
In de provincie Flevoland
Doorn. De Koningshof, Kerkplein 1. 21-3 ds. Frans Ort: ‘Marc Chagall, loflied op de liefde’. Inlichtingen: (0343) 41 61 18.
In de provincie Zuid-Holland Dordrecht. Maranathakerk, Gravensingel 19. 7-3 Maurice Swirc: 'Altijd mazzel: een wereldreis langs joodse gemeenschappen'. 23-4: rabbijn Menachem Sebbag (jongerenrabbijn NIK): ‘Hoe gaat men in het Jodendom om met de jeugd?’ Inlichtingen: (078) 616 67 91. Den Haag. Triumfatorkerk, Juliana van Stolberglaan 154. 14-3 mr. W.A. Egger: 'Surinaamse Rug, Joodse Buik'. 9-5 Drs. C.J. van Horzen: ‘Israël 64 jaar oud, politieke en sociale situatie’. Viering van Jom Ha’atsmaoet. Lezing met muzikale omlijsting. Inlichtingen: (070) 385 86 11. Leiden en Katwijk. Classicale commissie Kerk
& Israël, De Verdieping, A. Jacobslaan 1, Voorhout. 22–3 Ensemble Or baLev o.l.v. rabbijn Navah-Tehila, zang en piano, en Andrea Veenhuysen, viool, verzorgen workshop: ‘Het Joodse hart zingt’. Inlichtingen: (0252) 23 03 63.
Uitgebreide informatie v indt u in de agenda o p onze webs it e, www.pkn.n l/kerkenisra el
Utrechtse bezinningsmiddag De Provinciale Werkgroep Kerk en Israël Utrecht houdt tijdens de veertigdagentijd een bezinningsmiddag met als thema: ‘Uw wil geschiede’. Spreekster is mevrouw dr. Rachel Reedijk. Datum: 13 maart Plaats: Koetshuis, Zusterplein 2, Zeist. Toegang: € 10,-; bij binnenkomst te voldoen. Zie ook www.pkn.nl/kerkenisrael > Utrecht Aanmelding en meer informatie bij: M. Alderliesten, (030) 656 10 41 of
[email protected]
Gelderse ontmoetingsdag De Provinciale Werkgroep Kerk en Israël Gelderland houdt de jaarlijkse Gelderse ontmoetingsdag in de synagoge van Nijmegen. Met prof. dr. Manuela Kalsky en rabbijn Mendel Levine. Datum: 20 maart Zie ook www.pkn.nl/kerkenisrael > Gelderland. Aanmelding en meer informatie bij: Jan Konijn (voorzitter), (033) 277 18 48 of
[email protected]
Aanbod lezing door rabbijn Katz Rabbijn Shmuel Katz van de stichting Zikna is bereid om in uw gemeente een lezing te houden. De Protestantse Kerk ondersteunt het werk van deze stichting (zie Kerk & Israël Onderweg nr. 1, pagina 20). Meer info: www.zikna.nl
Emmeloord. Samen op Wegkerk, Corn.
Dirkszplein 10. 12-3 Ruud Bartlema: ‘Hendrik Nicolaas Werkman, de Groninger drukker van het paradijs’. Inlichtingen: (0527) 61 20 52.
Wassenaar. Messiaskerk, Zijllaan
Maart 2012
Kerk & Israël Onderweg
13-3 E. Benz-Wenzlaff: 'Het Joodschristelijke gesprek in Duitsland'. Inlichtingen: (070) 511 19 70.
Volgende uitgave: juni 2012 Activiteiten vóór 16 maart opgeven bij de redactie. E-mail:
[email protected] Vermeld tevens datum, plaats en telefoonnummer.
16
Boekbesprekingen In den beginne ‘Negen is het hoogst haalbare cijfer op het joodse rapport.’ Dat is de slotzin van het boek ‘In den beginne’ van de Israëlische schrijver Meir Shalev, als afsluiting van een uiteenzetting over het tiende van de Tien Woorden. In dit boek beschrijft Shalev een
elftal ‘eerste keren’: de eerste liefde, de eerste droom, de eerste lach (die tevens de laatste is in het Oude Testament), de eerste huilbui, enzovoorts. Vanuit een enorme bijbelkennis en met veel vertelplezier brengt de auteur in dit boek talrijke bijbelverhalen tot spreken. Met humor vertelt hij over zijn thema’s. Hij schildert vele doorkijkjes, trekt parallellen zoals tussen Jeremia en Jona en tussen Mozes en Elia, en schetst contrasten, zoals tussen Spreuken en Prediker. Hij is niet bang bij tijd en wijle uitdagende woorden te gebruiken en stevig positie in te nemen, ook ten aanzien van de moderne situatie in Israël. Shalev benadert hier bijbelse verhalen als literatuur. Zo krijgen zij nieuwe zeggingskracht. De vertaler verdient lof voor het mooie Nederlands. Adri van der Wal Meir Shalev, ‘In den beginne. Eerste keren in de Bijbel’. Uitgeverij Ambo, Amsterdam 2011. Vertaling: Ruben Verhasselt. 304 blz. ISBN 978 90 263 2366 9. Prijs: € 19,95.
Hartstocht en bedachtzaamheid In de late herfst van vorig jaar las ik Prediker: Alles wat gebeurt onder de zon ging ik na God wat een getob. Elf hoofdstukken later brak de zon door: Hoe zoet is het licht. Goed is het voor je ogen om de zon te zien. Opgelucht las ik de prikkelende slotwoorden van Prediker: Ten slotte, mijn zoon, nog een laatste waarschuwing voor al die boeken: almaar schrijven en lezen zal je totaal uitputten. De eerste twee citaten zijn haiku’s, een klassieke Japanse versvorm, geschreven in drie regels van precies vijf, zeven en opnieuw vijf lettergrepen. Het laatste citaat is een tanka. Je moet het maar bedenken om de volledige tekst van Hooglied en Prediker te gieten in deze twee oude Japanse versvormen! ‘Goud en wierook uit het Verre Oosten’ noemt Pieter Oussoren deze hertaling van Gerard van den Boomen, die ‘zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke tekst’ blijft, en tegelijkertijd de lezer verblijdt met een ‘zo begrijpelijk mogelijke’ weergave. Voor de meest weerbarstige verzen ging de schrijver te rade bij de elfde-eeuwse Franse rabbi Shlomo
Maart 2012
Yitzhaki, oftewel Rashi. Een verrukkelijk boekje vol troost en avontuur! Reinier Gosker
Gerard van den Boomen, ‘Hartstocht en bedachtzaamheid, Hooglied en Prediker in haiku’s en tanka’s’. Uitgeverij
Column Veel plezier! Dr. Otto Mulder was 18 jaar voorzitter van de provinciale werkgroep Overijssel-Flevoland.
‘Je moet zorgen dat je er plezier in hebt’, zei hij. Een uur geleden had hij plaatsgenomen in de stoel tegenover mij. Hij vertelde honderduit over zijn belevenissen als voorzitter van de Provinciale Werkgroep Kerk en Israël in Overijssel en Flevoland. ‘Als werkgroep moet je ervoor zorgen dat de plaatselijke commissies hun vleugels kunnen uitslaan. Wij kiezen daarom ieder jaar een plek in de regio waar een ontmoetingsdag plaatsvindt voor alle Kerk en Israël-commissies in de provincie. Zo zien we elkaar nog eens! Twee jaar geleden was het Dalfsen, vorig jaar Hardenberg en voor dit jaar …’, hij aarzelde even, ‘is mijn opvolger verantwoordelijk. De plaatselijke Kerk en Israël-commissies zijn verantwoordelijk voor het programma. Vaak wordt er iets verteld over de lokale geschiedenis van de Joodse gemeenschap. Zo mogelijk vindt er een bezoek plaats aan de synagoge en de Joodse begraafplaats. Er wordt samen gegeten en de plaatselijke predikant leidt de afsluitende vesperviering.’ Na de thee ging hij onverstoorbaar verder: ‘Zulke dagen zijn een opsteker voor de plaatselijke commissies, want die willen goed voor de dag komen. Eigenlijk lukt het altijd. We waren ooit in het Etty Hillesumhuis in Deventer. We hadden een studiedag over de Psalmen in de synagoge van Zwolle. In Almelo ging het over de textielindustrie en de familie Salomons.’ Het enthousiasme stroomde van zijn lippen. Toen hij even zweeg, wilde ik weten hoe hij als voorzitter omging met de sterk uiteenlopende opvattingen in het Kerk en Israël-wereldje. Zijn antwoord luidde kort en bondig: ‘Wij zijn een Provinciale Werkgroep van de Protestantse Kerk, die heeft een beleid en dat moet uitgevoerd. Verder moet je zorgen dat je plezier in dit werk hebt, anders gaat het je tegenstaan.’ Achttien jaar lang was hij voorzitter geweest en nu ging hij met emeritaat. ‘Iemand moet het van me overnemen’, zei hij, en blijkbaar vond hij dat degene die dat moest doen, tegenover hem zat.
Skandalon, Vught 2011. 93 blz. ISBN 978 94 90708 35 1. Prijs: € 9,50.
Kerk & Israël Onderweg
Reinier Gosker
17
Boekbesprekingen Twee verschillende boeken over Israël/Palestina In ‘Geen vijanden’ geeft de vrouwelijke antropoloog Anne de Jong een boeiende en open inkijk in de wereld van het geweldloze verzet. Er is in Israël en de Palestijnse gebieden een heuse burgerbeweging gaande: Israëliërs en Palestijnen die bewust op een vreedzame, geweldloze manier samenwerken, met als doel: een betere toekomst voor iedereen. ‘Zij baseren zich op mensenrechten, zijn genuanceerd in hun aanpak en pre-
senteren zichzelf als pro-Palestijns én proIsraëlisch.’ De Jong deed dit promotieonderzoek door daadwerkelijk – zij het met enige (wetenschappelijke) afstand – te participeren in het verzet. In 2010 –- na het afronden van haar studie – gaat ze zelfs mee met de Gaza Freedom Flotilla. In het nieuws hebben we er veel over gehoord. Anne verscheen meerdere keren op de televisie. Om te begrijpen wat haar – en vele anderen – beweegt, leze men dit boeiende, integer geschreven boek.
Een delegatie bekende Nederlanders ‘doet’ in een paar dagen Israël en de Palestijnse gebieden. Thomése geeft in ‘Grillroom Jeruzalem’ een meesterlijke beschrijving van deze verontwaardigingsreis. Alles en iedereen wordt met de nodige ironie bekeken. Je moet als lezer de ‘niet-gelovige’/kritische/ spottende toon van de auteur wel kunnen waarderen. Maar wat een weldaad is zo’n buitenperspectief! Dit is echt een must voor al te serieuze Israël-gelovigen. De schrijver Thomése geeft de indruk puur toevallig genodigd te zijn voor deze reis. Opvallend genoeg is hij echter wel goed op de hoogte! Tot besluit gaat het reisgezelschap ook nog ‘een dagje naar Gaza’. Dan is het ineens niet leuk meer en slaat ook bij mij de moedeloosheid toe. Floor Barnhoorn Anne de Jong, ‘Geen vijanden. Mijn 1000 dagen in Israël en de Palestijnse gebieden’. Uitgeverij Maarten Muntinga (Rainbow-boek), Amsterdam 2011. 240 blz. ISBN 978 90 5831 566 3. Prijs: € 18,95. P.F. Thomése, ‘Grillroom Jeruzalem’. Uitgeverij Contact, Amsterdam/Antwerpen 2011. 141 blz. ISBN 978 90 254 3681 0. Prijs: € 10,-.
De lens van Spinoza Oog & Blik/De Bezige Bij geeft graphic novels uit. Zeg maar: strips met inhoud. In de komende afleveringen aandacht voor zulke boeken. Dit keer ‘De lens van Spinoza’. Jaron Beekes tekent/vertelt het verhaal van Nederlands grootste filosoof, Baruch de Spinoza (1632-1677). We proeven – vooral door de mooie tekeningen – de sfeer van het
leven in ‘de Gouden Eeuw’: Hollands welvaren! De tijd van de levendige handel, ontdekkingen en … religieuze intolerantie. De Joodse gemeenschap heeft in Amsterdam een behoorlijke positie ingenomen, teken hiervan is bijvoorbeeld de bouw van de Esnoga (zie pagina 11). Het boek begint met de verbanning van Spinoza uit de Portugees-Joodse gemeenschap. Daarmee is de toon gezet. Spinoza is naast wetenschapper/ambachtsman (lenzen slijpen) vooral het boegbeeld van de vrijheid van meningsuiting en steunpilaar van de Verlichting. Deze strijd en de manier waarop Spinoza ‘in God gelooft’ doen modern aan. Het levensverhaal van Spinoza heeft daarmee ook een boodschap voor nu. Wist u trouwens dat in de jaren zestig van de zeventiende eeuw veel Amsterdamse Joden naar het Heilige Land vertrokken om daar het einde der tijden mee te maken? Er is niets nieuws onder zon. Floor Barnhoorn Jaron Beekes, ‘De lens van Spinoza’. Uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij, Amsterdam 2011. 160 blz. ISBN 978 90 5492 3329. Prijs: € 17,50.
Maart 2012
Kerk & Israël Onderweg
18
Lernen met LEV Leiderschap In deze rubriek bespreken medewerkers van de Stichting LEV (Leren en Vernieuwen) gedeelten uit de Tora. Stichting LEV ontwikkelt onder andere studiemateriaal voor leerhuizen en ‘lerngroepen’. In de 52e sidra (afdeling van de week Wajelech – Deuteronomium 31) staan we stil bij Deuteronomium 31:1-2 ... en Mozes ging. Het onderwerp is: leiderschap.
Opdracht:
Ga en spreek
Lees Deuteronomium 31:1-8, en vergelijkt u in het bijzonder eens Deuteronomium 31:1 in verschillende vertalingen. U kunt hiervoor bijvoorbeeld gebruik maken van internet: www.biblija.net/biblija.cgi en www.naardensebijbel.nl/sh_p.php
Het wordt als een vanzelfsprekendheid gebracht, Jozua volgt Mozes op. Toch lijkt er een addertje onder het gras te zitten. Laten we nog eens het begin van Deuteronomium 31:1 lezen. Zo letterlijk mogelijk vertaald staat er:
Wat zijn voor u opvallende verschillen? Maakt dat uit naar uw mening?
En hij gaat – Mozes – en hij spreekt deze woorden tot heel Israël
Afscheid Het kan verkeren. Mozes, die – toen hij geroepen werd – graag zijn broer Aäron het woord wilde laten voeren omdat hij zelf zo moeilijk sprak, is al hoofdstukken lang aan het woord. Een zeer lange afscheidsrede. Want dat is het. En nu, in hoofdstuk 31, schuift hij nadrukkelijk Jozua naar voren als zijn opvolger. Het is geen onverwachte boodschap. De keuze voor Jozua is al eerder gemaakt (Numeri 27:15-23), maar de werkelijke machtsoverdracht heeft nog niet plaatsgevonden. De Joodse traditie vertelt dat de overdracht goed voorbereid is. In Misjna Avot 1,1 staat: ‘Mozes ontving Tora van de Sinai en leverde haar over aan Jozua en Jozua leverde haar over aan ...’ In zijn commentaar hierop schrijft Kehati (1910-1976, Israël), het volgende:
Wanneer we verschillende vertalingen met elkaar vergelijken, valt op dat het werkwoord ‘gaan’ óf direct wordt verbonden met het werkwoord ‘spreken’ óf helemaal wordt weggelaten. Alleen de Naardense vertaling en de Statenvertaling onderscheiden duidelijk de werkwoorden ‘gaan’ en ‘spreken’. Als u Joodse vertalingen hebt gebruikt, zult u dat onderscheid waarschijnlijk meestal ook zijn tegengekomen. Deze openingszin roept een vraag op: Waarom staat er zo expliciet dat Mozes gaat en spreekt? Hij sprak toch al de hele tijd tot het volk Israël?
Leiderschap
Het beeld dat hier geschetst wordt, is dat Jozua als het ware in het leerhuis (de tent) van Mozes zat en daar al de kennis kreeg die hij nodig had voor zijn komende taak.
De opvolging lijkt al lang geleden beklonken te zijn. Het verleden geeft echter geen garantie voor de toekomst. Nu het einde nadert, wordt opnieuw gekeken naar Mozes’ leiderschap. En daarmee ook naar de opvolging. Daarmee komen we bij de vraag waarom er zo overduidelijk ‘gaat en spreekt’ staat. Abravanel (1437-1508; Portugal, Spanje en Italië) zegt dat ‘een ieder naar de eigen tent was gegaan’. Daarom moest Mozes wel gaan, eropuit trekken. Waarom is een ieder naar de eigen tent gegaan? Pinchas Peli (1930–1989, Israël) haalt in zijn boek ‘De Torah vandaag’ een niet bij name genoemd commentaar aan waar Mozes al getekend wordt als iemand uit het verleden. Het volk keert hem de rug toe. Hij heeft als leider afgedaan en is niet meer belangrijk. Dat is – volgens dit commentaar – ook de betekenis van het zinnetje ‘hij gaat en spreekt’.
Maart 2012
Kerk & Israël Onderweg
‘En leverde haar over aan Jozua – want over hem staat geschreven (Exodus 33:11): ‘en zijn dienaar, de jonge Jozua, de zoon van Noen, week niet uit het midden van de tent’, en daarom had hij het voorrecht zijn (Mozes’) erfgenaam te zijn, want er is gezegd (Numeri 27:18-20): ‘En de Eeuwige zei tot Mozes: Neem je Jozua de zoon van Noen, een man in wie de geest is, en leg je hand op hem ... en geef hem van je heerlijkheid, opdat de gehele vergadering van de kinderen van Israël hore’ (...) (P. Kehati, ‘De Misjna verklaard door ... (Hebreeën)’).
Voor Israël het beloofde land intrekt, draagt Mozes de leiding over aan Jozua. Beeld: ‘Het beloofde land’. achterglaskunstwerk door Jean Kamps, www.jeankamps.nl
Hij moest wel naar de vertegenwoordigers van het volk toe, omdat zij niet meer bij hem kwamen. Hier wordt een leiderschap geschetst dat zwak is geworden en waar het nog maar de vraag is of men wel de voorgestelde nieuwe leider aanvaardt. Mozes moet leuren met zijn beoogde opvolger. Er is ook een andere lezing mogelijk. Deze sluit aan bij wat Ramban (1194-1270, Spanje, Israël) in zijn commentaar zegt: hij ging naar alle stammen apart – hij liet hen dus niet bij zich komen, maar ging naar hen toe! En niet omdat zij niet bij hem wilden komen, maar hij ging naar ieder van hen toe om afscheid te nemen, en om hen een hart onder de riem te steken: ‘Wees sterk en moedig’. Een afscheidstournee waarbij Mozes duidelijk maakt dat niemand onmisbaar is. Ook hij niet. Als goed leider heeft Mozes zijn afscheid en opvolging goed geregeld.
Opdracht Afscheid nemen is blijkbaar zowel voor een leider als voor de gemeenschap niet gemakkelijk. Kunt u een actueel voorbeeld geven van het bovenstaande in positieve of negatieve zin? Niek de Wilde Meer informatie: www.stichtinglev.nl
19
Varia
hierbij betrokken: enkele uren per week ondersteunen ze bijvoorbeeld scholen en verzorgingscentra in Joodse en Arabische dorpen. Daarnaast volgen ze als vanouds een studieprogramma en nemen ze deel aan meerdaagse seminars.
Mededeling Nes Ammim Nederland Dialoog op basisniveau Bij het kweken van rozen kun je je gemakkelijker iets voorstellen dan bij het opzetten van dialoogprojecten. Nog altijd wordt aan bestuursleden van Nes Ammim Nederland de vraag gesteld: ‘Wat doen jullie daar nu eigenlijk sinds die rozenkwekerij is opgedoekt?’ In januari hebben de predikanten Frans van der Sar en Annemarie van Andel, die vanwege de Protestantse Kerk in Nes Ammim werkzaam waren, gerapporteerd over de 43 seminars, conferenties en activiteiten die hier in 2011 plaatsvonden. Veel bijeenkomsten komen tot stand vanuit ons netwerk van Joodse en Arabische vrienden in Galilea. Kerken uit de regio confereren graag in Nes Ammim.
Frans en Annemarie keren dit jaar weer terug naar Nederland. We hopen dat er binnenkort een opvolger wordt aangesteld die leiding zal geven aan het vernieuwde Centre of Learning and Dialogue, dat gewijd is aan de nagedachtenis van Hanna-Louk van Stegeren. En verder bereiden we ons dit jaar voor op de viering van het vijftigjarig bestaan van Nes Ammim in 2013. Meer informatie op www.nesammim.nl of via
[email protected] Michael Elias
Een van de grotere dialoogprojecten die wij ondersteunen is het Face2Face-programma van Givat Haviva. De directeur wil in 2012 alle activiteiten in Noord-Israël in Nes Ammim onderbrengen. Een belangrijk uitgangspunt is dat we de tal-
Eredoctor Frits Hoogewoud De Protestantse Theologische Universiteit (PThU) reikte tijdens haar Diesviering op 6 december in Kampen voor het eerst eredoctoraten uit. Een van de drie gelauwerden was drs. Frits Hoogewoud, oud-bibliothecaris van de Bibliotheca Rosenthaliana in Amsterdam, de afdeling judaïca en hebraïca van de Universiteitsbibliotheek Amsterdam. Net als de econoom Bob Goudzwaard en de oudtestamenticus Gerrit Singgih uit Indonesië heeft hij volgens de PThU op unieke wijze het protestantse theologisch denken beïnvloed en verdergebracht. Voor het omhangen van de cappa (foto) en het uitreiken van de doctorsbul verwoordde prof.dr. Dineke Houtman het zó: ‘Frits Hoogewoud heeft de verantwoordelijkheid die samenhangt met de relatie tussen Jodendom en christendom ten volle aanvaard en zijn leven gewijd aan het herstel van
Maart 2012
rijke conflicten in Israël (vooral tussen Joden en Palestijnen) niet nog eens willen overdoen, maar in Nes Ammim met de dialoogprojecten op basisniveau willen bijdragen aan de leefbaarheid – en laat ons blijven hopen: de vrede – in het land. Geen escalatie dus. Ook de Europese vrijwilligers worden
Joods cultureel erfgoed, het toegankelijk maken van de eigenheid van de Hebreeuwse Bijbel in het Nederlands en de verbetering van Joods-christelijke relaties.’ De integrale tekst van de laudatio staat op www.pthuinverandering.nl > Nieuws > Vijfde verjaardag PThU
secretaris Nes Ammim Nederland
Naim Ateek in Nederland De Palestijnse theoloog Naim Ateek presenteert op dinsdag 24 april zijn nieuwe boek ‘Roep om verzoening’ in Nederland. Deze vertaling van ‘A Palestinian Christian Cry for Reconciliation’ komt uit bij uitgeverij Boekencentrum. Meer informatie op www.pkn.nl/kerkenisrael
In het komende nummer: • Thema ‘Compassie vieren’ • Interview met Frits Hoogewoud • ‘Zwijg ons niet dood’, reiservaringen in Israël/Palestina
Kerk & Israël Onderweg
20