Kennismaking met Einstein4All
Kennismaking met Einstein4All
Redactie: Koning Willem I College Anouk van Butselaar Jouke Dijkstra Ad van der Heijden Bart Hermsen Jan Jansen
Jeroen Bosch College
INTRODUCTIEPROGRAMMA EINSTEIN4ALL
1.
Inleiding a. Waarom Einstein4All? b. Waarom op deze manier?
2. De Competentiewijzer a. Hoe werkt die? b. Wat zijn competenties? c. De leerling en de competentiewijzer d. De docent en de competentiewijzer 3. Het programma a. De opbouw van de verschillende periodes b. Wanneer is een opdracht competentieontwikkelend? c. Het basisprogramma en de opdrachtenbank d. Zelf opdrachten maken e. VMBO- carrousel 4. Het begeleidingsmodel a. Het begeleidingsmodel en STAR methode b. Keuzemotivatie in het doorstroomdossier (VSVmanager)
1. Inleiding a. Waarom Einstein4All? Vanuit de VMBO-scholen kwam een aantal jaren geleden de vraag: “Wat moet onze leerling nu kennen om succesvol aan een opleiding in het MBO te kunnen starten?”. Veel leerlingen slaagden namelijk wel voor het VMBO-examen maar vielen uit op het MBO. Het is voor de gemeente 's-Hertogenbosch belangrijk om voortijdig schooluitval te voorkomen. Daarom heeft de gemeente het project Einstein4All geïnitieerd samen met het Koning Willem I College en vijf VMBO’s. Om de succeskansen van de leerling, bij doorstroom naar het MBO, te verhogen is een competentiewijzer als meetinstrument ontwikkeld. Naast de metingen met de Competentiewijzer gaan leerlingen aan de slag met een ervaringsgericht programma en een integraal begeleidingsmodel. Tevens zijn er voor de MBO-HBO doorstroom instrumenten, programma’s en begeleidingsmodellen. Voor het VMBO biedt Einstein4All de uitkomst. Deze loopbaanoriëntatie en begeleiding gaat dus door de onderwijs/beroepskolom VMBO – MBO - HBO.
b. Waarom op deze manier? Einstein4All is een competentiegericht begeleidingsmodel voor de VMBO leerling. Het hoofddoel van Einstein4All is het verhogen van de succeskansen van de leerling. Hier wordt in het Einstein4All project aan gewerkt door de leerling verschillende keuzemomenten aan te bieden: momenten waar zij zich bewust kunnen worden van hun eigen interesses en competenties door te werken aan opdrachten en een online test om daarover in gesprek te gaan met hun begeleider. De uitkomst hiervan wordt vervolgens afgezet tegen de MBO sectoren, zoals Economie, Techniek, Zorg & Welzijn, zodat de leerling kan zien waar hij op dat moment staat in zijn competentie ontwikkeling en hun beroepskeuze. Op deze manier ondersteunt Einstein4All de leerling (maar ook bijvoorbeeld de decaan) bij een goede voorbereiding op de uiteindelijk te maken opleidingskeuze. De mentoren en decanen van de VMBO’s kunnen in coachings- en adviesgesprekken hier op terugvallen in het kader van de Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding (LOB). Einstein4All is een totaalconcept waarbinnen de leerling van het VMBO gestimuleerd wordt na te denken over zijn vervolgopleiding en wat daar voor nodig is. Het is een andere manier van denken over de begeleiding van de leerling. Niet determineren om te zeggen welke opleiding zij moeten gaan doen maar vragen ‘wat wil je worden?’ en ‘hoe kunnen wij je daar bij helpen om dat te bereiken?’ en misschien wel de belangrijkste: ‘wat moet jij daar dan nog voor doen?’.
2. De Einstein4All competentiewijzer a. Hoe werkt die en wat laat die zien? Hoe kom je er achter wat je wilt worden en wat je nog moet ontwikkelen om op een gewenst niveau te komen? De competentiewijzer kan de leerling helpen om daar achter te komen. Het is en blijft een momentopname, maar wel een momentopname die als handvat dient voor de docent of mentor en het begin is van een dialoog. Deze 'foto' laat een beeld zien van de competenties van de leerling. Aan de hand van herkenbare situaties wordt de leerling bevraagd wat leidt tot een competentieprofiel. In een begeleidingsgesprek met de mentor, docent of een decaan kan de leerling bepalen waar nog aan gewerkt moet worden om succesvol aan een vervolgopleiding te kunnen starten. b. Wat zijn de competenties? Het begrip ‘Competentie’ blijkt een moeilijk te definiëren begrip. Binnen het project Einstein4All zal ermee worden verwezen naar het vermogen om adequaat te handelen in specifieke contexten, door middel van een combinatie van kennis, vaardigheden en houding. Om deze competenties een betekenis te geven zijn er competentiedelen (of 'gedragsindicatoren') beschreven. Elke competentie bestaat uit vijf competentiedelen. Op basis van die competentiedelen zijn de vragen van de competentiewijzer gemaakt. De competentiewijzer bestaat uit twee onderdelen, namelijk de algemene competenties en de beroepsspecifieke competenties. Tijdens de opdrachten zal de focus vooral liggen op de ontwikkeling van de algemene competenties. Deze zes algemene (generieke) competenties zijn analyseren, creativiteit tonen, plannen en organiseren, communiceren, samenwerken en zelfstandig werken.
Om deze competenties een betekenis te geven zijn er competentiedelen (of 'gedragsindicatoren') beschreven. Deze competentiedelen zijn te vinden in bijlage 1. Er zijn 18 werkgebieden gekozen waarvoor steeds drie competenties zijn gedefinieerd (te vinden in bijlage 2). De competentiewijzer kan dus ook worden ingevuld met het oog op één of meerdere van deze werkgebieden. c. De leerling en de competentiewijzer Voor de leerling is het heel prettig om een beeld te krijgen over het niveau waar hij nu staat en waar hij heen moet. Het invullen van de competentiewijzer door de leerling zelf, maar ook door een klasgenoot, mentor of ouder geeft dit beeld. De uitslag (competentieprofiel) alleen is natuurlijk niet voldoende. Daarom is het essentieel dat er altijd een gesprek volgt tussen leerling en begeleider over deze uitslag. Mocht de leerling aan de hand van dit gesprek merken dat hij nog niet voldoende niveau heeft, dan kan hij kiezen voor een opdracht die speciaal geschreven is op het ontwikkelen van die competentie(s) of bij een volgende opdracht speciaal aandacht geven aan die specifieke competentie(s). d. De docent en de competentiewijzer Voor een docent is dit natuurlijk niet anders. De competentiewijzer is een hulpmiddel welke de docent (of mentor, begeleider, decaan of zelfs ouder) zou kunnen gebruiken bij de ontwikkeling van de leerling. De leerling kan via www.einstein4all.eu naar de competentiewijzer of naar het adres: https://english.einstein4all.nl/student. In bijlage 3 is het inlogscherm te zien. De leerling vult de competentiewijzer in. In het beheerdeel van de docent in de competentiewijzer liggen verschillende mogelijkheden tot vastlegging van verslagen en documenten.
Die regie ligt veelal bij de docent, mentor of andere begeleider. In bijlage 4 is te zien hoe deze gegevens zijn vast te leggen. 3. Het programma a. De opbouw van de periodes Het Einstein4All programma is opgebouwd uit vier periodes. De eerste vier periodes zijn ontwikkeld voor een schooljaar, maar zijn ook uit te breiden naar meerdere periodes. De opbouw is als volgt ingericht: - periode 1: zelfbeeld - periode 2: brede oriëntatie, over drie sectoren - periode 3: sector oriëntatie , inzoomen op een sector - periode 4: inzoomen op een werkgebied voor het beroepsbeeld Deze periodes worden in het laatste schooljaar aangevuld met: oriënteren op mogelijke vervolgopleidingen en (via sectorwerkstuk) inzoomen op een MBO-opleiding b. Wanneer is een opdracht competentieontwikkelend? Een competentie bestaat, zoals al eerder is vermeld, uit drie componenten: kennis, vaardigheden en houding. Een competentieontwikkelde opdracht wil dus niets meer zeggen dan dat de opdracht (of activiteit) alle drie peilers van een competentie moet bevatten. Een schrijfopdracht of werkstuk valt dus niet per definitie onder deze noemer. Een leerling bereidt zich voor op het beroepenveld. In dat beroepenveld wordt van hem of haar verwacht dat ze bepaalde kennis en vaardigheden bezitten (of snel kunnen ontwikkelen) en een beroepsspecifieke houding aannemen. Een verkoopgesprek leer je natuurlijk ook niet van uit een boek! Opdrachten die leiden tot de ontwikkeling moeten dus vanuit een goed gekozen context ook bijdragen aan de realiteit van het beroep.
c. Het basisprogramma en de opdrachtenbank. Einstein4All biedt een basisprogramma voor een traject van beroeps- en opleidingskeuze via competentieontwikkelende opdrachten. Dit basisprogramma is te vinden via de Einstein4All website en zal up-to-date worden gehouden. Dit programma kan op verschillende manieren ingezet worden: als speciaal Loopbaan Ontwikkeling en Begeleidingsprogramma of als uitgebreider projectprogramma. Het is belangrijk dat er een voorraad aan competentieontwikkelende opdrachten is. Deze voorraad moet voldoende zijn om elke leerling volgens een individueel pad tot zijn beroepsbeeld te laten komen. Deze opdrachten zijn via de website van Einstein4All te downloaden (zie bijlage 5). In de opdracht is steeds aangegeven om welke competentie(delen) het gaat. De opdrachten zijn van klein tot integraal. d. Zelf opdrachten ontwikkelen en in de opdrachtenbank plaatsten Naast het basisprogramma is het ook noodzakelijk om nieuwe opdrachten te blijven ontwikkelen om zo op de actualiteit in te kunnen spelen. Daarnaast is iedere school anders. Om die reden is het natuurlijk ook mogelijk om de bestaande opdrachten in te kleuren naar de eigen school, omdat er gewerkt wordt volgens een helder model (het ABC model). Dat betekent dat opdrachten soms specifiek voor een school geschreven moeten worden. Daarom kan iedere school zijn eigen (competentieontwikkelende) opdrachten laten toevoegen aan de opdrachtenbank. De opdrachten moeten worden aangeleverd en worden via een centrale beheerfunctie in de opdrachtenbank van de Einstein4All site gebracht.
Opdrachten worden gemaakt volgens een ABC-model. In het A-deel staat een korte omschrijving van de opdracht. In het B-deel staat de werkelijke opdracht en het C-deel is het reflectiedeel volgens de STAR methode : Situatie, Taken, Acties en Resultaten. Vanuit het A-deel worden beschrijvingen genomen die de opdracht typeren en op basis waarvan in de opdrachtenbank geselecteerd kan worden. In ‘labels’ worden de harde gegevens beschreven (voor welke groep, welke competenties, hoeveel taakbelasting in uren. In ‘tags’ worden de raakvlakken aangegeven. Deze kenmerken worden getoond in een ‘pop up’-scherm in de digitale opdrachtenbank. Tags: Kinderen, , Hyves, Onderwijs, Welzijn, Voorlichting, Planning maken, Presentatie, Ouders, Doelgroep, Uitleg
Labels: Periode 3, Binnenschools, Totaaltijd: 8 uur, Sectoropdracht Welzijn, Samenwerken,: feedback, Analyseren: oorzaken, Communiceren: uitleggen en gevoelens, Empathie, Aandacht en begrip, Ethiek
Zie bijlage 6 voor een voorbeeld van een opdracht. e. VMBO carrousel Niets laat een beroep beter vatten dan de werkelijke situatie op de werkvloer. Om de leerling dit dus in ultieme vorm te laten beleven kan de leerling in de laatste periode van Einstein4All ervaringen opdoen binnen de bedrijven.
Om dit te bewerkstelligen is er een Einstein4All invulling van de VMBO carrousel van de gezamenlijke kenniscentra (via Colo: Aequor, Calibris, Ecabo, KC-Handel, Kenteq). Via de kenniscentra bestaat een online beheersysteem waarin de gegevens van bedrijven en scholen ingebracht kunnen worden en op basis waarvan groepjes leerlingen voor bezoeken aan de bedrijven gekoppeld kunnen worden. Zie www.vmbocarrousel.nl en de menukeuze ‘Planner’, kies vervolgens voor ‘Zuid’ en per sector de regio ‘Noordoost Brabant’.
Daar staan ook de contactpersonen namens Einstein4All: Christel Eussen van deSancta Maria Mavo en Ben Poppelaars van het Hervion College (naast Bart van der Dussen van KC-handel voor deze economische sector). Bij Planning staan de geplande bezoekactiviteiten. Ook voor deze bezoeken staat de opdracht met de Einstein4All opmaak in de opdrachtenbank .
4. Begeleidingsmodel en STAR methode a. De begeleiding Tijdens het maken van opdrachten is het belangrijk dat de leerling direct reactie krijgt op zijn handelingen (een hond corrigeer je ook niet een dag later). Daarom is begeleiding in de klas (of letterlijk: tijdens de uitvoering van de opdracht) essentieel. Direct feedback geven op handelen, tips geven bij uitvoering en sturen zijn mogelijkheden die de docent, mentor of andere begeleider direct moet toepassen. ‘Het doel van het begeleidingsmodel is de leerling te steunen bij het sturen van zijn eigen leren, waarbij keuzes gemaakt moeten worden op zowel het gebied van competentieontwikkeling als studieloopbaan. De noodzaak en behoefte tot ondersteuning is sterk toegenomen met de opkomst van het competentiegericht onderwijs waarbij de traditionele rollen van zowel leerling als docent veranderen. Voor beide partijen is dit een complexe verandering. De leerling wordt steeds meer verantwoordelijk gesteld voor zijn eigen leren en de docent krijgt steeds meer een begeleidende in plaats van een leidende en sturende rol.’ Het C-gedeelte van de opdracht (zie bijlage 5: De opdracht) is bedoeld als verslaggeving van de reflectie. Deze pagina is uiterst geschikt als hulpmiddel bij het begeleidingsgesprek met een docent of een mentor. Deze STAR methode laat de leerling heel concreet kijken naar hun competenties en gedrag in bepaalde situaties. De afkorting STAR staat voor: Situatie (waar een specifieke beroepssituatie wordt beschreven), Taak (welke taken werden er verwacht die de leerling uitvoerde), Acties (welke specifieke en concrete acties en handelingen heeft de leerling uitgevoerd) en Resultaat (wat heeft dit nou opgeleverd en hoe zou je dit nu een volgende keer anders doen).
Ook in het beheerdeel van de docent van de online competentiewijzer staat dit reflectiedeel. Dat geeft in de Einstein4All competentiewijzer de volgende mogelijkheden: -
-
-
Een leerling kan elk moment de competentiewijzer invullen om te zien waar hij nu staat. Naar aanleiding van deze meting vindt er een gesprek plaats met de mentor of zelfs met de decaan. Een docent vult samen met een leerling, aan de hand van een opdracht, het verslag in de competentiewijzer in (zie tabblad ‘Gespreksverslag opdracht’) Dan is er nog de mogelijkheid om ontwikkelingsgesprekken te voeren over grote gehelen (meerdere opdrachten en uitslagen competentiewijzers) door voornamelijk de mentor of voor specifieke beroepskeuze met de decaan. Dit kan ook vastgelegd worden in de competentiewijzer via het tabblad ‘Extra gespreksverslagen’.
c. Keuzemotivatie in doorstroomdossier (VSVmanager) Er is een regionaal online systeem waar data samenkomt: de VSVmanager : www.vsvmanager.nl Relevante data vanuit de Einstein4All competentiewijzer kan gemigreerd worden naar de VSVmanager. Daarbij valt te denken aan competentieprofielen en voorbeelden van opdrachtuitwerkingen. Die gegevens kunnen mee in het portfolio van de VMBO-leerling en een rol spelen bij de intake naar een MBO-opleiding. (voor enkele schermbeelden van de VSVmanager zie bijlage 7)
Competenties en Competentiedelen Bijlage 1 Algemene (kern)competenties Bijlage 2 Beroepsspecifieke (kern)competenties
BIJLAGE 1 Overzicht van de algemene competenties en competentiedelen Analyseren Oorzaak van een probleem benoemen Herkennen van problemen of fouten Benoemen van eigen plussen en minnen Hoofd- en bijzaken onderscheiden Structuur aanbrengen in gegevens Creativiteit tonen Eigen oplossingen bedenken Eigen ideeën met anderen delen Nieuwe manieren bedenken Flexibel omgaan met nieuwe situaties Initiatief nemen Plannen en organiseren Zelf een planning maken (volgorde eigen werk bepalen) Vooruit denken voor een langere termijn Afspraken nakomen Weten wat en wie je nodig hebt voor een opdracht Helder voor ogen hebben welk doel bereikt moet worden Communiceren Zaken bekijken vanuit perspectief van de ander Zaken helder overbrengen Rekening houden met anderen en de omgeving Goed kunnen luisteren Non-verbale signalen interpreteren Samenwerken Verantwoordelijkheid dragen voor het eindproduct Constructief met kritiek omgaan Anderen helpen en ondersteunen in hun werk Een eigen mening geven Efficiënt werk verdelen Zelfstandig werken Zelfstandig ergens aan beginnen Jezelf aan het werk houden Weten wanneer iets goed is uitgevoerd Weten wat je zelf kunt en wat niet (tijdig hulp inschakelen) Efficiënt kunnen werken
BIJLAGE 2 Overzicht van de beroepsspecifieke competenties per werkgebied
Zorg en welzijn
Sector
Werkgebied / ROC afdeling Zorg (I) Apothekersassistente Doktersassistent Tandartsassistent Zorg (II) Verpleegkundige Welzijn Onderwijsassistent Cultureel werker Pedagogisch werker Jeugdzorg Medewerkers Maatschapp. Zorg Sociaal Maatschapp. dienstverlener Sport en Bewegen Sport en bewegingscoordinator Creatief (I) AB-Creatief Artiest
Econ omie
Creatief (II) Allround Kapper
Handel Ondernemer Detailhandel Ondernemer Groothandel
Beroepsspecifieke competenties Aandacht en begrip tonen Ethisch en integer handelen Instructies en procedures opvolgen Aandacht en begrip tonen Begeleiden Kwaliteit leveren Begeleiden Aandacht en begrip tonen Ethisch en integer handelen
Aandacht en begrip tonen Vakdeskundigheid toepassen Materialen en middelen inzetten Presenteren Omgaan met verandering en aanpassen Creëren en innoveren Vakdeskundigheid toepassen Op de behoefte van de “klant” richten Ondernemend en commercieel handelen Overtuigen en beïnvloeden Op de behoefte van de “klant” richten
International Business Studies Medewerker Marketing & Commun. Dienstverlening (I) Directiesecretaresse Admin. Juridisch medewerker Soc. Juridisch medewerker Comm. Medewerker Banken Verzekeringswezen Dienstverlening (II) Administrateur
Horeca / Toerisme Manager/Ondernemer Horeca Middenkader-functionaris Reizen Leisure and Hospitality Executive Creatief Interieur adviseur
Techniek
Sector
Veiligheid Medewerker toezicht en veiligheid (voorber. politieschool) Vrede en veiligheid Werkgebied / ROC afdeling Bouw / infra Infra Middenkader Bouw/infra Architectuur/Bouw/Comm. Bouwk.
Ondernemend en commercieel handelen Op de behoefte van de “klant” richten Kwaliteit leveren Instructies en procedures opvolgen Vakdeskundigheid toepassen Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten Met druk en tegenslag omgaan Presenteren Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten Aansturen Vakdeskundigheid toepassen Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten Creëren en innoveren Vakdeskundigheid toepassen Ethisch en integer handelen Instructies en procedures opvolgen Beroepsspecifieke competenties Vakdeskundigheid toepassen Onderzoeken Instructies en procedures opvolgen
Urban Design ICT ICT beheerder Applicatieontwikkelaar Netwerkbeheerder HTM Middenkader engineering / High-Tech Metalectro Voertuigen / T&L Werkplaatsmanager Ondernemer kleinbedrijf Technisch specialist Manager Opslag en vervoer Creatief (I) AV-productie Mediavormgever Creatief (II) Fashion & Design Creatief (III) Creatief vakman / Meubeldesign
Onderzoeken Formuleren en rapporteren Instructies en procedures opvolgen Vakdeskundigheid toepassen Aansturen Instructies en procedures opvolgen Vakdeskundigheid toepassen Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten Aansturen Overtuigen en beïnvloeden Presenteren Onderzoeken Overtuigen en beïnvloeden Presenteren Onderzoeken Vakdeskundigheid toepassen Materialen en middelen inzetten Kwaliteit leveren
Overzicht van de beroepsspecifieke competenties per werkgebied
Competentiebeschrijvingen Analyseren Iemand die goed kan analyseren kan zien wanneer het ergens fout gaat. Als er dan een probleem is dan kan die persoon ook vertellen waar de oorzaak van het probleem ligt. Het is daarbij belangrijk om de hoofd- en de bijzaken te onderscheiden, want dan kun je je richten op de belangrijke zaken. Dit is ook nodig om structuur aan te brengen in de gegevens. Zo iemand weet van zichzelf wat zijn of haar sterke en zwakke punten zijn. Creativiteit tonen Creativiteit tonen betekent niet dat iedereen goed moet zijn in tekenen of muziek of in theater. Creativiteit betekent dat je goed bent in het bedenken van oplossingen en dat je daar vaak originele of nieuwe ideeën bij hebt. Je kunt jouw ideeën vaak ook goed overbrengen op anderen. Als je in een nieuwe omgeving komt of er gebeurt iets onverwachts dan kun jij je vaak snel aanpassen aan de nieuwe situatie. Vaak neem je ook nog het initiatief om iets te gaan doen. Plannen en Organiseren Goed plannen en organiseren begint bij afspraken nakomen. Want zonder loopt elke planning vast. Dat kan een planning zijn die je voor jezelf maakt, voor je school of voor je vrije tijd, en voor je sport. Een planning voor een week is vaak wel te doen, maar het wordt lastiger als je een planning moet maken voor langere tijd. Dan moet je rekening houden met allerlei zaken die er tussendoor kunnen komen. Je moet dan echt vooruit kunnen denken. Plannen is een deel van organiseren, want je moet ook weten wie je nodig hebt en wat je er allemaal bij nodig hebt. Je moet dan heel goed weten wat je wilt bereiken. Je moet een doel voor ogen hebben en dat duidelijk kunnen maken aan anderen. Communiceren Iemand die goed kan communiceren kan niet alleen goed uitleggen en overbrengen. Om goed te kunnen communiceren is misschien nog wel belangrijker dat je goed kunt luisteren naar anderen en je in hen kunt verplaatsen. Niet alleen weten wat ze denken, maar ook waarom ze zo denken. Je weet zelfs dat mensen misschien het een zeggen maar het andere doen. Je kunt dat vaak zien aan hun gezicht of aan hun houding. Als je daar ook rekening mee kunt houden dan kun je echt goed communiceren. Samenwerken Samenwerken is een kunst. Doe je het op een goede manier dan kun je meer bereiken dan wanneer je iets alleen doet. Daarvoor moet je je wel verantwoordelijk voelen voor het eindproduct. Dat kan alleen als je open staat voor kritiek, die je kunt krijgen als je dingen niet helemaal goed doet . Je geeft ook duidelijk je eigen mening in een groep. Goed samenwerken betekent ook het werk op een goede manier verdelen, zodat iedereen doet waar hij goed in is. Als iemand hulp nodig heeft, dan geef je die hulp ook, omdat je weet dat je dan het meeste kunt bereiken. Zelfstandig werken Zelfstandig werken betekent niet dat je alles zelf maar moet uitzoeken. Misschien is het wel het belangrijkste dat je weet wat je kunt en waar je meer moeite mee hebt. Op tijd hulp vragen is zeker zo belangrijk. Als je aan de slag gaat weet je vaak wat er van je verwacht wordt. Je ziet het werk , je weet wat er allemaal moet gebeuren. Je kunt jezelf aan het werk houden, maar doet dat wel zo efficiënt mogelijk. Je weet wanneer iets goed is gedaan.
De Competentiewijzer Bijlage 3 Leerlingendeel Bijlage 4 Begeleidersdeel
BIJLAGE 3
* De leerling heeft de eerste keer een schoolcode nodig om zich een eerste keer te registreren en kunnen daarna met gekozen e-mail adres en zelf gekozen wachtwoord inloggen (wel op attenderen als je wilt dat het e-mail adres een schooladres is).
De leerling krijgt, na het inloggen, de volgende keuzes:
Via rapportage wordt het competentieprofiel getoond:
In bovenstaand voorbeeld zien we het competentieprofiel van de leerling Einstein 4All afgezet tegen het profielgemiddelde van succesvol gestarte leerlingen op het MBO.
BIJLAGE 4
Docenten en andere begeleiders gaan voor het begeleidingsdeel naar: https://einstein4all.nl/docent. Een docent logt de eerste keer in met een (zelf)opgegeven e-mail adres en een door de beheerder verschaft wachtwoord. Het wachtwoord kan gewijzigd worden (via ‘Bewerk persoonlijke gegevens’).
Waar ‘Doorlopende Leerlijnen’ staat, komt de eigen school te staan met een uitklapmenu van alle leerlingen, die ook met zoekfunctie gezocht kunnen worden.
Menublad: Gespreksverslag opdrachten geeft een gemiddelde competentiewaarde.
Bij gespreksverslag opdrachten kunnen de resultaten van een reflectiegesprek vastgelegd worden. De docent kan een opdracht kiezen uit het systeemmenu. De competentiewaardering kan handmatig ingebracht worden. Tops en Tips kunnen beschreven worden. Via de leerling kan het werkstuk of andere bewijslast van de leerling als document toegevoegd worden. Er is de mogelijkheid om via de STAR methode te reflecteren en vervolgstappen vast te leggen.
:
Het Programma Bijlage 5 De Opdrachtenbank Bijlage 6 Voorbeeld van een opdracht
BIJLAGE 5 Naar de opdrachtenbank
Kies op de Einstein4All site onder ‘Onderwijsprogramma’ voor ‘Lees meer >>’ en dan de bovenste koppeling naar Bezoek de site van de opdrachtenbank: http://www.einstein4all.eu/opdrachtenbank
In het linkermenu staan de vier periodes waarover de opdrachten verdeeld zijn. Door met een cursor over een opdracht te gaan, komen de kenmerken van een opdracht als ‘pop up’ in beeld.
Je kunt ook kiezen voor ‘Bekijk meer informatie over de opdracht’, dan krijg je het gehele informatiedeel A van een opdracht te zien.
De opdracht kan ook direct ‘gedownload’ worden
De opdracht moet opgeslagen worden om daarna bewerkingen daarin op te slaan.
BIJLAGE 6
Deel A | Voorblad Sectororiëntatie Zorg en Welzijn Titel:
Periode 3
To hyve or not to hyve?
Inhoud Je gaat onderzoeken wat de voordelen en nadelen zijn voor Hyves voor kinderen van de leeftijd van 10 jaar. Competenties Algemeen: Samenwerken Open staan voor feedback Analyseren Oorzaken van een probleem benoemen Communiceren (Presenteren) Goed uitleggen Rekening houden met gevoelens van anderen Beroepsspecifiek: - Aandacht en begrip tonen - Etisch en integer handelen Werkwijze In groepjes van twee ga je opzoek naar de verschillen. Je formuleert onderzoeksvragen, waarop je een antwoord gaat zoeken. Als je de verschillen in beeld hebt, verwerk je die in een voorlichtingspresentatie, die mag je voor op de ouderavond presenteren. Deze opdracht doe je op school. Tijdsduur: 4 weken van 2 uur
Deel B | De opdracht Sectororiëntatie Zorg en Welzijn
Periode 3
Inleiding Als onderwijsassistent loop je stage op een reguliere basisschool toevallig bij jou in de wijk. Het valt jou en een klasgenoot (die ook stage loopt op deze basisschool) dat jullie veel vragen krijgen van ouders op school maar ook daar buiten over Hyves. Wat is Hyves, is het geschikt voor mijn zoon, is het gevaarlijk voor mijn dochter met kinderlokkers, wat doen ze daar met elkaar, is MSN niet meer dan genoeg?, hoe oud moet je zijn en kan ik ze dan controleren. Kortom een heleboel vragen van mensen die niet op Hyves zitten of er gebruik van maken. Jullie worden eigenlijk een beetje “gek”van al die vragen en nu ineens komt je begeleider , de juf van groep 7, ook met een vraag over Hyves. Binnenkort komt er een ouderavond en zij zou graag uitleg willen geven over Hyves, maar eigenlijk weet ze er maar weinig vanaf. Haar vraag is kunnen jullie niet tijdens de ouderavond voorlichting geven over Hyves. Zonder uit te leggen of het goed is of slecht, maar gewoon uitleg wat is het, wat kan je kind er allemaal mee , de voordelen, maar ook de nadelen. Met als doel dat ouders zelf kunnen bepalen wat ze doen omtrent de vraag of hun kind op Hyves mag. Nb. De ouderavond wordt over 4 weken gehouden. Voorbereiding Stap 1: Maak samen een planning: Wie heeft welke rol en wie doet wat per week. Laat je planning goed keuren door je docent.
Stap 2: Formuleer onderzoeksvragen: Wat willen jullie allemaal weten? Formuleer jullie 5 onderzoeksvragen Denk aan de doelgroep, wat kan een kind van 10 jaar oud allemaal? Zijn er kinderen van die leeftijd op Hyves? Is er eventueel beleid of voorlichtingsmateriaal? Kijk eens op de site mediarakkers.nl Uitvoering Stap 3: Antwoorden formuleren; Zoek de antwoorden en vat deze opdrachten samen in 1 verhaal. Denk aan bronvermelding. Let op dat het geen knip en plak werk word van het internet (ctrl c + ctrl v)
Stap 4: presentatie maken: Maak aan de hand van dit verhaal een presentatie waarin duidelijk naar voorkomt wat de Hyves is en de voordelen en nadelen. Houd wel in de gaten dat het een presentatie is voor de ouders en dat ouders altijd zelf mogen bepalen wat ze uiteindelijk beslissen. Dus wees informatief en probeer niet te oordelen in goed en fout (dat is soms heel moeilijk) Bedenk een presentatie vorm: je kunt denken aan een PowerPoint presentatie, maar ook aan eventuele folders die uitgedeeld moeten worden. Misschien een hyves pagina met informatie? Stap 5: Controleren: Controleer of jullie presentatie volledig is. Vraag of jullie ouders nav jullie presentatie nog vragen hebben. Resultaat Stap 6: Presenteren: Presenteer jullie resultaten aan de klas
Deel C | De reflectie Opdracht: To hyve or not to hyve? Competentie(deel): Situatie.
Aan welke competentie heb je gewerkt? Waar kwam deze competentie terug in de opdracht?
Leg uit. Taken. opdracht?
Wat was jouw taak (of waren jouw taken) in deze
Acties. van de
Welke stappen heb je genomen bij het uitvoeren bovengenoemde taak of taken?
Resultaten. Wat is het behaalde resultaat? Ben je hier tevreden over of zou je de volgende keer het anders aanpakken? Leg je antwoord uit. Noem 3 tops: Noem 2 tips:
Competentie(delen) Samenwerken: open feedback Analyseren: oorzaken probleem benoemen
staan
voor 0 -------------------------- 40
van
een
Communiceren :presenteren en goed uitleggen, rekening houden met gevoelens van anderen -
Aandacht en begrip tonen Etisch en integer handelen
Reflectieverslag van het gesprek
Handtekening begeleider
0 -------------------------- 40 0 -------------------------- 40 min max
Keuzemotivatie in Doorstroomdossier Bijlage 7 De VSVmanager
Schermbeelden VSVmanager
Hierboven en hieronder de gegevens van de leerling Einstein 4All in de VSVmanager. Onder de tabbladen ‘Communicatie’, ‘Competentiewijzer’ en ‘Opdrachtenbank’ kunnen documenten geplaatst worden die uit de Einstein4All competentiewijzer komen.