SAMENLEVING
WISDOM OF CROWDS
Kenniseconomie: arbeiders hebben Nederland massaal verlaten woensdag 30 november 2020 14:29
Nederland was in de jaren na de 2e wereldoorlog een echte arbeidersnatie. In de jaren van wederopbouw was er zelfs een tekort aan arbeiders en trok Nederland mensen aan uit landen als Italië voor mijnbouw. C’è lavoro per voi in Olanda, er is werk voor u in Nederland, was een bekende slogan. Maar dat is afgelopen, want de meeste arbeiders hebben Nederland inmiddels wel verlaten. En daar zaten niet alleen autochtone medelanders tussen. Het gaat in onze geschiedenis van komende en vertrekkende arbeiders niet zozeer om de multi-‐
etnische kant van ons land. Economisch gezien is Nederland er de laatste jaren echt op vooruit gegaan. Na de economische crisis in de jaren 2008-‐2010 kende Nederland een periode van zwakke economische groei. Door de voorbeelden van het failliet gaan van Griekenland, Portugal en Ierland liepen de discussies in de politiek hoog op over de koers van ons land. En dit keer geen waanbeleid, maar een koers die ging over hoe we onze toekomst zeker konden stellen. De uitkomst van verhitte debatten over deze koers was verbazingwekkend, maar achteraf een slimme keuze. Het onderwijssysteem werd drastisch gewijzigd om te groeien naar een kenniseconomie waarvan we nu de vruchten al plukken.
Op naar een volwaardige kenniseconomie. Door nauwe relaties aan te gaan met China, India en Brazilië bleek er nauwelijks nog werk voor de lager opgeleide arbeiders in ons land. De trend in de
jaren ’10 om dan maar werk te zoeken in het zuiden van Europa heeft zich verder ontwikkeld.
Arbeiders hebben Nederland massaal verlaten. Door het onderwijssysteem voortdurend nauw te
laten aansluiten op ontwikkelingen in de internationale kenniseconomie is een systeem gecreëerd van hoogwaardig onderwijs. En dat ging niet zonder hoogwaardige techniek die we nu Every noemen. (zie illustratie : het leren van de leerling).
Uit: Elsevier, http://www.elsevier.nl/web/Artikel/wo20nov20/Kenniseconomie_arbeiders_Nederland_Every.htm
Dat we een veelbewogen decennium achter de rug hebben is niet nieuw; de samenleving is de afgelopen tien jaar sterk veranderd. De grootste verandering is veroorzaakt door het “crowdsourcen”, een term die we in 2010 nog maar nauwelijks gebruikten en inmiddels voor elke vijfjarige bekend is. Met crowdsourcen wordt bedoeld het inzetten van je publiek als bron van informatie, met als doel het opdoen van kennis, ideeën en nieuwe netwerken. Een crowdsourcer zal dus vaak het internet gebruiken om op zoek te gaan naar informatie of ecocrowd.wordpress.com
ideeën. De bedenker van de term, Joeff Howe, definieerde het in 2007 als volgt “Crowdsourcing is the act of taking a job traditionally performed by a designated agent (usually an employee) and outsourcing it to an undefined, generally large group of people in the form of an open call.” Deze manier van werken zien we overal in de maatschappij terug, zowel in het bedrijfsleven als in de publieke sector. Het delen van kennis, tijd en vaardigheden met en over de hele wereld heeft onze samenleving ingrijpend veranderd. Kwamen we vijftien jaar geleden niet veel verder dan het consumeren van internetpagina’s achter een bureau met een groot beeldscherm, in het huidige decennium is nagenoeg iedere wereldburger een “prosumer” (producent) van het internet. Het delen van kennis gaat dwars door de traditionele werkverbanden. Een voorbeeld is de samenwerking die is ontstaan tussen het onderwijsveld en de neurologie. Emeritus hoogleraar J.J. Jolles heeft hier een grote bijdrage aan geleverd. De internationale kennisontwikkeling over het “lerende brein” heeft ervoor gezorgd dat onderwijs en wetenschap gezamenlijk onderzoek uitvoert naar de onderwijspraktijk. Door het crowdsourcen en de kennisdeling heeft de kenniseconomie in Nederland een enorme vlucht genomen. Ook de invloed van de globalisering is duidelijk zichtbaar. In 2005 hadden bedrijven nog afzonderlijke vestigingen in diverse landen, nu lopen deze vestigingen door elkaar heen, zowel fysiek als virtueel. Eén vaste fysieke werkplek is definitief voorbij! HET ONDERWIJS De verandering die het onderwijs heeft doorgemaakt is wel héél bijzonder te noemen. Het faillissement van diverse scholen in 2012 staat velen nog helder voor de geest. Uiteraard is dit een nasleep geweest van de economische crises in die jaren. Nadat er in 2013 zo’n 50 scholen failliet werden verklaard en er steeds hogere eisen werden gesteld aan scholen, met name aan het management, waren er nog maar weinig mensen bereid om de taak van schoolleider op zich te nemen. Een fors aantal docenten heeft de handen ineen geslagen en zich verenigd in een beroepsgroep. Deze beroepsgroep heeft weer geresulteerd in een grote diversiteit aan maatschappen. “Allemaal eigen aar van de school” is daarbij het motto geworden. Het gedeeld eigenaarschap en leiderschap op scholen is inmiddels een feit. “De professionals in the lead en het management in een ondersteunende rol”! Een radicale omslag die het onderwijs op zijn grondvesten heeft doen schudden. www.bvmbo.nl
ONDERWIJSSYSTEEM
WISDOM OF CROWDS
Verslag interview met voormalig rector Van der Hilst -‐ september 2020 Tot voor kort het boegbeeld van een scholengemeenschap, straks weer aan het werk om CT’ers te begeleiden en lessen te verzorgen. Van der Hilst was directeur van een vooraanstaand instituut om aankomende docenten te trainen en is straks terug bij af. Hij startte als docent en eindigt als docent. Twee jaar terug gaf Van der Hilst plotseling aan over te willen stappen naar een baan als docent, tegenwoordig CT’er geheten. Een paar korte vragen zijn aan hem gesteld over zijn beweegredenen. Waartoe deze opvallende carrière-‐switch? Er is eigenlijk geen sprake van een majeure verandering. Als directeur was ik al verantwoordelijk voor de faciliterende en stimulerende kant van het onderwijs. Dat is prima, maar dat was decennia geleden wel anders. Meestal was ik degene die alle besluiten nam in de schoolorganisatie. We hebben met elkaar kunnen zien dat het onderwijssysteem daar eigenlijk te gronde aan gaat vanwege gebrek aan vertrouwen en transparantie. In die functie probeerde ik altijd wel om docenten te stimuleren om mee te denken, maar het ontbrak bij docenten aan een grote mate van verantwoordelijkheidsgevoel. Dat vond ik persoonlijk altijd erg jammer. De rol van besluiten nemen op het pedagogische en didactische vlak ligt nu terecht bij docenten die kennis van zaken hebben. Wat zijn opvallende veranderingen? De CT’ers zijn de docenten van nu die gezamenlijk op trekken om het onderwijs zo goed mogelijk in te vullen. De meeste CT’ers werken vanuit een maatschap waarbij de voorzitter voor een vaste periode wordt aangewezen. Alle CT’ers maken op professionele wijze gebruik van onderzoek en denken er met elkaar over na wat wel en niet wenselijk is. De leerlingen, CT’ers, ouders en ondersteunend personeel werken samen in de WOC, een fysieke en digitale instelling voor het onderwijs. Professionals én leerlingen in the lead! Wat verwacht u eigenlijk van uw nieuwe leerlingen? Ook de rol van de leerling is veranderd. Een leerling is absoluut geen passieve klant, geen consumer. De inbreng van de leerling wordt weer gebruikt als input voor anderen en wordt zeer gewaardeerd. Dit is goed voor het zelfbeeld, het zelfvertrouwen en goed voor de motivatie. Iedere leerling is in staat om zijn of haar eigen talenten te ontwikkelen op een passend niveau en tempo. Het gaat dus over meer dan alleen de competentiegerichte benadering. En tot slot: hoe denkt u over ouders van leerlingen? Ouders denken vooral met zoon of dochter na over de winst die behaald is door het volgen van onderwijs. Duidelijk moet zijn waar voortgang is geboekt. Door gebruik te maken van school-‐ en docentevaluaties kunnen weloverwogen keuzes gemaakt worden. Zodoende maken ouders gebruik van de mogelijkheden die er zijn op het kwaliteitsvlak. Doordat ouders vaak samenwerken in communities kunnen zij gericht en met goede argumenten feedback geven op het onderwijsproces. De samenleving borgt als het ware de kwaliteit.
“ALLEMAAL EIGENAAR VAN DE SCHOOL” De grootste verandering in het onderwijs is het werken in maatschappen. Community Tutors (CT’ers)1 en OOP, inclusief het management, zijn verenigd in maatschappen. De radicale omslag van het onderwijs zit hem in het feit dat de CT’ers in de maatschap ook de managementtaken verdeeld hebben onder elkaar. Een groot verschil met de docententeams van een aantal jaren geleden is dat deze maatschappen zichzelf aansturen. De salariëring gaat niet meer rechtstreeks naar de individuele CT’er, het geld gaat naar de maatschap en binnen de maatschap wordt het geld verdeeld. De jaren dat een docent er elk jaar automatisch op vooruitging, liggen al geruime tijd achter ons. CT’ers worden toegelaten in een maatschap aan de hand van een portfolio: het doen van onderwijsonderzoek is daarbij een absolute voorwaarde. Uiteraard wordt er binnen de maatschap op toegezien dat de CT’er zichzelf voortdurend blijft scholen (CPD, Continuing Professional Development). Het kan daarbij gaan om vakdidactische scholing, pedagogische scholing, ict-‐scholing, of special-‐care scholing. Controle op de kwaliteit van elke CT’er gebeurt in de maatschap: op regelmatige basis evalueren CT’ers elkaars werk en resultaten. Het “sturen op output” is leidend in het huidige onderwijssysteem. Voor CT’ers betekent dit dat hun manier van werken heel transparant is geworden. Het op beeld vastleggen van een leerbijeenkomst werd een aantal jaren geleden nog als onprettig ervaren, vandaag de dag is dat de normale gang van zaken. De resultaten van de leerlingen worden voortdurend tegen het licht gehouden en niet alleen om de voortgang van de leerling te bepalen, ook de werkwijze van de CT’er kan hierdoor onderwerp van gesprek worden binnen een maatschap. DE BAEM-‐LEVELS Niet alleen de organisatiestructuur van scholen is gewijzigd, ook de oude klassenstructuur heeft een radicale verandering ondergaan. De grootste verandering is uiteraard het werken met levels. Onderzoek heeft aangetoond dat het bij elkaar plaatsen van leerlingen op basis van leeftijd niet verdedigd kan worden vanuit neuro-‐cognitieve kennis over het leren. Het is beter om leerlingen bij elkaar te plaatsen op basis van de ontwikkelingsfase waarin ze zich bevinden. Grofweg kunnen we in het huidige onderwijssysteem de volgende levels onderscheiden: het (Pre-‐)Basic Level, Advanced Level, Expert Level en de Master Level, oftwel de BAEM-‐Levels. Leerlingen groeien op basis van hun ontwikkeling in en naar een volgend level. De ontwikkeling van een leerling binnen een level wordt vastgelegd via een continue proces, een proces dat transparant is 1 Community Tutor (Ct’er) is de internationale naam voor “docent”.
en uiteraard door elke belanghebbende kan worden gevolgd. Het is de taak van de CT’er om samen met de leerling en ouders te bekijken waar de leerling zich bevindt in het level en hoe hij doorstroomt naar het volgende level. Het vroegere cijfersysteem voldeed in dit model niet meer. De ontwikkeling van de leerling wordt nu vastgelegd aan de hand van formatieve beoordelingen. Met het afschaffen van de cijfers en de klassen is doubleren ook definitief verleden tijd. Het was al veel langer duidelijk dat doubleren een zeer negatief effect heeft op de motivatie van de leerling.
SCHOOL
WISDOM OF CROWDS
Feestelijke opening Mega WoC-‐gebouw Sponsoractie Ierland geslaagd met recordbedrag 17 oktober 2020 | Leerlingen en CT’ers in Tilburg vierden vandaag feestelijk de officiële opening van hun nieuwe WoC instituut. Op het programma staat een activitytour voor leerlingen, onthulling van een kunstwerk, toespraken, een nieuw schoollied en natuurlijk rondleidingen voor belangstellenden, mensen uit de nabije omgeving en ouders. De digitale community van het nieuwe WoC werd druk bezocht met een hitrate van 20.001 bezoekers per uur vanuit heel Europa. De dag met openingsfestiviteiten startte met een feestochtend voor de ongeveer 987 leerlingen en 48 CT’ers. Ze namen deel aan een activiteitenmarathon met de meest gekke authentieke spellen, zoals spijkerbroek hangen, verhuisdozen stapelen en autoslepen, maar ook een online integratie game. De opbrengst van de marathon gaat naar een WoC in ontwikkeling in Ierland. Officiële opening Nadat de meeste leerlingen voor een vrije middag naar huis waren gegaan was er voor genodigden een opening met een wat officiëler tintje. Burgemeester Westdorp was één van de sprekers en vond dat de school zich voor het nieuwe ‘jubileum’ geen mooier cadeau had kunnen wensen. De burgemeester zei trots te zijn op het nieuwe WoC principe en gaf het belang aan voor de regio en de internationale ontwikkeling. Alles volgens de nieuwe WoC-‐richtlijnen Het WoC-‐gebouw is ontworpen en verder uitgedacht door pioniers op onderwijsgebied en architectuur: via crowdsourcing ontstond er een samenwerkingsverband tussen Masters of Education en Masters of Architecture in Nederland en Amerika. In vijf jaar tijd heeft de structuur van het WoC-‐gebouw zich overal in de wereld ontwikkeld, conform de werking van een ouderwetse olievlek. Het bijzondere aan het WoC-‐ gebouw is dat zowel de digitale als de fysieke communities op eenzelfde manier zijn georganiseerd: ze voldoen allemaal aan de WoC-‐eisen. Een van de eisen is dat het leren kan plaatsvinden in fysieke communities én in social networks.
DIGITALE EN FYSIEKE COMMUNITIES Door de jaren heen is de school als vesting steeds meer haar gesloten karakter gaan verliezen. De tijd ligt ver achter ons dat het leren werd begrensd door de muren van het klaslokaal. In het eigentijdse
ontwerp van het WoC-‐gebouw zijn er grote en flexibele werkruimten, veel overlegplekken, studio’s voor kunst, drama en audiovisuele producties, een groot laboratorium en uiteraard zijn ze allemaal voorzien van draadloze ICT-‐voorzieningen. Alle ruimtes zijn met elkaar verbonden en kunnen flexibel worden ingezet en ingericht. Hierdoor is het mogelijk om in kleinere groepen met elkaar aan het werk te gaan. Dit geldt zowel voor de fysieke als voor de digitale communities. In de digitale communities staan ook de producten die leerlingen en CT’ers hebben gemaakt of ontworpen in het kader van projecten waaraan zij hebben gewerkt. DE WOC-‐WEEK Een WoC-‐week is opgebouwd uit dagdelen: een dagdeel is een ochtend, een middag of een avond waarin een leerling werkt aan een project samen met andere leden van zijn community. Tijdens de WoC-‐week is een leerling vijf dagdelen aanwezig in de fysieke community en vier dagdelen werkt hij in de digitale community: dit kan thuis zijn, op school of elders. De indeling van de week bepalen leerlingen en CT’ers samen. Elk dagdeel omvat vier uur, en in totaal is een leerling 38 uur voor zijn community aan het werk, gedurende 42 weken per jaar. De 10 vakantieweken kunnen uiteraard flexibel worden ingezet.
2
Nieuw WOC instituut
De leerlingen zijn meestal zelfstandig aan het werk in hun community. Een community is een groep van ongeveer zes leerlingen die gedurende een paar maanden met elkaar samenwerken. In de communities komt alle (vak)kennis aan de orde, ze worden in samenhang met elkaar aangeboden via leervragen of projecten. SOCIAL MEDIA Het leren is niet langer de overdracht van een docent naar een leerling, er is veel meer mogelijk. Het groepsleren en het persoonlijke leren hebben een plaats gekregen in het curriculum. De sociale media heeft een groot aantal tools beschikbaar om dit te ondersteunen: Facebook, Blogs, Google reading, Google Docs, Google Buzz, Cloudcomputing en mobile learning zorgen ervoor dat iedereen binnen de community in contact staat met elkaar en elkaar kan informeren. CT’ers leren op deze manier van de leerlingen, leerlingen van elkaar en leerlingen van de CT’ers en CT’ers van elkaar: Welkom in de wereld van “Wisdom of Crowds”
LEERPROCES
WISDOM OF CROWDS
DE LEERLING ALS “PROSUMER” Het woord “prosumer” is een samentrekking van “producer” en “consumer” en dat is precies wat er hier wordt bedoeld. Als consumer gaat de leerling op zoek naar informatie, kennis en adviezen. Als producer verwerkt hij deze kennis tot een product. Het resultaat hiervan deelt hij met anderen. Zowel leerlingen als CT’ers nemen dit mee in een portfolio.De aldus verworven kennis wordt weer gebruikt als informatie voor andere leerlingen, waarmee de cirkel rond is. Leerlingen werken in communities aan leervragen. De leervragen worden samen met de CT’ers opgesteld. Om deze leervragen te beantwoorden kunnen leerlingen een keuze maken uit diverse mogelijkheden. De leerling kan dit bijvoorbeeld doen door het werken aan groepsopdrachten, bezoeken van workshops, het werken aan opdrachten voor universiteiten, bedrijven of peers. De CT’er begeleidt de leerlingen bij het vinden van informatie, hij zorgt dat er voldoende betrouwbare informatie is waarmee de leerlingen aan de slag kunnen. Deze “communities of learners” hebben als uitgangspunt dat de leerling eigenaar wordt van zijn eigen leerproces. De leerling denkt mee in het uitbreiden van zijn kennis en draagt zelf materiaal of kennis aan om op voort te bouwen. Dit is een vergaande vorm van sociaal constructivisme en heet: “Collaboratief Constructivisme”
Consumer
producer
Prosumer
producer
consumer
figuur prosumercikel
COLLABORATIEF CONSTRUCTIVISME De definitie van het Collaboratief Constructivisme is als volgt: De constructivistische theorie gaat er van uit dat het verwerven van kennis en vaardigheden niet zozeer het gevolg is van een directe overdracht van kennis door de docent, maar eerder het resultaat van denkactiviteiten van de leerlingen zelf. We leren door nieuwe kennis te verbinden aan wat we al weten. Het samenwerken in groepen maakt daar een groot onderdeel van uit: de leerling leert op informele wijze in communities en netwerken, met een duidelijke invloed van de sociale media. Uit onderzoek is gebleken dat de huidige generatie leerlingen niet alleen digitaal vaardig zijn, maar zij denken en leren ook minder lineair, ze zijn visueel ingesteld, sociaal, betrokken en gericht op samenwerking. Het Collaboratief Constructivisme sluit hier goed op aan. Naast kennis wordt er ook veel tijd besteed aan het ontwikkelen van vaardigheden. De leerlingen werken vaak samen aan het oplossen van problemen. De communities volgen hierin hun eigen weg en een klein CT-‐team begeleidt hen daarbij. Doordat er meerdere CT’ers rondlopen in een ruimte waar verschillende communities aan het werk zijn, zijn er meer mogelijkheden voor individuele begeleiding. CURRICULUM Leerlingen werken in principe niet aan losse vakken, behalve als zij deze als ondersteuning nodig hebben bij het oplossen van hun vraagstelling. De leergebieden waaraan wordt gewerkt worden in het CT-‐team vastgesteld. Leerlingen volgen niet op hetzelfde moment de verschillende leergebieden, maar de CT’er waakt er wel voor dat elke leerling via de leervragen alle leergebieden behandeld. Dit is meteen de grootste en moeilijkste opgave voor elke CT’er. De borging van de kwaliteit vindt plaats in de maatschap en in de samenleving. Aan het einde van de opleiding is namelijk duidelijk waar de leerling staat, wat hij kan en welke bijdrage de school daaraan heeft gehad. Deze resultaten zijn transparant en geven dus een goed beeld van de kwaliteit in de maatschap. LERAAR
WISDOM OF CROWDS
De initiële lerarenopleiding voor elke CT’er is een academische bachelor-‐opleiding . Deze opleiding is gericht op het behalen van een onderwijsbevoegdheid. Tijdens de opleiding werkt de aankomende CT’er aan de ontwikkeling van verschillende competenties. Dit gebeurt zowel in de opleiding als in de praktijk; de WoC-‐maatschappen zijn door hun integratie van onderwijs en praktijkgericht onderzoek een ideale plek daarvoor. Met deze bachelor-‐graad kan de CT’er lesgeven in de (pré) Basic en de Advanced Levels. Eenmaal aan het werk als junior krijgt de CT’er begeleiding en ondersteuning van seniors en advisors. Deze begeleiding is behoorlijk intensief en bestaat met name uit het leren analyseren van problemen in het werkveld en het opzetten van kleine projecten. De junior werkt ook aan het verder uitbouwen van zijn netwerk, een wisdom of crowds. Na enige jaren ervaring als junior én bij gebleken geschiktheid volgt de junior een professionele masteropleiding. In deze opleiding wordt aandacht besteed aan drie perspectieven: perspectieven op leren, perspectieven op schoolontwikkeling,
perspectieven op handelen. Rode draad door de opleiding vormt het praktijkonderzoek, onderzoek dat wordt ondersteund door de verschillende perspectieven. Na het behalen van deze master-‐graad groeit de junior door naar een senior. Met deze promotie worden ook de verantwoordelijkheden groter, een senior levert een grotere bijdrage aan de ontwikkelingen binnen de maatschap, aan de visie en de te volgen strategie. De senior blijft investeren in het uitbreiden van zijn netwerk en kennis. De senior kan aan het werk in de Expert Levels. Het doen van promotie-‐onderzoek is een voorwaarde om als advisor aan de slag te gaan. Als advisor geef je les op het master-‐level en heb je vaak een rol in de begeleiding van junior en senior CT’ers. Als advisor moet je beschikken over een zeer uitgebreid netwerk. Alle junior-‐, senior-‐ en advisor CT’ers werken samen in de maatschap waarbij ieder zijn taken en verantwoordelijkheden heeft. Ondanks deze arbeidsdeling zijn alle CT’ers gezamenlijk verantwoordelijk voor de behaalde targets. Een aantal jaren geleden was het behalen van targets in het onderwijs een “vies” begrip, door het werken in maatschappen en door de sturing op output zijn deze begrippen gangbaar geworden. Elke CT’er is verantwoordelijk voor zijn eigen profilering en marktwaarde. In vergelijking met zo’n tien jaar geleden heeft er zich een aardige verschuiving voltrokken in het onderwijskundig landschap. Het werken in een maatschap zorgt ervoor dat het werk als CT’er zeer transparant is geworden. Alle output wordt gebruikt om het werk van de CT’er en het team te evalueren. Als de vooropgestelde targets niet worden gehaald, wordt er gekeken naar de oorzaken en aan de hand van de leercirkel van “van der Hilst” getracht tot een oplossing te komen. Professionele Leercirkel Hilst, B. van der. (2009). Leren en laten leren in onderwijsorganisaties. In M. Konijn, C. Mesman & R. Schut (red.), Professionals over leren en laten leren (pp. 82-‐85). Amsterdam: Centrum voor Nascholing.
Lector aan de HvA Marco Snoek heeft in 2010 al aangegeven dat het noodzaak werd om te investeren in de kwaliteit van docenten. Tot zijn grote vreugde zag het onderwijs uiteindelijk zelf in dat er nieuwe uitdagingen lagen. De professional in the lead heeft deze uitdaging opgepakt en er voor gezorgd dat er ook een actieve rol kwam voor de leerling, de prosumer!