Nr .82 Januari — Februari — Maart 2016
Kempensche Tydinghen Woordje van de voorzitter
IN DIT NUMMER
Beste Givakleden,
Voorwoord van de Voorzitter ................. 1
Hier zijn we dan weer met onze goedgevulde Kempensche Tydinghen.
Verslag vergadering 07—12 –15 te Geel 2 Fred Bervoets ................ ........................ 4
Hopelijk heeft iedereen zich terug in orde gesteld met het lidmaatschap van onze vereniging, waarvoor onze welgemeende dank. Aan leesvoer zal het deze keer ook weer niet ontbreken. Twee verslagen van onze vergaderingen in Geel en Wuustwezel. Onze volgende vergadering van juni gaat in het diamantcentrum van Nijlen door, weer meer dan de moeite om er bij te zijn. Voor de vergaderingen van september en december zijn we nog op zoek naar een geschikte locatie. We werken volop aan de studiereis naar Mechelen in september.
Verslag vergadering 07—03 –16 te Wuustwezel .............................. ........................ 6 Spoorlijnen .................... ……………………....7 De keet van moeder Kee (deel 1)………....8 Symbolen en hun verhalen ………………….18
Nieuwe aanpak gids– en reisleiderkaart 30 INTERESSANTE INFORMATIE
www.gidsenantwerpsekempen.be
Bedankt beste Jef Bal, Jan Caluwaerts, Bert Bogaert, Marc Keustermans voor de artikels in onze Kempensche Tydinghen.
www.vrijwilligerswetgeving.be
www.vrijwilligerswerk.be
Ook veel dank aan de redacteur Patrick.
…...
Aan jullie veel leesplezier! Jullie voorzitter, Mil Blancquaert Driemaandelijks tijdschrift van de Gidsen van de Antwerpse Kempen Verantwoordelijke uitgever: Mil Blancquaert—Lange Eerselsstraat 63— 2200 Herentals 1 Kempensche Tydinghen 82 —Wuustwezel Januari — Februari — Maart 2016 Redactie: Patrick Aerts - Venstraat 36 -nr2990
VERSLAG VAN DE GIVAK VERGADERING VAN 7 — 12 — 2015 IN GEEL Aanwezig: Bert Bogaert, Marc Keustermans, Jeannine Meeus, Brigitte Ruymaekers, Wily Jacobs, Alex Vercammen, Maria Macauter, Yvonne Helsen, Jef Bal, Patrick Aerts, Mil Blancquaert. Verontschuldigd: Staf Van Der Velde, Cynthia Yskout, Raf Waeyaert, Marie-Claire Latinne, Jef Janssens, Harry Geyskens, Jef Florizoone, Gil Tack, Rita Dries, Mil Van Den Bosch, Liesbet Peeters, Jan Ingelbrecht, Ludwig Cerstiaens, Jeannine Müller, Frank Vermeren, Jef Belmans, Herman Knaeps, Vera Vertommen. De opkomst voor onze vergadering was niet groot. Veel verontschuldigingen, onder andere doordat ook de Turnhoutse stadsgidsen een vergadering hadden gepland, bij anderen was de afstand nogal groot. Toch werd het een korte, maar vruchtbare vergadering. Na het welkom werd het verslag van de vorige vergadering goedgekeurd. Het ledenaantal bleef behouden op 60. Het lidgeld voor 2016 blijft behouden op €14, zonder verzekering Ethias, en op €17,50 met verzekering Ethias. We gaan dan ook starten met de lidmaatschapshernieuwing. We zullen de leden hiervan op hoogte brengen met een speciaal mailtje en ook in onze Kempensche Tydinghen zal een artikel hierover verschijnen. Onze kastoestand bedraagt € 2211. De Gidsendag in Heusden-Zolder werd, ondanks het mindere weer, als zeer geslaagd ervaren. De voordracht over “duurzame restauratie van Historische gebouwen”, door de heer To Simons, directeur van het centrum Duurzaam Bouwen, werd door veel gidsen niet zo gesmaakt, omdat er weinig bruikbaar materiaal voor de gids werd aangereikt. De namiddag activiteiten waren dan wel zeer interessant, en gaven meer inzicht in de productie van perslucht en ventilatie voor de ondergrond, boden ook een goed beeld van de mijnsite en haar omgeving. Natuurlijk kon ook hier de geschiedenis van de steenkoolwinning in een nog niet lang verleden niet ontbreken. Na een gesmaakt afsluitertje werd er huiswaarts gekeerd. Patrick Aerts werkt al volop aan de volgende uitgave van ons digitaal ledenblad. We hopen ook nog het doorsturen van interessante artikels door onze leden. Onze Website moet nog gekoppeld worden aan de website van FTG, zodat de toegankelijk-
2
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
VERSLAG VAN DE GIVAK VERGADERING VAN 7 — 12 — 2015 IN GEEL heid van de website en de bekendheid van onze vereniging verder kan groeien. De vergaderdata van de GIVAK vergaderingen voor 2016 werden vastgelegd. Maandag 7 maart 2016, met een bezoek aan een amarylyskwekerij in Loenhout, met begeleiding door Patrick Aerts Maandag 6 juni 2016, met een bezoek aan het diamantcentrum in Nijlen, met Marc Keustermans. Maandag 5 september 2016, hiervoor moet nog een locatie vastgelegd worden. Maandag 5 december 2016, hiervoor moet ook nog een locatie en onderwerp gevonden worden. In de Varia kwamen volgende items aan bod: Maria Macauter stelde voor om met onze vereniging eens een bezoek te brengen aan de Manifectuur De Wit in Mechelen. We willen hier op ingaan en overwegen om er een studiereis naar Mechelen van te maken tijdens de maand september 2016. We zouden dan ook nog een bezoek kunnen brengen aan de Dossinkazerne of St Rombouts. We komen er zeker op terug. Willy Jacobs meldde ons dat in 2016 in Antwerpen weer Talls shipping is. Van donderdag 7 tot en met zondag 10 juli 2016 is Antwerpen starthaven voor deze zeilwedstrijd. Het zal de zesde keer zijn dat de zeilwedstrijd naar Antwerpen komt. De zeilschepen starten in Antwerpen en varen vervolgens richting het zuiden waarbij ze aanmeren in de havens van Lissabon (Portugal), Cadiz (Spanje) en A Coruna (Spanje). De klemtoon ligt vooral op het sportieve en educatieve karakter van de wedstrijd en in mindere mate op het competitieve aspect. Aan The Tall Ships Races nemen de mooiste en grootste zeilschepen ter wereld deel. Bijna 100 schepen liggen gedurende vier dagen aangemeerd aan de Scheldekaaien en in de dokken aan het Eilandje. De vorige keer, in 2010, trok het evenement ruim 650.000 toeschouwers naar de Scheldekaaien. Ook in 2016 is iedereen welkom voor een bezoek aan de schepen en de festiviteiten. http://www.portofantwerp.com/nl/events/tall-ships-races-ze-komenweer#sthash.YyQQr8W6.dpuf Jef Bal heeft een workshop meegemaakt met als thema gidsen voor mensen met zichtbeperking. Hij vraagt hier over verdere informatie op. Na de vergadering volgde dan, onder de deskundige leiding van Jef Bal, de rondleiding door de expo van Fred Bervoets. Hiervan vindt je een afzonderlijk verslag door de Gids Jef Bal op de volgende pagina. Verslag Mil Blancquaert
3
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
Fred Bervoets Na onze vergadering in de oude raadszaal van het historische stadhuis te Geel bezochten we de expositie Fred Bervoets Prentenkabinet in de tentoonstellingsruimten van de Halle. Deze uitzonderlijke tentoonstelling is er gekomen als een logisch vervolg op het fel bejubelde Middle Gate Geel ´13 met curator Jan Hoet die hierin de complexe en veelgelaagde relatie tussen mythe, psychiatrie en kunst onderzocht. Ik heb het uitzonderlijke geluk gehad om met zowel Jan Hoet als met meester Bervoets deze exposities te kunnen gidsen. De veelvuldige contacten met beide heren bezorgde mij en mijn collega’s nieuwe en caleidoscopische inzichten in de fascinerende wereld van de outsiderkunst, die ons zeker van pas komen tijdens de nieuwe expositie “Ungenau” met een selectie van werken uit het SMAK.
De introductie in Bervoets’ complexe geest die we via de voorgestelde selectie kregen was een reis in zijn geheugen en zijn leven, maar voornamelijk doorheen zijn angsten, herinneringen en obsessies. Zijn werkijver is ronduit impressionant. Nog steeds creëert hij bijna alle dagen nieuwe werken, vele daarvan zijn niet bestemd voor exposities of verkoop, maar vormen een onderdeel van zijn persoonlijke dagboek. De techniek die hij hier gebruikt, een nieuw grafisch procedé, ontwikkelde meester Bervoets na de dood van zijn vriend, kunstschilder Jan Cox in 1981 voor een hommage-reeks. Het is een directe etstechniek, waarbij hij rechtstreeks met zuur op de zinken etsplaten als het ware schildert. Deze techniek van werken noemt hij terecht ‘acideverkeerd’. Als het aan de schilder lag zouden als zijn werken zelfportret genoemd worden. Altijd is het autobiografisch karakter aanwezig. Hijzelf is steeds al of niet verdoken tegenwoordig, soms zelfs verschillende malen in één enkel werk. Fred Bervoets is van bij de aanvang een verhalend schilder geweest. Als rode draad in deze selectie vielen ons vooral de oude symbolische elementen op, die hem als klassiek geschoold kunstenaar zeker niet vreemd zijn. In de lijn van Bosch, Breugel, Ensor, Frits Van den Berghe, maar ook referenties naar het surrealisme en kubisme heeft hij een pagina toegevoegd aan het gestuele expressionisme. Zijn enthousiasme voor het boogschieten, zijn liefde voor vrouw
4
Fred Bervoets, Detail - Onverwachts bezoek 2010
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
Fred Bervoets en dochter, zijn worstelen met geloof, de dood, nationalisme, het horror vacui, drank en tabak zijn latent aanwezig. Opvallend zijn de herhalingen van het “uur drie” (Christus dood, Bervoets persoonlijke lijden…?), de overal opduikende kades en water, gloeilampen, pijl en boog, doodshoofden, jeneverflessen… Het beste is eigenlijk om Fred Bervoets zelf aan het woord te laten: “Al mijn werken zijn uit het leven gegrepen. In de taferelen die ik schilder, speel ikzelf de hoofdrol. Ik kan beter mezelf gestalte geven in mijn werken dan een imaginair persoon. Daarom lijken het allemaal zelfportretten. Deze kunnen heel ver gedeformeerd zijn. Meestal zijn mijn schilderijen autobiografisch, maar soms zijn ze ook fictie”. http://www.dezwartepanter.com/bervoets.html http://www.arttoday.be/bervoets/notedop.html Pas, Johan Fred Bervoets Prentwerk 1990-2010, 2011 Pas, Johan en De Baere, Bart Fred Bervoets Prentenkabinet / Print Room, 2013-2015, 2015 Ilegems, Paul Burchtse jaren, over de jeugd van Fred Bervoets, 2008 Pas, Johan - Fred Bervoets 'Zelfportretten 2010-2013',2014
Tekst: Jef Bal
5
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
VERSLAG VAN DE GIVAK VERGADERING VAN 07—03 –2016 TE WUUSTWEZEL GIVAK vergadering 7 maart 2016 in Loenhout—Wuustwezel Aanwezig: Bert Bogaert, Patrick Aerts, Marc Keustermans, Liesbeth Peeters, Mil Van der Bosch, Greet Roets, Willy Jacobs, Herman Knaeps, Jeannine Müller, Rita Dries, Jef Belmans, Jeannine Meeus, Brigitte Ruymaekers, Rita Luyten, Staf Van der Velden, Frans Schippers, Josè Verbreuken. Verontschuldigd: Cynthia Yskout, Ludwig Cerstiaens, Gil Tack, Alex Vercammen, Jef Florizoone, Mil Blancquaert, Raf Waeyaert, Jef Janssens, Jan Ingelbrecht, Frank Vermeren, Edward Olbrechts, Maria Macauter, Maria Dickens, Harry Geyskens, Marie-Josè Hopmans. De vergadering vond plaats in de amarylliskwekerij in Loenhout. Om 18.30 uur werden we ontvangen door de oprichter van de kwekerij de heer Rombouts. Deze heer Rombouts blijkt een voortreffelijke gids te zijn: Na een uitleg over het ontstaan en begin van de kwekerij kregen we een rondleiding door de kassen. Niet verwacht dat er zoveel interressante dingen over de amaryllissen verteld kan worden. Na de rondleiding kregen we koffie/thee aangeboden en werd nog verteld hoe je marylissen het beste in een vaas kan zetten en hoe kleine bloemstukken te maken van stelen en bloemen. Echt een leerzame avond geweest. De bedoeling was dat tijdens de koffie de vergadering werd gehouden maar de heer Rombouts was zo enthousiast met vertellen dat we geen tijd meer hadden voor de vergadering zelf.
De volgende GIVAK vergadering word gehouden op 6 juni, in het Kempens Diamantcentrum te Nijlen, Spoorweglei 42. Aanvang van de vergadering in Nijlen is om 19.00 uur Met dank aan Frans Schippers voor het verslagje
6
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
SPOORLIJNEN
De standaardafstand tussen twee spoorrails is 1,43 meter. Dat is een standaardmaat die overal gebruikt wordt. Waarom is deze ‘ongewone’ maat genomen? Omdat dit de maat is die ze in Engeland hanteerden, en alle spoorwegen daarop gebaseerd zijn. Waarom bouwden de Engelsen dit met deze afstandsmaat? Omdat dat dezelfde maat was die de eerste tramlijnen hadden. Waarom gebruikten ze deze maat voor de tram? Omdat de mensen die de tramlijnen bouwden dezelfde maat namen van de afstand tussen de wielen van de huif- en andere karren.
Waarom hadden die karren nu zo een rare maat?
7
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
Spoorlijnen Wel, als ze een andere maat namen dan braken de wielen af op de oude wielsporen in de baan.
Vanwaar kwamen die wielsporen? Het keizerrijk Rome bouwde voor zijn legioenen heirbanen tot in Engeland. Deze waren overal even breed en er werden op voorhand ‘groeven’ in gemaakt waarin precies hun karren en strijdwagens pasten, zo werd er geen enkele wagen beschadigd..
Dus, sedert dat de Romeinen hun wagens bouwden, wordt nog steeds dezelfde maat genomen voor het bouwen van de huidige treinrails. Nu kunt ge u afvragen: maar waarom 1,43 meter? Romeinse strijdwagens werden gebouwd op de maat van het achterste van twee paarden
8
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
Nog iets: Als ge de lancering van een spaceshuttle ziet, dan merkt ge een grote brandstoftank met daarnaast twee stuwraketten
Ingenieurs die de tank bouwden, wilden ze eigenlijk groter maken, maar de tank moest vanwaar ze gemaakt werd,
9
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
tot aan de lanceerbasis vervoerd worden per trein, door een tunnel in de bergen, en die tunnel is, zoals ge ondertussen al weet, zo breed als het achterste van twee paarden ..
De grootte van een spaceshuttle werd 2000 jaar geleden al bepaald door het achterste van twee paarden. En jij dacht dat het achterste van een paard maar iets stom was ? Paardenkonten bepalen veel nietwaar ?...
Tekst bezorgd door Bert Bogaert
10
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
De keet van moeder KEE Jan Caluwaerts (deel 1) Op de draaischijf van de negentiende naar de twintigste eeuw staat in het hart van de Kalmthoutse Heide een houten keet die luistert naar de naam “ Kambuus”, maar in de Kalmthoutse volksmond aangeduid wordt als “ De barak van moeder Kee”. Deze laatste benaming heeft de keet meegekregen van haar laatste bewoonster Anna Cornelia Teysen, een weduwe met drie kinderen, die de lokale volksgemeenschap aanspreekt met de troetelnaam “moeder Kee”. In oorsprong maakt de Kambuus deel uit van een aantal barakken die opgetrokken zijn in het centrale hoogduin van de Kalmthoutse heide. Naar het einde toe van de negentiende eeuw moeten deze barakken logies verstrekken aan de vervoerders van het zand van één van de hoogste duincomplexen van de Kalmthoutse heide, met name “de Vossenbergen”. Het zand moet dienen om in de Antwerpse metropool de spoorwegbermen aan te leggen tussen Antwerpen Centraal en Zurenborg. Een aftakkingspoor verbindt het Kalmthoutse hoogduin met het hoofdspoor in de Kalmthoutse wijk Heide. Onder de zandruimers bevindt zich Johannes Baptist Teysen uit Putte , de vader van Anna Cornelia Teysen, alias moeder Kee. Op een bepaald ogenblik trekt hij met zijn vrouw Theresia Franciska Claessens, zijn zoon Henricus, zijn dochter Carolina en zijn kleinkind Maria Thérésia in de Kambuus in. En alhoewel zij niet de allereerste vaste bewo- Anna Cornelia Teysen (moeder KEE) ners van de Kambuus zijn, o.m. de familie Coqueraux had er reeds haar intrek genomen, mogen wij toch stellen dat de vader van moeder Kee er als één van de eersten huisbewaarder is geweest tijdens de afvoering van het zand van de Vossenbergen.. Een jaar later voegt ook nog dochter Maria Philomena, de moeder van kleinkind Maria Thérésia, zich bij hen. Zij huwt achteraf met Andreas Franciskus Van Tilburg, de ploegbaas van de zandvervoerders, die de familie ook in de Kambuus vervoegt. De “Sus” Van Tilburg, de “Vergist” zoals ze hem in Putte noemen, en zijn vrouw zullen er trouwens al heel vlug instaan voor de uitbetaling van de lonen van de zandvervoerders. Dit gebeurt in de gelagzaal van de Kambuus. De logement- en eetkosten van de voorbije week worden telkens van de uitbetaalde lonen afgehouden.. En het gebeurt dat moeder Kee wanneer ze zelf vrijaf heeft bij de werkgever haar zuster en schoonbroer daarbij komt helpen of dat zij zelfs de Kambuus helpt bevoorraden door met paard en zak voedsel aan te halen op de Heuvel in Kalmthout.. Eens de Vossenbergen rond de eeuwwisseling gesloopt, verlaten de zandvervoerders voor goed de Kalmthoutse heide. Bij hun vertrek worden praktisch alle barakken afgebroken. Alleen de Kambuus blijft over. Samen met de zandvervoerders nemen ook “Sus” Van Tilburg en zijn familie afscheid van de Kambuus. Hij wordt eigenaar van één van de oudste hotels van Heide – Kalmthout, het hotel De
11
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
De keet van moeder KEE Kroon, dat in 1902 zijn ontplooiing vindt met een volledige nieuwbouw in de Heidestatiestraat tussen de huidige ingang naar het Willy Vandersteenplein en de Withoeflei. Ook de ondertussen ouder geworden vader en moeder Teysen-Claessens vergezellen hen daarbij. Finaal wordt de houten keet bewoond door Anna Cornelia Teysen, alias moeder Kee, met haar drie kinderen. Haar man, Franciskus Schmitz, waarmede we verder nog zullen kennis maken, sterft inderdaad nog juist voor dat zijn gezin zijn intrede doet in de Kambuus, nadat deze is omgevormd van een verblijfplaats voor zandvervoerders tot gedeeltelijk een woonhuis en gedeeltelijk een openbaar drank- , eet- en logementhuis voor de heidebezoekers. Moeder Kee zal er de gewaardeerde gastvrouw worden. In 1920 wanneer een bejaarde moeder Kee intrekt bij haar jongste dochter Anna Maria op de Heuvel in Kalmthout wordt de Kambuus afgebroken. Dat de Kambuus bij de aanvang van de 20-ste eeuw in het hartje van de Kalmthoutse heide uitgroeit tot een gegeerd drank- , eet- en logementhuis hoeft niet te verwonderen.
Juist in die periode ontdekt de Antwerpse burgerij, en al heel vlug ook de Brusselse en NoordBrabantse, volop de geneugten van de Kalmthoutse heide, met wandelingen doorheen de wijdsheid van een door de mens geboetseerde natuur. Daarenboven geraakt de welgestelde Antwerpenaar in De cambuus (foto 1905) de ban van dat “Kleine Zwitserland”, het Kalmthoutse hoogduin dat door de Antwerpse medische wereld gepromoveerd wordt tot een ideaal kuuroord voor mensen met gezondheidsproblemen. De trein Antwerpen – Roosendaal, met halten eerst in Kalmthout-dorp en daarna in HeideKalmthout, brengt de Kalmthoutse heide ook dichter bij de grootstedelijke leefgemeenschappen. We mogen inderdaad ook niet vergeten dat de automobiel eind 19-de/begin 20ste eeuw nog in de kinderschoenen staat, zodat ook de gegoede burgerij nog veelvuldig van de trein gebruik maakt. Dit is o.m. ook het geval voor de Joodse medeburgers die in die tijd meer en meer binnen de Antwerpse leefgemeenschap thuis komen en als pertinente natuurliefhebbers al heel vroeg de Kalmthoutse Heide, dat voor hen inderdaad "kleine Zwitserland", mede gaan ontdekken. Bedenkt men daarbij nog dat op de drempel van de 20-ste eeuw de Kambuus in het prille begin, samen met de Oude Withoef, de enige logeermogelijkheden zijn voor de Kalmthoutse heidebezoeker dan kan men er in komen dat Moeder Kee en haar Kambuus een begrip zijn geworden in de Antwerpse gouw en zelfs ver daarbuiten. Het plausibel karakter van moeder Kee en haar aantrekkingskracht naar de verschillende volkslagen toe verhogen daarbij nog de vermaardheid van de Kambuus.
12
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
De keet van moeder KEE De klanten van de Kambuus zijn inderdaad zeer gedifferentieerd. Zo zijn er de Kempense boeren uit de regio, die telkens ze heideplaggen gaan steken op de heide, niet kunnen nalaten in de Kambuus hun witte jenever te gaan degusteren. Waarbij moeder Kee steeds meent te moeten onderlijnen dat de Kambuus-jenever Kalmthoutse jenever is en geen Hollandse. Ook de jagers en de stropers, waaronder die uit Putte, Woensdrecht, Ossendrecht en Huybergen, kunnen trouwens een echte Kalmthoutse jenever waarderen. Verder is er dan de genietende stedelijke burgerij die, als vakantiegangers tijdens het weekend of voor een langere periode, in de Kambuus steeds welkom is. Deze zelfde burgerij zal trouwens heel vlug de “belle-époque”- hotelletjes als paddenstoelen uit de grond doen rijzen. Later dan zal zij, vooral in Heide, riante buitenverblijven laten bouwen, die finaal vaste residenties zullen worden. Twee welgekomen gasten in de Kambuus dienen wel uitdrukkelijk vermeld. Het zijn enerzijds de natuurliefhebbers, inzonderheid de mensen van Natuur-en Stedeschoon en anderzijds de beeldende kunstenaars, meer in ’t bijzonder de landschapsschilders. Sommigen van deze landschapsschilders zijn trouwens door de Kalmthoutse natuur zo bezeten dat zij zich in onze kontrijën komen vestigen. En inderdaad wat is er visueel mooier dan het spel van licht en schaduw in de stilte en onder de drijvende schapenwolkjes van onze Kalmthoutse Heide.En waar kan een natuurvereniging als Natuur- en Stedeschoon nuttiger werk verrichten dan in een regio waar twee natuurpiraten op vinkenslag liggen : de verkavelaars van de Zuiderheide en de nationale Boerenbond steeds op zoek naar het scheppen van meer landbouwgrond binnen de "gemene" gronden, die door vadertje staat economisch rendabel dienen te worden geDe Kalmthoutse heide: duinenzicht maakt. Na deze inleiding gaan we in de volgende afleveringen dan dieper in op het Kalmthoutse hoogduin en de zandruiming en op Moeder Kee en haar Kambuustoeristen. De keet van Moeder Kee / Het Kalmthoutse hoogduin Tijdens de laatste ijstijd schuren ijsschotsen op de bodem van een droogliggende Noordzee bodemdeeltjes uit. Een krachtige wind voert deze bodemdeeltjes vanuit het noorden mede over het vaste land. De lichtere kleideeltjes landen bij ons in de verder afgelegen regio’s als Haspengouw, Brabant, Namen en Henegouwen. De zwaardere zandkorrels komen dichterbij terecht in regio"s als Oost- en West -Vlaanderen, de Antwerpse en Limburgse Kempen.
13
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
De keet van moeder KEE Na de ijstijd waait de wind dan in overgrote mate vanuit het Westen. En voor een tweede maal wordt onze Kalmthoutse regio onder het zand bedolven. Ditmaal gaat het om zand dat vanuit de droge oude Scheldevallei van achter de Brabantse wal is aangevoerd.. Door een massale afzetting, een plaatselijke verstuiving en finaal een geleidelijke vastzetting door pioniersplanten, geven de aangevoerde zanden vorm aan het Kalmthoutse hoogduin . Enerzijds ontstaan, voornamelijk door rechtstreeks van achter de Brabantse wal gedeponeerd zand, immense lengteduinen zoals de Kambuus- en Wilgenduinen.Tot de voornoemde lengteduinen behoren ook de Vossenbergen, eens de trots van het Kalmthoutse hoogduin, waarover wij het binnen deze afleveringen over moeder Kee nog moeten hebben. Anderzijds geven plaatselijke verstuivingen vorm aan vennen zoals de Putse Moer en het Stappersven met daarrond paraboolduinen zoals de Hazenduinen en de Boterbergen. Een geleidelijke begroeiing met pioniersplanten zoals mossen, buntgras, heidespurrie en zandzegge hebben een podzolbodem ontwikkeld waardoor de losse zandkorrels van de moederlaag worden ingedekt. Door een verdere begroeiing heeft het duinenmassief dan een vaste vorm aangenomen. Nog in de tijd van Moeder Kee is de gestructureerde podzolbodem in een gesloten agrarische gemeenschap als die van Kalmthout economisch heel belangrijk. Hij bestaat uit vijf lagen, van boven naar beneden : een strooisellaag , een humuslaag, een uitgeloogde zandlaag, een herafgezette humuslaag, een herafgezette ijzerlaag (uit de uitgeloogde zandlaag) en finaal daaronder de grote ingedekte massa van het oorspronkelijk aangevoerde moederzand. De twee eerste lagen, worden door onze landbouwers uitgestoken ( men noemt dat plaggen) en in de put van de potstal gesmeten. De schapen en later ook de koeien laten hierop hun uitwerpselen vallen en zo verkrijgt men de beste meststof om de verzuurde zandgronden van onze Kempen op de matig waterrijke en aldus meer vruchtbare concave valleiranden rendabeler te maken. Met de invoering van de chemische meststof in het begin van de 20-ste eeuw zal langzamerhand een einde komen aan het gebruik van dit plaggen steken en van de potstal. Het Kalmthoutse hoogduin heeft duintoppen die tot 40 meter boven de zeespiegel pieken. Wel heeft een veelvuldig recreatief gebruik tijdens de laatste eeuw deze hoogten enigzins doen inleveren. Zoals we reeds hebben gezien groeit het Kalmthoutse hoogduin tijdens de “ belle-époque “ uit tot dat “Kleine Zwitserland”, zeer gegeerd als toeristisch oord door de Antwerpse burgers, de Brusselse hoofdstedelingen en de Noord- Brabanders uit het markiezanaat van Bergen-op-Zoom en de baronie van Breda. En zoals we ook al zagen is het ook door kunstenaars en natuurliefhebbers zeer gegeerd. Ook vandaag nog trouwens is het Kalmthoutse hoogduin als trekpleister nog een diamant binnen het kader van het grenspark De Zoom – Kalmthoutse heide. En we eindigen deze aflevering op een meer ontspannende noot. Heeft het Kalmthoutse duinenzand met zijn podzolbodem een belangrijke rol gespeeld in het leven van onze hardwer-
14
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
De keet van moeder KEE kende landbouwer, dan is niets minder waar voor de nog harder werkende landbouwersvrouw. Ons duinenzand, en dan vooral de uitgeloogde zandlaag van de podzolbodem, ligt mede aan de basis van welonderhouden hoevekes. Meer in 't bijzonder moet het dienen als poetsmiddel om mede de houten of rode tegeltjesvloeren van de hoevekes te schrobben en kraaknet te krijgen. Maar als er daarna nog zand over blijft krijgt zelfs de dochter van de boer haar onuitgesproken zin.In een goed geluimde bui tovert zij met het overgebleven zand in één van de hoeken van de boerderij op de houten of rode tegeltjesvloer, voor de geliefde, in een spectrum van geelachtige kleuren, de mooiste bloemenruiker van Kalmthout te voorschijn. De keet van moeder Kee / De Antwerpse zandhonger. Het kan niet ontkend dat de Antwerpse metropool in de voorbije eeuwen blijk heeft gegeven van een echte zandhonger. In een meer recentere periode is men hieraan tegemoet gekomen door vooral baggerzand uit de Schelde op te diepen. Maar vroeger is dat ooit anders geweest. Daar kunnen wij in Kalmthout over meepraten. Door de aanleg van de “ijzeren weg” van Antwerpen naar Roosendaal en verder door naar de Moerdijk en Rotterdam komt het Kalmthoutse duinenzand, half de 19-de eeuw, in het onmiddellijke bereik van de havenstad. Dit is des te meer het geval daar deze trein van Antwerpen naar het Noorden in het begin uitsluitend functioneert ten behoeve van het vervoer van goederen. Antwerpen heeft daarbij al onmiddellijk zand nodig voor het dempen van zijn Spaanse vesten. Reeds in 1860 wordt hiervoor voor de eerste maal Kalmthouts zand met de trein naar Antwerpen afgevoerd. Het gaat om zand van de Boterbergen. In de omgeving van de huidige viaduct van het Noord-eind , bezijden het domein De Greef, wordt het zand met aanvoerwagentjes langs een spooraftakking verzameld in treinwagons om dan met de trein langs het hoofdspoor verder te worden vervoerd. O.m. de beruchte “Hanskensduin” waarop in de middeleeuwen de ter dood veroordeelden geradbraakt zijn geweest is aldus in overgrote mate gesloopt. In 1874 heeft Antwerpen dan weer zand nodig, ditmaal om vele oude stadsvlieten te dempen. En weer wordt het Kalmthoutse duinenzand gesolliciteerd. Maar onverwacht komt er tegenstand van invloedrijke Antwerpenaren. Zij verzetten zich tegen het slachten van de kip met de gouden eieren. Het “kleine Zwitserland” mag niet verder onthoofd worden. Wie na de tussenkomst van deze “ natuurliefhebbers in opmars “ zou denken dat het Kalmthoutse zand nu voorgoed voor de Antwerpse zandhonger veilig is gesteld komt bedrogen uit. De Antwerpse zandhonger is in die tijd gewoon niet te stillen. In de jaren 1880/90 slaagt baron Terwagne van het “Syndicaat voor den handel en het vervoer van zand uit de Antwerpse Kempen” er dan in het Kalmthoutse gemeentebestuur een overeenkomst te ontfutselen om gedurende een langere periode zand aan het Kalmthoutse hoogduin te mogen onttrekken. Voor het toenmalige Kalmthoutse gemeentebestuur heb-
15
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
De keet van moeder KEE ben de duinen immers geen enkele waarde. Integendeel hun opruiming, aldus de redenering, zou een latere exploitatie van de Kalmthoutse vroente in het algemeen belang zelfs bevorderen. Daarenboven zou de zandafvoering ook werkgelegenheid scheppen voor de Kalmthoutse burgers. En dit is zeker niet onbelangrijk in een tijd dat in de landbouw de mechanisatie zijn intrede doet, waardoor het voor de dagloners, die in onze Kempen in overgrote mate in deze landbouw tewerkgesteld zijn, steeds moeilijker wordt om er bij de landeigenaars aan een job te geraken.
En wonder boven wonder , na een openbare mededeling aan de burgers, wordt ditmaal geen enkel protest ingediend. Het slopen van de Vossenbergen kan beginnen. En aan de verre horizont verschijnt boven de heuvels van zand de schaduw van moeder Kee. De keet van moeder Kee/Het slopen van de Vossenbergen Het onvermijdelijke kan niet vermeden worden. In de metropool wordt het nieuwe station van Antwerpen Centraal geconcipieerd. Vanaf het station richting Zurenborg moeten verhoogde spoorwegbermen worden aangelegd. Daarvoor is zand nodig, veel zand. En “de Vossenberg “, de trots van de Kalmthoutse heide, zal er moeten aan geloven. De dagen van de reus van de Kalmthoutse duinen, zijn inderdaad geteld. Zijn maximale hoogte bedraagt van de voet tot de top 19 meter. Maar de voet zelf bevindt zich op 25 meter boven de zeespiegel. De top strekt zich aldus uit op 44 meter boven de zeespiegel. Meester Verhoeven, de toenmalige Kalmthoutse onderwijzer uit Putte, schrijft over deze Vossenberg : “ Van zijn top had men de heerlijkste vergezichten. In zuidwaartse richting viel het oog op de Scheldestad met haren majestueuzen toren en torens en gebouwen in blauwen nevel gehuld, noordwaarts op het voormalig Wilhelminaklooster te Huybergen en op aanmerkelijke afstand verder, op den uit den blauwen nevel oprijzende toren der voormalige SintGertrudekerk te Bergen-op-Zoom; westwaarts op de torens en dorpen van Putte, Ossendrecht en Woensdrecht en op de Scheldestroom, zich vertonende als een breed zilveren lint aan de verren horizont ; en zuid-oostwaarts, had men het schoonste panorama van Kalmthout, wat men zich denken kan : zijn eeuwen oude toren, de nederige torenspits zijner oude kapel, twee molens met hunnen stilstaande of draaiende wieken, en den zomer achter het loof der bomen gedeeltelijk verscholen, leverde een landschap zo schoon als men zich dromen kan.” In1892 gaat de “Grote Belgische Centrale N.V” over tot de aanleg van een spoorbaanaftakking , die als het ware een wig drijft doorheen het huidige natuurreservaat ” De Kalmthoutse heide “, tot in het hoogduin.. De aftakking vertrekt aan de spoorweg Antwerpen – Roosendaal, ongeveer ter hoogte van het huidige station van Heide. Vandaar volgt het een traject dat in een hedendaagse omschrijving ongeveer als volgt kan worden aangeduid : Guido Gezellelaan, verhard fietspad doorheen de Withoefse heide, de Duitse weg in de Kalmthoutse heide, en eens het verlengde van de Korte Heuvelstraat voorbij gaat het zich vergaffelen in drie takken, die volgens de noodwendigheden verlegd worden.. Eén van de eerste eindtrajecten moet geëindigd zijn in de omgeving van het ven het “Muggepiske”. Het laatste eindtraject heeft gelegen aan de
16
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
De keet van moeder KEE rand van de Kambuusduinen. Er zijn ook drie overwegen geweest langsheen het aftakkingsspoor : één aan het zandwegbaantje van de Kijk-Uit, één op de steenweg van Kalmthout naar Putte en één aan de Korte Heuvelstraat. Wie vandaag doorheen de Guido Gezellelaan wandelt ontdekt in de nabijheid van het station van Heide een merkelijke verbreding van deze laan. Het is hier geweest dat het zand uit de duwwagonnetjes gebruikt op de heide wordt overgeladen op de normale spoorwegwagons. Met gebruik van een driehoekig aansluitingssysteem op het hoofdspoor kunnen de duwwagonnetjes dan terug de heide worden ingeduwd. Er wordt daarbij gretig gebruik gemaakt van de afhelling van het aftakkingspoor doorheen de Withoefse Heide naar de depressie rond de Putse steenweg. In 1898 is de afvoering van de Vossenbergen omzeggens een feit. Vandaag herinnert de vlakte van het Langven nog aan de exacte ligging van deze vroegere duinen. Achteraf is het voormelde spoortraject grosso modo nog tweemaal heraangelegd, een eerste maal om een verbinding tot stand te brengen met het landgoed van de Mont Noire en een tweede maal om een verbinding tot stand te brengen met het Duitse dorp in de Kambuusduinen tijdens de tweede wereldoorlog. Maar verder dan de molensteen op de Duitse weg zijn de Duitsers toen niet meer geraakt. Jan Caluwaerts Het volgende deel verschijnt in de Kempensche Tydinghen 83
17
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
SYMBOLEN EN HUN VERHALEN Symboliek van kleuren Kleurensymboliek is afhankelijk van tijd, land, cultuur, traditie en soms van plaatselijke omstandigheden. In het boek Exodus worden de kleuren paarspurper, blauwpurper, rood (karmijnrood en scharlaken), wit (linnen) en goud genoemd als kleuren die gebruikt werden bij de ver-vaardiging van de gewaden voor de priester en de aankleding van de ver-bondsark. Omstreeks 1200 werden door paus Innocentius III de kleuren vastgelegd voor de kerkelijke feestdagen en de gewaden van de priesters. Kleuren kregen een specifieke betekenis waardoor men personen als Maria en Jezus gemakkelijker kon herkennen, of om liefde, lijden of heiligheid uit te drukken. Kleur hielp zo mee om de afbeeldingen op mozaïeken, muurschilderingen, schilderijen, Paus Innocentius III (11791180 en 1191-1216) op beelden, iconen en gebrandschilderde ramen te begrijpen. een fresco uit de dertienIn het nu volgende overzicht is de betekenis en het gebruik van kleuren in de christelijke traditie weergegeven.
de eeuw
Kleurensymboliek in alfabetische volgorde
Blauw Goddelijkheid, oneindigheid, onschuld: het is de kleur van de hemel. Blauw wordt ook beschouwd als de kleur van de trouw en is in het Westen een Mariakleur. Bruin Armoede, nederigheid: de kleur van de aarde. Broeders en zusters van Franciscus en Clara van Assisi dra-gen vaak bruine habijten, Geel Licht, luister, glorie: de kleur van de zon. Afgunst, verraad: Judas wordt met een gele kleur afgebeeld. In Portugal wordt geel gebruikt bij kerkelijke feesten, soms in plaats van wit.
H. Clara en H. Franciscus
Goud Goddelijkheid, rijkdom: door de zeldzaamheid en duurzaamheid van het materiaal en haar glans werd het bij uitstek de kleur van het goddelijke en van rijkdom. 'Maak ook een bloem van zuiver goud en graveer daarin als in een zegel de woorden: de Heer gewijd. Maak ze niet een paars koord vast op de voorzijde van het hoofddeksel.' (Ex. 28:36) Aäron krijgt als teken van zijn wij-ding een tulband op zijn hoofd met een gouden plaat aan de voorkant (Lev. 8:9). Op afbeeldingen krijgen aan God toegewijde mensen, zoals heiligen, een goudkleurige stralenkrans of aureool (nimbus) rond hun hoofd.
18
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
Grijs Wereldverzaking: het is een kleur die door vele religieuzen gedragen wordt. Groen Hoop, groei, leven en toekomst: het is de kleur van het blad dat in de lente verschijnt en de kleur van het gras. 'God zal komen niet groene eeuwigheid' (Gezang 288:1 uit het Liedboek voor de kerHildegard van Bingen ken). In de Bijbel wordt God vergeleken met een altijd groene cipres (Hos. 14:9). Als beeld van een gezalfde wordt een groene olijfboom genoemd (Ps. 52:10). Soms wordt het kruis groen afgebeeld, waardoor de symboliek van de opstanding een extra dimensie van nieuw leven krijgt. Zo is groen als kleur van de hoop in gebruik voor de zondagen door het jaar. Soms wordt groen zelfs bij een uitvaart gebruikt. In de middeleeuwen werd groen ook beschouwd als de kleur van de heilige Geest (onder meer door Hildegard van Bingen). Het groen verwijst naar liet leven of zoals de geloofsbelijdenis het formuleert: Ik geloof in de heilige Geest, die Heer is en het leven geeft. Paars Rouw, boete en ingetogenheid: daarom in gebruik tijdens de advent en de veertigdagentijd en soms bij een uitvaart. Purper Gezag, koninklijkheid: het is de kleur van de mantels van de koningen in de Bijbel en van pausen en bisschoppen, Het was een kostbare kleur, die bereid werd uit een kleurstof afkomstig van purperslakken. 'Over de tafel van de toonbroden spreiden zij een blauwpurperen kleed uit . Met een blauwpurperen kleed bedekken ze de luchter.' (Num. 4:79) ' ... zal met purper be-kleed, de gouden keten dragen om zijn hals en als derde heersen in het koninkrijk.' (Dan. 5:7) (Zie ook Luc. 16:19 en Openb. 18:12-16). Rood Kleur van het bloed: het is het een verwijzing naar het martelaarschap en het lijden, maar ook naar de liefde die zich zelf offert. Als kleur van de Geest wordt rood gebruikt op het Pinkster feest, maar ook bij andere gebeurtenissen waarin de betekenis van de Geest een rol speelt, bijvoorbeeld bij het vormsel en de bevestiging van ambtsdragers. Ook bij een huwelijksviering en het doen van belijdenis kan voor rood, in plaats van wit, gekozen worden. Als kleur van het bloed en de liefde die zich offert wordt rood soms gebruikt op Palmzondag en Goede Vrijdag en op dagen waarop martelaren herdacht worden. Het scharlakenrood en het karmijnrood dat in de Bijbel genoemd wordt, is een kleurstof afkomstig van insecten die onder meer voorkomen op eiken (Quercus coccifera of Quercus calliprinos) in Israël. Roze Licht dat doorbreekt: het is de liturgische kleur op de derde zondag van advent (Gaudete) en de vierde zondag van de veertigdagentijd (Laetare). Op deze zondagen breekt het licht van het komende feest reeds door en verandert het paars in roze.
19
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
Wit Vreugde, feest, waarheid, reinheid: het is de kleur van sneeuw die ongereptheid en zuiverheid oproept. 'Zouden uw zonden, die als scharlaken zijn, wit kunnen worden als sneeuw?" (Jes. 1:18) 'Wie zijn dat in die witte gewaden?’ De kleding van de meeste religieuzen bevat wit, vaak als onderkleed. Priesters dragen onder hun kazuifel een witte albe. Wit is de liturgische kleur voor de grote feesten zoals Kerstmis, Epifanie, Pasen en de Paastijd. Wit wordt gebruikt bij de doop, het huwelijk en soms bij de uitvaart.
Zilver Reinheid en zuiverheid: zilver kan wit vervangen. Zwart Duisternis, diepste rouw, wereldverzaking: er is geen licht meer. 'Gekromd ben ik, diep gebogen, alle dagen ga ik in het zwart.' (Ps. 38:7). Als teken van wereldverzaking en nederigheid dragen vele religieuzen als bovenkleed zwart. In bepaalde reformatorische kringen is het een gewoonte om in het zwart gekleed naar de kerk te gaan. Soms wordt zwart gebruikt als liturgische kleur op Goede Vrijdag.
(Symboliek van getallen, letters en vormen) Dit overzicht bevat geen volledige opsomming van getallen, letters en vormen met hun symbolische beteke-nis in de christelijke traditie. Gekozen is voor verwijzingen die functioneel zijn in bloemwerk, De totaalschikking kan een bepaalde vorm hebben, maar u kunt ook de vorm als attribuut in een compositie verwerken. Getallen en letters kan men uit steekschuim snijden, maar ook kant klaar kopen. Dat geldt tevens een aantal vormen, zoals hart, kruis, cirkel en vierkant. Een eenvoudige boog kunt u maken door een grote kransvorm (90 cm) door te zagen. U kunt natuurlijk ook de gewenste vorm uit karton snijden of zagen uit triplex. Het is verder mogelijk buigzame takken of bundels gras of stro ie gebruiken. Op triplex kunt u droogbloemen lijmen. Ook kunt u uit Oasissec vormen snijden en hierin droogbloemen steken. Soms hebben takken of stronken hout al van zichzelf een bijzondere vorm. Een getal kunt u bovendien uitdrukken door het juiste aantal of groepjes sprekende bloemen te gebruiken.
Getallen 1 De ene God: 'Hoor Israël: de Heer is onze God; de Heer is één!' 2 Oude en Nieuwe Testament. De twee stenen tafelen (Deut. 10:3). 3 De Drie-ene-God, de Heilige Drievuldigheid. De wijzen uit het Oosten die later in de volkstraditie als drie koningen beschouwd werden en de namen kregen Balthasar, Melchior en Caspar (Matth. 2:7:12).
20
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
Geloof, hoop en liefde (1: Cor. 13:13), ook wel de drie goddelijke deugden genoemd. 4 De vier evangelisten en de vier evangelieboeken Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes. De vier jaargetijden lente, zomer, herfst en winter. De vier windstreken noord, oost, zuid en west. 'Daarna zag ik vier engelen staan aan de vier hoeken der aarde, die de vier winden der aarde in bedwang hielden.' (Openb. 7:1) (Zie ook: Jer. 49:36. Ezech. 37:9) De vier elementen lucht, vuur, water en aarde. Vier paradijsstromen: 'Uit Eden stroomt de rivier die water geeft aan de tuin; hij splitst zich in vier armen.' (Gen. 2:10). 5 De vijf wonden van Christus (vol-gens de traditie). De vijf zintuigen van de mens: ge-voel, gehoor, gezicht, smaak en reuk. De boeken van Mozes: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium. De vijf domme en vijf verstandige bruidsmeisjes (Matth. 15:1:13). 6 De zes kruiken bij de bruiloft te Kana Joh. 2:6). De zes werken van barmhartigheid: het geven van voedsel en drinken aan hen die honger en dorst hebben, het opnemen van vreemdelingen, het kleden van armen, herbezoeken van zieken en gevangenen (Matth. 25:35:36). Later werd daaraan nog het begraven van de doden toegevoegd en zo ontstonden de zeven werken van barmhartigheid. 7 Het heilige getal bij uitstek: 3 + 4, ofwel het getal voor de Drie-ene God en vier, het getal van de wereld, de vier elementen en de vier windstreken en uiteinden. De zeven scheppingsdagen. De zevenarmige kandelaar (Ex. 25:31:40). Zeven gaven van de Geest: wijsheid, verstand, raad, sterkte, godsvrucht, wetenschap en ontzag voor God (Jes. 11:2.). Zeven deugden (volgens de traditie): geloof, hoop en liefde (drie goddelijke deugden) en voorzichtigheid, rechtvaardigheid, sterkte en matigheid (vier zogenaamde hoofddeugden). Zeven hoofdzonden (volgens de traditie): hoogmoed, gierigheid, nijd, onkuisheid, onmatigheid, wrevel en traagheid. 8 Zeven is het getal van de schepping, acht is het getal van de opstanding en herschepping in Christus, de eerste dag van de nieuwe week. De achthoek was een veelgebruikte grondvorm voor een doopvont of een doopkapel. Door de doop wordt men nieuw geboren en begint een nieuw leven. 'Al uw mannelijke kinderen moeten, als ze acht dagen oud zijn, besneden worden.' (Gen. 17:12) Achtarmige kandelaar bij het joodse Chanoekafeest: 'Acht dagen lang vierden zij het feest van de altaarwijding.' (I Makk. 4:56)
21
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
9 En op het negende uur riep Jezus met luider stem.' (Marc. 15:34) Negen maanden draagt een vrouw haar kind (2 Makk. 7:27). 10 De tien geboden (Ex. 20:1:7, Deut. 5:21). De tien drachmen (Luc. 15:8). De tien melaatsen (Luc. 17:12). 12 Het aantal zonen van Jakob, die ook Israël genoemd wordt, en hier-uit voortkomend de twaalf stammen van Israël (Gen. 35:22:25, Gen. 49:28). De twaalf apostelen (Marc. 3:16:19). De twaalf artikelen van de geloofs-belijdenis. De twaalf maanden van het jaar. 40 'Veertig dagen lang hield de vloed over de aarde aan.' (Gen. 7:17) 'Mozes trad de wolk binnen en be-steeg de top. Hij bleef op de berg gedurende veertig dagen en veertig nachten.' (Ex. 24:18) 'Veertig jaar heb Ik u door de woestijn laten trekken.' (Deut. 29:4). In veertig jaar is er een geheel nieuwe generatie. Jezus verbleef veertig dagen en veer-tig nachten in de woestijn en vastte (Matth. 4:2).
Letters Alfa en Omega De eerste en laatste letter van het Griekse alfabet. Ze verwijzen naar de Heer die het begin (alfa) en het einde (omega) is (Openb. 1:8). X en P De Griekse beginletters van Christus (X = ch en P = r). De combinatie van deze letters wordt vaak als christusmonogram gebruikt.
IHS Middeleeuwse schrijfwijze (afkorting) van de Griekse naam voor Jezus. De Latijnse verklaring van deze afkorting, lesus Hominum Salvator (Jezus: mens en redder) is van latere datum. I.N.R.I. Latijnse afkorting voor Jesus Nazaraeus Rex judaeorum (Jezus de Nazarener, koning van de joden). Deze tekst werd als opschrift aan het kruis bevestigd (Luc. 23:38, Joh. 19:19). T (Tau) Een kruisvorm die herinnert aan St. Antonius en aan broeders en zusters van Franciscus en Clara van Assisi. De Tau is de laatste letter van het Hebreeuwse alfabet. In 1215 schreef paus
22
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
Innocentius III: 'De Tau heeft de vorm van het kruis voordat Pilatus er het opschrift op liet aanbrengen.' De Antoniusbroeders droegen het teken op hun kleed als beeld van toewijding. Franciscus zag dit en gebruikte de Tau bij de ondertekening van zijn brieven en zegenwensen (tek. 12).
Vormen Achthoek (octogoon) De symboliek komt van het getal acht, dat verwijst naar de opstanding en herschepping in Christus (zie ook het getal acht). Anker Een beeld van hoop en standvastigheid; 'De hoop is het veilige en vaste anker van onze ziel' (Heb. 6:19) Boog Een boog is het teken van het verbond tussen God en de aarde (Gen. 9:13). De regenboog wordt ook als teken van hoop en vrede beschouwd. Cirkel (krans, nimbus) Een cirkel verwijst naar God en symboliseert tevens eeuwigheid en volmaaktheid. Aan een cirkel is geen begin en einde. Deze symboliek gaat over op de krans en de stralenkrans (nimbus), die op schilderijen met goud ingekleurd wordt rond de hoofden van heilige personen. Hiervan afgeleid is de ellips- of amandelvorm (mandorla) die soms als achtergrond bij afbeeldingen van personen zoals Maria of Jezus dient. Driehoek Een gelijkzijdige driehoek is een verwijzing naar de Drieene-God. Hart Een beeld van liefde, soms ook het beeld voor de ziel. Mandorla Kruis Het teken van lijden en opstanding van Jezus en het symbool van het christelijk geloof. Het kruis wordt ook gezien als de verbinding tussen hemel en aarde. Er zijn vele varianten op de kruis-vorm, bijvoorbeeld: andreaskruis, ankerkruis, gaffelkruis, Grieks kruis, hugenotenkruis, Latijns kruis, St. Anthoniuskruis of Tau kruis Latijns Kruis Grieks Kruis
Maan Verwijst naar het levensritme en bepaalt het ritme van eb en vloed. Zij is ook een beeld van de opstanding: na elke nieuwe maan wordt het weer volle maan. Ster Een teken van heil. De stralende morgenster verwijst naar Jezus (Openb. 22:16). Een vijfpunt-
23
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
ster (pentagram) kan naar de vijf boeken van Mozes verwijzen, maar ook naar de vijf zintuigen van de mens of de vijf wonden van Jezus. De zespuntster (hexagram) is het symbool van het jodendom. Vierkant De aarde: men meende vroeger dat de aarde plat en vierkant was (Ezech. 7:2, Openb. 20:8). Zon Licht van de Allerhoogste: ook de zon heeft de vorm van de cirkel. Het gezicht van Jezus straalt als zon bij de gedaanteverandering (Matth. 17:12). Hij is ‘de Opgaande Zon, die verschijnt aan hen die in het duister en de schaduw van de dood gezeten zijn, om onze voeten te richten op de weg van vrede. (Luc. 1:78:79).
Symboliek van voorwerpen, materialen, dieren en personen Hier volgt een beperkte keuze uit de vele voorwerpen, materialen, dieren en personen die een symbolische betekenis kregen in de christelijke traditie. lconografische naslagwerken kunnen u verder op weg helpen. We hebben onze keuze vooral laten bepalen door wat in een bloemschikking bruikbaar is. Sommige afbeeldingen kunt u zelf maken. Verzamel voor uw schikkingen zoveel mogelijk voorwerpen en afbeeldingen.
Voorwerpen, materialen en dieren Aarde Leven: uit de aarde komt alle leven voort. Met water, vuur en lucht is aarde een van de vier elementen van de kosmos. Franciscus van Assisi noemt dit element onze zuster, Moeder Aarde. De mens is geschapen uit stof van de aarde (Gen. 2:7). De Latijnse namen homo (mens) en humus (aarde) zijn verwant aan elkaar, evenals het Hebreeuwse Adam (mens) en adamah (rode aarde, aardstof). As Rouw, vergankelijkheid: het was in de bijbelse tijd gewoonte om bij rouw as over het hoofd te strooien. 'Toen strooide Tamar as op haar hoofd, scheurde het lange kleed dat ze droeg doormidden, legde haar hand op haar hoofd en ging jammerend heen.' (2 Sam. 13:19) Stof wordt in dezelfde betekenis gebruikt. 'Luid verheffen ze hun stem en bitter klagen ze om u; ze strooien stof op hun hoofd en bedekken zich met as,' (Ezech. 27:30) Boete: vanaf de 10e eeuw wordt as gewijd en gebruikt om op Aswoensdag, aan het begin van de Veertigdagentijd, een kruis te maken op het voorhoofd van de gelovigen als her-innering aan hun eigen vergankelijk-heid en als teken van boete. (Zie ook jute.) Banier Overwinning: vaak wordt een vaan-del afgebeeld in combinatie met een lam, als beeld van Jezus. Dan verwijst deze banier naar de opstanding en de overwinning op de dood.
24
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
Berg Plaats van goddelijke openbaring: 'Komt, laat ons opgaan naar de berg van de Heer.' (Micha 4:2) In de kerk is dit idee doorgevoerd door de lezenaar en het altaar of het gehele liturgische centrum te verhogen (maar dat gebeurt natuurlijk ook om praktische redenen). Boom Beeld van leven en goddelijke openbaring: ' ... daarbij was ook de boom van het leven midden in de tuin en de boom van de kennis van goed en kwaad.' (Gen. 2:9) Het kruis wordt ook wel beschouwd als de levensboom en daarom wordt het soms afgebeeld met takken en bladeren. Brood Leven, offer: in het Oude Testament is brood een van de offergaven voor God. In de tempel wordt een aparte plaats voor de toonbroden ingericht. In het Nieuwe Testament verwijst brood naar Jezus als het levende en gebroken brood. 'Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid.' (Joh. 6:51) Duif De duif is het symbool van de heilige Geest. Ei Nieuw leven: in de joodse traditie is het gebruikelijk tijdens het begrafenismaal als eerste gerecht brood en eieren te eten. In de kerken van het Oosten is het gewoonte om met Pasen broden en symbolisch versierde eieren mee te brengen naar de kerk om gezegend te worden. De gewoonte om met Pasen eieren te eten kan eveneens naar opstanding en het nieuwe leven verwijzen. Haan Waakzaamheid en verwachting: hij kraait zodra de zon (een beeld van de Heer) in het Oosten verrijst, als zodanig verwijst hij naar de weder-komst van de Heer. Berouw: samen met Petrus afgebeeld kan de haan ook verwijzen naar be-rouw (Luc. 22:54:62.).
Honing Goddelijke zoetheid, zegen: 'Ik daal af om mijn volk te bevrijden uit de macht van Egypte, om het weg te leiden uit dit land naar een land dat ,goed en ruim is, een land van melk en honing.' (Ex. 3:8) 'Hoe kostelijk uw woorden te proeven; bij het zeggen zoeter dan honing.' (Ps. 119:103) Jute Boete: het was vroeger een gewoonte, ook reeds in de bijbelse tijd, bij het doen van boete zich te kleden in ruige kleding, het boetekleed. 'Maar de Ninevieten zochten hun steun bij God; zij riepen een vasten uit en allen, van groot tot klein, trokken zij boetekleren aan hij stond op van zijn troon, legde zijn staatsiegewaad af, trok een boetekleed aan en zette zich neer in het stof.' (Jona 3:5:6) Kaars (zie ook lamp) Licht, goddelijke aanwezigheid: 'Ik ben het licht van de wereld' (Joh. 8:12). Met name de paas-
25
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
kaars verwijst naar de opgestane Heer. Deze betekenis wordt versterkt door de witte kaars en het gebruik van zuivere bijenwas bij de samenstelling van de kaars. De nijvere bij is een beeld van kuisheid. De vijf wierook-korrels in (katholieke) paaskaarsen zijn een herinnering aan de vijf wonden van Jezus. De brandende godslamp in katholieke kerken en de kerken van het Oosten herinnert aan de altijddurende aanwezigheid van God. Kroon Bevestiging van uitverkiezing: spe-ciaal een teken van koningen. Jezus krijgt als koning van de joden een doornenkroon op zijn hoofd geplaatst (Matth. 27:29). Lam Beeld van Jezus: Jezus wordt voor-gesteld als het paaslam dat geofferd moest worden. Als het lam is afgebeeld met een banier dan is het een symbool van opstanding en overwinning. Lamp (zie ook kaars) Waakzaamheid: als teken van hun waakzaamheid houden de verstandige bruidsmeisjes hun lampen brandend terwijl zij de bruidegom verwachten (Matth. 25:1‑13). Olie Heil, kracht: met olie worden koningen, priesters en aan God toegewijde mensen gezalfd. 'Toen nam Samuel een kruikje olie en goot dat uit over het hoofd van Saul. Hij kuste hem en zei: "U heeft de Heer gezalfd tot vorst over zijn eigen volk".' (I Sam. 10:1, zie ook Ex. 30:22-25) Nog steeds gebruiken onder meer katholieken in de liturgie olie als teken van heil, kracht en bevestiging bij de doop, het vormsel, de wijding van priesters en bisschoppen en de zalving van zieken. Pauw Opstanding: hij verliest elk jaar zijn staartveren, maar krijgt die in de lente terug. Ook zal meegespeeld hebben dat een pauw onverwacht zijn staartveren laat opstaan. In die staartveren herkende men dan de ogen van God. Pelikaan Jezus Christus: de vogel zou zichzelf verwonden om met zijn eigen bloed zijn jongen te voeden, zoals Jezus zijn bloed offerde voor het heil van mensen. Rots Geloofszekerheid: het is een beeld van God en Jezus waaraan men houvast heeft. 'De Heer is mijn steenrots.' (Ps. 18:3) ' ... want zij dronken uit een geestelijke rots die met hen meeging, en die rots was de Christus.' (I Cor. 10:4) Schedel Wereldverzaking, vergankelijkheid: bij afbeeldingen van heiligen worden schedels vaak gebruikt om aan te duiden dat zij in hun wijze van leven het eeuwig leven boven het aardse leven stellen. In de schilder-kunst worden stillevens waarin een schedel nadrukkelijk geschilderd is vanitas‑voorstellingen (vanitas = ijdelheid) genoemd. In deze voorstellingen werden bijvoorbeeld ook munten, sieraden, tabak en andere luxe artikelen, zoals exclusieve schelpen, gebruikt als beeld van ijdelheid. Deze stillevens werden vaak aangevuld met uitvallende bloemen, aangevreten vruchten en vliegen als beelden van vergankelijkheid. Wellicht zijn sommige vanitas voorstel-ingen ook een verwijzing naar het boek Prediker. 'Ijl en ijdel zegt Prediker, alles is ijdel.' (Pred. 1:2 en 12:8)
26
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
Schelp Doop: het is een gewoonte geweest om met behulp van een schelp te dopen. Pelgrim naar Santiago de Compostela: bedevaartgangers naar het graf van de apostel Jakobus de Meerdere in de kathedraal van deze stad dragen op de terugweg een schelp die men daar op het strand vond. Jakobus de Meerdere wordt namelijk vaak met een schelp afgebeeld. Schip Kerk: denk aan de ark van Noach (Gen. 6:8) en aan het verhaal waarin Jezus de leerlingen in een boot te hulp komt (Matth. 14:22:33). Het schip is ook het beeld van de oecumene en het embleem van de Wereldraad van Kerken. Staf Bevestiging van heil en macht: de staf van Aäron loopt uit en gaat bloeien. Hiermee wordt zijn uitverkiezing bevestigd. ' ... neem in uw hand de staf waarmee ge de Nijl geslagen hebt en begeef u op weg. Ik zal ginds, voor uw ogen, op een rots staan, op de Horeb. Sla op die rots: er zal water uitstromen zodat de mensen kunnen drinken (. . . ) Zelf ga ik met de staf van God in mijn hand op de top van de heuvel staan.' (Ex. 17:5:9) Steen Fundament, geloofszekerheid: beeld van Jezus zelf als de steen die tot hoeksteen wordt (Matth. 21:42.). Vis Beeld van Jezus: het Griekse woord voor vis ICHTHUS is de afkorting van een korte geloofsbelijdenis: Ie-sous CHristos THeou Uios Soter (Jezus Christus Gods Zoon en Verlosser). Beeld van gedoopten: zoals een vis alleen in het water kan leven, ontvangt een gelovige door het doopwater nieuw leven. Vlinder Opstanding: bij het tot leven komen van de vlinder kruipt hij uit de cocon en roept daarmee het beeld op van het schijnbaar dode graf waaruit Jezus opstaat. Vuur Openbaring van goddelijke aanwezigheid: 'De Sinaï was geheel in rook gehuld omdat de Heer in vuur was nedergedaald.' (Ex. 19:i8) 'Er verscheen hun iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette. Zij werden allen vervuld van de heilige Geest. . .' (Hand. 2:3:4) Water Reiniging: 'Toen ging hij naar de Jordaan en dompelde zich zevenmaal onder, zoals de man Gods gezegd had. Zijn huid werd weer als die van een klein kind en hij was gereinigd.' (2 Kon. 5:14) Dreiging, dood: 'Mij omsloten banden des doods, mij belaagden onheilspellende stromen.' (Ps. x8:5) Denk ook aan het zondvloedverhaal (Gen. 6:8). Leven, wedergeboorte: 'Ik zeg U: als iemand niet geboren wordt uit water en geest, kan hij het
27
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
Rijk Gods niet binnengaan.' (Joh. 3:5) Denk ook aan het scheppingsverhaal (Gen. I). Doop, dood én leven: 'Door de doop in zijn dood zijn wij met Hem begraven, opdat ook wij, zoals Christus door de macht van zijn Vader uit de doden is opgewekt, een nieuw leven zouden leiden.' (Rom.6:4) Eeuwig leven: maar wie van het water drinkt dat Ik hem zal geven, krijgt in eeuwigheid geen dorst meer; integendeel, het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een waterbron worden, opborrelend tot eeuwig leven.' (Joh. 4:13:14) 'Toen toonde mij de engel de rivier met het water des levens, helder als kris-tal, die ontwelde aan de troon van God en van het Lam.' (Openb. 22:I) Weegschaal Gerechtigheid en rechtvaardigheid: het afwegen van goed en kwaad. Wijn Offer, bloed, leven en vreugde: voor Israël is wijn een van de offergaven bij het Pesachfeest (Lev. 23:13). Wijn wordt in het Nieuwe Testament bij het laatste avondmaal een teken van het Nieuwe Verbond. 'Evenzo gaf Hij de beker, na de maaltijd, terwijl Hij sprak: "Deze beker is het Nieu-we Verbond in mijn bloed, dat voor u wordt vergoten".' (Luc. 22:20) Zand, woestijn Beproeving: de Israëlieten trokken veertig jaar door de woestijn en ont-vingen daar de Wet en de geboden. Johannes de Doper verbleef in de woestijn, en daar kwam het Woord van God over hem (Luc. 3:2). Ook Jezus verbleef veertig dagen in de woestijn (Luc. 4:1-2). De woestijn is een gebied waar men op de proef wordt gesteld, maar waar God zich juist dan kan openbaren. Zout Onvergankelijk: door de conserverende werking een teken van het verbond tussen God en de mensen (Lev. 2:13). Zwaard Gerechtigheid, oordeel: het zwaard wordt vaak in combinatie met de weegschaal afgebeeld. Bij afbeeldingen van martelaren kan het zwaard verwijzen naar hun dood.
Personen Soms worden beelden gebruikt om personen uit te beelden, zoals het Lam beeld is van Christus. Vaak is een bepaalde afbeelding in de kerk op een antipendium (voorhangsel) of een ander kleed reeds aanwezig. U kunt daar met de schikking op aansluiten. In andere gevallen zou men ook zelf de afbeelding kunnen maken of iconen of foto's kunnen ge-bruiken. Drie-ene God Een gelijkzijdige driehoek of een regenboog met de kleuren rood, blauw en geel. Jezus Christus Lam, pelikaan, vis, paaskaars, kandelaar, rots, (hoek)steen, wijnstok, druiven, wijn, brood en korenaren. (Kerk)deur: 'Voorwaar, voorwaar, Ik zeg U: Ik ben de deur van de schapen.' (joh. 10:7) Herder, staf, kind.
28
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
Heilige Geest Duif, vuur en vlammen. Evangelisten Een schrijftafel of een lezenaar kenmerken alle vier evangelisten. Zij hebben ook hun eigen symbolen: Mattheüs: mens Marcus: leeuw Lucas: rund Johannes: adelaar Soms hebben deze symbolen vleugels gekregen. Apostelen Zij worden op blote voeten voorgesteld en met een schriftrol of een boek in de hand. Tevens hebben ze een specifiek attribuut dat aan hun dood herinnert (kruis of zwaard) of aan een legende, of aan het beroep dat zij uitgeoefend zouden hebben. Petrus: sleutels en kruis of een staf Andreas: Andreaskruis of een Latijns kruis Jakobus de Meerdere: zwaard, pelgrimsstaf en jakobusschelp Johannes: kelk Thomas: zwaard en winkelhaak Jakobus de Mindere: knots, vollerstang (een tang die bij het bewerken van weefsels gebruikt werd) Filippus: zwaard of lans, soms een kruisstaf Bartolomeüs: mes Mattheüs: zwaard of geldbuidel Simon: zaag Taddeüs: knots Matthias: bijl Martelaren Zij worden vaak afgebeeld met een palmtak in hun hand of met een krans (als beeld van de rechtvaardiging) en het martelwerktuig waardoor ze gestorven zijn. Heiligen Heiligen worden door een specifiek attribuut gekenmerkt. Dit kan een voorwerp, maar ook een vogel of een bloem zijn. Het attribuut hangt vaak samen met een gebeurtenis uit hun leven. Kerkvaders. kerkleraren en ordestichters Evenals de apostelen zijn zij herkenbaar aan een schriftrol of boek.
Tekst: MONUMENTENDAG VLAANDEREN 2002
29
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
NIEUWE AANPAK GIDS- EN REISLEIDERSKAART Beste toeristische gids/reisleider, toeristische dienst en/of gidsorganisatie In nauwe samenwerking met verschillende opleidingspartners (CVO's, Syntra's en socio-culturele organisaties) zet Toerisme Vlaanderen in op een kwaliteitsvolle en hoogstaande gids- en reisleideropleiding. Eén van de symbolen van deze succesvolle samenwerking is de gids- of reisleiderskaart. Deze kaart wordt uitgereikt aan alle afgestudeerde gidsen en reisleiders in Vlaanderen. Momenteel zijn er al ruim 4000 personen in het bezit van een geldige gids- of reisleiderskaart. De gids- en reisleiderskaart heeft doorheen de jaren een belangrijke symboolwaarde verkregen en wordt dan ook door veel gidsen en reisleiders met fierheid gedragen. De afgelopen twee jaar hebben we gesleuteld aan een nieuw gids- en reisleidersbeleid bij Toerisme Vlaanderen. Om onze inspanningen meer kracht bij te zetten, focussen we meer en meer op gids- en reisleidersorganisaties in plaats van op individuele gidsen en reisleiders. Als gevolg van deze focusverschuiving en in grondig overleg met alle betrokken partijen werd beslist om met ingang van 1 maart 2016 het mandaat voor het uitreiken van de gidsen reisleiderskaarten over te dragen aan alle erkende opleidingspartners.
Wat verandert er concreet? Vanaf nu kunnen alle nieuwe afgestudeerde gidsen en reisleiders terecht bij de erkende opleidingspartners voor het afleveren van hun gids- en reisleiderskaarten. Je kan de lijst met erkende opleidingspartners bekijken op de website van Toerisme Vlaanderen.
Gidsen en reisleiders die hun kaart verliezen of door diefstal kwijtspelen, kunnen zich vanaf nu wenden tot de erkende opleidingspartner waar men de opleiding gevolgd heeft of, indien deze opleidingspartner niet langer bestaat, tot de erkende opleidingspartner die het dichtst bij de eigen woonplaats ligt.
Er is door alle partners een administratieve kost van 25 euro vastgelegd voor het aanleveren van een nieuwe kaart bij verlies of diefstal. De gids- en reisleiderskaart kreeg bovendien een nieuw jasje. Alle erkende opleidingspartners hanteren vanaf nu hetzelfde kaartsjabloon (ontworpen door Toerisme Vlaanderen) bij het afleveren van nieuwe kaarten:
Wat als je al een gids- of reisleiderkaart hebt? De oudere, nog door Toerisme Vlaanderen afgeleverde, kaarten blijven geldig. Gidsen en reisleiders die een geldige kaart hebben, hoeven die dus niet te laten vervangen. Ook de 'oude' kaart staat uiteraard nog steeds symbool voor het gevolgd hebben van een kwaliteitsvolle gids of reisleidersopleiding.
Samen met jullie werkt Toerisme Vlaanderen aan een hogere klantentevredenheid en betere reputatie van Vlaanderen als kwaliteitsvolle bestemming. We bundelen alle ondersteunende instrumenten voor gidsorganisaties op kwaliteit.toerismevlaanderen.be. Bij vragen of opmerkingen omtrent de nieuwe aanpak van gids- en reisleiderskaarten kan je steeds terecht bij
[email protected]. Met vriendelijke groet Peter De Wilde administrateur-generaal Toerisme Vlaanderen
30
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
Volgende vergadering - JUNI : diamantcentrum in Nijlen
Activiteiten gemeld door onze leden :
Zaterdag 23 april : Opening toeristisch seizoen te Wuustwezel
Zondag 24 april: Feest op het ECODUCT (Wuustwezel—Loenhout) —>Regionaal Landschap de Voorkempen, de Vlaamse Overheid, gemeenten Wuustwezel en Hoogstraten en tal van andere verenigingen organiseren op zondag 24 april 2016 een publieksevenement aan het ecoduct
31 31
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016
Kempensche Tydinghen nr XX De teksten voor de Kempensche Tydinghen 83 dienen voor 31 mei bij de voorzitter toe te komen.
Te lezen in volgende uitgave :
Teksten die later toegestuurd worden, verschijnen in de KT 84.
1. De keet van moeder KEE (deel 2) ( Jan Caluwaerts)
Mil Blancquaert :
[email protected]
2. Frans verstreken: cineast en zoveel meer (Marc Keustermans)
Patrick Aerts :
3. Symboliek en beeldkracht van bloemen, planten en bomen
[email protected]
4. …………..
Gidsenvereniging Antwerpse Kempen Mil Blancquaert Lange Eerselstraat 63 2200 Herentals Tel: 014/22 05 79 GSM: 0498/31 04 99 e-mail:
[email protected]
UW LOGO
32
Kempensche Tydinghen nr 82 — Januari — Februari — Maart 2016