Keizersnede U bent zwanger en de kans bestaat dat uw kind door een keizersnede wordt geboren. Of misschien weet u zeker dat u met een keizersnede zult bevallen. In deze folder leest u wat u kunt verwachten bij een keizersnede. Wat is een keizersnede? De medische term voor een keizersnede is een sectio caesarea. Een keizersnede is een operatie waarbij het kind ter wereld komt door een opening die in de onderbuik van de moeder en in de baarmoeder wordt gemaakt. De operatie duurt ongeveer 30 tot 45 minuten. De baby wordt ongeveer vijf minuten na het begin van de operatie geboren. Daarna maakt de gynaecoloog de baarmoeder en de verschillende lagen van de buikwand met hechtingen dicht. Redenen voor een keizersnede De gynaecoloog adviseert een keizersnede alleen als een bevalling via de vagina niet mogelijk is of te grote risico’s met zich meebrengt voor u, uw kind of voor u beiden.
Een geplande keizersnede Soms is al vóór de bevalling duidelijk dat een keizersnede nodig zal zijn, bijvoorbeeld als uw kind dwars in de buik ligt. In andere gevallen blijkt tijdens de zwangerschap dat een keizersnede nodig is, bijvoorbeeld als de placenta (moederkoek) voor de baarmoedermond ligt, als een vleesboom verhindert dat het kind kan indalen, of als er complicaties zijn zoals een placenta die onvoldoende functioneert. In deze gevallen spreekt men van een geplande of primaire keizersnede.
Een keizersnede tijdens de bevalling Vaak wordt pas tijdens de bevalling duidelijk dat een keizersnede nodig is. Dit noemt men een secundaire keizersnede. De meest voorkomende redenen daarvoor zijn dat de bevalling niet vordert of dat het kind het niet prettig vindt. Het is mogelijk dat u wel goede weeën heeft, maar dat de bevalling toch niet opschiet. Soms komt dat omdat het aantal centimeters ontsluiting niet goed toeneemt. Ook is het mogelijk dat het persen niet voldoende vordert, omdat het hoofdje of de billen van het kind onvoldoende indalen in het bekken. Wanneer de harttonenregistratie op een cardiotocogram (CTG) langdurig of ernstig afwijkt, is het mogelijk dat de baby te weinig zuurstof dreigt te krijgen. Soms wordt een beetje bloed van de hoofdhuid van het kind afgenomen (microbloedonderzoek) om te bepalen of het kind voldoende zuurstof krijgt.
Gentle sectio Maasziekenhuis Pantein biedt de keizersnede als een ‘gentle sectio’ aan. Bij deze methode wordt zoveel mogelijk een natuurlijke bevalling nagebootst. Moeder en partner worden meer betrokken bij de ingreep. Ook wordt het kind bij een gentle sectio niet direct na de geboorte weggehaald voor onderzoek. De moeder en de partner kunnen hun baby geboren zien worden, doordat het operatiedoek omlaag gedaan wordt zodra het hoofdje uit de buik komt. De kinderarts is bij de operatie aanwezig en bepaalt meteen na de geboorte of de baby in goede conditie is en direct naar de moeder mag. Als de conditie van de baby goed is, wordt de baby door de verpleegkundige bloot op de borst van de moeder gelegd, met een deken over het kindje heen om afkoeling tegen te gaan. Direct huid-op-huidcontact heeft veel voordelen: de hechting tussen moeder en kind verloopt beter; de borstvoeding komt sneller op gang; de moeder heeft minder pijnklachten; de baby is rustiger, heeft een stabielere hartslag, ademhaling en temperatuur en hogere bloedsuikerwaardes. Een keizersnede wordt waar mogelijk op deze gentle wijze uitgevoerd. Alleen bij bepaalde spoedkeizersnedes is het soms niet mogelijk deze vorm te hanteren. Mocht het na de operatie door omstandigheden niet mogelijk zijn dat de baby bij de moeder blijft, dan stimuleren we later alsnog huid-op-huidcontact tussen de baby en uw partner. De voorbereiding op een keizersnede Zoals bij elke operatie, vindt bij een geplande keizersnede vooraf onderzoek plaats naar uw gezondheidstoestand. Uw bloed wordt onderzocht en de anesthesioloog bespreekt de verdoving met u. Meestal wordt u verdoofd door middel van de ruggenprik. Bij een geplande keizersnede moet u nuchter zijn: u mag tenminste zes uur voor de operatie niets meer eten of drinken. Op de dag van de operatie wordt u opgenomen op de verpleegafdeling. De verpleegkundige zal u verder voorbereiden op de keizersnede en een infuus aanbrengen. Op de afdeling krijgt u een operatiehemd aan. Kort voor de operatie wordt u naar de operatieafdeling gebracht. U mag dan geen sieraden, haarspelden, piercing of make-up dragen. Contactlenzen of een kunstgebit moet u uitdoen. Voor de operatie moet uw blaas leeg zijn. Op de operatiekamer krijgt u een blaaskatheter, zodat de urine kan wegstromen in een zak.
De soort verdoving verdoving Bij een keizersnede zijn twee soorten verdovingen mogelijk: narcose en een ruggenprik. Welke methode aan u wordt geadviseerd, is onder andere afhankelijk van de reden voor de keizersnede, de mate van spoed en de gebruikelijke gang van zaken in het ziekenhuis. In Maasziekenhuis Pantein wordt in de meeste gevallen gekozen voor een ruggenprik. Mocht u zelf een uitgesproken voorkeur hebben, dan kunt u dit laten weten.
Een ruggenprik De ruggenprik is een plaatselijke (ofwel spinale) verdoving, waarbij uw hele onderlichaam en uw benen gevoelloos worden gemaakt. Dit is de meest voorkomende vorm van verdoving bij een keizersnede. Op de afdeling krijgt u al u een infuus in uw arm om antibiotica toe te kunnen dienen. De anesthesioloog spuit een verdovende vloeistof tussen twee ruggenwervels. U maakt de geboorte van uw kind bewust mee en al tijdens de operatie kunt u uw kind zien, horen en aanraken, als de toestand van het kind dit toelaat. U heeft tijdens de operatie geen pijn, maar u kunt wel voelen dat er getrokken wordt of op de buik wordt geduwd. Een enkele keer reikt de verdoving iets hoger dan alleen uw onderlichaam. Het lijkt dan of ademhalen moeilijk gaat. Dit is vervelend, maar kan geen kwaad.
Narcose Een narcose is een algehele verdoving, waarbij u slaapt tijdens de keizersnede. De narcose wordt zo toegediend dat het kind zo weinig mogelijk medicijnen (zoals slaapmiddelen en pijnstillers) binnenkrijgt via de navelstreng. De medicijnen voor de narcose worden via een infuus ingespoten. U krijgt van tevoren wat zuurstof via een kapje of door een slangetje in uw neus. Terwijl u slaapt, krijgt u een buisje in uw luchtpijp voor de beademing. U voelt geen pijn en wordt wakker als de operatie klaar is en de baby en de placenta geboren zijn. Deze vorm van verdoving wordt zelden gegeven. De operatie De gynaecoloog maakt bijna altijd een ‘bikinisnede’, een horizontale (dwars)snede van 10 tot 15 cm vlak boven het schaambeen. Bij uitzondering wordt soms een snede van de navel naar beneden gemaakt. De gynaecoloog snijdt de verschillende lagen van de buikwand door en schuift ze opzij. De blaas, die voor een deel over de baarmoeder heen ligt, wordt losgemaakt van de baarmoeder en naar beneden geschoven. Daarna tilt de gynaecoloog de baby via een
snede in de baarmoeder naar buiten. Dit is het geboortetijdstip. Om uw baby geboren te laten worden, is het nodig dat erop uw buik gedrukt wordt.
Als uw kind geboren is, wordt de navelstreng doorgeknipt. Na het doorknippen van de navelstreng krijgt u via een infuus vooraf een medicijn om uw baarmoeder te laten samentrekken. Dit antibioticum is preventief en wordt eenmalig gegeven. Als de placenta geboren is, hecht de gynaecoloog de baarmoeder en de verschillende lagen van de buikwand. Aanwezigheid Aanwezigheid partner/aanstaande vader Voor aanstaande vaders is het meestal mogelijk om bij de keizersnede aanwezig te zijn. In sommige situaties is aanwezigheid niet mogelijk, bijvoorbeeld bij een spoedkeizersnede, een keizersnede onder algehele narcose en als er geen begeleidende verpleegkundige beschikbaar is. Op de operatieafdeling gelden specifieke regels, onder andere om infecties te voorkomen en om in onverwachte omstandigheden snel en juist te kunnen handelen. Daarom moet u zich aan de volgende afspraken houden: •
Een verpleegkundige begeleidt u, vertelt u wat u moet doen en waar u plaats mag nemen.
•
Voordat u naar de operatiekamer gaat, trekt u beschermende kleding aan.
•
Het is toegestaan om foto’s te laten maken tijdens de keizersnede. Zorgt u er hierbij voor dat de ziekenhuismedewerkers niet in beeld komen. Filmen is niet toegestaan.
•
Als de gynaecoloog, anesthesist of kinderarts u verzoekt de ruimte te verlaten, geeft u hieraan dan direct gehoor en wacht op de gang. Ga niet over de afdeling dwalen.
•
Voelt u zich niet goed, meld dit dan direct aan de verpleegkundige.
Uw kind Afhankelijk van de reden voor de keizersnede, de zwangerschapsduur en de toestand van uw kindje, blijft uw kind op uw borst liggen gedurende de verdere operatie. De kinderarts
onderzoekt uw kind direct na de geboorte. Het vruchtwater wordt uit de mondholte geveegd en zonodig krijgt uw kind wat extra zuurstof. Als uw toestand (en de toestand van de baby) het toelaat, gaat u spoedig na het beëindigen van de operatie eerst naar de verkoeverkamer en vervolgens naar de afdeling, waar de baby bij u blijft. Na de operatie Kort na een keizersnede hebt u pijn aan de wond en soms pijnlijke naweeën. Hiervoor krijgt u pijnstillers. Bij een ruggenprik hebt u de eerste uren na de operatie nog geen controle over uw benen en blaas. Geleidelijk krijgt u het gevoel weer in uw benen terug. Urine wordt door middel van een blaaskatheter opgevangen in een katheterzakje. Meestal worden de katheter en het infuus de dag na de operatie verwijderd. Na een keizersnede worden de bloeddruk, de polsslag, de baarmoederstand, het bloedverlies en de hoeveelheid urine regelmatig gecontroleerd. Uw partner mag gedurende uw verblijf in het ziekenhuis in uw kraamsuite blijven logeren. Meer informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘Bezoekersinformatie’. Om trombose te voorkomen, krijgt u gedurende 2 dagen, eenmaal per dag, een injectie met een bloedverdunnend middel (heparine) in de huid van uw buik. Als u veel bloed verloren heeft (500 cc of meer), wordt de dag na de operatie bloed afgenomen om na te gaan of u bloedarmoede heeft. Nadat u weer ontlasting hebt gehad, bespreekt de arts met u of het gebruik van ijzertabletten nodig is. Dit kan nodig zijn als u veel bloed heeft verloren. Wanneer het bloed goed is, wordt het infuus verwijderd. Na één of twee dagen beginnen de darmen weer te werken. Uw buik kan dan wat opgezet zijn. Na de operatie begint u met het drinken van slokjes water en thee. Als dit goed gaat, mag u uitbreiden naar normale voeding. Bij het hechten van de huid wordt doorgaans materiaal gebruikt dat uit zichzelf oplost en niet hoeft worden weggehaald. Andere hechtingen verwijdert men meestal rond de zevende dag. Borstvoeding Na een keizersnede kunt u borstvoeding geven. Het maakt niet uit of de keizersnede was gepland en ook de wijze van verdoving (narcose of een ruggenprik) maakt geen verschil. Wel
speelt de conditie van uw kind een rol. Als uw kind in de couveuse ligt, kunt u afkolven. De melk wordt dan met een cupje, flesje of door middel van fingerfeeding gegeven. Als u borstvoeding gaat geven, kunt u gebruik maken van de eerste zuigreflex bij uw kindje vlak na de geboorte. Zo komt de melk-aanmaak vlot op gang en kan het kind profiteren van de eerste voeding, het colostrum. De eerste dag is liggend voeden vaak het prettigst. De verpleegkundige helpt u hierbij. Weer naar huis Meestal mag u 48 uur na de keizersnede naar huis. Verlaat u het ziekenhuis binnen acht dagen na de geboorte van uw kindje, dan heeft u ook thuis nog recht op kraamzorg. Zes weken na de bevalling gaat u voor controle naar de gynaecoloog. Wanneer uw baby langer moet blijven kunt u bij de baby overnachten (rooming in), waarbij u gebruik maakt van uw eigen kraamzorg (zie folder ‘Verplaatste kraamzorg’). Tips en adviezen adviezen na een keizersnede Eenmaal thuis voelt u zich niet meteen weer helemaal de oude. U moet geleidelijk verder herstellen. U bent niet alleen (opnieuw) moeder geworden, maar u moet ook genezen van een operatie. Dat kan vragen bij u oproepen, zoals: Wat mag ik allemaal doen als ik thuis ben? Hoe lang duurt het voordat ik lichamelijk hersteld ben? De volgende tips en adviezen zijn een richtlijn voor de eerste weken dat u weer thuis bent. Het is belangrijk dat u goed naar uw lichaam luistert. Uw lichaam geeft aan wat u kunt en wanneer u teveel heeft gedaan.
Vermoeidheid Een veel gehoorde klacht na de keizersnede is vermoeidheid. U kunt daar het beste aan toegeven: probeer zoveel mogelijk rust te nemen. Aanvaard ook de hulp die familie en kennissen
u
aanbieden.
Een
kraamverzorgster
kan
ook
uw
vragen
beantwoorden,
huishoudelijke taken overnemen en uw partner ondersteunen. Gezinshulp is soms zinvol in een druk huishouden met meerdere kleine kinderen. Kraamzorg en gezinshulp kunt u aanvragen bij uw thuiszorgorganisatie.
Bloedverlies Zolang u vloeit, mag u geen tampons gebruiken of in bad gaan. Dit is om infecties te voorkomen.
Wondverzorging Mocht er nog wat vocht of een beetje bloed uit de wond naar buiten komen, dan kunt u de wond met de douche schoonspoelen, voorzichtig drogen en er een droog gaas overheen doen om uw kleding te beschermen. Aan de zijkant van het litteken hebt u de eerste tijd soms een trekkend of stekend gevoel van de inwendige hechtingen. Dit kan echter geen kwaad. Omdat bij een bikinisnede zenuwen in de buikhuid zijn doorgesneden, houdt u vrij lang een doof gevoel rond het litteken. Boven dit gebied met een doof gevoel, is er vaak halverwege de navel een gebied dat extra gevoelig is. Vaak is het gevoel in de buikwand pas na 6 tot 12 maanden weer normaal.
Werkzaamheden en activiteiten •
Licht huishoudelijk werk is mogelijk, dat wil zeggen afstoffen en eten koken. De zwaardere huishoudelijke taken, zoals stofzuigen, badkamer poetsen, dweilen en zware boodschappentassen dragen, kunt u na 6 weken hervatten.
•
Werkzaamheden waarbij u langere tijd achter elkaar staat, zoals strijken, mag u na ongeveer 4 weken weer doen.
•
Met de buikspieroefeningen mag u 6 weken na de keizersnede weer beginnen. De verschillende lagen van de buikwand zijn dan goed genezen. Postnatale gym mag u na 3 weken gaan doen.
•
Zwemmen en autorijden mag weer na 3 weken.
•
Fietsen mag na 4 weken.
•
Sporten mag u na 6 weken.
Geslachtsgemeenschap en anticonceptie Met gemeenschap kunt u het beste wachten tot 4 weken na de keizersnede. Ook moet de bloederige afscheiding gestopt zijn. Voor veel vrouwen duurt het langer voordat ze weer zin hebben in seksueel contact. Het gebruik van voorbehoedsmiddelen (anticonceptie) is niet anders dan na een ‘normale’ bevalling. Nacontrole Een nacontrole volgt 4 tot 6 weken na de keizersnede. Tijdens deze afspraak controleert de arts uw buik. Onderwerpen die in het gesprek aan bod kunnen komen, zijn borstvoeding, anticonceptie en advies over een eventuele volgende zwangerschap en bevalling.
Complicaties Iedere operatie brengt risico’s met zich mee, ook een keizersnede. Ernstige complicaties zijn gelukkig zeldzaam, zeker als u gezond bent. Wij noemen hieronder de meest voorkomende complicaties.
Bloedarmoede Bij elke keizersnede is er bloedverlies. Als u veel bloed verliest, ontstaat bloedarmoede. Niet zelden is na afloop een bloedtransfusie of het gebruik van ijzertabletten noodzakelijk. Bij een voorliggende moederkoek (placenta praevia) is de kans op fors bloedverlies en een bloedtransfusie groot.
Blaasontsteking Een enkele keer komt na een keizersnede een blaasontsteking voor. Daarom wordt de urine in het ziekenhuis vaak gecontroleerd. Zo nodig krijgt u een antibioticum.
Nabloeding in de buik Een nabloeding is een zeldzame complicatie van een keizersnede. Bij een erg hoge bloeddruk, waarbij het bloed minder goed stolt, komt een nabloeding vaker voor. Een enkele keer is een tweede operatie noodzakelijk.
Bloeduitstorting in de wond Een onderhuidse bloeduitstorting in de wond ontstaat doordat een bloedvaatje in het vet onder de huid blijft nabloeden. De kans hierop is groter als de bloedstolling bij een keizersnede afwijkend is, bijvoorbeeld bij weinig bloedplaatjes als gevolg van een ernstig verhoogde bloeddruk.
Infectie Een infectie van de wond komt een enkele keer voor. Bij een keizersnede na een langdurige bevalling is de kans op een infectie wat hoger. Om infecties te voorkomen, krijgt u vaak tijdens de operatie een antibioticum toegediend.
Trombose Bij elke operatie en na elke bevalling is er een verhoogd risico op een trombose. Om dit te voorkomen krijgt u bloedverdunnende middelen zolang u nog niet zoveel uit bed bent.
Een beschadiging van de blaas Een beschadiging van de blaas is een zeldzame complicatie. De kans hierop is wat groter als u al verschillende malen een keizersnede heeft ondergaan. Er kunnen dan verklevingen rond de
blaas zijn. Het is goed mogelijk een blaasbeschadiging te hechten. Wel hebt u vaak langer een katheter nodig.
Darmen die niet goed op gang komen Na een keizersnede moeten de darmen weer op gang komen. In zeldzame gevallen gebeurt dit niet of te traag. Er verzamelt zich dan vocht in de maag en darmen, wat leidt tot misselijkheid en braken. Een maagsonde kan dan nodig zijn om dit vocht af te voeren. Pas daarna komen de darmen op gang. Deze complicaties komen gelukkig weinig voor. Bij de volgende bevalling weer een keizersnede? Het advies is om minimaal een half jaar en nog liever een jaar te wachten voor u weer zwanger probeert te worden. Of bij een volgende bevalling weer een keizersnede nodig is, hangt van de reden van deze keizersnede af. Bespreek daarom bij de nacontrole hoe groot de kans is dat u een volgende keer een ‘normale’ bevalling tegemoet kunt zien. Vaak is bij een volgend kind geen keizersnede nodig. Wel heeft u dan altijd een medische indicatie om in het ziekenhuis te bevallen. Emotionele beleving van de keizersnede De beleving van een keizersnede wisselt sterk. Sommige vrouwen hebben er emotionele problemen mee. Ze zijn teleurgesteld dat de bevalling niet langs de normale weg heeft plaats gevonden. Bij een keizersnede onder narcose maken vrouwen de geboorte van hun kind niet bewust mee, waardoor ze soms moeite hebben om aan hun kind te wennen. Voor de partner is een keizersnede soms ook moeilijk te verwerken. Soms voelt de partner zich nutteloos omdat het lijkt of hij/zij nauwelijks iets voor u heeft kunnen doen. Ook de angst dat er iets mis kan gaan met u of de baby kan meespelen. Als dergelijke gevoelens spelen, probeer ze dan met elkaar te bespreken. Klachten Wanneer u één van onderstaande klachten heeft, neemt u dan contact op met de kraamafdeling van Maasziekenhuis Pantein: •
koorts;
•
sterk ruikende of abnormale afscheiding;
•
extreme pijn;
•
meer bloedverlies dan u normaal gesproken tijdens een menstruatie heeft.
Nog vragen? Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan aan uw gynaecoloog, verloskundige of huisarts. Ook kunt u altijd contact opnemen met de kraamafdeling (verpleegafdeling B4) van Maasziekenhuis Pantein op telefoonnummer 0485-84 55 70.
November 2015 – Versie 3.1 GYN016