Keizersnede
Inhoudsopgave 1
Inleiding ................................................................................................. 1
2
Wat is een keizersnede? ....................................................................... 1
3
Reden voor een keizersnede ................................................................. 1 Een geplande keizersnede ................................................................ 1 Een keizersnede tijdens de bevalling ................................................ 2
4
Voorbereiding op een geplande keizersnede ........................................ 2
5
De soort verdoving ................................................................................. 2
6
De gang van zaken rondom de operatie ............................................... 3
7
Jouw baby na de geboorte .................................................................... 5
8
Aangifte van de baby ............................................................................. 5
9
Borstvoeding .......................................................................................... 6
10
Na een keizersnede ............................................................................... 6
11
Complicaties .......................................................................................... 7
12
Ontslag................................................................................................... 8
13
Bij de volgende bevalling weer een keizersnede? ................................. 9
14
Weer thuis .............................................................................................. 9
15
Oefeningen na een keizersnede .......................................................... 10
16
Adviezen en tips .................................................................................. 12
17
Tot slot ................................................................................................. 13
1
Inleiding Deze folder geeft informatie over de gebruikelijke gang van zaken rond een keizersnede in de Tjongerschans. De medische term voor een keizersnede is een sectio caesarea. Er bestaan verschillende redenen voor een keizersnede. Jouw gynaecoloog heeft met je besproken waarom bij jou een keizersnede noodzakelijk is.
2
Wat is een keizersnede? Een keizersnede is een operatie waarbij het kind via de buikwand ter wereld komt. De operatie duurt ongeveer 45 minuten. De baby wordt meestal binnen een kwartier na het begin van de operatie geboren. Daarna maakt de gynaecoloog de baarmoeder en de verschillende lagen van de buikwand met hechtingen dicht.
3
Reden voor een keizersnede De gynaecoloog adviseert een keizersnede alleen als een bevalling via de vagina niet mogelijk is of te grote risico’s met zich meebrengt voor jou, jouw kind of voor jullie beiden. Omdat bij een keizersnede complicaties kunnen optreden, wordt de operatie alleen uitgevoerd als er een goede reden voor is. Een geplande keizersnede Soms is al vóór de zwangerschap duidelijk dat je met een keizersnede moet bevallen, bijvoorbeeld vanwege een eerdere operatie aan de baarmoeder. In andere gevallen blijkt tijdens de zwangerschap dat een keizersnede nodig is, bijvoorbeeld als de placenta voor de baarmoedermond ligt of als er complicaties zijn zoals het onvoldoende functioneren van de placenta. In deze gevallen spreekt men van een geplande of primaire keizersnede.
1
Een keizersnede tijdens de bevalling Vaak wordt pas tijdens de bevalling duidelijk dat een keizersnede nodig is. Dit noemt men een secundaire keizersnede. De meest voorkomende redenen daarvoor zijn het niet vorderen van de bevalling en/of dreigend zuurstofgebrek van het kind. Als pas tijdens de bevalling besloten wordt dat je een keizersnede krijgt, zal de voorbereiding aangepast zijn, omdat die heel snel moet verlopen.
4
Voorbereiding op een geplande keizersnede Als de gynaecoloog op de polikliniek al met jou heeft afgesproken dat je met een keizersnede zult bevallen, word je verwezen naar de preoperatieve screening (POS). Bij de screening wordt gekeken naar je medische voorgeschiedenis, huidige gezondheidstoestand en welke medicijnen je gebruikt. Aan de hand van deze gegevens wordt beoordeeld of er nog verder onderzoek moet worden gedaan. Je hebt een gesprek met de anesthesioloog over de manier van verdoving en je krijgt informatie over de voorbereiding op de operatie, zoals nuchter zijn. Je kunt van te voren al een kijkje nemen op afdeling 1A, Centrum voor Vrouw, Moeder en Kind, waar je komt te liggen. Daar krijg je informatie van de verpleegkundige over je opname en de gang van zaken op de afdeling.
5
De soort verdoving Bij een keizersnede zijn twee soorten verdoving mogelijk: een ruggenprik en narcose. Welke van de twee methoden geadviseerd wordt, is onder andere afhankelijk van de reden voor de keizersnede en de mate van spoed. De
2
voorkeur gaat uit naar een ruggenprik, dit is voor de conditie van de baby beter. Een ruggenprik Bij een ruggenprik spuit de anesthesist verdovende vloeistof tussen de ruggenwervels. Meestal wordt de huid eerst plaatselijk verdoofd. Vaak voel je dan de ruggenprik zelf nauwelijks meer. Al snel worden je onderlichaam en benen gevoelloos. Soms bent je kortdurend wat misselijk als gevolg van een bloeddrukdaling. Bij een ruggenprik maak je de geboorte van je kind bewust mee, en al tijdens de operatie kunt je je kind zien, horen en aanraken. Je hebt tijdens de operatie geen pijn; wel voel je soms dat er getrokken wordt of op de buik geduwd. Een enkele keer reikt de verdoving iets hoger dan alleen je onderlichaam. Het lijkt dan of ademhalen moeilijk gaat. Dit is vervelend, maar het kan geen kwaad. Narcose Zeer zelden wordt voor deze vorm van verdoving gekozen. Bij narcose slaap je tijdens de keizersnede. De narcose wordt zo gegeven dat het kind zo weinig mogelijk medicijnen, zoals inslaapmiddelen en pijnstillers, via de placenta krijgt. De medicijnen voor de narcose worden via een infuus ingespoten. Soms krijg je van te voren wat zuurstof via een kapje of slangetje voor of in je neus. Terwijl je slaapt krijg je een buisje in je luchtpijp voor de beademing. Je voelt geen pijn en wordt wakker als de baby en de placenta geboren zijn en als de operatie klaar is.
6
De gang van zaken rondom de operatie Wie mag er bij een keizersnede aanwezig zijn? Wat mag wel en niet? Je partner kan bij de keizersnede aanwezig zijn. In plaats van je partner mag een ander (vriendin, moeder, vroedvrouw) aanwezig zijn, bespreek dit van te voren, als je dit wilt. De regels bij een spoedkeizersnede of algehele narcose
3
kunnen anders zijn. Het is toegestaan foto’s te maken tijdens de keizersnede. Meestal maakt de verpleegkundige de foto’s en zit de partner bij de moeder. De operatie zelf Bijna altijd maakt de gynaecoloog een ‘bikinisnede’, een horizontale (dwarse) snede van 10-15 cm vlak boven het schaambeen, ongeveer rond de haargrens. Bij uitzondering wordt soms een snede van de navel naar beneden gemaakt. Na de snede in de huid worden het vet onder de huid en een laag verstevigend bindweefsel boven de buikspieren doorgesneden. De lange buikspieren die van de ribbenboog naar beneden lopen worden opzij geschoven, en vervolgens opent de gynaecoloog de buikholte. De blaas, die voor een deel over de baarmoeder heen ligt, wordt losgemaakt van de baarmoeder en naar beneden geschoven. Daarna haalt de gynaecoloog, meestal via een dwarse snede in de baarmoeder, je kind naar buiten. Daarbij wordt nogal hard op je buik gedrukt. Als je kind geboren is, wordt de navelstreng doorgeknipt. Omdat alles steriel moet blijven, mag de partner dit niet zelf doen. Na het doorknippen van de navelstreng krijg je via het infuus doorgaans een antibioticum en een medicijn om de baarmoeder te laten samentrekken. Als de placenta geboren is, hecht de gynaecoloog de baarmoeder en de verschillende lagen van de buikwand.
4
7
Jouw baby na de geboorte Als jouw situatie en die van de baby het toelaten, wordt je baby direct na de geboorte op je borst gelegd. Hij mag daar blijven liggen totdat je weer terug bent op de afdeling. Dit bevordert de band met je baby. Als je borstvoeding wilt geven, ondersteunen we daar in deze fase al bij. Afhankelijk van de reden voor de keizersnede, de zwangerschapsduur, en de toestand van jouw kind, wordt jouw kind op de kraamafdeling of op de kinderafdeling opgenomen. Als bij een (geplande) keizersnede geen problemen worden verwacht, vindt onderzoek van de baby door de verloskundige plaats, soms door een kinderarts.
8
Aangifte van de baby Als je bent bevallen, moet de baby binnen drie werkdagen worden aangegeven bij de burgerlijke stand. Dit kan bij het geboorteloket in het ziekenhuis of bij het gemeentehuis van Heerenveen. Geboorteloket in het ziekenhuis: • Je kunt hiervoor een afspraak maken op de afdeling • maandag, woensdag en vrijdag van 9.30 – 11.30 uur • op de eerste verdieping, vlak bij de afdeling Gemeentehuis van Heerenveen • Crackstraat 2 • Maandag t/m vrijdag 8.30 – 13.00 uur • Donderdagavond 18.00 – 20.00 uur • Wil je op andere tijden geholpen worden, dan kun je hiervoor een afspraak maken via tel. 0513 617 617.
5
Wat moet je meenemen: • legitimatiebewijs van degene die aangifte doet • eventueel trouwboekje • eventueel akte van erkenning • als je die hebt, akte van naamskeuze Vergeet niet je baby ook aan te melden bij de zorgverzekeraar!
9
Borstvoeding Na een keizersnede kun je in principe borstvoeding geven. Het maakt niet uit of de keizersnede gepland was of niet en of je algehele narcose of een ruggenprik hebt gekregen. Wel speelt de conditie van jouw baby een rol. Als je baby in de couveuse ligt kun je afkolven. Gaat alles goed met je baby, dan kun je op de uitslaapkamer al borstvoeding geven en gebruik maken van de eerste zuigreflex vlak na de geboorte. Ook na narcose kun je, als je zelf weer bijgekomen bent, over het algemeen snel beginnen met jouw kind de borst te geven. Zo komt de melkaanmaak vlot op gang en kan het kind profiteren van de eerste voeding, het colostrum. Soms komt de melkproductie door de keizersnede wat later op gang. Wanneer je in het bezit bent van een voedingskussen, dan kun je dit meenemen. Een voedingskussen is heel handig om je te ondersteunen bij het voeden. Voor meer informatie zie de folders ‘Borstvoeding’ en ‘Het afkolven van moedermelk’.
10 Na een keizersnede Na een keizersnede worden de bloeddruk, de polsslag, het bloedverlies en de hoeveelheid urine regelmatig gecontroleerd. Via het infuus krijg je vocht toegediend.
6
Bij een ruggenprik heb je de eerste uren na de operatie nog geen controle over je benen. Geleidelijk krijg je het gevoel en de kracht in je benen terug. De blaaskatheter die de urine afvoert geeft soms een onaangenaam gevoel. Meestal verwijdert de verpleegkundige de katheter de dag na de operatie. Een enkele keer wordt tijdens de operatie een wonddrain aangebracht. Dit is een slangetje waardoor overtollig bloed kan weglopen. Eén of enkele dagen na de operatie wordt de drain weggehaald. Om trombose te voorkomen krijg je één- of tweemaal per dag een fraxiparine-injectie (bloedverdunner) onder de huid van je buik. Vaak wordt de dag na de operatie bloed afgenomen om na te gaan of je bloedarmoede hebt. Zo nodig bespreekt de arts met je het gebruik van ijzertabletten of een bloedtransfusie. De eerste dagen ben je vaak nog slap en wat duizelig bij het opstaan; dat wordt daarna geleidelijk minder. De buikwand is vaak pijnlijk, niet alleen ter hoogte van het litteken maar ook hoger, tot aan de navel. Dit komt omdat onder de huid de snede in de buikwand verticaal loopt, van de navel tot het schaambeen. Hiervoor krijg je pijnstillers. Bij het hechten wordt meestal oplosbaar hechtdraad gebruikt dat niet hoeft te worden verwijderd.
11 Complicaties Iedere operatie brengt risico’s met zich mee, ook een keizersnede. Ernstige complicaties zijn gelukkig zeldzaam, zeker als je gezond bent. Wij noemen hieronder de meest voorkomende complicaties. Nabloeding in de buik Een nabloeding is een zeldzame complicatie van een keizersnede. De kans hierop is groter als door een ernstig verhoogde bloeddruk de bloedstolling verstoord is. Een enkele keer is een tweede operatie noodzakelijk.
7
Bloeduitstorting in de wond Een onderhuidse bloeduitstorting in de wond ontstaat doordat een bloedvaatje in het vet onder de huid blijft nabloeden. De kans hierop is groter als door een ernstig verhoogde bloeddruk de bloedstolling verstoord is. Infectie Een infectie van de wond komt een enkele keer voor. De kans hierop is wat groter bij een keizersnede na een langdurige bevalling. Om een infectie te voorkomen, krijg je vaak tijdens de operatie een antibioticum toegediend. Trombose Bij elke operatie en na elke bevalling is er een verhoogd risico op een trombose. Om dit te voorkomen krijg je bloedverdunnende middelen zolang je nog niet zoveel uit bed bent. Blaasontsteking Een enkele keer komt na een keizersnede een blaasontsteking voor. Als je klachten hebt bij het plassen, wordt je urine gecontroleerd. Zo nodig krijg je een antibioticum.
12 Ontslag Meestal vindt het ontslag de tweede of de derde dag na de keizersnede plaats. Als jouw kindje op de couveuse afdeling ligt mag je langer blijven. De snelheid van je herstel en de gezondheid van je kind (zoals couveuseopname) spelen natuurlijk een rol. Het tijdstip waarop je uit het ziekenhuis ontslagen wordt is meestal rond 9.30 uur.
8
13 Bij de volgende bevalling weer een keizersnede? Of bij een volgende bevalling weer een keizersnede nodig is, hangt van de reden van deze keizersnede af. Bespreek daarom bij de nacontrole hoe groot de kans is dat je een volgende keer op een ‘normale’ manier kunt bevallen. Wel krijg je dan altijd een medische indicatie om in het ziekenhuis te bevallen. Overleg met de gynaecoloog wanneer je, als je dat wilt, weer zwanger zou kunnen worden.
14 Weer thuis Herstel De tijd die je nodig hebt om te herstellen is na een keizersnede langer dan na een ‘gewone’ bevalling. Je bent niet alleen (opnieuw) moeder geworden, maar moet ook herstellen van een operatie. De snelheid waarmee je herstelt hangt ook af van een aantal persoonlijke omstandigheden, zoals je leeftijd, conditie, verloop van de bevalling en het verloop van de operatie. Na een keizersnede kun je last hebben van vermoeidheid. Zorg daarom dat je voldoende rust krijgt. Soms heb je na een keizersnede recht op extra kraamzorg, informeer hiernaar bij je zorgverzekering. Pijnmedicatie Je kunt nog 1 tot 2 weken pijn hebben waarvoor je paracetamol kunt gebruiken. Dit kun je naar eigen inzicht afbouwen. Leefregels • Direct na de operatie mag je weer onder de douche. Met het nemen van een bad moet je ongeveer zes weken wachten tot je geen bloederige vaginale afscheiding meer hebt. • Als je erg veel bloedverlies houdt/krijgt moet je contact met ons opnemen.
9
• Wij raden seksuele gemeenschap de eerste zes weken af om het litteken goed te laten genezen. Er is niets op tegen om al eerder seksueel opgewonden te raken of klaar te komen. De eerste tijd na de bevalling hebben de meeste vrouwen vaak minder zin in vrijen. • Tillen en zwaar (huishoudelijk) wordt de eerste zes weken afgeraden. Geleidelijk kun je je activiteiten weer wat uitbreiden. Luister naar je lichaam! • Na zes weken kun je weer beginnen met sporten en buikspieroefeningen. De wond is dan, ook inwendig, goed genezen. • Het is niet verstandig om de eerste twee weken te fietsen of zelf auto te rijden. • Rondom de wond kan de huid anders of doof aanvoelen. Dit komt door de snede van de operatie. Vaak is pas na 6 tot 12 maanden het gevoel in de buikwand weer normaal. • Het gebruik van voorbehoedsmiddelen (anticonceptie) is niet anders dan na een ‘normale’ bevalling. Emoties Soms wist je al van te voren dat je baby door middel van een keizersnede geboren zou worden. In andere gevallen werd pas tijdens de bevalling duidelijk dat een keizersnede nodig was. Als jij of je partner daar achteraf moeite mee hebt, is het goed om dat met je huisarts, verloskundige of gynaecoloog te bespreken.
15 Oefeningen na een keizersnede Onderstaande oefeningen kun je zelf uitvoeren. Mochten er vragen of problemen zijn dan kun je, via de verpleegkundige, de bekkenfysiotherapeut vragen voor begeleiding.
Ademhalingsoefeningen
10
Doel: • Vergemakkelijken van de ademhaling op momenten van pijn en spanning (oefening 1). • Door het optimaal gebruik van de longen (oefening 1) ademhalingsproblemen proberen te voorkomen. • Het verwijderen van slijm/vocht uit de luchtpijp (oefening 2) • Bij hoesten is het aan te raden de buik te ondersteunen. 1. Je ligt met opgetrokken knieën met de handen losjes op de buik. Je ademt rustig door de neus in en door de mond uit met iets gesloten lippen. (pfff…) 2. Je neemt dezelfde uitgangshouding als hierboven aan, echter de handen ondersteunen de buik. Adem rustig door de neus in en adem in één keer krachtig uit door de mond (haa….). Bekkenbodemoefeningen (geen buikspieroefeningen, omdat de bekkenbodem de verhoogde druk in de buik nog niet kan opvangen) Doel: • Verbeteren van de functie van de bekkenbodem spieren. • Betere controle over het plassen en de ontlasting. • Je ligt op de rug met opgetrokken knieën. • Je spant de bekkenbodem aan door de anus in te trekken (een windje tegenhouden) en dan het gevoel van het ophouden van de plas. • Je voelt dat de bekkenbodem (kruis) iets optrekt. Deze oefening kun je doen in iedere houding; zittend, staand en lopend. Let er op dat je de bekkenbodem na het oefenen goed ontspant. Oefeningen voor de buikspieren (pas zes weken na de operatie of in overleg met de bekkenfysiotherapeut)
11
• Je ligt op de rug met opgetrokken knieën. -
Span eerst de bekkenbodem en dan de buikspieren aan.
-
Tijdens het uitademen het hoofd optillen (rechte buikspieren).
-
De rug op het bed gedrukt houden.
• Zie vorige oefening maar nu het hoofd optillen richting afwisselend de linker of rechter knie. • Deze oefeningen kun je verzwaren door samen met het hoofd ook de schouders op te tillen (eventueel de handen onder het hoofd leggen).
16 Adviezen en tips Rugklachten in bed Het lang liggen in bed kan soms lage rugklachten veroorzaken. Een klein rolletje, bijvoorbeeld een opgerolde handdoek laag in de rug kan de klachten verminderen of voorkomen. Het in en uit bed gaan De beste manier om uit bed te gaan is de volgende: • Benen één voor één optrekken. • Draai van rugligging op de zij. • Schuif de benen over de rand van het bed en kom in één beweging tot zit. • Span de bekkenbodem spieren aan bij het overeind komen.
12
Opstaan uit een stoel. • Schuif zover mogelijk naar voren op de stoel. • Zet je ene voet iets voor de andere (schredepas). • Kom overeind vanuit de knieën en niet door voorover te leunen. Plassen Indien het plassen wat moeizaam gaat is het volgende aan te raden: • Op de wc zitten met het bekken iets voorover. • De handen op de buik leggen en op de uitademing plassen. • Na het plassen het bekken even kantelen en de oefening herhalen (soms is de blaas nog niet leeg). • Na het plassen de bekkenbodem even goed aanspannen en weer loslaten. Ontlasting • De billen iets in de wc laten zakken. • Handen op de buik leggen en op de uitademing lichtjes “persen”. • Echt persen mag niet in verband met te hoge druk op de wonden. Tillen • Je mag tot 6 weken na de operatie niet zwaar tillen (bijvoorbeeld emmers water, boodschappentas, et cetera). • Bij het tillen van lichte dingen goed de bekkenbodem aanspannen. • Tillen op de uitademing en vervolgens rustig doorademen. • Houd de rug recht tijdens het tillen en gebruik je benen. • Til het voorwerp dichtbij je lichaam.
17 Tot slot Vragen Heb je nog vragen, stel ze dan gerust aan je gynaecoloog, verloskundige of huisarts.
13
Je kunt ook op werkdagen tussen 8.00 en 17.00 uur contact opnemen met de polikliniek Vrouw, Moeder en Kind, tel. 0513 685 245, bij dringende vragen buiten deze tijden met de verpleegafdeling, tel. 0513 685 644. Nuttige adressen Vereniging Keizersnede-Ouders (VKO) Postbus 233 2170 AE Sassenheim Tel. 076 503 71 17 of 0252 230 712 bereikbaar maandag t/m vrijdag van 10.00 – 21.00 uur.
27-02-2015/24263
14