01 11 Alumnimagazine van Tilburg University
‘Creëer je eigen keerpunten’
Kees van der waaij (Unilever) Alumnigroep LinkedIn groeit naar meer dan 5.000 leden
over apen, gratie, 4 vragen diagnoses en integratie Cees Veerman ontmoet Philip Eijlander: ‘Niet in groen snijden’ Alumna werd ceo in Paramaribo
Suri’s in Tilburg → Veel media aandacht Voor tilburgse ‘huilexpert’ ad Vingerhoets ☒ minister rosenthal te gast in
universiteit kiest voor engelse benaming tilburg university, tilburgs onderoek wijst uit dat regering parlement vaak aluMnigroep groeit Boven 5.000 leden
‘Tilburg University Alumni’ heeft onlangs haar vijfduizendste lid verwelkomd. De digitale groep op de zakelijke netwerksite LinkedIn groeit sinds haar oprichting, twee jaar geleden, als kool. Zoals blijkt uit de activiteit in de groep, volgen steeds meer alumni de nieuwtjes en de activiteiten die op stapel staan. Verder delen ze vacatures of nemen ze deel
aan discussies over alumnigerelateerde onderwerpen. Minder zichtbaar is de digitale telefoonboekfunctie. Alumni kunnen gemakkelijk zoeken op naam en functie, zodat ze het contact met oudstudiegenoten kunnen herstellen. Of toenadering zoeken tot onbekende alumni om mee samen te werken. Lid 5.020 is Bob van
Leeuwen; deze alumnus werkt als strateeg nieuwe media bij Interpolis/Rabobank. Loyaliteit was zijn primaire reden om lid te worden, vertelt de alumnus bedrijfseconomie: “Ik voel me nog steeds verbonden met de universiteit en, gezien het grote aantal alumni op LinkedIn, ben ik
niet de enige. Wat je ziet, is dat mensen in tijden van onzekerheid meer verbinding zoeken met vroeger. Denk op autogebied maar aan het succes van de Fiat 500, of aan filmremakes als The Karate Kid. Een netwerk met oude bekenden, past in die retrotrend.” Dat het lidmaatschap bijdraagt aan je eigen zakelijke netwerk, speelt volgens Van Leeuwen ook mee. “Voor mij is het op dit moment niet relevant, maar via je netwerk blijf je goed op de hoogte van vacatures. Je ziet dan ook dat LinkedIn is ontploft sinds het uitbreken van de crisis in 2008.
Boek: ‘Mijn geld staat niet op een spaarrekening’ Torenhoge, ontwrichtende inflatie. Is dat reëel of een angstbeeld? Volgens de Tilburgse econoom Edin Mujagić moeten we hier serieus rekening mee houden. In Het InflatIespook beschrijft hij op toegankelijke wijze de oorzaken en gevolgen van de door hem in de komende jaren voorziene inflatie. De oplossing is voorhanden, stelt Mujagić. Centrale banken kunnen het bijgedrukte geld uit omloop halen en zo de inflatie temperen. “Dat zullen ze echter niet doen; niemand wil verantwoordelijk zijn voor de onvermijdelijke recessie die dan volgt.” Doet Mujagić niet aan onnodige bangmakerij? “Veel en steeds meer economen delen mijn analyse. Zelf heb ik mijn maatregelen ook al genomen. Laat ik het zo zeggen: mijn geld staat niet op een spaarrekening.”
Dat is niet voor niets.”
alumni actueel ‘geen Verstand Van Voetbal, wel Van cijfers’
foTo: ChrIsTIaan KrouwELs
alumnus en voormalig seR-lid Marco Wilke werd vorig jaar door Willem II benaderd met de vraag: of hij misschien zin had om commissaris te worden bij de noodlijdende lokale trots? Dat wilde Wilke wel. De bestuurder, tegenwoordig directeur van arbeidsontwikkelingsbedrijf Drechtwerk, moet onder meer opletten of het in de voetbalclub gestoken gemeenschapsgeld goed wordt besteed. De club zag in de voormalig interim-secretaris van de gemeente tilburg een geschikte kandidaat. Wat heeft u met Willem II? “Met de club had ik niet overdreven veel. Ik woon al jaren in Tilburg, maar ging zelden naar een wedstrijd. Veel verstand van voetbal heb ik ook al niet. of dat niet gek is? Ik denk het niet: als onafhankelijk toezichthouder volg je vooral de
financiële gangen van het bestuur kritisch. Vorig jaar injecteerde de gemeente zo’n 2,5 miljoen euro in de noodlijdende club.” Waarom was die financiële redding ook alweer nodig? “De club dreigde failliet te gaan: er was sprake van een aanzienlijke miljoenenschuld, en de kas was leeg. Daardoor kon willem II salarissen en andere lopende kosten niet meer betalen. De gemeente besloot daarop andermaal bij te springen door de stadionhuur met terugwerkende kracht te verlagen. Daarvoor wilde de stad dus wel garanties. Een van de maatregelen die de gemeente vroeg was het instellen van een onafhankelijke raad van commissarissen. Toen kwam ik in beeld.” Wat spreekt u aan in dit commissariaat? “het feit dat het hier gaat om betaald voetbal,
4 1-2011 |
UN1101_Cover.indd 1
11-03-11 14:52
1 (+ 22) COVER Kees van der Waaij (Unilever)
2 1-2011 |
UN1101_Tickertape.indd 4
11-03-11 15:46
UN1101_Tickertape.indd 5
TICKERTAPE 4 Laatste nieuws alumni en universiteit
11-03-11 15:46
UN1101_Column Vingerhoets.indd 7
11-03-11 13:57
7 COLUMN Ad Vingerhoets over nostalgie als kacheltje
UN1101_Hoofdverhaal.indd 8
11-03-11 17:04
UN1101_Hoofdverhaal.indd 9
8 HOOFDVERHAAL Is onbeteugelde transparantie goed voor ons?
11-03-11 17:04
UN1104_Tijdgenoten.indd 13
11-03-11 14:14
13 TIJDGENOTEN Hoe het gaat met 3 alumni Cultuurwetenschappen
until inhoud ■
Kaasschaaf
colofon Until is een periodieke uitgave van Tilburg University en de Stichting Professor Cobbenhagen. Dit magazine beoogt de banden met alumni te versterken. Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur.
Dit land ambieert tot de vijf beste kenniseconomieën te behoren. Dat staat zelfs in het regeerakkoord. Helaas schept het kabinet nog niet de juiste randvoorwaarden. Zo wil staatssecretaris Halbe Zijlstra het budget van universiteiten en hogescholen met maar liefst 190 miljoen euro korten. Bovendien verdampen de FES-middelen voor innovatief onderzoek. Dat is heel jammer. Want voor de broodnodige hervormingen zijn juist investeringen in het hoger onderwijs nodig, stelt Cees Veerman in deze Until. De voorzitter van de commissie die het kabinet over het hoger onderwijs adviseerde, gaat in dialoog met onze rector magnificus Philip Eijlander. En hij spreekt daarbij de vrees uit dat instellingen vanwege bezuinigingen met de kaasschaaf, intern gericht raken. Terwijl het juist zo belangrijk is dat ze extra investeren in onderwijskwaliteit en de blik naar buiten richten, bijvoorbeeld om samenwerking aan te gaan. Dat het anders kan en moet, daarover is weinig discussie. Ook in Tilburg staan wij open voor veranderingen. U kunt daarbij denken aan allianties met collega-instellingen of alternatieve vormen van financiering, bijvoorbeeld bijdragen van bedrijven of zelfs (op bescheiden schaal) door alumni, zoals Eijlander aangeeft. Kees van der Waaij – die ook wel bekend staat als mister Unilever Nederland – heeft goede ervaringen met samenwerken met de universiteit. In het geval van Unilever bestaat een hechte band met de universiteit van Wageningen. In het interview met hem wijst deze alumnus er ook op dat universiteiten zich verder moeten specialiseren. “We proberen in dit kleine landje op te veel plekken het wiel uit te vinden.” Het is mooi om te lezen in welke mate een pur sang zakenman zoals hij steeds het belang van goed onderwijs heeft onderkend. Zo stond hij aan de wieg van maar liefst twee postdocopleidingen. Deze alumnus is er vast van overtuigd dat de economie staat of valt met goede opleidingen. Om met Van der Waaij te spreken: “Kennis is een levensader voor Nederland. Veel hangt hier af van een excellente samenwerking tussen overheid, bedrijven en kennisinstellingen.”
uitgever Communicatie en Marketing, Tilburg University hoofdredactie Walther Verhoeven bladmanagement Tonke van de Ven redactieraad Jan Boelhouwer, Hein Coppes, Clemens van Diek, Pam Dupont, Dennis van Ham, Anne-Marie Hartog, Arno Herweijer, Ewoud Jansen, Merlijn Jansen, Bob van Kuijck , Roel Lauwerier, Annemeike Tan, Dieuwke van Turenhout, Michelle te Veldhuis, Aniek Verhoeven bladformule, redactie-coördinatie en eindredactie Joost Bijlsma (Magma Publicaties) art direction en vormgeving Patrick Hoogenberg & Djûke Vaartjes (Curve bno) auteurs Joost Bijlsma, Philip Dröge, Ank Kuipers, Joost Peters, Ad Vingerhoets, Annemeike Tan, Rutger Vahl, José van der Waerden, Corona de Wert fotografen Erik van de Burgt, Casper Rila, Ranu Abhelakh, Ton Toemen druk Koninklijke BDU, Grafisch bedrijf redactieadres Postbus 90153 5000 le Tilburg meer informatie over alumniactiviteiten www.tilburguniversity.edu/nl/alumni
Ik wens u veel leesplezier, Hein van Oorschot Voorzitter College van Bestuur
Foto: anp/KEYStonE/GaEtan BallY
U vroeg?
Geen kanker, patiënt opGelucht? Wie na een geconstateerde afwijking in een borst krijgt te horen dat het toch loos alarm is geweest, springt een gat in de lucht. Althans, dat zou je denken. Maar de praktijk is weerbarstiger. Veel vrouwen die dit meemaken, hebben minimaal een jaar last van angstgevoelens. Ze voelen zich in die periode zelfs ellendiger dan vrouwen die wél
definitief de diagnose borstkanker krijgen. Dat blijkt uit onderzoek van Tilburg University en het Tilburgse Sint Elisabeth Ziekenhuis, dat is gepubliceerd in het British Journal of Surgery. Bij naar schatting zestig procent van de ‘abnormale’ mammogrammen wordt uiteindelijk vastgesteld dat er niets aan de hand is. Dit heet een fout-positieve
uitslag. Minimaal de helft van de vrouwen die hiermee te maken krijgen, bezoekt in het jaar na de screening nog een keer de polikliniek. Sommige patiënten komen zelfs acht keer terug. De onderzoekers vinden dat vrouwen beter moeten worden voorgelicht over de nadelen van borstkankerscreening.
Is gratIe altIjd goed? in december aan de universiteit promoveerde. In de nasleep van de Zuid-Afrikaanse amnestieregeling
zijn veel verdachten er goed vanaf gekomen, aldus Lubbe. Dit kwam vooral door gebrek aan politieke wil om daders
Foto: aFp pHoto/WaltEr DHlaDHla
Nee. Soms kun je daar je vraagtekens bij zetten. Het mandaat van het Amnestie Comité van de ZuidAfrikaanse Waarheids- en Verzoeningscommissie liep af in 2003. Maar de overgang naar een nieuwe rechtsstaat was nog niet voltooid. Daarna vonden nog tal van onwettige vervolgingen en presidentiële gratieverleningen plaats. Die waren zowel in strijd met het nationaal als internationaal recht. Dat concludeert Hein Lubbe in het proefschrift waarop hij
van misdaden die begaan zijn om politieke redenen, te vervolgen. Ook het vernietigen van vonnissen via gratieverlening door de president kwam veelvuldig voor. Gevolg: daders hoeven hun straf niet uit te zitten, hebben geen strafblad meer en zien de gevolgen van hun daden niet onder ogen. Volgens de onderzoeker is het belangrijk van deze ‘vermijdbare fouten’ te leren. De gebeurtenissen in Zuid-Afrika kunnen als voorbeeld dienen voor toekomstige samenlevingen in een overgangsfase.
30 1-2011 |
UN1101_Until we Meet.indd 14
11-03-11 15:22
UN1101_Until we Meet.indd 15
14 UNTIL …WE MEET AGAIN Surinaamse alumni blikken terug op hun studietijd
11-03-11 15:22
UN1101_Duo Interview.indd 18
11-03-11 15:43
UN1101_Duo Interview.indd 19
18 DIALOOG Cees Veerman en Philip Eijlander over toekomst universiteit
11-03-11 15:43
UN1101_Alumninieuws.indd 26
11-03-11 15:36
UN1101_Alumninieuws.indd 27
11-03-11 15:36
26 ALUMNI NIEUWS Actualiteiten voor alumni, van verenigingen en universiteit
UN1101_Wetenschap-u vroeg.indd 30
11-03-11 14:11
UN1101_Wetenschap-u vroeg.indd 31
30 U VROEG? Wetenschapsrubriek plus column
11-03-11 14:11
UN1101_Backcover.indd 32
11-03-11 14:06
32 BACKCOVER Unoxmutsen voor steracteurs?
| 1-2011 3
Veel media aandacht voor Tilburgse ‘huilexpert’ Ad Vingerhoets ☒ Minister
universiteit kiest voor engelse benaming tilburg un Alumnigroep Groeit boven 5.000 leden
‘Tilburg University Alumni’ heeft onlangs haar vijfduizendste lid verwelkomd. De digitale groep op de zakelijke netwerksite LinkedIn groeit sinds haar oprichting, twee jaar geleden, als kool. Zoals blijkt uit de activiteit in de groep, volgen steeds meer alumni de nieuwtjes en de activiteiten die op stapel staan. Verder delen ze vacatures of nemen ze deel
aan discussies over alumnigerelateerde onderwerpen. Minder zichtbaar is de digitale telefoonboekfunctie. Alumni kunnen gemakkelijk zoeken op naam en functie, zodat ze het contact met oudstudiegenoten kunnen herstellen. Of toenadering zoeken tot onbekende alumni om mee samen te werken. Lid 5.020 is Bob van
Leeuwen; deze alumnus werkt als strateeg nieuwe media bij Interpolis/Rabobank. Loyaliteit was zijn primaire reden om lid te worden, vertelt de alumnus bedrijfseconomie: “Ik voel me nog steeds verbonden met de universiteit en, gezien het grote aantal alumni op LinkedIn, ben ik niet de enige. Wat je ziet, is dat mensen in tijden van onzekerheid meer verbinding zoeken met vroeger. Denk op autogebied maar aan het succes van de Fiat 500, of aan filmremakes als The Karate Kid. Een netwerk met oude bekenden, past in die retrotrend.” Dat het lidmaatschap bijdraagt aan je eigen zakelijke netwerk, speelt volgens Van Leeuwen ook mee. “Voor mij is het op dit moment niet relevant, maar via je netwerk blijf je goed op de hoogte van vacatures. Je ziet dan ook dat LinkedIn is ontploft sinds het uitbreken van de crisis in 2008. Dat is niet voor niets.”
Boek: ‘Mijn geld staat niet op een spaarrekening’ Torenhoge, ontwrichtende inflatie. Is dat reëel of een angstbeeld? Volgens de Tilburgse econoom Edin Mujagić moeten we hier serieus rekening mee houden. In Het Inflatiespook beschrijft hij op toegankelijke wijze de oorzaken en gevolgen van de door hem in de komende jaren voorziene inflatie. De oplossing is voorhanden, stelt Mujagić. Centrale banken kunnen het bijgedrukte geld uit omloop halen en zo de inflatie temperen. “Dat zullen ze echter niet doen; niemand wil verantwoordelijk zijn voor de onvermijdelijke recessie die dan volgt.” Doet Mujagić niet aan onnodige bangmakerij? “Veel en steeds meer economen delen mijn analyse. Zelf heb ik mijn maatregelen ook al genomen. Laat ik het zo zeggen: mijn geld staat niet op een spaarrekening.”
alumni actueel ‘Geen verstand van voetbal, wel van cijfers’
foto: Christiaan Krouwels
Alumnus en voormalig SER-lid Marco Wilke werd vorig jaar door Willem II benaderd met de vraag: of hij misschien zin had om commissaris te worden bij de noodlijdende lokale trots? Dat wilde Wilke wel. De bestuurder, tegenwoordig directeur van arbeidsontwikkelingsbedrijf Drechtwerk, moet onder meer opletten of het in de voetbalclub gestoken gemeenschapsgeld goed wordt besteed. De club zag in de voormalig interim-secretaris van de gemeente Tilburg een geschikte kandidaat.
4 1-2011 |
Wat heeft u met Willem II? “Met de club had ik niet overdreven veel. Ik woon al jaren in Tilburg, maar ging zelden naar een wedstrijd. Veel verstand van voetbal heb ik ook al niet. Of dat niet gek is? Ik denk het niet: als onafhankelijk toezichthouder volg je vooral de
financiële gangen van het bestuur kritisch. Vorig jaar injecteerde de gemeente zo’n 2,5 miljoen euro in de noodlijdende club.” Waarom was die financiële redding ook alweer nodig? “De club dreigde failliet te gaan: er was sprake van een aanzienlijke miljoenenschuld, en de kas was leeg. Daardoor kon Willem II salarissen en andere lopende kosten niet meer betalen. De gemeente besloot daarop andermaal bij te springen door de stadionhuur met terugwerkende kracht te verlagen. Daarvoor wilde de stad dus wel garanties. Een van de maatregelen die de gemeente vroeg was het instellen van een onafhankelijke raad van commissarissen. Toen kwam ik in beeld.” Wat spreekt u aan in dit commissariaat? “Het feit dat het hier gaat om betaald voetbal,
until tickertape ■ Rosenthal te gast in Tilburg ☒ universiteit van tilburg omgedoopt tot til
niversity, tilburgs onderoek wijst uit dat regering parle
foto: Dolph Cantrijn
Uniek: universiteit met ‘eigen’ station
Sinds kort stappen treinreizigers niet meer uit op station Tilburg West, maar op Tilburg Universiteit. Dat is uniek, want een ‘eigen’
station heeft geen enkele andere universiteit. De NS heeft deze naamswijziging doorgevoerd omdat voornamelijk treinende studenten
maakt dit commissariaat razend interessant. Een voetbalclub ligt immers altijd onder een vergrootglas: van supporters, de pers en de politiek. We komen eens in de drie weken bij elkaar voor overleg. Na een helaas verloren wedstrijd kreeg ik, nog tijdens onze reguliere vergadering, sms’jes van journalisten. Was er misschien sprake van crisisberaad? En gingen we de trainer nu ontslaan?” Hoe gaat het nu met de club? “In financieel opzicht staat Willem II er momenteel redelijk voor. En zelfs als wij zitten te slapen, kan toezichthouder KNVB altijd nog ingrijpen. Sportief gaat het dit seizoen helaas stukken minder. Bij degradatie zullen dalende bezoekersaantallen en tv- en sponsorinkomsten de club financieel sterk verzwakken. Maar we gaan ervan uit dat Willem II dát bespaard blijft.”
en medewerkers het station als eindbestemming gebruiken. En met de steeds verder naar het westen uitdijende Vinex-wijk De Reeshof, bleek
de oude naam Tilburg West de lading niet meer volledig te dekken.
BAs van der schot
Tilburg University op zoek naar nieuwe Afko | 1-2011 5
Minister Rosenthal te gast in Tilburg ☒ universiteit van tilburg omge
parlement vaak gebrekkig informeert, universiteit van Studenten helpen daklozen en ouderen
Nuchterheid, authenticiteit en transparantie. Die kwaliteiten bezorgden Pim Berendsen (37, alumnus fiscale economie) eind 2010 de Young Captain Award: de prijs voor de meest talentvolle manager van Nederland. Hoe is het om zo’n prestigieuze award te winnen? “De Raad van Bestuur van mijn werkgever TNT Post droeg me voor. Een enorme eer! Toen ik de prijs vervolgens won, was dat nog een behoorlijke verrassing: de twee andere genomineerden vond ik ijzersterk. Afgezien van alle hectiek en aandacht die de prijs met zich meebrengt, was het uiteraard te gek om deze erkenning te krijgen.”
Welke kwaliteiten zijn er voor nodig om te winnen?
“Blijkbaar waardeerde de jury mijn streven naar maximale transparantie en openheid. Mijn deur staat letterlijk altijd open voor mijn medewerkers. En bij belangrijke beslissingen, ook bij zoiets ingrijpends als een reorganisatie, gooi ik graag alle argumenten open en eerlijk op tafel. Mijn mensen geef ik de ruimte om hetzelfde te doen. Zelf heb ik ook nooit klakkeloos iets aangenomen van mijn baas, dus laat je maar horen. Ik zal nooit iemand afserveren omdat hij of zij er een andere mening op na houdt.”
Serve the City is een van oorsprong Belgisch vrijwilligersnetwerk dat studenten werft om als vrijwilliger deel te nemen aan allerlei maatschappelijke activiteiten. Ook in Tilburg is onlangs een afdeling opgericht. “Van oudsher is Tilburg een stad met een grote sociale problematiek”, vertelt initiatiefnemer en promovendus Hans van Dijk. “Ongeveer één op de vijf bejaarden in de stad geeft aan zich eenzaam tot extreem eenzaam te voelen. Ook is er veel werkeloosheid, en Tilburg telt veel daklozen. Serve the City wil deze kansarme mensen helpen. Onze vrijwilligers gaan bijvoorbeeld op de koffie bij een oudere, een middagje poolen met verslaafde jongeren of ze houden de tuin bij van mensen die dat zelf niet meer kunnen.” Het mooie van het initiatief is dat het de kloof tussen twee gescheiden werelden overbrugt, zegt Van Dijk. “Tijdens mijn studietijd in Leuven heb ik de oprichting van Serve the City in die stad van dichtbij meegemaakt. Ik heb toen gezien dat veel studenten de behoefte voelen om op een zinvolle manier bij te dragen aan de maatschappij.”
Inmiddels ben je ook weer actief op de universiteit.
“Als lid van de Campaign Board help ik inderdaad bij het genereren van geld, onder meer voor onderzoeksprojecten die financieel buiten de boot dreigen te vallen. Zo levert de universiteit wetenschappelijke ondersteuning voor het Microjustice Initiative. Dat is een innovatief programma om arme inwoners van ontwikkelingslanden te voorzien van juridische hulp. Ik zie het als een voorrecht om daar via mijn netwerk een bijdrage aan te kunnen leveren.”
Foto: Mirjam van der Linden
Prijzen voor superformule en dementiesimulatie
6 4-2010 |
Drie Tilburgse initiatieven hebben de Social Innovation Award gewonnen. Dat is een prijs van de gemeente Tilburg, De Ideale Connectie en Tilburg University voor organisaties die kennis van anderen gebruiken om succesvolle producten te ontwikkelen. Zo won het bedrijf Minase de prijs voor de Dementie Experience. Via dit trainingsinstrument kunnen mantelzorgers en zorgprofessionals de leefwereld van mensen met dementie ervaren. Ook Respond viel in de prijzen, met het initiatief SafeCity. Via een applicatie voor live streaming video, kunnen men-
sen met een publieke taak én gewone burgers video-opnames maken met hun mobiele telefoon. Bij incidenten kunnen ze deze opnames live doorsturen naar een centrale meldkamer, die zorgt voor passend ingrijpen. Last but not least won het Simon Stevin Instituut met Genicap. De basis voor deze vinding vormt de zogenoemde Superformule van Johan Gielis: een wiskundige beschrijving van natuurlijke vormen en fenomenen als cirkels, spinnenwebben en bladeren. Via Genicap kan deze formule commercieel worden uitgewerkt.
foto: erik van de Burgt
column Ad Vingerhoets ■
Nostalgie als warme mantel → Psychologen en andere gedragsdes-
kundigen hebben altijd een voorliefde gehad voor de negatieve aspecten van het leven. Stress, angst, depressie, schuld, en schaamte; daar gaat de aandacht naar uit. Het resultaat is een overvloed aan onderzoek naar deze thema’s, waarbij de creativiteit vaak ver te zoeken is. Deze wetenschappelijke aandacht is relatief eenvoudig te verklaren. Angst en depressie zijn klachten waarmee de mensheid zich wendt tot hulpverleners. Dus daar moeten we alles over weten. Maar niemand komt bij een psycholoog met vragen over vrolijkheid of ontroering. Dus daar moeten we onze kostbare tijd maar niet mee verdoen. Hoe kortzichtig dat is, wordt steeds beter zichtbaar. Langzaamaan groeit de waardering voor (onderzoek naar) positieve emoties; ook deze kunnen van pas komen bij therapieën. Bij het bestrijden van negatieve emoties en het voorkomen van negatieve stemmingen werken positieve emoties goed. Een mooie illustratie hiervan is nostalgie, een term die in de zeventiende eeuw is geïntroduceerd door
de Zwitserse arts Johannes Hofer. Die gebruikte het als synoniem voor heimwee, wat toen nog werd beschouwd als een dodelijke ziekte. Heimwee maakte vooral onder huurlingen in vreemde legers slachtoffers. Maar in de loop van de geschiedenis gingen mensen een duidelijk onderscheid maken tussen heimwee en nostalgie. Tegenwoordig zien we heimwee als een zogeheten ‘reactieve depressie’, een soort rouwreactie. Terwijl nostalgie steeds meer als een positieve emotie te boek staat. Onderzoek heeft verrassende zaken over nostalgie aan het licht gebracht. Deze emotie blijkt een positief effect te hebben op het welbevinden, vooral als we ons wat eenzaam voelen. Het sterkt ons zelfvertrouwen, omdat we daardoor een verbondenheid met anderen ervaren. Verder benadrukt het dat ons leven een bepaalde continuïteit kent. Nog verrassender is de bevinding dat nostalgie ons bijna letterlijk warmer doet voelen. Dat is gebleken toen onderzoekers twee groepen deelnemers in een koude kamer van zestien graden zetten. Nadat de eerste groep nostalgische herinneringen had op-
gehaald en de tweede gewone, schatte de eerste groep de temperatuur van de kamer hoger in. Verder toonden de onderzoekers aan dat nostalgie ervoor zorgt dat deelnemers hun hand en arm langer in een bak met ijswater konden houden. Zo bezien is de Top 2000 van favoriete nummers in de popmuziek goed getimed. Want die valt in de koude donkere dagen aan het einde van het jaar. Aan de betreffende Top 2000 van Radio 2 hebben we dit jaar een onderzoek gekoppeld. Luisteraars konden een vragenlijst invullen. Wij onderzoeken onder meer of de een gevoeliger is voor nostalgische gevoelens dan de ander. Ik denk dat het kortzichtig is om onderzoek te beperken tot slechts die onderwerpen die volgens de huidige inzichten zinvol zijn. Juist op gebieden waarover we weinig weten, valt veel winst te boeken. Onderzoekers moeten van de gebaande paden af en durf en creativiteit tonen. ■ Ad Vingerhoets, hoogleraar emoties en welbevinden Tilburg University en schrijver van het boek Tranen, waarom mensen huilen. | 1-2011
7
8 1-2011 |
Niets meer te verbergen
until hoofdverhaal ■
Internet zorgt voor een ongekende transparantie. Politici gaan met de billen bloot door WikiLeaks, bedrijven worden digitaal gekruisigd door klanten en ook de gewone burger staat in zijn hemd door genante foto’s of impulsieve tweets. Willen we die onbeteugelde openheid wel? ‘Alleen wie niets te zeggen heeft, heeft niets te verbergen.’ Tekst: Rutger Vahl | 1-2011 9
N
og niet zo lang kenden we onze politici vooral van Den Haag Vandaag. Keurige mensen, die in nette volzinnen beheerst antwoord gaven op de vragen van een al even beheerste Ferry Mingelen. Maar nu is er Twitter. Sinds de smartphone zijn intrede deed in het parlement, hebben we onze volksvertegenwoordigers op een heel andere manier leren kennen. In hun tweets over elkaar blijken die dames en heren Tweede Kamerleden heel wat minder beheerst en wordt er onderling flink gehakketakt. En het mooie is: de gewone burger kan zich in de woordenstrijd mengen. Wie een berichtje stuurt naar @MaximeVerhagen of @DiederikSamson heeft nog kans op antwoord ook. De opkomst van sociale media is de voorlopig laatste fase van de trend die communicatiewetenschapper Marshall McLuhan een halve eeuw geleden duidde als the world becomes a global village. De televisie bracht de wereld in de huiskamer. Maar dat was nog eenrichtingsverkeer. Internet zorgde er voor dat we ook met die wereld konden communiceren. En onder meer door sociale media als Facebook en Twitter, webinnovaties van de laatste jaren, speelt ons leven zich voor een steeds groter deel af op dat internet. Met ongekende mogelijkheden tot contact, maar ook met een keerzijde: informatie verplaatst zich op internet met de lichtsnelheid. En aan privacy heeft dat geweldige medium geen boodschap. In de online global village is transparantie de norm. →→ Good guy, bad guy WikiLeaks is daarvan het meest recente voorbeeld. De klokkenluiderssite is bezig 250.000 geheime staatsdocumenten te publiceren. Daardoor weten we ineens wat zich echt achter de schermen van de macht afspeelt, welke spelletjes er worden gespeeld en wat regeringsleider werkelijk van elkaar vinden. In een uitzending van VPRO’s Tegenlicht voorspelde de Amerikaanse technologiegoeroe Kevin Kelly een wereld waar (politieke) geheimen niet meer kunnen
Internetjournalist Francisco van Jole: ‘Uiteindelijk hebben de bad guys op deze planeet meer last van Wikileaks dan de good guys.’ 10 1-2011 |
bestaan. Er zullen steeds meer WikiLeaks-achtige websites komen, denkt Kelly. En dat is volgens hem een goede ontwikkeling: “We gaan toe naar een samenleving waarin het delen van kennis en informatie centraal staat. Geheimhouding past daar niet meer bij. Dingen die het daglicht niet kunnen verdragen, worden veel sneller afgestraft.” Tegenstanders stellen dat de vrijheid van meningsuiting niet onbegrensd moet zijn. Staten kunnen niet functioneren zonder geheime informatie. “De eerste reactie van regeringen op WikiLeaks was dan ook restrictief”, zegt internetjournalist Francisco van Jole. “Het aantal mensen met toegang tot geheime documenten is in de VS meteen drastisch beperkt.” Daarnaast laaide de discussie over de vrijheid van meningsuiting op het web weer op. Van Jole noemt zichzelf geen grote fan van WikiLeaks – een dergelijke klokkenluiderswebsite kan ook misbruikt worden om roddel en achterklap te verspreiden, vreest hij – maar is wél een groot voorstander van het bestaansrecht van WikiLeaks. “Uiteindelijk hebben de bad guys op deze planeet er meer last van dan de good guys.” →→ Informatieanarchie Van Jole volgt de ontwikkelingen op het internet sinds 1993. Hij constateert dat er vanaf het begin pogingen zijn ondernomen de vrijheid van meningsuiting op het web aan banden te leggen. “In de jaren negentig was het de Scientology Kerk die rechtszaken voerde tegen klokkenluiders op internet. De discussie die toen gevoerd werd, herhaalt zich nu met WikiLeaks.” Van Jole constateert dat het maatschappelijke draagvlak om websites te sluiten lijkt toe te nemen. “We accepteren dat de
until hoofdverhaal ■ Hoogleraar Recht en Informatisering Corien Prins: ‘Als er een camera in je stad wordt opgehangen denk je in eerste instantie: prima, goed voor mijn veiligheid. Maar hangt er in elke straat een camera, dan geeft dat een unheimisch gevoel.’
politie websites uit de lucht kan halen. Dan wordt er altijd bijgezegd dat het tegen kinderporno is. Daar is natuurlijk niemand tegen. Maar dat die knop ook gebruikt kan worden om onwelgevallige sites als WikiLeaks het zwijgen op te leggen, realiseren veel mensen zich niet.” Van Jole behoort hiermee tot het kamp van de maximale openheid. Oud-hacker Jason Lanier heeft dat kamp inmiddels verlaten. Hij gelooft niet in de heilzame werking van sites als WikiLeaks. In De Groene Amsterdammer sprak hij onlangs over ‘informatieananarchie’ en zelfs van eigenrichting door zogenaamd waakzame en verontruste burgers als WikiLeaks-voorman Julian Assange. Lanier vindt dat niet kan worden uitgesloten dat WikiLeaks met de publicatie van zijn ongefilterde documenten de levens van mensen op het spel heeft gezet. In de uitzending van Tegenlicht wierp de conservatieve denker en psychiater Theodor Dalrymple nog een ander bezwaar op tegen een maximale transparantie. Als alles wat je zegt en denkt in de openbaarheid kan komen, leidt dat ertoe dat mensen zich niet meer durven te uiten, vindt Dalrymple. Niet transparantie en openheid, maar geheimhouding en privacy zijn noodzakelijke voorwaarden voor eerlijke communicatie. Als iedere vorm van sociaal verkeer openstaat voor controle door derden, is het gevolg dat niemand nog open en eerlijk is tegenover wie dan ook. Alleen wie niets te zeggen heeft, stelt Dalrymple, heeft niets te verbergen. →→ Burger van glas De global village heeft vormen aangenomen die ook Marshall McLuhan nooit kan hebben voorzien. Zoals Kevin Kelly het zei in Tegenlicht: we naderen het moment dat alle aardbewoners via het web met elkaar verbonden zijn. Eén consequentie daarvan wordt duidelijk: burgers, politici en bedrijven zijn steeds meer van glas. Wat we doen, zijn en vinden spreekt uit onze daden en woorden die op het web en elders worden opgeslagen. De Tilburgse hoogleraar Regulering van Technologie Bert-Jaap Koops ontwaarde een paar jaar geleden de contouren van een big brother-samenleving. Regeringen hebben niet alleen de technologie maar
ook de juridische bevoegdheden om de levens van hun burgers tot in detail te volgen. Koops deed deze uitspraak in 2007. Sindsdien is er tal van wetgeving bijgekomen die de privacy aantast. Zo houdt het Landelijk Informatiesysteem Schulden bij hoeveel schulden je hebt. Hoe het met je kinderen gaat staat in het Elektronisch Kind Dossier. Je ziektegeschiedenis komt in een Elektronisch Patiënten Dossier. Waar je gisteren met je OV-chipkaart naartoe reisde, is zeven jaar lang te traceren. Op de snelweg wordt je kenteken geregistreerd en nagetrokken. Internetproviders bewaren je e-mails. En vlieg je naar de VS dan weten de Amerikaanse autoriteiten of je halalvlees hebt besteld. Langzaam dringt het besef door dat we geen geheimen meer hebben; voor velen een verontrustend idee. Misschien verklaart dit het leedvermaak waarmee we naar de WikiLeaks-affaire kijken. Regeringsleiders die de afgelopen jaren de privacy van burgers steeds verder hebben uitgehold, krijgen nu een koekje van eigen deeg. Wil de overheid alles weten van zijn onderdanen, dan is het gelijk oversteken: maximale transparantie geldt voor iedereen, voor burgers én de staat. →→ Comeback privacy Ik heb niets te verbergen dus iedereen mag alles van me weten. Dat was tot voor kort een populair standpunt. Maar volgens Corien Prins, hoogleraar recht en informatisering aan Tilburg University, is deze ‘laissez-faire’-houding tanende. De privacy maakt volgens haar een comeback. “Kijk naar de bezwaren tegen biometrie op het paspoort en het Elektronisch Patiënten Dossier. Die protesten beperken zich niet langer tot de kring van mensen die altijd al bezorgd was om de privacy.” Volgens Prins, die ook lid is van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, komt de omslag doordat burgers een gevoel van overkill ervaren. “Als er een camera in je stad wordt opgehangen denk je in eerste instantie: prima, goed voor mijn veiligheid. Maar hangt er in elke straat een camera, dan geeft dat een unheimisch gevoel. Dat punt wordt steeds vaker bereikt.” Uit een peiling in opdracht van personenzoekmachine 123people blijkt dat 90 procent van de Nederlandse webgebruikers bang is voor inbreuk op de persoonlijke levenssfeer door internet. Prins constateert – in lijn met dit onderzoek – dat mensen voorzichtiger worden met wat ze wel en niet op hun sociale mediapagina’s zetten. “We begrijpen intussen dat onze werkgevers ook googlen. Dus is het niet handig om foto’s van jezelf in dronken toestand op
→
| 1-2011 11
het web te zetten.” Anderzijds vindt Prins dat die bewustwording traag verloopt. “Dat de politie en de Belastingdienst bijvoorbeeld meekijken wat je op Marktplaats doet, beseffen veel mensen niet. En mijn zoon leert op school over powerpointpresentaties. Maar aan lessen over de kwetsbaarheid van informatie op internet zou hij meer hebben. Dat je dus niet chat waar je woont en dat je volgende week op vakantie gaat.” →→ Worstelende bedrijven Ook volwassenen kunnen wel wat lessen in de gevaren van sociale media gebruiken. De voorbeelden van misstappen op Twitter en Facebook stapelen zich op. Voormalig politicus Arend Jan Boekestijn komt voorlopig niet meer los van zijn tweet over ‘spleetogen’. Voetballer Ryan Babel moest een forse boete betalen toen hij een scheidsrechter had beledigd op zijn twittersite. En districtschef Gerda Dijksman verloor haar baan toen ze op Twitter de dood van twee buurtbewoners toeschreef aan huiselijk geweld. Het bleek om een tragisch geval van koolmonoxidevergiftiging te gaan. Gewone burgers vergalopperen zich eveneens aan ondoordachte berichten op Twitter of Hyves. Zo’n tien procent van de respondenten gaf in het onderzoek van 123people aan een baan niet te hebben gekregen of te hebben verloren door uitingen op sociale netwerksites. Volgens Hille van der Kaa bevinden we ons in een overgangsfase. Iedereen worstelt met de transparantie van internet. Niet in de laatste plaats geldt dat voor bedrijven. Van der Kaa studeerde eind jaren negentig Communicatie en Informatiewetenschap in Tilburg en heeft nu haar eigen bedrijf, de Uitgeeffabriek. Ze adviseert klanten onder meer over het gebruik van
Adviseur nieuwe media en alumna Hille van der Kaa: ‘Een twitterverbod van een klant van mij resulteert in veel onbegrip bij zijn medewerkers, te meer omdat het een leuk bedrijf is. Medewerkers mogen hun enthousiasme niet uiten. Onbegrijpelijk.’ 12 1-2011 |
nieuwe media. “Veel bedrijven werken op dit moment aan een protocol over wat wel en niet mag met sociale media op de werkvloer”, zegt Van der Kaa. Ze hekelt de angst waarmee werkgevers naar sociale media kijken. “Dan laten ze in de code zetten dat medewerkers niets negatiefs over het bedrijf mogen schrijven op Twitter of Hyves.” Ze vertelt over een van haar klanten die medewerkers angstvallig verbiedt om überhaupt iets over het bedrijf te twitteren. “Dat resulteert in veel onbegrip bij de medewerkers, te meer omdat het een leuk bedrijf is. Medewerkers mogen hun enthousiasme niet uiten. Onbegrijpelijk.” →→ Sociale-mediateams Het is voor bedrijven een illusie te denken dat je alles intern kunt houden. En bovendien kan een negatieve tweet ook gunstig uitstralen, meent Van der Kaa. “Je laat als bedrijf zien dat je authentiek durft te zijn en niet bang bent voor een stootje. Het voordeel van authenticiteit doet zich onder meer gelden op de arbeidsmarkt. De studenten aan wie ik les geef, willen vooral een leuke baas. Ze solliciteren eerder bij een bedrijf omdat ze een lollig filmpje van de vrijdagmiddagborrel op YouTube hebben gezien. Niet omdat de door de communicatieafdeling geregisseerde corporate story van het bedrijf ze zo aanspreekt.” Hoe medewerkers sociale media gebruiken is één zorg van bedrijven. Een andere is wat klanten ermee doen. Hoe ga je om met klanten die hun negatieve ervaringen breed uitmeten op het web? Door Youp van ’t Hek weten we dat er niet veel voor nodig is via internet hele volksstammen te mobiliseren. Hille van der Kaa vindt ook het voorbeeld van Carglass illustratief voor de impact die sociale media kunnen hebben. “Een nepbericht op Twitter over Carglass was binnen een paar uur een trending topic, een veelbesproken onderwerp. ’s Avonds werd het een item op het Journaal.” Het is een leerproces waar sommige bedrijven al behoorlijk ver in zijn. Zo houdt verzekeraar Interpolis er sociale-mediateams op na. “Die reageren op elke negatieve uiting over het bedrijf op internet. Niet door alles tegen te spreken, maar door bij een negatieve ervaring gericht te vragen wat er is mis gegaan, kortom, door oprechte interesse te tonen.” Dit zijn bedrijven die het hebben begrepen, vindt Van der Kaa. Heel anders is dat met de captains of industry. Die laten het vooralsnog afweten op Twitter, Hyves en Facebook. “Het doet denken aan de begindagen van de mobiele telefoon. Iedereen wilde zo’n ding, behalve de top van het bedrijfsleven. Als je geen mobieltje nodig had, was je pas echt belangrijk. Zo denken CEO’s nu ook over sociale media. Maar ze zien niet dat ze een van de belangrijkste internettrends aan het missen zijn.”■
Studie? “Afgestudeerd in de Algemene Cultuurwetenschappen op een publieksonderzoek naar musicalparticipatie.”
Werk?
“Parttime dramadocent op het Reeshof College in het vmbo. Daarnaast ben ik acteur, docent, regisseur en organisator via mijn eigen theaterbureau Total Performance.”
Jaarsalaris?
“Ruim voldoende.”
Warme herinneringen? “Vooral aan de fijne sfeer op de campus en aan inspirerende vakken als Esthetica en Theaterwetenschap. Verder kreeg ik een kick van mijn onverwachte 9,2 voor Statistiek.”
Linda van den Hout Woont in Tilburg samen met René
Arjan Gebraad Getrouwd met Vera; woont in Tilburg
Minder goede ervaring?
“De scriptie was een hel: ik werkte al fulltime en moest me er echt toe zetten. Na een jaar te zijn gestopt, heb ik die scriptie
Tijdgenoten Studie? “In de Algemene Cultuurwetenschappen afgestudeerd op de digitalisering van de samenleving en de gevolgen daarvan op de perceptie van gebeurtenissen als 9/11 en de moord op Pim Fortuyn.”
Werk?
“Op de School voor Kunst Cultuur en Media van het ROC Tilburg coördineer ik een nieuwe BBL-opleiding voor werkend leren. Daarnaast ben ik docent creatief denken en concepting bij Fontys en regieassistent bij de Stichting Tilburgse Revue. Van die afwisseling krijg ik veel energie.”
Jaarsalaris? “Genoeg.”
Tilburg? “Ik houd van de bedrijvigheid op het gebied van sport en cultuur. Ook heerlijk: dat ik op de fiets naar mijn werk kan.”
Inspiratiebron?
“De colleges Beeldcultuur van Hans van Driel spraken me enorm aan, niet alleen de thematiek, maar ook zijn natuurlijke manier van lesgeven.”
Had je nu opnieuw dezelfde studie uitgekozen?
“Waarschijnlijk wel, zeker nu er ook een docentenvariant aan toegevoegd wordt. Ik vind de combinatie onderwijs en cultuur sterk: het geeft meer kansen op een baan in die sector.”
er tóch uit weten te persen. Een overwinning!”
Nog veel contact met oud-studiegenoten? “Alleen met Linda. We waren al lang bevriend toen we aan onze studie begonnen. Die vriendschap is gebleven, ook zakelijk. Samen gaan we de regieassistentie van de komende Tilburgse Revue op ons nemen.”
Joris Donders Woont samen met Alex in Tilburg
Hoe is het alumni uit een bepaalde richting of lichting vergaan na hun studietijd? Deze keer aan het woord: cultuurwetenschappers Arjan, Linda en Joris.
Studie? “Algemene Cultuurwetenschappen. Afgestudeerd op een literatuuronderzoek naar de cultuurtheorie van René Girard vanuit het mechanistisch wereldbeeld.”
Werk?
“Freelance theatermaker en parttime docent bij het Luzac Lyceum in Eindhoven. De kunst is die twee zaken te combineren en dan niet boven zeventig uur per week uit te komen. Gezien de bezuinigingen houd ik mijn hart vast voor de tweede helft van het theaterseizoen.”
Jaarsalaris?
“Rond het minimumloon.”
Waarom toch theater maken? “Het mooiste vak dat er is: de nagenoeg meest directe vorm van communicatie binnen de kunst. Ook het trainen van acteurs is te gek!”
Wat miste je in je studie?
“Strengheid. Bij sommige docenten, zoals Hugo Verdaasdonk, Odile Heynders en Léon Hanssen, bleef je wel bij de les. Bij andere vakken waren deadlines er om overschreden te worden.”
Hoeveel kennis uit je studie gebruik je nog?
“Ik heb veel geleerd over de werking van het literaire/culturele veld en over socialisatieprocessen. Dat komt me nog dagelijks van pas.” | 1-2011 13
Waddy Sowma en Shirley Sumter-Sowma
‘Rare gewoonte om alles op de cent te verrekenen’ Waddy Sowma (1955) en Shirley Sumter (1956) kwamen in 1974 van Paramaribo naar Tilburg om economie te studeren. Getrouwd en met hun bul op zak keerden ze in 1982 terug naar hun geboorteland. ‘Wij hebben altijd geweten dat we zouden teruggaan.’ ‘De kwaliteit van leven is hier in Suriname beter.’ Tekst: Ank Kuipers
→→ Van Paramaribo naar Tilburg
In 1974 begonnen vijf jonge Surinamers aan een studie economie in Tilburg. Twee van hen, Shirley Sumter en Waddy Sowma, kenden elkaar sinds 1972. “Mijn vader had gezegd: als je naar Nederland gaat, wordt het Tilburg. Een grote stad vond hij niet veilig”, vertelt Shirley. Kort voor de afronding van de middelbare school koos Sumter economie boven Spaans, vanwege de toekomstperspectieven. “Met economie waren die beter 14 1-2011 |
until…we meet again ■
'Mijn vader had gezegd. Als je naar Nederland gaat, wordt het Tilburg. Een grote stad vond hij niet veilig.'
en dat is uitgekomen.” Sowma wist op zijn zestiende dat hij economie wilde studeren. In die tijd kozen de meeste Surinaamse studenten van Libanese afkomst voor Tilburg. Sowma volgde die trend. “Een paar Brahims en een neef van me hadden in Tilburg gestudeerd.” De kennismaking met Nederlandse medestudenten verliep wat stroef. In de studentenflat deelden ze keuken, douche en toilet met zestien anderen.
“Sommige gewoonten konden wij niet begrijpen”, herinnert Sowma-Sumter zich. “Als er samen werd gekookt, dan werden de kosten letterlijk tot op de cent verrekend. Er werd nooit gezegd: laat maar zitten, zoals wij dat zeiden. Dat kon ik me niet voorstellen. Ook de hygiëne was anders. Er was bijvoorbeeld iemand die zijn lakens maar twee keer per jaar verwisselde!”
Een ontspannen ontmoeting met professor Bosman van de vakgroep Geld-, krediet- en bankwezen. | 1-2011 15
→
'In Suriname denkt de politicus dat hij de randvoorwaarden kan bepalen. Maar als econoom zeg ik: de economie bepaalt de randvoorwaarden.'
→→ Vrouwonvriendelijk
Eén ervaring uit het eerste jaar zal Sowma-Sumter altijd bijblijven. “Ik kwam een collegezaal binnen en daar zaten een paar honderd studenten. Er waren precies zes vrouwen. De sfeer was niet altijd vrouwvriendelijk. Zo noemde één professor, Schouten, het aanrecht het enige recht van de vrouw. Als hij de collegezaal binnenkwam, zei hij: ‘Goedemorgen, heren!’ Ik was de enige donkere vrouw, dus je zag me duidelijk zitten. Dat hij niet groette, vond ik pijn16 1-2011 |
lijk, maar ik denk dat deze ervaring mij als persoon weerbaar heeft gemaakt.” Sowma-Sumter geeft sinds 2005 leiding aan Kersten, een groot concern met circa zeshonderd werknemers. Ze is een van de weinige vrouwelijke CEO’s in Suriname. Van de vele hoogopgeleide vrouwen in het land bereiken er weinig de top. Sowma-Sumter: “Natuurlijk kan ik zeggen dat je als vrouw de kans niet krijgt. Maar ik denk ook dat vrouwen niet altijd bereid zijn om tot het uiterste
te gaan. In de eerste plaats moet je vooropleiding in een bepaalde richting zijn. Ook de thuissituatie moet goed zijn. Mijn man heeft ook gestudeerd en hij heeft mij altijd gesteund.” Ze kon altijd terugvallen op haar ouders en besteedde een deel van de huishouding uit. Ze heeft wel moeten doorzetten. “Je komt wel een aantal dingen tegen hoor, op die weg naar boven.” Vindt zij het glazen plafond in Suriname zwaarder dan dat in Nederland? “Absoluut!”
until…we meet again ■ →→ Huwelijk en bul
Op hun eerste collegedag in 1974 deed een begeleider een gedenkwaardige uitspraak: ‘Kijk naar je buurman, want volgend jaar zit hij niet meer naast je.’ Sowma lacht: “Vijftig procent viel in het eerste jaar af! Veel studenten hadden problemen met wiskunde.” Aan het begin van haar studie moest SowmaSumter wiskunde en boekhouden inhalen, in drie maanden de stof van twee jaar middelbare school. “Dat was blokken.” Toen ze bijna klaar waren met hun kandidaats gingen de twee werken naast hun studie, twintig uur per week. “We gaven economieles, ik in Tilburg en Waddy in Eindhoven.” Tijdens hun studie waren ze actief in het Surinaamse verenigingsleven van Tilburg, vertelt Sowma. “Kijk, ik was in Nederland met het idee: ik ga terug. Mijn vakanties toen heb ik voornamelijk in Suriname gevierd.” In 1981 trouwden ze - in Purmerend, waar de ouders van Sumter woonden. Onder de driehonderd bruiloftsgasten waren naast flat- en studiegenoten ook Tilburgse Surinamers. In 1982 studeerden ze af. In oktober van dat jaar keerden ze terug naar Suriname. Sowma ging er aan het werk in de kledingzaak van zijn ouders en zette later zijn eigen bedrijf op. Hij fungeert ook als adviseur voor de andere ondernemers in zijn familie. Sowma-Sumter begon in 1980 bij het Surinaamse ministerie van Financiën. Ze werkte er onder vier ministers en stapte nog geen twee jaar later over naar de ABN-bank. In 1998 ging ze werken bij Ernst & Young, waar ze de afdeling Corporate Finance opzette. In 2005 werd ze directeur van Kersten.
→→ Terugkeer ondanks coup
Waddy Sowma en Shirley Sumter verlieten Suriname toen het land een kolonie van Nederland was. Op 25 november 1975 werd het land een onafhankelijke republiek. “Ik heb er wel spijt van gehad dat ik zo’n groot moment niet zelf heb meegemaakt”, zegt Sowma. Tijdens de coup van februari 1980 zaten ze nog in Tilburg. Hoewel Suriname geleid werd door militairen, keerde het stel in oktober 1982 terug naar Paramaribo. Sowma-Sumter: “Zes weken daarna kreeg je de Decembermoorden. Dat was wel zwaar. Veel mensen die ook naar Suriname waren teruggekomen, hebben het land toen verlaten. Wij konden ook weggaan, maar we zijn gebleven. Ik denk dat we daar goed aan hebben gedaan, in verschillende opzichten: materieel en immaterieel.” Nog steeds gaat het in Suriname met horten en stoten. Zo besloot de Centrale Bank van Suriname in januari 2011 om de Surinaamse Dollar te devalueren met bijna 17 procent. Curieus is dat de titel van de afstudeerscriptie van Sowma-Sumter luidde: ‘De gevolgen van devaluatie voor de Surinaamse economie’. Direct na de devaluatie van 2011 heeft de regering belastingverhogingen aangekondigd. Ondernemers beleven zorgelijke tijden. Sowma: “Hier denkt de politicus dat hij de randvoorwaarden kan bepalen. Maar als econoom zeg ik: de economie bepaalt de randvoorwaarden.” Sowma-Sumter: “In elk geval probeer ik wat ik doe, goed te doen bij Kersten: het bedrijf gezond houden, werkgelegenheid bieden, duurzame activiteiten ontplooien en rekening houden met klanten en medewerkers.” ■ | 1-2011 17
Cees Veerman Op de middelbare school was ik zelf ook geen hoogvlieger. Met wat elleboogstoom ben ik toch nog ver gekomen. 18 4-2010 1-2011 | |
until dialoog ■
Dialoog Cees Veerman & Philip Eijlander
‘We moeten van die perverse prikkel af’ Het kabinet heeft vergaande bezuinigingen aangekondigd die het universitair onderwijs midscheeps treffen. Dit staat haaks op de aanbevelingen van de commissie-Veerman over kwaliteitsverbetering in het hoger onderwijs. Voldoende aanleiding voor een tweegesprek tussen rector magnificus Philip Eijlander van Tilburg University en commissievoorzitter Cees Veerman. ‘Laten we voorkomen dat we in groen hout moeten snijden.’ tekst: Joost Bijlsma Philip Eijlander en Cees Veerman waren twee van de ruim duizend hoogleraren die deelnamen aan de betoging tegen de onderwijsplannen van het kabinet. Het protest op vrijdag 21 januari kende een opmerkelijk hoge opkomst. Het gaat ook wel ergens over. Als de door het kabinet aangekondigde kortingen doorgaan, trekken die een zware wissel op het onderwijs. Dit staat in schril contrast met de eveneens door het kabinet opgetekende ambitie om bij de beste vijf landen in de wereld te horen qua kenniseconomie. Tijdens de betoging pleitte Veerman voor een uitstel van de bezuinigingen voor twee jaar, zodat de instellingen eerst de tijd krijgen om zelf maatregelen te treffen. Als leidraad daarbij kunnen de aanbevelingen uit ‘zijn’ rapport-Veerman dienen. Hierin wordt onder meer gepleit voor vergaande specialisatie en meer nadruk op onderwijs. Volgens het rapport zijn hiervoor investeringen nodig in plaats van kortingen. “De ambities voor de toekomst van het hoger onderwijs kunnen niet gerealiseerd worden in een context van bezuinigingen.” Een conclusie die het kabinet volledig negeert, zo lijkt het. Dit zit zowel Eijlander als Veerman hoog. We spreken ze ruim een week na de grote protestactie. Dan is hun strijdbaarheid nog lang niet weg, zoals blijkt uit hun reactie op een vraag in de geest van staatssecretaris Halbe Zijlstra. Iedereen moet toch een steentje bijdragen aan de bezuinigingen? En is het voor universiteiten, net als voor bedrijven, niet af en toe goed om in bureaucratie te snijden? Eijlander: “Natuurlijk kan het allemaal efficiënter, maar de voorgestelde bezuinigingen van honderden miljoenen euro’s leiden tot onherstelbare schade. We zullen een aanzienlijk deel van ons totale budget moeten wegsnijden. En dat terwijl we voor grote opgaven staan. De toestroom van studenten neemt toe, de uitval moet omlaag en het rendement van onze opleidingen moet omhoog. Waarom zou je eerst het paard achter de wagen spannen voordat je vooruit gaat?” Veerman: “Het is veel te gemakkelijk om te zeggen:
snijden jullie de bureaucratie maar weg, dan stijgt de kwaliteit vanzelf. Zonder langetermijnvisie verandert er niets. Je kunt universiteiten niet vergelijken met bedrijven die saneren om weer slank en slagvaardig te worden. Ze zijn veel minder flexibel.” Eijlander: “Het vervelende is dat de aangekondigde forse bezuinigingen ten koste dreigen te gaan van jong talent. Ouder personeel heeft een ijzersterke rechtspositie. Het is, vanwege wachtgeld en ontslagvergoedingen, te duur om hen te ontslaan. Van het terugschroeven van de budgetten worden dus vooral jonge krachten zoals promovendi en postdocs zonder vaste aanstelling de dupe. Zo smoren we talent in de kiem en maken we de universiteit impopulair als werkgever.” Veerman: “Op lange termijn is het wel zinvol om te streven naar een flexibeler personeelsbestand. Het systeem verhindert nu noodzakelijke aanpassingen. Het is bijna onmogelijk om in te spelen op natuurlijke verschijnselen zoals krimp of groei.” Eijlander: “Daar valt over te praten. Ik ben altijd een voorstander geweest van meer flexibele aanstellingen, ook in de top van de organisaties. Maar op korte termijn is het veel te duur om mensen met een lang dienstverband te ontslaan.” U staat dus beide open voor veranderingen, zolang dat volgens een goed doortimmerde langetermijnvisie gebeurt. Welke hervormingen zijn het meest noodzakelijk? Veerman: “We moeten iets veranderen aan de huidige financiering op basis van aantallen studenten. Dit maakt het verleidelijk om een oogje dicht te knijpen als de kwaliteit minder is, zoals in de praktijk is gebleken. Dat is een gevaarlijke tendens. De prikkel van de studenten|1-2011 19
→
aantallen hoeft niet compleet te verdwijnen, maar het zwaartepunt moet daar niet langer liggen.” Eijlander: “Ik vind de wijziging in financiering het allerbelangrijkste punt van het rapport-Veerman. Financiering die leunt op aantallen geeft een perverse prikkel om de kwaliteit te verlagen, zoals we hebben gezien bij hbo-instelling Inholland. Daar moeten we dus vanaf. Laten we naar een financiering gaan op basis van vergelijkbare maatstaven voor kwaliteit.” Veerman: “Alternatieven zijn nodig. En die moeten niet in de bankjes van de Tweede Kamer worden bedacht, maar door onderwijsinstellingen zelf worden aangedragen.” Van de instellingen wordt nu veel eigen initiatief verwacht, zoveel is duidelijk. Het rapport van de commissie-Veerman vraagt de overheid ook om de instellingen te ‘stimuleren’ een scherper profiel te kiezen. Dat betekent in de praktijk ook dat ze dingen niet meer moeten doen. Kunnen instellingen dit wel zelf of moet je ze dwingen? Veerman: “Dat specialisatie nodig is, valt moeilijk te ontkennen. Als je bij helder weer op de Utrechtse Dom gaat staan, zie je vier universiteiten. Het wordt tijd dat instellingen de overlap die daardoor ontstaat erkennen en dat ze leren loslaten. Ze moeten daarbij de bereidheid hebben om over hun eigen tuintje te kijken.” Eijlander: “Waarom bieden Technische Universiteiten een opleiding internationale bedrijfskunde aan? Veerman: “En waarom moet overal peperdure apparatuur staan voor bètastudies?” Eijlander: “Hoewel we in Tilburg al gespecialiseerd zijn, vind ik dat het ook bij ons nog beter kan. Daarbij pleit ik wel om onderscheid te maken tussen bachelor en master/research. Bij de bachelor kunnen universiteiten regionaal meer samenwerken. En in masters en onderzoek zullen we ons moeten richten op drie tot vijf punten waarin we Europees kunnen excelleren.” Veerman: “Het probleem met de aangekondigde bezuinigingen is dat deze de concentratie op de eigen instelling vergroten. Dit leidt ertoe dat het algemeen belang ondersneeuwt, terwijl je juist wilt dat universiteiten met elkaar tot een betere verdeling komen.” Eijlander: “De universiteiten hebben dit te lang laten liggen. Tot voor kort was ik voorzitter van het rectorencollege. Daar heb ik een duidelijke omslag gezien in het klimaat: van trots op je eigen instelling naar open staan voor clustering. Het bedrijfsleven verlangt ook meer duidelijkheid op dit punt. We moeten ons kritisch laten adviseren door mensen met gezag en onafhankelijkheid en daarna duidelijke keuzes maken.” Veerman: “Maar de overheid moet de instellingen wel de ruimte geven. Toen ik in 1997 in Wageningen begon als collegevoorzitter, wilde iedereen aanvankelijk ook alles blijven doen. Toch deden we uiteindelijk bewust afstand van Voedingsleer. 20 1-2011 |
Dat paste beter bij het gezondheidsspecialisme van de Universiteit van Utrecht. En van maatschappijwetenschappen hebben we een deel overgedragen aan de Radboud Universiteit. Dat deed pijn, maar verscherpte het profiel en verbeterde de efficiency. Wageningen is nu een van de snelst groeiende universiteiten in zijn soort. Die veranderingen waren mogelijk omdat het ministerie ons de tijd gaf om te veranderen. Zo zou staatssecretaris Zijlstra de instellingen nu ook de gelegenheid moeten geven. Eerst zonder verplichting. Als instellingen zelf niet willen veranderen, dan kun je ze altijd nog straffen met gerichte bezuinigingen.” We hebben het nu vooral gehad over overheidsfinanciering. Maar moeten onderwijsinstellingen ook niet meer externe financiële bronnen aanboren? Denk bijvoorbeeld aan een intensievere ‘sponsoring’ van onderzoek door bedrijven of meer bijdragen van alumni aan hun alma mater? Veerman: “Zolang de academische vrijheid en kwaliteit behouden blijft, is bemoeienis van het bedrijfsleven prima. Bij het niveau van het snel opgekomen fenomeen bijzondere leerstoelen (een door een bedrijf gesponsorde hoogleraarspost, red.), bijvoorbeeld, zet ik mijn vraagtekens. Maar op andere punten kan dat fors worden opgevoerd. Het Nederlandse bedrijfsleven geeft historisch weinig geld uit aan onderzoek aan de universiteiten in vergelijking met andere landen.” Eijlander: “Wij geven in Nederland 4,2 procent van het Bruto Nationaal Product uit aan innovatie, kennis en onderzoek, terwijl Finland op 5,1 procent zit. Dat verschil van een procent kun je uitdrukken in een bedrag van vijf miljard euro. Voor een deel is dat terug te voeren op een achterblijvende financiering door bedrijven. Tilburg University kent nu een derde geldstroom (private financiering, red.) van zestig miljoen euro. Dat is aanzienlijk, maar dat kan nog beter. Voorkeur gaat daarbij uit naar grotere projecten en investeringen voor de lange termijn.” Veerman: “De tijd is daarvoor rijp. Je ziet dat bedrijven eigen onderzoek afstoten. Dan verwacht je dat de behoefte toeneemt om onderzoek samen met universiteiten uit te voeren. De samenwerking tussen het Topinstituut Food and Nutrition, Unilever, Cosun en Cebeco is een goed voorbeeld van hoe het kan.” Eijlander: “We proberen ook alumni in te schakelen om bronnen aan te boren. Zo zijn we een campaign board begonnen van topalumni, onder aanvoering van CEO Jan Hommen van ING. De gedachte daarachter is middelen te werven die niet rechtstreeks in onze begroting vloeien, maar die naar maatschappelijke projecten gaan. Denk aan beurzen voor buitenlandse studenten of onderzoek naar duurzaamheid.” Het rapport-Veerman bekritiseert niet alleen het systeem en de financiering maar ook de onderwijscultuur. Hebben we in Nederland een zesjescultuur en zo ja, hoe kunnen we daar iets aan veranderen? Eijlander: “Ik zie twee typen studenten. Allereerst heb je de ambitieuze toppers die hoge cijfers halen,
until dialoog ■ stages lopen, naar het buitenland gaan en excellentieprogramma’s erbij doen. Maar daarnaast heb je de studenten die met een minimum aan inspanning hun bul willen halen. Bij die groep bestaat wel een zesjescultuur en dat moeten we niet hebben. Daarom zijn we de eisen in het eerste jaar aan het opschroeven: van 36, via 42, naar 48 punten.” Veerman: “In ons rapport pleiten we ook voor een strengere selectie aan de poort. We moeten ons de vraag durven stellen: gaan niet te veel mensen naar de universiteit? Bij een bepaalde groep past een hboopleiding veel beter. Nu zie je nog te veel mensen die louter kiezen voor de universiteit vanwege de titel. Die groep moet je eigenlijk verwijzen naar het hbo.” Eijlander: “Maar het is moeilijk te voorspellen welke studenten dat precies zijn. Cijfers zeggen niet altijd alles.” Veerman: “Daar zit wat in. Op de middelbare school was ik zelf ook geen hoogvlieger. Met wat elleboogstoom ben ik toch nog ver gekomen. Maar ik wist toen wel: ik wil me echt verdiepen in de stof, onderzoek doen. Ik had ambitie. Bij studierichtingen zoals communicatie vraag ik mij af: had je niet een hbo-opleiding moeten volgen?” Eijlander: “Ik ben niet principieel tegen, maar ik blijf wel aarzelen over een te rigoureuze selectie. Ambitie is moeilijk te toetsen. Studenten kunnen hun keuze prachtig motiveren via een van internet geplukte brief. Dat zegt niet zoveel. Wat meer zegt is wat ze in het eerste jaar presteren. Daarom gaan we meer van eerstejaars vragen. Maar wie meer vraagt, moet ook meer bieden, zoals het inzetten van de beste docenten in het begin van de studie. (Hij richt zich tot Veerman) Je bent altijd welkom om hier eerstejaars te doceren.” Veerman: “Bedankt voor de uitnodiging… Ik vind echt dat het onderwijs meer aanzien en aandacht verdient. Bij benoemingen van hoogleraren zijn de publicaties nu nog te dominant. Dat is jammer. Want inspirerende docenten zijn cruciaal voor het enthousiasmeren van jonge mensen. Ook voor de verbetering van het onderwijs is overigens meer flexibiliteit en doorstroming van onderwijspersoneel nodig. Nu komt het nog te vaak voor dat iemand het boekje staat voor te lezen dat hij twintig jaar geleden heeft geschreven. We moeten oplossingen vinden, zodat deze mensen carrières van anderen niet meer in de weg staan. Daarmee zijn we terug bij het belang van het laten groeien en bloeien van groen hout. We moeten echt voorkomen dat deze groep de dupe wordt van de kabinetsplannen.”⊠
Philip Eijlander We proberen ook alumni in te schakelen om bronnen aan te boren. Zo zijn we een campaign board begonnen van topalumni, onder aanvoering van CEO Jan Hommen van ING | 4-2010 21
22 1-2011 |
until interview ■
Alumnus Kees van der Waaij
Na 35 jaar Unilever zwaait de aimabele Kees van der Waaij af als directievoorzitter Nederland. Ondanks zijn lange dienstverband heeft de zestigjarige ‘Mister Unilever NL’ zich geen moment verveeld. ‘Als je iets gedaan wilt krijgen, vraag dan een druk bezet iemand.’ Tekst: Joost Bijlsma Fotografie: Casper Rila Rotterdam kleeft aan Kees van der Waaij. Dat is zo sterk dat de managersdatabase van Management Scope hem onterecht bestempelt als Erasmus-alumnus. Maar hij heeft toch echt bedrijfseconomie en accountancy in Tilburg gestudeerd. En hij verloochent zijn afkomst niet, getuige de duidelijk zuidelijke tongval. “Mensen associëren mij nu eenmaal met Rotterdam. Misschien komt dat omdat ik al sinds mensenheugenis bij Unilever werk. Of vanwege het feit dat ik Feijenoord-fan ben.” Wandelend door het kantoor aan het Weena begint Van der Waaij over zijn club. Wat een kwelling was het om, notabene tijdens een bezoek aan collega-alumnus Tiny Sanders (algemeen directeur PSV), Feyenoord te moeten zien verliezen met 10-0. Maar geen haar op zijn hoofd denkt eraan om zijn club ontrouw te worden. “Die werkersmentaliteit past bij mij. Ik ben zelf ook meer werkpaard dan luxepaard. ” →→ Aim for the moon Dat Van der Waaij na zijn studie bedrijfseconomie in Tilburg naar Rotterdam ging, had te maken met zijn vader. Die werkte bij Unilever,
| 1-2011 23
maar dan in Oss. “Bij dezelfde werkgever werken was tot daaraan toe, maar dan natuurlijk niet in dezelfde plaats als je pa.” Dus kwam hij in 1976 terecht in een kantoor bij werkmaatschappij Van den Bergh en Jurgens in Rotterdam-West. “Ik was daar anderhalf jaar eerder langs gelopen en had nog tegen mijn vriend Jules gezegd: ‘Vreselijk. Je zal daar toch moeten werken’.” Toch was dat de plek waar hij voor het eerst aan de slag ging. Om daarna zijn vleugels uit te slaan, onder meer in Engeland. “Ik wilde graag naar het bedrijfsleven en het buitenland lonkte. Unilever bood de mogelijkheden.” De jonge ambitieuze manager maakte al snel carrière. “Mijn motto was: aim for the moon. Even if you miss, you’ll still be amongst the stars.” Dé target was om financieel directeur te worden bij een werkmaatschappij. Dat doel haalde hij op zijn veertigste. Hij werd toen financieel eindverantwoordelijke bij Iglo Ola. Heeft hij het recept voor zo’n voorspoedige loopbaan? “Wat erg goed werkte, was dat ik elke drie tot vier jaar een nieuw doel zocht. Soms was dat een nieuwe functie, een andere keer een nieuwe opdracht.” Volgens Van der Waaij is het cruciaal om in je leven ‘je eigen keerpunten te creëren’. “Doe je dat niet, dan loop je het risico dat je vastloopt. Begin jaren negentig moest ik de beide hoofdkantoren in Londen en Rotterdam op facilitair gebied samenvoegen. Die klus was vrij snel geklaard, maar er kwam niet snel iets anders. Opeens begon ik cynisch te worden, terwijl dat helemaal niet mijn aard is. Gelukkig kreeg ik het aanbod om vice president Finance bij Unichema te worden: een zware baan waarbij je voortdurend naar Kuala Lumpur, Melbourne en Chicago vloog. Dat bedrijfsonderdeel stond er toen niet rooskleurig voor. Daar kwam nog bij dat ik zowel werkte aan het vergroten van de business als aan de verkoop van Unichema aan ICI (nu behorend tot Akzo Nobel). Dat was een hectische, maar enerverende tijd.” De alumnus houdt van hard werken. “’s Morgens bij het krieken van de dag beginnen en doorgaan tot ’s avonds laat. Mijn kinderen zeggen: ‘Je bent knettergek.’ Maar ik vaar er wel bij. Onder druk komt het meeste uit mijn handen. Ik zeg altijd: wie dingen gedaan wil krijgen, moet afstappen op drukbezette mensen. Zij zijn gewend efficiënt te werken.” →→ Werkgeversmerk Dat Van der Waaij Unilever zo lang trouw bleef - ondanks zijn honger naar nieuwe uitdagingen - dankt hij aan de grote afwisseling die deze werkgever hem bood. Hij was actief in allerlei functies en disciplines, niet alleen op zijn eigen terrein, financiën, maar ook in human re-
CV Kees van der Waaij
→→
1976 Afgestudeerd bedrijfseconomie en accountancy in Tilburg 1976 Verschillende functies bij Van den Bergh en Jurgens, waaronder management accountant. 1983 Chief accountant & company secretary, Crosfield Chemicals in Engeland 1986 Assistant to the financial director, Unilever Londen 1988 Financieel directeur Iglo-Ola 1991 National finance director en concern management accountant, directie Unilever Nederland 1993 General manager hoofdkantoren Unilever in Nederland en Engeland 1996 Senior vice president finance, Unichema 1997 Directeur personeel en financiën, Unilever Nederland 2001 Directievoorzitter Unilever Nederland Holdings
24 1-2011 |
ees van der Waaij bekleedt onder meer functies bij VNO/NCW, ICC K Nederland, Arbo Unie, de Nederlandse Vereniging van Commissarissen en Directeuren, Catharina Ziekenhuis, Stichting Food & Nutrition Delta en Nedvang.
sources en algemeen management. Zijn finest hour beleefde hij naar eigen zeggen als directeur human resources Nederland, een functie die hij vanaf 1997 bekleedde, naast de functie van financieel directeur. “Unilever heeft talent bijzonder veel te bieden, maar dat was toen nog niet zo bekend. Daarom zijn we het bedrijf duidelijker als werkgeversmerk gaan neerzetten. Onder meer met een op authenticiteit gerichte campagne: ‘Don’t be … Be yourself’ die ook vrouwen erg aansprak. Verder sloten we een vernieuwende cao met de vakbonden af en zetten we een modern management development-programma op poten.” Volgens Van der Waaij heeft in de top van het bedrijfsleven een omslag plaatsgevonden in het denken over human resources. “Vroeger zagen managers personeelszaken als een ondersteunende afdeling; het was geen serious business. Maar tegenwoordig is human resources businesspartner. HR praat mee in de directie. Want wie wil excelleren, moet de beste mensen hebben en houden.” Van der Waaij heeft zich ook buiten het bedrijf opgeworpen als een warm pleitbezorger van hoogstaande HR. Hij was mede-initiatiefnemer van een – later weer opgeheven - internationale postdoc Human Resources in Rotterdam. “Dat deed ik samen met Jan Peelen, de toenmalige hr-directeur wereldwijd. Saillant detail was dat wij beide een achtergrond in de accountancy hebben, echte cijfermannetjes dus.” Van der Waaij (eerder ook initiatiefnemer van een postdoc registercontroller in Amsterdam, red.) ziet persoonlijke ontwikkeling en onderwijs als de motor van de economie. “Kennis is een levensader voor Nederland. Veel hangt hier af van een excellente samenwerking tussen overheid, bedrijven en kennisinstellingen. Zoals Unilever
until interview ■
Mijn kinderen zeggen: ‘Je bent knettergek.’ Maar ik vaar er wel bij dat bijvoorbeeld doet met Wageningen. Daardoor kunnen we samen wereldwijd toonaangevend zijn.” Universiteiten moeten zich veel verder gaan specialiseren, vindt de alumnus. “We proberen in dit kleine landje op te veel plekken het wiel uit te vinden.” →→ Mister Unilever Nog een reden waarom Van der Waaij Unilever zo lang trouw is gebleven, is de enorme dynamiek van het concern. “Vooral de afgelopen tien jaar heeft het bedrijf een totale metamorfose ondergaan, van decentrale organisatie naar One Unilever. De onderdelen Lever Fabergé, Unilever Bestfoods, Iglo Mora Groep en Unilever Foodsolutions zitten nu in één werkmaatschappij. De nieuwe strategie heeft ook pijnlijke consequenties gehad. Zo is er fors gesneden in het management. En onder directe verantwoordelijkheid van Van der Waaij sloot het concern maar liefst drie van de zes Nederlandse fabrieken. Als ‘Mister Unilever Nederland’ moest de alumnus aan medewerkers en politici uitleggen waarom dat nodig was. “Dat is een moeilijke periode vol emoties geweest. Ik heb veel mensen aan mijn bureau gehad. Ik heb geprobeerd een luisterend oor te zijn.” Van der Waaij hoopt dat vooral die eigenschap van hem wordt gemist als hij met pensioen gaat: “Ik heb getracht een persoon te zijn bij wie collega’s hun hart konden luchten. En een oliemannetje dat
je inschakelt als er iets moet worden opgelost.” Ondanks de nare consequenties gelooft Van der Waaij dat het bedrijf goed aan de reorganisaties van One Unilever heeft gedaan. “We hebben het dak gerepareerd toen de zon scheen. We zijn nu weer wendbaar en hebben een duidelijkere koers met scherpe doelen. Op het gebied van duurzaamheid, bijvoorbeeld, zijn we ambitieuzer dan ooit. We willen onze omzet verdubbelen en tegelijkertijd onze invloed op het milieu verkleinen. Wat zo mooi is bij ons, is dat wij echt impact kunnen hebben. Twee miljard keer per dag gebruikt iemand ergens ter wereld een Unilever-product. Als deze producten steeds wat beter voor de maatschappij zijn, gaat het snel. Denk bijvoorbeeld aan een wasmiddel met minder verpakkingsmateriaal, waar je minder van nodig hebt en dat op lagere temperatuur wast.” Duurzaamheid is ook een terrein waarop Tilburg University zou kunnen excelleren, gelooft Van der Waaij. “Herman Wijffels is een boegbeeld. En ik geloof dat Tilburg hier internationaal mee kan scoren door de duurzame economische reputatie van Nederland uit te buiten. Want het Nederlandse bedrijfsleven loopt op dit punt voorop, gezien de hoge posities in de duurzaamheidsranking Dow Jones Sustainability Index. Unilever staat in zijn sector al twaalf jaar bovenaan.” Van der Waaij wil studenten en jonge alumni nog een boodschap meegeven: “Bij het verbeteren van de wereld overschatten mensen de overheid, terwijl ze de rol van bedrijven onderschatten. Toch kan het bedrijfsleven een grote rol spelen bij het bestrijden van honger of verbeteren van hygiëne. Zakenmensen worden vaak weggezet als graaiers, maar ze kunnen ook zaaiers zijn.” Lees meer over de studententijd van Van der Waaij op www.tilburguniversity.edu/alumni/spotlight/ | 1-2011 25
Eerste Dante Café
Alumnus Letteren Frank van Pamelen is bekend als dichter, cabaretier, spreker en schrijver van kinderboeken. Op 14 januari 2011 was hij de eerste gast van het Dante Café, een podium waar alumni en studenten van de faculteit Geesteswetenschappen elkaar ontmoeten. Corona de Wert
Je kunt Frank van Pamelen overal en nergens tegenkomen. Hij toert momenteel door het land met een cabaretvoorstelling, hij is rijmend commentator in nrc.next en ook nog Dichter bij de Dag op Radio 1. Verder treedt hij op als spreker, zoals onlangs tijdens het Dante Café. Daar deed de alumnus Letteren uit de doeken hoe zijn studietijd en het daarop volgende carrièrepad is verlopen. Hij mocht dit doen voor een gehoor van zo’n dertig mensen, vooral Letterenalumni. Frank vertelde dat hij ‘iets’ met taal wilde, toen hij in 1983 aan de toenmalige KUB ging studeren: Letteren dus. De studie bevond zich begin jaren tachtig in de experimentele fase. Dat gaf Van Pamelen en zijn medestudenten – volgens hem ‘een briljante lichting’ - volop ruimte om mee te bouwen aan het curriculum. Maar hij had zelf de eerste drie jaar geen flauw idee welke kant hij op ging. Dat dartele 26 1-2011 |
karakter is hij nog niet kwijtgeraakt, bleek uit zijn optreden waarin hij soms van de hak op de tak sprong. Zich verontschuldigend met een: ‘Ik heb niks voorbereid.’ Maar hij liet zich gewillig tot de orde roepen door alerte aanwezigen die vroegen: wat heeft Van Pamelen nu eigenlijk aan zijn studie gehad? De opbrengst van zijn studie ziet de alumnus vooral in de activiteiten die hij buiten de collegebanken ondernam. Het was de tijd van PLATO, de PUF (Pluriforme Uitpuf Faciliteit) en van ‘Brabant strijdt voor zijn universiteit’. In die tijd verkende hij zijn talenten als cabaretier in het KUB-cabaret met onder meer Pieter Nieuwint, scherpte hij zijn pen met poplimericks voor De Avondspits en bijdragen voor het faculteitsblad, schreef zijn eerste verzen en kwam hij al doende in contact met inspiratiebronnen en latere samenwerkingspartners als Driek van
foto: Dolph Cantrijn
‘Ik zat in een briljante lichting’
until alumni nieuws ■
Nieuws uit de verenigingen TIENDE PENNING Wissen en Ivo de Wijs. Veel aanwezigen herkennen het gebrek aan focus van de Letterenstudie toentertijd, getuige het gehum en geroezemoes dat opstijgt uit het rode pluche. Nog geen derde van de studenten die met Van Pamelen startte, studeerde uiteindelijk af. Zelf deed hij dat wel, na zes jaar bij tekstwetenschapper Jan Renkema. De ambtelijke loopbaan en razendsnelle carrière als voorlichter bij de gemeente Roosendaal die volgde, brachten niet wat hij zocht: “In no time was ik chef van een afdeling van 1.8 fte waarvan ik zelf 1.0 fte invulde.” Het theater bleef lonken en hij ging ‘steeds parttimer’ werken. Een tijdje hoopte hij zijn brood te kunnen verdienen met copywriting en reclame. Maar: “Hoe meer opdrachten ik kreeg, hoe meer niks ik het vond. Ik vind het benauwend als anderen je zeggen wat je moet schrijven.” Intussen dong Van Pamelen mee naar prijzen op diverse cabaret- en kleinkunstfestivals en legde het goedmoedig af tegen winnaars als Theo Maassen en de Vliegende Panters. Totdat hij in 1995 de publieksprijs won op het Amsterdams Kleinkunst Festival. Vanaf dat moment is zijn naam als taalvirtuoos gevestigd. Met recht. Want echt leuk wordt de bijeenkomst als Van Pamelen zijn Vlaamse alter ego professor doctor F. van Paemel, de stuntelige hoogleraar aan de Universiteit van Mechelen ten tonele brengt. Hij krijgt de lachers op zijn hand met enkele verzen. Warm applaus oogst hij met het vers Sandelhout uit zijn eerste bundel.
Wat is dat smaakvol opgebouwd! Riep Jezus aangenaam verrast Dat lijkt warempel sandelhout Maar pint u mij daar niet op vast Meer informatie op: dedanteconnectie.nl.
Pubquiz Datum: 7 april 2011 Donderdag 7 april organiseert De Tiende Penning in samenwerking met T.F.V. “De Smeetskring” en het Fiscaal Instituut Tilburg een spectaculaire pubquiz in Curiosa Café Qwibus. Deze activiteit is de ideale gelegenheid om bij te kletsen met je (oude) studiegenoten. Kijk voor meer informatie op: tilburguniversity.edu/tiendepenning
DIALOGOS
Jaarvergadering Datum: 8 april 2011, 16 uur De jaarlijkse verenigingsvergadering van Dialogos vindt plaats op vrijdag 8 april in Boerke Mutsaers. Penningmeester dr. Ad Leys en secretaris Rob Kuiper treden dan af. Aan de jubileumbundel, met onder meer voordrachten van het jubileumsymposium, wordt gewerkt. De presentatie daarvan vindt in september plaats. Meer informatie en contact:
[email protected].
DANTE
Dante Café: Rob Riemen Datum: 8 april 2011 Het Dante Café is een nieuwe activiteit van Dante, waarbij vier maal per jaar een alumnus of alumna vertelt over wat er na de studie van hem of haar terecht is gekomen. Frank van Pamelen opende het bal (zie verslag hiernaast). Op 8 april spreekt Rob Riemen van het Nexus Instituut en Saskia Maas (Boom Chicago) komt in september. Meer informatie op: dedanteconnectie.nl.
NOSO
Introductie nieuw bestuur Datum: 9 mei Sinds enkele maanden wordt NOSO door een nieuwe groep enthousiaste mensen vertegenwoordigd: Bram Boluijt, Jeffrey Lemm en Manon Persoon. Op 9 mei wordt deze nieuwe periode officieel ingeluid met een activiteit. Bezoek voor meer informatie onze site: tilburguniversity. edu/nl/alumni/vereniging/noso en onze LinkedIn pagina. Of neem contact op via het e-mail adres:
[email protected].
AlumniOS
Activiteit op de campus In april of mei organiseert AlumniOS, de alumnivereniging voor Organisatie en Strategie een activiteit op de universiteitscampus. Voor meer informatie, overige activiteiten of om lid te worden, kijk op: alumnios.nl.
TABOR
Nieuw bestuur Alumnivereniging Tabor heeft een nieuw bestuur. Karin van Mil, Pieter Stegers en Stephanie Staats gaan het komende jaar een aantal activiteiten bedenken en organiseren voor alumni Beleids- en Organisatiewetenschappen. Op de hoogte blijven van het laatste nieuws? Sluit je dan aan bij onze LinkedIn-groep Tabor Academy Alumni Group.
VAST Op 26 november 2010 vond het alumnidiner van VAST plaats. Zeventien alumni Sociologie ontmoetten elkaar in een informele sfeer. De grote diversiteit in leeftijd en afstudeerjaar leverde leuke gesprekken op over de studietijd en docenten. Tijdens het diner werd afscheid genomen van twee bestuursleden: Inge Bouts en Evelyn van den Broek. Inge is enkele jaren voorzitter geweest van VAST en vervulde het afgelopen jaar de rol van secretaris. Evelyn heeft vol enthousiasme activiteiten georganiseerd. Meer over VAST op: vastalumni.nl
VAPT Datum: 7 april, 19.30 – 21.30 uur Met een nieuw bestuur en enthousiaste plannen is alumnivereniging VAPT (Vereniging Afgestudeerde Psychologen Tilburg) klaar voor 2011! VAPT houdt een bijeenkomst op de campus van de universiteit voor al haar leden. Sprekers zijn Stefan Bogaerts, hoogleraar Forensische Psychologie en Adrianne Dercksen, hoofd Communicatie en Voorlichting Fonds Psychische Gezondheid. Ga naar www.vapt.nl voor meer informatie of sluit je aan bij onze LinkedIn groep: Alumni Psychology Tilburg University.
| 1-2011 27
Belcampagne Annual Fund
‘Studenten bellen graag met alumni’ Net als in 2009 heeft de rechtenfaculteit van Tilburg University begin 2011 een belcampagne gehouden om de banden met alumni aan te halen. Rechtenstudenten belden met 1.835 alumni. Tijdens deze tweede campagne is de alumni gevraagd of ze een donatie wilden doen aan het Annual Fund. Het gaat om een fonds dat bestaat uit maatschappelijke doelen die alumni mede kunnen financieren. Dankzij de bijdragen kan de faculteit bijvoorbeeld internationale studenten verwelkomen die zelf niet de financiële middelen hebben voor een studie in Nederland. Zo volgt rechtenstudent Pavlov Bespalov uit Oekraïne, dankzij eerdere schenkingen van alumni, nu een masteropleiding. Het fonds ondersteunt ook uitwisselingsprogramma’s voor onderzoekers en studenten. Nog een doel waaraan alumni kunnen bijdragen, is het Microjustice-programma in
Kenia. Het gaat om een ontwikkelingsproject dat het recht toegankelijk en betaalbaar maakt voor mensen die in armoede leven. Volgens alumni officer José van Nuland van Tilburg Law School is de actie voorspoedig verlopen. Zowel de alumni als de rechtenstudenten die hen belden reageerden enthousiast. “Onze studenten vinden het interessant om met alumni te spreken. Het contact levert hen zelf namelijk ook nog wat op. Ze krijgen een beeld van waar je na je studie zoal kunt belanden. Verder viel ons op hoe betrokken veel alumni zich nog voelen. Een mooi aantal wil zich zelfs structureel, via een jaarlijkse bijdrage, aan het
fonds binden. Bovendien bieden alumni regelmatig gastcolleges of stageplaatsen aan.” Maar liefst 384 alumni deden een bijdrage aan het Annual Fund 2011. Een duidelijk favoriete bestemming was het project in Kenia, Microjustice. De teller stond direct na de belactie op 53.545 euro. Bedankt!
Alumni gezocht
Help studenten aan een stageplek
Meld je aan Wil je onze studenten een stageplek geven? Of sta je open voor open sollicitaties van studenten of een gesprek met de stagecoördinator? Meld je dan aan bij Dineke Kolen, fgw.
[email protected], tel. 013-4663853. 28 1-2011 |
Alumna Algemene Cultuurwetenschappen Dineke Kolen werkt als stagecoördinator bij de Tilburg School of Humanities. Zij helpt derdejaars bachelorstudenten aan een afstudeerstage. Ze wil via alumni een netwerk van organisaties opzetten die interessante stageplekken te bieden hebben. Een kort interview. Waarom wil je dit netwerk juist via alumni opzetten? “Alumni hebben een binding met de universiteit. Ze kennen de instelling goed. Bovendien is het voor hen ook interessant om nog contact te houden met de alma mater.” Aan wat voor soort stages moeten we denken?
“Dat is nog een beetje afwachten. We zijn net gestart. De eerste studenten beginnen pas in september aan hun stage. Maar ik kan wel enkele voorbeelden geven: Filosofie: beoordelen van het ethisch protocol, bijvoorbeeld van een ziekenhuis of bank.; Religiewetenschappen: op basis van onderzoek naar hedendaagse
afscheidsrituelen een handleiding schrijven voor een grote uitvaartondernemer; Algemene Cultuurwetenschappen: onderzoek naar de leesbehoeften van ouderen in woonzorgcentra in Eindhoven. Communicatie- en Informatiewetenschappen: adviesonderzoek over laaggeletterdheid in de schoonmaakbranche, in opdracht van een vakbond of werkgeversvereniging.” Waaraan moet de stage voldoen? “Allereerst moet het niveau van de opdracht aansluiten bij het niveau van een derdejaars bachelorstudent. Bovendien moet de stage naast praktische werkzaamheden een onderzoekscomponent bevatten.” tekst: Tim van der Avoird
until alumni nieuws ■
Heimweefoto
Prioritijd Voltooid verleden tijd
Eerstejaars studenten (en leden van Prioritijd) tijdens de TIK-week van 2004
Met het opheffen van Vrijetijdswetenschappen na 2007 is ook het doek gevallen voor Prioritijd. Door het verdwijnen van de bachelor viel de bodem onder de studievereniging vandaan. “Hoewel de master Leisure Studies is gebleven, was er onvoldoende organiserend vermogen om door te gaan”, vertelt Daan Oudbier, voormalig voorzitter van Prioritijd en nu studieadviseur Sociale Wetenschappen aan Tilburg University. “Dit betekent het einde van een levendige en hechte vereniging, waar mensen graag onderdeel van uitmaakten”, stelt hij vast. Nog helder voor het netvlies staan Oudbier de congressen De Toekomst van het Carnaval, maar vooral United Colours of Leisure. Tijdens dit congres over integratie zouden trendwatcher Adjiedj Bakas, televisiepersoonlijkheid Prem Radhakishun en cineast Theo van Gogh spreken. Ware het niet dat de filmer een week voor het evenement werd vermoord. “We hebben toen een minuut stilte betracht. Ik zal dat moment niet snel vergeten.” Voor wie het jammer vindt dat Prioritijd voltooid verleden tijd is, is er altijd nog Ludens. Oudbier is daarvan secretaris. “Vanwege de reüniefunctie en het sterke netwerk verwacht ik dat deze alumnivereniging nog lang bestaansrecht heeft. Ook dit jaar organiseren wij weer van alles, zoals in juni een congres The Future of Leisure en in het najaar een happening met allerlei korte lezingen, à la TEDx.” Vrijdag 25 februari vierden Oudbier en de zijnen het ultieme eindfeest van Prioritijd in Slagroom in Tilburg. “Alle voormalige voorzitters gaven daar acte de présence. En meer dan honderd mensen woonden dit festijn bij. Dat was geheel in lijn met de populariteit van onze opgeheven vereniging.” Meer over Ludens op: tilburguniversity.edu/ludens
Middag voor alumni met ondernemersdroom Droomt u ervan ooit de stap naar het ondernemerschap te maken? Kom dan op 28 april 2011 naar Tilburg University. Dan organiseert de School of Economics and Management, samen met het Brabant Center of Entrepreneurship, een themabijeenkomst voor alumni. Het motto daarvan is: ‘Verandering van carrière: van baan naar ondernemerschap.’ In een socratisch gesprek, onder leiding van Erik Boers van Het Nieuwe Trivium, zal alumnus Oswald Coene,
dga van Koning & Hartman, zijn ervaringen delen. Verder maakt een panel met veel expertise over ondernemen zijn opwachting, namelijk: Kees Koedijk, decaan van de School of Economics and Management en part-time ondernemer Geert Duijsters, hoogleraar Entrepreneurship Josette Dijkhuizen, directeur van De Zakencoach
Carl van der Putten, alumnus en ondernemer (CEO van JJ Footwear). Wie zich wil laten inspireren en oud-studiegenoten wil ontmoeten, kan zich aanmelden bij Pam Dupont:
[email protected]. Zij is Alumni Officer van de Tilburg School of Economics and Management. Aanvang: 16:00 uur, met om 17:30 uur aansluitend een borrel. Locatie: Tias-gebouw, Tilburg University, zaal TZ 4 | 1-2011 29
Foto: anp/KEYSTONE/Gaetan Bally
U vroeg?
Geen kanker, patiënt opgelucht? Wie na een geconstateerde afwijking in een borst krijgt te horen dat het toch loos alarm is geweest, springt een gat in de lucht. Althans, dat zou je denken. Maar de praktijk is weerbarstiger. Veel vrouwen die dit meemaken, hebben minimaal een jaar last van angstgevoelens. Ze voelen zich in die periode zelfs ellendiger dan vrouwen die wél
definitief de diagnose borstkanker krijgen. Dat blijkt uit onderzoek van Tilburg University en het Tilburgse Sint Elisabeth Ziekenhuis, dat is gepubliceerd in het British Journal of Surgery. Bij naar schatting zestig procent van de ‘abnormale’ mammogrammen wordt uiteindelijk vastgesteld dat er niets aan de hand is. Dit heet een fout-positieve
uitslag. Minimaal de helft van de vrouwen die hiermee te maken krijgen, bezoekt in het jaar na de screening nog een keer de polikliniek. Sommige patiënten komen zelfs acht keer terug. De onderzoekers vinden dat vrouwen beter moeten worden voorgelicht over de nadelen van borstkankerscreening.
Is gratie altijd goed?
30 1-2011 |
in december aan de universiteit promoveerde. In de nasleep van de Zuid-Afrikaanse amnestieregeling
zijn veel verdachten er goed vanaf gekomen, aldus Lubbe. Dit kwam vooral door gebrek aan politieke wil om daders
Foto: AFP PHOTO/Walter Dhladhla
Nee. Soms kun je daar je vraagtekens bij zetten. Het mandaat van het Amnestie Comité van de ZuidAfrikaanse Waarheids- en Verzoeningscommissie liep af in 2003. Maar de overgang naar een nieuwe rechtsstaat was nog niet voltooid. Daarna vonden nog tal van onwettige vervolgingen en presidentiële gratieverleningen plaats. Die waren zowel in strijd met het nationaal als internationaal recht. Dat concludeert Hein Lubbe in het proefschrift waarop hij
van misdaden die begaan zijn om politieke redenen, te vervolgen. Ook het vernietigen van vonnissen via gratieverlening door de president kwam veelvuldig voor. Gevolg: daders hoeven hun straf niet uit te zitten, hebben geen strafblad meer en zien de gevolgen van hun daden niet onder ogen. Volgens de onderzoeker is het belangrijk van deze ‘vermijdbare fouten’ te leren. De gebeurtenissen in Zuid-Afrika kunnen als voorbeeld dienen voor toekomstige samenlevingen in een overgangsfase.
until wetenschap ■
Dröge Respect voor wetenschappers!
van lage rang, die het lukte een bak met voedsel te openen, zag haar aanzien flink stijgen. Vooral toen andere apen bemerkten dat zijzelf niet bij dat voedsel konden komen. Ook het vlooigedrag leverde bijzondere informatie op. Als vrouwtjesapen de pasgeboren baby’s van een moeder willen benaderen, paaien ze haar met langdurig vlooien. De moeder geeft haar kind pas na lange tijd over als dit de enige baby in de groep is. Zijn er twee of meer moeders met kleine kinderen in de groep, dan daalt meteen de vlooitijd.
Eist integratie keuze voor één taal?
Foto: shutterstock
Dat kun je gerust stellen. Apen handelen namelijk volgens de wet van vraag en aanbod. Ze weten bijvoorbeeld dat een product of dienst, bijvoorbeeld voedsel, meer ‘kost’, afhankelijk van de schaarste die er heerst. Gemeten in vlooitijd, betalen ze meer voor schaarse waren. Dat blijkt uit onderzoek naar groepen in het wild levende apen in Ivoorkust en Zuid-Afrika. Eén van de onderzoekers, Cécile Fruteau, observeerde deze apen jarenlang en promoveerde op dit onderwerp aan Tilburg University. Ze zag echte staaltjes marktwerking. Eén vrouwtjesaap
Foto: shutterstock
Kennen apen economische wetten?
De best integrerende Turkse jongeren praten zoveel mogelijk Nederlands en zo weinig mogelijk Turks. Dat is tenminste het beeld dat we vaak hebben van geslaagde integratie. Maar de werkelijkheid is genuanceerder, zo blijkt uit een onderzoek onder Turks-Nederlandse jongeren. Juist zij die het Turks het best beheersen, hebben ook de grootste Nederlandse woordenschat. En wie de meeste interesse toont in de Turkse cultuur, is ook het meest betrokken bij de Nederlandse, stelt onderzoekster Nadia Eversteijn, die in Tilburg op dit onderwerp promoveerde. Zij sprak met vijftig Turks-Nederlandse jongeren. Integratie is geen kwestie van kiezen tussen twee talen en twee culturen, stelt de onderzoekster, maar eerder een kwestie van goede kennis van beide. Zij vindt dat te veel nadruk leggen op het Nederlands integratie juist in de weg kan staan.
Grote kans dat historici de jaren nul van deze eeuw later als ‘revolutionair’ zullen bestempelen. De Fortuynistische golf, Geen Stijl, reporters die de premier der Nederlanders doodleuk vragen of hij recentelijk nog seks heeft gehad, we hebben de afgelopen tien jaar meegemaakt hoe de laatste restjes respect voor het gezag zijn afgebrokkeld. Ook de wetenschap is definitief van zijn voetstuk gedonderd. In reacties op artikelen op Faqt.nl worden onderzoekers soms fel aangevallen door lezers. ‘Wetenschappers’, zo worden ze vaak aangeduid, inclusief de aanhalingstekens. De boodschap is altijd hetzelfde: ze denken wel dat ze zo slim zijn, maar in werkelijkheid weten ze niets. Mensen zijn zelfs bereid het leven van hun kinderen op te offeren, omdat ze de academische wereld niet vertrouwen. De inenting van jonge meisjes met een middel tegen baarmoederhalskanker liep in het honderd, ondanks dat het een volledig veilig middel is. De Nederlandse bevolking vertrouwt in meerderheid eerder op een paar kruidenvrouwtjes met een website dan op farmacologen die zich al tientallen jaren in kanker verdiepen. Maar zoals alle revoluties, zal ook deze zijn eigen kinderen opeten. Mensen die de wetenschap niet vertrouwen, verwachten toch een dokter die zijn bul heeft gehaald. Ze willen een auto die is ontworpen door een techneut die in de automobielen heeft doorgeleerd. Hoe ingewikkelder onze samenleving wordt, hoe meer we toch afhankelijk zijn van die verfoeide mensen die het academisch onderwijs hebben afgemaakt.
Philip Dröge is hoofdredacteur van de populairwetenschappelijke site www.faqt.nl en spreekt wekelijks een populairwetenschappelijke column uit op BNR Nieuwsradio.
| 1-2010 31
Foto: ANP KIPPA ROBIN UTRECHT
understanding society
Culturele kaalslag “Het kabinet wil de culturele sector reorganiseren. Getooid met Unox-mutsen protesteren acteurs en cabaretiers tegen de ‘culturele kaalslag’: een ronkende metafoor? Voorstanders van de kabinetsplannen zeggen dat het een goede zaak is om te korten. Als er al kaalslag plaatsvindt, dan zou dat voornamelijk zijn onder gesubsidieerde gezelschappen met een elitair publek. Instanties die zich ontfermen over cultureel erfgoed hoeven volgens staatssecretaris Halbe Zijlstra niet te vrezen. Hetzelfde geldt voor wie een groot publiek trekt. Als
het aan Zijlstra ligt, bepaalt het publiek voortaan wat kunst is in plaats van de Raad van Cultuur. Op een letterlijke ‘kaalslag’ loopt het wellicht niet uit, maar we dreigen wel iets te verliezen. Erger dan gesloten musea of opgeheven theatergezelschappen is misschien wel het verlies van het besef dat je voor kunst moeite moet doen. Dat een kunstwerk je wereldbeeld een graadje uit het lood zet, je op een andere manier doet kijken naar het alledaagse. Die kritische en vernieuwende functie verdwijnt als we alleen cultuuruitingen overhouden voor het grote
publiek. Wij leren onze studenten bij Algemene Cultuurwetenschap dat cultuurparticipatie en – educatie centraal moeten staan in het Nederlandse cultuurbeleid: pogingen om vernieuwende kunst voor alle delen van de bevolking beschikbaar te stellen. Ook die ambitie gaat overboord. En daardoor wordt kunst pas écht voor de elite.” Sander Bax Universitair docent bij de opleiding Algemene Cultuurwetenschappen