Dertiende jaargang / nummer 1 / september 2011
Nieuw jaarthema: Compassie / Interview met Maaike Hoffer (COME) / Katern InZicht: Israël en de Palestijnen
Inhoud
Colofon
3 In memoriam Hanna-Louk van Stegeren-Keizer 4 Interview met Maaike Hoffer (COME) 6 Ga en leer! Een lofzang op compassie 7 Een jaargang b/warmhartigheid 8 Jaarthema Compassie: Bronnen Rabbijn Soetendorp over compassie 9 Jan Willem Menkveld over compassie 10 Moslim Arnold Yasin Mol over compassie 11 Synagogen in Nederland: Winsum-Obergum Een echo uit de synagoge 12 Gods warmhartigheid in het Oude Testament 13 Zo doen wij Kerk & Israël in… Harderwijk 14 Israëlzondag met wereldwijd effect 15 Onopgeefbaar verbonden – Wessel ten Boom 16 Te doen onderweg 17 Column 17-18 Boekbesprekingen 18 Israëlzondag - Tijd voor vrede 19 Lernen met LEV 20 Varia Katern InZicht: Israël en de Palestijnen – hopeloos conflict of …? Juiste naam van de fotograaf De coverfoto van het vorige nummer is gemaakt door Olga Ladage.
Kerk & Israël Onderweg is een uitgave van de Protestantse Kerk in Nederland en verschijnt viermaal per jaar. Vanuit de onopgeefbare verbondenheid van de christelijke gemeente met het Joodse volk wil dit blad een bron van informatie zijn voor allen die geïnteresseerd zijn in of zich verantwoordelijk weten voor de verhouding van Kerk en Israël. Uitgever: Dienstenorganisatie Protestantse Kerk in Nederland Joseph Haydnlaan 2a 3533 AE Utrecht Postbus 8504 3503 RM Utrecht telefoon (030) 880 18 80 e-mailadres
[email protected] website www.pkn.nl/kerkenisrael Hoofdredacteur: Floor Barnhoorn Redactie: René van den Beld, Reinier Gosker, Greetje van der Harst-de Leeuwe, Fred Meijnhardt , Rijk Roelofse, Kees Schakel, Adri van der Wal Eindredacteur: Anja de Zeeuw Vormgeving en druk: Opmaak: Interface Communicatie B.V., Ede Druk: Koninklijke BDU, Barneveld Abonnementsprijzen: Particulier abonnement 7 9,- per jaar (vier nummers) Pakketabonnement 7 4,- per jaar (vier nummers, vanaf 10 exemplaren) Kerk & Israël Onderweg is voor (visueel) gehandicapten ook verkrijgbaar in gesproken vorm op cd-rom (voor de Daisyspeler). Nadere informatie hierover is te krijgen bij de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden (CBB) te Ermelo, telefoon (0341) 56 54 99 Artikelen mogen met bronvermelding overgenomen worden in andere uitgaven. De redactie ontvangt graag een exemplaar van deze uitgaven. Wilt u eigen kopij inzenden? Neemt u dan eerst contact op met de redactie van Kerk & Israël Onderweg:
[email protected]. De redactie kan plaatsing niet garanderen. ISSN 1566-9033
Rectificatie
Het mozaïek uit de kathedraal van Saint Louis dat op pagina 6 van het vorige nummer werd afgebeeld laat Mozes zien, en niet, zoals ten onrechte is vermeld in het bijschrift, Samuël.
Bij de cover: Bezinning op compassie wil inspireren tot bijbehorende daden. Verschillende kunstenaars hebben de zeven werken van barmhartigheid verbeeld. Onder hen de Nederlandse schilder Frans Franciscus (Utrecht 1959). Op de cover zijn schilderij 'Lavish the thirsty' (Geef de dorstigen te drinken) uit 2007. Beeld: www.fransfranciscus.com, courtesy Flatlandgallery, Utrecht/Parijs.
September 2011
Kerk & Israël Onderweg
2
Prof.dr. S. Schoon reikte in december 2004 een eredoctoraat uit aan Hanna-Louk van Stegeren-Keizer. Foto: PR PThU
Met haar heengaan is de wereld armer geworden In memoriam Hanna-Louk van Stegeren-Keizer Amsterdam 27 oktober 1925 – Heemstede 1 juni 2011 Weinig mensen zullen zoveel betekend hebben voor het brede veld van Kerk en Israël als Hanna-Louk van Stegeren-Keizer. Zij heeft daarmee overeenkomstig de Joodse levensopdracht van tikoen olam, bijgedragen aan het verbeteren van de wereld. Haar leven heeft de wereld verrijkt en met haar heengaan is de wereld armer geworden. Maar het werk dat zij begonnen is zal doorgaan. In haar lange werkzame leven heeft HannaLouk velen enthousiast weten te maken voor het gesprek tussen Jodendom en christendom. Door haar bevlogenheid, haar bijzondere sociale vaardigheden, en haar welbespraaktheid wist zij anderen te winnen voor het werk waaraan zij haar leven had gewijd. En dat alleen al is een grote verdienste. De oorsprong van Hanna-Louks gedrevenheid lag in het drama van de Tweede Wereldoorlog. Voor haar als Joods meisje was dat letterlijk levensbedreigend. Drie jaar zat ze ondergedoken op verschillende adressen, waar ze gegrepen raakte door het christendom. Ze liet zich dopen en werd lid van de Gereformeerde Kerken in Nederland, maar zonder zich tegen het Jodendom af te zetten. Integendeel, ze besloot haar leven voortaan te wijden aan het bouwen van bruggen tussen de beide geloofsgemeenschappen en te strijden tegen alle vormen
September 2011
van antisemitisme. Die missie gaf ze vorm op verschillende manieren. Een daarvan was het gereformeerde deputaatschap voor Kerk en Israël, waarvan ze negentien jaar voorzitter was. Volgens ingewijden is het mede aan haar gedrevenheid in dit deputaatschap te danken dat het gereformeerde denken over het Jodendom in die tijd ingrijpend veranderde. Een concrete vrucht daarvan is de invoering van het veelbesproken kerkordeartikel over de onopgeefbare verbondenheid. Naast haar werk binnen het deputaatschap was ze betrokken bij de stichting van een christelijke nederzetting in Israël, het inter nationale dorp Nes Ammim, gericht op de verzoening tussen Joden en christenen. Tot aan haar dood is ze hier als adviseur bij betrokken gebleven. Een derde belangrijke vrucht van haar inzet was de instelling van bijzondere leerstoelen voor Jodendom en Kerk en Israël aan de Vrije Universiteit Amsterdam en de toenmalige Theologische Universiteit Kampen (ThUK). Ze had het inzicht dat een verandering in denken binnen de kerken moest beginnen bij het opleiden van de predikanten. Als een van ‘haar’ hoogleraren weet ik uit eigen ervaring hoever haar betrokkenheid daarbij ging. Een kroon op haar werk ontving ze in 2004
Kerk & Israël Onderweg
in de vorm van een eredoctoraat van de Theologische Universiteit Kampen. In een interview in Trouw (3 december 2004) werd haar gevraagd of het haar niet moedeloos maakte om te merken hoe de aandacht voor haar levenswerk verflauwt. Na een korte stilte antwoordde ze daarop: ‘Er zijn inderdaad momenten dat ik denk: waar hebben we het voor gedáán? Maar dan probeer ik mezelf voor te houden: het is een opdracht van Hogerhand. En gelukkig ben ik niet de enige die erin gelooft. Ik ontmoet te veel mensen die óók een schakeltje willen zijn.’ Welk groter eerbetoon aan deze bijzondere vrouw kan er zijn dan onvermoeibaar te proberen haar werk voort te zetten? Dineke Houtman Bibliografie C.J. den Heyer en H.L. van Stegeren-Keizer, ‘Gemeente na Auschwitz’. Uitgave: Dienstencentrum Gereformeerde Kerken, Leusden 1980. H.L. van Stegeren-Keizer e.a., ‘Joodse vragen! Christelijke antwoorden? Een poging tot gesprek’. Uitgave: Dienstencentrum Gereformeerde Kerken, Leusden 1987. H.L. van Stegeren-Keizer e.a., ‘Een Kerk op zoek naar Israël: Geschiedenis van het Deputaatschap voor Kerk en Israël van de Gereformeerde Kerken in Nederland 1875-1995’. Uitgave: Kok, Kampen 1995.
3
Interview met Maaike Hoffer, medewerkster van COME Vertrouwen leren op Cyprus Maaike Hoffer werkt als projectleider voor de stichting COmmunication Middle East (COME) die al dertig jaar jaarlijks een seminar organiseert waar Israëlische en Palestijnse jongeren elkaar in vrede kunnen ontmoeten. De seminars vinden plaats op neutraal terrein: op het eiland Cyprus. Het seminar van dit jaar duurt van 5 tot 14 september, in het stadje Platres. Het thema is: ‘Wind of Change’. Voorafgaand aan het seminar bezocht Greetje van der Harst Maaike Hoffer in Amsterdam.
Hoe ben je bij COME terechtgekomen? Op een Nes Ammimdag in Apeldoorn ontmoette ik Douwe van der Sluis, destijds algemeen secretaris van de stichting. Hij zocht iemand die Arabisch spreekt, om mee te gaan naar de seminars. Douwe spreekt zelf goed Hebreeuws.
naar school in Regba, het dorp ernaast, we werden elke dag met de bus gebracht. In elke klas zaten er een paar Nederlandse kinderen tussen de Israëlische kinderen. Binnen een maand leerde ik Hebreeuws. We vierden Sinterklaas en Kerst, maar ook de Joodse feestdagen.
En jij spreekt beide talen dankzij je verblijf in Nes Ammim? Ik ben in 1977 in Israël geboren. Mijn vader was boekhouder in Nes Ammim, mijn moeder deed van alles en nog wat. Ze waren van plan er voor een paar jaar heen te gaan, dat werden er tien. Toen ik acht was, zijn we naar Nederland verhuisd.
Had je vriendinnetjes buiten Nes Ammim? Een aantal. Met één Israëlisch vriendinnetje heb ik nog lang contact gehad. Mijn ouders hebben nog contact met haar ouders.
In 1981-82 was er oorlog met Libanon. Ik weet van verhalen dat de katjoesja-raketten uit Libanon op Nes Ammim konden neer komen, dus dat we moesten oefenen om naar de schuilkelder te gaan. Ik heb Arabisch gestudeerd in Groningen, Cairo en Damascus. Hoe was het als kind in Nes Ammim? Het was één groot speelparadijs. We gingen
Zie je Israël als je vaderland? Vroeger wel. Ik heb er mijn jeugd doorgebracht en ik spreek de taal, dus ik snap de mensen wel, maar ik ben het helemaal niet
Ik ken veel leuke en aardige Israëli’s en iemand wordt ergens toevallig geboren, dus soms denk ik: wat kan hij eraan doen? Wat doet de stichting COME? Wij organiseren jaarlijks een seminar dat Israëli’s en Palestijnen de mogelijkheid geeft elkaar te ontmoeten. Dat kan niet in Israël of Palestina, dus nemen we hen mee naar Cyprus. Als je mensen tien dagen op een afgelegen plek bij elkaar zet met een bepaald programma, blijken ze iets anders te gaan denken. Niet dat hun politieke ideeën veranderen, maar dat ze de andere partij als persoon zien en niet als een grote bedreigende groep. Dat is geen doelstelling, want het is geen voorwaarde dat het lukt. Ik denk dat
‘Het is goed dat Israëli’s en Palestijnen de andere partij als persoon zien en niet als een grote bedreigende groep’ eens met het beleid dat de regering voert. Los van de problemen is Israël een goed land om te wonen. Ik vind het wel moeilijk om te zien dat Israëli’s makkelijk overal heenreizen zonder te beseffen dat hun regering een ander volk niet in zijn waarde laat.
Het organisatiecomité werft deelnemers aan het seminar. Op de foto het comité van 2010. Tweede van rechts: Maaike Hoffer.
juist daarom de seminars succesvol zijn. Al is het maar dat een Israëli weet, wanneer er iets gebeurt in de Palestijnse gebieden: ik ken iemand die daar woont; zal ik hem bellen om te vragen of het goed met hem gaat? En dat Palestijnen een Israëli bellen als er iets in Jeruzalem is gebeurd. Waarom op Cyprus? Omdat het belangrijk is dat de deelnemers uit hun eigen omgeving weg zijn. In Israël is nergens écht neutraal terrein. De Palestijnen voelen zich niet prettig in Israël, de Israëli’s niet in Egypte of Jordanië. Cyprus is voor iedereen neutraal. Daar kunnen de deelnemers op gelijkwaardig niveau met elkaar in gesprek. Hoe komen jullie aan deelnemers? Naast twee Nederlandse begeleiders maken Israëlische en Palestijnse oud-deelnemers als vrijwilliger deel uit van het organisatiecomité. Zij regelen nieuwe deelnemers via vrienden, buren, werk of andere oud-deelnemers. Het aantal deelnemers ligt rond de dertig.
September 2011
Kerk & Israël Onderweg
4
Hoe wordt het gefinancierd? We vragen een kleine bijdrage aan de deelnemers. Die is absoluut niet kostendekkend. Er is een aantal donateurs, fondsen en bijdragen uit kerkcollectes. Douwe van der Sluis geeft lezingen. Zo werft hij ook donateurs.
Elkaar ontmoeten is vaak levensveranderend.
Heeft de stichting een christelijke signatuur? De bestuursleden hebben wel een christelijke achtergrond, maar die speelt geen rol in de statuten of het programma. Er komen Joden, christenen en moslims, maar religie is geen issue. Het conflict is wat mij betreft ook niet religieus, al zijn er mensen die dat ervan willen maken. Van sommige oud-deelnemers weet ik niet eens welk geloof ze hebben. Hoe ziet het programma eruit? De eerste paar dagen zijn er kennismakingsspelletjes, een wandeling met opdrachten onderweg, luisteroefeningen met gesprekstechnieken, en fear and trust-oefeningen, om vertrouwen te leren. Mensen discussiëren in kleine groepjes afwisselend steeds met anderen en een paar keer zijn er een-op-eengesprekken. Elke groep (Joodse Israëli’s, Palestijnen uit Israël en Palestijnen uit de Westbank) neemt een film mee als uitgangspunt voor discussie. Er is een Palestijnse en Joodse culturele avond. Wat is je van een seminar speciaal bijgebleven? Er was een Joods-Israëlische jongen uit een settlement, heel religieus, die in het begin veel weerstand opriep: hij wilde tijdens het seminar proberen een Palestijn van de Westelijke Jordaanoever over te halen naar Jordanië te verhuizen. Maar hij was ook heel grappig, ze konden toch met hem overweg. Het allerfelste Palestijnse meisje uit Bethlehem riep toen op een bepaald moment: ‘Als Israël een nieuwe premier moet hebben, stem ik voor hem, want dan Maaike Hoffer woonde zelf acht jaar in Nes Ammim.
komt het wel goed!’ Ik hoorde dat ze later bij zijn familie is langs geweest en dat ze elkaar nog een paar keer gezien hebben. Dat verwacht je totaal niet! Tijdens zo’n week kom je in een bepaalde sfeer, maar wat blijft er daarna van over in het dagelijks leven? Bij sommigen niets, maar veel anderen willen wel iets veranderen. Ze gaan meer lezen of vrijwillig bij een organisatie werken. Ook willen ze elkaar blijven ontmoeten, samen eten of naar lezingen gaan.
‘Mensen kunnen tijdens de seminars goed met elkaar overweg; ze zien dat ze qua cultuur veel overeenkomsten hebben’ Is er een vervolg op de seminars? Financieel kan dat nu niet. We zijn wel bezig andere fondsen aan te vragen om dit mogelijk te maken. Waar put je zelf hoop uit? Ik haal positieve energie uit enthousiaste deelnemers die zeggen dat ze het niet hadden willen missen en dat het een ervaring is die hun leven verandert. Zo iemand vertelt het verder in zijn of haar omgeving. Iets zelf ervaren is wel anders dan het van iemand horen, maar door positieve verhalen komen er ook weer potentiële deelnemers. Wat zou er volgens jou politiek moeten gebeuren? Israël moet zich terugtrekken uit de bezette gebieden. Daarna kun je naar praktische oplossingen zoeken. Ik denk dat mensen zelf verandering willen en dat deze situatie helemaal niet goed is voor Israël. De maatschappij verrechtst, de linkse Israëli’s trekken weg. Als er niets verandert dreigt Israël een streng-religieuze staat te worden.
September 2011
En Jeruzalem? Een deel Israëlisch en een deel Palestijns. In de oude stad met de religieuze gebieden moet iedereen kunnen komen, de Joden moeten er kunnen bidden, maar moslims en christenen ook. Zet de stad een tijd onder internationaal bestuur en als de situatie is gestabiliseerd kunnen de inwoners haar zelf besturen. Het onderlinge vertrouwen moet groeien. Maar ik merk in de seminars dat mensen goed met elkaar overweg kunnen; ze zien dat ze qua cultuur veel overeenkomsten hebben.
Kerk & Israël Onderweg
In Nederland vermindert het draagvlak voor Israël, ook in de kerk. Ik vind het goed dat er kritisch naar Israël gekeken wordt. Mensen moeten niet bang zijn dat ze tegen Israël zijn als ze voor het recht van Palestijnen opkomen. Pro-Palestijnse mensen moeten eveneens duidelijker maken dat ze ook vóór Israël zijn. Zoals ‘Een Ander Joods Geluid’ – dat maakt duidelijk dat Israël er moet zijn, maar daarnaast ook een staat waar Palestijnen op een normale manier kunnen wonen. Ik ben zelf gematigder geworden door de seminars. Ik weet dat er in Nederland veel pro-Palestijnse activisten zijn die niets met Israël te maken willen hebben. Dat snap ik wel, maar het heeft geen zin, denk ik. Uiteindelijk moeten de twee volken samen in dit gebied wonen. Greetje van der Harst Meer informatie: www.stichting-come.nl
5
Ga en leer! Een lofzang op compassie Twee rabbijnse verhalen. Eén negatief: bij een totaal gebrek aan compassie heeft een samenleving geen toekomst. Eén positief: een lofzang op compassie.
Het verhaal van de zondvloed heeft door de eeuwen heen vragen opgeroepen. Waaraan had de mensheid deze collectieve verstikkingsdood verdiend? Wat deden de mensen verkeerd dat ze moesten omkomen in zwarte en torenhoge golven van een vloed die alles en iedereen meesleurde? Wat deed Noach zo uitmuntend dat hij en zijn gezin werden gered? Volgens sommige uitleggers stak Noach in moreel opzicht helemaal niet zo ver uit boven zijn omgeving. In de tijd van Mozes of Samuël zou hij niet eens zijn opgevallen. In het land der blinden is eenoog koning (Genesis 6:9/ Genesis Rabba 30:10). Als God Noach inlicht over wat Hij van plan is, blijft Hij nogal vaag over het verwerpelijke gedrag van de mensheid. ‘Ik heb besloten een einde te maken aan het leven van alle mensen, want door hen is de aarde vol onrecht’ (Genesis 6:13). De aankondiging van de vernietiging laat bij ons een gevoel van onbehagen achter. Over welke zonden gaat het? Wie heeft wat verkeerd gedaan? Waarom noemt God niet man en paard? Wat houdt chamas, onrecht, misbruik van macht, precies in?
Diefstal gaf de doorslag Volgens een oud verhaal, dat geen genoegen neemt met de onduidelijkheid
van de Bijbel, gaf diefstal bij God de doorslag. ‘Als iemand een mand erwten naar de markt bracht, werd hij al spoedig omringd door een menigte die de erwten wegkaapte. Ieder nam heel slim een klein handje, minder dan een euro waard. De mand van de markthandelaar was snel leeg. Het slachtoffer kon de zaak toch niet aan een rechter voorleggen,
De geleerdheid van Rabbi Eliëzer was zonder weerga omdat elke schuldige kon zeggen dat hij zo’n kleine hoeveelheid had gestolen dat hij voor het vergrijp niet aansprakelijk gesteld kon worden’ (Genesis Rabba 31:5). Geen straf dus, geen wet die hier tegen optrad. Dieven gingen vrijuit. Zo’n samenleving heeft geen toekomst.
Rabbi Eliëzer Joodse geleerden uit de eerste en tweede eeuw zijn in de Talmoed vaak onderwerp van een verhaal dat contrasteert met het gedrag van de generatie van de zondvloed. Neem het verhaal over Rabbi Eliëzer (80-118), de leraar van Rabbi Akiva. Een kleurrijk persoon. Het verhaal over hem is zoveel als een lofzang op compassie.
Wat deed Noach zo uitmuntend dat hij en zijn gezin werden gered? Foto: Ark van Noach, replica gebouwd door Johan Huibers , www.verhalenark.nl.
‘Tijdens een wandeling had Rabbi Eliëzer een tandenstoker nodig. Hij vroeg een van zijn leerlingen hem een houten splinter van een schutting rond een wijngaard te bezorgen. Ook al was de schutting privé-eigendom, de eigenaar zou er vast niets op tegen hebben als iemand een minuscuul stukje hout zonder waarde zou lostrekken. Toch bedacht Rabbi Eliëzer zich en zei: ”Breng me de splinter niet! Anderen zouden mijn voorbeeld kunnen volgen en uiteindelijk er de oorzaak van zijn dat de schutting zou worden gesloopt!”' (Palestijnse Talmoed Demai/Waaraan twijfel bestaat III,3). Rabbi Eliëzer was een wijze wiens geleerdheid zonder weerga was. Hij grossierde in oneliners als ‘Bekeer je één dag voor je dood’ – iedere dag kan de laatste zijn! (Spreuken der Vaderen 2:10). Hij was een gevoelige natuur. Een laatbloeier uit een welgestelde familie. Hij wilde de Tora bestuderen, maar het werk op het land van zijn vader moest voorgaan. Het maakte hem niet gelukkig. Hij huilde zelfs tijdens het werk tot hij, na een gesprek met zijn vader, naar Jeruzalem trok om zich in de studie te storten. Hij sloeg alles op wat hij leerde en werd vergeleken met een cementen regenreservoir waaruit geen druppel verloren gaat. Schuchter en respectvol als hij was, wikte en woog hij elk woord. Hij werd een van de grootste geleerden van Israël.
Ontferming? Niet iedereen heeft een inlevingsvermogen als Rabbi Eliëzer. Een legende vertelt dat Noach na de zondvloed een wildernis aantrof. Hij zou God huilend hebben verweten dat Hij medelijden had moeten hebben met Zijn schepselen. God wijst Noach erop dat juist hij het eerder voor zijn medemensen had moeten opnemen. In Gods aankondiging de mensheid te vernietigen leek weinig rek te zitten, maar wat was er gebeurd als Noach werkelijk om ontferming had gebeden? Kees Schakel
September 2011
Kerk & Israël Onderweg
6
Toelichting van de redactie op het nieuwe jaarthema Een jaargang b/warmhartigheid Nee, er is geen drukfout blijven staan in het opschrift boven deze bijdrage. Het is een bewuste verandering van één letter. Het woord ‘barmhartig’ klinkt enigszins ouderwets, bij warmhartigheid begrijpt iedereen direct de bedoeling. Deze jaargang van Kerk & Israël Onderweg is aan dit begrip gewijd.
B/warmhartigheid is de eerste term die in Exodus 34:6 klinkt na de Godsnaam, als de Eeuwige zichzelf typeert. Hij reikt zijn compassie aan, zijn vergevingsgezindheid en meeleven aan Mozes die Gods wegwijzers (Tora) ontvangt op de berg Sinaï. Hij doet dat onvoorwaardelijk. De mens die volgens Genesis 1 en 9 beelddrager is van God, is daarmee tegelijk geroepen tot b/warmhartigheid.
Daadbegrip B/warmhartigheid is iets dat in beweging brengt. Het gaat minder om dat gevoel, het gaat meer om de daden die eruit voortvloeien, daden die herstellen, die rechtzetten, die mensen het besef geven dat zij ertoe doen. De kerk spreekt al vele eeuwen in navolging van Matteüs 25 van de ‘werken van barmhartigheid’: de hongerigen te eten geven, de dorstigen te drinken geven, de naakten kleden, vreemdelingen herbergen, de zieken bezoeken, de gevangenen bezoeken. Daaraan werd later als zevende werk van barmhartigheid het begraven van de doden toegevoegd. Dat b/warmhartigheid een daadbegrip is blijkt ook uit het wapen van Amsterdam, waarin sinds 1947 de woorden ’heldhaftig, vastberaden, barmhartig’ voorkomen. Koningin Wilhelmina kende de stad dit recht toe vanwege haar opstelling in de Tweede Wereldoorlog.
Kernbegrip in de islam Niet alleen in Jodendom en christendom is dit begrip een kernbegrip. 'De Barmhartige' is een van de meestgenoemde van de Karen Armstrong zette het begrip ‘compassie’ weer op de kaart. Foto: Michael Lionstar
September 2011
negenennegentig namen van God in de Koran, het geloofsboek van de islam. Boven 113 van de 114 soera’s van de Koran staat de aanhef ‘In de naam van God, de Erbarmer, de Barmhartige’. Met dit gegeven is de centrale plaats van dit begrip in de islam duidelijk.
De zeven werken van barmhartigheid; 1: Het spijzen van de hongerigen, Meester van Alkmaar (1504). Beeld: Rijksmuseum
Karen Armstrong Het klassieke begrip ‘barmhartigheid’, compassie, is opnieuw op de kaart gezet mede door het ‘Charter for Compassion’, dat de Britse religie-publiciste Karen Armstrong en anderen in november 2009 het licht deden zien. Volgens Armstrong kennen de verschillende religieuze en ethische tradities allemaal een belangrijke rol toe aan het begrip 'compassie'. In de praktijk vinden zij elkaar in de Gulden Regel: ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet.’ Met andere woorden: dit begrip dat godsdienstige grenzen overstijgt, zet aan tot saamhorigheid. Rond dit ethische begrip kunnen mensen uit verschillende gods diensten elkaar herkennen. Het gaat hier dan ook om waardering voor elkaars tradities en het zoeken naar gezamenlijke wegen tot aanpak van grote problemen in de wereld.
Vier thema’s Als redactie hebben we het hele veld van en om dit begrip ingedeeld in vier subthema’s: - bronnen van compassie (september 2011) - compassie leven (december 2011) - compassie doen (maart 2012) - compassie vieren (juni 2012) Zo komen allerlei ’grote verhalen’ in beeld die deze houding funderen en bevruchten, maar ook bedreigingen van b/warmhartigheid. Er zal aandacht worden gegeven aan concrete vormen van compassie, zoals vergeving, recht, vrede, maar ook komt de twijfel aan bod die al voelbaar is in bijbelse teksten (denk aan Jona 4!). We komen in deze jaargang voortrekkers van compassie tegen. Het begrip heeft ook alles te maken met de pijn van het leven. Zo zal het gaan over kwetsbaarheid, de goede dood. Het messiaanse verlangen naar een aarde waarin de tranen zijn afgewist, wordt verwoord onder dit begrip. Omdat het begrip b/warmhartigheid juist
Kerk & Israël Onderweg
ook in liederen stem krijgt (onder meer Exodus 15 en Psalm 103), komt ook de vraag op hoe dit thema bezongen wordt in het nieuwe Liedboek voor de Kerken dat in 2012 zal verschijnen. Dit begrip blijkt hiermee een verrassende breedte te hebben, waarbij enerzijds volop wordt geput uit bestaande bronnen, maar anderzijds een bijdrage wordt geleverd aan een daadwerkelijke activiteit in de wereld van vandaag. Ik besluit met een uiting van de Amerikaanse arts-psychiater Elisabeth Kübler-Ross: Als wij ons tot doel stellen te leven vol mededogen en onvoorwaardelijke liefde, dan zal de wereld werkelijk veranderen in een tuin waar alle soorten bloemen kunnen groeien en tot bloei kunnen komen. Uit: ‘Liefde’, uitgave Dienstencentrum Protestantse Kerk, Utrecht 2011 Adri van der Wal De tekst van het Handvest voor Compassie is te vinden op www.handvestvoorcompassie.nl
7
Jaarthema Compassie – Bronnen Compassie is de grondslag van het verbond Drie revolutionaire woorden hebben de geschiedenis van de mensheid in verbinding met GD bepaald: Naase adam betsalmeenoe, laten wij de mens maken naar ons evenbeeld (Genesis 1:26). Rabbijn Awraham Soetendorp verbindt deze woorden uit de Tora met het Handvest voor Compassie, geïnitieerd door Karen Armstrong.
Waar komt de meervoudsvorm ‘wij’ vandaan? Een eenvoudige uitleg legt het mysterie bloot. GD kon alles in de wereld scheppen, de mieren en de planeten. Echter, toen de AltijdAanwezige besloot de mens te scheppen met het vermogen tot vrije keuze tussen goed en kwaad had Hij kiwjachol, als het ware, in Al zijn Almacht de medewerking van de mens zelf nodig. Er staat dan ook in wezen: ‘Laten Wij – Jij mens in wording en IK, GD – te samen de mensch vorm geven.’ Betsalmeenoe, naar ons evenbeeld, moet dan ook gezien worden als een werkwoord, een actieve opdracht. Wanneer wij als mensen het voor elkaar gebracht hebben een wereld te vervolmaken zoals GD bedoeld heeft, een wereld waarin ieder tot de kern van waardigheid wordt toegelaten, en niemand, maar dan ook niemand, uitgesloten en vernederd wordt, dan pas vormen wij tezamen het evenbeeld van GD.
Basisprincipe De richting om dit te bewerkstelligen wordt aangegeven in de Tora, die het best vertaald kan worden als ‘aanwijzing ten leven’. Zesendertig maal klinkt de opdracht om van de vreemdeling te houden, hem te beschermen, zijn waardigheid te verzekeren. Meer dan welke opdracht ook... ‘en je zult van hem, de vreemdeling houden als van je zelf, want vreemdelingen zijn jullie geweest Rabbijn Soetendorp presenteerde het Handvest in Amsterdam. Foto: PR Mozeshuis
September 2011
in Egypte, Ik ben de AltijdZijnde jullie GD’ (Leviticus 19:3). En zo dient ook de gouden regel ‘Houd van je naaste als van jezelf’ begrepen te worden (Leviticus 19:18). Rabbi Akiva (50-135 g.j.) zei: ‘Houd van je naaste als van jezelf – dit is een basisprincipe van de Tora. Opdat je niet zult zeggen, omdat ik ben vernederd, zal mijn naaste met mij vernederd worden. Omdat ik ben vervloekt, zal mijn naaste met mij vervloekt worden.’ Rabbi Tanchoema (circa 370 g.j.) zei: ‘Als je je zo gedraagt, weet dan wie je vernedert, want de tekst vervolgt: ... naar het evenbeeld van GD schiep Hij hem (Genesis 5:1).’ Bron: Beresjiet Raba 24 In de Talmoed, sota 14a, wordt het verbond van compassie tussen GD en de mens: ‘Hoe is het mogelijk voor een mens de Sjechina1 op de voet te volgen? Het betekent: de midot, de eigenschappen van de Heilige, Hij zij geprezen, na te volgen. Zoals Hij de naakten kleedt, moet ook jij de naakten kleden. Zoals GD de zieken bezoekt, moet ook jij de zieken bezoeken. Zoals GD de rouwenden troost, moet ook jij de rouwenden troosten. Zoals GD de doden begraaft, moet ook jij de doden begraven.‘
Inspiratie voor daden Het was zo’n twee jaar geleden voor ons, vertegenwoordigers van verschillende wereldgodsdiensten, een verrijkende ervaring om bevestigd te worden in het besef dat het principe van compassie ons allen verbindt. Samen met de grootmoefti van Egypte, de bisschop uit Zuid-Afrika die Nelson Mandela tijdens zijn gevangenschap had bijgestaan, een Palestijnse vredesactiviste en vele anderen deelde ik onder leiding van de visionaire Karen Armstrong gedachten over compassie uit onze levende tradities. Dat gebeurde in een voorbeeldige zuster- en broederschap. Karen Armstrong legde tijdens de beraadslagingen haar getuigenis af:
Kerk & Israël Onderweg
‘Ik geloof met een volstrekt geloof dat het Handvest voor Compassie waaraan wij nu werken een werkelijke verandering teweeg zal brengen. En waarachtig zal helpen de wereld rechtvaardiger te maken. En tot mijn laatste ademstoot zal ik daarin blijven geloven.’ Het handvest heeft sindsdien verbijsterend veel mensen geïnspireerd tot daden van compassie. Juist op plekken waar conflicten woeden helpt dit handvest stem te geven aan verzoening, aan wat de Amerikaans-Poolse rabbijn Abraham Joshua Heschel noemde: ‘de fluistering van de waarheid’.
Levensreddende opdracht En het is nog maar het begin. De wellicht moeilijkste oproep uit het handvest is: ‘… om terug te keren naar het oude principe dat iedere interpretatie van geschriften die aanzet tot geweld, haat of minachting geen enkele legitimiteit heeft.’ Het is een levensreddende opdracht. Bevrijd van de ballast van dwaalwegen van minachting van de ander zullen religies een historische voorhoederol kunnen vervullen. In het vormen van een wereldwijd bondgenootschap van mensen die borg voor elkaar staan. En Israeli’s en Palestijnen, Tutsi’s en Hutu’s, Chinezen en Tibetanen, zij die tegenover elkaar staan in Lybië en Syrië, en alle anderen zullen in elkaars aangezicht het evenbeeld van GD ontdekken. Awraham Soetendorp Awraham Soetendorp is een liberale Nederlandse rabbijn, die verschillende internationale bestuursfuncties heeft, waaronder lid van het International Green Cross, het Earth Charter, Water for Life, en de VN-commissie voor millenniumdoelen. In de beweging One Voice is hij actief in het bijeenbrengen van vredesgroepen in Palestina en Israël. In 2006 introduceerde hij de Dag van Respect in het Nederlandse onderwijs. 1
Goddelijke aanwezigheid
8
Jaarthema Compassie – Bronnen Lege plekken in het gras Op het jaarthema reageren telkens een Joodse, een christelijke en en een moslim-auteur. Na de voorzet van Awraham Soetendorp volgt hier de visie van de christelijke auteur: Jan Willem Menkveld. Hij neemt Lucas 16:19-31 als uitgangspunt. Nam de rijke man de arme Lazarus werkelijk waar?
In het Evangelie volgens Lucas vinden we het verhaal van ‘de rijke man en de arme Lazarus’. Een verhaal dat ons kan leren hoe compassie in het dagelijks leven wel en niet werkt. De rijke man gaat gedurende zijn leven voorbij aan de arme die voor zijn deur ligt. De vraag is: heeft de rijke man deze Lazarus werkelijk waargenomen? Uit de tekst kun je opmaken dat de rijke man Lazarus wel kent. Pas na zijn dood is tussen hem en Lazarus sprake van een confrontatie. Lazarus rust aan het hart van Abraham, lezen we. Geen rust voor de rijke man. Hij verblijft gekweld in het dodenrijk. Uit de tekst blijkt weinig compassie met de rijke man. De rijke man liet zich niet raken en blijkt ‘ziende blind en horende doof’. Compassie wordt vooral werkelijkheid in specifieke, concrete contexten. Voorwaarde daarbij is dat de arme dan wel (voor) waargenomen wordt. Het werkelijk zien en (voor) waarnemen is te benoemen als een ‘daad van respect waarmee menselijke waardigheid erkend wordt’. Compassie veronderstelt dat we ons laten raken en betrokken weten.
Beelddrager Prof.dr. Herman Noordegraaf, bijzonder hoogleraar diaconaat vanwege de Protestantse Kerk in Nederland, benadrukt dat de notie van de menselijke waardigheid een fundamenteel gezichtspunt is voor het diaconaat1. Net als Soetendorp beargumenteert Noordegraaf dit vanuit de gedachte dat de mens door God en naar diens evenbeeld geschapen is. ‘In Genesis zijn alle mensen, man en vrouw, gewone mensen en niet alleen de elite, geschapen naar Gods beeld.’ Noordegraaf noemt dit een ‘democratisering’ van het concept dat verder in Genesis ook gevonden wordt en waarbij niet de koning, maar Adam als de mens beelddrager is van God. Dit pleit ervoor om compassie ook op het niveau van de samenleving, politiek en cultuur te betrekken. Dan is de vraag: wat belemmert het goed waarnemen van de arme Lazarussen, in de huidige crisistijd, in de samenleving? Vanuit het antwoord kan compassie werkelijk tot bloei komen en leiden tot verzet en vernieuwing.
September 2011
Compassie wordt vooral werkelijkheid in concrete contexten, zoals in de Rotterdamse Pauluskerk. Foto: Arie Kievits/Kerk in Actie
Evangelisch leven en denken Het belang van betekenisvolle teksten moet niet onderschat worden. En dat het Handvest voor Compassie velen inspireert is zeer hoopgevend. Anderzijds hebben teksten het nadeel een eigen leven te leiden, los van het concrete alledaagse. Ik ben het van harte eens met de moeilijkste oproep uit het handvest ‘dat iedere interpretatie van geschriften die aanzet tot geweld, haat of minachting geen enkele legitimiteit heeft’. En ik geloof dat dát nu juist de kern vormt van het evangelisch denken en leven als ‘goed nieuws’ aan de wereld. Maar… wel vanuit een kritisch besef dat al onze heilige teksten gevormd zijn in concrete contexten die níet geweldloos waren. Het geweld heeft onze teksten niet verlaten. We mogen dat geweld en het concrete lijden niet wegschrijven. Het moet ons kritisch houden om juist interpretaties te versterken die nog meer rekening willen houden met de notie van menselijke waardigheid.
politieke, culturele en economische zin, het evenbeeld van God echt ontdekken. Als gelovigen zullen we sterker dan ooit moeten leven vanuit het besef dat wij onze bestemming niet bezitten. We zijn dan wel dragers van een gebróken beeld. Maar daarmee zijn we nog steeds beelddragers. Compassie is méér dan een menselijk vermogen tot empathie. Het is een van buitenaf aangereikte kans om werkelijk mens te worden. We mogen daarbij geloven opgenomen te zijn in de beweging van God uit, waarin diezelfde compassie haar wortels heeft. Mij inspireren ook de woorden van de dichter Rutger Kopland: Ga nu maar liggen liefste in de tuin, de lege plekken in het hoge gras, ik heb altijd gewild dat ik dat was, een lege plek voor iemand, om te blijven. Uit: R. Kopland, ‘Een lege plek om te blijven’. Amsterdam 1988.
Diaconaal werk als voorschot Moesten we onze heilige teksten misschien wat minder heilig maken? God laat zich niet opsluiten in teksten en instituties. Het ‘navolgen van de eigenschappen van God’ en dus het diaconale werk als daden van barmhartigheid, neemt daarop een voorschot. Sterker dan ooit kunnen we onze heilige teksten opnieuw lezen én voorleven vanuit het besef, leer ik van Soetendorp, dat we pas in ‘elkaars aangezicht’, dus ook in
Kerk & Israël Onderweg
Jan Willem Menkveld Jan Willem Menkveld is werkzaam bij het team binnenlands diaconaat van Kerk in Actie.
1
Dr. Herman Noordegraaf, ‘Voor wie nemen wij de hoed af?, enige gedachten over diaconiewetenschap’. Rede uitgesproken op 25 april 2008, Protestantse Theologische Universiteit te Leiden.
9
Jaarthema Compassie – Bronnen Compassie: grondslag van het bestaan Als derde stem voegt een islamitische auteur zich in het koor. Hij zet op een rij hoe compassie in de Koran aan de orde komt.
De Koran voegt aan het streven tot de menswording in Genesis toe dat niet alleen de mens aan het ‘worden’ is, maar ook het hele bestaan. Gods belangrijkste eigenschappen in relatie tot het bestaan zijn al-Rahman al-Rahim. Met deze twee woorden opent bijna elk hoofdstuk in de Koran; het zijn de meestgenoemde eigenschappen van God. Beide woorden zijn verschillende grammaticale vormen van rahima, een woord dat zowel in het Arabisch als het Hebreeuws en Aramees staat voor de eigenschappen van een baarmoeder en een moeder, oftewel: onvoorwaardelijke compassie, verzorging, liefde, erbarmen en bescherming; alles wat nodig is voor de foetus om zich te ontwikkelen tot wat hij moet worden. De eerdergenoemde eigenschappen van God betekenen dan ook: ‘de Absolute bron van onvoorwaardelijke ontwikkeling (al-Rahman), de constante bron van onvoorwaardelijke ontwikkeling (al-Rahim)’ (Koran 1:1).
Het humane in alle mensen zien Het hele bestaan is in constante ontwikkeling, alles is aan het ‘worden’: ’Gods eigenschap van ontwikkeling en compassie (Rahmat) omvat alles dat bestaat’ (Koran 7:156). Ook de mens is gecreëerd om zich te ontwikkelen tot een mensheid die voorbij alle verschillen kijkt en het humane in alle mensen ziet: ‘Als jouw Heer het had gewild, De mens ontdekte de landbouw en ging de natuur beheersen.
September 2011
had Hij de mensheid tot één gemeenschap gemaakt, maar zij blijven zich vasthouden aan hun verschillen, behalve degenen die jullie Heer’s eigenschap van ontwikkeling en compassie (Rahima) bevatten. Want daarvoor heeft Hij hen geschapen’ (Koran 11:118-119). Bij de schepping van de mens klagen de engelen tegen God: ‘Gaat U daar iemand aanstellen die er verderf brengt en bloed vergiet, terwijl wij U lofprijzen en Uw heiligheid eren?’
Het leven eren Bij de creatie van de mens was hij nog voornamelijk dier; de mens heeft als soort honderdduizenden jaren lang als dier geleefd, overgeleverd aan de natuur. Maar er zat meer potentie in de mens, iets wat God in ons heeft aangebracht, en Hij antwoordt daarom ook: ‘Ik weet wat jullie niet weten’ (Koran 2:30). God eren is het leven eren, het tegenovergestelde van bloedvergieten, en ervoor zorgen dat wij als mensheid zo leven, dat ook alles in het bestaan zich samen met ons kan ontwikkelen in alle vrijheid. Ongeveer tienduizend jaar geleden ontdekte de mens de landbouw en werden de eerste steden gebouwd. Zo’n achtduizend jaar geleden verrezen de eerste stadsmuren die de bewoners moesten beschermen tegen buitenstaanders. Mensen gingen de natuur beheersen, maar daarna ook elkaar. Wij kunnen pas weer ‘mensen in wording’ worden, wanneer wij inzien dat alle mensen gelijk zijn en recht hebben op dezelfde mogelijkheden tot ontwikkeling, omdat iedereen via de baarmoeder ter wereld gekomen is: ‘O, mensheid!, wees bewust van jullie Heer, Die jullie van één enkel bestaan schiep en vandaar uit een gelijksoortige schiep en uit
Kerk & Israël Onderweg
hen beiden mannen en vrouwen verspreidde. En wees bewust van God, in Wiens naam jullie een beroep op elkaar doen, en betreffende jullie oorsprong uit de baarmoeders (al-Arhama)’ (Koran 4:1).
Bronnen van ontdekking De mensheid kan als soort alleen in balans blijven als ze alle mensen, en de natuur, met compassie benadert en hen gelijkwaardige ruimte en mogelijkheden biedt om zichzelf te ontplooien. Compassie is het erkennen dat wij allen van dezelfde oorsprong zijn en op verschillende manieren in processen van ontwikkeling zitten. Verschillen moeten daarom geen bronnen zijn van conflict, maar juist van ontdekking en ontwikkeling: ‘O, mensheid! Wij hebben jullie uit het mannelijke en vrouwelijke geschapen en Wij hebben jullie tot volkeren en stammen gemaakt, opdat jullie elkaar leren begrijpen. Voorzeker, de meest geëerden bij God zijn de meest rechtvaardigheidsbewusten onder jullie. Voorwaar, God is Alwetend, Alkennend’ (Koran 49:13). Het Handvest voor Compassie laat ons ‘elkaar aansporen tot geduld en elkaars bronnen zijn van compassievolle ontwikkeling (alMarhamah)’ (Koran 90:17). Het herinnert ons aan de reden voor onze creatie, en hoe we als creatie meer kunnen worden dan we al zijn. De mens heeft al de eerste stappen gezet op de maan, maar op aarde blijven wij struikelen. De ene helft sterft van te veel eten en de andere helft van te weinig. De ene helft maakt wapens en de andere helft gaat eraan te gronde. Compassie is niet alleen nodig in onze directe leefomgeving, het is van bestaansbelang. Arnold Yasin Mol Arnold Yasin Mol is ambassadeur voor Charter for Compassion Nederland, redactielid van www.nieuwemoskee.nl en voorzitter van Deen Research Center (DRC), een moderne islamitische denktank.
10
Synagogen in Nederland Winsum-Obergum In deze rubriek komen aspecten van Joodse synagogen in Nederland aan bod.
Eind twintigste eeuw groeide het besef dat het N.A. de Vriesgebouw verband houdt met vooroorlogs Jodendom in Winsum-Obergum. Tweehonderd jaar eerder vestigde zich daar een kleine Joodse gemeenschap, die in 1816 als ringsynagoge erkend wordt. Eind negentiende eeuw telde die gemeenschap zo’n 180 leden. In 1993 werd aan de oostgevel van het gebouw een oorlogsmonument bevestigd met de namen van de laatste dertien Winsumer Joden, in leeftijd variërend van 7 tot 84 jaar, allen omgebracht tijdens de Holocaust. Als vakbondsgebouw en buurthuis heeft het N.A. de Vriesgebouw die pijnlijke geschiedenis bewaard, tot het in 2003 werd afgekeurd en gesloten. Daarna volgden de status als gemeentelijk monument en restauratie naar de oorspronkelijke bouwvorm van 1879. Anno 2011 is de vrouwengalerij teruggekeerd, restanten van het heilig bad zijn zichtbaar, de hervonden olielamp siert de kleine ruimte en buiten boven de ingang is de steen met Hebreeuwse tekst in oude staat hersteld: ‘Hoe mooi zijn uw tenten, Jakob, hoe mooi uw woningen, Israël!’ (Numeri 24:5) De Winsumse sjoel is centrum geworden voor herinnering en vertrekpunt voor erfgoededucatie en sociale en creatieve vorming rond issues als inlevingsvermogen, verantwoordelijkheid voor anderen, zelfstandige meningsvorming en actuele maatschappelijke thema’s over identiteit en tolerantie. Tijdens exposities en op afspraak is het gebouw toegankelijk voor publiek. Daarnaast is het beschikbaar voor sociaal-culturele activiteiten. Het instandhouden van de oude synagoge brengt zo nieuwe mogelijkheden om over het grote dilemma van de twintigste eeuw te blijven spreken. Soms expliciet, soms impliciet … door onbevangen gebruik van de ruimte voor muziekles of een film. Die ruimte is mooi, klinkt mooi en vertelt ook zonder woorden een verhaal. Mogelijk voegt juist die tweeslag van expliciete en impliciete overdracht een waardevol element toe, nu de afstand tot het gebeurde groter wordt. Erna Bakker Erna Bakker is betrokken bij de Stichting Een Joodse Erfenis. Meer informatie: www.sjoelplein.nl
Een echo uit de synagoge op elke zondagmorgen Schriftlezingen op Sjabbat en feest- en treurdagen in de synagoge
Oktober 2011 1 oktober Haäzínoe - Neig het oor. Deuteronomium 32:1-52 Sjabbat Sjoeva - de sjabbat van inkeer. Hosea 14:2-10; Joël 2:15-27 8 oktober Jom Kippoer - Grote Verzoendag. Leviticus 16:1-34; Numeri 29:7-11; Jesaja 57:14 - 58:14 (ochtend); Leviticus 18:1-30 (middag); Jona; Micha 7:18-20 13 oktober Soekot - Loofhuttenfeest eerste dag. Leviticus 22:26 - 23:44; Numeri 29:12-16; Zacharia 14:1-21 14 oktober Soekot - Loofhuttenfeest tweede dag. Leviticus 22:26 - 23:44; Numeri 29:12-16; 1 Koningen 8:2-21 15 oktober Sjabbat tijdens Soekot. Exodus 33:12 - 34:26; Numeri 29:17-22; Ezechiël 38:18 - 39:16 20 oktober Sjemini Atseret achtste dag - Slotfeest. Deuteronomium 14:22 - 16:17; Numeri 29:35 - 30:1; 1 Koningen 8:54-66 21 oktober Simchat Tora - Vreugde der Wet. Deuteronomium 33:1 - 34:12; Genesis 1:1 - 2:3; Numeri 29:35 - 30:1; Jozua 1:1-18 22 oktober Beresjiet - In het begin. Genesis 1:1 - 6:8; Jesaja 42:5 - 43:10 29 oktober Noach - Noach. Genesis 6:9 - 11:32; Numeri 28:9-15; Jesaja 66:1-24 November 2011 5 november Lech Lecha - Ga jij. Genesis 12:1 - 17:27; Jesaja 40:27 - 41:16 12 november Wajera - En Hij verscheen. Genesis 18:1 - 22:24; 2 Koningen 4:1-37 19 november Chajee Sara - De leeftijd van Sara. Genesis 23:1 - 25:18; 1 Koningen 1:1-31 26 november Toledot Jitschak - De geslachten van Jitschak. Genesis 25:19 - 28:9; Maleachi 1:1-2:7 December 2011 3 december Wajetsee - En hij vertrok. Genesis 28:10 - 32:3; Hosea 11:7 - 13:5 10 december Wajisjlach - En hij zond. Genesis 32:4 - 36:43; Obadja 1:1-21 17 december Wajeesjev - En hij zette zich. Genesis 37:1 - 40:23; Amos 2:6 - 3:8 21 december Chanoeka - Inwijdingsfeest eerste dag. Numeri 7:1-17 24 december Mikeets - Aan het einde. Genesis 41:1 - 44:17; Zacharia 2:14 - 4:7 28 december Chanoeka - Inwijdingsfeest achtste dag. Numeri 7:54 - 8:4 31 december Wajigasj - En hij naderde. Genesis 44:18 - 47:27; Ezechiël 37:15-28
Kees Schakel
September 2011
Kerk & Israël Onderweg
11
Een genadeformule als sleutel voor de bijbelse theologie Gods warmhartigheid: rode draad in het Oude Testament Een stapeltje papier kunnen we met een nietje of een paperclip bijeenhouden, zodat het niet uit elkaar valt. Met touw, plakband, een doos – op allerlei manieren is er verband tussen dingen te maken. Ons skelet brengt aan de binnenkant samenhang aan in ons lichaam, net zoals een casco van een huis. In de negenendertig boeken die deel uitmaken van TeNaCh/Oude Testament vinden we ook zulke interne verbanden. Eén daarvan wil ik hier bespreken.
Op acht plaatsen in deze boeken vinden we een formule, een ‘traditionele belijdenis’ (Th. Booij), die breeduit spreekt over Gods ontferming en geduld. Deze uitspraak staat in Exodus 34:6-7; Numeri 14:18; Nehemia 9:17; Psalm 86:15; 103:8; 145:8; Joël 2:13 en Jona 4:2. Ik citeer deze formule uit Exodus 34 (in de weergave van De Nieuwe Bijbelvertaling): ‘(6 De HEER ging voor hem [= Mozes] langs en riep uit:) ‘De HEER! De HEER! Een God die liefdevol is en genadig, geduldig, trouw en waarachtig, 7 die duizenden geslachten zijn liefde bewijst, die schuld, misdaad en zonde vergeeft, maar niet alles ongestraft laat en voor de schuld van de ouders de kinderen en kleinkinderen laat boeten, en ook het derde geslacht en het vierde.’ Volgens de ene uitlegger heeft deze genadeformule ooit een plaats gehad in de tempel liturgie, volgens een andere is de formule diepgaand beïnvloed door theologische concepten die bij de profeet Hosea te vinden zijn. Hoe dat ook zij, in ieder geval bindt deze formule de drie afdelingen van TeNaCh (Tora – profeten – geschriften) bijeen. Immers, de plaatsen in Exodus en Numeri behoren tot Tora, de plaatsen in Joël en Jona tot de profeten en de plaatsen in Psalmen en Nehemia tot de geschriften.
Mozes komt de tweede keer van de berg Sinaï met twee stenen tabletten. Gravure Schnorr. Bron: www.bijbelbeeldbank.nl
Exodus 34
Deze genadeformule drukt verbondenheid uit tussen God en mensen. De nadruk ligt op zijn ontferming, zijn toegenegenheid. Van God wordt gezegd dat Hij lang wacht met zijn boosheid. Hij is lankmoedig, geduldig. Vrijwel op alle plaatsen wordt de formule verbonden met de unieke Naam van Israëls God, JHWH. Slechts in Exodus 34 en Numeri 14 klinkt de keerzijde dat Hij het niet over zijn kant laat gaan als mensen zijn leefregels overtreden. Er wordt geen grens getrokken: Gods liefdevolheid geldt mensen in het algemeen. De genadeformule komt nu eens voor als een uitspraak over God (bijvoorbeeld in Psalm 103 en Psalm 145), dan weer als een beroep op God in een noodsituatie (Numeri 14 en Psalm 86). Is de formule op de meeste plaatsen positief bedoeld, in Jona 4 klinkt ze als een verwijt uit de mond van de profeet, als God Ninevé vergeving schenkt.
Exodus 34 is mogelijk de oudste plaats van de formule. Deze speelt hier een rol in het kader van het verhaal over het gouden stierkalf (Exodus 32-34). Dat tekstblok is verbonden met Exodus 24. Die samenhang is onderbroken door de instructie over het tentheiligdom (tabernakel) in Exodus 25-31. Het volk laat Aäron een gouden kalf bouwen, als het vermoedt dat Mozes niet zal terugkeren van de berg Sinaï, die hij is opgegaan om Gods leefregels te halen (Exodus 24:12-18). Als Mozes toch terugkeert, hoort hij al in de verte het feestrumoer. Hij vernietigt dan de stenen tabletten en het gouden stierkalf. Na een zuivering van het volk en na een hartstochtelijke interventie van Mozes bij God ten bate van zijn volk mag Mozes voor de tweede keer de berg bestijgen. In dat kader klinkt de formule in Exodus 34:6-7. Deze drukt de dertien geopenbaarde eigenschappen van God uit (R. Evers). Daarin wordt het slotgedeelte (‘maar niet alles ongestraft laat … vierde’) niet meegerekend (zie Tenachon,
September 2011
Kerk & Israël Onderweg
Nadruk
aflevering 14, pp. 218-219). Het verhaal van God met mensen eindigt niet, ook al gaan mensen over de schreef. Psalm 103 bouwt rond deze formule een didactisch raamwerk in de passage vers 6-18. Vanuit de ervaring van weldaden van God (vers 2-5) komt de dichter tot een typering van Gods handelen in het algemeen, voortkomend uit zijn goedheid en vergevingsgezindheid die Hij besteedt aan de sterfelijke mens.
Parallellen Deze gedachte was niet exclusief voor Israël. Uit Egypte, Syrië, Ugarit en Tweestromenland, landen in Israëls omgeving, kennen we vergelijkbare uitingen over de vriendelijkheid van hun goden. Maar Israël heeft hiervan een sleutel voor de bijbelse theologie gemaakt. Adri van der Wal
12
Zo doen wij Kerk en Israël in… Harderwijk Herinneren, studeren en vieren De interkerkelijke werkgroep Kerk & Israël Harderwijk heeft iets bijzonders te melden: ‘sinds 15 april hebben we een herinneringswand in de oude synagoge van Harderwijk!’
We noemen het ‘de oude synagoge’ omdat er geen Joodse diensten meer in gehouden worden. De synagoge wordt sinds enkele jaren gebruikt als inloophuis. De gemeente heeft indertijd op de buitenmuur een gedenkplaat laten aanbrengen met daarop de 21 namen van de Joden die in de oorlog zijn weggevoerd. Vorig jaar is er een boek gemaakt door Anton Daniëls met foto’s en korte verhalen over deze mensen, getiteld ‘Geen sjabbat meer’. Dit ligt ter inzage in de synagoge. En nu is er dan op de bovenverdieping een herinneringswand gekomen op initiatief van onze interkerkelijke werkgroep Kerk en Israël. Een lid van de werkgroep heeft samen met Daniëls deze wand gemaakt, waar ook weer foto’s en verhalen over Joodse Harderwijkers en enkele voorwerpen uit de Joodse traditie te zien zijn. Meer informatie over de herinneringswand is te vinden op onderstaande websites. We willen ook graag, zoals in veel plaatsen met een synagoge gebeurt, een educatief programma eraan verbinden, vooral gericht op de schooljeugd. En we denken over een aparte herdenking voor de Joodse slachtoffers.
Cursus Bijbels Hebreeuws Iets anders waar we trots op zijn is de cursus Bijbels Hebreeuws die al zo’n twintig jaar aangeboden wordt. Op het ogenblik hebben we twee cursusgroepen en een leesgroep. In september starten we weer met een nieuwe groep beginners. Er is altijd een startavond met een spreker die iets heeft met het Jodendom en het Hebreeuws. Al vanaf de opzet van onze werkgroep hebben we gestreefd naar deelname van zoveel mogelijk kerken. Op dit moment hebben we, behalve leden van de verschillende denominaties in de Protestantse Kerk, ook een lid van de plaatselijke rooms-katholieke parochie.
September 2011
De herdenkingswand in ‘de oude synagoge’ van Harderwijk, een initiatief van de interkerkelijke werkgroep.
Stimulans in de regio Harderwijk is het middelpunt van de classis. Vroeger was ik lange tijd, samen met drs. Han Wilhelm uit Ermelo, deputaat. In die tijd hadden we al een classicale werkgroep, die we nu een regionale contactgroep noemen. We komen eens per jaar bij elkaar om te horen wat er op plaatselijk gebied gebeurt. Het is ook een belangrijke stimulans voor de mensen in de regio, waar soms maar één persoon probeert het Kerk & Israëlwerk gestalte te geven.
Verder proberen we om bij de voorgangers de aandacht te vestigen op het vieren van de Israëlzondag, elk in de eigen wijkgemeente. De rooms-katholieke parochie heeft een Israëldag op 17 januari. Ds. Stien van der Hout-Slagmolen Meer informatie: http://harderwijk.allesvan.nl/nieuws/detail/id/104135/ Herinneringswand_onthuld_in_synagoge_Harderwijk_ https://picasaweb.google.com/allesvanharderwijk/ Synagoge?feat=flashalbum#
We hebben onlangs besloten om samen te gaan met de hervormde classicale werkgroep (‘Gereformeerde Bond’) Harderwijk. We gaan naar elkaars regionale vergaderingen en houden elkaar op de hoogte van wat er plaatselijk en in regionaal verband gebeurt.
http://www.jhm.nl/cultuur-en-geschiedenis/nederland/ gelderland/harderwijk
Elk seizoen zorgen we voor thema’s op het gebied van Kerk & Israël in de plaatselijke vormings- en toerustings- of leerhuiscommissies. Ook organiseren we excursies naar synagoges, zoals in Elburg en binnenkort in Zwolle. Vorig jaar gingen we ook op excursie naar het Joods Historisch Museum in Amsterdam.
Kerk & Israël Onderweg
13
Vrede als opdracht voor Joden, christenen en moslims Israëlzondag met wereldwijd effect Binjamin Heyl stuurde de redactie spontaan een reactie op het onderwerp ‘Israëlzondag’. Een betrokken hartenkreet.
De huidige staat Israël, verontreinigd en op weg naar een land waar alle bewoners, Joden, christenen en moslims, volop brood kunnen eten en er veilig wonen. Op weg naar een land dat tot voorbeeld zal strekken voor alle volkeren en naties, wereldwijd. Dat het onmogelijke mogelijk zal worden, zoals de profeet Jesaja verwoordt: zwaarden worden ploegijzers, het lam zal zich ter ruste leggen naast de wolf, er zal een bedehuis komen voor alle volkeren (Jesaja 2:4; 65:25; 56:7). Het onmogelijke mogelijk maken is in de tijd waarin wij nu leven geen Joodse opdracht meer. Het is een gezamenlijke opdracht voor ons Joden, christenen en moslims, niet alleen binnen Israël, maar wereldwijd.
Het onmogelijke mogelijk maken is een opdracht voor Joden, christenen en moslims. Beeld: Museum voor Vrede en Geweldloosheid
Wellicht dat Kajin dacht dat zijn offer een door God gewild offer was. Laten wij, Joden, christenen en moslims, niet denken dat alleen ons gebed door Hem aanvaard wordt. Zijn antwoord kan vreselijk zijn: ‘Maar naar ons en onze gebeden wendt Hij zich niet’ (zie Genesis 4:5).
Het land is verontreinigd Hoe kan vandaag de dag de Eeuwige, God, Allah, wonen te midden van Joden, christenen en moslims? In dit land, waar zij letterlijk en spiritueel met elkaar strijden op leven en dood? Hoe kunnen wij spreken over een niet-verontreinigd land? Zijn wij, binnen en buiten de staat Israël, niet zo ver van elkaar vervreemd en elkaar zo vijandig gezind, dat wij zelfs zo bang van elkaar zijn geworden dat het geritsel van een opwaaiend blad ons opjaagt? Dat wij op de vlucht slaan alsof wij voor het zwaard moeten vluchten? Dat wij ten val komen zonder dat iemand ons achterna zit? Dat de een struikelt over de ander alsof wij vluchten voor het zwaard terwijl er niemand is die vervolgt… (zie Leviticus 26:17 en 36-37)? Kan het dan verbazen dat dit land verontreinigd is, en dat dit land, door de strijd voortgang te laten vinden, haar bewoners – Joden, christenen en moslims – zal uitspuwen (zie Leviticus 20:22)?
Amen. Uit: Binjamin Shalom en Mohammed Salaam, ‘De staat Palestina uitgeroepen 14 mei 2048’, , Uitgeverij Gopher, Amsterdam. 2009 ISBN 9789051796698.
Binjamin Heyl Binjamin Heyl is lid van de Joodse Gemeente Amsterdam. Hij is vaste auteur van het blad gast-huismagazine van de Werkplaats Gast-Huis in Amsterdam (Protestantse Kerk Amsterdam); lid van de Toraleesroostergroep, een initiatief van de Werkplaats Gast-Huis en inleider bij leerhuizen en op OJEC-weekends. Tevens schreef hij verscheidene boeken op het gebied van het Jodendom.
de Assyriërs, een zegen in het midden van het land (Jesaja 18:23-25).
Hij is mede-auteur van ‘De staat Palestina uitgeroepen 14 mei 2048’, pseudoniem: Binjamin Shalom.
Een onmogelijke droom?
Het is aan de religieuze leiders van Joden, christenen en moslims wereldwijd, om zich gezamenlijk en eenduidig in te zetten voor een rechtvaardige vrede tussen de volkeren in het Midden-Oosten. Er staat toch geschreven: Te dien dage zal Israël de derde wezen met de Egyptenaren en met
Is het een onmogelijke droom wanneer wij dromen dat de dag zal aanbreken dat Joden, christenen en moslims samen zullen bidden: ‘Moge de Eeuwige, God, Allah ons allen zegenen en behoeden; ons Zijn gelaat toewenden en genadig zijn; Zijn oog op ons gericht houden en vrede naderbij brengen, zoals ook wij elkaar zullen zegenen en
September 2011
Kerk & Israël Onderweg
Volop brood en veilig wonen
behoeden; ons gelaat elkaar toewenden en genadig zijn; ons oog op elkaar gericht houden en elkaar tot vrede zullen zijn. Moge de Eeuwige, God, Allah dit land zegenen en behoeden; dit land Zijn gelaat toewenden en genadig zijn; Zijn oog op dit land gericht houden en vrede naderbij brengen, zoals ook wij dit land zullen zegenen en behoeden; dit land ons gelaat toewenden en genadig zijn; ons oog op dit land gericht houden en tot vrede zullen zijn.’
14
Onopgeefbaar verbonden, hoe zie je dat? Israël maakt ons bescheiden
De Protest antse Kerk in Nederla veelheid a nd an mening en. Zo word kent een ook versch t er in onze illend geda ke cht over ke In deze rub rk en Israë rk riek breng l. t een kerke persoon de lijk be on kerk en Isra opgeefbare verbond trokken enheid van ël onder w oorden.
Het spreken over Israël heeft in de protestantse kerken na de Tweede Wereldoorlog een hoge vlucht genomen. Dit spreken herkennen we in de kerkorde. Daar kunnen we dankbaar voor zijn. Maar zodra deze kerkorde wordt misverstaan, gaan we triomfalistisch spreken. Daar is niemand mee gebaat.
We spreken als kerk over Israël omdat de heilige Schrift zelf over Israël spreekt. Al ons spreken zal dan ook steeds weer geënt moeten worden op deze Schrift, waarin God voortgaand tot ons spreekt en ons telkens opnieuw voor beslissingen stelt. Wat kan vanuit dit gezichtspunt de ‘onopgeefbare verbondenheid’ met het volk Israël zijn? Ik zie deze verbondenheid op twee manieren verschijnen.
‘Het feest der vergeving’. Prent uit de tweede reeks Chassidische legenden, gebaseerd op teksten van Martin Buber, door H.N. Werkman. Beeld: PR Stichting H.N. Werkman, collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam
Twee wijzen van verbondenheid Daar is de onopgeefbare verbondenheid met Israël die in God zelf is gefundeerd. Daar kunnen wij zogezegd niets aan toe- of afdoen. Zij ligt besloten in zijn ‘raad’, om het wat ouderwets te zeggen. En daar is de onopgeefbare verbondenheid van een solidariteit met de Joden. Ook deze solidariteit is fundamenteel. Maar zij is gebonden aan tijden en plaatsen, en komt voort uit ons geloof. Waar we deze twee manieren van spreken gaan verwarren wordt bescheidenheid tot hoogmoed. En als ik eerlijk ben, lijkt het mij de vraag of onze kerkorde in dit beroemde artikel geheel aan deze verwarring ontkomt.
September 2011
Nu die tweede vorm waarin wij zijn geroepen om gestalte te geven. Ook dat noopt tot bescheidenheid. We zien tot onze beschaming hoe wij als kerk betrokken zijn bij een geschiedenis van antisemitisme, dat steeds weer opvlamt. We zien het antisemitisme van de Arabische staten, en houden ons hart vast. Ook in ons eigen land slaat de stemming langzaam om. Maar ook zien we hoe Palestijnen lijden aan hun geschiedenis, en dat Israël daarmee geen raad weet. Wat kunnen we doen? In elk
Eis van Joden niet dat zij betere mensen zijn
Een zaak van vrees en beven De kerk is onopgeefbaar met Israël verbonden omdat God Israël heeft verkoren tot zijn volk. In deze verkiezing weten wij ons als kerk meeverkoren. Alleen: de richting die ons kerkorde-artikel inslaat is dan misleidend. God hééft ons allang met Israël verbonden, voordat wij ons verbinden. En zo wordt ons artikel toch steeds uitgelegd: wij kiezen voor Israël. Maar wij zijn al gekozen, en de vraag is meer of wij deze verbondenheid gestand doen. Want als Hij zelfs de takken van de edele olijf uitrukt, zou Hij dan de wilde loten sparen (zie Romeinen 11:22)? Déze verbondenheid is dus een zaak van vrees en beven. Zij spreekt van het wonder dat God zijn volk getrouw is, en wat dat is, kan de kerk uit de Schrift leren.
Gestalte geven
‘Onopgeefbaar verbonden’ wil hier dus zoiets zeggen als dat de kerk zich in het verhaal van God met Israël geheel begrepen weet, zonder zich ooit boven Israël te mogen verheffen. Gods genade én Gods gericht maken haar bescheiden. De bescheidenheid van een verkorene, die de slip grijpt van een Joodse man (Zacharia 8:23). Ik denk dat we deze verbondenheid alleen peilen als we beseffen dat deze Joodse man een zondaar is. Wij zijn geëngageerd met een geschiedenis die vol van zonde is. Er is niets zo pijnlijk als de gedachte dat Joden, in tegenstelling tot anderen, ‘goede mensen’ zijn.
Kerk & Israël Onderweg
geval: geen laatste posities innemen. Het is beter om politiek te bedrijven dan theologisch vuurwerk af te steken, en dus zelf voor God te gaan spelen. Ook niet de grote Verzoener uithangen, vanuit een morele superioriteit. Opkomen voor de Nederlandse rechtsstaat is misschien belangrijker dan het planten van een boom in Israël. Stille diplomatie belangrijker dan luid beleden solidariteit met dé Palestijnen. ‘Onopgeefbare verbondenheid’ wil hier dus zoiets zeggen als: elke ideologie omtrent de Joden vermijden. Pal staan voor hun recht om als Jood medeburgers te zijn in deze wereld. Solidair zijn met de klappen die zij vangen (over vervangingstheologie gesproken!). Maar belast hen vooral niet met de eis dat zij betere mensen zijn. Onopgeefbare verbondenheid? ‘Waakt dan, want gij weet de dag noch het uur’ (Matteüs 25:13). Wessel ten Boom Wessel ten Boom is predikant. Hij promoveerde op een studie naar Augustinus en de Joden en woont in Didam.
15
Te doen onderweg Aankondigingen van activiteiten, waaraan lezers dit kwartaal kunnen deelnemen.
In de provincie Groningen-Drenthe Zuidlaren. Werkgroep Kerk & Israël Groningen-Drenthe, Synagoge Zuiderstraat 1. 3-11-2011 De 6e synagogenlezing door rabbijn Tamarah Benima over: ‘Seksualiteit in het Jodendom’. Inlichtingen:
[email protected]
In de provincie Friesland Drachten. Protestantse Gemeente, Grote Kerk, Zuidkade 19. 3-10-2011 en 10-1-2012 dr. Jan Henk Hamoen over: ‘Het schip der zotten’. Inlichtingen: (0512) 51 05 54. Beetsterzwaag/Drachten. Olterterperkring, Doopsgezinde kerk te Drachten. 22-9-2011 Bram Grandia over: ‘Propaganda als taal die verwoesting zaait’. Buorskip, Vlaslaan 26 te Beetsterzwaag. 26-9-2011 Startavond van de A- en B-cursus. Zie verder het programmaboekje. Inlichtingen: (0512) 51 26 00.
In de provincie Overijssel Zwolle. Stichting Judaica Zwolle. Rondleiding en tentoonstelling in de Zwolse synagoge aan de Samuel Hirschstraat. Data: 4 september en 2 oktober 2011 Inlichtingen:
[email protected] Hardenberg. De Schakel, Lage Doelen 5. 1-10-2011 Ontmoetingsdag Provinciale Werkgroep Kerk & Israël Overijssel/Flevoland. Joods heden en verleden in Hardenberg. Inlichtingen: (0523) 63 83 88. Dedemsvaart. Kerk & Israël, Wilhelminastraat 3. Thema: Ontmoetingen. 14-9-2011 Els van Diggele over: ‘Ontmoeting met volk, land en religie van Israël’. 27-10-2011 Ruud Bartlema over: ‘Ontmoeting met de Hebreeuwse taal’. 27-11-2011 Ds. Roeland Busschers: ‘Ontmoeting met verhalen en muziek’. Inlichtingen: (0523) 63 83 88.
September 2011
Emmeloord. Classicale werkgroep Kerk & Israël, Samen op Wegkerk, Cornelis Dirkszplein 10. 12-12-2011 Ronny Naftaniël (CIDI) over de gevolgen van de Arabische lente voor het Nabije Oosten. Inlichtingen: (0527) 61 20 52.
In de provincie Gelderland Apeldoorn. Vrije Evangelische Gemeente, Sprengenweg 15. 30-10-2011 Petra Katzenstein vertelt en zingt over ’Hoop doet zingen’. Aanvang 15.00 uur. Inlichtingen: (055) 542 19 46. Arnhem. Arnhems Leerhuis, Wijkcentrum De Bakermat, ingang G.A. van Nispenstraat 139. Rabbijn Tzvi Marx over Jeremia. Data najaarscursus: maandag 12 en 19-9, 7, 14 en 28-11 en 12-12-2011, 19.30-21.30 uur. Inlichtingen: (0318) 63 06 86. Dieren. Werkgroep Dieren e.o. Ontmoetingskerk, Adm. Helfrichlaan 54. 21-9-2011 Dr. Marcus van Loopik over: ‘Psalmen verwoord en verbeeld’. 12-10-2011 Prof.dr. Cees Jan den Heyer over: ‘Profetieën in de bijbel en onze tijd?’ Inlichtingen: (0313) 41 41 60. Synagoge, Spoorstraat 34. 26-10, 9-11, 23-11 en 7-12-2011 Jochanan Belinfante ‘Leren met hoofd en hart’. Inlichtingen: (0313) 42 26 10. R.K. Emmaüskerk, Rode Kruislaan 2. 27-10-2011 Visie van drs. R. Cassuto, ds. H. Boonen en mevrouw C. Evcil op aartsvader Avraham/Abraham/Ibrahim. Inlichtingen: (0313) 45 06 08. Harderwijk. Interkerkelijke werkgroep. 25-9-2011 Bezoek aan de synagoge te Zwolle. Met bezoek aan de tentoonstelling ‘Joods leven in en om Zwolle’. Inlichtingen: (0341) 41 48 86. Oosterbeek. Leerhuis Oosterbeek. De Vredebergkerk, Van Toulon van der Koogweg 3. 11–10-2011 Drs. T. Stip: Inleiding op de Kleine Profeten (Obadja).
Kerk & Israël Onderweg
Uitgebreide informatie v indt u in de agenda o p onze webs it e, www.pkn.n l/kerkenisra el
25–10-2011 Dr. M. Dijkstra: Hoe zou ik jou kunnen prijsgeven? (Hosea 11) 8–11-2011 Dr. H.W.M. van Grol: Dromen en visioenen op de grote dag (Joël 2) 29–11-2011 Dr. A.H.L.M. van Wieringen: Ruim baan voor de profetische kritiek (Amos) 13–12 Prof.dr. P.C. Beentjes: Veertig dagen respijt voor Ninevé (Jona) Inlichtingen:
[email protected]
In de provincie Utrecht Driebergen. Tenachonleerhuis herfstprogramma 2011, Nieuw Salem, De Lei 86. 13-10, 14, 21 en 28-11-2011 Dr. Marcus van Loopik: ‘Daniël, eindtijd en apocalyptiek’. Inlichtingen: (0343) 53 13 92. Houten. Commissie voor Kerk en Israël, Opstandingskerk, Het Kant 1. 1-10-2011 Verhalenvertelster Fajga Szmulewicz speelt ‘Nasjen’. Eind oktober/begin november: Ds. Barend Wallet: ‘Israël – Onopgeefbaar verbonden. 8 t/m 22-7-2012: 15-daagse reis naar en door Jordanië en Israël. Inlichtingen:
[email protected]
In de provincie Noord-Holland Hoofddorp. Leerhuis. Marktpleinkerk. 20-10-2011 Dr. J. Dubbink: Israël na de ballingschap – tussen angst en openheid. 24-11-2011 M. Aronson: Film ’Jiddisjkeit’. Inlichtingen: (023) 563 09 97.
In de provincie Zuid-Holland Oud-Beijerland. Commissie Kerk en Israël, De Open Hof, W. van Vlietstraat 2a. 13-10-2011: Trio Kasha Nasha. 17-11-2011: Lezing door rabbijn Shmuel Katz. Inlichtingen: (0186) 61 44 79. Volgende uitgave: december 2011 Activiteiten vóór 17 september opgeven bij de redactie. E-mail:
[email protected] Vermeld tevens datum, plaats en telefoonnummer.
16
Boekbesprekingen Thora, Evangelie en Koran We zijn er in een halve eeuw gaandeweg mee vertrouwd geraakt om Eerste Testament en Tweede Testament – onder erkenning van elks eigenheid – als een eenheid, één doorgaand verhaal te lezen. De Tenach is niet ‘slechts voorspel’ van het ‘Nieuwe’ Testament. Kan dat ook met de Koran als derde erbij? Blijven spreken van één verhaal? Wessels probeert dat uit in bovengenoemd boek met de ondertitel: ‘3 boeken, 2 steden, 1 verhaal’. Gaat het in Tora, Evangelie en Koran ten diepste om dezelfde gelovige zorg om de stad van de mens? Om een humane en rechtvaardige samenleving, waar het nieuwe Jeruzalem het vergezicht van is, tegenover
Geen tittel of jota Het verhaal gaat dat kerkenraden van Urk ooit een brief hebben gestuurd naar predikanten om bij een gastbeurt niet wéér te komen preken over ‘de wonderbare visvangst’. Tja, hoe lezen we de Bijbel? Hebben we een voorkeur voor vrije tekstkeus of voor een leesrooster? In het boekje ‘Geen tittel of jota’ kiest een team van deskundigen voor een kerkelijk leesrooster met als uitgangspunt de synagogale lezing van de Tora. Het zijn, conform het aantal sidrot dat wereldwijd op sabbatochtend wordt gelezen, 54 stukjes geworden. Bij elke sidra wordt stilgestaan bij de bijbehorende profetenlezing. Het is opvallend dat de derde
Op de grens Nog steeds heb ik enige argwaan tegen grote belangstelling bij medechristenen voor Joodse volgelingen van Jezus. Maar dit boek helpt mij over aarzelingen heen. Kees Jan Rodenburg kon in Israël grensganger zijn op het terrein van de Joodschristelijke relatie. En dat gaf hem de kans om kennis te maken met allerlei groepen die zich bevinden in het grensgebied van Jodendom en christendom. Hij beschrijft helder onderlinge verschillen en posities jegens Jodendom en kerk. Hij biedt interessante informatie over de situatie in Israël en de discussie over theologische kwesties. Aan het eind bespreekt hij actuele vragen als: moet de kerk kiezen tussen contact met Messiaanse Joden of met de Joodse
September 2011
Babel, symbool van een samenleving van onrecht en onmenselijkheid? Wessels graaft diep om dit aan te tonen. Mij hier en daar wat te diep. In die zin dat de thema’s soms zo wijdlopig worden behandeld, dat ik de draad kwijtraakte. Niettemin, voor een beetje ascetische liefhebber, die het leest met Bijbel en Koran ernaast, is er veel te ontdekken over dat éne verhaal. Fred Meijnhardt Anton Wessels, ‘Thora, Evangelie en Koran’. Uitgeverij Kok, Kampen 2010. 363 blz. ISBN 978 90 435 1690 7. Prijs: € 27,50.
rubriek, suggesties voor lezingen uit het Evangelie en de Brieven, vanzelfsprekend lijkt te zijn. Zo passeren combinaties als ‘de Hebreeuwse vroedvrouwen’ (Exodus 1) en ‘de geestelijke wapenrusting’ (Efeziërs 6) de revue. Wellicht had het boek aan zeggingskracht gewonnen, als het baanbrekend werk van René Süss was genoemd, die vanuit het Gast-Huis in Amsterdam in leerdiensten ooit sidrot behandelde, maar uiteindelijk bij het bijbellezen een andere route koos. Een leesrooster zonder ‘de wonderbare visvangst’. Kees Schakel ‘Geen tittel of jota. Proeve van een leesrooster bij de Tora’. Toraleesroostergroep, onder redactie van ds. Hans Vermeulen e.a. Uitgeverij Boekencentrum 2011. 134 blz. ISBN 978 90 239 2607 8. Prijs: € 15,-.
gemeenschap? Vormen Messiaanse Joden een brug tussen Joden en christenen? Terecht stelt de auteur dat zij zich moeten voegen naar de bestaande, dialogische structuren. Maar hij meent dat er meer ruimte komt voor een wederzijds gesprek over eigen zelf-verstaan. Zo stimuleert hij grenzen te overschrijden in het nader kennismaken. Co Kooman Kees Jan Rodenburg, ‘Joodse volgelingen van Jezus. Een overzicht in 40 vragen en
Column De blauwe olifant
Sinds kort ben ik predikant in de veertiendeeeuwse Nikolaaskerk van Wesepe. Om aan mijn nieuwe werkplek te wennen ga ik soms een uurtje in de kerk zitten, alleen. Dan laat ik mijn gedachten gaan over mensen die hier vroeger gekerkt hebben. Hoe leefden zij? Wat bezielde hen? Terwijl ik over deze vragen nadenk zie ik opeens de blauwe olifant uit het kerkraam stappen. Hij komt uit zijn knielende houding omhoog en strekt zijn voorpoten. Dan klappert hij met zijn grote grijze oren, vliegt op me af en neemt pardoes plaats naast mij in de kerkbank. 'Nieuw?' vraagt hij. 'Ja', antwoord ik. 'Al een beetje gewend?' 'Begint te komen'. 'Ach ja, 't is goed toeven in Wesepe. Ik kniel hier nu al zestig jaar en heb nog steeds geen kramp in mijn poten. Ze zouden trouwens dat rode zadel wel eens van mijn rug mogen halen. Maar verder ben ik dik tevreden.’ Even knipper ik met mijn ogen of het waar is wat ik hoor en zie. Maar dan besluit ik niet kinderachtig te doen. Ik kijk mijn buurman aan, zie de band om zijn voorhoofd vlak boven zijn vriendelijke ogen en zeg: 'Joods?' Hij glimlacht. 'Ja, mijn gewaad lijkt uit de verte wel een beetje op een gebedsmantel, maar ik denk niet dat de glazenier zich dat bewust is geweest.' 'Dat denk ik ook niet,' antwoord ik, 'en ze heeft ook niet geweten dat er in de Bijbel helemaal geen olifanten voorkomen.' Mijn buurman kijkt mij schalks aan. 'Begrijp je nú waarom ik zo pontificaal op het raam sta afgebeeld?' Ik knik. 'Onze lieve Heer kan niet aan alles denken, soms moet je gewoon voor jezelf opkomen.' 'Zo is het,' antwoordt de blauwe olifant. Hij bleef nog even zitten, wenste mij een goede tijd in Wesepe en vloog terug naar het raam. Toen ik opstond om naar huis te gaan gaf ik hem een knipoog. En weet u hoe hij reageerde?
antwoorden’. Uitgeverij Groen, Heerenveen 2010. 222 blz.
Reinier Gosker
ISBN 978 90 5829 965 9. Prijs € 12,50.
Kerk & Israël Onderweg
De olifant is te zien in het linkerraam.
17
Israëlzondag Tijd voor vrede Een rondje onder predikanten in de regio levert een aardig beeld op: bijna alle dominees doen wel iets extra’s met ‘Israël’ op Israëlzondag. Maar ik krijg ook opmerkingen als: ‘het is hier bij ons iedere zondag Israëlzondag’ en ‘tja... Israël, dat ligt tegenwoordig ook wel een beetje politiek gevoelig, hè.’
Iedere eerste zondag van oktober is het in de Protestantse Kerk Israëlzondag. Op deze ene zondag in het jaar geven we, meer dan anders, uiting aan onze roeping tot onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël. Aansluitend bij het Oecumenisch leesrooster reikt het Dienstencentrum ieder jaar materiaal aan voor de eredienst. Meestal houdt deze liturgische handreiking zich verre van de actualiteit. Dit jaar wordt de mogelijkheid geboden om, naast de eredienst, met elkaar in gesprek te gaan over de concrete situatie in het land Israël. Al is ‘Israël’ natuurlijk veel méér dan de staat Israël, we gaan niet aan deze concrete werkelijkheid voorbij.
Oproep aan gemeenteleden De Protestantse Kerk voelt zich dan ook betrokken bij de gebeurtenissen/spanningen in het land Israël/Palestina. Daarom is het materiaal van de Israëlzondag 2011 opgenomen in een breder kader/project: ‘Tijd voor vrede’. Een relatie met de daaraan voorafgaande Vredesweek is snel gelegd. We zeggen met elkaar: ‘Het is tijd voor vrede’. We doen een oproep aan gemeenteleden om in de eigen gemeente tijd voor vrede te nemen en met elkaar in gesprek te gaan over onze verbondenheid met het Joodse én het Palestijnse volk.
Boekbespreking
‘Een bezinning op onze verbondenheid met het Joodse én het Palestijnse volk’. Dat is de subtitel bij het materiaal voor ‘Tijd voor vrede’. Té vaak wordt die tweezijdige solidariteit tegen elkaar uitgespeeld. Alsof ‘Kerk en Israël’ per definitie alleen vóór Israël is en ‘Kerk in Actie’ alleen vóór de Palestijnen. Wij zijn echter één kerk en de Dienstenorganisatie probeert daaraan dienstbaar te zijn. Vandaar dit gezamenlijke program.
Materiaal om mee te werken ‘Tijd voor vrede’ bestaat uit: A. Materiaal voor drie doordeweekse bijeenkomsten In de eerste week – 17 tot 25 september – sluiten we aan bij het thema van de Vredesweek: ‘Elk mens een veilig bestaan’. We blijven dan vooral ‘dicht bij huis’: wat is voor ons veiligheid? In de tweede bijeenkomst – de tweede week waarbij ook de Israëlzondag hoort – gaat het over het thema verbondenheid. Programmatisch wordt de dubbele verbondenheid hier nader verkend en uitgewerkt. De derde bijeenkomst gaat over ontmoeting. We vernemen Joodse én Palestijnse stemmen. Het materiaal maakt gebruik van diverse
Het getuigt van moed om in 1938 in Berlijn het evangelie (u leest het goed) aan de man te brengen ‘als een niet gering stuk van de Joodse geschiedenis’. Rabbijn Leo Baeck (1873-1956) was zo moedig. Als woordvoerder van de Duitse Joden liet hij zien hoe de evangeliën van oorsprong ‘Joodse verhalen zijn over een verlosser afkomstig uit het Jodendom’. Op levendige wijze beschrijft hij de ontstaansgeschiedenis van de evangeliën. In plaats van gortdroge 'Form- und
Redaktionsgeschichte' schildert hij het overleveringsproces naar het leven. Dit had ik veertig jaar geleden in de collegebanken willen horen toen het over hermeneutiek ging! Baeck beschouwt de tekst van de vier canonieke evangeliën als een weerspiegeling van het christelijk gedachtengoed uit de tweede eeuw, dus na de ver onderstelde breuk tussen kerk en synagoge. Als een ware archeoloog legt hij de onderliggende lagen van het overleveringsproces bloot. Wat tevoorschijn komt is wat eertijds van Jezus' daden en woorden overgeleverd werd. Tot slot krijgen we in twee hoofdstukken eerst de daden van Jezus voorgeschoteld ('De dingen die geschied zijn') en vervolgens zijn woorden ('De spreuken en de gelijkenissen').
September 2011
Kerk & Israël Onderweg
Het evangelie is joods!
werkvormen en nodigt uit om met elkaar in gesprek te gaan. Men kan de hele serie gebruiken of er een keuze uit maken. B. Liturgisch materiaal voor de eredienst op zondag 25 september, 2 en 9 oktober 2011. Iedere keer een thema bij de gegeven bijbeltekst, tekst en context, foto’s, gebed, liedsuggesties én een midrasj met verwerkingsvragen. Zie www.pkn.nl/tijdvoorvrede U kunt het materiaal bestellen bij de Dienstenorganisatie, tel. (030) 880 13 37. E-mail:
[email protected] of via de webwinkel: http://www.pkn.nl/webwinkel. Prijs: € 4,95. Floor Barnhoorn
Volgens de achterflap is het boek ‘een bedekte kritiek op het christendom dat het Joodse karakter van het evangelie miskent’. Ik vind de kritiek van Leo Baeck allerminst bedekt. Open en bloot richtte Baeck in de hoofdstad van Hitler-Duitsland een monument op voor de Joodse Jezus. Een prachtig boek. Onbegrijpelijk dat het nu pas in het Nederlands vertaald is. Hans Schravesande schreef er een heldere inleiding bij. Alweer een boek dat u niet mag missen! Reinier Gosker Leo Baeck, ‘Het evangelie is joods!’ Vertaald uit het Duits door Pieter Oussoren. Uitgeverij Skandalon, Vught 2011. 119 blz. ISBN 978 94 90708 21 4. € 14,50.
18
Lernen met LEV De weerspannige zoon – of beter: Ouders, pas op! In deze rubriek bespreken medewerkers van de Stichting LEV (Leren en Vernieuwen) gedeelten uit de Tora. Stichting LEV ontwikkelt onder andere studiemateriaal voor leerhuizen en ‘lerngroepen’. In sidra Ki Tetsee (afdeling van de week – Deuteronomium 21:10 - 25:19) staan we stil bij Deuteronomium 21:18-21, de zogenoemde ‘weerspannige zoon’.
Opdracht: Lees Deuteronomium 21:18-21. Peil uw eerste reactie op dit gedeelte. Wat zegt dit volgens u over kinderen en wat over ouders?
Als ouders niet eenstemmig zijn, is het lastig voor een kind om zijn of haar weg te vinden. Foto: iStock
Bonte verzameling Bij het lezen van de sidra lijken we geconfronteerd te worden met een bonte verzameling van allerlei mitswot (enkelvoud: mitswa = regel) rond het leven van alledag. De Nieuwe Bijbelvertaling komt tot vier kopjes: familierecht, diverse voorschriften, over seksuele misdrijven, en weer: diverse voorschriften. Ook uit deze kopjes spreekt die bonte verzameling. De Joodse geleerde Josef Heinemann komt wel tot een centraal thema: de mens in zijn huis en daarbuiten. Op – volgens Heinemann – associatieve wijze worden we als lezer meegenomen.1 Het is zoals midrasj Tanchoema (verhalende midrasjiem op de Tora; 9e c.j. Israël) ons laat zien: ‘Als je ten oorlog trekt’. Onze leraren leerden: de ene mitswa leidt tot de volgende en de ene overtreding tot een andere. ‘En je ziet onder de gevangenen een mooi meisje’ enzovoorts ‘en ze moet haar hoofdhaar afscheren’ enzovoorts. En wat volgt er dan? ‘Als een man twee vrouwen heeft’ enzovoorts. Twee vrouwen in huis is twist in huis. En wat volgt er dan? ‘Heeft iemand een ongehoorzame en opstandige zoon.’ (midrasj Tanchoema op parasjat Tetsee 21, §1)
Nooit voorgekomen We zullen nu nader stilstaan bij die ‘zoon’. Als we de verzen 18-21 lezen, lijken we midden in een generatieconflict te vallen. Wat de zoon precies doet, blijft onduidelijk. Waar het om gaat is dat hij niet luistert en gehoorzaamt. Deuteronomium komt direct tot de kern: het ‘niet luisteren naar elkaar’ leidt tot conflicten. Hier lijkt het om eenrichtings verkeer te gaan. Het kind moet luisteren en gehoorzamen. Een uitspraak die niet meer van deze tijd is, een tijd die getypeerd kan worden als een tijd van onderhandelen. Kijk maar om je heen: ouders onderhandelen nu met hun kinderen en vice versa.
September 2011
Terug naar het bijbelgedeelte. De oplossing die de Tora biedt voor het conflict is nogal drastisch en voor ons onvoorstelbaar: lever je zoon over zodat hij gestenigd kan worden. Niet alleen in onze ogen is dit onvoorstelbaar, ook de rabbijnen nemen als uitgangspunt: ‘het geval van de opstandige en weerspannige zoon die wordt terechtgesteld is nooit voorgekomen en zal nooit voorkomen’. (Tosefta Sanhedrin 11,6)
Niet alleen de zoon We lezen enkele rabbijnse teksten die ons kunnen helpen bij het lezen van dit bijbelgedeelte. We beginnen met de Misjna (200 c.j. Israël): Rabbi Jehoeda zei: Als zijn moeder niet paste bij zijn vader, kan hij niet beschuldigd worden een opstandige en weerspannige zoon te zijn. Als een van hen (vader of moeder) verminkt was aan de hand, of lam of stom of blind of doof, dan kan hij niet veroordeeld worden als opstandige en weerspannige zoon, want er staat geschreven: ‘dan zullen zijn vader en zijn moeder hun handen op hem leggen’ – daarom mogen zij niet verminkt zijn aan hun handen; ‘en hem brengen’ – daarom mogen zij niet lam zijn; ‘en zij zullen zeggen’ – daarom mogen zij niet stom zijn; enzovoorts. [Misjna Sanhedrin 8:4] In de Babylonische Talmoed (circa 500 c.j. Babylonië) wordt deze lijst uitgebreid. Hierbij springt er een citaat uit dat ons te denken kan geven:
Kerk & Israël Onderweg
Als zijn moeder niet gelijkt op zijn vader in stem, blikken en beeldvorming, dan kan de zoon niet veroordeeld worden. [Babylonische Talmoed Sanhedrin 71a] Het citaat uit de Misjna is wellicht voor ons moeilijk te volgen. Wat rabbi Jehoeda hier probeert te zeggen is dat het de zoon niet alleen aangerekend kan worden als hij opstandig of weerspannig gedrag vertoont. Hij betrekt het letterlijk fysieke gebrek van de ouders erbij. We kunnen dit ook vertalen naar gedrag van ouders: als zij geen vinger naar hem uitsteken (als zij ‘verminkt zijn’), als zijn ouders doof en blind zijn voor zijn problemen, en wanneer zij hun stem niet verheffen (‘stom zijn’) als er nog een relatie is tussen kind en ouders. Uit de Talmoed valt een accent te lezen dat voor ons duidelijker herkenbaar is. Als ouders niet eenstemmig zijn, is het lastig voor een kind om zijn of haar weg te vinden. Zeker in onze tijd waarin kinderen aan veel prikkels worden blootgesteld. Daarbij gaat het niet om kleine nuanceverschillen, maar om een fundamentele kijk op mens en wereld. Als ouders geen voorbeeld geven, kun je het kind dan veroordelen? Kortom: hier verandert het perspectief, ons bijbelgedeelte verandert in een waarschuwing naar de ouders. Het handelen van de ouders heeft invloed op hun kinderen.
Opdrachten: Als u een (nieuw) kopje mocht bedenken bij Deuteronomium 21:18-21, wat zou u dan kiezen? Kunt u – niet vanuit moralistische zin, maar vanuit opvoedkundige zin – een concreet voorbeeld geven van de gevolgen van het gebrek aan eenstemmigheid van ouders? Niek de Wilde Voor meer informatie: www.stichtinglev.nl
1
in: Mayanot III, 1975. Voor wie nog een andere indeling wil lezen, verwijs ik naar Tenachon (op Tora) nr. 26, 415 e.v.
19
Varia
Yehuda Aschkenasy overleden ‘Op de plaats waar geen mens is, wees een mens!’ Deze rabbijnse spreuk was het levensmotto van rabbijn Yehuda Aschkenasy, die dinsdag 7 juni overleed op 87-jarige leeftijd. Rabbijn Aschkenasy richtte in 1972 de B. Folkertsmastichting voor talmoedica op. Deze stichting heet nu Pardes, stich-
ting voor Joodse wijsheid. De B. Folkertsmastichting was het levenswerk van Yehuda Aschkenasy. Vanuit de overtuiging dat samen lernen bijdraagt aan een menswaardige samenleving bracht hij mensen in contact met de Joodse wijsheid. De ethische lessen van de profeten waren daarbij even belangrijk als de spreuken van rabbijnen en de inzichten van Joodse denkers als Martin Buber en Abraham Joshua Heschel van wie hij zich
Steun voor stichting Zikna De Protestantse Kerk geeft dit jaar financiële steun aan de stichting Zikna, die hulp biedt aan Joodse mensen in Nederland. De stichting is vorig jaar opgericht in Amsterdam en helpt met name oudere Joden en chronisch-zieke Joodse jongeren en hun ouders. Specifieke aandacht wordt gegeven aan extra geestelijke en pastorale zorg aan deze doelgroepen. Zikna heeft drie projecten. 1. Jad Lazaken. Geef een hand aan de oudere (zie het logo). Ouderen het gevoel geven dat er echt iemand is die meedenkt, iemand die hen begeleidt. 2. Tikwa la-acharitech. Er is uiteindelijk hoop. Pastorale hulp aan hen die een
Is dit uw kennismaking met ons blad? Leest u voor het eerst een nummer van Kerk & Israël Onderweg? En smaakt deze kennismaking naar meer? Overweeg dan een abonnement op dit kwartaalblad van de Protestantse Kerk. Een particulier abonnement kost slechts € 9,- per jaar. Een pakketabonnement (vanaf 10 exemplaren) is nog goedkoper! Zie de gegevens in het Colofon (pagina 2). U kunt ons mailen op e-mailadres:
[email protected] of een kaartje sturen.
September 2011
een leerling beschouwde. Kerk & Israël Onderweg gedenkt hem met dankbaarheid en respect. Zie verder www.pkn.nl/kerkenisrael > Nieuws In het decembernummer verschijnt een artikel van Marieke den Hartog, oud-hoofdredacteur van Kerk & Israël Onderweg, over de betekenis van rabbijn Aschkenasy.
Zikna ziet mogelijkheden om hier vernieuwend zorg aan te bieden. 3. Chaj Lajeled. Leven voor het kind. Inzet voor chronisch zieke Joodse kinderen en hun families. Gekeken wordt naar families met kinderen met zowel mentale als psychische klachten. De grote man achter Zikna is rabbijn Samuel (Shmuel) Katz. Later in het seizoen verschijnt er een interview met hem in dit tijdschrift. Meer informatie: www.zikna.nl oorlogsverleden hebben. Dit zijn mensen van de eerste, maar ook personen van de tweede en ook wel derde generatie.
Internationale conferentie De jaarlijkse conferentie van de Internationale Raad van Christenen en Joden (ICCJ) is van 3 tot 7 juli 2011 gehouden in Krakau (Polen). Ga voor een verslag naar www.pkn.nl/kerkenisrael > Nieuws
Landelijke ontmoetingsdag Op woensdag 7 september vindt de landelijke ontmoetingsdag voor vrijwilligers in het Kerk en Israël-werk plaats. Het thema is: ‘Kerk en Israël: een vernieuwende inzet?’ De plaats is het Landelijk Dienstencentrum te Utrecht. Meer informatie over het programma op de website, www.pkn.nl/kerkenisrael
Kerk & Israël Onderweg
Nes Ammim zoekt predikant Met ingang van voorjaar 2012 zoekt Nes Ammim een predikant die leiding geeft aan het Centre of Learning and Dialogue. Solliciteren kan tot 30 september. Zie www.pkn.nl/kerkenisrael
In het komende nummer • Interview met de Amerikaans-Joodse publicist Mark Braverman over de conferentie ‘Uur der Waarheid’ • Jaarthema: Compassie leven
20