9
g n i l e t n a K
De
Krant
g - werk r o z d g u e j n in veranderinge
t voor Inspirerende kran aatschap gemeenten en m ties, met pelijke organisa en goede initiatieven Overijssel voorbeelden uit sities in de omtrent de tran Wmo/ AWBZ. Jeugdzorg en de
Kanteling
De
Inhoud
2 Paul Schnabel over de uitdagingen in de zorg “Deel goede ervaringen” 2 Door René Vorderman Socioloog Paul Schnabel (1948) was tussen 1998 en 2013 directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau. De Volkskrant vermeldt hem jaarlijks in de top tien invloedrijkste personen van Nederland.
dat vlak liggen voor lokale overheden grote uitdagingen.” Daarnaast is goed signaleren volgens Schnabel essentieel. “Vooral ouderen zijn een doelgroep waarbij in korte tijd veel kan veranderen. Het ene moment is een meneer of mevrouw goed ter been, maar na een paar weken kan het ineens veel slechter zijn. Buurtzorg moet daar alert op zijn en signalen snel doorgeven aan gemeenten. Ja, mensen zullen nog meer dan nu een beroep moeten doen op het eigen netwerk, maar in hoeverre kun je familie blijven vragen om meer mantelzorg?” Voor de totale zorg die geleverd moet worden zal minder geld beschikbaar zijn. Schnabel: “Dat dwingt tot schipperen en selecteren.
2 4
Bert Holman: Transitiebureau blijft hameren op ‘coalitiedenken’
‘Het wij-zij-denken is voorbij’ ‘Eigen Kracht’ benutten onmisbaar in de jeugdzorg
. . . wethouders volksgezondheid krijgen een steeds zwaardere taak . . .
“We weten nog niet precies wat er gaat veranderen in de zorg, maar vast staat dat gemeenten er veel taken bij krijgen. Daar hoeven we niet per se bang voor te zijn: de invoering van de Wmo in 2007 is gemiddeld genomen goed opgepakt. De transities zullen voor veel gemeenten betekenen dat ze meer met elkaar moeten samenwerken.” Paul Schnabel ziet het voor zich dat de gedeputeerde met alle zorgwethouders van Overijssel om de tafel gaat. “Om te kijken wat ze samen kunnen doen. En goede ervaringen delen met elkaar, heel belangrijk. Met name jeugdzorg is een moeilijke tak van sport, op
Aan wie verlenen we zorg en aan wie niet of in mindere mate? Dit terwijl de vraag blijft toenemen. Daarbij zijn niet alle zorgindicaties even ‘hard’ en dat kan leiden tot indicatieinflatie om toch thuishulp of thuiszorg te krijgen.” Daarnaast maakt de socioloog zich zorgen of de kwaliteit gewaarborgd kan blijven. “Het is verleidelijk zorg te laten uitvoeren door lager opgeleiden, maar voor echte verpleging zullen gekwalificeerde mensen nodig blijven.” “Vast staat dat de wethouders volksgezondheid een steeds zwaardere taak krijgen en belangrijker worden”, weet Schnabel. “Ze hebben een steeds groter budget te besteden, maar moeten daarmee ook meer en meer burgers bedienen. Dus nogmaals: laat gemeenten de handen ineen slaan.”
6
Arcon Masterclass Burgers waar het kan, professionals waar het moet
3
2
g n i l e t Kan Krant
De
Nieuwe audit “Menselijke Maat” maakt inkopen zorg menselijker
Sturen op uitkomsten
‘Het wij-zij-denken is voorbij’
Door Marijke Burghoorn Hoe mooi zou het zijn als gemeenten straks, onder de nieuwe Wmo, de hulpaanbieders kunnen afrekenen op geboekte resultaten? Prachtig, nietwaar? Resultaten die geboekt zijn in de levens van kwetsbare inwoners. Dat kwetsbare mensen, ondanks gezondheidsklachten, toch een prettig leven leiden en mee doen. Want dat is waar de Wmo over gaat: over de menselijke maat als zorg en ondersteuning nodig is.
Door René Vorderman Renske de Man coördineerde namens welzijnsorganisatie Timpaan de totstandkoming van een woonservicegebied in Steenwijk-Noord.
Wat is het belang van een woonservicegebied? “In zo’n gebied, in dit geval een wijk, kunnen kwetsbare mensen zoals ouderen en gehandicapten zo lang mogelijk zelfstandig wonen”, zegt Renske de Man. “Dat kan bijvoorbeeld door aanpassingen te realiseren
. . . hoe kunnen we zorg en welzijn dichtbij de mensen opnieuw vormgeven? in hun woningen. Als het nodig is, kan er zorg worden ingeschakeld. Wonen, welzijn en zorg gaan hand-in-hand. Dat vereist nauwe samenwerking tussen gemeenten, woningcorporaties, zorginstellingen en wijkbewoners. Ik heb een werkgroep op poten gezet met vertegenwoordigers uit al die partijen.” Wat trof u aan in Steenwijk-Noord? “Het oude appartementencomplex De Meenthehof voldeed niet meer.
Woningcorporatie Omnia Wonen wilde een nieuw gebouw dat naast moderne appartementen ook een ruimte heeft die voor de hele wijk functioneel is en waar wonen wordt gekoppeld aan welzijn en zorg. Bijvoorbeeld in de vorm van dagbesteding, ontmoeting of bewegingsactiviteiten. De werkgroep gaat met elkaar bepalen waar behoefte aan is. Die behoeften liggen in Steenwijk-Noord met name op het sociale vlak; samen met elkaar iets doen, zoals kaarten, bridgen of simpelweg een praatje maken.” Op wat voor manier speelt dit in op de transities in de zorg? “Zorg wordt meer en meer vraaggericht: wat heb jij als individu nodig? De tijd van het wijzij-denken – ‘ik mankeer iets dus de gemeente moet dit of dit’ - is voorbij. Mensen moeten voor zichzelf vaststellen waaraan ze behoefte hebben. Dit verschilt per wijk en per individu.
Daarom zal ieder woonservicegebied er anders uitzien. De thuiszorg heeft bijvoorbeeld de handen vol aan mensen die vereenzamen. Dat wordt door het woonservicegebied in Steenwijk-Noord hopelijk een stuk minder. Ik zie het al voor me: kinderen die met Sint Maarten met hun lampion op de koffie gaan bij senioren in het woonzorgcentrum.” Speelt dit alleen in Steenwijk-Noord? “Op meerdere plekken in het land wordt geëxperimenteerd met woonservicegebieden, ook in de provincie Overijssel zijn goede voorbeelden te vinden. Centrale vraag daarbij is: hoe kunnen we zorg en welzijn dichtbij de mensen opnieuw vormgeven? Die vraag staat ook centraal bij mijn huidige werkgever Stimuland, een onafhankelijke stichting op het gebied van plattelandsontwikkeling in OostNederland. Een vraag die me blijft boeien.”
Stel je voor dat zorgaanbieders kunnen laten zien in welke mate hun cliënten zelfredzamer en eigen krachtiger zijn geworden en in welke mate zij het gevoel hebben weer mee te doen. Stel dat er een benchmark is waar zorgaanbieders op deze waarden gesorteerd
Eindelijk een audit die tot serieuze verbetering voor het leven van cliënten kan leiden . . . staan. Dan kunnen gemeenten zowel inkopen op prijs, als op de inhoudelijke kernwaarden van de Wmo! Met die visie hebben de gemeenten Almelo, Borne, Haaksbergen, Hengelo en Hof van Twente de opdracht aan de Geluksacademie
Zorg leveren op de automatische piloot is verleden tijd
Maatwerk in Oldenzaal Door René Vorderman Henk Kleinmeijer, teamleider maatschappelijke ontwikkeling bij de gemeente Oldenzaal, droomt van noaberschap in een modern jasje. “Stel: mevrouw Jansen valt van de fiets en breekt haar arm of heup. Ik zie het voor me dat er dan een app of buurtwebsite is waarop buren onderling een ondersteuningslijstje afspreken. Het welzijnswerk kan daarin een stimulerende rol vervullen. Zij weten immers precies wie zorg nodig heeft.” Kleinmeijer klinkt bevlogen wanneer hij praat over de ontwikkelingen in de zorg. “We gaan het anders organiseren om de kwaliteit
op peil te houden. De schotten tussen de instellingen moeten weg. Met schotten bedoel ik de verschillende werkprocessen, financiële regelingen en diagnosestellingen die worden gehanteerd. Er is in het verleden enorme wildgroei geweest. Nu is het tijd voor meer eenheid.” De gemeente Oldenzaal zet in op maatwerk. “We gaan met iedere burger die zorg aanvraagt om de tafel om zijn behoeften en belemmeringen in kaart te brengen. Hoe ziet uw situatie eruit? Wat is uw probleem en wat kunt u daar zelf aan doen? Begrijp me niet verkeerd: ik bedoel niet ‘zoek het maar uit’. Integendeel: wij willen mensen stimuleren zelf na te denken wat ze aan hun situatie kunnen doen. En daar hélpen wij bij.”
“Het is nog niet zo lang geleden dat ouderen met een huisartsenverklaring bijna als vanzelfsprekend een scootmobiel kregen. Enorm kostbaar. Nu willen we met zo iemand in een persoonlijk gesprek bepalen wat hij écht nodig heeft. Misschien is dat wel helemaal geen scootmobiel. Of kan hij een exemplaar lenen van het verzorgingshuis. Wij denken te allen tijde met de mensen mee.” De moraal van Kleinmeijers verhaal: zorg leveren op de automatische piloot moet eruit. Het moet bewuster. “Dat is vanwege de bezuinigingen bittere noodzaak. En vaak blijkt het goedkoper te kunnen. Het kan, de eerste stappen worden al gezet.”
“Het doel?”, herhaalt Holman. “Het doel is een nieuwe vorm van zorg aanbieden waarbij de persoonlijke belangen van de burger meer centraal staan en we de burger in samenwerking met zijn omgeving beter kunnen helpen.” Opnieuw valt het woord ‘samenwerking’. De overgang van begeleiding van AWBZ naar Wmo is er eentje waarbij de verschillende spelers als een team moeten opereren. “Het is onze taak gemeenten, zorgaanbieders en cliëntenorganisaties met elkaar in contact te brengen. Het is een nieuwe manier van werken. Geen uurtje-factuurtje meer, maar focussen op resultaten en betere participatie. We willen echt sturen op (of streven naar) maatschappelijke veranderingen.” De bijeenkomsten die het Transitiebureau organiseerde om samenwerkingen op gang te brengen, zijn altijd een belangrijk instrument geweest. “We hebben een ondersteunende en informerende taak en proberen door middel van zogeheten ‘handreikingen’ processen te sturen of daarbij te helpen. Zo is er onder meer een tijdpad ontwikkeld voor gemeenten en
Drs. Marijke Burghoorn, zelfstandig organisatie-adviseur/ Lean Six Sigma Black Belt www.geluksacademie.org De geluksacademie is een projectbureau van Arcon
Jongeren willen meepraten over jeugdzorg-beleid
Transitiebureau blijft hameren op ‘coalitiedenken’ Door Jesper Romkes Om de decentralisatie van extramurale begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo goed te laten verlopen, blijft samenwerking het toverwoord, zo stelt Bert Holman. ‘Coalitiedenken’, noemt de voorzitter van het Transitiebureau het. “De dialoog is ontzettend belangrijk.”
verstrekt om een dergelijke audit en benchmark te ontwikkelen. Vervolgens vroeg Aad Francissen van de Geluksacademie mij om te helpen bij het inrichten van de audit, die ze heel toepasselijk Menselijke Maat noemen. Nadat ik mij er meer in verdiept had, werd ik razend enthousiast! Eindelijk een audit die tot serieuze verbetering voor het leven van cliënten kan leiden, dacht ik. Tegelijk blijken mensen die lekkerder in hun vel zitten, minder zorg nodig te hebben. Daarom deel ik met veel enthousiasme mijn kennis en ervaring, die ik in mijn jaren bij TNO Management Consultants als organisatie-adviseur, lead-auditor HKZ en trainer kwaliteitsmanagement heb opgedaan. Op het moment van schrijven is de ontwikkelfase voorbij en kan de Menselijke Maat getoetst worden aan de praktijk. De Universiteit Twente onderzoekt de validiteit en betrouwbaarheid tijdens deze pilotfase en zal ook het wetenschappelijke fundament voor de audit beschrijven.
Door Martijn Reinink ‘Transitie; maar vergeet de jongerenraden niet!’ In maart 2013 organiseerde het JeugdWelzijnsBeraad (JWB) Oost een bijeenkomst waar jongeren discussieerden over dit thema. Bas Rodijk, voorzitter van het jongerenbestuur JWB en voorzitter van de jongerenraad van Trias Jeugdhulp Zwolle, legt uit waarom hij zijn stem wil laten horen. aanbieders en is er een stappenplan opgesteld. Onze belangrijkste taak blijft echter: zorgen dat mensen met elkaar in gesprek gaan. Dit gaat dan ook steeds beter. We hebben gemerkt dat er bij de eerste bijeenkomsten nogal wat aarzeling was. Gemeenten en aanbieders stonden vooral met de ruggen tegen elkaar aan. Nu zien beide dat samenwerking belangrijk is. Als je de zorg echt anders wilt organiseren, heb je professionele kennis nodig.”
Gemeenten en aanbieders stonden vooral met de ruggen tegen elkaar aan. “Hoe goed het ook gaat, het werk is nog niet gedaan”, zo beweert Holman. “We hebben echt grote stappen gemaakt in de afgelopen periode, maar er zijn nog altijd verbeterpunten. Zo moeten gemeenten een nog beter beeld krijgen van de mensen om wie het gaat. Gemeenten moeten weten voor welke mensen ze straks verantwoordelijk zijn. Soms gaat het namelijk om mensen met behoorlijke beperkingen. Zorgaanbieders kunnen op hun beurt nog een verbeterslag maken in hun onderlinge samenwerking. Daar gaan we nu hard mee aan de slag.”
“Gemeenten moeten bij het maken van beleid over jeugdzorg in gesprek gaan met jongeren”, stelt Rodijk. “Ik maak me zorgen over het feit dat ambtenaren vaak niet weten hoe het in de praktijk reilt en zeilt. Ze kijken naar cijfers. Niet naar hoe de situatie in werkelijkheid in elkaar steekt. Daarom móeten ze een beroep doen op jongeren, ervaringsdeskundigen; wij maken het mee.” Wanneer je als gemeente jongeren geen stem geeft, zullen zij bovendien minder geneigd zijn mee te werken, zo kwam in één van de groepsdiscussies naar voren. Maar hoe bereik je als gemeente ‘de ervaringsdeskundige’? Rodijk: “Gemeenten kunnen contact zoeken met jongeren via jeugdzorginstellingen of landelijke organisaties, zoals het
JeugdWelzijnsBeraad. We moeten ernaartoe dat er op deze wijze wordt gecommuniceerd, zodat gemeenten en jongeren elkaar begrijpen.” Jongeren maken zich zorgen over wat de transitie in de jeugdzorg voor hen zal betekenen, dat bleek wel tijdens de
‘Niet over, maar mét mij praten’, themabijeenkomst. Worden de groepen voller en voel ik me dan wel veilig? Waar moet ik heen als ik achttien jaar word? Het zijn vragen waarmee jongeren worstelen. En onderwerpen waarover ze willen meepraten. ‘Niet over, maar mét mij praten’, sprak één van de deelnemers. Een ander opperde: ‘Kijk naar de oorzaak, niet direct naar de oplossing.’ Rodijk: “We willen onze mening ten gehore brengen, zodat deze kan worden meegenomen in het te maken beleid.”
5
4
g n i l e t Kan Krant
De
Aveleijn zoekt het in samenwerking Door René Vorderman Collega’s en samenwerkingspartners informeren en adviseren over de transities in de zorg: het is één van de taken van Valerie Rings, beleidsmedewerker Wmo bij zorginstelling Aveleijn.
h
Als je ergens in gelooft, moet je je eigen plan volgen
E
r waren eens twee mensen, die heel veel hielden van concerten, toneel, cabaret en andere culturele activiteiten in kleine theatertjes. In hun gemeente was hiervoor geen podium. Ze bezochten overal in het land vaak kleine theaters en kwamen met enthousiaste verhalen thuis. Anderen werden eveneens enthousiast voor deze theatervormen. Het gemis aan een theater in de eigen gemeente werd steeds groter. Ze droomden van een klein laagdrempelig theater waar je voor weinig geld een leuke avond hebt. Een theater dat een ontmoetingsplaats is voor mensen uit hun gemeente (en omgeving) en anderen laat kennismaken met allerlei vormen van cultuur. Na een aantal jaren dromen is de knoop doorgehakt en gaat men met een enthousiaste groep mensen voor het ideaal. Een ervaren ondernemer ontwikkelt een ondernemersplan, waarbij andere gemeentelijke culturele instellingen betrokken worden. Het gezamenlijk gebruiken van de ruimte levert inkomsten op voor het theater. De initiatiefnemers stappen met het ondernemersplan naar de gemeente voor subsidie. Dit wordt afgewezen. Wat nu te doen? Het plan wordt omgegooid. Eén van de betrokken partijen wordt hoofdhuurder van het gebouw en de andere organisaties krijgen daarin een plek. Een onderkomen is snel gevonden, maar er moet wel veel aan verbouwd worden. De inzet van meer dan honderd vrijwilligers en subsidie van een cultuurfonds resulteren in een prachtig gebouw met goede voorzieningen. Het theater gaat van start met de eerste voorstellingen die uit eigen zak worden gefinancierd. Het is een groot succes met allemaal uitverkochte voorstellingen. De gemeente hoort hiervan en geeft aan het initiatief nu wél te willen ondersteunen. Sindsdien krijgt het theater subsidie voor een aantal voorstellingen. Enkele enthousiastelingen hebben met hun ideaal veel vrijwilligers besmet. Samen zijn zij de drijvende krachten achter het nieuwe theater.
Adrie van Nieuwenhuijzen
[email protected]
‘Eigen Kracht’ benutten onmisbaar in de jeugdzo rg Door Jesper Romkes De transitie van de jeugdzorg gaat gepaard met inhoudelijke vernieuwingen. De sociale netwerken van jeugdigen en hun ouders of verzorgers gaan een grotere rol spelen bij de oplossing van problemen. Cor Hergaarden, lid Beleidskring van de Eigen Kracht Centrale, juicht dit plan toe. “We moeten de kracht van mensen rondom de cliënt meer benutten.”
“Neem zoiets als de rollator”, vertelt Hergaarden, “niet lang geleden werden die gewoonweg uitgedeeld. Nu vindt niemand het meer vreemd dat men er voor moet betalen. De gemeente moet af van het idee dat iedere burger recht heeft op hetzelfde. Heeft iemand wel of geen geld? Wel of geen netwerk? Dat moet een grotere rol gaan spelen. Mensen hebben lang naar de overheid gekeken als verantwoordelijke voor het oplossen van problemen. Anderzijds heeft de gemeente burgers weinig ruimte geboden om problemen zelf op te lossen. Dat moet gaan veranderen, zo is onze mening.”
“Ook in de jeugdzorg is er lange tijd te weinig gedaan met ideeën van cliënten en is de kring om de cliënt heen amper benut”, zo stelt Hergaarden. “Bij de Eigen Kracht Centrale zijn we al vanaf 2001, dus nog voor de invoering van de Wmo, bezig om die kring wel te benutten. Dit hebben we gedaan met behulp van de Eigen Kracht-conferenties, waarin we eerst de oplossingskracht van de familie gebruiken, in plaats van direct professionals te laten beslissen over het lot van een jeugdige of een gezin. De kring om een cliënt is vaak heel sterk, waardoor je soms een win-win situatie kunt creëren. Het kind hoeft niet uit huis geplaatst te worden en de gemeente hoeft niet te betalen voor een uithuisplaatsing.”
Cor Hergaarden Lid Beleidskring Eigen Kracht Centrale Dagbesteding bij Aveleijn voor mensen met een lichte zorgindicatie
De Eigen Kracht Centrale is dan ook druk bezig het belang van de Eigen Kracht-conferenties bij gemeenten kenbaar te maken. “De provincie Overijssel heeft al geïnvesteerd
Minder Zorg door meer Geluk
Generaties verbinden Hoe ben je tot dit concept gekomen? “Ik ben een ontwikkelaar. Zo heb ik een onderwijsconcept geschreven en dit als initiatiefnemer en waarnemend directeur geïmplementeerd op basisschool ’t Heem in Nijverdal. Nadat ik daar afscheid nam, ben ik opnieuw gaan pionieren. Ik heb me goed voorbereid, in denktanks gezeten, steeds gekeken naar: waar lopen we tegenaan als het gaat om zorg, welzijn en onderwijs? Binnen deze disciplines wordt vaak vanuit het eigen kader gedacht. Terwijl er veel gemeenschappelijke belangen zijn en je elkaar juist kunt aanvullen. Vanuit die gedachte is het project de Jipkeshof ontstaan.” Wat maakt dit initiatief zo uniek? “De Jipkeshof wordt een kleurrijke
Charlotte van Doorn op een mogelijke locatie voor de Jipkeshof
ontmoetingsplek voor iedereen. En duurzaam in meerdere opzichten. Binnen dit concept verenigen we sociale, biologische, technische en financiële duurzaamheid. Deze plek zal generaties verbinden. ‘Van-voor-door’, dat is het principe waarin ik geloof. Er komen moestuintjes, een zorgkwekerij, een creatieve werkplaats, een theehuisje en wellicht een recyclehuis. En er ligt een duurzaam businessmodel aan ten grondslag. Ik durf mijn hand er voor in het vuur te steken dat dit project over 10 jaar nog draait.” Hoe breng je verschillende partijen bij elkaar? “Ik heb een aantal mensen om me heen verzameld die mij aanvullen en belangeloos meewerken aan dit project. Omdat ze, net als ik, ervan overtuigd zijn dat de Jipkeshof een succes zal worden. De gemeente is enthousiast. Er zijn bedrijven en organisaties aangehaakt; onder andere een architect, een hovenier, een bouwbedrijf, zorginstellingen en een welzijnsorganisatie. We doen veel met
Medewerkers zijn bang dat wat zij met een cliënt hebben opgebouwd, wordt afgebroken.
in deze aanpak. Nu hebben we veel contact met gemeenten. We willen laten zien wat onze aanpak betekent voor de gemeentelijke organisatie. We moeten af van het idee: de burger heeft een probleem, de professionals lossen het op. Daar gaan we mét de gemeenten hard aan werken.”
De Jipkeshof
Door Martijn Reinink Een leer- en ontmoetingsplek in een natuurlijke omgeving. Van, voor en door jong en oud. Dat is wat Charlotte van Doorn in Nijverdal wil bewerkstelligen met het burgerinitiatief de Jipkeshof.
“Door bezuinigingen moeten wij nog meer dan voorheen samenwerken met andere instellingen”, vertelt Valerie Rings. “Mooi voorbeeld daarvan is de dagbesteding die we hebben opgezet in de Kruidenwijk in Nijverdal. Dit doet Aveleijn samen met ZorgAccent, Interakt Contour en Stichting de Welle. We bekijken wat nodig is in de wijk en zetten cliënten daarop in. Denk daarbij aan onderhoud van de sporthal en het Kulturhus of het organiseren van een inloopochtend met koffie.” “De transities zorgen voor uitdagende maar onzekere tijden. Kunnen we onze locaties open houden? Blijft iedereen aan het werk? Dat is nu allemaal onduidelijk. Medewerkers zijn bang dat wat zij met een cliënt hebben opgebouwd, wordt afgebroken. Bijvoorbeeld de stappenplannen die ze samen opstellen, waarin de cliënt doelen stelt en bepaalt hoe
die te bereiken. Mocht deze ondersteuning wegvallen, dan komt de ontwikkeling van de cliënt in gevaar. We moeten waken voor achteruitgang”. “Bij Aveleijn spelen we nu al in op de veranderingen die komen gaan. Zoals gezegd in Nijverdal, maar ook in Enschede: daar is onze cliënt Michel van de dagbesteding onlangs op bezoek geweest bij een basisschool. Hij vertelde over zijn handicap. Zijn doel was meer begrip te creëren voor mensen zoals hij. Ook vertelde Michel over de veranderingen in de zorg. Deze vorm van deelname aan de maatschappij is waar het in de nabije toekomst naartoe gaat: de blik gericht naar buiten in plaats van naar binnen.” “Dit geldt met name voor mensen met een lichte zorgindicatie: zij zullen nadrukkelijk in hun eigen netwerk op zoek moeten naar ondersteuning. Aveleijn staat hen met raad en daad terzijde. Kort samengevat komt het erop neer dat de focus komt te liggen op wat mensen wél kunnen. Dat klinkt mooi, maar vergt een omschakeling in denken. Begin 2015 is het al zo ver”, aldus Rings “Wij zien de transities met vertrouwen tegemoet. Door samenwerking en continue ontwikkeling van onze professionals ben ik ervan overtuigd dat wij kwalitatieve zorg kunnen blíjven leveren.”
gesloten beurzen: delen, ruilen en creëren. Ook daarin zijn we creatief.” Wat levert dit project op voor de maatschappij? “De Jipkeshof zal dagopvang bieden. Scholen kunnen hier straks terecht, op project- of workshopbasis. Buurtparticipatie is hierbij een hele wezenlijke factor; betrokkenheid en inzet vanuit eigen kracht. Er zal ruimte zijn voor Wajong-jongeren en mensen met een handicap om hier te werken en wellicht zelfs door te groeien naar een vaste baan. En zo zijn er nog tientallen voorbeelden te noemen. De Jipkeshof zal mensen samenbrengen en verbinden!” Wilt u meer weten, contact opnemen of op de hoogte blijven van de voortgang van dit project? Dat kan via Vrienden van Jipkeshof op Facebook en via Charlotte van Doorn op LinkedIn.
Door Laura Weiss “Gelukkige mensen zitten beter in hun vel en gaan minder vaak naar de dokter.” Iets wat we al lang denken te weten, is door talrijke studies vanuit de ‘Positieve Psychologie’, een vrij nieuwe stroming binnen de psychologie, aangetoond: gelukkige mensen zijn gezonder, herstellen sneller en worden ouder dan mensen die minder goed in hun vel zitten. Zelfs chronisch zieken gebruiken minder zorg als hun welbevinden stijgt. Kan een gemeente iets doen aan het welbevinden van haar inwoners? Ja, dat kan! Volgens de goed onderzochte zelfdeterminatie theorie gaat het welbevinden omhoog als mensen het gevoel hebben de regie over hun eigen leven te hebben, zich met anderen verbonden voelen en het gevoel hebben ergens goed in te zijn. Dus als autonomie, verbondenheid, participatie en competentie worden versterkt, stijgt het welbevinden. Een hoog welbevinden leidt tot gezondheidswinst en tot lagere zorgconsumptie. Dit wordt ondertussen ook herkend door overheden. Zo stuurt men in Nederland aan op eigen kracht en zelfregie van burgers, met name in de gezondheidssector. De Raad voor de Volksgezondheid & Zorg heeft aan VWS geadviseerd de focus te verschuiven van ‘zorg
en ziekte’, naar ‘gedrag en gezondheid’. De autonomie moet bij de burger, de zorgvrager, liggen. Het is tijd deze inzichten in de praktijk te gebruiken, zeker nu de zorgkosten de pan uit rijzen en gemeenten veel besparingen moeten realiseren. De Geluksroute is een voorbeeld van een interventie waar niet aan de problemen, maar aan het welbevinden gewerkt wordt. In een studie bleek dat deelnemers tot wel twee jaar na de interventie aangaven 23% minder gebruik te maken van zorgvoorzieningen. Deze inzichten uit wetenschap en praktijk nodigen uit om de Kanteling te verrijken met de geluksgerichte aanpak. Gelukkige, participerende en autonome inwoners als resultaat van de Wmo - te mooi om waar te zijn? Theorie en praktijk van het geluksgericht werken laten zien dat het mogelijk is.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Laura Weiss, Universiteit Twente,
[email protected]
. . . focus verschuiven van ‘zorg en ziekte’, naar ‘gedrag en gezondheid ’.
7
6
g n i l e t Kan Krant
De
“Je kunt de kantelingsgedachte veel breder trekken”
Door Jesper Romke ‘De Kanteling’ is een begrip binnen Nederlandse gemeenten. Een werkwijze, gericht op de nieuwe voorzieningen in de Wmo, vraagt van gemeenten immers de nodige aanpassingen. Maar hoe staat de kanteling ervoor en waar valt nog winst te boeken? Arcon en La Base ontwikkelden hiervoor De Kantelingmeter. De gemeente Almelo liet zich twee jaar geleden al onder de loep nemen.
“Waarom wij gebruikgemaakt hebben van De Kantelingmeter?”, herhaalt Han Reimerink, coördinator Wmo van de gemeente Almelo, de
Han Reimerink, Gemeente Almelo over de Kantelmeter:
“We zijn veel meer oplossingsgericht gaan denken” vraag. “Omdat de vis pas het water kan zien waarin hij zwemt, als je hem er even uit tilt.” Reimerink benadrukt het belang van het even stilstaan bij de ontwikkelingen. “We nemen in de dagelijkse waan niet altijd de
Wilt u meer informatie over de Kantelingsmeter neem dan contact op met Aad Francissen,
[email protected] of 06 14 757 634
tijd om zaken rustig te analyseren. Toen De Kantelingmeter op ons pad kwam, wilden we vooral graag weten waar we stonden in het kantelingsproces, zodat we konden bijsturen waar dat nodig was.” La Base en Arcon gingen vervolgens aan de slag. “Aan de hand van onder andere een vragenlijst heb ik, in samenwerking met onder meer de wethouder en medewerkers van het Wmo-loket, maar ook met beleidsmakers buiten de gemeentelijke organisatie, meegewerkt aan het onderzoek. Hieruit bleek dat we op het onderdeel ‘visie en beleid’ goed scoorden. In de uitvoering viel nog winst te behalen. Al met al waren we niet ontevreden met de uitkomsten van het onderzoek.” Uit de uitkomsten van De Kantelingmeter vloeiden dan ook snel actiepunten voort. “We hebben ondanks de onrust rond het lente- en regeerakkoord destijds diverse projecten opgezet. Onder andere gericht op meer zelfredzaamheid in de zorg, maar ook op het stimuleren van vrijwilligers en het activeren van mensen die ver van de arbeidsmarkt staan. Wat dat betreft werkt de kantelingsgedachte niet alleen binnen de Wmo, maar kun je deze breder trekken. We zijn veel meer oplossingsgericht gaan denken. Dat is onze grootste winst geweest.”
Arcon Masterclass
‘De professional, alleen als en zolang het nodig is’ Door Martijn Reinink In de Arcon Masterclass belicht een expert een aspect van de samenwerking tussen vrijwilligers en professionals. Op 18 april was het woord aan John Beckers, directeur van netwerkorganisatie WIJ in Breda. Aansluitend deelde hij in het radioprogramma Uit de Weg nogmaals op inspirerende wijze zijn visie.
“Welzijn en zorg is een beleving, iets wat van mensen zelf is”, stelt Beckers. “Je wordt het gelukkigst door dingen te doen die ertoe doen, die voor jezelf van waarde zijn. Volgens mij is de belangrijkste voorwaarde voor een gelukkig leven: nodig zijn voor een ander.”
Er blijven situaties waarvoor een bepaalde expertise is vereist, die niet elke burger heeft. Daar komt de professional in beeld. Maar alleen als en zolang het nodig is. Door hulp en inzet van burgers kunnen professionals zich veel beter concentreren op dat waar ze zelf goed in zijn, de moeilijke gevallen. Zo wordt hun vakmanschap veel beter benut.” Gaan doen zoals je wilt zijn “Tegenwoordig bankieren we online, een reis boeken we via internet. Banken en reisbureaus hebben de afgelopen jaren in hun interne organisatie van alles veranderd om ervoor te zorgen dat klanten op elk moment hun eigen zaken kunnen regelen. Als we dat in de zorg en het welzijn voor elkaar krijgen, zijn we een heel stuk verder”, aldus Beckers. “Hoe kom je tot een dergelijke verandering? Je ziet vaak dat organisaties van A naar B willen en dan handelen volgens de regels en
De gemeente als verbindende schakel tusse n alle partijen Door Martijn Reinink De gemeente Hengelo wil ervoor zorgen dat ouderen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen, ondanks ouderdom of ziekte. Wethouder Janneke Oude Alink legt uit hoe de wijkgerichte aanpak ‘Gezond ouder worden in Groot Driene’ hieraan bijdraagt.
In samenwerking met stichting ROSET maakte gemeente Hengelo een scan van de wijk Groot Driene, waarbij bevolkingssamenstelling, woonsituatie, zorgvraag en -aanbod in kaart werden gebracht. “De wijkanalyse gaf ons een beeld van de meest voorkomende (chronische) aandoeningen en het toenemend aantal kwetsbare ouderen, maar toonde eveneens aan dat Groot Driene als woonservicegebied al veel voorzieningen kent.” Eind 2012 vond naar aanleiding van deze analyse een eerste bijeenkomst plaats in Groot Driene. “Tijdens deze sessie wisselden alle partijen die werken met ouderen in deze wijk met elkaar van gedachten over afstemming en samenwerkingsmogelijkheden op de gebieden van zorg, welzijn en wonen. In vervolgsessies bespreken we met partners hoe adequaat te reageren op actuele thema’s als dementie, mantelzorg, valrisico en valpreventie.” De gemeente vindt het belangrijk in gesprek te gaan en te blijven met een uitgebreide vertegenwoordiging van het speelveld. “We werken bottom-up samen met partners en hebben intensief contact met de Wmo-cliëntenraad. Maar we spreken ook met mensen die zorg ontvangen en met
TeamSupport Berkum voor sport & bewegen in de wijk Door Martijn Reinink Met haar stichting TeamSupport Berkum geeft voetbalvereniging Berkum uit Zwolle sinds 2004 concreet invulling aan haar maatschappelijke functie. Bestuurslid Aart Schippers vertelt over één van de initiatieven: VoetbalSpeciaal! voor autistische kinderen.
mantelzorgers. Tijdens rondetafelgesprekken geven zij aan hoe ze de zorg waarderen en waar ze tegenaan lopen.”
Door Frans van Ginkel De wereld verandert in hoog tempo. Er is minder geld en daardoor zijn steeds minder beroepskrachten actief in welzijn. Een onderzoek van de FNV toont aan dat duizenden welzijnsbanen zijn verdwenen. De verwachting is dat het verdwijnen nog een tijdje doorgaat. De vervangingsvraag (hoeveel nieuwe krachten – afgestudeerden – heeft de sector de komende jaren nodig) is volgens de FNV gewoon nul. De welzijnssector heeft betere tijden gekend. Bij de invoering van de Wmo werden de welzijnsorganisaties al gewaarschuwd voor de huidige zware tijden. Toen werd gesteld dat 85% van de welzijnsorganisaties de Wmo niet zou overleven. Hij heeft geen gelijk gekregen, althans nog niet… Duidelijk is dat wie nu nog vanuit de oude welzijnsfilosofie werkt, het niet gaat redden. De organisaties die de laatste jaren hebben gewerkt aan verbetering van kwaliteit, professionaliteit én aan relatie met hun opdrachtgever staan er sterker voor.
Vrijwilligers Wethouder Oude Alink prijst zich gelukkig met de vele vrijwilligers die Hengelo telt. De stad kan niet zonder. “Bijna alle ontmoetingsactiviteiten worden uitgevoerd door vrijwilligers. We hebben veel vrijwilligers die mantelzorgers ontlasten. Een grote groep die administratieve ondersteuning biedt, onder begeleiding van professionals. Dat zal in toenemende mate de rol van de professional worden: de vrijwilliger bijstaan, als een klankbord fungeren.” De gemeente houdt bij trajecten zoals in Groot Driene liefst zelf de regie in handen. “Ik merk dat dit wordt gewaardeerd en van ons wordt verwacht. Als gemeente moeten we de verbindende schakel zijn tussen alle zorgpartijen, ons echt verdiepen in de eerstelijnszorg, om zo tot een wijkgerichte aanpak te komen waarin professionals en vrijwilligers elkaar aanvullen.”
Toch is de slag nog lang niet geleverd. Organisaties kunnen zich niet permitteren achterover te leunen. Welzijn Nieuwe Stijl en de daarbij horende acht bakens, geven goed richting aan veranderingsprocessen. Zoek ze op het internet, print ze uit en hang ze boven ieder bureau. En ga er mee aan de slag! Kortom, je weet wanneer je op je handen moet zitten en wanneer de handen uit de mouwen moeten.
Wethouder gemeente Hengelo Janneke Oude Alink
Meer informatie over de acht bakens kunt u opvragen bij
“Ze lopen in hetzelfde voetbalkloffie. Worden net als reguliere voetballers lid van de club. Zodat ze net als hun vriendjes kunnen zeggen: ik voetbal bij VV Berkum”, vertelt Aart Schippers enthousiast. “Voor autistische kinderen is het belangrijk dat ze gelijkgesteld worden met andere kinderen. Al hebben ze speciale aandacht nodig. Deze kinderen hebben vaak moeite met verandering. Dat betekent: altijd dezelfde kleedkamer. Dezelfde structuur: warming-up, technische oefening, een onderling partijtje. Maar ook: geen ander team op het veld ernaast.” Daarnaast kun je niet zo maar iemand voor de groep zetten. Schippers:“Op tien tot twaalf
kinderen hebben we twee begeleiders. Eén van hen is een professional, werkzaam bij de Ambelt. Zij heeft kennis van en ervaring met deze doelgroep. De ander is meestal een stagiair.” TeamSupport zet zich in op het terrein van sport & bewegen voor alle doelgroepen in de wijk Berkum en directe omgeving. Zo ontwikkelde de stichting sportmodules voor de Buiten Schoolse Opvang van Allio, die gebruikmaakt van de accommodatie en de velden van VV Berkum. Maar TeamSupport probeert evengoed ouderen uit de wijk te stimuleren meer te bewegen. “We spelen in op de vraag”, merkt Schippers
Frans van Ginkel,
[email protected] of 06 54 901 900
op. “Dat geldt ook voor VoetbalSpeciaal!, waarmee we in oktober 2010 zijn gestart, omdat er nauwelijks sportaanbod was voor autistische kinderen.” Tweeënhalf jaar later trainen elke woensdag
De
bakens
Gericht op de vraag achter de vraa g Het was altijd aanbod en het moe t vraa
g worden
Gebaseerd op de eigen kracht van de burger Eerst helderheid over de vraag van de burger, dan invullen wie (burger, sociale omg eving) wat doet. Welzijnswerk heeft de organisatiek racht. Direct er op af Het gebeurt in de buurt, de wijk, het dorp. Daar moet het welzijnswerk zichtbaar aanwezig zijn. Formeel en informeel in optimal e verhouding Professionals zijn vooral ondersteun ers, helpers. De insteek is het aanboren van de kracht van de burger. Doordachte balans van collectief en individueel De oplossingen waren lang individu eel maar worden nu vooral collectief. Het welz ijnswerk kan hierbij excelleren, want daar ging het altijd al over het aanboren van het collectief. Integraal werken De vraag centraal stellen, vraagt om een integrale en samenhangende aanpak van prof essionals. Niet vrijblijvend maar vraaggerich t Er worden concrete afspraken gem aakt over de vraag op welke ondersteuning van professionals en vrijwilligers men kan rekenen, wat de eigen inzet is (en van de omgeving) en naar welk e resultaten wordt gewerkt . Gebaseerd op ruimte voor de prof essional Van professionals Welzijn Nieuwe Stijl wordt verwacht dat ze ondernemend zijn , outreachend werken, in ketens samenwerken en hier soms de regie in nemen. Samenwerking tuss en informele zorg en professionele dienstverlen ing vraagt om ‘fine-tuning’ wie wat precies doet.
mogelijk gemaakt door Louisa Stichting. TeamSupport Berkum laat zien hoe verschillende partijen elkaar kunnen aanvullen. Schippers: “We hebben parttime een beweegmanager in dienst, Martijn
“Ze lopen in hetzelfde voetbalkloffie, worden lid van de club. Zodat ze net als hun vriendjes kunnen zeggen: ik voetbal bij VV Berkum”
. . . zorgen dat klanten op elk moment hun eigen zaken kunnen regelen Burgers waar het kan, professionals waar het moet “We moeten ernaar streven zoveel mogelijk burgers in te zetten die willen bijdragen aan het geluk van elkaar. Dat kan niet altijd.
De Stichting Welzijn
twee VoetbalSpeciaal!-groepen (8 t/m 12 jaar en vanaf 13 jaar) achter elkaar. Het succesvolle initiatief mondde zelfs uit in een landelijke studiedag Sport en Autisme, georganiseerd door TeamSupport Berkum, met partners KIDS Zwolle, Landstede Topsportcentrum en CALO Windesheim. Deze dag werd financieel
principes van A. Maar één van de belangrijkste wetten uit de veranderkunde leert ons dat je vanuit B moet denken. Je moet gaan doen zoals je wilt zijn.” Training voetbalvereniging Berkum uit Zwolle
Grolleman. Daarnaast lopen hier gemiddeld zo’n tien stagiairs rond van Landstede en CALO Windesheim, waarmee we nauw samenwerken. In combinatie met de inzet van vrijwilligers bereiken we mooie dingen.”
8
g n i l e t Kan Krant
De
“Blijf luisteren naar de cliënt” Door René Vorderman Gerry Vrielink van Zorgbelang Overijssel adviseert samen met Wil Asma namens het landelijke programma ‘Aandacht voor iedereen’ – gefinancierd door het ministerie van VWS – Wmo-raden van Overijsselse gemeenten. “Ik vertel welke veranderingen er aan komen en hoe en wanneer ze invloed kunnen uitoefenen op de beleidsontwikkeling.” Door de overheveling van landelijk beleid naar gemeenten komt er ontzettend veel op Wmo-raden af. Veel nieuwe taken en een grote hoeveelheid nieuwe doelgroepen. Vrielink: “Wmo-raden moeten alle doelgroepen en hun wensen en behoeften goed kennen. Ik adviseer ze intensief in gesprek te gaan met hun achterban en met cliëntenraden van instellingen. Daardoor komen ze beter beslagen ten ijs wanneer ze de gemeente adviseren over beleid.” Neem visueel gehandicapten. Nu grotendeels gefinancierd vanuit de AWBZ, vanaf 2015 vanuit de Wmo. “Vertrouwen speelt een belangrijke rol in het leven van blinden en slechtzienden”, vertelt Vrielink. “Door een zeer geordend leven zijn wisselende hulpen niet handig. Dan moet elke keer alles opnieuw worden uitgelegd. Zorgverleners moeten dat weten. Het lijkt iets heel kleins, maar dit is één van de groepen waarmee gemeenten te maken krijgen.” Wmo-raden moeten volgens Vrielink op een andere manier denken. Cliënten krijgen nu een indicatie op basis van wat ze niet kunnen, terwijl het bij de Wmo gaat om wat ze wél kunnen en willen bereiken. Daar moeten de adviezen aan het gemeentebestuur op worden aangepast. “Het moet gericht zijn op het bieden van ondersteuning zodat burgers die zorg ontvangen zo veel mogelijk kunnen meedoen aan de samenleving.” “Sommige Wmo-raden”, vervolgt Vrielink, “overwegen al samen te werken met andere adviesorganen, zoals de WSW- of de WWBraad. Dit om meer integrale adviezen te geven. Wellicht kunnen zij in de toekomst een participatieraad vormen.” Vrielink vindt het erg belangrijk dat de wensen van de cliënt gehoord blijven worden. “Zelfstandigheid is mooi, maar we moeten niet uit het oog verliezen dat we te maken hebben met een kwetsbare groep. Vandaar ook mijn advies aan Wmo-raden goed te luisteren naar cliënten.”
Gerry Vrielink (foto) en Wil Asma zijn te bereiken via
[email protected]. Voor meer informatie: www.zorgbelang-overijssel.nl.
D
Doorlooptijd zo kort mogelijk houden
“Lean werken is een filosofie” Door Jesper Romkes
De aankomende transitie in het gemeentelijk sociaal domein roept bij veel gemeenten de nodige vragen op. Wat gaat er nu precies veranderen op de werkvloer? En hoe gaan we dat regelen? Erik Faber, Programmamanager Taskforce werkprocessen bij de gemeente Enschede, ziet de kracht van ‘Lean’ werken. Want: “Waarom moeten zaken die maar een week werktijd vragen soms drie maanden duren?” Steeds meer organisaties werken ‘Lean’. Een methode die voornamelijk dient om de doorlooptijd van aanvraag tot levering zo kort mogelijk te houden. Ook verschillende gemeenten werken inmiddels met deze methode. Faber vertelt: “Door op verkorting van de doorlooptijd te sturen, blijkt dat de manier van werken vaak simpeler en efficiënter kan. Dit betekent wel dat medewerkers een omslag moeten maken in hun manier van denken en zichzelf gedurende ieder proces moeten afvragen: ‘Wat doe ik ten opzichte van de klant?’ Of:
‘Waarom ligt het proces nu stil en wat gaan we doen om dit te verbeteren?’ Het gaat erom dat we alle overbodige werkzaamheden uit de processen filteren. Hierdoor kunnen we meer voor de klant betekenen en sneller handelen. Dat is eigenlijk het idee achter ‘Lean’ werken. Deze visie proberen we onder meer door het geven van workshops op de ambtenaren over te dragen.” Als voorbeeld noemt Faber een bekend probleem:“Het gebeurt vaak dat processen
Erik Faber, programmamanager
stil komen te liggen om de simpele reden dat een medewerker er niet is of omdat niet alle informatie klaar ligt. Door een nieuwe visie op ons werk willen we dit in de toekomst zo veel mogelijk voorkomen. Ambtenaren moeten zorgen dat ze vervangbaar zijn. Een goede dossiervorming is daarin ontzettend belangrijk.Voor het werk van de ambtenaar is ‘’Lean’ in alle opzichten een goede ontwikkeling”, aldus Faber. “Het gevoel van meer verantwoordelijkheid en sneller en efficiënter kunnen werken, spreekt medewerkers erg aan. Ook in andere gemeenten wordt enthousiast met deze methode gewerkt. En dat is erg belangrijk. ‘Lean’ werken is namelijk geen trucje, het is een filosofie.”
Stichting Sociaal Cultureel Werk
Welzijn Nieuwe Stijl: samen optrekken Door Martijn Reinink Welzijnsinstellingen staan al enige tijd voor de uitdaging om een omslag te maken naar Welzijn Nieuwe Stijl. Zo ook stichting Sociaal Cultureel Werk, actief in de gemeente Holten-Rijssen. Manager Inge Hiddink vertelt hoe zij binnen de organisatie omgaat met deze verandering. “Met een gevarieerd programma dat wij zelf samenstelden, leverden we in de afgelopen decennia een bijdrage aan het welzijn van burgers,vertelt Inge Hiddink. “In het kader van Welzijn Nieuwe Stijl maken we nu een ommezwaai naar meer vraaggestuurd werken. Dat betekent niet ‘u vraagt, wij draaien’, maar breder kijken naar wat, met
moeten we samen optrekken, niet alleen als gemeente en welzijnsinstelling, maar eveneens met diverse maatschappelijke organisaties. Vandaar ook dat we de kerngroep Burgerkracht hebben gevormd, waarbinnen we met o.a. woningcorporaties, zorginstellingen en de sportraad zoeken naar een antwoord op die vraag.”
belangrijke activiteiten overeind houden, zonder veel tijd in de organisatie en uitvoering hoeven te steken name kwetsbare burgers, echt nodig hebben. Momenteel zijn we ons - mede ook door bezuinigingen – aan het herbezinnen over onze plek in de samenleving.” Hoe pakken jullie dit aan? Hiddink: “We hebben het traject Summerschool van Arcon doorlopen om een strategie, missie en visie te formuleren die passen bij de huidige ontwikkelingen in het sociale domein. Iedereen worstelt met de vraag: hoe geven we handen en voeten aan Welzijn Nieuwe Stijl? In onze optiek
Wat heeft deze samenwerking al opgeleverd? “Door andere samenwerkingsverbanden te zoeken, proberen we belangrijke activiteiten overeind te houden, zonder dat we als welzijnsinstelling veel tijd in de organisatie en uitvoering hoeven te steken” vertelt Hiddink. “Zo werken we nu bijvoorbeeld samen met sportverenigingen om senioren de mogelijkheid te bieden bij een club in de buurt te bewegen.”
Kanteling
De
Krant
Hoe gaan de medewerkers om met de omslag die jullie maken? “Vooral voor mensen die al jaren voor SoCuWe werken is het best lastig. Sommigen hebben twijfels. Kan ik dit wel? Of: is dit nu nog wel de baan waarvoor ik heb gekozen? Maar steeds meer medewerkers beginnen kansen te zien.” Hoe verloopt de wisselwerking met de gemeente? “Ook in Rijssen en Holten zie je dat iedereen nog aan het zoeken is naar een goede vorm, inclusief de gemeente. Vooralsnog lijkt het erop dat zij de regie in handen neemt, de vraag in beeld brengt en zorgt voor de toeleiding naar maatschappelijke partners. Op zich een prima manier, zolang dit goed op elkaar aansluit en iedereen weet waar ‘de knip’ zit”, aldus Hiddink. Inge Hiddink Stichting Sociaal Cultureel Werk Holten Rijssen
Colofon Initiatief: Arcon Redactie: Arcon en Axis Mediaontwerpers Vormgeving: Axis Mediaontwerpers Druk: Drukkerij Roelofs Enschede Fotografie: Cees Elzenga en Arcon Oplage: 3000
Meer kranten bestellen kan via
[email protected]