KADERNOTA JEUGD 2012-2015 SITTARD-GELEEN
“Positief jeugdbeleid = kansen grijpen en talentontwikkeling stimuleren”
1
Voorwoord Voor u ligt de nieuwe kadernota Jeugd 2012-2015. Vier jaar na het vaststellen van de kadernota “Jong zijn in 046” is het tijd voor een update van ons jeugdbeleid. Met gepaste trots constateren wij dat het gevoerde beleid de afgelopen jaren zijn vruchten heeft afgeworpen. Zo hebben we een sterk Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) opgebouwd met vestigingen in Born, Geleen en Sittard en hebben alle scholen voor primair onderwijs een zorgstructuur ontwikkeld die gelinkt is met het CJG. We hebben een dekkend aanbod van jongerenvoorzieningen gerealiseerd in vrijwel alle stadsdelen en ook voor jonge kinderen is het bestaande aanbod van speelvoorzieningen op niveau gebracht. Ook de resultaten ten aanzien van de jongeren die problemen ervaren mogen er zijn: Het aantal schoolverlaters in onze stad is jaarlijks met 10% gedaald, de verwijsindex voor risicojongeren is geïmplementeerd en het aantal meldingen over overlast door jongeren is in 2010 met meer dan 25% gedaald ten opzichte van 2006. Tenslotte hebben we via het Onderwijs Achterstanden Beleid veel bereikt met het wegwerken van leer- en ontwikkelingsproblemen van onze jeugd. Deze resultaten hebben we alleen maar kunnen bereiken dankzij een hoge betrokkenheid van de verschillende doelgroepen en professionals. We zijn op de goede weg, maar willen blijven investeren in onze jongeren, omdat zij de toekomstige dragers van de stad zijn. Vandaar dit nieuwe beleidskader jeugd, waarin we voortborduren op de sterke punten van ons huidige beleid en inspelen op nieuwe ontwikkelingen. Daarbij kiezen we voor een positieve aanpak. Daarom heeft onze nota de titel “Positief Jeugdbeleid = kansen grijpen en talentontwikkeling stimuleren” gekregen. De komende vier jaar willen we maximaal inzetten op onze jeugd en hen waar nodig een steuntje in de rug bieden bij hun ontwikkeling. Dit doen we binnen de drie domeinen Educatie, Opvoeden en opgroeien en Vrije tijd. Ondersteunen kan al op jonge leeftijd als ouders met kleine kinderen het Centrum voor Jeugd en Gezin bezoeken of in de voorschoolse periode extra aandacht krijgen. Ook op school is het belangrijk om waar nodig ondersteuning op maat te bieden. In hun vrije tijd hebben jongeren behoefte aan een veilige omgeving met voldoende en geschikte ontmoetingsplekken of activiteiten. Onze gemeente vervult hierin een regisserende rol. Deze rol blijven wij samen met onze jeugd en kindpartners invullen waarbij de participatie bij beleid en uitvoering wezenlijk is. Vanuit een positieve insteek willen we het opvoedklimaat voor kinderen en jongeren versterken en voorkomen dat ze onnodig in een zorgcircuit terecht komen. Wanneer het zorgcircuit toch noodzakelijk is, wordt ons aanbod de komende jaren zodanig ingericht, dat op eigentijdse wijze de benodigde ondersteuning wordt geboden. Zodra de decentralisatie van de jeugdzorg naar onze gemeente een feit is, bouwen wij onze infrastructuur evenwichtig op dichtbij de jongere in het gezin, op school en op straat. Dit doen we zodanig dat iedere jongere in staat zal zijn, zijn of haar talenten maximaal te ontwikkelen waardoor zij betere kansen krijgen om zelfstandig te kunnen functioneren. Dit is belangrijk omdat in de toekomst een groot beroep op jongeren gedaan zal worden, aangezien er door de aanhoudende krimp een krappe arbeidsmarkt gaat ontstaan. Tenslotte zullen we inspanningen intensiveren om jongeren te binden aan en te behouden voor onze stad. De voorzieningen wonen en vrije tijd moeten daarom afgestemd worden op hun behoeften zodat zij de toekomst van deze gemeente kunnen gaan dragen. Wij vragen uw raad in te stemmen met de in deze nota geschetste kaders gemeentelijk jeugdbeleid voor de periode 2012-2015 die wij na een interactief traject met alle doelgroepen hebben opgesteld. Op basis van deze kaders gaan wij vervolgens samen met al onze partners en doelgroepen uitvoering geven aan dat gemeentelijk jeugdbeleid.
Burgemeester en Wethouders
2
Inhoudsopgave
1
Inleiding..................................................................................................................................... 4
2
Ontwikkelingen, visie en missie ................................................................................................ 6 2.1 Krimp en ontgroening ........................................................................................................ 6 2.2 Positief jeugdbeleid ........................................................................................................... 7 2.3 Transitie jeugdzorg............................................................................................................ 7 2.4 Onze visie.......................................................................................................................... 8 2.5 Onze missie....................................................................................................................... 9
3
Jeugdspiegel van de gemeente Sittard-Geleen ...................................................................... 10 3.1 Algemeen ........................................................................................................................ 10 3.2 Educatie .......................................................................................................................... 11 3.3 Opvoeden en opgroeien.................................................................................................. 11 3.4 Vrije tijd............................................................................................................................ 12
4
Kaders en doelstellingen 2012-2015....................................................................................... 14 4.1 Domein Educatie: een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn bevorderen..................... 14 4.2 Domein Opvoeden en opgroeien: alle kinderen en jongeren krijgen een goede opvoeding en groeien evenwichtig, gezond en veilig op................................................................... 16 4.3 Domein Vrije tijd: optimale ontmoeting- en ontwikkelingsmogelijkheden in de gemeente Sittard-Geleen ................................................................................................................. 17
5
Samenvatting beleidsdoelen van de kadernota jeugd 2012-2015 Sittard-Geleen .................. 19
Bijlage 1: Behaalde resultaten per domein in 2008-2011 ............................................................... 20 Bijlage 2: Uitgangspunten effectieve zorg voor de jeugd ................................................................ 24 Bijlage 3: Richtinggevende uitspraken m.b.t. het Integraal Kindcentrum........................................ 26
3
1
Inleiding
Met het overgrote deel van de jeugd in Nederland gaat het goed. Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt uit onderzoeken dat de Nederlandse jeugd tot de gelukkigste van de wereld behoort. Onze jeugd is tevreden met de thuissituatie en op school. Nederlandse jongeren eten steeds minder ongezond en drinken steeds minder alcohol. Er is geen sprake van een toenemende jeugdcriminaliteit. Bovendien zijn er in vergelijking met andere landen weinig jongeren met psychische- en/of gedragsproblemen. Helaas geeft de praktijk een ander beeld. Het aantal jongeren dat de laatste vier jaar is doorverwezen naar de jeugd-GGZ is landelijk met 60% gestegen. De vraag naar intensievere vormen van jeugdzorg nam eveneens jaarlijks met 10% toe. In het onderwijs is een sterke toename te zien van leerlingen die speciale zorg nodig hebben en/of doorverwezen worden naar het speciaal onderwijs. Tenslotte is het aantal jongeren dat een Wajong uitkering krijgt toegenomen. In het landelijke jeugdbeleid waaronder met name de jeugdzorg valt, lag de nadruk de afgelopen jaren vooral op het aanpakken van de problemen. Er was te weinig aandacht voor het stimuleren en ondersteunen van de normale ontwikkeling van alle jeugd. Volgens hoogleraar opvoedkunde Jo Hermans – adviseur van de G 32 bij de transitie van de jeugdzorg - is er sprake van problematisering van de jeugd in combinatie met het exportmodel. In toenemende mate worden ouders en kinderen gezien als probleemgevallen en worden vervolgens de problemen geëxporteerd naar specifieke instituties. Volgens hem werkt deze benadering niet omdat kansen om evenwichtig op te groeien naar zelfstandigheid vooral dienen te worden gecreëerd in de eigen leefsituatie van het kind namelijk het gezin, de school en de buurt/straat. Ook hoogleraar pedagogiek Mischa de Winter geeft aan dat er te weinig aandacht is voor het stimuleren en ondersteunen van de normale ontwikkeling van kinderen en jongeren. Het is belangrijk om de talenten van de jeugd te ontdekken en te helpen ontplooien. Dat is niet alleen belangrijk voor de kinderen en jongeren zelf, maar ook voor onze samenleving. Om ervoor te zorgen dat kinderen en jongeren zich zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen, moet de pedagogische kwaliteit van de omgeving worden verbeterd. Niet alleen ouders spelen daarbij een belangrijke rol, maar ook medeopvoeders in allerlei jeugdvoorzieningen zoals school, kinderopvang, buitenschoolse opvang, jongerenwerk, vrijwillig jeugdwerk en sport- en cultuurverenigingen. Uit empirisch onderzoek blijkt dat kinderen het beste gedijen in sociale netwerken die breder zijn dan alleen de ouders en de familie. Investeren in een goede opvoeding, optimale schoolloopbaan en brede ontwikkeling van kinderen en jongeren is het fundament voor welzijn, economische zelfstandigheid en actief burgerschap. Deze analyse wordt breed gedragen door de wetenschap en is de belangrijkste reden om het beleid inzake jeugdzorg op een andere manier te benaderen. De belangrijke uitgangspunten hierbij zijn: Het versterken van de pedagogische infrastructuur rond drie opvoedmilieus (gezin, school en straat). Het zoeken van oplossingen voor problemen in de eigen leefomgeving (ook voor de ernstige problemen). Ook voor de vitaliteit van onze stad is investeren in jeugd van belang. Wij hechten eraan jongeren te binden aan Sittard-Geleen. Recent is een studentenmonitor gehouden onder studenten in Sittard-Geleen. De eerste resultaten zijn opgenomen in hoofdstuk 3 van deze nota. De resultaten worden verder geanalyseerd en we bekijken op welke manier we de binding van jongeren aan onze stad het meest doelmatig kunnen bereiken. De gemeente krijgt de regie over het totale jeugdbeleid. Zowel preventief als curatief/zorg wordt de gemeente stapsgewijs tussen 2014 en 2016 verantwoordelijk voor de integrale beleidsontwikkeling. Het is daarom nu al gewenst meer te gaan investeren in het preventieve jeugdbeleid in het gezin, op school en in de wijk om de kosten van de jeugdzorg op te kunnen vangen maar liever nog te verlagen. Aan het versterken van de preventieve basisfuncties van het Centrum voor Jeugd en Gezin wordt daarom nu al met prioriteit gewerkt. Deze kadernota jeugd voor de periode 2012-2015 vormt de basis voor de programmabegroting 2012-2015, waarin jaarlijks de gewenste resultaten worden opgenomen en waarin de raad zich uitspreekt over de financiën. De programmabegroting 2012-2015 wordt vervolgens jaarlijks uitgewerkt in de productbegroting. Deze vormt de basis voor opdrachten aan uitvoerende instellingen in onze gemeente en regio. In de
4
domeinen Educatie en Opvoeden en opgroeien wordt nauw samengewerkt met het stedelijk netwerk in ZuidLimburg om synergievoordelen te realiseren bij de ontwikkeling en de samenwerking met boven lokale aanbieders. De nota is interactief tot stand gekomen. We hebben overlegd met verschillende doelgroepen waaronder jeugd, professionals, besturen van kindorganisaties en ouders/ verzorgers/ opvoeders. Door het opnemen en de beschrijving van andere relevante beleidsonderdelen is sprake van een integrale beleidsvisie. Andere belangrijke beleidsterreinen die zijn geraadpleegd en meegenomen: werk en inkomen, sport en cultuur, arbeidsmarkt en veiligheid. De kadernota jeugd is als volgt opgebouwd. Eerst gaan we in op een aantal maatschappelijke ontwikkelingen en onze visie op jeugdbeleid. Vervolgens wordt relevante informatie over de jeugd in de gemeente Sittard-Geleen gegeven en de resultaten die we naar aanleiding van de kadernota “Jong zijn in 046” in de periode 2008-2011 hebben behaald. Daarna zijn per domein de beleidsdoelen en resultaten benoemd waaraan de komende jaren invulling wordt gegeven. De nota sluit af met een samenvatting van de gestelde beleidsdoelen voor 2012-2015.
5
2
Ontwikkelingen, visie en missie
Drie maatschappelijke ontwikkelingen en trends zijn van grote invloed op het jeugdbeleid in de gemeente Sittard-Geleen. Dit zijn krimp en ontgroening, positief jeugdbeleid en de transitie van de jeugdzorg.
2.1
Krimp en ontgroening
De afname van onze bevolking door vergrijzing, ontgroening en migratie is onontkoombaar, waardoor onze samenleving anders samengesteld zal zijn. In de toekomst zullen er minder jonge mensen en gezinnen in Sittard-Geleen wonen en juist meer ouderen. Door het creëren van nieuwe werkgelegenheid en door te zorgen voor een passend woon- en leefklimaat voor nieuwe werknemers en hun gezinnen kunnen de effecten van krimp enigszins beperkt worden. Minstens zo belangrijk is het langer binden van onze jeugd aan de stad, met bijzondere aandacht voor studenten. De voorzieningen moeten op de trends en de voorgenomen acties worden afgestemd. We zetten de komende jaren in op enerzijds het binden van de jeugd aan de stad en anderzijds het bundelen van voorzieningen in de dorpen en de wijken. 2.1.1 Binden van de jeugd aan de stad Sittard-Geleen ontgroent. Er worden minder kinderen geboren en jongeren verlaten de stad voor studie en werk. Het is een uitdaging om deze jongeren te binden aan de stad. Jongeren boeien en binden is een gemeentelijke opgave, samen met het maatschappelijk middenveld. Het blijkt dat binding met de regio van zeer grote waarde is in het bepalen van de vestigingsvoorkeur, waarbij het sociale netwerk van de jeugd centraal staat. Nadat men eenmaal besloten heeft in de regio te blijven, vindt de besluitvorming omtrent de exacte vestigingslocatie plaats in drie stappen. De eerste stap is het vinden van een baan. De tweede stap betreft de huisvesting en de derde stap de aanwezigheid van voorzieningen in de stad. Met name voor de deze laatste stap zijn er in gemeente Sittard-Geleen ontwikkelpunten aan te geven: versterking van stedelijke voorzieningen. meer diversiteit in aanbod van uitgaansgelegenheden1. meer sportaanbod gericht op studenten. het cultuuraanbod mag meer gericht worden op jeugd en studenten2. Zoals in de inleiding is aangegeven, wordt dit thema in de loop van 2012 verder uitgewerkt tot een samenhangende aanpak die verwerkt zal worden in de programmabegroting 2013. 2.1.2 Bundelen van voorzieningen in de dorpen en de wijken Wanneer we spreken over het bundelen van voorzieningen bedoelen we dat diverse functies worden gebundeld en samengevoegd in bestaande voorzieningen (indien mogelijk) en waar nodig nieuwe (geclusterde) multifunctionele voorzieningen worden gerealiseerd. Het versterken van de kwaliteit en 3 functionaliteit is daarbij leidend. Hierbij is bijzondere aandacht voor de aanpak in herstructureringsgebieden. Voor onderwijsvoorzieningen betekent dit in de praktijk vaak opschaling als gevolg van de sterke afname van het aantal leerlingen. Omdat tegelijkertijd de arbeidsparticipatie van ouders toeneemt, is een 4 doorontwikkeling van scholen naar Integrale Kindcentra (IKC’s) logisch . Een IKC biedt een meer eigentijds en sluitend dagarrangement voor 0-12-jarigen. Uitgangspunten hierbij zijn dat school- en opvangtijden aansluiten op werktijden en dat optimaal gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden van een volledig weekvenster. De verantwoordelijkheid voor een sluitend dagarrangement ligt bij het onderwijs en de relevante marktpartijen. De gemeente heeft een belangrijke taak als regisseur. In het door uw raad vastgesteld “Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs- en Kindfuncties Sittard-Geleen” is de visie op IKC’s5 uitgewerkt. Deze visie is vervolgens vertaald naar uitgangspunten en kaders voor de huisvesting van kindfuncties. De IKC-ontwikkeling kent drie schillen. De eerste schil bestaat uit de samenwerking tussen het onderwijs en de voorschoolse voorzieningen. Bij de tweede schil worden ook de zorginstellingen betrokken. Tot slot is de derde schil vergelijkbaar met wat op dit moment de Brede Maatschappelijke Voorziening (BMV) genoemd wordt, dus met een aantal ingebouwde sociaal culturele functies. 1
Zie ook integrale horecanota “voor en door een bruisend Sittard-Geleen” Zie ook nota Cultuur in Sittard-Geleen “de kunst van het verleiden” 3 Op basis van de eerder vastgestelde uitgangspunten uit de nota Basiskwaliteit Leefbaarheid. 4 In de vorige kadernota jeugd “Jong zijn in 046” spraken we over Brede Schoolvoorzieningen. Als gevolg van maatschappelijke trends is met de partners afgesproken voortaan te spreken over Integrale Kindcentra. 5 Ook in het Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs- en Kindfuncties wordt nog gesproken over Brede Schoolvoorzieningen. 2
6
Inmiddels zijn er een aantal relevante landelijke ontwikkelingen als gevolg waarvan het bestaande beleid aangescherpt moet worden. Deze zijn:: Het bevorderen van de harmonisatie van voorschoolse voorzieningen (kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) vanuit de Wet Ontwikkelingkansen door Kwaliteit en Educatie (wet OKE); Er komt een landelijke pilot om 2,5-jarigen toe te laten tot het basisonderwijs; Er moet een integrale benadering komen voor kindfuncties (opgezet vanuit het primair onderwijs). Samen met alle kindpartners is het lopend beleid geëvalueerd en zijn de beleidsuitgangspunten voor de realisering van Integrale Kindcentra verder aangescherpt. In bijlage 3 zijn deze gezamenlijke uitgangspunten opgenomen.
2.2
Positief jeugdbeleid
De maatschappij waarin kinderen en jongeren hun weg moeten vinden is de laatste decennia complexer geworden. We leven in een tijd van snelle technologische ontwikkelingen en globalisering. Tegelijkertijd is er sprake van een sterke individualisering: de persoonlijke ontwikkeling van mensen is minder afhankelijk van tradities. Kinderen lopen steeds minder op ‘gebaande paden’. Daarnaast zien we enerzijds een verlenging van de jeugdfase, en anderzijds een snellere verzelfstandiging. Jongeren gaan langer naar school en stellen het zoeken naar een baan en het vormen van een gezin uit. Dit maakt de periode van ‘jong zijn’ langer en daarmee ook de periode dat ouders een zekere verantwoordelijkheid voelen. Tegelijkertijd voelen jongeren zich sneller zelfstandig en nemen en krijgen zij meer vrijheden dan vroeger. Jongeren experimenteren bijvoorbeeld op jongere leeftijd met seks en alcohol. Door deze ontwikkelingen is ook de opvoeding complexer geworden. Bij positief jeugdbeleid is de normale ontwikkeling van de jeugd en de ‘problemen’ die horen bij opgroeien het uitgangspunt. De nadruk ligt op het feit dat ieder kind talenten heeft. Het is belangrijk om die te helpen ontplooien, niet alleen voor het kind, maar ook voor de samenleving. Hoe die samenleving eruit ziet – nu en in de toekomst – heeft alles te maken met de manier waarop geïnvesteerd wordt in de ontwikkeling van de jeugd. Om ervoor te zorgen dat kinderen en jongeren zich zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen, moet de pedagogische kwaliteit van hun omgeving worden verbeterd. Daarbij spelen niet alleen ouders een belangrijke rol, maar ook allerlei medeopvoeders, in het bijzonder professionals en vrijwilligers in algemene jeugdvoorzieningen. Bijvoorbeeld op school, in de kinderopvang in de buitenschoolse opvang, in het jongerenwerk en bij sport- en cultuurverenigingen. Pas in laatste instantie gaat het over aanvullende voorzieningen of specifieke eerste en tweedelijns voorzieningen en de professionals die daar werken.
2.3
Transitie jeugdzorg
De jeugdzorg moet anders en beter. We zien problemen te laat, handelen niet snel genoeg, het speelveld is te vol en als gevolg daarvan hebben we te maken met veel afstemmings- en aansluitingsproblemen. ‘De ingewikkelde wereld van de jeugdzorg is geen natuurverschijnsel, we hebben haar zo gemaakt’.6 Zorgwekkend is de constatering dat er in ons land enerzijds het hoogste welbevinden onder de ‘doorsnee’ jeugd is, maar we anderzijds een explosieve groei zien van het aantal jeugdigen dat gebruik maakt van een vorm van kostbare zorg. Deze ontwikkeling vraagt om verklaringen, maar noodzaakt ook tot grondige bezinning op de bestaande inrichting van de jeugdzorg. De landelijke evaluaties van de Wet op de jeugdzorg bevestigen deze conclusie. Het is onvoldoende gelukt om de samenhangende zorg die met de wet werd beoogd te realiseren. Een omslag is nodig naar een vereenvoudigd stelsel en een nieuwe manier van werken. Het kabinet heeft deze lijn in het regeerakkoord bevestigd: Gemeenten worden financieel en uitvoeringstechnisch verantwoordelijk voor de uitvoering van alle jeugdzorg die nu onder het Rijk, de provincies, de gemeenten, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Zorgverzekeringswet (ZvW) valt. Er komt één financieringssysteem voor het huidige preventieve beleid, de huidige vrijwillige provinciale jeugdzorg, de gesloten jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering, de jeugd-lvg (licht verstandelijk gehandicapten) en jeugd-ggz (geestelijke gezondheidszorg). Het CJG gaat bij de overheveling naar de (samenwerkende) gemeenten dienen als front-office voor alle jeugdzorg van de gemeenten.
6
Jo Hermans, hoogleraar opvoedkunde
7
De decentralisatie van de jeugdzorg biedt gemeenten de mogelijkheid zorg en ondersteuning aan jeugdigen en gezinnen op een andere manier vorm te geven. Door het samenvoegen van verschillende financieringsstromen en het laten vervallen van het recht op zorg zijn gemeenten beter in staat om een samenhangend aanbod van toegankelijke hulp en ondersteuning te organiseren en gespecialiseerde vormen van zorg efficiënter in te zetten. Effectieve zorg voor de jeugd voldoet aan de volgende uitgangspunten7: 1. Opvoeden versterken 2. Ondersteuning van professionals 3. Het kind staat centraal en hulp wordt zoveel mogelijk in de directe leefomgeving geboden 4. Samenhangend aanbod 5. Subsidiariteit (zo lokaal mogelijk regelen) De uitwerking van deze uitgangspunten – die wij in G32 verband onderschrijven – is in bijlage 1 opgenomen. In het regeerakkoord staat verder dat het CJG bij decentralisatie gaat dienen als front-office. Het CJG zal een centrale en coördinerende rol spelen in het organiseren en toegankelijk maken van de zorg, maar zelf ook allerlei vormen van ondersteuning bieden. De gerealiseerde professionalisering van het CJG Westelijke Mijnstreek (WM) met een breed gedragen visie met sturing op resultaat is de basis van waaruit de ontwikkeling van de transitie van de jeugdzorg moet gebeuren. Het CJG WM wordt vervolgens verder versterkt en verbreed met verschillende functies die in de nieuwe situatie onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen. Door de versterking van het CJG WM is het fundament voor de transitie aanwezig. Voor een aantal van deze - vaak meer gespecialiseerde - functies binnen de zorg voor de jeugd ligt het voor de hand dat gemeenten samenwerken. Alleen op die manier kan een voldoende volume aan en voldoende kwaliteit van plaatsbekostigde en zeer gespecialiseerde vormen van zorg worden gegarandeerd. Efficiencywinst en spreiden van risico’s kunnen ook reden tot samenwerking zijn. De transitie in ZuidLimburg zal getrokken worden door de centrumgemeenten Maastricht, Heerlen en Sittard-Geleen. Vanuit deze coördinatie zal verbreding plaatsvinden met de regiogemeenten in Heuvelland, Parkstad en de Westelijke Mijnstreek. In deze raadsperiode worden alle partners intensief betrokken bij de transitie waarvan het resultaat in 2014 en volgende jaren in uitvoering wordt genomen. Wij willen bevorderen dat in de komende periode al een aantal pilots – vooruitlopend op de formele overgang – worden ontwikkeld om de kosten van de jeugdzorg beter beheersbaar te houden en zo mogelijk te verlagen door meer te investeren in het preventieve jeugdbeleid.
2.4
Onze visie
De gemeente Sittard-Geleen omarmt de decentralisatie van de jeugdzorg en zet de komende jaren in op preventief en positief jeugdbeleid en daarmee op het versterken van het pedagogisch klimaat in onze buurten en wijken. Onze visie daarbij is dat ieder kind zich moet kunnen ontwikkelen in een veelzijdige en stimulerende opvoedomgeving zowel thuis, op school als in de buurt. Een omgeving waarin het zich veilig en prettig voelt en optimaal tot zijn recht kan komen. Een omgeving waarin iedere ouder/verzorger waar nodig steun kan krijgen bij de opvoeding. We willen voorkomen dat jongeren een beroep moeten doen op intensieve (en dure) zorg. Belangrijk hierbij zijn voldoende goede jeugdvoorzieningen voor sport, cultuur en welzijn. De professionals en vrijwilligers die er werken moeten de jeugd op een positieve wijze stimuleren en ondersteunen bij het ontwikkelen van hun talenten. Het op wijkniveau creëren van een positieve en veilige leefomgeving is hierbij het kernbegrip. Daarnaast zal de pedagogische kwaliteit van de meer specifieke voorzieningen waaronder de centra voor jeugd en gezin, het onderwijs en het pedagogisch werk (opvoedkundig werk) versterkt moeten worden waardoor eerder – dus preventief – een antwoord gegeven wordt op opvoed- en opgroeivragen. Niet problematiseren en overdragen aan tweedelijns instellingen maar direct beginnen met oplossingen en ondersteuning bieden wordt het adagium. De gemeente gaat de randvoorwaarden creëren om de vernieuwende aanpak samen met de partners te realiseren. Deze aanpak is de komende jaren de basis voor het gemeentelijk jeugdbeleid binnen de domeinen Educatie, Opvoeden en opgroeien en Vrije tijd. Immers al deze domeinen dragen in belangrijke mate bij aan de uiteindelijke doelstelling om de jeugd te begeleiden richting de arbeidsmarkt en het vormgeven van een zelfstandig goed leven. 7
uit: Transitie van de Jeugdzorg, strategisch visiedocument G32, februari 2011
8
De doelen die wij ons daarbij stellen zijn: 1. De doorlopende leer- en ontwikkelingslijn bevorderen (Domein Educatie). 2. Alle kinderen en jongeren krijgen een goede opvoeding en groeien evenwichtig, gezond en veilig op (Domein Opvoeden en opgroeien). 3. Optimale ontmoeting en ontwikkelingsmogelijkheden in de gemeente Sittard-Geleen (Domein Vrije tijd).
2.5
Onze missie
Alle jeugd wordt opgevoed in een veilige, gezonde en pedagogisch verantwoorde leefomgeving. Jeugdigen moeten zoveel mogelijk onbezorgd kunnen opgroeien, zich prettig voelen en zich naar vermogen kunnen ontwikkelen tot zelfstandige en mondige burgers. Het stimuleren en ondersteunen van eigen kracht en verantwoordelijkheid van ouders, jeugd en gezinnen staat hierbij voorop. We blijven investeren in basisvoorzieningen en preventie gericht op alle jeugd en ouders. Risico’s en problemen moeten zo vroeg mogelijk worden gesignaleerd en aangepakt en ouders en jeugd moeten zo nodig worden ondersteund bij de opvoeding en bij het opgroeien.
9
3
Jeugdspiegel van de gemeente Sittard-Geleen
In dit hoofdstuk is op hoofdlijnen de jeugdspiegel van onze jeugd in Sittard-Geleen opgenomen. Er wordt relevante informatie weergegeven over de jeugd in Sittard-Geleen in het algemeen en voor elk van de domeinen Educatie, Opvoeden & opgroeien en Vrije tijd. Bij elk domein worden bovendien de behaalde resultaten van ons jeugdbeleid in de periode 2008-2011 op hoofdlijnen beschreven. Een overzicht van alle doelen en resultaten van “Jong zijn in 046” is opgenomen in bijlage 2. De hieronder genoemde cijfers komen onder meer uit de jeugdmonitor van het CBS, de provinciale jeugdmonitor, de gebiedscan 2010 van de politie en de rapportage 2010 van de Methodiek Integrale Aanpak Straatgroepen, waarbij de meest recent beschikbare gegevens gebruikt zijn. Veel voor ons relevante gegevens zijn niet bekend op het niveau van onze gemeente en/of regio. Daarom wordt momenteel onder regie van de provincie Limburg en in samenwerking met de Limburgse gemeenten een nieuwe jeugdmonitor opgezet en gevuld. Deze monitor zal periodiek een beeld geven van de ontwikkeling van onze jeugd binnen de verschillende domeinen en op niveau van de gemeente en de regio.
3.1
Algemeen
Op 1 januari 2011 woonden er 23.355 jeugdigen tussen 0 en 23 jaar in Sittard-Geleen. Dit komt overeen met ongeveer 25% van de totale bevolking van de gemeente Sittard-Geleen. Leeftijdsgroep 0-4 jaar 4-12 jaar 12-18 jaar 18-23 jaar 0-23 jaar
Aantal 3.161 8.523 6.419 5.252 23.355
% van totaal aantal jeugdigen 14% 36% 27% 22% 100%
Tabel 1: 0-23 jarigen per 1-1-2011
In de periode 2008-2011 is de totale bevolking van de gemeente Sittard-Geleen met 1% gedaald. In 2011 is er 4% minder jeugd dan in 2008. Er is dus duidelijk sprake van ontgroening. De prognoses van ETIL laten zien dat deze daling van het aantal jeugdigen gaat doorzetten. In 2025 bedraagt het aantal jeugdigen naar verwachting 18.328 (een daling van 22% t.o.v. 2011). Deze daling van het aantal jeugdigen zet zich vervolgens verder voort tot 14.698 in 2045 (een daling van 37% t.o.v. 2011). De krimp heeft invloed op het jeugdbeleid voor de komende jaren. De voorzieningen moeten steeds meer in samenhang worden georganiseerd om de kwaliteit te garanderen. Grafiek 1: Prognose aantal jeugdigen 25000 20000 15000
0-23 jaar 10000 5000
40
35
30
25
20
15
45 20
20
20
20
20
20
20
20
11
0
8
Een onderscheid in doelgroepen in het jeugdbeleid moet wel gemaakt worden. Immers met 85% van de Sittard-Geleense jeugd gaat het goed (circa 20.000 jeugdigen). Voor hen is het van belang dat zij zoveel 8
De verdeling 85%-10%-5% wordt landelijk gehanteerd en is indicatief voor Sittard-Geleen. De genoemde aantallen geven daarom louter een inschatting en zijn geen harde gegevens.
10
mogelijk onbezorgd kunnen opgroeien, zich prettig en veilig voelen en zich naar vermogen ontwikkelen tot zelfstandige en mondige burgers. 15% van de jeugdigen heeft zorgen of problemen (circa 3.500 jeugdigen), waarvan 3-5% complexe problematiek ervaart (720 tot 1.200 jeugdigen).
3.2
Educatie
3.2.1 Onderwijsvoorzieningen In de gemeente Sittard-Geleen zijn verschillende (onderwijs-) voorzieningen die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van onze jeugd. Soort Peuterspeelzaalwerk) Kinderdagopvang/ Buitenschoolse opvang Basisonderwijs Voortgezet onderwijs Speciaal (basis) onderwijs) MBO HBO
Aantal vestigingen in de gemeente Aantal jeugdigen op deze Sittard-Geleen vestigingen 9 23 850 3910 35 3 4 3 2
1250 7521 7270 927 2290 * 1520 *
Tabel 2: Overzicht aantal jeugdigen/vestigingen in de gemeente Sittard-Geleen * woonachtig in Sittard-Geleen. Totaal aantal MBO/HBO studenten in Sittard-Geleen is 6000.
3.2.2 Onderwijsachterstanden In 2010 had 14% van de kinderen in de leeftijd 4 tot 12 jaar een achterstand volgens de gewichtenregeling.11 Daarvoor voeren wij specifiek onderwijsachterstandenbeleid. Anderzijds wordt ingezet op het voorkomen en bestrijden van voortijdig schoolverlaten door de leerplichtwet te handhaven en preventieve programma’s uit te voeren i.s.m. met het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Het percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters in het schooljaar 2009/2010 is in de gemeente Sittard-Geleen hoger (3,8%) dan het landelijk gemiddelde (3,0%). 3.2.3 Leerling-prognose Voor de huisvesting van jeugdvoorzieningen als het Integraal Kindcentrum is de leerling-prognose van het basisonderwijs van belang. Deze geeft aan dat het aantal basisschoolleerlingen in Sittard-Geleen is gedaald van 7.913 in 2008 tot 7.521 in 2011. Volgens de leerling-prognose daalt het aantal basisschoolleerlingen verder naar 6.938 in 2012 en 6.358 in 2015. 3.2.4 Behaalde resultaten 2008-2011 Er zijn zorgstructuren op alle scholen voor primair onderwijs gerealiseerd met een link naar het CJG. Er is nagenoeg een 100% aanbod voorschoolse educatie gerealiseerd in 2011. 100% van de leerplichtigen zit op school of in een alternatief traject. In de periode 2008-2011 is het aantal schoolverlaters jaarlijks met 10% gedaald.
3.3
Opvoeden en opgroeien
3.3.1 Gezondheid In de gemeente Sittard-Geleen zijn er drie Centra voor Jeugd en Gezin (CJG’s) waar de jeugd en hun ouders terecht kunnen voor opvoed- en opgroeiondersteuning. In 2010 waren er in totaal 466 aanmeldingen. In elk CJG is de jeugdgezondheidszorg ondergebracht voor de doelgroep –9 maanden-19 jaar. De JGZ 0-4 jaar in Sittard-Geleen is succesvol als het gaat om de uitvoering van het landelijke vaccinatieprogramma. Uit
9
Voorschoolse educatie wordt gegeven in 15 groepen van 14 peuterspeelzalen.
10
Voorschoolse educatie wordt eveneens gegeven in 3 groepen van 3 kinderopvangcentra.
11
Uit het onderzoek ‘Moelejaan: VVE Pilot Zuid-Limburg’ van dr. Jungbluth blijkt tevens dat in Zuid-Limburg het daadwerkelijk aantal kinderen met een achterstand 1,5 tot 2x zo groot is dan het aantal kinderen met een achterstand volgens de gewichtenregeling. De gewichtenregeling is gebaseerd op het opleidingsniveau van de ouders.
11
de registratie blijkt dat 96% van de kinderen in de leeftijd van 2 jaar voldoende zijn gevaccineerd tegen difterie, kinkhoest, tetanus en poliomyelitis (DKTP). Dat is 1% meer dan landelijk en in Zuid-Limburg. Uit GGD-onderzoek (Een gezonde kijk op Sittard-Geleen, 2010) blijkt dat de leefstijl van jongeren in de gemeente Sittard-Geleen een aandachtspunt blijft. In vergelijking met leeftijdgenoten in de regio bewegen jongeren in Sittard-Geleen minder en eten zij minder groente. Een op de vijf jongeren ontbijt niet dagelijks. Onder de 15- en 16 jarigen is het overmatig alcoholgebruik de laatste jaren stabiel, maar nog steeds hoog in vergelijking met Zuid-Limburg. Ook vrijen jongeren in deze leeftijdsgroep vaker onveilig dan voorheen, worden veel softdrugs gebruikt en is het harddrugsgebruik toegenomen. De CJG’s coördineren de samenwerking van de diverse jeugdinstellingen. Een ondersteunend instrument hierbij is de verwijsindex. De verwijsindex is een digitaal systeem dat risicosignalen van hulpverleners over jeugdigen (tot 23 jaar) bij elkaar brengt. In 2010 zijn er 998 risicosignalen gemeld. Het aantal jongeren met een indicatie voor bureau jeugdzorg is in Sittard-Geleen met 2% vergelijkbaar met de landelijke situatie. 3.3.2 Resultaten 2008-2011 Drie CJG’s zijn gerealiseerd in Sittard, Geleen en Born. Het Elektronisch Kinddossier is in 2010 geïmplementeerd door de Jeugd Gezondheidszorg GGD. De verwijsindex risicojongeren is geïmplementeerd. Er heeft bij 50% van de doelgroep jongeren 12-19 jaar met overgewicht een interventie plaatsgevonden.
3.4
Vrije tijd
3.4.1 Ontmoeting Naast educatie en opvoed- en opgroeiondersteuning is het voor de brede ontwikkeling van alle jeugdigen in de gemeente Sittard-Geleen belangrijk dat er voldoende gelegenheden zijn om veilig te spelen en te ontmoeten. Voor de jonge jeugd moet er voldoende speelgelegenheid zijn. Volgens provinciale gegevens blijkt dat er in onze gemeente voor iedere 57 jeugdigen tussen 0-17 jaar een hectare speelruimte is. Afgezet tegen het provinciale en landelijke gemiddelde (42 respectievelijk 49 jeugdigen per hectare) heeft onze jeugd minder speelruimte. De meeste jeugdigen ontmoeten elkaar in deze stad wanneer zij hun hobby uitoefenen of deelnemen aan culturele activiteiten of sport. In de gemeente Sittard-Geleen neemt volgens onze subsidieadministratie12 in 2011 ruim 40% van de jeugd t/m 18 jaar deel aan gesubsidieerde sport en bijna 10% van de jeugd t/m 21 jaar aan activiteiten bij gesubsidieerde culturele organisaties (bijvoorbeeld harmonie, toneel en scouting). In Sittard-Geleen zijn er in elk stadsdeel multifunctionele ruimtes van waaruit activiteiten met en voor jongeren worden georganiseerd. Ook worden met ambulant jongerenwerk de jeugdigen met zorgen en/of problemen op straat bereikt. Natuurlijk blijft in elk onderzoek een klein deel van de jongeren aangeven extra activiteiten en/of een jongerencentrum te wensen. Om ervoor te zorgen dat jeugdigen veilig kunnen spelen en ontmoeten in de wijk wordt ook aandacht geschonken aan het terugdringen van overlast en criminaliteit door jeugdigen, individueel of in groepen. In 2010 waren er 338 meldingen van jeugdoverlast t.o.v. 653 in 2006. 3.4.2 Overlast Hoewel jeugdcriminaliteit wordt aangepakt door het Openbaar Ministerie, speelt de gemeente een belangrijke rol bij het voorkomen van jeugdcriminaliteit. Politie en gemeente werken daarom intensief samen om jeugdcriminaliteit te voorkomen en te bestrijden. Het Veiligheidshuis heeft hierin een coördinerende en regisserende rol. Deze rol is enerzijds gebaseerd op de dagelijkse meldingen van de politie die binnenkomen. In 2010 zijn dat 417 meldingen m.b.t. jeugdigen tot 23 jaar, 443 meldingen m.b.t. jeugdgroepen en 17 meldingen m.b.t. nazorg ex-gedetineerde jeugdigen. Onder deze meldingen vallen tevens de eerder genoemde meldingen van jeugdoverlast (zowel individueel als in groepsverband). Anderzijds is de rol van het Veiligheidshuis gebaseerd op basis van meldingen die zij van partnerorganisaties binnenkrijgen. De meldingen leiden vervolgens tot een terug- of doorverwijzing naar een partner, naar het zorgoverleg of naar een integrale aanpak. Daar waar alleen sprake is van een zorgvraag wordt doorverwezen naar het CJG. 12
Om in aanmerking te komen voor een gemeentelijke subsidie dienen deze organisaties aan te geven hoeveel actieve jeugdleden zij hebben.
12
De individuele jeugdcriminaliteit is af te meten aan het aantal jeugdigen dat in aanraking is gekomen met buro Halt (tot 18 jaar) en het aantal jongeren dat is verschenen voor de rechter (t/m 21 jaar). In de gemeente Sittard-Geleen zijn er in 2010 minder jeugdigen in aanraking gekomen (137) met Halt dan in 2006 (200). Dit in tegenstelling tot de ontwikkeling op Zuid-Limburgs niveau waar er juist sprake is van een stijging van 24%. Het percentage jongeren dat voor de rechter is verschenen is licht gestegen. Van 2,6% in 2006 naar 2,9% in 2010. Dit is wel nog steeds lager dan het landelijk gemiddelde van 3,3% in 2010. Mede door het preventieve beleid, waarbij de Methodiek Integrale Aanpak Straatgroepen (MIAS) wordt ingezet op hinderlijke, overlastgevende en criminele groepen, zijn er volgens de politie Sittard-Geleen geen criminele jeugdgroepen actief in deze gemeente. 3.4.3 Studenten binden aan de stad In juni 2011 is de mening van de studenten in onze stad gevraagd in de Studentenmonitor Sittard-Geleen. De definitieve onderzoeksresultaten worden in het najaar 2011 gepubliceerd. De student besteedt per week ruim 25 uur aan de opleiding. Werken neemt gemiddeld 11,6 uur per week in beslag, uitgaan 5,5 uur, sporten 4,5 uur en cultuur ruim 2 uur. Ruim de helft van de studenten (57%) is lid van een vereniging (fanfare, voetbalclub etc.), merendeels in Sittard. 81% van de respondenten geeft aan stedelijke voorzieningen zoals winkels en bioscopen belangrijk te vinden. Het cultuuraanbod in de gemeente krijgt een gemiddeld rapportcijfer van 6,3. Ongeveer een derde van de respondenten geeft aan meer uitgaansgelegenheden specifiek voor studenten te willen. Eveneens bijna een derde ziet graag meer diversiteit De jeugd geeft aan dat zij graag meer DJ muziek willen bij het in het aanbod. 55% wil graag een discotheek/poppodium. Studenten uitgaan. Door het realiseren van vinden dat uitgaansgelegenheden in het centrum gecentreerd moeten een Poppodium wordt een liggen. maatschappelijke voorziening De sportverenigingen in Sittard-Geleen worden gemiddeld beoordeeld met gecreëerd waar zij behoefte aan een 6,8. Tweederde van de studenten willen meer sportaanbod gericht op hebben. studenten. Veelgenoemd verbeterpunt is korting voor studenten. 3.4.4 Resultaten 2008-2011 Er is een dekkend aanbod van jongerenvoorzieningen in vrijwel alle stadsdelen. Het aantal meldingen jongerenoverlast is in 2010 met meer dan 25% ten opzichte van 2006 gedaald. Het handhaven en op niveau brengen van bestaand aanbod aan speelvoorzieningen voor jonge kinderen. Jeugd en jongeren worden structureel betrokken bij beleid en uitvoering van het jeugd- en jongerenwerk via verschillende op participatie gerichte methodieken. Het vrijwillig jeugd- en jongerenwerk is versterkt.
13
4
Kaders en doelstellingen 2012-2015
In dit hoofdstuk zijn binnen de drie domeinen Educatie, Opvoeden en opgroeien en Vrije tijd de kaders en doelstellingen beschreven voor de periode 2012-2015. Deze worden vanaf 2012 jaarlijks opgenomen in de programmabegroting. Vervolgens vindt de uitwerking naar activiteiten, projecten en voorzieningen met de daarbij horende financiële middelen plaats in de productbegroting. Deze begroting is leidend voor de subsidiecontracten en overeenkomsten die worden afgesloten met de vele professionele en vrijwilligersorganisaties in onze gemeente. In de onderstaande kaders zijn de analyses en ontwikkelingen van de voorgaande hoofdstukken meegenomen evenals de bevindingen van de verschillende doelgroepen tijdens de participatiemomenten.
4.1
Domein Educatie: een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn bevorderen
De kaders voor het onderwijsbeleid zijn vooral gelegen in de landelijke onderwijswetgeving. Daarnaast heeft de gemeente eigen beleid dat gericht is op het creëren van randvoorwaarden die het mogelijk maken dat de jeugd volwaardig deel kan nemen aan de maatschappij. Sittard-Geleen richt zich daarbij op het toegankelijk maken van voldoende en bij de arbeidsmarkt aansluitende opleidingsmogelijkheden. Het is belangrijk dat leerlingen zo min mogelijk overlap, breuken of lacunes in het leerproces en hun ontwikkeling ervaren. Dit kan worden bereikt door in te zetten op doorlopende leer- en ontwikkelingslijnen. Er wordt aangesloten bij wat kinderen/jongeren al hebben geleerd en er wordt rekening gehouden met verschillen in tempo, leerstijl en interesse. Om de doorlopende leer- en ontwikkelingslijn te realiseren zetten we in op twee beleidsdoelen: 1. Het bevorderen van een optimale ontwikkeling in de (voor)schoolse loopbaan. 2. Betere aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt. 4.1.1 Het bevorderen van een optimale ontwikkeling in de (voor)schoolse loopbaan De vorming van een dekkend netwerk van Integrale Kindcentra draagt bij aan de optimale ontwikkeling in de (voor)schoolse loopbaan. Het doel van IKC’s is het optimaal stimuleren van de harmonische ontwikkeling van de eigen mogelijkheden van elk kind. Door samenwerking tussen de voorschoolse partners en het onderwijs te stimuleren, worden doelen zoals doorgaande leer-, zorg- en ontwikkelingslijnen bereikt. Besturen van het onderwijs, de kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en gemeente hebben in dialoog gezamenlijk dit doel en een aantal kernachtige uitspraken over inhoud en inrichting vastgelegd. Deze uitspraken zijn in bijlage 3 opgenomen. Ze zijn de basis voor de gezamenlijke uitwerking en concrete invulling van het IKC in onze gemeente. Voor het optimaliseren van de educatieve ontwikkeling voeren wij onderwijsachterstandenbeleid, met als doel onderwijsachterstanden – waaronder taalachterstanden van kinderen – vroegtijdig te signaleren en te bestrijden. Denk aan het realiseren van voorschoolse educatie in peuterspeelzalen en kinderopvang, het inrichten van schakelklassen of andere samenwerkingsvormen met schoolbesturen ter bestrijding van taalachterstanden. Ook een goede zorgstructuur op de school is een belangrijk instrument. Ook het voorkomen en bestrijden van voortijdig schoolverlaten is van belang om de doorgaande lijnen te ondersteunen. Schoolverlaters met een startkwalificatie hebben tweemaal zoveel kans op een baan en hebben minder vaak een uitkering nodig. Ze doen minder beroep op jeugdzorg en komen vijfmaal minder in aanraking met politie en justitie. De gemeente heeft de wettelijke taak om de leerplichtfunctie uit te voeren. Door een goede invulling hieraan te geven kan voortijdig schoolverlaten voorkomen worden. De samenwerking met scholen is van essentieel belang om de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerlingen te ondersteunen, waardoor zij minimaal een startkwalificatie behalen. De samenwerking met het MBO, HBO en WO leidt tot versterking van de doorgaande leerlijnen en biedt de leerling een beter zicht op het behalen van de startkwalificatie. 4.1.2 Wat willen we bereiken? a. Jonge kinderen met een (risico op) leerachterstand worden tijdig gesignaleerd en krijgen een effectief voorschools aanbod. b. Jonge kinderen kunnen gebruik maken van financieel toegankelijk peuterspeelzaalwerk dat uitgevoerd wordt door Stichting Spelenderwijs in de gemeente Sittard-Geleen. c. Leerlingen met een zorgvraag worden tijdig gesignaleerd en geholpen. d. Leerlingen met een taal- en onderwijsachterstand worden tijdig gesignaleerd en krijgen ondersteuning.
14
e. In 2015 kent de gemeente Sittard-Geleen een dekkend netwerk van IKC’s. f. 100% Leerplichtigen op school of in een alternatief traject. g. 5% Minder voortijdig schoolverlaters ten opzichte van vorig schooljaar. 4.1.3 Betere aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt De afgelopen jaren heeft de raad via de programmabegroting uitgesproken in te willen zetten op een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. De omvang van de beroepsbevolking neemt af. De omvangrijke generatie babyboomers zal stoppen met werken, terwijl er veel minder jonge mensen op de arbeidsmarkt bijkomen. In de periode tot 2040 leidt dit in ons land tot een daling van de beroepsbevolking met maar liefst 1 miljoen mensen. Gelet op de ontgroening en vergrijzing van onze regio zal de daling van de beroepsbevolking in onze regio relatief groter zijn. De omvang van de totale bevolking groeit in die periode nog licht en het aandeel van mensen ouder dan 65 jaar stijgt sterk. De vraag naar arbeid blijft groeien. Ramingen laten zien dat de vraag naar arbeid nog flink zal doorgroeien. De beroepsbevolking moet uiteraard wel passen bij het werkaanbod. De opgave waar we voor staan is dan ook om zo veel mogelijk mensen inzetbaar te maken en te houden. Een goede opleiding vergroot de kans op werk, maar in de praktijk blijkt dat het (beroeps)onderwijs onvoldoende aansluit op de wensen van de arbeidsmarkt.13 Het is belangrijk voor de gemeente SittardGeleen de positie als MBO/HBO-stad vast te houden en waar mogelijk te versterken in het belang van de vraag vanuit de arbeidsmarkt, het woon- en voorzieningenklimaat en de binding van de jeugd aan onze stad. In de komende periode wordt de accountrol voor de versterking van de positie van de gemeente Sittard-Geleen als MBO-HBO stad verder ontwikkeld. De account gaat onderzoek doen naar de mogelijkheden om de positie van onderwijsstad verder te versterken. Daarbij wordt nauw samengewerkt met het onderwijsveld en betrokken overheidsorganen. De aanwezigheid van relevante opleidingen is van belang voor de vraag op de arbeidsmarkt. De arbeidsparticipatie van jeugdigen wordt in de gemeente Sittard-Geleen vooral gestimuleerd door doorgaande lijnen van onderwijs naar arbeid te creëren. Ook ondersteunt de gemeente projecten om tekorten aan personeel in de strategische sectoren te verminderen. Daarnaast draagt het binden van de ruim 6000 studenten die in onze gemeente studeren bij aan de welvaart en het welzijn in onze stad. Het optimaliseren van de fysieke randvoorwaarden, naast een goed voorzieningenklimaat voor de studenten, waaronder wonen en vrije tijd, zijn elementen waar het gemeentebestuur in faciliterende zin op moet sturen. Hier gaat het dan in het bijzonder om het realiseren van een stedelijk klimaat. De centrale overheid wil met de komst van de Wet Werken naar Vermogen (WWNV) de weg naar de Wajong voor kwetsbare jeugdigen grotendeels verminderen (dit is in de nabije toekomst alleen nog mogelijk voor volledig arbeidsongeschikten). Daarmee heeft zij voor ogen dat ook deze jongeren meer gaan participeren op de arbeidsmarkt. Voor zover onderwijs voor hen geen optie meer is, zullen methodes worden ontwikkeld waarbij zij gaan werken met loondispensatie (na een entreetoets). Hierbij betaalt de werkgever alleen een loonwaarde die na meting wordt geconstateerd. Dit resulteert in een loon dat beneden het minimumloon kan liggen en kan worden aangevuld tot bijstandsniveau. De loonwaardemeting wordt periodiek herhaald uitgaande van de verwachting dat talentontwikkeling leidt tot een hogere verdiencapaciteit. Over de WWNV is nog veel onduidelijk en moet nog verder besproken worden in de tweede en eerste kamer Vooralsnog koerst het kabinet op invoering van de WWNV per 1 januari 2013. 4.1.4 Wat willen we bereiken? a. Doorlopende leerlijnen versterken op het gebied van: Techniek & chemie Techniek & logistiek Horeca en retail Zorg en pedagogiek b. De samenwerking met MBO, HBO en WO wordt versterkt.
13
Uit: Naar een toekomst die werkt, Advies commissie arbeidsparticipatie, 2008
15
4.2
Domein Opvoeden en opgroeien: alle kinderen en jongeren krijgen een goede opvoeding en groeien evenwichtig, gezond en veilig op
Volgens het Internationaal Verdrag Inzake de rechten van het Kind heeft ieder kind recht op een veilige, evenwichtige en stimulerende opvoedingscontext. Het zijn primair de ouders en vervolgens de sociale gemeenschap, die de plicht en verantwoordelijkheid hebben die veilige en stimulerende opvoedingscontext te realiseren. Voor vrijwel alle kinderen geldt dat de beste plaats waar gestreefd kan worden naar het realiseren van een dergelijke context de eigen sociale omgeving is. Het CJG in Sittard-Geleen voert de gemeentelijke verantwoordelijkheid uit voor het geven van ondersteuning aan gezinnen. Het geeft informatie en voorlichting. Vragen van ouders en kinderen/jongeren met betrekking tot gezondheid, ontwikkeling, opgroeien en opvoeden worden beantwoord en desgewenst wordt lichte hulp geboden. Bij meervoudige (complexe) problematiek is een integrale aanpak gewenst en soms ondersteuning bij het coördineren van zorg. Ondertussen wordt hiervoor in het CJG de methodiek één gezin één plan toegepast. Uit de gezinsnota 2011 van het SCP blijkt dat er groepen ouders zijn, die aangeven onvoldoende steun te ontvangen. Over het algemeen gaat het om gezinnen met een laag inkomen, eenoudergezinnen en gezinnen met jonge kinderen. Het Centrum voor Jeugd en Gezin zet er op in deze groepen beter te bereiken via een aanbod in de nabijheid van het gezin en de kinderen. Dat gebeurt ook steeds meer op school en in de woon- en leefomgeving van het kind. Om te bereiken dat alle kinderen en jongeren een goede opvoeding krijgen en evenwichtig, gezond en veilig opgroeien, zetten wij in op drie beleidsdoelen: 1. Het verbeteren van de pedagogische kwaliteit van de leefomgeving van jeugdigen. 2. Het bevorderen van het herstel van het gewone leven van jeugdigen in gezinnen met complexe problemen. 3. Het bevorderen van de gezondheid en een gezonde leefstijl bij kinderen en jongeren. 4.2.1 Het verbeteren van de pedagogische kwaliteit van de leefomgeving van jeugdigen. Eén van de pijlers van positief jeugdbeleid is het versterken van de pedagogische kwaliteit van de directe leefomgeving plus de algemene jeugdvoorzieningen. Ouders zijn primair verantwoordelijk voor het bieden van veiligheid, opvoeding en ontwikkelingskansen aan het kind. Maar het gezin is niet de enige plaats waar het kind opgroeit. Ook peuterspeelzaalleid(st)ers, groepsleid(st)ers kinderopvang en leerkrachten leveren een belangrijke bijdrage aan de dagelijkse opvoeding en ontwikkeling en zijn in die zin mede-opvoeders. Omdat veel strubbelingen normaal zijn, behoort het omgaan hiermee tot de gewone opvoedingstaak van ouders en (mede-) opvoeders. Ouders geven aan behoefte te hebben aan informele steun bij de opvoeding. We willen daarom inzetten op het versterken van de pedagogische civil society en ontmoeting, dialoog en steun tussen ouders/verzorgers en jeugdigen stimuleren. Het is ook belangrijk dat ouders/verzorgers indien nodig een steuntje in de rug krijgen van professionals versterkt (“empowered”) worden in hun opvoedtaken. Vooral jeugdartsen, verpleegkundigen pedagogische medewerkers/jongerenwerkers van het CJG/PIW hebben hierin een coachende rol. De in kader lopende pilots in samenwerking met het Nederlands Jeugd Instituut zullen worden voortgezet verbreed.
en en dit en
4.2.2 Wat willen we bereiken? a. De pedagogische basiscompetenties van (mede-)opvoeders worden versterkt. b. Ouders/verzorgers ontmoeten elkaar in informele setting en ondersteunen elkaar bij opvoedvragen. c. Er is vanuit het CJG professionele pedagogische ondersteuning beschikbaar bij opvoedonzekerheid of lichte opvoedproblemen. 4.2.3 Herstel van het gewone leven van jeugdigen en gezinnen met complexe problemen. Soms is er iets aan de hand met de jeugdige, de ouders of met de sociale context waardoor er meer nodig is dan het basisaanbod opvoedingsondersteuning. Er is niet alleen een zorgvraag maar er zijn ook andere problemen. De hulp komt dan zoveel mogelijk naar de jeugdige en zijn opvoeders toe. De betrokken organisaties werken samen en vormen een team rond jeugdige en zijn/haar opvoeders. Er is dan geen sprake van doorschuiven van het gezin of de jongere, maar van het aanschuiven van de opvoedondersteuning, schuldhulpverlening, volwassenen-GGZ, woningvoorzieningen e.a. De concrete sociale en maatschappelijke context waarin het kind opgroeit en waarin zijn ouders functioneren staat centraal. Alle hulp is gericht op ‘herstel van het gewone leven’.
16
4.2.4 Wat willen we bereiken? a. Meervoudig complexe problemen bij jeugdigen en gezinnen worden tijdig gesignaleerd. b. Jeugdigen en gezinnen met meervoudig complexe problemen worden snel en efficiënt geholpen. c. Er is op elkaar afgestemde hulpverlening bij meervoudig complexe problemen. 4.2.5 Het bevorderen van de gezondheid en een gezonde leefstijl bij kinderen en jongeren. De jeugdgezondheidszorg (JGZ) vanaf 9 maanden voor de geboorte tot 19 jaar is gericht op de groei en ontwikkeling van het kind en diens omgeving ter voorkoming van gezondheidsdreigingen (preventieve gezondheidszorg). Het is belangrijk ‘vroeg’ en dus tijdig mogelijke bedreigingen voor de groei en ontwikkeling van kinderen te signaleren. Dat betekent vroeg in de levensloop, maar ook vroeg in het ontwikkelingsproces van het probleem zelf. Daarom worden alle kinderen vanaf hun geboorte door de jeugdgezondheidszorg op achtereenvolgende momenten gevolgd. De kinderen worden gescreend op bedreigingen voor hun groei en ontwikkeling en hierin longitudinaal gevolgd. Deze gegevens worden vastgelegd in het Digitaal Dossier JGZ. De belangrijkste bedreigingen liggen op de terreinen psycho-sociale problematiek, fysieke (chronische) problematiek, overgewicht/obesitas, kindermishandeling en middelengebruik. Hiervoor is extra aandacht gewenst. 4.2.6 Wat willen we bereiken? a. De fysieke, sociale, psychische en cognitieve ontwikkeling van alle jeugdigen wordt op systematische wijze gevolgd. b. Meer kinderen en jongeren zijn zich bewust van het belang van een gezonde leefstijl op de terreinen voeding en bewegen, overgewicht, roken, alcoholgebruik en seksueel gedrag.
4.3
Domein Vrije tijd: optimale ontmoeting- en ontwikkelingsmogelijkheden in de gemeente Sittard-Geleen
Kinderen en jongeren moeten zoveel mogelijk onbezorgd kunnen opgroeien, zich prettig voelen en zich naar vermogen kunnen ontwikkelen tot zelfredzame en verantwoordelijke burgers. Ontmoeten en ontdekken zijn een belangrijke bron voor hun persoonlijke ontwikkeling. Kinderen en jongeren hebben de behoefte om samen te komen, te ontmoeten en te ontdekken. Het gaat om leren en ontwikkelen, maar ook om meedoen, bijvoorbeeld door hen zelf activiteiten te laten opzetten én om te genieten van een aantrekkelijk SittardGeleen. Van belang is dat dit gebeurt in een veilige omgeving, waarbij er samenhang tussen voorzieningen en activiteiten is. Ouders en jongeren worden gestimuleerd en ondersteund in hun eigen kracht en verantwoordelijkheid om samen invulling te geven aan de openbare ruimte waardoor overlast wordt beperkt. Dit houdt dat de preventie aanpak prioriteit heeft maar dat repressie waar nodig niet wordt uitgesloten. Een adequate fysieke invulling van de openbare ruimte is belangrijk voor het versterken van het pedagogisch klimaat in het kader van positief jeugdbeleid. Ouders en jongeren moeten hierin samenwerken. Om optimale ontmoeting- en ontwikkelingsmogelijkheden in Sittard-Geleen te realiseren, zetten we in op twee beleidsdoelen: 1. Het bevorderen van actief burgerschap van jeugdigen. 2. De jeugd faciliteren om elkaar te ontmoeten in de eigen veilige omgeving zodat ze hun sociale netwerken opbouwen. 4.3.1 Het bevorderen van actief burgerschap van jeugdigen. Actief burgerschap is het (leren) deelnemen aan en verantwoordelijkheid dragen voor de publieke zaak. In de gemeente Sittard-Geleen houdt dit in dat actief burgerschap wordt gestimuleerd door een wisselwerking te realiseren tussen jeugdigen, de gemeente en andere organisaties gericht op de jeugd. Het vereist van jongeren dat ze competenties ontwikkelen om die verantwoordelijkheid te kunnen nemen en dragen. Het vereist van instituties dat zij jongeren daartoe uitnodigen, ondersteunen en toerusten.
“Bomen met Berry” Jongeren worden politiek betrokken door in gesprek te gaan met de wethouder over het jeugdbeleid.
Bij het bevorderen van actief burgerschap bij de jeugd is het van belang dat de competenties zelfstandigheid, zelfredzaamheid en de mogelijkheid om zelf verantwoordelijkheid te nemen, worden ontwikkeld en dat jongeren gestimuleerd worden deze te gebruiken. Jeugdigen ontwikkelen hun competenties op school maar ook door ervaringen in hun eigen omgeving. Ze leren mondig te zijn en respect te hebben voor anderen en voor zichzelf. Daarnaast leren ze relaties te onderhouden zowel individueel als in groepsverband, zodat ze vorm kunnen geven aan sociale samenhang en solidariteit. Door
17
deze competenties te uiten in de maatschappij met het algemeen belang als uitgangspunt wordt de jongere een actieve burger. Om alle jongeren in staat te stellen een actief burger te worden, maakt de gemeente participatie op diverse vlakken mogelijk.14 4.3.2 Wat willen we bereiken? a. De jeugd is actief in wijk & stad (in sportieve, culturele en educatieve activiteiten). b. De jeugd neemt deel aan maatschappelijke stages. 4.3.3
De jeugd faciliteren om elkaar te ontmoeten in de eigen veilige omgeving zodat ze hun sociale netwerken opbouwen. De jeugd leeft en woont in de gemeente Sittard-Geleen. Jongeren moeten de gelegenheid krijgen om veilig samen te komen, anderen Jeugdigen voelen zich onveilig op te ontmoeten en te ontdekken. Hiervoor zijn voorzieningen nodig bepaalde plekken in de gemeente waarvan zij gebruik kunnen maken, zoals speelplaatsen, jongeren Sittard-Geleen. Afgesproken is dat de veilige omgeving voor de jeugd o.a. ontmoetingsplekken (JOP’s), sportfaciliteiten en wordt versterkt door het toezicht uitgaansgelegenheden. Op deze manier ontmoet de jeugd elkaar en openbare orde af te stemmen op de kunnen zij hun sociale netwerken opbouwen. Om zich te kunnen behoefte van jongeren. Dit betekent ontwikkelen tot zelfstandige, actieve burgers is het van belang dat zij dat op de aangegeven plekken de zich veilig voelen als ze naar school gaan en wanneer zij gebruik veiligheid bevorderd wordt door maken van de verschillende voorzieningen. Bij het waarborgen van toezicht hierop in te zetten (“maatwerk de veiligheid van de jeugd in de gemeente Sittard-Geleen wordt in kadernota veiligheid”) aangesloten bij de vastgestelde kadernota Veiligheid. 4.3.4 Wat willen we bereiken? a. Er is een goede spreiding van het aantal kwalitatief goede openbare speelplekken als onderdeel van het versterken van het pedagogisch klimaat in onze wijken en buurten. b. Er zijn voldoende vrije tijdsvoorzieningen voor de jeugd. c. De veilige omgeving voor jeugd wordt versterkt.
14
zie ook de nota basiskwaliteit leefbaarheid.
18
5
Samenvatting beleidsdoelen van de kadernota jeugd 2012-2015 Sittard-Geleen
De navolgende beleidsdoelen in de kadernota jeugd 2012-2015 Sittard-Geleen zijn leidend voor de uitwerking van het gemeentelijk jeugdbeleid in de programmabegroting, productbegroting en bij het naken van (subsidie)afspraken met professionele en vrijwilligersorganisaties. Hoofddoel gemeentelijk jeugdbeleid: Jeugd grijpt kansen aan om hun talenten te benutten en een (start)kwalificatie te verwerven, zo nodig met gepaste hulp en ondersteuning. Educatie: Doorlopende leer- en ontwikkelingslijn bevorderen. 1. Bevorderen van een zo optimaal mogelijke ontwikkeling in de (voor)schoolse loopbaan. 2. Betere aansluiting onderwijs- en arbeidsmarkt. Opvoeden en opgroeien: Alle kinderen en jongeren krijgen een goede opvoeding en groeien evenwichtig, gezond en veilig op. 1. Het verbeteren van de pedagogische kwaliteit van de leefomgeving van jeugdigen. 2. Het bevorderen van het herstel van het gewone leven van jeugdigen in gezinnen met complexe problemen. 3. Het bevorderen van de gezondheid en een gezonde leefstijl bij kinderen en jongeren. Vrije tijd: Optimale ontmoeting en ontwikkelingsmogelijkheden in de gemeente Sittard-Geleen. 1. Het bevorderen van actief burgerschap van jeugdigen. 2. De jeugd faciliteren om elkaar te ontmoeten in de eigen veilige omgeving zodat ze hun sociale netwerken opbouwen.
19
Bijlage 1: Behaalde resultaten per domein in 2008-2011 EDUCATIE Speerpunt 1: Voorkomen van (leer)achterstand door middel van dekkende zorgstructuur Welke resultaten wilden we bereiken Wat hebben we bereikt Handhaven van de zorgstructuur in het primair en In het basisonderwijs zijn zorgteams, waarbij structurele afspraken zijn gemaakt over de verbinding van onderwijs voortgezet onderwijs. De ketenrelatie met het Centrum voor Jeugd en Gezin borgen om te met zorg (CJG). De zorg advies teams moeten voorkomen dat er afzonderlijke ketens ontstaan. voorkomen dat jongeren in de problemen komen en moeten adequaat kunnen reageren op signalen daartoe. Ook in het VO zijn er zorgteams, waarbij de link met het CJG in ontwikkeling is. Zorgstructuur in het MBO wordt in 2011 geëvalueerd, waarbij ook de link met het CJG geborgd wordt. Speerpunt 2: Ernstige taalachterstand voorkomen en wegwerken door middel van het oprichten van schakelklassen Welke resultaten wilden we bereiken Wat hebben we bereikt Er hebben uiteindelijk in de periode van 2007 t/m 2009 Afname van de taal- en 187 leerlingen deelgenomen aan de schakelklassen, ontwikkelingsachterstanden bij kwetsbare groepen in het primair onderwijs door middel van waarmee de afgesproken resultaten ruimschoots zijn bereikt. Deze leerlingen hebben voldoende taal- en het oprichten van schakelklassen. leervaardigheid verkregen waardoor zij het regulier Inrichten van schakelklassen verspreid over de stad met een bereik van 120 leerlingen in totaal in onderwijs konden vervolgen. Met de voortzetting van de bovenschoolse 2009 overeenkomstig de prestatiekaders GSB. schakelklassen voor leerlingen die het Nederlands niet of nauwelijks beheersen wordt ook voor 2010 en 2011 verder gewerkt aan de resultaten voor wat betreft de afname van taal- en ontwikkelingsachterstand Speerpunt 3: Vroegtijdige onderkenning en bestrijding van achterstand in taal en sociaal-emotionele ontwikkeling dmv programma’s voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Welke resultaten wilden we bereiken Wat hebben we bereikt Vergroten van het aanbod VVE programma’s van Vanaf 2006 is een knip gemaakt tussen voor- en 17 naar minimaal 29 groepen in 2009. Na voegschoolse educatie, waarbij gemeenten verantrealisatie neemt 50% van de achterstandspeuters woordelijk zijn voor het eerste en schoolbesturen/ en 55% van de achterstandskleuters deel aan scholen voor het tweede deel. Het eerste deel is VVE. Onderzoeken of op Zuid Limburgse schaal gemonitord en op 1 -10-2009 namen 220 een 100% dekking haalbaar is met financiële doelgroeppeuters van 2 tot 4 jaar deel aan voorschoolse ondersteuning door rijk en provincie. educatie, verdeeld over 16 groepen. Als er uitgegaan wordt van een doelgroep van ongeveer 300 peuters is zo’n 75% van de doelgroep bereikt. Vanaf 2011 is het voorschoolse aanbod uitgebreid met 32 plaatsen, waarmee het aanbod komt op 288 plekken, zijnde nagenoeg een 100% aanbod. In het kader van de pilot Moelejaan is ook in ZuidLimburg een 100% aanbod gerealiseerd. Speerpunt 4: Handhaven leerplicht voorkomt achterstand en uitval. Het uitvoeren van wettelijke taken op het gebied van de Leerplichtwet teneinde te borgen dat ieder kind gebruik maakt van zijn//haar recht op passend onderwijs. Welke resultaten wilden we bereiken Wat hebben we bereikt Het verbeterplan leerplicht/voortijdig schoolverlaten is Uitvoeren van het verbeterplan volledig uitgevoerd. De benoemde resultaten zijn leerplicht/voortijdig schoolverlaten om de processen beter op elkaar af te kunnen stemmen gehaald. en de regionale samenwerking met alle partners te verstevigen. 100% leerplichtigen op school. Speerpunt 5: Het voorkomen van voortijdig schoolverlaten en behalen startkwalificatie. Welke resultaten wilden we bereiken Wat hebben we bereikt De resultaten zijn behaald. Vanaf 2011 doelstelling 5% Sluitende registratie van alle jongeren 4-23 jaar en jaarlijks 10% minder voortijdig schoolverlaters minder voortijdig schoolverlaters dan het voorgaande schooljaar. dan het voorgaande schooljaar.
20
OPVOEDEN EN OPGROEIEN Speerpunt 1: Realiseren laagdrempelige centra waar iedereen met vragen over opvoeden en opgroeien terecht kan Welke resultaten wilden we bereiken Wat hebben we bereikt De CJG’s zijn in Sittard, Geleen en Born gerealiseerd. Er Realiseren in 2008/2010 van het Centrum voor is een dekkend aanbod (per stadsdeel) gerealiseerd Jeugd en Gezin (CJG) met een frontoffice in Sittard, Geleen en Born voor de doelgroep min 9 m.b.t. pedagogische hulpverlening (info & advies en pedagogische spreekuren/ gesprekken). Er wordt maanden tot 23 jaar en hun ouders/verzorgers outreachend gewerkt. aangevuld met een aantal nog nader te bepalen Er is een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen spreekuren pedagogische hulpverlening als de 5 kernpartners van het CJG ( PIW, Orbis JGZ 0-4 en frontoffice in de wijk/brede school. GGD/JGZ 4-19, MEE en Bureau Jeugdzorg). Er is Afsluiten samenwerkingsconvenant met sprake van een regionale aanpak CJG - Westelijke participerende instellingen. JeugdMijnstreek. gezondheidszorg voert de zorgcoördinatie uit. De zorgstructuur CJG heeft vorm gekregen door het Aanbod Bureau Jeugdzorg en prenatale zorg opzetten van screeningsoverleggen, MDO’s en het realiseren in CJG. Zorgoverleg Jeugd WM. Coördinatie van zorg wordt uitgevoerd. De participatie van Bureau Jeugdzorg heeft vorm gekregen door uitoefenen in het CJG van de functies consultatie en deskundigheidsbevordering. Er wordt gewerkt aan het aanbieden van een aanbod prenatale zorg in het CJG. Speerpunt 2: Realiseren verbetering overdracht van gegevens, een sluitende signaleringsketen en afstemming van zorg Welke resultaten wilden we bereiken Wat hebben we bereikt De verwijsindex risicojongeren is geïmplementeerd Samenwerkingsovereenkomst tussen betrokken instellingen op het terrein van onderwijs, zorg en m.b.v. een samenwerkingsovereenkomst en in uitvoering bij de kernpartners van het CJG en het Regionaal welzijn gericht op een adequate overdracht van Bureau Leerplicht. gegevens. Het digitaal dossier Jeugdgezondheidszorg en het Invoeren en beheren van het elektronisch kinddossier en elektronisch signaleringssysteem signaleringssysteem Samen Starten zijn in uitvoering genomen. Samen Starten. Er is een voorschoolse zorgstructuur opgezet waarin het Realiseren zorgteamoverleg 0 - 4 jaar. CJG, de jeugdgezondheidszorg 0 – 4 jr, het Opzetten van een digitale sociale kaart als bron peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang nauw voor ouders en instellingen. samenwerken. Er is een traject gestart tussen het CJG en het Veiligheidshuis om de noodzakelijke en gewenste samenwerking en afstemming te realiseren. Er is een aanzet gegeven om nader samen te werken/af te stemmen tussen het CJG en het primair- en voortgezet (speciaal) onderwijs. Deze samenwerking verdient nog nadere gezamenlijke uitwerking. Speerpunt 3: Verbeteren algemene gezondheidssituatie bij kinderen en jongeren gericht op het verminderen van overgewicht bij kinderen en jongeren. Welke resultaten wilden we bereiken Wat hebben we bereikt In 2009 heeft bij 50% van de doelgroep jongeren De doelstelling is gehaald. Gezondheidsrisico’s onder 12-19 jaar met overgewicht een interventie jongeren blijven prioriteit krijgen om te voorkomen dat plaatsgevonden. ongezond leven de ontwikkeling van onze jongeren nadelig beïnvloed. De jeugdgezondheidszorg blijft hier een belangrijke taak in vervullen.
21
VRIJE TIJD Speerpunt 1: Het ambulant jongerenwerk versterken met een adequaat aanbod en overlast verminderen. Welke resultaten wilden we bereiken Wat hebben we bereikt Realiseren in 2008 van accommodatiegebonden In ieder stadsdeel is een jongerenwerker belast met de jongerenwerk tot 16 jaar per stadsdeel (gespreid uitvoering van het jeugd- en jongerenwerk. Een dekkend over de stad op basis van de vraag) met inbouw aanbod van jongerenvoorzieningen is vrijwel overal in de van randvoorwaarden voor structurele stadsdelen gerealiseerd. professionele ondersteuning. De uitvoering van BOS en combinatiefuncties verloopt Uitvoeren van het BOS-project. (Buurt-Onderwijs- conform planning. In samenwerking met het onderwijs, Sport) cultuur en de sportverenigingen is er een breed scala aan activiteiten in uitvoering genomen met ondersteuning van 9 fte combinatiefunctionarissen. Speerpunt 2: Integraal speelplan voor onze jeugd en jongeren in de woonwijken. Welke resultaten wilden we bereiken Wat hebben we bereikt Op basis van de kadernota speelruimte zijn diverse Inventarisatieoverzicht speelvoorzieningen in de wijken voorleggen aan de betrokken doelgroepen speelvoorzieningen voor de jeugd tot 12 jaar in de wijken aangelegd. en wijkplatform. Meer rekening houden met de De aanleg van jongerenontmoetingsplekken voor de gewijzigde vraag en maatschappelijke oudere jeugd verloopt iets minder voorspoedig omdat er ontwikkelingen. veel overleg nodig is om draagvlak te creëren in de Continueren en op niveau brengen van bestaand wijken. Inmiddels wordt methodisch (respect) intensief samengewerkt tussen jongeren en bewoners om aanbod aan speelvoorziening(en) voor jonge gezamenlijk voorzieningen te realiseren die aansluiten bij kinderen (12-). de vraag van de jongeren en jongerenoverlast De aanwezigheid van één beheerde voorkomen. Deze aanpak zal waar nodig ook worden ontmoetingsplek en enkele onbeheerde toegepast in de andere stadsdelen. ontmoetingsplekken voor de oudere jeugd (12+) Aanleg van jeugd- en jongerenvoorzieningen maakt per stadsdeel. onderdeel uit van de stadsdeelplannen. Speerpunt 3: Opdracht uitwerken voor cultuurvernieuwing met versterking aanbod popmuziek. Welke resultaten wilden we bereiken Wat hebben we bereikt De bestaande voorzieningen zijn gehandhaafd. Bestaande voorzieningen handhaven. De mogelijkheden om het poppodium in te bouwen in het Mogelijkheden onderzoeken om (pop)podium in project de Dobbelsteen zijn onderzocht en afgewezen. te bouwen in het project Dobbelsteen. Meer Popmuziek heeft een breder draagvlak gekregen in aanbod voor jongeren in de Stadsschouwburg. beleid en uitvoering. Via Stichting Promotie Popbeleid Sittard-Geleen betere afstemming van het aanbod verzorgen. Cultuuraanbod meer afstemmen op vraag van de jongeren. Speerpunt 4: Samenwerking onderwijs en jeugd versterken om de veiligheid te verbeteren en overlast rond school en woonomgeving te voorkomen. Welke resultaten wilden we bereiken Wat hebben we bereikt Per stadsdeel een concreet plan opstellen en Naar aanleiding van de analyse jongerenoverlast samen uitvoeren met alle betrokken partners om de met alle betrokken doelgroepen zijn per stadsdeel overlast terug te dringen. De coördinatie hiervan uitvoeringsnotities opgesteld. Het aantal komt te liggen bij het veiligheidshuis in nauwe overlastmeldingen is met meer dan 10% teruggebracht. samenwerking met het Centrum voor Jeugd en Het project politiejunioren is gestart en is uitgevoerd door Gezin. Aantal overlastmeldingen is in 2009 met de politie tot en met 2010. 10% teruggebracht. Project politiejunioren is uitgewerkt om in 2008 te starten. Speerpunt 5: Versterken van het vrijwillig jeugd- en jongerenwerk. Welke resultaten wilden we bereiken Wat hebben we bereikt Het vrijwillig jeugd- en jongerenwerk is versterkt door: Uitkomsten van de proeftuin in 2008 worden deregulering van de subsidieregels betrokken bij de doorontwikkelingen van het lollypop evenement vrijwilligerswerk. doorstarten van het kindervakantiewerk Het vrijwilligersaanbod zal in samenspraak met extra werving van vrijwilligers jeugd- en de doelgroepen worden versterkt met als jongerenwerk resultaat meer vrijwilligers, minder regelgeving en Maatschappelijke stagemakelaar een goed op hun vraag afgestemd aanbod aan Inzet combinatiefuncties, aanbod Sprint en stagiaires activiteiten in zowel de kleine kernen als het
22
verstedelijkt gebied. MBO/HBO. Studenten binden aan onze stad door het bieden van kwalitatief aanbod aan woon-, sport en cultuurvoorzieningen. Welke resultaten wilden we bereiken Wat hebben we bereikt In 2008 met betrokken en verantwoordelijke Er is een onderzoek door Flycatcher uitgevoerd. Op partners een plan opstellen met concrete basis hiervan is de studentenuitpas geïntroduceerd voor uitvoeringsgerichte afspraken met het doel om het HBO. Vanaf 2010 ook voor het MBO. Daarnaast het woon-, werk- en vrijetijdsklimaat van onze heeft de gemeente mede de uitgaanskalender opgestart. studenten te verbeteren. Deze wordt nu door de ‘markt’ zelf uitgevoerd.
23
Bijlage 2: Uitgangspunten effectieve zorg voor de jeugd (uit: Transitie van de Jeugdzorg, strategisch visiedocument G32, febr. 2011): De G32 – waarin ook de gemeente Sittard-Geleen participeert – heeft een visie ontwikkeld die als basis zal dienen voor de uitwerking van de transitie van de jeugdzorg in de periode 2012-2014. De belangrijkste passages van deze visie zijn in deze kadernota opgenomen omdat de visie belangrijk is voor de uiteindelijke uitvoering vanaf 2014. Onder regie van de gemeenten Maastricht, Heerlen en Sittard-Geleen wordt een plan van aanpak gemaakt voor de regio Zuid Limburg waarna uitwerking zal plaatsvinden in samenwerking met de regiogemeenten. Maximale betrokkenheid van iedere gemeente is noodzakelijk om breed draagvlak te krijgen voor de aanpak dicht bij het gezin en de jeugd. 1. Opvoeden versterken Uit actuele inzichten over de jeugdzorg blijkt dat problematiseren van de jeugd in combinatie met de neiging tot ‘exporteren van jeugdigen met problemen’ de belangrijkste verklaringen zijn voor het feit dat de vraag naar jeugdzorg jaarlijks met 10% stijgt. Er wordt te snel doorverwezen naar professionele instellingen, ouders worden onvoldoende aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid en de sociale omgeving wordt onvoldoende benut. Hoewel het soms nodig is om de opvoedverantwoordelijkheid van ouders over te nemen, betekent dat ook dat de aansluiting met de gewone leefomgeving onderbroken wordt. Ouders moeten gebruik kunnen maken van steun dichtbij om problemen zoveel mogelijk zelf aan te pakken. Tot dit netwerk van steun behoren ook familieleden, kennissen, buurtbewoners en vrijwilligers. Ondersteuning die gericht is op het versterken van het sociale netwerk, de zelfredzaamheid en eigen kracht van jeugdigen en gezinnen blijkt veel effectiever dan het ‘exportmodel’. Terug naar de opvoeding, ofwel het opvoeden versterken om jeugdigen veilig op te kunnen laten groeien. 2. Ondersteuning van professionals Ook professionals in de directe omgeving van kind en gezin -, zoals een leraar of leidster van een kinderdagverblijf -, moeten worden ondersteund in het vinden van oplossingen dichtbij. Goed toegeruste professionals kunnen problemen in een vroeg stadium herkennen, samen met de jeugdige en zijn ouders en andere betrokken professionals een adequate en gezinsgerichte inschatting maken van wat nodig is en jeugdigen en gezinnen sneller de best passende vorm van ondersteuning bieden. De inschatting die professionals samen met jeugdige en gezin maken, bepaalt ook de aard en omvang van de noodzakelijke zorg. Als een hulpvraag de mogelijkheden van professionals in de directe omgeving overstijgt, moeten zij snel een intensievere vorm van hulp kunnen inroepen. De inschatting ‘aan de voorkant’ van wat nodig is, is een alternatief voor de huidige indicatie. Voor deze manier van werken is ruimte nodig van instellingen en vertrouwen in de oordeelsvorming van professionals onderling, maar ook heldere afspraken over financiering en verantwoording. 3. Het kind staat centraal en hulp zoveel mogelijk in de directe leefomgeving Hulp en ondersteuning moeten zoveel mogelijk ‘vindplaatsgericht’ worden ingezet (gezin, CJG, kinderopvang, school, wijk). Zo kan het beste worden aangesloten bij de leefomgeving van kind en gezin. De inschatting van professionals kan ook zijn dat hulp buiten de opvoedcontext gewenst of nodig is. In deze situatie kan gebruik worden gemaakt van gespecialiseerde jeugdzorg- of onderwijsinstellingen. Wanneer de veiligheid van een kind in het geding is, moet direct worden gehandeld. Belangrijk bij de inzet van hulp is dat een onderscheid in typen of gradaties van zorg zoveel mogelijk wordt voorkomen. Het gaat er immers om dat kind en gezin de hulp krijgen die past bij hun vraag, ongeacht etiket, kader of financiering. De gemeente zal uitvoering geven aan alle vormen van zorg. 4. Samenhangend aanbod Decentralisatie biedt de mogelijkheid om hulp uit alle domeinen (alle vormen van jeugdzorg, veiligheid, welzijn, schuldhulpverlening en re-integratie) in samenhang in te zetten. Decentralisatie van de jeugdzorg maakt het ook mogelijk om de samenhang en samenwerking tussen het jeugd- en het onderwijsveld en de arbeidsmarkt op lokaal en regionaal niveau te versterken. Een van de belangrijkste opgaven voor de gemeente is lokale voorzieningen voor de jeugd bewust te maken van hun pedagogische opdracht en rol als medeopvoeder. De transitie van de jeugdzorg, de ontwikkeling van preventief jeugdbeleid, de invoering van passend onderwijs en de toeleiding naar arbeid zijn met elkaar samenhangende en elkaar versterkende sporen die de komende tijd in logisch verband verder moeten worden uitgewerkt. 5. Subsidiariteit (zo lokaal mogelijk regelen) Gekozen wordt voor het subsidiariteitsbeginsel als leidend principe bij de transitie van de jeugdzorg: verantwoordelijkheden en budgetten worden in beginsel zo lokaal mogelijk, dat wil zeggen bij alle
24
gemeenten, belegd. Alleen daar kan versterking van de directe leefomgeving van jeugdigen en gezinnen worden gerealiseerd. De verantwoordelijkheid voor hulp aan jeugdigen en gezinnen met complexe problematiek - en voor mogelijke gevolgen van tekortschietende hulp - ligt bij het bestuur van de woongemeente. Op lokaal niveau moet de basis goed geregeld zijn, de visie en uitgangspunten voor een effectieve aanpak zijn daarbij leidend.
25
Bijlage 3: Richtinggevende uitspraken m.b.t. het Integraal Kindcentrum Alle kindpartners hebben interactief een aantal gezamenlijke uitspraken gedaan die als basis dienen voor de uitwerking van het Integraal kind Centrum onder regie van de gemeente Sittard-Geleen. Afgesproken is dat deze uitspraken onderdeel vormen van de kadernota jeugd 2012-2015 op basis waarvan in deze periode een aantal resultaten worden ingevuld.
Inhoudelijke uitspraken Elk IKC biedt ruimte voor een eigen identiteit die past binnen de kaders van de participerende organisaties en kent een eigen profiel voor maatwerk aan kinderen, ouders en de wijk. Ouderbetrokkenheid: IKC is partner in educatie, opvoeding en ontwikkeling. (Educatief partnerschap) Het totale aanbod van voorzieningen is toegankelijk en betaalbaar voor alle kinderen en ouders in de gemeente Sittard-Geleen Een IKC kent doorlopende ontwikkel-, leer- en zorglijnen. Vanaf het consultatiebureau tot en met de overgang naar het VO (0 – 12/13) Een IKC werkt met een integraal kinddossier van 0-12 jaar. Elk IKC voorziet in samenhangende dagarrangementen die het voor ouders mogelijk maken werk/opleiding en zorg te combineren. Elk IKC heeft een breed zorgteam 0 – 12 jaar waarin alle kernpartners participeren. Naast de verticale doorlopende leerlijnen kent een IKC ook horizontale afstemming tussen alle werksoorten voor optimale begeleiding van kinderen. De inhoudelijke uitspraken zijn leidend voor het actualiseren van het strategisch huisvestingsplan. Over de fysieke inrichting zijn gezamenlijk met alle partijen onderstaande uitspraken gedaan: Een IKC heeft een zekere robuustheid om (ook op langere termijn) te kunnen voldoen aan kwaliteit van onderwijs, maatwerk in schoolse en buitenschoolse activiteiten en passende zorg in het kader van Passend Onderwijs (zowel inhoudelijk als wat de gebouwen betreft). Bij de ontwikkeling van de fysieke inrichting van IKC’s worden de demografische ontwikkelingen als gevolg van de krimp betrokken. Bij de ontwikkeling van IKC’s wordt optimaal gebruik gemaakt van de bestaande (onderwijs)accommodaties.
26