Kadernota Duurzaam Renkum
KADERNOTA DUURZAAM RENKUM Januari 2010 Inhoud Voorwoord Samenvatting Waarom ‘duurzaamheid’? Waarom een kadernota? Plaats van deze nota Wat is duurzaamheid? Waar staat de gemeente Renkum? Wat is al bereikt? Wat betekent duurzaamheid voor de gemeente Renkum? Doelstellingen, randvoorwaarden en aanpak Hoe gaan we hiermee om? Afwegingskader Wat is er nodig?
2 3 4 4 5 6 7 8 10 14 15
Bijlage 1 Ambities uitvoeringsprogramma 2010 en 2011 (concept)
16
Bijlage 2 Voorbeelden van mogelijke ICT hulpmiddelen.
18
Bijlage 3 Wat heeft de gemeente al gerealiseerd?
22
2
Voorwoord In 2009 zijn diverse bijeenkomsten georganiseerd voor het bepalen van de doelstellingen en aanpak op het gebied van duurzaamheid in de gemeente Renkum. Daarbij zijn betrokkenen uit de raad, de samenleving en gemeentelijke organisatie uitgenodigd. Geconstateerd is dat duurzaamheid leeft in onze gemeente. Wij beseffen dat nu een omslag gemaakt moet worden omdat onze huidige manier van leven niet zonder gevolgen is voor het leefmilieu van onze (klein-) kinderen, de flora en de fauna. Duurzame investeringen in mensen, economie en leefomgeving zorgen voor vitaliteit. Deze nota geeft aan wat de betekenis is die Renkum aan duurzaamheid geeft en hoe zij die de komende jaren, tot 2015, wil invoeren. Met deze nota en de uitvoering daarvan draagt de gemeente Renkum bij aan een duurzame maatschappij.
Samenvatting In het coalitieakkoord 2006-2010 is onder ‘Algemeen’ aangegeven: “Duurzaamheid zal een leidend begrip zijn voor dit college op alle beleidsterreinen”. De definitie ‘Duurzaamheid’ van de commissie Brundtland is in de Kadernota Duurzaam Renkum als leidraad gehanteerd: “Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen”. De Kadernota Duurzaam Renkum beoogt: • Het bestuurlijk verankeren van duurzaamheid- aspecten in toekomstig beleid en uitvoering; • Het bieden van een afwegingskader voor het toetsen van activiteiten op duurzaamheid aspecten; • Het voeren van actieve communicatie over dit onderwerp; • Het werken aan educatie en bewustwording over dit onderwerp; • Het verduurzamen van de eigen bedrijfsvoering; • Het bevorderen van duurzaam handelen door inwoners en bedrijven. Als afwegingsinstrument is onder andere een schema ontwikkeld dat steunt op de drie dragers onder duurzaamheid: People, Profit en Planet. Ten aanzien van de financiële afwegingen zijn de volgende drie uitgangspunten het belangrijkste: • Vrijwel gelijkwaardige en financieel neutrale of voordelige duurzame alternatieven: altijd toepassen. • Duurzame alternatieven met een terugverdientijd van maximaal 5 jaar: altijd toepassen. Tenzij gegronde redenen aanwezig zijn om hiervan af te wijken. • Duurzame alternatieven met een terugverdientijd van meer dan 5 jaar: toepassen als anders de doelen van duurzaamheid ernstig worden geschaad. In de Kadernota zijn onder ‘Hoe gaan we er mee om?’ en in het afwegingskader de nodige verfijningen op deze uitgangspunten aangegeven zoals het belang van het dan voorliggende onderwerp in relatie tot niet duurzame alternatieven, de terugverdientijd, de kwaliteit, de veiligheid, de bruikbaarheid. De gemeente Renkum zet in eerste instantie extra in op het gebied van duurzaam inkopen, duurzame energie en duurzaam bouwen.
3
4
Waarom ‘duurzaamheid’? Tot enkele jaren geleden werd het debat over het ontwikkelen van een duurzame samenleving op de achtergrond gevoerd. De steeds prominentere berichten over bijvoorbeeld veranderingen in het klimaat, de vernietiging van regenwouden en geopolitieke consequenties van ons fossiele brandstofverbruik hebben dat voorgoed veranderd: duurzaamheid staat definitief op de maatschappelijke agenda. Wij, de huidige generaties, beseffen dat nu een omslag gemaakt moet worden omdat onze huidige manier van leven niet zonder gevolgen is voor het leefmilieu van onze (klein-)kinderen, mensen in ontwikkelingslanden, flora en fauna. Duurzame investeringen in mensen, economie en leefomgeving zorgen voor vitaliteit en het behoud van het (groene) karakter van de gemeente. Door voor duurzame oplossingen te kiezen draagt de gemeente bij aan een duurzame maatschappij. Iedereen, van bedrijfsleven tot inwoners, is zich steeds meer bewust dat duurzaam leven, werken en handelen steeds belangrijker worden. Voor de Gemeenteraad en het College van Burgemeester en Wethouders van Renkum resulteerde dat in de zinsnede in het coalitie akkoord: “Duurzaamheid zal een leidend begrip zijn voor dit college op alle beleidsterreinen”. Daarnaast heeft de gemeente zich geconformeerd aan de convenanten Duurzaam Inkopen en Duurzaam Bouwen Stadsregio Arnhem Nijmegen. Door vaststelling van deze kadernota wordt verder concrete invulling gegeven aan duurzaamheid in beleid en uitvoering.
Waarom een kadernota? In Renkum zijn en worden al veel duurzame initiatieven ondernomen. Van energiebesparende maatregelen in de gemeentelijke gebouwen tot het coördineren van het terugdringen van de kunstlichtvervuiling op de Veluwe. Hierbij waren vrijwel alle Veluwe omringende gemeenten en de provincie Gelderland betrokken. Ook in verscheidene beleidsstukken heeft het onderwerp een plaats gevonden. In bijlage 3 is een deel van de uitgevoerde initiatieven weergegeven. In deze nota worden de ambities in een kader gevat en bestuurlijk verankerd. Het thema duurzaamheid komt terug in vrijwel alle beleidsterreinen en in veel uitvoeringstaken. Dat geeft een eigen uitdaging. Uitgangspunt is dat rekening gehouden moet worden met duurzaamheid. Deze kadernota biedt ruimte voor ontwikkeling en nieuwe kansen. De laatste tijd is veel bekend geworden over wat niet duurzaam is. Maar hoe het wel duurzaam kan, is nog sterk in ontwikkeling. Met het kader en de focus die deze nota biedt kan eenvoudig een bijstelling plaatsvinden. Deze flexibiliteit is noodzakelijk vanwege nieuwe in- en externe informatie over duurzaamheid. Ervaringen, hier en elders, zijn daarbij van groot belang. Daarom zijn geen concrete maatregelen opgesomd. Een dergelijke lijst is onwerkbaar en altijd verouderd. SenterNovem is het landelijke kenniscentrum waar de gemeente haar actuele informatie kan verkrijgen.
Plaats van deze Kadernota Zoals aangegeven beoogt de Kadernota duurzaamheid te verankeren in het gemeentelijk beleid en uitvoering. Beperkende factoren vormen de door het Rijk opgelegde werkprocessen. Een voorbeeld is dat het op duurzame wijze bouwen niet in het Bouwbesluit is opgenomen. Het is dan niet mogelijk een verzoek om bouwvergunning, dat bijvoorbeeld geen duurzaamheidskenmerken heeft, te weigeren. In dergelijke gevallen zal door overleg met de aanvrager het nut van maatregelen moeten worden besproken. Hierbij zijn met name de voordelen ‘op termijn’ voor de gebruiker van belang. Daar waar de gemeente opdrachtgever of uitvoerder is, zal worden gestuurd op duurzame oplossingen in plaats van mogelijke alternatieven van niet duurzame aard.
5
6
Wat is duurzaamheid? Brundtland Als je het over duurzaamheid hebt blijkt vrij snel dat veel invalshoeken bestaan. Bijna allemaal hebben ze als basis de definitie van Brundtland1 gehanteerd. Die oorspronkelijke definitie is zo pakkend en helder dat ook de gemeente Renkum hem hanteert voor het ontwikkelen van een duurzamer Renkum. De daarin gehanteerde definitie van duurzaamheid luidt: “Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen”. Internationaal worden op grond van deze definitie drie invalshoeken onderscheiden: People, Profit, Planet. (PPP).
Het afwegingskader People Planet Profit De PPP benadering is een afwegingskader. Deze drie P’s zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en hebben concurrerende belangen. Om op elk van de invalshoeken op termijn meerwaarde te realiseren is een evenwichtige verdeling van de belangen nodig. Het gaat om het maken van een afgewogen keuze. In deze Kadernota wordt het afwegingskader uitgebreid en meer specifiek gemaakt, zodat het een goed handvat biedt aan diegenen die er mee zullen gaan werken.
Kenmerken van duurzaamheid Vrijwel niemand is tegen duurzaamheid, maar het thema blijkt lastig in de praktijk te brengen. Enkele specifieke kenmerken maken de invoering van duurzaamheid tot een bijzondere uitdaging: • Er is nog gebrek aan transparantie/kennis: Is het wel duurzaam? Wat is duurzamer? Wat is het meest duurzaam?; • Bij de implementatie gaat men van de huidige vaak vertrouwde situatie naar iets dat nog niet geheel bekend is en vaak nog (volop) in ontwikkeling is; • Alles hangt met elkaar samen: het vinden van de balans tussen de 3 P’s vergroot het perspectief. Een verbetering op een vlak kan een verslechtering op een ander vlak teweeg brengen; • Het lange termijn perspectief: oorzaak versus gevolg is nu minder zichtbaar. Baten zijn daardoor ook niet in alle gevallen direct aan kosten te verbinden. De financiële voordelen van nu niet duurzaam handelen worden later vaak een veel hogere last, ook op gemeentelijk niveau; • De problemen op langere termijn gaan voorbij aan (deel)wetgeving: er is nu geen specifieke wet gericht op duurzaamheid. Duurzaamheid wordt (nog) niet hard afgedwongen. Er wordt momenteel op overheden, bedrijven en individuen een beroep gedaan (al dan niet met convenanten). Men wordt aangesproken op morele verantwoordelijkheid:
*1 In 1987 schreef de World Commission on Environment and Development onder aanvoering van de toenmalige Noorse premier Gro Harlem Brundtland het rapport “Our Common Future” over mondiale milieuproblemen
•
Er is sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid omdat duurzaamheid een mondiale aangelegenheid is. Een gevolg van de mondiale context kan zijn dat: “als zij het niet doen, dan ga ik het ook niet doen”. Anderzijds is het maatschappelijk draagvlak voor ‘duurzaamheid‘ groeiende. Het bedrijfsleven wil ook inspelen op de toenemende vraag naar duurzame producten. Het draagt daarenboven bij aan de continuïteit en het economisch bestel.
Vanwege deze kenmerken ligt er in deze Kadernota een sterke nadruk op het ontwikkelen en leren. Leren omgaan met de bovenstaande dilemma’s, leren samenwerken om slimme combinaties te kunnen maken in het belang van duurzaamheid, leren anders -vanuit het perspectief van duurzaamheid- tegen vraagstukken aan te kijken etc2.
Waar staat de gemeente Renkum? Wat is al bereikt? Als eerder aangegeven beoogt deze Kadernota het verder verankeren van duurzame werkwijzen en oplossingen. Dat wil niet zeggen dat in het verleden geen (duurzame) maatregelen door de gemeente zijn genomen. In tegendeel. Kenmerkend voor de in het verleden genomen maatregelen is dat zij zich in aanvang meestal richtten op energiebesparing en daarmee ook op kostenbesparing. In bijlage 3 zijn verscheidene belangrijke, reeds uitgevoerde, maatregelen opgesomd. Deze maatregelen variëren van energiebesparing tot informatie en voorlichting. In de beleidssfeer zijn in nota’s de nodige paragrafen opgenomen waarbij duurzaamheid een onderdeel van beleid en afwegingskaders is geworden. Ook in concrete (gemeentelijke) programma’s van eisen en projecten is duurzaamheid opgenomen.
Renkum steunt ‘groene’ postbezorging
7
Maandag 19 oktober 2009 RENKUM - De gemeente Renkum is een certificaat rijker. Edo van Leersum van de facilitaire dienst reikte afgelopen week wethouder Dirk van Uitert het certificaat ‘CO2 neutrale postbezorging 2009’ uit. Op initiatief van TNT Post ondersteunt de gemeente Renkum de bevordering van een CO2-neutrale postketen. Het bedrijf heeft de gemeente hiermee gevraagd indirect mee te werken aan een windmolenproject in India. Honderden bedrijven en instellingen doen hieraan mee.
*2 Einstein: “We can’t solve problems by using the same kind of thinking we used when we created them”.
Groene poststukken Voor elk verstuurd ‘groen’ poststuk door de gemeente, gaat een klein bedrag naar het project. Edo van Leersum van de afdeling facilitaire dienst, juicht het plan toe: ,,TNT Post is nadrukkelijk bezig om CO2 uitstoot te verminderen. Bijvoorbeeld door hun wagenpark erop in te richten. TNT heeft aan bedrijven en instellingen gevraagd om ook aandacht te vragen voor een CO2-arme wijze van werken. Van elk poststuk dat Renkum via TNT Post verstuurt, wordt een klein bedrag gebruikt voor het project in India. De Gemeente Renkum verstuurt zo’n 100.000 poststukken per jaar. * Zie ook: www.groenepost.nl
8
Wat betekent duurzaamheid voor de gemeente Renkum? Doelstelling, randvoorwaarden en aanpak Internationaal wordt algemeen erkend dat er sprake is van klimaatverandering ten gevolg van onder andere de CO2 uitstoot. Dat gegeven lijdt tot bijvoorbeeld de afname van biodiversiteit, uitputting van natuurlijke hulpbronnen, verzuring van de oceanen en grotere verschillen tussen arme en rijke bevolkingsgroepen. Er is echter consensus dat het (nog) niet te laat is. Iedereen heeft een rol in duurzame ontwikkelingen: bedrijven, organisaties, burgers en de verschillende (semi-)overheden. Omdat de gemeente dicht bij de samenleving staat pakt zij de rol op om aanjager te zijn. Daarnaast is de gemeente de verbinder van de verschillende groeperingen binnen haar grenzen. De gemeente zal zelf de zaken ‘duurzaam’ op orde moeten hebben. Die voorbeeldfunctie veroorzaakt immers ook bewustwording.
Doelstellingen ten aanzien van duurzaamheid In het coalitieakkoord onder ‘Algemeen’ is opgenomen: “Duurzaamheid zal een leidend begrip zijn voor dit college op alle beleidsterreinen”. In het bijschrift is vermeld: “We gaan praktisch met dit begrip om. Dit door in voorstellen in te gaan op de bekende duurzaamheidaspecten: a. ecologische effecten, b. economische effecten, c. sociaal/ maatschappelijke effecten. Er zal zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van ervaringen elders.” De gemeente Renkum kiest, als het om duurzaamheid gaat, er niet voor om altijd ‘koploper’ te zijn. Verscheidene andere gemeenten stellen zich doelen waarbij bijvoorbeeld ten aanzien van het klimaat in 15 tot 30 jaar de hele gemeente ‘klimaatneutraal’ moet zijn. Renkum kiest bewust niet voor het neerzetten van zo’n doel. Het staat te ver van de realiteit, er is een te grote kans op afbreukrisico (“mooie vergezichten, maar niet concreet of haalbaar”). Het ogenschijnlijk niet haalbare doel werkt niet motiverend en kan tot uitstelgedrag leiden (wie van de huidige generatie is over 15 tot 30 jaar bestuurlijk verantwoordelijk?). Wel moet houvast worden geboden waarlangs duurzaamheid zich de komende jaren verder ontwikkelt en wordt uitgewerkt. Dat betekent: • In elk besluit en in alle beleidsterreinen is aandacht geschonken aan de aspecten van duurzaamheid in relatie tot dat onderwerp. Hierbij moet duidelijk zijn aangegeven dat het maximaal haalbare is gedaan om binnen de gestelde eisen de meest duurzame oplossing te bieden; • Betrokken medewerkers maken hierbij gebruik van het afwegingskader duur zaamheid (hierna uitgewerkt); • De gemeente stelt zich elk jaar opnieuw realistische doelen die de belangen van duurzaamheid dienen bijvoorbeeld: vermindering van verbruik van grondstoffen, van fossiele brandstof en van water en terugdringen van de uitstoot van klimaat gassen. Deze doelstellingen worden geëvalueerd en transparant gerapporteerd; • De gemeente werkt samen met betrokkenen, zowel intern als buiten de eigen organisatie, geeft ruimte om te participeren, enthousiasmeert en spreekt een ieder aan op de eigen verantwoordelijkheid op het gebied van duurzaamheid.
Randvoorwaarden voor duurzaamheid De gemeente heeft de taak om de juiste omgeving te scheppen om duurzaamheid te laten aarden en tot ontwikkeling te kunnen laten komen. Een greep uit de benodigde activiteiten: • het werken aan bewustwording over duurzaamheid; • het werken aan educatie over duurzaamheid; • met betrokkenen de ambitie voor duurzaamheid onderschrijven; • het waarderen van inzet voor duurzaamheid, zowel in de interne organisatie als in de samenleving; • de eigen bedrijfsvoering concreet verduurzamen (duurzaamheid implementeren in de bedrijfsvoering); • duurzaamheid in de gehele gemeente bevorderen en ondersteunen met kennis, beleid en informatie. Dat afgestemd op zowel inwoners als bedrijven; • transparant en doelgroepgericht communiceren over de behaalde resultaten op het gebied van duurzaamheid.
De aanpak In het voorgaande is een beeld gegeven van de doelstellingen en randvoorwaarden. Om dat te bereiken is de aanpak: • pragmatisch, realistisch en concreet; • gefocust op organiseren en leren, elk jaar groeien, bijstellen en borgen; • interactief en gekenmerkt door o.a. voortschrijdend inzicht; • gericht op “het plukken van laaghangend fruit”, het verder gaan met het eerst oppakken van de positieve business cases; • als eerste gericht op het verder verduurzamen van de eigen bedrijfsvoering, daarna duurzaamheid breder binnen de gemeente uitdragen; • gericht op communiceren wat Renkum bereikt heeft op het gebied van duurzaamheid; • gericht op het bevorderen van duurzaam handelen, de positieve insteek bevorderen, duurzaamheid niet als een bedreiging zien maar als kans; • gericht op zo veel als mogelijk aansluiten bij bestaande leertrajecten. De gemeentelijke aanpak richt zich op twee sporen: 1. concrete invulling geven aan duurzaamheidthema’s, in eerste instantie gericht op de zogenaamde quick win’s, (projecten en initiatieven waarmee snel resultaten te boeken zijn); 2. daarnaast invulling geven aan een leertraject binnen de gemeentelijke organisatie. Uiteindelijk zal duurzaamheid op een natuurlijke wijze geïntegreerd moeten zijn in alle dagelijkse werkzaamheden binnen de gemeente. De aanpak wordt geconcretiseerd in een eerste uitvoeringsprogramma duurzaamheid, zie bijlage 1.
9
10
Hoe gaan we er mee om? Invoering afwegingskader Het hoogste afwegingskader, People, Profit en Planet, is te abstract om toe te passen. Om keuzen makkelijk te maken is een aanzet tot een afwegingskader (zie hierna) ontwikkeld. Dit afwegingskader geeft een integraal overzicht waar bijvoorbeeld de opsteller aan moet denken bij het invullen van de duurzaamheidparagraaf. Het voordeel is dat het in eerste instantie het enige gereedschapstuk is dat de opsteller hiervoor nodig heeft. Voor het verkrijgen van technische kennis is SenterNovem de informatiebron. Een van de taken van SenterNovem is juist het inrichten en onderhouden van een landelijk kenniscentrum. Voor de financiële afwegingen zijn de volgende drie punten het belangrijkste: • Vrijwel gelijkwaardige en financieel neutrale of voordelige duurzame alterna tieven, o altijd de duurzame variant toepassen. • Duurzame alternatieven met een terugverdientijd van maximaal 5 jaar, o altijd de duurzame variant toepassen. Tenzij gegronde redenen aanwezig zijn om hiervan af te wijken. Denk hierbij aan kortere gebruiksduur, prijsontwikke lingen in relatie tot de gebruiksduur, de kosten gedurende de bedrijfs-/ gebruiksduur, de onderhoud- en verwijderingkosten en de afschrijftermijn. • Duurzame alternatieven met een terugverdientijd van meer dan 5 jaar, o de duurzame variant toepassen als anders de doelen van duurzaamheid ernstig worden geschaad. Tenzij gegronde redenen aanwezig zijn om hiervan af te wijken. Denk hierbij ook aan kortere gebruiksduur, prijsontwikkelingen in relatie tot de gebruiksduur, onderhoud- en verwijderingskosten en afschrijfter mijn etc. Grote kapitaalgoederen vragen specialistische kennis en afgestemde afwegingskaders.
Invoeren leertrajecten Vanwege de bovenstaande kenmerken van duurzaamheid zal de nadruk liggen op het leren. Het begint met bewustwording en gaat over naar kennis om concrete maatregelen te kunnen voorstellen en uitvoeren. Op alle vlakken, maar in eerste instantie op de drie hieronder genoemde focus thema’s, zal de kennis moeten worden opgebouwd. Door een belangrijk deel van de organisatie zal geleerd moeten worden te werken met het afwegingskader.
Continu communiceren over behaalde resultaten duurzaamheid Het is belangrijk aan te geven wat is behaald. Dat kan via: • de website en het intranet; • lokale bladen; • andere voorkomende gelegenheden. Met goed gevolg toegepaste (inter-)nationale duurzame principes en haalbare maatregelen zullen onder de aandacht worden gebracht. Dit om voor iedereen haalbare maatregelen dicht bij de dagelijkse praktijk van haar inwoners en bedrijven te brengen.
Focus op thema’s Omdat duurzaamheid breed is kan men al snel door de bomen het bos niet meer zien. In de bijeenkomst “Duurzaam aan tafel” op 17 maart 2009 is daarom met elkaar een keuze gemaakt van de belangrijkste drie thema’s die in eerste instantie (verder) worden opgepakt. Dat zijn: • energie: waarbij de ‘trias energetica’ wordt toegepast: o 1e besparing, o 2e inzet duurzame energie (zon, wind, groen) en o 3e indien fossiele energie nodig is deze zo efficiënt en schoon mogelijk inzetten. • bouwen: opnemen van duurzame criteria in alle gemeentelijke bouw- en verbouw projecten (ambitie GPR niveau 7). • inkoop: opnemen van duurzame criteria bij alle gemeentelijke aankopen (volgens de richtlijnen opgesteld door SenterNovem).
11
12
Wat is er nodig? De verankering van duurzaamheid in de organisatie vraagt aandacht. De pragmatische aanpak uit zich in een jaarlijks uitvoeringsprogramma met daarin de concretisering van de doelstelling. Opdrachtgever hiervan is het college van B&W. Inhoud jaarlijks uitvoeringsplan: • Verantwoordelijken per thema voor uitvoering (MT) • Coördinator per thema • Doelstellingen van het betreffende jaar b.v.: o Concrete doelen voor betreffende jaar (inkoop, energie, bouw); o Te bereiken resultaten; o Leerdoelstellingen; o Communicatie doelstellingen; o Doelstelling m.b.t. aanpassing processen en systemen; o Strategie en stappenplan per thema. • Wijze van communicatie en rapportage. Aan het einde van het jaar wordt het plan geëvalueerd. In de evaluatie zullen bijvoorbeeld de volgende punten worden opgenomen: • Behaalde resultaten; • Geleerde zaken, wat werkt het beste? Wanneer loopt het goed?; • Aanbevelingen voor nieuwe doelstellingen; • Aanbevelingen voor het aanpassen van processen en of afwegingskaders.
Inschatting kosten De opzet is om duurzaamheid zo veel mogelijk in de bestaande bedrijfsvoering en in leertrajecten in te passen. De opleidingen, leertrajecten en communicatie kunnen worden gefinancierd uit de bestaande budgetten. In een later stadium kan aanpassing van bestaande processen en/of aanschaf systemen worden overwogen. Deze kosten zullen dan worden opgenomen in lopende concern budgetten. Centrale coördinatie duurzaamheid: 0,4 fte.
13
14
Afwegingskader Communicatie Dit plan/voorstel bevordert het contact en de communicatie tussen de inwoners. Er wordt transparant gecommuniceerd over de kosten, winst en leereffect. Dit plan/voorstel heeft invloed op beleid en/of over noodzakelijke aanpassing. Bewustwording Dit plan/voorstel zorgt voor meer inzicht in duurzaamheid. Dit plan/voorstel draagt bij aan het vergroten van het draagvlak. Participatie Dit plan/voorstel biedt ruimte aan samenwerking. Dit plan/voorstel bevordert wederzijds respect en begrip. Dit plan draagt bij aan een beter woon/werk/sociaal klimaat.
Kosten maatregelen Vrijwel gelijkwaardige en financieel neutrale of voordelige duurzame alternatieven, altijd de duurzame variant toepassen. Duurzame alternatieven met een terugverdientijd van maximaal 5 jaar, altijd de duurzame variant toepassen. Tenzij gegronde redenen aanwezig zijn om hiervan af te wijken. Denk hierbij aan kortere gebruiksduur, prijsontwikkelingen in relatie tot de gebruiksduur, de kosten gedurende de bedrijfs-/gebruiksduur, de onderhoud- en verwijderingkosten en de afschrijftermijn. Duurzame alternatieven met een terugverdientijd van meer dan 5 jaar, de duurzame variant toepassen als anders de doelen van duurzaamheid ernstig worden geschaad. Tenzij gegronde redenen aanwezig zijn om hiervan af te wijken. Denk hierbij ook aan kortere gebruiksduur, prijsontwikkelingen in relatie tot de gebruiksduur, onderhoud- en verwijderingskosten en afschrijftermijn etc. Grote kapitaalgoederen vragen specialistische kennis en afgestemde afwegingskaders. Bij dit plan is gebruikgemaakt van Total Cost of Ownership (ook als toekomstige eigenaar een andere partij is!) Bij dit plan is gezocht naar duurzame maatregelen door slim te combineren met andere projecten of bestaande situaties. Duurzaamheid is vanaf het begin onderdeel geweest bij de ontwikkeling/het project. Subsidies zijn onderzocht.
people
Vragen of aspecten bepalen de mate van duurzaamheid van plannen/voorstellen. Deze aspecten zijn voortdurend in beweging door o.a. techniek, voortschrijdende ontwikkeling, wetgeving en ervaring etc.
Profit
Opbrengsten Lagere onderhoud- / energiekosten en CO2 productie. Lagere belasting van de natuurlijke voorraden. Het verhoogt de kans op navolging. In principe wordt uitgegaan van diensten en producten die een meetbare duurzaamheidswinst opleveren. Daarbij wordt onder meer - waar mogelijk - aangesloten bij beschikbare en gangbare keurmerken. Bij onderwerpen met een terugverdientijd van meer dan vijf jaren kunnen andere kenmerken worden betrokken. In het algemeen fungeert SenterNovem als kenniscentrum voor producten en diensten.
Dit kader wordt aan de hand van ervaringen en ontwikkelingen steeds bijgesteld.
SenterNovem is een belangrijk en onafhankelijk kenniscentrum.
planet
15
Bouw Dit plan zorgt voor een gezond, veilig en comfortabel gebouw. Het sluit aan op de veranderende wensen van gebruikers. In dit plan is de materiaalkeuze afgestemd op zowel de functie als de gewenste levensduur van het gebouw. Dit plan voldoet aan de EPC van ‘vooruitlopend‘ en is …. lager dan wettelijk nu is vastgelegd. Het plan heeft een GPR van tenminste 7 Dit plan bevat materialen/producten die zeer weinig/niet milieubelastend zijn. Bij dit plan is rekening gehouden met mogelijke toekomstige verandering van gebruik. Bij dit plan is een objectieve vergelijking gemaakt tussen duurzame oplossingen en niet duurzame alternatieven. Er is gebruik gemaakt van de kenniscentra van SenterNovem, http://www.breeam.nl/, of Stichting Bouwresearch, http//:www.sbr.nl. Het betreft een nieuwe gemeentelijke gebouw en heeft energielabel A. Renovatie gemeentelijke gebouwen is gericht op bij voorkeur energielabel B.
Inkoop Er is een duidelijk beeld van de behoefte wat echt nodig is (geen over dimensie/te veel). Offerten/bestekken bevatten duurzaamheidcriteria (van b.v. SenterNovem) Er is uitgegaan van EMVI (economisch meest volledige inschrijving). Hierbij zijn duurzame/ economische positieve effecten, ook op termijn, betrokken. Er is gebruik gemaakt van relevante keurmerken, certificaten, ISO, EKO, Fair Trade Het product bevat materialen/producten die niet milieubelastend zijn (vervuiling van lucht, water en bodem). In de gebruik- en afvalfase is het product zoveel als mogelijk duurzaam. Het product is het meest energie- water- grondstofefficiënt geproduceerd. Energie Er wordt ruimte gegeven aan duurzame energieopwekking (zon/wind/anders). Bij dit plan/project/inrichting wordt energie alleen ingezet als het noodzakelijk is/gewenst wordt. Installaties (openbare verlichting/gebouwen) worden doelmatig en het meest energie efficiënt ingericht. Bij renovatie worden installaties/armaturen vervangen door energie efficiëntere alternatieven. Isolatie- en energiebesparende maatregelen worden alom gestimuleerd/toegepast.
Het afwegingskader beoogt uitsluitend en alleen een leidraad te zijn voor de duurzaamheidsaspecten binnen de nota’s, plannen, projecten en voorstellen.
16
Bijlage 1 Ambities uitvoeringsprogramma 2010 en 2011 (concept) Doelstellingen: 1. Inkopers, projectleiders etc. hebben kennis verworven; 2. Bewustwording en implementatie afwegingskader; 3. Systematiek voor duurzaam inkopen geïmplementeerd; 4. Energiesituatie gemeentelijke gebouwen in kaart gebracht; besparingsmogelijkheden geïnventariseerd (EPBD); 5. Duurzame doelen 2012 vastgesteld; 6. Communicatie over duurzaamheid geïmplementeerd.
Stappen per doelstelling: 1. Opleiding inkopers en projectleiders: • • • • •
Inventariseren opleidingsbehoefte en vaststellen leerdoelen; Inventariseren opleidingen; Programmering opleidingen; Terugkoppeling en communicatie nieuwe inzichten; Aanpassen en borging nieuwe processen, bijstellen afwegingskader.
2. Verhogen interne bewustwording en werken met afwegingskader: • • • • •
Ontwikkelen handleiding en voorbeelden afwegingskader; Kick-off sessie per afdeling; Vorming van projectgroep met duurzaamheid-enthousiasteling per afdeling, MT lid, Wethouder en coördinator; Bijeenkomsten per afdeling voor uitleg werking afwegingskader; Intervisie sessies Raad, B&W en medewerkers (alle belanghebbenden), de thermometer: hoe staat het ervoor?, wat werkt?, welke dilemma’s?, welke belemmeringen?, welke aanpassingen; Verschillende rollen uitwerken.
3. Invoeren duurzaam inkopen (na opleiding en training): • • • • •
Gezamenlijk afwegingskader voor inkoop verfijnen, ook aan de hand van informatie rijksoverheid (onder andere SenterNovem); Inventariseren feitelijke inkoop op productniveau en prioriteiten opstellen; Aanpassen normen en bijstellen (inkoop-)processen; Samenwerking opstarten belanghebbenden en ander gemeenten; Communicatie behaalde resultaten en aanpassing/aanvulling afwegingskader aan de hand van geleerde zaken.
4. Energie, duurzame mogelijkheden in Renkum: • •
Uitvoeren energiescan voor alle gemeentelijke gebouwen en inrichtingen (kan inzicht geven in nog meer concrete besparingsmogelijkheden); Uitrekenen business cases voor maatregelen, selecteren meest winstgevende maatregelen (aan de hand van o.a. afwegingskader);
• • • • •
Voorstellen laten maken voor uitvoering van geselecteerde maatregelen; Opzetten systematiek voor monitoren van verbruik, snelle en directe terugkoppeling verbruik; Opdrachten laten aanpassen; Communicatie behaalde resultaten en aanpassing/aanvulling afwegingskader aan de hand van geleerde zaken; Behoefte bepalen aanpassing systemen (zie ook bijlage 2).
5. Doelen vaststellen: Jaarlijks zullen doelen worden opgesteld. Dit aan de hand van ervaring, voortgang, mogelijkheden van techniek en opgave rijksoverheid.
6. Communicatie intern en extern: • • • •
Het op intranet zetten van het recente afwegingskader, normen, processen etc.; Afhankelijk van de omstandigheden en vraag zullen thema gewijs overlegmomenten worden geagendeerd; Het opzetten van een ruimte voor duurzaamheid op de website van de gemeente levert naar zowel bevolking als gemeente en instellingen mogelijkheden voor contact, bewustwording en ondersteuning; Informatie voor inwoners en bedrijven over duurzame mogelijkheden (energiebesparing, bouw etc.) zal worden aangegeven door middel van verwijzing naar actuele kennisbronnen zoals SenterNovem en subsidieprogramma’s.
17
18
Bijlage 2 Voorbeelden van mogelijke ICT hulpmiddelen Voorbeeld 1 - Communicatie: Uitbreiding van de huidige website www.renkum.nl met een website www.duurzaamrenkum.nl waarop alle aspecten van duurzaamheid voor burgers, bedrijven, ambtenaren en bestuur worden samengevat. Een uitbreiding van de website met een apart ‘thema-kanaal’ geeft extra ruimte om informatie die nu in de Veluwepost verschijnt blijvend onder de aandacht te brengen. Daarnaast zijn er in Nederland diverse voorbeelden van gemeenten (o.a. Houten) die winkeliers en bedrijven ruimte bieden om specifieke duurzame producten te presenteren. De website kan daarnaast ook een centraal ontmoetingspunt zijn voor presentaties/ideeën/activiteiten van verenigingen, scholen, winkeliers en burgers.
Voorbeeld 2 – Meten is Weten - Duurzaamheidsatlas: Aan de slag gaan met duurzaamheid vergt een hoop informatie (vooraf). Het is belangrijk om de uitgangssituatie te kennen. Daarnaast moet er zicht zijn op de ontwikkeling. Denk hierbij bijvoorbeeld bij een thema als duurzaam inkopen aan de vraag: “wat kopen wij eigenlijk in per jaar?”. Gemeenten zijn m.b.t hun administratie over het algemeen sterk gericht op de kostenaspecten. Bij duurzaamheid komen daar de onderliggende ‘hoeveelheden’ nog eens bij. Binnen Duurzaam-Renkum is een systeem opgezet waarmee eenvoudig een complete duurzaamheidsadministratie kan worden opgezet en bijgehouden. De administratie vergt werk. Uiteraard, maar vervangt in veel gevallen ook bestaande Excel-sheets. Door samen te werken in een ‘intranet-web-administratie’ wordt informatie eenvoudiger toegankelijk en kunnen beslissingen duurzamer genomen worden.
19
20
Voorbeeld 3 – Duurzaamheidparagraaf: De Kadernota geeft een beeld van de kaders bij duurzaam handelen, waarbij alle projecten,nota’s,aankoopbeslissingen en initiatieven steeds een duurzaamheidparagraaf krijgen. Binnen het project Duurzaam-Renkum is onderzocht hoe deze paragraaf op een zo optimaal mogelijke manier opgesteld zou kunnen worden. Daarbij is uitgegaan van de beschikbaarheid van de Duurzaamheidsatlas. Deze is uitgebreid met een extra onderdeel waarin volgens een vast stramien per project/nota/beslissing de nodige informatie kan worden ingevoerd. Tevens kan er op (nader te onderzoeken) argumenten worden afgewogen hoe duurzaam een uiteindelijke beslissing is.
Voorbeeld 4 – Duurzaamheidatlas: Een aantal grote gemeenten publiceert al een jaarlijks duurzaamheidsverslag. Voor een gemeente als Renkum lijkt dat misschien een brug te ver, maar door te kiezen voor een eenvoudige duurzaamheidadministratie (zie voorbeeld 3) en te kiezen voor een transparante duurzaamheidparagraaf is het uiteindelijk samenstellen van een verslag goed haalbaar. In het kader van het project Duurzaam Renkum is een eerste voorbeeld gebouwd op basis van de wereldwijde standaard van de Verenigde Naties (GRI) en in lijn met Nederlandse regels.
21
22
Bijlage 3 Wat doet de gemeente al aan duurzaamheid Globale opsomming van reeds uitgevoerde/behaalde resultaten en doelen ter vermindering van de milieubelasting, (planet en profit). Later ook people (Max Havelaar, fair trade etc.) Ruim voor het vaststellen van de energienota bureau SME in 1995 zijn er energiebesparende maatregelen voorgesteld en uitgevoerd.
Gemeentelijke gebouwen: De gemeente Renkum had medio 1985 ± 115 gebouwen in onderhoud, scholen t/m opslagruimten. Sedert 1985 zijn diverse maatregelen ter energiebesparing etc. ingevoerd en d.m.v. aanpassing van b.v. installaties e.d. toegepast. 45 Gebouwen werden b.v. voorzien van het Erbis bewakingssysteem. Dit systeemprogramma is per 1-12 1995 verder uitgebreid naar 100 mogelijke aansluitingen. Ook particuliere gebouwen zouden op dit energie monitoring systeem kunnen aansluiten binnen GEA doelstelling. B.v. de utiliteitsgebouwen van instellingen. Daar is helaas geen animo voor gebleken.
Greep uit de uitgevoerde maatregelen: Globaal en niet volledig overzicht
1991 - - - - - - - -
Gemeentehuis drie traditionele kolen- en later omgebouwde olieketels vervangen door een HR- en een VR- gasketel; geavanceerde CV regelunits hierbij aangebracht; TL armaturen vervangen door TLD 1e fase; (alle fasen totaal betreft het ±300 armaturen met ongeveer helft energie verbruik). Waar mogelijk PL of SL lampen i.p.v. gloeilampen (±100 stuks) Gymzaal Dennenkamp twee traditionele ketels door HR ketels vervangen; Airborne museum traditionele ketels door HR-ketels vervangen; Munninghofflaan 2 spouwmuur isolatie aangebracht; Julianaschool tochtstrippen in stalen raamkozijn constructies aangebracht;
1993 - - - - - -
Optimalisering CV dienstencentrum Heelsum; Gymzaal Van Spaenweg twee traditionele ketels door HR ketels vervangen; idem Gymzaal Wolfheze; Gemeentehuis Tochtstrippen in stalen raamkozijn constructies aangebracht en Gemeentehuis Spouwmuren geïsoleerd; Gemeentehuis Buitenzonwering aangebracht (mede vanwege wetgeving arbeidsomstandigheden).
1994 - - - -
Gymzaal Maatweg twee traditionele ketels door HR- ketels vervangen; Dr. A. Schweitzerschool vier traditionele ketels door HR- ketels vervangen; Groeneweg 14, TL armaturen vervangen door TLD; Brandweerkazerne te Doorwerth vervanging van acht ongeïsoleerde garagedeuren door geïsoleerde en van tochtwering voor¬ziene deuren met dubbele beglazing;
1995 - Gemeentehuis, TL armaturen vervangen door TLD 2e fase; - Groeneweg 14. spouwmuurisolatie aangebracht; - Groeneweg 14. dakisolatie aangebracht;
1996 - - - -
Gemeentehuis TL armaturen vervangen door TLD 3e fase; Bergerhof 1 twee traditionele ketels door HR-ketels vervangen; Benedendorpsweg 188 (GAWAR) drie traditionele ketels door HR-ketels vervangen; Sporthal Doorwerth (warm)waterbesparende douches 1e fase;
23
24
1997 - - - -
Energieonderzoek NEA is afgerond. Aanbevelingen worden opgevolgd; Sporthal Doorwerth (warm)waterbesparende douches 2e fase; Gemeentehuis waterbesparende toiletreservoirs; Zonneboiler actie.
1998/1999 - - -
Windscan- en bevolking draagvlakonderzoek naar windturbines in gemeente; (tegengehouden door GS d.m.v. nieuwe regelgeving en beleidsregels GS.) Zonneboiler op dak gemeentehuis t.b.v. de bedrijfskeuken; Onderzoek naar maximaal rendement op investering milieuvriendelijk verwarmen en koelen o.a. gemeente huis te Oosterbeek.
2002 - -
Volgens LA 21, landelijke agenda enquête, wordt de gemeente Renkum uitgeroepen tot een Duurzame gemeente; Inventariserend globaal onderzoek op haalbaarheid energiecentrale i.s.m. Ede, Wageningen, Arnhem. (snoei- en afvalhout wordt al als grondstof of als brandstof ingezet).
2003/2004 en verder - Uitvoering van KWO installatie milieu vriendelijk verwarmen en koelen monumentaal gemeentehuis. - - - - - - - - - -
Gemeentelijk Hemelwater afkoppel project; Tochtdichtingen bij verscheidene gemeentelijke gebouwen vernieuwen en toepassen; Geleidelijk de gloeilampen verder vervangen door lampen met laag verbruik; Geleidelijk deze sl lampen (bij defect) vervangen door de nieuwe generatie met hoger rendement; Waar mogelijk, mede gelet op afschrijvingstermijnen, traditionele ketels vervangen door HR+ ketels; Tweede zonneboiler actie wellicht i.s.m. een aantal andere gemeenten (te weinig animo); Aankoop van duurzaam opgewekte stroom voor alle gemeentelijke afname punten, gebouwen en installaties, openbare verlichting pompen en gemalen vanaf 2004 en verder; DUBO maatregelen KAN laten uitvoeren in tenminste de projecten, in SOK contracten vastleggen; Het aantal warmte-krachtkoppeling installaties bij bedrijven stimuleren. (Inmiddels 3 stuks.); Het aansporen en ondersteunen van bedrijven en instellingen (verzorgingshuizen)
25 - - - - - -
en hotels tot nog meer energie besparende- en milieu ontzienende maatregelen (Vilente) EPu; Epa verder uit laten voeren. (NUON of ander bedrijf); DuBo verder inhoud geven m.n. op het vlak van energie en toepassing van warmtepompen; Kunstlicht vervuiling terugdringen (in samenwerking met de Veluwse gemeenten. Gemeente Renkum is de organisator/coördinator voor deze Veluwe omringende gemeenten); Duurzaam inkopen verder ontwikkelen, normaal maken; Kadernota Duurzaam Renkum ontwikkelen; Hemelwater afkoppel project van particuliere gebouwen, ± 60 ha. Afgekoppeld.
Algemeen: - In het kader van de wering van verkeerslawaai van o.a. de Utrechtseweg te Oosterbeek zijn enkele honderden (particuliere) woningen voorzien van geluidisolerende beglazing en daardoor ook energietechnisch van warmte isolerende beglazing, voorzien. Daar waar mogelijk zijn en worden de straatverlichtingen voorzien van energiebesparende lampen c.q. armaturen. In de toekomst zullen wellicht bruikbare witte leds worden ontwikkeld. Het energieverbruik zal dan, gezien het absolute lage verbruik en gezien de lichtopbrengst, redelijk verminderen. (De verwachtingen zijn hoger dan metingen en levensduur aangeven!) In de huidige vervangingsstrategie van masten en of armaturen wordt hier nu rekening mee gehouden. - Onderzoek naar verder terugdringen CO2 uitstoot van het ‘stilstaande’ verkeer. - In andere beleidsvelden en taken het onderwerp energie/klimaat als onderdeel van duurzaamheid verder implementeren.
26
Aantekeningen
Aantekeningen
27
28
Aantekeningen