KABOEM! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee Lerarenhandleiding Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding |
1
KABOEM! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee Lerarenhandleiding bij de lessenserie over de lokale geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee voor groep 8 primair onderwijs.
Colofon
Deze lessenserie is ontwikkeld in opdracht van de projectgroep Cultuureducatie met kwaliteit Goeree-Overflakkee. Met dank aan: Stichting WO2 Goeree-Overflakkee OBS de Westhoek, Ouddorp OBS Roxenisse, Melissant Projectburo Scheffers Karin Kievit - Cultuur & Educatie
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding |
3
Inhoud Aansluiting op kerndoelen
7
Wat en hoe?
9
Inleiding
11
Opbouw van de lessenserie
13
Les 1: Inleidende les - Oorlog op het eiland
15
Les 2: Inleidende les - Het verhaal van Arman Peterson
17
Les 3a: Kernles - Voorbereiding bezoek aan crashlocatie
21
Les 3b: Kernles - Bezoek aan crashlocatie
23
Les 4: Verwerking - Stripverhaal maken
25
Bijlage 1: Achtergrondinformatie Stichting WO2 Goeree-Overflakkee
29
Bijlage 2: Bronnenmateriaal les 2
31
Bijlage 3: Werkblad les 3b - Crashplek schetsen
55
Bijlage 4: Werkblad les 4 - Stripverhaal maken
57
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding |
5
Aansluiting op de kerndoelen De lessen in deze handleiding sluiten aan bij de onderstaande kerndoelen: Kerndoel 51 De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren. Kerndoel 52 De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van het tijdvak ‘tijd van de wereldoorlogen’. Kerndoel 54 De leerlingen leren beelden te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om ermee te communiceren. Kerndoel 55 De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. Kerndoel 56 De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding |
7
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding |
9
Afsluiting
Vertellen aan elkaar
Werken met bronnenmateriaal
Introductie
Afsluiting
Tijd
Les 4: Verwerkingsles Stripverhaal maken
Les 3b: Kernles Bezoek aan de crashlocatie
Presenteren
Uitwerken idee
Concept bedenken
Introductie
20 minuten
Print de pdf van het informatiepaneel 5x. www.wo2go.nl/themas/luchtoorlog/informatiepanelen Klaslokaal 10 minuten Print het werkblad voor de leerlingen, zie bijlage 4 of online www.wo2go.nl/educatie. 10 minuten Papier A3 + A4, potloden, zwarte stiften, 20 minuten lijm, scharen.
Klaslokaal 5 minuten
Bekijk de overzichtskaart van de vliegtuigcrashes op www.wo2go.nl/themas/luchtoorlog/informatiepanelen.
Afsluiting
5 minuten
Download de powerpointpresentatie via www.wo2go.nl/educatie.
Terug op school
Locatie
Bekijk het bronnenmateriaal, zie bijlage 2 of online www.wo2go.nl/educatie.
Toon per groepje het werkblad op het digi20 minuten bord ter ondersteuning en om beelden te kunnen delen. 5 minuten
20 minuten
Klaslokaal 5 minuten
30 minuten Print het werkblad voor de leerlingen, zie bijlage 3 of online www.wo2go.nl/educatie. Klaslokaal 20 minuten Zorg voor schrijf- en tekenmateriaal.
Locatiebezoek
Afsluiting
Lees de lerarenhandleiding.
Voorbereiding
15 minuten Download de powerpointpresentatie via www.wo2go.nl/educatie. 5 minuten
Klaslokaal 5 minuten
Ruimte
Les 3a: Kernles Introductie Klaslokaal 2 minuten Voorbereiding bezoek aan crashlocatie Powerpointpresentatie (+ filmpje) Redders in nood 5 minuten
Les 2: Inleidende les Het verhaal van Arman Peterson
Introductie lessenserie
Les 1: Inleidende les Oorlog op het eiland
Powerpointpresentatie
Soort activiteiten
Functie les
Wat en hoe?
Inleiding Lessen beklijven beter als leerlingen kunnen zien, ervaren en beleven. Een bezoek aan een directe cultuurhistorische omgeving (domein 2) en het werken met lokaal bronnenmateriaal helpt leerlingen verbindingen te leggen met de vakken uit de leergebieden ‘oriëntatie op jezelf en de wereld’ en ‘kunstzinnige oriëntatie’. In de kerndoelen en de landelijke canon staat dat binnen het primair onderwijs aandacht moet worden besteed aan de Tweede Wereldoorlog. Dat kan via een geschiedenis- of zaakvakmethode, maar ook door gebruik te maken van bestaande landelijke lespakketten over de Tweede Wereldoorlog. Deze lessenserie is er één die naast de bestaande lesmethode of het landelijk materiaal gegeven kan worden, als lesstofvervangend of verrijkend. Door het actief gebruik van lokaal bronnenmateriaal in de vorm van film, audiofragmenten en foto’s raken leerlingen meer betrokken en geïnteresseerd in de lokale oorlogsgeschiedenis.
Stichting WO2 Goeree-Overflakkee De lessenserie is tot stand gekomen in opdracht van de projectgroep Cultuureducatie met kwaliteit Goeree-Overflakkee, in nauwe samenwerking met Stichting WO2 Goeree-Overflakkee (Stichting WO2GO). Deze stichting houdt zich al sinds 2008 bezig met de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee. Het geluid- en beeldmateriaal dat in deze lessen wordt gebruikt is verkregen dankzij de betrokkenheid en onderzoek van deze stichting. Op de website van Stichting WO2GO is een enorme hoeveelheid aan bronnenmateriaal te vinden. Meer informatie hierover is te vinden in bijlage 1.
Tweede Wereldoorlog In deze lessenserie staan de vliegtuigcrashes die op het eiland hebben plaatsgevonden centraal. Het eiland Goeree-Overflakkee lag precies onder een van de routes van de geallieerde bommenwerpers op weg naar Duitsland. Voor de bezetter was het belangrijk de bommenwerpers zo vroeg mogelijk neer te halen. En een aantal maal is dat inderdaad gelukt: voor zover bekend zijn er zeventig toestellen op of nabij het eiland neergestort.
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 11
De opbouw van de lessenserie De leerlingen volgen eerst een introductie via een powerpointpresentatie en leren over de situatie op het eiland ten tijde van de bezetting. Vervolgens maken zij kennis met het verhaal van Arman Peterson, één van de omgekomen vliegeniers, en gaan zij aan de slag met bronnenmateriaal. Dit onderwerp wordt verder uitgediept wanneer de leerlingen een crash bij hen in de buurt gaan onderzoeken. En uiteindelijk zetten zij hun bevindingen en ervaringen om in een creatieve verwerkingsopdracht. De lessenserie bestaat uit vier lessen: twee inleidende lessen, een kernles en een verwerkingsles.
Les 1: Inleidende les - Oorlog op het eiland Dit is een powerpointpresentatie die verschillende gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog koppelt aan het lokale leven op het eiland. Foto’s, geluidsfragmenten en persoonlijke verhalen van eilandbewoners vormen de basis. De onderwerpen die besproken worden zijn: de overgave, nieuwe regels onder de Duitse bezetting, schaarste, Jodenvervolging, werken voor het Duitse leger, werken in Duitsland, inundatie (onderwaterzetting), bevrijding. U kunt deze presentatie gebruiken om zelf inzicht te krijgen in het leven op het eiland ten tijde van de oorlog. U kunt deze presentatie ook samen met de leerlingen bekijken en met hen de onderwerpen bespreken die aan de orde komen.
Les 2: Inleidende les - Het verhaal van Arman Peterson In deze les leren de leerlingen te werken met bronnenmateriaal van Stichting WO2GO en maken ze kennis met Arman Peterson, een Amerikaanse piloot die in 1943 om het leven gekomen is. Aan de hand van vijf verschillende bronnen onderzoeken de leerlingen wat er met Arman is gebeurd, wie hij was, wat hij op het eiland deed, en dergelijke. Er zijn zeven bronnen: drie ooggetuigenverslagen, een Amerikaans krantenartikel, foto’s uit het familiealbum, foto’s van de vliegbasis en een filmpje. U verdeelt de klas in zeven groepjes en ieder groepje onderzoekt één bron. Met behulp van de werkbladen komen zij meer te weten over hun onderwerp. Vervolgens presenteren de groepjes hun bevindingen aan elkaar en doordat ieder groepje een deel van het verhaal van Arman onderzoekt komen ze geleidelijk aan meer over hem te weten. Tot slot bestaat er de mogelijkheid om via de email in contact te komen met familieleden van Arman in Amerika en hen vragen te stellen.
Les 3: Kernles - Locatiebezoek In de derde les bezoeken de leerlingen een crashlocatie dicht bij school. Ter voorbereiding van het bezoek krijgen de leerlingen een film te zien, onderzoeken ze via het internet welke crash dicht bij hun school heeft plaatsgevonden en bereiden ze hun bezoek aan de locatie voor. Vervolgens gaat u met de leerlingen op pad en bezoekt u de crashlocatie. De leerlingen proberen hier antwoord te krijgen op hun vragen, maken aantekeningen en tekenen een situatieschets. Terug in de klas werken ze deze opdracht verder uit. Les 3 bestaat dus uit twee delen: voorbereiding op het locatiebezoek (3a) en het locatiebezoek zelf (3b).
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 13
Les 4: Verwerkingsles – Stripverhaal maken Deze les is een kunsteducatieve verwerkingsles: het maken van een stripverhaal.
Kenmerken van de lessenserie • Goeree-Overflakkee: eiland met een eigen oorlogsgeschiedenis. • De luchtoorlog boven het eiland. • Omgaan met bronnenmateriaal (foto’s, film, archiefmateriaal) en veldonderzoek. • Kunsteducatieve verwerkingsopdracht om feiten te koppelen aan eigen reflectie en verbeelding.
Leerpunten van de lessenserie • Luchtoorlog op Goeree-Overflakkee. • Vliegtuigcrashes. • Het doen van onderzoek/vragen stellen/antwoorden zoeken. • Het werken met historisch bronnenmateriaal. • Ervaren dat ieder (persoonlijk) verhaal een ander inzicht met zich meebrengt.
14 | Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding
Les 1: Inleidende les - Oorlog op het eiland
Introductie lessenserie 5 min Powerpointpresentatie 15 min Afsluiting 5 min
Lesinhoud De leerlingen leren welke specifieke gevolgen de oorlog heeft gehad voor eilandbewoners en het leven op het eiland. Zij worden zich bewust van de waarde van het gebruik van bronnenmateriaal zoals foto’s, films en interviews. Lesdoelen • De leerlingen leren over de gebeurtenissen op het eiland. • De leerlingen leren een koppeling te maken tussen algemene begrippen over de Tweede Wereldoorlog en de gevolgen die deze hadden voor het leven op het eiland. • De leerlingen leren hoe persoonlijke verhalen en persoonlijk bronnenmateriaal, zoals de foto’s, films, interviewfragmenten van eilandbewoners die in de powerpointpresentatie gebruikt worden, een belangrijk hulpmiddel zijn om geschiedenis te vertellen. Ruimte Klaslokaal Materiaal Powerpointpresentatie les 1 Voorbereiding • Lees de lerarenhandleiding • Download de powerpointpresentatie via www.wo2go.nl/educatie en neem deze door. • Zet de powerpointpresentatie klaar, check geluid en beeld. • Op de site van Stichting WO2GO zijn meer foto’s te zien van meneer De Man en andere eilandbewoners. A. Introductie Informeer de leerlingen over het verloop van de lessenserie. Vraag hen of er thuis wel eens gesproken wordt over de oorlog. Zijn er voorwerpen, foto’s, of verhalen die de leerlingen kunnen meenemen, of vertellen? B. Powerpointpresentatie De presentatie gaat over het leven op het eiland ten tijde van de Tweede Wereldoorlog en behandelt voor de leerlingen bekende begrippen, die ook in de landelijke lesmethodes worden benoemd. De presentatie is gemaakt met beeldmateriaal en geluidsfragmenten van mensen die de oorlog op het eiland hebben meegemaakt. Vorm: klassikaal met behulp van digibord De presentatie kunt u klassikaal bekijken en bespreken. Al kijkende zet u de presentatie bij bepaalde onderwerpen stil om met de leerlingen het gesprek aan te gaan. Wat weten zij van dit specifieke onderwerp, is dit al eerder behandeld in de landelijke lesstof, is er een leerling die misschien een familieverhaal kent, zijn er onderwerpen die u naar de tegenwoordige tijd kunt doortrekken, et cetera.
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 15
Vorm: individueel U kunt er ook voor kiezen leerlingen de presentatie individueel te laten kijken. Bijvoorbeeld als optie om thuis met de ouders te bekijken. De volgende dag kunt u de presentatie dan klassikaal met hen bespreken en vragen wat zij ervan vonden, of hun ouders hebben meegekeken en wat dit thuis heeft losgemaakt. C. Afsluiting Bespreek met de leerlingen wat zij de volgende keer gaan doen. De presentatie van deze les (les 1) is gemaakt dankzij de ervaringen en foto’s van eilandbewoners die de oorlog zelf hebben meegemaakt. In les 2 gaan de leerlingen zelf aan de slag en onderzoeken zij het persoonlijke verhaal van Arman Peterson. Aandachtspunten • Denk ook aan de leerlingen wiens ouders niet in Nederland geboren zijn. Hebben zij een oorlog meegemaakt? Hebben ze hier nog mee te maken? Maak ruimte voor deze verhalen als dit voor het betreffende leerling(en) bespreekbaar is. • De foto’s in de powerpointpresentatie zijn van de privécollectie van meneer De Man. Hij had een winkeltje in Dirksland. Duitse soldaten maakten foto’s om naar hun familie op te sturen en meneer De Man ontwikkelde de foto’s. Veel van de foto’s heeft hij dubbel ontwikkeld en al die tijd bewaard. Stichting WO2GO heeft de foto’s gescand en op de site gezet.
16 | Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding
Les 2: Inleidende les - Het verhaal van Arman Peterson Introductie Bronnenmateriaal Vertellen aan elkaar Afsluiting
5 min 20 min 20 min 5 min
Lesinhoud In deze les onderzoeken de leerlingen het verhaal van Arman Peterson. Wie was hij? Waar kwam hij vandaan? Wat deed hij? Hoe zag hij er uit? Wie was zijn familie? Wat is er met hem gebeurd? Aan de hand van verschillende bronnen, verzameld door Stichting WO2GO, werken de leerlingen in kleine groepjes. Ieder groepje onderzoekt één bron en vertelt naderhand klassikaal wat zij te weten gekomen zijn. Achtergrond informatie voor de leerkracht Vliegtuigen speelden in de Tweede Wereldoorlog een cruciale rol. Bommenwerpers van zowel het Duitse leger als de geallieerden hebben honderd duizenden doden op hun geweten. Denk aan de bombardementen van het Duitse leger op Rotterdam, Londen en andere steden. Maar ook de bommenwerpers van de Amerikaanse en Engelse luchtmacht hebben grote schade aangebracht op Duits grondgebied. Zij vlogen van Engeland richting Duitsland vaak over Goeree-Overflakkee. Ongeveer zeventig vliegtuigen zijn op het eiland of in de wateren rondom neergestort, waarvan er één bemand werd door Arman Peterson. Werkwijze De klas wordt in groepjes verdeeld. Ieder groepje krijgt één van de bronnen om te onderzoeken en de daarbij de behorende werkbladen. Geef de leerlingen 15 tot 20 minuten de tijd om hun onderzoekje te doen. Daarna delen zij hetgeen zij te weten zijn gekomen zijn met de rest van de klas. Zorg ervoor dat de presentatie in de juiste volgorde gebeurt, zodat de leerlingen geleidelijk aan meer te weten komen over Arman Peterson. Lesdoelen • De leerlingen leren kennis te maken met bronnenmateriaal. • De leerlingen leren over een specifieke gebeurtenis, namelijk over een vliegtuigcrash op het eiland waarbij een Amerikaanse piloot om het leven kwam. • De leerlingen leren de waarde van historisch bronnenmateriaal en onderzoek. • De leerlingen leren dat een gebeurtenis niet één waarheid kent, maar verschillende gezichtspunten heeft. • De leerlingen doen ervaring op in het presenteren van hun onderzoek. Ruimte Klaslokaal
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 17
Materiaal Werkbladen voor de leerlingen bronnen 1 tot en met 7 (bijlage 2): • Bron 1 Ooggetuige verslag Jan • Bron 2 Ooggetuige verslag Marie • Bron 3 Ooggetuige verslag Klara • Bron 4 Verslag journalist • Bron 5 Familiealbum Arman Peterson • Bron 6 Fotoalbum vliegbasis Arman Peterson • Bron 7 Film met Arman Peterson Voorbereiding • Print (www.wo2go.nl/educatie) of kopieer (bijlage 2) de werkbladen voor de leerlingen. • Neem de werkbladen en het bronnenmateriaal door. • Verdeel de klas in groepjes en bedenk welk groepje met welk bronnenmateriaal aan de slag gaat. Besluit of de leerlingen het vanaf de computer, of vanaf geprinte versies met het bronnenmateriaal aan de slag gaan en tref de nodige voorbereidingen hiervoor. • Reserveer één computer voor het zien van het filmpje. A. Introductie Vertel de leerlingen over de rol van vliegtuigen in de Tweede Wereldoorlog. De overgave van Nederland en het bombardement van Rotterdam. En ook de enorme aantallen doden die vielen bij de bombardementen door geallieerde vliegtuigen op Duitse steden. Deze vliegtuigen vertrokken uit Engeland en vlogen over Goeree-Overflakkee richting Duitsland. Een aantal van deze vliegtuigen is op het eiland neergeschoten door Duitse soldaten, of Duitse gevechtsvliegtuigen. Leg de leerlingen uit dat ze in groepjes één van deze crashes gaan onderzoeken met behulp van verschillend bronnenmateriaal. Bespreek met hen wat bronnenmateriaal is, hoe het helpt de waarheid te achterhalen en dat een verscheidenheid aan bronnen helpt om inzicht te krijgen vanuit verschillende invalshoeken (audio, fotografie, film, verslagen uit eerste hand en verslagen uit kranten). Bespreek ook dat bronnen niet altijd de waarheid vertellen, dat je veel dingen te weten komt (maar veel ook niet) en dat het bestuderen van bronnen vaak nieuwe vragen oproept. B. Werken met bronnenmateriaal Er zijn zeven bronnen: drie ooggetuigenverslagen van eilandbewoners, een artikel uit een Amerikaanse krant, twee fotoalbums en een filmpje. Verdeel de klas in groepjes en deel het bronnenmateriaal en de werkbladen uit. De leerlingen bestuderen het materiaal en beantwoorden de vragen. Stimuleer de leerlingen ook zelf vragen te bedenken, wat willen zij nog meer te weten komen? En laat hen deze vragen opschrijven. Geef de leerlingen 20 minuten de tijd. N.B. Wilt u minder bronnenmateriaal gebruiken, of de klas in minder groepjes verdelen dan zeven, dan raden wij aan één of twee ooggetuigenverslagen te schrappen.
18 | Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding
C. Vertellen aan elkaar Vervolgens vertellen alle groepjes aan de klas wat ze te weten zijn gekomen. Het is belangrijk om de presentaties in een specifieke volgorde te laten houden. Op deze manier krijgt de klas stapje voor stapje het verhaal van Arman Peterson te horen en wordt het verhaal steeds duidelijker voor de hele klas. De volgorde van presentaties die u aan moet houden is als volgt: • Bron 1 ooggetuige verslag Jan • Bron 2 ooggetuige verslag Marie • Bron 3 ooggetuige verslag Klara • Bron 4 Verslag journalist • Bron 5 Familiealbum Arman Peterson • Bron 6 Fotoalbum vliegbasis Arman Peterson • Bron 7 Film met Arman Peterson Het is handig hierbij het digibord als ondersteunend medium te gebruiken. De leerlingen kunnen hun bronnenmateriaal via het digibord met hun klasgenootjes delen. D. Afsluiting Bespreek met de leerlingen hoe zij stapje voor stapje meer te weten zijn gekomen over Arman Peterson en zijn rol tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hebben zij alle informatie in één keer kunnen achterhalen, hebben ze door de presentaties van de andere groepjes een beter beeld gekregen van wat er precies gebeurd is? Welke toegevoegde waarde had hun eigen bronnenmateriaal, wat vonden zij het belangrijkste? Hebben ze geleerd dat een verhaal verschillende kanten heeft? Mailen met de familie van Arman Peterson Stichting WO2GO heeft al jaren contact met de familie van Arman Peterson. Ze ondersteunen de projecten van de stichting en zijn al een aantal keer naar Goeree-Overflakkee gekomen. Ze vinden het erg leuk dat er nu ook een les komt over de Tweede Wereldoorlog waar hun oom een rol in speelt. Via e-mail mogen de leerlingen contact zoeken en vragen stellen over Arman Peterson. De familie is te bereiken via:
[email protected] (Gary Peterson) of
[email protected] (Jon Hales).
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 19
Les 3a: Kernles - Voorbereiding bezoek aan crashlocatie Introductie Powerpointpresentatie Afsluiting
2 min 5 min 5 min
Lesinhoud In deze les bereiden de leerlingen zich voor op het bezoeken van een crashlocatie bij hen in de buurt en vervolgens bezoeken ze deze locatie. Allereerst achterhalen ze via de website van Stichting WO2GO waar er een crash heeft plaatsgevonden en bedenken ze een tiental vragen die zij op de locatie zelf proberen te beantwoorden. Werkwijze Les 3 bestaat uit twee onderdelen a en b. Les 3a is de voorbereiding op het locatiebezoek en in les 3b bezoeken de leerlingen de locatie. Het is belangrijk om minimaal één dag tussen beide onderdelen te organiseren, zodat de leerlingen zich goed kunnen voorbereiden op het bezoek. Lesdoelen • De leerlingen leren te achterhalen waar crashes op het eiland hebben plaatsgevonden. • De leerlingen leren vragen te formuleren over de crash. Ruimte Klaslokaal Materiaal • Powerpointpresentatie Redders in nood met filmpje en opdrachten • Kaart met crashlocaties Voorbereiding • Download de powerpointpresentatie via www.wo2go.nl/educatie. • Bekijk de overzichtskaart van de vliegtuigcrashes op www.wo2go.nl/themas/luchtoorlog/informatiepanelen • Lees door wat de leerlingen in de verwerkingsles gaan doen. Dit bepaalt namelijk hoe de leerlingen in deze en de volgende lessen gaan samenwerken. A. Introductie Blik even kort terug op de vorige les, de crash van piloot Arman Peterson. Vraag de leerlingen of er meer crashes hebben plaats gevonden. Misschien hebben ze er over gehoord, of zijn ze wel eens langs één van de informatiepanelen gefietst. B. Powerpointpresentatie: Redders in nood De powerpointpresentatie bevat informatie direct aan de leerlingen gericht. Doorloop de presentatie klassikaal. De leerlingen krijgen hierin een filmpje te zien van een crash met aansluitend twee opdrachten. • Opdracht 1: zoek een crash vlakbij school (kan klassikaal). • Opdracht 2: bedenk acht vragen die je over deze crash beantwoord wilt hebben.
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 21
Mogelijke vragen die leerlingen kunnen bedenken: Waar kwam de piloot vandaan? Wat was zijn opdracht? Wie waren er nog meer aan boord? Waarom zou de piloot hier gevlogen hebben? Hoe zullen de bemanningsleden zich hebben gevoeld? Welke rol speelden vliegtuigen en vooral bommenwerpers in de oorlog? (Denk aan het bombardement van Rotterdam, Arnhem, Londen, maar ook Duitse steden.) C. Afsluiting Laat de leerlingen samenvatten wat er in dit lesonderdeel aan de orde is gekomen. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een klassegesprek. Vertel de leerlingen wat de eindopdracht is en hoe ze hun ervaringen gaan presenteren. Dat helpt hen duidelijk te krijgen waar ze naar moeten zoeken op de crashlocatie.
22 | Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding
Les 3b: Kernles - Bezoek aan de crashlocatie Vertrek van school Locatiebezoek Terug op school Afsluiting
10 min 30 min 20 min 5 min
Lesinhoud De leerlingen bezoeken de locatie waar de vliegtuigcrash heeft plaats gevonden. Door goed om zich heen te kijken, het herdenkingspaneel te lezen en misschien zelfs door bij mensen thuis aan te bellen gaan ze op zoek naar de antwoorden op hun vragen. Daarnaast maken zij een schets. Lesdoelen • De leerlingen leren op een andere manier naar een voor hen bekende omgeving te kijken. • De leerlingen leren om veldonderzoek te doen. Locatie Crashlocatie in de buurt van de school Materiaal Bijlage 3: Werkblad les 3b - Crashplek schetsen + Voorbeeldschets Voorbereiding • Vraag ouders als begeleider en ga lopend, per fiets of met de auto. • Laat de leerlingen hun vragen uit les 3a meenemen. • Print het werkblad voor de leerlingen, zie bijlage 3 of online www.wo2go.nl/educatie. • Print de pdf van het informatiepaneel 5x, www.wo2go.nl/themas/luchtoorlog/informatiepanelen (zo hoeft niet de hele klas rond het paneel te staan om de antwoorden te achterhalen). • Zorg voor tekenvellen en schrijf- en tekenmateriaal. • Neem klemborden mee om op te schrijven of te tekenen. • De leerlingen kunnen op de crashlocatie ook foto’s of filmpjes maken. A. Vertrek van school Plan voldoende tijd in om te vertrekken naar de locatie en spreek de route af. Maak alvast groepjes, zodat de leerlingen weten met wie ze samenwerken en koppel hier eventueel een begeleider aan. B. Onderzoek op de locatie De leerlingen hebben op de locatie twee opdrachten te vervullen. Ze proberen hun vragen uit les 3a te beantwoorden en ze maken een omgevingsschets. Opdracht 1: beantwoorden vragen uit les 3a Het beantwoorden van de vragen doen ze onder andere met behulp van de teksten op het informatiepaneel. Bespreek daarnaast met hen waarom zij denken dat het informatiepaneel is neergezet. Vinden zij het belangrijk dat de panelen er zijn? Lukt het hen om alle vragen die zij hadden bedacht te beantwoorden? Het zoeken naar antwoorden in het verleden roept soms meer vragen op dan dat het antwoorden oplevert. Bespreek met de leerlingen hoe dat komt.
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 23
Opdracht 2: omgevingsschets De tweede opdracht is een tekenopdracht. Op A4-papier tekenen de leerlingen de crashlocatie (zie werkblad bijlage 3). Punten die ze in deze tekening moeten schetsen zijn de objecten die de piloot vanuit zijn vliegtuig gezien zou hebben. De dijk, de bomen, de huizen, de auto’s … Wat was er toen, zeventig jaar geleden, ook al en wat nog niet? Uit welke richting kwam het vliegtuig? Waar vloog het naar toe? Waar is het neergestort? Vertel de leerlingen dat de tekening geen artistiek verantwoorde tekening hoeft te zijn. Het gaat om een schetsmatige tekening, situatieschets. C. Terug op school De opdrachten kunnen op school afgemaakt worden. Zet hierbij de pdf van het informatiepaneel op het digibord, zodat de leerlingen hier naar antwoorden kunnen zoeken. D. Afsluiting Laat de leerlingen samenvatten wat er in dit lesonderdeel aan de orde gekomen is. Was het makkelijk om hun eigen vragen te beantwoorden? Hebben ze iets nieuws geleerd? Wat vonden ze van het bezoek aan de locatie? Vonden ze het leuk om zelf onderzoek te doen? Doe dit in de vorm van een klassegesprek.
24 | Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding
Les 4: Verwerking - Stripverhaal maken Introductie les Concept bedenken Uitwerken idee Presenteren
10 min 10 min 20 min 20 min
Lesinhoud In deze les verwerken de leerlingen datgene wat ze geleerd hebben en hun persoonlijke ervaringen op een kunsteducatieve manier: zij maken een stripverhaal. Lesdoelen • De leerlingen leren te reflecteren op hun opgedane kennis over de Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee en dit vorm te geven in een beeldende opdracht. • De leerlingen leren dat het vertellen van een historisch verhaal via een stripverhaal tot stand komt met behulp van feiten, meningen en verbeeldingskracht. Ruimte Klaslokaal Materiaal Bijlage 4: Werkblad les 4 - Stripverhaal maken Voorbereiding • Print het werkblad voor de leerlingen, zie bijlage 4 of online www.wo2go.nl/educatie. • Lees de werkbladen door. • Bedenk hoe stripverhalen opgemaakt zijn. Er bestaan ook stripverhalen over de oorlogstijd die u als voorbeeld voor de leerlingen kunt gebruiken. Bijvoorbeeld: Slag om Arnhem: De Brug, september 1944/Slag om Arnhem: Hotel Hartenstein, september 1944/Strijd om de Grebbeberg. • Leg de materialen klaar: papier A3 + A4, potloden, zwarte stiften, lijm, scharen. • Schuif eventueel de banken naar elkaar toe, zodat de leerlingen makkelijk in hun groepje kunnen werken. • Vertoon het informatiepaneel op het digibord www.wo2go.nl/themas/luchtoorlog/informatiepanelen. • Reserveer een aantal computers zodat leerlingen nog extra informatie kunnen achterhalen die zij in de striptekening willen verwerken. A. Introductie In deze les maken de leerlingen een gezamenlijk stripverhaal over de crash, bestaande uit zes scènes. De klas wordt in zes groepen verdeeld en iedere groep tekent één specifieke scène van het stripverhaal. Als alle scènes getekend zijn en achter elkaar worden gelegd vormen de tekeningen één verhaal.
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 25
• Geef ieder groepje een scène en bijbehorend werkblad. • Bespreek de specifieke kenmerken van een strip: personen/voorwerpen/landschap/tekstballonnen/tekstkader waar informatie in staat/zwart omlijnde tekening/extra tekens en belijning die uitspraken kracht bij zetten of geluiden en beweging verbeelden. • Laat de leerlingen een rolverdeling maken: sommigen leerlingen tekenen liever, anderen richten zich op de verbeelding van geluiden of schrijven teksten. • Laat een aantal leerlingen onderzoek doen om de feiten te achterhalen: wanneer is het gebeurd (jaargetijde - overdag of avond). Extra onderzoek kan nodig zijn om de tekstkaders van feiten te voorzien. • Geef de leerlingen 10 minuten om te overleggen wat ze willen vertellen en welke rol een ieder krijgt. De zes scènes voor het stripverhaal zijn: 1. Vertrek van de basis, de opdracht aan de piloot. 2. Voorbereidingen, het opstijgen van het vliegtuig. 3. Vliegen over zee, gevaar dat onderweg loert. 4. Problemen boven Goeree-Overflakkee. 5. Het vliegtuig stort neer. 6. Vliegtuig is neergestort, gevolgen voor piloot en omgeving. Per scène is er een overzicht voor de leerlingen om hen te helpen bij het realiseren van hun opdracht, zie werkblad. Als iedereen klaar is, worden de scènes achter elkaar gelegd en bespreken de leerlingen elkaars werk en het eindresultaat. Het stripverhaal kan vervolgens worden tentoongesteld aan de ouders, of andere klassen. U kunt de scènes ook fotograferen en in de schoolkrant plaatsen, op de website van de school, of u stuurt het beeldmateriaal door naar de lokale krant of televisie die er een item van kan maken. Stichting WO2GO blijft graag op de hoogte van de vorderingen en plaatst het materiaal indien gewenst ook op haar website. Tips • Als basis voor de totale scene geeft u de leerlingen een A3-vel papier, waar alleen het landschap en de lucht op worden getekend. • Losse elementen, zoals vliegtuigen, vliegbasistoren, huizen, personen, parachutisten, huizen, vijand, etc. worden op een A4-papier getekend en duidelijk met zwart omlijnd (zoals in een stripverhaal). • Losse elementen, zoals tekstballonnen, kreten, geluidseffecten, feitelijke informatie etc. worden op A4-papier gemaakt. • De losse elementen kunnen worden uitgeknipt en op het A3-vel neergelegd (maar nog niet vastgeplakt). • De leerlingen bespreken eerst met elkaar hoe alle elementen een plek krijgen op het vel. Als de leerlingen tevreden zijn met het resultaat plakken ze alle losse onderdelen vast. • Door de onderdelen met zwart te omlijnen (zoals in echte strips) en apart uit te knippen en op het A3-vel op te plakken krijgen de tekeningen en teksttoevoegingen visueel meer daadkracht. • Als de leerlingen tevreden zijn met het resultaat plakken ze alles losse onderdelen vast.
26 | Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding
Materiaal • A3-papier. Ieder groepje gebruikt een A3-papier als basisvel. Hier tekenen zij het landschap op. • A4-papier om onderdelen (vliegtuig(en)/piloten/huizen/boerderijen etc.) op te tekenen. Deze onderdelen worden vervolgens zwart omlijnd, ingekleurd, uitgeknipt om vervolgens op het A3basisvel geplakt te worden. • A4-vellen om tekstballonnen op te schrijven en feitenkaders. • Potloden. • Zwarte stiften om te omlijnen. • Schaar. • Lijm. B. Zelfstandig aan de slag Nadat de leerlingen uitleg hebben gekregen, gaan ze zelf aan de slag en bespreken de rolverdeling. Help de leerlingen bij hun rolverdeling door vragen te stellen, zoals: welke leerlingen tekenen graag, wie zoekt graag dingen uit, wie doet de special effects, schrijft de dialogen, etc. Vragen die kunnen helpen om de leerlingen te laten inleven: Welke scène moet het groepje uitwerken? Wat is er dan allemaal te zien? Waar bevindt het vliegtuig zich? Welke feitelijke informatie is hierover te achterhalen? Om hoeveel vliegtuigen gaat het? Wat was het weer / moment van de dag / het jaargetijde, wat zeggen de piloten tegen elkaar etc. C. Presenteren Zijn de tekeningen klaar, dan kunnen ze in volgorde gelegd worden. Hang de tekeningen achter elkaar aan de muur, of leg ze op de grond. Laat elke groepje vertellen hoe zij te werk zijn gegaan en bespreek daarna klassikaal het eindresultaat. D. Afsluiting Ter afsluiting van de lessenserie is het belangrijk om met de leerlingen te evalueren. Ze zijn de afgelopen weken intensief met het onderwerp aan de gang gegaan en hebben middels verschillende werkvormen kennis gemaakt met het leven op Goeree-Overflakkee tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wat hebben ze geleerd over de oorlog op hun eiland? Wat is hen het meest bijgebleven? Welke werkvormen vonden zij interessant of leuk om te doen? Hebben ze er thuis over gesproken? Uiteindelijk koppelt u terug naar het gezamenlijke werk: het stripverhaal. Bedenk samen met de leerlingen wat ermee wordt gedaan: ophangen in de gang, presenteren aan andere klassen, foto’s maken van de strip en deze presenteren op de website, het schoolblad of (met een begeleidend artikel) aanbieden aan de lokale pers.
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 27
Bijlage 1: Achtergrondinformatie Stichting WO2 Goeree-Overflakkee Stichting WO2 Goeree-Overflakkee (WO2GO) is een vrijwilligersorganisatie die zich al sinds 2008 bezig houdt met het in kaart brengen van de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee. De stichting heeft onder andere een grote rol gespeeld bij de restauratie en het aanbrengen van informatiepanelen bij bunkers. Er is veel lokale info verzameld, zoals beeldmateriaal, verhalen, filmmateriaal, etc. Via de website en publicaties ontsluit de stichting dit voor een breed publiek. Ook is de stichting nauw betrokken bij en initieert zij verschillende herdenkingsdiensten en festiviteiten. Vrijwilligers van de stichting inventariseren de vliegtuigcrashes die op het eiland hebben plaatsgevonden en gaan hierbij grondig te werk. Familieleden van piloten worden opgezocht en uitgenodigd naar het eiland te komen. Vele familieleden van over de hele wereld waren aanwezig bij de onthulling van de herdenkingsborden. De stichting is op veel manieren bezig en zichtbaar. Deze lessenserie gaat over de specifieke oorlogsgeschiedenis van het eiland. Het beeldmateriaal en de geluidsfragmenten zijn allemaal van het eiland, verkregen dankzij het onderzoek en het bronnenmateriaal van Stichting WO2GO. De foto’s in de powerpointpresentatie van les 1 komen vooral uit de persoonlijke verzameling van meneer De Man. Meneer De Man was fotograaf en had een winkeltje in Dirksland waar hij onder andere foto’s ontwikkelde. Duitse soldaten die hier gelegerd waren, wilden hun familie thuis in Duitsland graag laten zien hoe zij het hier hadden. Zij maakten foto’s en meneer De Man ontwikkelde deze. En daarnaast ontwikkelde hij sommige foto’s voor zichzelf. Zo bouwde hij een kleine verzameling op, waar wij nu dankbaar gebruik van maken. De geluidsfragmenten die we gebruiken zijn korte stukjes, geselecteerd uit interviews van de lokale radio-omroep. Gelukkig hebben zij deze mannen en vrouwen geïnterviewd en zijn deze banden later ter beschikking gesteld aan Stichting WO2GO. Foto’s en film uit les 3 zijn afkomstig van de familie van de Amerikaanse piloot. Dankzij de goede betrekkingen die Stichting WO2GO met deze mensen onderhoudt, hebben we dit materiaal tot onze beschikking gekregen. www.wo2go.nl
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 29
Bijlage 2: Bronnenmateriaal les 2
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 31
Bron 1 OOGGETUIGENVERSLAG van meneer Jan Tanis Met de hele klas zijn jullie op zoek naar wat er gebeurd is met piloot Arman Peterson. Ieder groepje heeft een stukje informatie gekregen. Jullie groepje gaat de herinnering van meneer Jan Tanis lezen. Daarna schrijven jullie op wat je te weten zijn gekomen over meneer Tanis en over de piloot die is neergestort. Meneer Tanis werd een paar jaar geleden geïnterviewd over iets wat hij had meegemaakt in de oorlog. Meneer Tanis is geboren in 1938 en was twee jaar toen de oorlog uitbrak. Toen hij vijf was gebeurde er iets wat hij nooit is vergeten.
Opdracht 1 Lees het verhaal van meneer Tanis met je groepje. Eén persoon uit jullie groepje leest voor of iedereen leest de tekst in stilte. Beantwoord daarna de vragen. Meneer Tanis was bij zijn oma, die woonde toen aan de Oostdijkseweg. Hij was vaak bij oma, dan kon zijn moeder werken. Op 1 juli in de middag was hij weer bij haar. Het is zo lang geleden, meneer Tanis kan zich niet veel meer herinneren. Het enige dat hij nog weet, is dat hij in de tuin stond en ineens een parachute naar beneden zag komen. Hij deed snel zijn klompen uit, omdat hij zonder klompen veel harder kon lopen. Op zijn sokken rende hij naar de plek waar de piloot zou neerkomen. Hij herinnert zich dat hij nog nooit zo hard had gelopen. Oma riep hem nog, maar de kleine Jan Tanis vloog over het weiland. Toen hij op de plek aankwam lag de piloot op de grond. Hij lag stil. Om hem heen stonden Duitse soldaten te praten met elkaar. Toen ze Jan zagen schreeuwden ze iets tegen hem en maakten ze armbewegingen dat hij weg moest gaan. Jan rende snel terug naar zijn oma. Zij was blij dat hij weer heelhuids terug was gekomen. En maakte voor hem een beker warme melk met honing. Meneer Tanis herinnert zich nog goed dat zijn moeder niet zo makkelijk reageerde. Die was toch boos ’s avonds! Wat heeft hij op zijn kop gekregen. En weet je waarom? Omdat hij z’n sokken kapot had gemaakt van al dat rennen over het weiland. Maar of dat nou de reden was dat zijn moeder zo boos was? Ze was wat blij dat er met hem niks ergs gebeurd was. De schrik zat er bij haar goed in. Maar meneer Tanis herinnert zich alleen nog het avontuur dat hij had meegemaakt. Hij was zo klein dat hij zich niet bewust was van het gevaar.
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 33
Opdracht 2: A.
Onderstreep de feiten die je in het verhaal tegenkomt. De punten waarvan je bijna zeker bent die kloppen. Zoals bijvoorbeeld: de datum en het tijdstip, met wie Jan was, waar hij was, wat hij ging doen, etc. Onderstreep deze feiten, of kleur ze met een markeerpen. Schrijf ze hieronder puntsgewijs op.
B. Wat zijn jullie te weten gekomen over de piloot?
C. Meneer Tanis heeft toen hij vijf jaar was, iets spannends meegemaakt tijdens de oorlog: hij heeft een piloot uit de lucht zien vallen. Is meneer Tanis zijn verhaal betrouwbaar, denken jullie? Waarom wel? Waarom niet?
34 | Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding
D. Vragen van jullie Jullie hebben de feiten van Jan zijn verhaal genoteerd. Maar weten jullie nu ook alles? Door onderzoek te doen kom je dingen te weten, maar er zijn soms ook vragen waar je geen antwoord op kunt vinden. Schrijf hieronder de vragen op die jullie nu hebben. Denk bijvoorbeeld aan: informatie die jullie over de piloot willen weten, of over de Duitse soldaten.
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 35
Bron 2 OOGGETUIGENVERSLAG van mevrouw Marie Klaassen Met de hele klas zijn jullie op zoek naar wat er gebeurd is met piloot Arman Peterson. Ieder groepje heeft een stukje informatie gekregen. Jullie groepje gaat de herinnering van mevrouw Marie Klaassen lezen. Daarna schrijven jullie op wat je te weten bent gekomen over mevrouw Klaassen en over de piloot die is neergestort. Mevrouw Klaassen werd een paar jaar geleden geïnterviewd over iets wat ze had meegemaakt in de oorlog. Mevrouw Klaassen is geboren op 24 december 1940. Ze was dus een baby toen de oorlog begon. Toen ze drie was gebeurde er iets wat ze nooit is vergeten.
Opdracht 1 Lees het verhaal van mevrouw Klaassen in je groepje. Eén persoon uit jullie groepje leest voor of iedereen leest de tekst in stilte. Beantwoord daarna de vragen. Op 1 juli 1943 ging de kleine mevrouw Klaassen op bezoek bij haar oma in Ouddorp. Zelf woonde ze aan de Lageweg tegenover boerderij Zeezicht. Iedere donderdag fietste mevrouw Klaassen met haar moeder naar oma. Ze zat dan achterop, want ze was pas drie jaar. Terug naar huis, toen ze al op de Lageweg reden, ontstond er plotseling een gevecht tussen vliegtuigen. Ze vlogen hoog in de lucht, maar er was veel herrie van die vliegtuigen en ze hoorden zelfs schieten. De kleine Marie deed van schrik haar handjes aan haar oren. Mama tilde haar uit de fiets en nam haar in haar armen. Samen keken ze omhoog. Niet lang nadat de eerste schoten waren afgevuurd zagen ze iets uit één van de vliegtuigen vallen. Een parachute opende zich en ze zagen een man heel langzaam naar beneden komen. Dit gebeurde in de buurt van het Haringvliet. Mevrouw Klaassen herinnert zich dat een vliegtuig een paar keer op de parachute schoot. De wind blies hem over de duinen richting boerderij Zeezicht. Hier waren toen heel veel bunkers en ze was er zeker van dat ze hier vandaan ook schoten hoorde. Marie en haar moeder waren toen al vlakbij. Weer hoorden ze geweerschoten en de parachutist kwam ineens veel sneller naar beneden. Hij stortte neer en viel precies in hun richting neer, niet ver van de weg. Hij was vast dood. Snel fietste haar moeder door, bang voor de Duitse soldaten die er snel bij zouden zijn. Het is heel raar. Mevrouw Klaassen was pas drie jaar oud en toch kan zij zich dit allemaal nog goed herinneren. Ze heeft het er nog vaak met haar moeder over gehad en zich afgevraagd hoe het met die piloot afgelopen was. Ze fantaseerde later vaak over de piloot. Dat hij uit Engeland kwam en dat hij een dochtertje had net zo oud als zij. Maar ja, dat verzon ze natuurlijk maar.
36 | Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding
Opdracht 2 A.
Onderstreep de feiten die je in het verhaal tegenkomt. De punten waarvan je bijna zeker bent die kloppen. Zoals bijvoorbeeld: de datum en het tijdstip, met wie mevrouw Klaassen was, waar ze was, wat ze ging doen, etc. Onderstreep deze feiten, of kleur ze met een markeerpen. Schrijf ze hieronder puntsgewijs op.
B. Wat zijn jullie te weten gekomen over de piloot?
C. Mevrouw Klaassen heeft toen ze drie jaar was, iets spannends meegemaakt tijdens de oorlog: ze heeft een piloot uit de lucht zien vallen. Is mevrouw Klaassen’s verhaal betrouwbaar, denken jullie? Waarom wel? Waarom niet?
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 37
D. Vragen van jullie Jullie hebben de feiten van mevrouw Klaassen haar verhaal genoteerd. Maar weten jullie nu ook alles? Door onderzoek te doen kom je dingen te weten, maar er zijn soms ook vragen waar je geen antwoord op kunt vinden. Schrijf hieronder de vragen op die jullie nu hebben. Denk bijvoorbeeld aan: informatie die jullie over de piloot willen weten, of over de Duitse soldaten.
38 | Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding
Bron 3 OOGGETUIGENVERSLAG van Klara de Mol Met de hele klas zijn jullie op zoek naar wat er gebeurd is met piloot Arman Peterson. Ieder groepje heeft een stukje informatie gekregen. Jullie groepje gaat de herinnering van mevrouw Klara de Mol lezen. Daarna schrijven jullie op wat je te weten bent gekomen over mevrouw De Mol en over de piloot die is neergestort. Mevrouw De Mol werd een paar jaar geleden geïnterviewd over iets wat ze had meegemaakt in de oorlog. Mevrouw De Mol is geboren op 31 augustus 1931. Ze was dus 9 jaar toen de oorlog begon. Toen ze 12 was gebeurde er iets wat ze nooit is vergeten.
Opdracht 1 Lees het verhaal van mevrouw De Mol in je groepje. Eén persoon uit jullie groepje leest voor of iedereen leest de tekst in stilte. Beantwoord daarna de vragen. Mevrouw Klara de Mol herinnert het zich nog goed. Ze was op de trouwerij van vrienden van de familie, Geertje en Job. In het stadhuis van Goedereede waren ze. Toen de ceremonie klaar was, zo ongeveer om vier uur, ging iedereen naar het huis van de bruid aan de Oostdijkseweg 57. Het was oorlog, maar het was ook fijn dat er een feest was. De stemming was heel gezellig. En toen gebeurde het. Boven in de lucht ontstond er een gevecht. Klara weet niet hoeveel vliegtuigen er in totaal waren, of waar ze vandaan kwamen. De groep moest stoppen, want het was te gevaarlijk om door te lopen. Stel je voor dat er een vliegtuig naar beneden zou storten. Ze stonden te kijken en zagen een piloot uit het vliegtuig springen. Z’n parachute sprong gelukkig open en heel langzaam, heel langzaam kwam hij naar beneden. Klara en haar vrienden waren zo nieuwsgierig dat ze zonder nadenken richting de piloot renden. Achteraf best gevaarlijk natuurlijk. Ze sneden af en liepen door de velden in de richting van de Lageweg. Plots waren daar geweerschoten. Een Duitse soldaat beschoot de piloot. De parachute scheurde en de piloot stortte neer. Toen mevrouw De Mol op de plek kwam, lag de piloot met zijn gezicht op de grond. Een soldaat duwde het lichaam met zijn voeten om te zien of de pilot nog leefde, maar dat was natuurlijk niet meer zo. De jongens moesten de piloot omdraaien en toen de kleine mevrouw De Mol al het bloed zag kon zij het niet meer aan en rende ze weg. De soldaat die had geschoten, stond bekend als Rooie Hans. Hij werd gestraft door zijn leger, omdat hij nooit op de piloot had mogen schieten.
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 39
Opdracht 2 A.
Onderstreep de feiten die je in het verhaal tegenkomt. De punten waarvan je bijna zeker bent die kloppen. Zoals bijvoorbeeld: de datum en het tijdstip, met wie mevrouw De Mol was, waar ze was, wat ze ging doen, etc. Onderstreep deze feiten, of kleur ze met een markeerpen. Schrijf ze hieronder puntsgewijs op.
B. Wat zijn jullie te weten gekomen over de piloot?
C. Mevrouw De Mol heeft toen ze drie jaar was, iets spannends meegemaakt tijdens de oorlog: ze heeft een piloot uit de lucht zien vallen. Is het verhaal van mevrouw De Mol betrouwbaar, denken jullie? Waarom wel? Waarom niet?
40 | Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding
D. Vragen van jullie Jullie hebben de feiten van het verhaal van mevrouw De Mol genoteerd. Maar weten jullie nu ook alles? Door onderzoek te doen kom je dingen te weten, maar er zijn soms ook vragen waar je geen antwoord op kunt vinden. Schrijf hieronder de vragen op die jullie nu hebben. Denk bijvoorbeeld aan: informatie die jullie over de piloot willen weten, of over de Duitse soldaten.
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 41
Bron 4 VERSLAG van een journalist Met de hele klas zijn jullie op zoek naar wat er gebeurd is met piloot Arman Peterson. Ieder groepje heeft een stukje informatie gekregen. Jullie groepje leest een artikel van een Amerikaanse journalist over Arman Peterson. Hij schreef dit in de Amerikaanse krant “Stars and Stripes’, op donderdag 8 juli in 1943. Daarna schrijven jullie op wat je te weten bent gekomen over Arman Peterson.
Opdracht 1 Lees het verhaal van de journalist in je groepje. Eén persoon uit jullie groepje leest voor of iedereen leest de tekst in stilte. Beantwoord daarna de vragen. P47’s komen tevergeefs terug. Hun commandant is niet gevonden. Lege plek in de kantine vanwege de vermiste piloot. Op 1 juli kwamen vliegtuigen terug van een verkenningsvlucht over vijandelijk gebied. De piloten tankten hun vliegtuig vol benzine en vlogen bijna zonder iets tegen elkaar te zeggen meteen terug naar de plek waar ze hun commandant, Arman Peterson voor het laatst hadden gezien. De 28-jarige Peterson was het laatst gezien nadat hij zijn vliegeniers had gezegd vijandelijke vliegtuigen onder zich te zien. Hij rapporteerde het over de intercom: “Daar zijn ze jongens; daar gaan we dan.” Petersons vliegeniers maakten een 90 graden draai en vlogen er op af en ze denken dat zij hem toen in de wolken zagen verdwijnen. Pas toen ze terug op de basis waren zagen ze dat hij er niet mee teruggekomen was. Zonder op orders te wachten, tankten ze bij en vlogen ze meteen terug naar de plek waar ze hem uit het oog verloren waren. Ze zochten naar de vermiste piloot totdat hun brandstof bijna op was, maar tevergeefs. Vliegers en grondpersoneel zeggen dat Peterson meer “één van de jongens” was dan dat hij zich als commandant gedroeg. Hij noemde zijn vliegtuig P47, de ‘Flagari’, omdat hij zijn woonplaats niet wilde vergeten. In de eetzaal werd zijn vaste plek aan het hoofd van de eettafel speciaal vrijgehouden in de hoop dat hij terug zou komen, maar dit is nooit gebeurd. Extra weetje: Kijk op de foto die bij het krantenartikel hoort en lees de naam van het vliegtuig: Flagari. Flag - Flagstaff (de woonplaats van Peterson) Ari - Arizona (de staat waar Flagstaff ligt)
42 | Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding
Opdracht 2 A.
Onderstreep de feiten die je in het verhaal tegenkomt. De punten waarvan je bijna zeker bent die kloppen. Zoals bijvoorbeeld: de datum en het tijdstip, wat er met Arman Peterson is gebeurd, wat zijn piloten deden, of hij terug is gekomen, etc. Onderstreep deze feiten op de leestkekst, of kleur ze met een markeerpen. Schrijf ze hieronder puntsgewijs op.
B. Wat zijn jullie te weten gekomen over de piloot? Schrijf de feiten die je te weten bent geko- men hieronder puntsgewijs op.
C. Is het verhaal van de journalist betrouwbaar, denken jullie? Waarom wel? Waarom niet?
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 43
D. Vragen van jullie Jullie hebben de tekst van de journalist goed gelezen. Maar weten jullie nu ook alles van Arman Peterson? Door onderzoek te doen kom je dingen te weten, maar er zijn soms ook vragen waar je geen antwoord op kunt vinden. Schrijf hieronder de vragen op die jullie nu hebben. Denk bijvoorbeeld aan: informatie die jullie over de piloot willen weten, of over de Duitse soldaten.
44 | Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding
Bron 5 FOTO’S uit familiealbums van Arman Peterson Met de hele klas zijn jullie op zoek naar wat er gebeurd is met piloot Arman Peterson. Ieder groepje heeft een stukje informatie gekregen. Jullie groepje heeft foto’s uit de albums van de familie van Arman Peterson gekregen. Jullie lezen dus geen tekst, maar bekijken foto’s. Kijk goed naar de foto’s en probeer er achter te komen wie van de mensen Arman Peterson is. En wie de andere mensen zijn.
Opdracht 1 Bekijk samen de foto’s uit de albums van de familie Peterson. Op de foto’s staat Arman Peterson. Toen zij een baby was verongelukte hij. Haar vader was commandant bij de Amerikaanse luchtmacht tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Opdracht 2 A. Bekijk de foto’s nog een keer en probeer er achter te komen wie al die mensen zijn. Wie is piloot Arman Peterson? Er zijn ook foto’s bij van toen hij jong was. Herken je hem? Wie is zijn dochter, vrouw, ouders. Wat vond de piloot leuk om te doen? Arman Peterson staat op fotonummers: Hier staan de ouders van Arman Peterson:
fotonummer:
Denken jullie dat Arman Peterson getrouwd was?
Ja/Nee
Op welke foto’s zie je hier wel/geen bewijs van? B. Foto’s zijn belangrijk bronnenmateriaal, omdat ze je veel laten zien. Geschreven bronnen, zoals een dagboek, of brieven hebben altijd veel tekst, maar hebben geen beeld. En dat is zo fijn aan foto’s. Omschrijf hieronder hoe Arman Peterson er uit zag.
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 45
C. Dit zijn foto’s uit de albums van de familie Peterson. Zijn de foto’s echt en betrouwbaar, denken jullie? Waarom wel? Waarom niet?
D. Vragen van jullie Jullie hebben de foto’s uit de familiealbums bekeken. Jullie weten nu hoe Arman Peterson er uit zag. Maar weten jullie nu ook alles? Door onderzoek te doen kom je dingen te weten, maar er zijn soms ook vragen waar je geen antwoord op kunt vinden. Schrijf hieronder de vragen op waar jullie nog antwoord op willen weten.
46 | Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding
Memories of Arman Peterson
Foto 1: In front of his school.
Foto 2: Daddy with his horse, Jumbo.
Foto 3 en 4: Mum and Dad just married!
Foto 5: Dad and his brother, my uncle Dale. Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 47
Foto 6: Watching dad flying. Just before he went to Great Britain to fight.
Foto 7: Grandpa and grandma proud! In front of dad’s plain.
Foto 8 en 9: Me and mum.
Foto 10: Dad and grandpa and grandma
Foto 11: The whole family together.
48 | Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding
Bron 6 FOTO’S van Arman Peterson in Engeland Met de hele klas zijn jullie op zoek naar wat er gebeurd is met piloot Arman Peterson. Ieder groepje heeft een stukje informatie gekregen. Jullie groepje heeft het familiealbum van de dochter van Arman Peterson. Jullie lezen dus geen tekst, maar bekijken foto’s. Kijk goed naar de foto’s en probeer er achter te komen wie van de mensen Arman Peterson is. En wie de andere mensen zijn.
Opdracht 1 Bekijk samen de foto’s uit het familiealbum. Het zijn foto’s genomen op de vliegbasis in Engeland waar Arman Peterson gelegerd was ten tijde van de Tweede Wereldoorlog.
Opdracht 2 A. Bekijk de foto’s nog een keer en probeer er achter te komen wie al die mensen zijn. Wie is piloot Arman Peterson? En wie zijn die andere mensen? Er staat ook één heel belangrijk per- soon op. Weten jullie wie? En wat heeft deze man met Arman Peterson te maken? Arman Peterson staat op fotonummers: De belangrijke persoon is:
en je ziet hem op fotonummer:
Arman heeft met hem Dat weten wij, omdat: B.
Foto’s zijn belangrijk bronnenmateriaal, omdat ze je veel laten zien. Geschreven bronnen, zoals een dagboek, of brieven hebben altijd veel tekst, maar hebben geen beeld. En dat is zo fijn aan foto’s. Omschrijf hieronder hoe Arman Peterson er uit zag (was hij lang/klein/wat had hij aan?).
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 49
C. Dit zijn foto’s uit de albums van de familie Peterson. Zijn de foto’s echt en betrouwbaar, denken jullie? Waarom wel? Waarom niet?
Photo’s for my daughter! I love you forever!
Foto 1: Me.
Foto 2: Me and my ground team. They are great mecanics.
50 | Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding
Foto 3 en 4: A special day: King George and his wife her majesty Queen Elizabeth visited the airport. When they took this picture I did not know we would shake hands!
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 51
Bron 7 Film over piloot Arman Peterson Met de hele klas zijn jullie op zoek naar wat er gebeurd is met piloot Arman Peterson. Ieder groepje heeft een stukje informatie gekregen. Jullie groepje gaat een film bekijken met Arman Peterson er in. Jullie lezen dus geen tekst, maar bekijken foto’s. Kijk goed naar de foto’s en probeer er achter te komen wie van de mensen Arman Peterson is. En wie de andere mensen zijn.
Opdracht 1 Bekijk samen de de film met Arman Peterson. Hij is de man die in het begin van de film een eremedaille krijgt opgespeld. Nog meer mannen krijgen deze dag een eremedaille opgespeld door de brigade-generaal. Let op: In het begin zie je de naam, geboortedatum en sterfdatum van de piloot. Noteer deze! Arman Peterson is geboren op: Arman Peterson is gestorven op: Noteer nog meer feiten. Kun je hier achter komen? Schrijf de feiten hieronder puntsgewijs op. Datum van filmen: Waar gaat de film over:
Waar is er gefilmd? Wat zijn de mensen aan het doen? Wat voor mensen zijn het? (kijk naar wat ze aan hebben) Er is een heel belangrijk persoon op bezoek: de koning van Groot-Brittannië. Heb je een idee wie dat is? Hint: hij was géén militair. Hoe ziet hij er uit? Wat heeft hij aan?
52 | Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding
C. Deze film is gemaakt door een collega van Arman Peterson. Is de film betrouwbaar, denken jullie? Waarom wel? Waarom niet?
D. Vragen van jullie Jullie hebben de film bekeken. Jullie weten nu hoe Arman Peterson er uit zag. Maar weten jullie nu ook alles? Door onderzoek te doen kom je dingen te weten, maar er zijn soms ook vragen waar je geen antwoord op kunt vinden. Schrijf hieronder de vragen op waar jullie nog antwoord op willen weten.
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 53
Bijlage 3: Werkblad les 3b - Crashplek schetsen
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 55
Voorbeeldschets
56 | Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding
Bijlage 4: Werkblad les 4 - Stripverhaal maken
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 57
Opdracht voor groep 1 Jullie gaan in je groepje een scène tekenen uit een stripverhaal. Het stripverhaal bestaat uit 6 scènes. Ieder groepje tekent één scène. Als de tekeningen klaar zijn, dan vormen jullie tekeningen één stripverhaal over de crash.
Scène 1 Teken het moment dat de piloten met de voorbereiding bezig zijn. Overleg wat jullie willen gaan vertellen en tekenen 1. Wat gaan jullie vertellen en tekenen? a. Bedenk eerst hoe de vliegbasis eruitziet, hoeveel vliegtuigen je gaat tekenen, wat de piloten aan het doen zijn. 2. Denk aan de feiten a. Wat zijn de feiten van jullie crash? Welke missie heeft piloot? Wat gaat hij doen? Denk aan het jaargetijde, het tijdstip van de missie, het aantal piloten, het soort vliegtuig, het doel. 3. Wat zeggen de piloten tegen elkaar? a. Bedenk wat de piloten elkaar vertellen. Gaat het over de missie? Of juist over thuis? Wensen ze elkaar succes? Checken ze de olie, of de techniek… 4. Geluidseffecten a. Bedenk of je geluidseffecten gaat toevoegen. Misschien spreekt er wel iemand over de intercom van de vliegtoren, misschien zijn sommige motoren al aan, etc. Overleg wie wat gaat doen • Wie tekent de piloten. • Wie tekent de vliegtuigen. • Wie zoekt extra informatie op. • Wie schrijft de teksten. • Wie zorgt voor de special effects. • Wie tekent de achtergrond. Tips • Jullie mogen zelf weten wat je tekent. Wat hierboven allemaal geschreven is zijn voorbeelden die jullie op weg helpen. • Zorg dat de feiten die je opschrijft kloppen. Als het gaat om de tekening en de tekst in de tekstballonnen, dan mag je ook dingen verzinnen. Maar denk er om, dat je het wel verzint zoals je denkt dat het ook gebeurd kan zijn. En dat weet je wel een beetje, omdat je zoveel mogelijk feiten hebt achterhaald. • Natuurlijk blijft het een deel fantasie. Dit is ook een oefening om je in te beelden hoe er ongeveer uit heeft gezien. • Als je nog informatie wilt achterhalen via internet, dan kan dat natuurlijk. Hier vind je vast beelden van vliegbasissen, soorten vliegtuigen enzovoorts.
58 | Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding
Opdracht voor groep 2 Jullie gaan in je groepje een scène tekenen uit een stripverhaal. Het stripverhaal bestaat uit 6 scènes. Ieder groepje tekent één scène. Als de tekeningen klaar zijn, dan vormen jullie tekeningen één stripverhaal over de crash.
Scène 2 Teken het moment dat de vliegtuigen opstijgen (net nog op de grond zijn, of net in de lucht, dat mag je zelf kiezen). Overleg wat jullie willen gaan vertellen en tekenen 1. Wat gaan jullie vertellen en tekenen? b. Bedenk eerst hoeveel vliegtuigen je wilt tekenen. Rijden ze nog op de grond, of hangen ze net in de lucht? Kun je de piloten in het vliegtuig zien zitten? 2. Denk aan de feiten a. Wat zijn de feiten van jullie crash? Denk aan het jaargetijde, het tijdstip van de missie, het aantal piloten, het soort vliegtuig, het doel. 3. Wat zeggen de piloten tegen elkaar? a. Bedenk wat de piloten elkaar vertellen. Gaat het over de missie? Of juist over thuis? Wensen ze elkaar succes? 4. Geluidseffecten a. Bedenk of je geluidseffecten gaat toevoegen. Misschien spreekt er wel iemand over de intercom van de vliegtoren, misschien zijn sommige motoren al aan, etc. Overleg wie wat gaat doen • Wie tekent de piloten. • Wie tekent de vliegtuigen. • Wie zoekt extra informatie op. • Wie schrijft de teksten. • Wie zorgt voor de special effects. • Wie tekent de achtergrond. Tips • Jullie mogen zelf weten wat je tekent. Wat er hierboven allemaal geschreven is zijn voorbeelden die jullie op weg helpen. • Zorg dat de feiten die je opschrijft kloppen. Als het gaat om de tekening en de tekst in de tekstballonnen, dan mag je ook dingen verzinnen. Maar denk er om, dat je het wel verzint zoals je denkt dat het ook gebeurd kan zijn. En dat weet je wel een beetje, omdat je zoveel mogelijk feiten hebt achterhaald. • Natuurlijk blijft het een deel fantasie. Dit is ook een oefening om je in te beelden hoe er ongeveer uit heeft gezien. • Als je nog informatie wilt achterhalen via internet, dan kan dat natuurlijk. Hier vind je vast beelden van vliegbasissen, soorten vliegtuigen enzovoorts.
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 59
Opdracht voor groep 3 Jullie gaan in je groepje een scène tekenen uit een stripverhaal. Het stripverhaal bestaat uit 6 scènes. Ieder groepje tekent één scène. Als de tekeningen klaar zijn, dan vormen jullie tekeningen één stripverhaal over de crash.
Scène 3 Teken het vliegtuig in de lucht. Overleg wat jullie willen gaan vertellen en tekenen 1. Wat gaan jullie vertellen en tekenen? b. Bedenk hoe het squadron gevlogen moet hebben. Teken je alle vliegtuigen of kiezen jullie er voor om één vliegtuig in het groot te tekenen en alle inzittenden te laten zien. Hoe ziet het landschap er uit? (vliegen ze over zee/land) 2. Denk aan de feiten a. Wat zijn de feiten van jullie crash? Denk aan het jaargetijde, het tijdstip van de missie, het aantal piloten, het soort vliegtuig, de missie, het doel. 3. Wat zeggen de piloten tegen elkaar? a. Bedenk wat de piloten elkaar vertellen. Gaat het over de missie? Hoe lang ze nog moeten vliegen bijvoorbeeld. Of praten ze juist over thuis? Hebben ze contact met andere vlieg tuigen? 4. Geluidseffecten a. Bedenk of je geluidseffecten gaat toevoegen. Misschien spreekt de commandant de mannen toe. Misschien is er één die een liedje fluit, etcetera. Overleg wie wat gaat doen • Wie tekent de piloten. • Wie tekent de vliegtuigen. • Wie zoekt extra informatie op. • Wie schrijft de teksten. • Wie zorgt voor de special effects. • Wie tekent de achtergrond. Tips • Jullie mogen zelf weten wat je tekent. Wat er hierboven allemaal geschreven is zijn voorbeelden die jullie op weg helpen. • Zorg dat de feiten die je opschrijft kloppen. Als het gaat om de tekening en de tekst in de tekstballonnen, dan mag je ook dingen verzinnen. Maar denk er om, dat je het wel verzint zoals je denkt dat het ook gebeurd kan zijn. En dat weet je wel een beetje, omdat je zoveel mogelijk feiten hebt achterhaald. • Natuurlijk blijft het een deel fantasie. Dit is ook een oefening om je in te beelden hoe er ongeveer uit heeft gezien. • Als je nog informatie wilt achterhalen via internet, dan kan dat natuurlijk. Hier vind je vast beelden van vliegbasissen, soorten vliegtuigen enzovoorts.
60 | Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding
Opdracht voor groep 4 Jullie gaan in je groepje een scène tekenen uit een stripverhaal. Het stripverhaal bestaat uit 6 scènes. De klas is onderverdeeld in 6 groepjes. Ieder groepje tekent één scène. Als de tekeningen klaar zijn, dan vormen jullie tekeningen één stripverhaal over de crash.
Scène 4 Teken het moment dat het vliegtuig in de problemen komt. Het stort nog net niet neer. Overleg wat jullie willen gaan vertellen en tekenen 1. Wat gaan jullie vertellen en tekenen? b. Bedenk eerst wat er ook weer gebeurde. Waar was het vliegtuig toen het in de problemen kwam? Waar kwam het door? En wat gebeurde er? 2. Denk aan de feiten a. Wat zijn de feiten van jullie crash? Denk aan het jaargetijde, het tijdstip van de missie, het aantal piloten, het soort vliegtuig, de missie, het doel. 3. Wat zeggen de piloten tegen elkaar? a. Mannen die schreeuwen, piloot die contact maakt met de basis via de intercom, misschien raakt hij in paniek. 4. Geluidseffecten a. Bedenk of je geluidseffecten gaat toevoegen. Hellup, gillende mannen, geweerschoten, ontploffing, gekraak van het vliegtuig … Overleg wie wat gaat doen • Wie tekent de piloten. • Wie tekent de vliegtuigen. • Wie zoekt extra informatie op. • Wie schrijft de teksten. • Wie zorgt voor de special effects. • Wie tekent de achtergrond. Tips • Jullie mogen zelf weten wat je tekent. Wat er hierboven allemaal geschreven is zijn voorbeelden die jullie op weg helpen. • Zorg dat de feiten die je opschrijft kloppen. Als het gaat om de tekening en de tekst in de tekstballonnen, dan mag je ook dingen verzinnen. Maar denk er om, dat je het wel verzint zoals je denkt dat het ook gebeurd kan zijn. En dat weet je wel een beetje, omdat je zoveel mogelijk feiten hebt achterhaald. • Natuurlijk blijft het een deel fantasie. Dit is ook een oefening om je in te beelden hoe er ongeveer uit heeft gezien. • Als je nog informatie wilt achterhalen via internet, dan kan dat natuurlijk. Hier vind je vast beelden van vliegbasissen, soorten vliegtuigen enzovoorts.
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 61
Opdracht voor groep 5 Jullie gaan in je groepje een scène tekenen uit een stripverhaal. Het stripverhaal bestaat uit 6 scènes. De klas is onderverdeeld in 6 groepjes. Ieder groepje tekent één scène. Als de tekeningen klaar zijn, dan vormen jullie tekeningen één stripverhaal over de crash.
Scène 5 Teken het moment dat het vliegtuig neerstort. Overleg wat jullie willen gaan vertellen en tekenen 1. Wat gaan jullie vertellen en tekenen? b. Bedenk eerst hoe het vliegtuig naar beneden stort, waar de andere vliegtuigen zijn en hoe de aarde er uit ziet, zijn er bijvoorbeeld huizen te zien. Zijn er parachutisten? 2. Denk aan de feiten a. Wat zijn de feiten van jullie crash? Denk aan het jaargetijde, het tijdstip van de missie, het aantal piloten, het soort vliegtuig, de missie, het doel, is het dag of nacht? 3. Wat zeggen de piloten tegen elkaar? a. Mannen die schreeuwen, piloot die contact maakt met de basis via de intercom, misschien raakt hij in paniek. 4. Geluidseffecten a. Bedenk of je geluidseffecten gaat toevoegen. Hellup, gillende mannen, geweerschoten, ontploffing, gekraak van het vliegtuig … Overleg wie wat gaat doen • Wie tekent de piloten. • Wie tekent de vliegtuigen. • Wie zoekt extra informatie op. • Wie schrijft de teksten. • Wie zorgt voor de special effects. • Wie tekent de achtergrond. Tips • Jullie mogen zelf weten wat je tekent. Wat er hierboven allemaal geschreven is zijn voorbeelden die jullie op weg helpen. • Zorg dat de feiten die je opschrijft kloppen. Als het gaat om de tekening en de tekst in de tekstballonnen, dan mag je ook dingen verzinnen. Maar denk er om, dat je het wel verzint zoals je denkt dat het ook gebeurd kan zijn. En dat weet je wel een beetje, omdat je zoveel mogelijk feiten hebt achterhaald. • Natuurlijk blijft het een deel fantasie. Dit is ook een oefening om je in te beelden hoe er ongeveer uit heeft gezien. • Als je nog informatie wilt achterhalen via internet, dan kan dat natuurlijk. Hier vind je vast beelden van vliegbasissen, soorten vliegtuigen enzovoorts.
62 | Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding
Opdracht voor groep 6 Jullie gaan in je groepje een scène tekenen uit een stripverhaal. Het stripverhaal bestaat uit 6 scènes. De klas is onderverdeeld in 6 groepjes. Ieder groepje tekent één scène. Als de tekeningen klaar zijn, dan vormen jullie tekeningen één stripverhaal over de crash.
Scène 6 Teken het moment dat het vliegtuig is neergestort. Overleg wat jullie willen gaan vertellen en tekenen 1. Wat gaan jullie vertellen en tekenen? b. Bedenk eerst hoe het vliegtuig er bij ligt en waar. Op een schuur, in het water, of een wei land. Zijn er mensen bij, zoals Duitse soldaten, of eilandbewoners? 2. Denk aan de feiten a. Wat zijn de feiten van jullie crash? Denk aan het jaargetijde, het tijdstip van de missie, het aantal piloten, het soort vliegtuig, de missie, het doel, is het dag of nacht? 3. Wat zegt iedereen tegen elkaar? a. Mannen die schreeuwen, is de piloot overleden? Heeft hij pijn? Zeggen Duitse soldaten iets? 4. Geluidseffecten a. Bedenk of je geluidseffecten gaat toevoegen. Hellup, geweerschoten. Komen er mensen op het eiland of af? Wat doen zij? Overleg wie wat gaat doen • Wie tekent de piloten. • Wie tekent de vliegtuigen. • Wie zoekt extra informatie op. • Wie schrijft de teksten. • Wie zorgt voor de special effects. • Wie tekent de achtergrond. Tips • Jullie mogen zelf weten wat je tekent. Wat er hierboven allemaal geschreven is zijn voorbeelden die jullie op weg helpen. • Zorg dat de feiten die je opschrijft kloppen. Als het gaat om de tekening en de tekst in de tekstballonnen, dan mag je ook dingen verzinnen. Maar denk er om, dat je het wel verzint zoals je denkt dat het ook gebeurd kan zijn. En dat weet je wel een beetje, omdat je zoveel mogelijk feiten hebt achterhaald. • Natuurlijk blijft het een deel fantasie. Dit is ook een oefening om je in te beelden hoe er ongeveer uit heeft gezien. • Als je nog informatie wilt achterhalen via internet, dan kan dat natuurlijk. Hier vind je vast beelden van vliegbasissen, soorten vliegtuigen enzovoorts.
Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding | 63
64 | Kaboem! Tweede Wereldoorlog op Goeree-Overflakkee | Lerarenhandleiding