KUNST
EN
LEREN
VERSLAG CONFERENTIE KUNST EN LEREN Dagvoorzitter Eeke Wervers, Cultuurnetwerk Nederland, opende, mede namens TOEVAL GEZOCHT, de conferentie voor een overvolle zaal. Wervers benadrukte het belang van kunst in het onderwijs. 'We moeten opleiden voor de toekomst, daar hoort creativiteit bij.' In de ochtend opende de dag met een inleiding van Annemieke Huisingh en twee keynotes door Robbert Dijkgraaf en Bert van Oers. Daarop volgden twee rondes met deelsessies om vervolgens plenair af te sluiten met een presentatie door Monique Mourits en een column van Joke van Leeuwen.
KIND EN CREATIVITEIT, EEN ONAFSCHEIDELIJK DUO 'Hoe meer pakketjes kant en klare kennis we in een kind stoppen, hoe minder ruimte ze hebben om zelf de wereld te ontdekken,' stelde Annemieke Huisingh, projectleider TOEVAL GEZOCHT, in haar inleiding. Het is belangrijk dat het onderwijs kinderen de ruimte biedt voor ontdekking en creativiteit, vond Huisingh. Want kinderen worden creatief geboren en juist zij hebben de vrijheid iets steeds van een andere kant te bekijken. Zij kunnen nog het bijzondere zien in het alledaagse. Kinderen zijn nieuwsgierige kunstenaars en wetenschappers in de dop. Creativiteit komt niet bovenop het leerproces, maar is een bron van dat proces. Creativiteit is niet alleen van belang voor kunst, maar voor alle vormen van leren en kennis, stelde Huisingh.
BEELDKRACHT – INSPIRATIE EN HOUVAST 'Bij kinderen gaat het niet zozeer om het vinden van de aan knop maar om weg te blijven van de uit knop,' aldus keynotespreker Robbert Dijkgraaf, president KNAW en universiteitshoogleraar mathematische fysica aan de UvA. Dijkgraaf benadrukte het belang van verbeelding voor leren en voor wetenschap. Kunst en wetenschap zijn onlosmakelijk verbonden met zowel de verbeelding als de werkelijkheid. Juist het vermogen tot verbeelding brengt wetenschap verder, stelde Dijkgraaf. Daarbij is de 'blikwisseling' van belang. Dijkgraaf omschreef hiermee het waardevolle moment waarop een wetenschapper (of kunstenaar) de werkelijkheid plotseling heel anders waarneemt. Hij haalde Richard Feynman aan als voorbeeld. Feynman was een beroemd Amerikaans natuurkundige die de bewegingen van elementaire deeltjes voor het eerst in beeld bracht in de vorm van tekeningetjes. Een uiterst effectieve methode, want waar al zijn collega's uren bezig waren met ellenlange berekeningen, kon Feynman dezelfde vraagstukken in luttele minuten oplossen met zijn tekeningen. Feynman's creativiteit en verbeelding brachten de wetenschap verder, stelde Dijkgraaf. Nog altijd gebruiken natuurkundigen deze tekeningen.
De activiteiten van TOEVAL GEZOCHT zijn mede mogelijk gemaakt door SNS Reaal Fonds en Fonds voor Cultuurparticipatie.
De activiteiten van Cultuurnetwerk Nederland zijn mede mogelijk gemaakt door het programma Cultuur en School van OCW.
KUNST
EN
LER EN
Maar verbeelding werd niet altijd als goede eigenschap gezien onder wetenschappers, vertelde Dijkgraaf. Wereldberoemde wetenschappers als Newton en Descartes werd in hun tijd verweten teveel verbeelding te hebben. Toch kan de wetenschap niet zonder, vond Dijkgraaf. Hij vergeleek het met vechtsporten zoals kung fu waarbij sporters harde voorwerpen doormidden slaan. Zo'n sporter mikt ruim voorbij de steen die hij doormidden wil slaan want als hij precies op de steen mikt, remt hij af voordat hij de steen raakt. Door er voorbij te mikken, bereikt hij de steen met volle kracht. En dat is precies wat wetenschappers en kunstenaar ook moeten doen, vond Dijkgraaf. Gebruik je verbeelding en streef net te ver om met volle kracht aan te komen op je bestemming. 'Onderzoek is in het diepe springen en proberen of je terug kunt zwemmen naar de kant.' Ook in het onderwijs is verbeelding van belang om kennis over te brengen, stelde Dijkgraaf. Hij moedigde docenten aan om als medeonderzoekers tussen de kinderen te gaan zitten en kinderen aan te spreken op hun verbeelding. Hoe leg je bijvoorbeeld aan een kind uit wat moleculen zijn en hoeveel er in een glas water zitten? Dijkgraaf gebruikte hagelslag. Stel één hagelslagje is één molecuul. Op een goed belegde boterham zitten al gauw duizenden hagelslagjes wil je een kind gelukkig houden. Maar er zitten 1.000.000.000.000.000.000.000.000 moleculen in een glas water. Als je dat uitdrukt in hagelslag, krijg je een toren van hagelslag die tot ver in de ruimte reikt, aldus Dijkgraaf. En met dat beeld werd ook bij menig volwassene in de zaal voor het eerst goed duidelijk hoe microscopisch klein een molecuul echt is. De lezing van Dijkgraaf viel in de smaak bij de toehoorders, zo bleek via twitter. 'Humor bij een presentatie werkt inspirerend!', tweet Karin Gerfen en volgens Marjolein Struys was 'de keynote door Robbert Dijkgraaf een kadootje!'
LEREN ALS CREATIEF PROCES Bert van Oers is bijzonder hoogleraar Cultuurhistorische Onderwijspedagogiek aan de VU. In zijn keynote sprak hij over zijn opvatting van leren als het gevolg van (cultureel gestructureerd) menselijk handelen. Van Oers stelde dat veel leertheorieën geen verklaring bieden voor het leerproces, maar de leercondities bespreken. Om het leren zelf te verklaren, pleitte Van Oers voor een handelingspsychologische leertheorie, mede gebaseerd op de theorie van Carel van Parreren. Van Parreren stelde dat leren tot uiting komt in een permanente kwalitatieve verandering van het handelen. Van Oers onderscheidde daarbij twee typen kwalitatieve verandering: de optimalisering van één handeling waarbij deze in het brein beklijft en de uitbreiding van het handelingsrepertoire met de creatie van nieuwe ideeën en de verankering daarvan in het bewustzijn. Daarin ligt besloten dat creativiteit van essentieel belang is voor het leren, stelde Van Oers. Hij haalde de pyscholoog Vygotsky aan die creativiteit zag als de motor voor culturele vernieuwing. Vygotsky omschreef creativiteit als 'het menselijk vermogen om het gegevene op een nieuwe manier op te vatten of op een nieuwe manier te combineren.' Hierin ligt de waarde van creativiteit voor leren, stelde Van Oers, omdat het op het persoonlijke vlak andere en nieuwe mogelijkheden biedt voor uitbreiding van het handelingsrepertoire. Leren als creatief proces begint volgens Van Oers bij de eigen betekenisvolle vragen van leerlingen. Daarbij is de leerkracht begeleider van het leerproces. Hij relateert de oplossingen van leerlingen aan bestaande kennis en denkbeelden en stimuleert dat leerlingen leren in een dialoog en polyloog, door uitwisseling met elkaar en met beschikbare middelen. Ook kan de leerkracht bijdragen aan het leerproces door herhaling, stelde Van Oers. Door woorden en symbolen steeds opnieuw te gebruiken in het gesprek, maken de leerlingen zich deze eigen en leren ze deze toe te passen in andere situaties.
KUNST
EN
LER EN
Samenvattend stelde Van Oers: 'leren als creatief proces is gebaseerd op een proces van creatie van vragen én antwoorden, die geconsolideerd worden tot leeropbrengsten in betekenisvolle activiteiten met behulp van taal, op basis van betekenisvolle herhaling.'
LEREN IN HET MUSEUM 'Wij doen het voor verbazing. Wij zijn er voor het oproepen van vragen,' stelde keynotespreker Monique Mourits, directeur van het Universiteitsmuseum Utrecht. Mourits ging in op de educatie in haar museum. 'We willen van onze bezoekers en vooral van kinderen onderzoekers maken. Dan kunnen we dus niet alleen met standaard opgaven en proefjes werken. We willen en moeten juist de eigen vragen en de onderzoekende houding van kinderen stimuleren.' Daarbij vindt het museum het niet alleen van belang dat kinderen met wetenschap in aanraking komen, maar ook dat wetenschappers met kinderen leren werken, aldus Mourits. Verwondering staat voorop. Die verwondering is in het museum goed te bereiken, want kinderen, ouders en wetenschappers worden enthousiast van the real thing. De spannende historische en authentieke instrumenten in het museum en de verhalen erachter kunnen iedereen raken, stelde Mourits. Het museum organiseert ook colleges voor kinderen van 8 tot 12 jaar in het museum, in het kader van de MuseumJeugdUniversiteit. De colleges worden gegeven door echte wetenschappers, vaak professoren aan een Universiteit.
DE PIZZABODEM De dag sloot af met een persoonlijke column van auteur en performer Joke van Leeuwen. Van Leeuwen gaf haar visie op creativiteit. 'Creativiteit is iets nieuws zien in en tussen bestaande dingen.' Van Leeuwen deelde haar eigen verwondering over creativiteit en nieuwe ideeën met de zaal. 'Hoe zou dat gegaan zijn bij de uitvinding van de viool? Wie werd er wakker en dacht: Als ik nou eens met paardenhaar over kattendarm zou strijken, zou daar geluid uit komen?' Ook Van Leeuwen benadrukte het belang van creativiteit en verbeelding in de klas. 'Mijn leraar van de vijfde klas ging in de vensterbank zitten als hij ging voorlezen. Dan werd de hele klas letterlijk en figuurlijk een kwart gedraaid en opende zich achter hem door het raam voor ons de hele wereld. Daar ben ik hem nog altijd dankbaar voor.' 'Toetje van een feestelijke dag: de column van Joke van Leeuwen', tweet cultuurcoordinator. PleinC tweet een heldere conclusie: 'kunst-, erfgoededucatie of beta: 't gaat om het stimuleren van een speelse, onderzoekende houding bij kinderen!' Een pakkende conclusie voor een geslaagde conferentie. Inspirerend, leerzaam en met veel bevestiging voor het belang van creativiteitsontwikkeling!
VERSLAGEN VAN DE OCHTENDSESSIES OCHTENDSESSIE 1 PABO ISELINGE: BELEVINGSVOL JEUGDLITERAIR PROJECT Drie leeskisten vormden de basis voor deze visuele presentatie van Mariëlle Dortant, taaldocent, en Joost Cohensius, lector nieuwe media, aan Pabo Iselinge. De inhoud: drie vensters van de canon van de Nederlandse geschiedenis, gekoppeld aan jeugdliteratuur. Ze bevatten literaire-, mediale-, beeldende- en erfgoedactiviteiten, ontwikkeld door studenten. Alle activiteiten passen bij drie vensters: de VOC, de eerste spoorweglijn en de gasbel. Door de studenten onderzoek te laten doen naar deze onderwerpen en
KUNST
EN
LER EN
de leeskisten te laten ontwikkelen, kwamen ze in aanraking met een groot aantal relevante websites en instellingen en hebben ze zich verder ontwikkeld als cultuurdragers. Een enthousiaste Cohensius vertelde verder over de rol die games kunnen spelen in het onderwijs en hoe studenten samen aan serious games werken in het kader van de leskisten.
OCHTENDSESSIE 2 PABO GROENEWOUD: CULTUUREDUCATIE EN BEROEPSTAKEN Niekje van de Lavoir en Miriam de Voogd, docenten aan de Pabo Groenewoud, lieten de deelnemers videobeelden uit de praktijk van Pabo Groenewoud te zien. Studenten kwamen aan het woord over hun cultuur(over)dragerschap. Docenten vertelden over de verankering van cultuureducatie in hun vakken. Treffende beelden om het uitgangspunt van Pabo Groenewoud bij het nieuwe curriculum te illustreren. 'Cultuureducatie is geen vak maar een aandachtsgebied voor alle docenten en dient als kapstok voor samenhang tussen verschillende vakgebieden,' aldus Van de Lavoir. Er wordt in het nieuwe curriculum ingezoomd op de relatie tussen cultuur en leren van de studenten. De student fungeert als cultuurdrager en cultuuroverdrager. Nieuwsgierig en geïnspireerd opperden de deelnemers allerlei ideeën om deze goede ontwikkeling ook in de eigen praktijk voort te zetten.
OCHTENDSESSIE 3 WORKSHOP DRAMA EN TAAL Met 24 vrouwen en 1 man ging de workshop drama en taal van start. 'Veiligheid is het belangrijkst in de dramalessen,' stelde Irma Smegen, dramadocent en workshopleidster. Door alle deelnemers meteen actief aan het werk te zetten werd deze veiligheid in de workshop gewaarborgd. Smegen liet de deelnemers spelenderwijs kennismaken met diverse werkvormen die taal als uitgangspunt hebben, taal om mee te spelen en taal om te verwerven. Het was een voorproefje op het boek 'Speel je wijs' dat binnenkort verschijnt.
OCHTENDSESSIE 4 LEERLIJN KUNST- EN CULTUUREDUCATIE 'Vakleerkrachten moeten de culturele ontwikkeling stimuleren want creativiteit en innovatief denken zijn belangrijke vaardigheden in de samenleving van de 21e eeuw, waar we leerlingen op moeten voorbereiden.' Joos Damen van De Lindenberg in Nijmegen opende met deze krachtige stelling. Samen met Rudy Elmans, adviseur en trainer cultuureducatie, illustreerde zij de ontwikkeling van een leerlijn kunst- en cultuureducatie. De leerlijn is ontwikkeld vanuit de praktijk, waarbij kunstvakken werden verbonden met andere schoolvakken. Voor de kunstvakdocenten bleek een samenwerking met het onderwijs een lastig opgave. 'De vakdocent wil geen juf worden,' stelde Damen. Daarom is er eerst gewerkt aan het leren spreken van een gemeenschappelijke taal om het onderwijs te kunnen verstaan.
OCHTENDSESSIE 5 THEORIEGROEP TOEVAL GEZOCHT, HET WERKT! De theoriegroep van TOEVAL GEZOCHT bestaat uit een diverse groep mensen uit de praktijk van kunsteducatie. De groep leest boeken over kunst en leren en komt bij elkaar om deze te bespreken en bevindingen uit te wisselen. In deze workshop werd de werkwijze van de theoriegroep nagebootst. In kleine groepjes gingen de deelnemers zelf in discussie aan de van hand van stellingen als 'Elke theorie staat altijd op losse schroeven.' Uit de discussie over de waarde van theorie en onderzoek hebben de deelnemers een belangrijke conclusie getrokken. Mensen zijn verschillend, kijken verschillend naar de wereld om zich heen en kennen verschillende waarheden. Onderwijs, in het bijzonder kunsteducatie, moet daarom niet één waarheid aanleren. 'Een leraar die alles weet, sluit elke onderzoekende houding van kinderen uit,' concludeerde een van de deelnemers.
OCHTENDSESSIE 6 JONG GELEERD…, MUZIEK! Deze workshop was een voorproefje op de werkwijze die tijdens het project Jong geleerd… zal worden uitgewerkt. Na een theoretische inleiding van projectleider Annemieke Huisingh ging het experiment met de deelnemers van start. Een muzikaal uitgangspunt kiezen, het proces documenteren en erop reflecteren
KUNST
EN
LER EN
om de volgende stap te bepalen. Niets is goed of fout, het gaat om het proces. Muziekdocenten Iris Oltheten, Debby Korfmacher en Emma Rekers begeleidden dit proces. Drie deelnemers vormden een observatiegroep, de andere 22 deelnemers werden uitgenodigd een eigen groove te bedenken. Er werden videobeelden gemaakt en vertoond, voorzien van commentaar van de observanten. De deelnemers kwamen met diverse vragen en reflecties op de proppen. Het bleek een geslaagd experiment!
OCHTENDSESSIE 7 TAAL DOOR KUNST; KUNST DOOR TAAL IN HET 'TAALATELIER' Taal en rekenen zijn belangrijk op kbs de Liniedoorn in Breda. Jolanda van der Korput, teamcoördinator, leerkracht groep 1-2 en icc'er, presenteerde het taalatelier van deze school. Kinderen uit groep 4 en 5 met een taalachterstand (niveau D en E) krijgen een jaar lang extra taalonderwijs. Dat gebeurt in zeven blokken van vier weken met docenten van het centrum voor de kunsten. Animatie, dans en theater staan centraal. Woorden krijgen pas echt betekenis als je er ervaring mee opdoet. Hiervoor wordt de woordenschatmethode 'Met woorden meer kans' gebruikt. In het taalatelier krijgen kinderen extra leertijd om de woorden uit te beelden en de woordenschat te vergroten. Enkele voorbeelden van Van der Korput: op weg naar een activiteit met de bus vraagt een kind: 'Heeft u een animatiefilm voor ons buschauffeur?' of: 'Hebt u hier ook pixels?' bij een bezoek aan het grafisch museum.
OCHTENDSESSIE 8 KINDEREN EN CULTUREEL (ZELF)BEWUSTZIJN In een gestructureerde en heldere presentatie nam Theisje van Dorsten, promovendus van het onderzoek Cultuur in de Spiegel, de deelnemers stap voor stap mee van de theorie naar de praktijk. Hoe is het onderzoek Cultuur in de Spiegel opgezet? Welk theoretisch kader is er gevormd? Hoe wordt de theorie in de praktijk toegepast? Hoe vertalen de promovendi en leerkrachten gezamenlijk dit theoretisch kader naar lessen? De theorie biedt leerkrachten een nieuwe kijk op de omgang met de werkelijkheid. Hierbij wordt cultuur gedefinieerd als een proces: het continue betekenis geven aan nieuwe informatie die in verschillende vormen bij ons binnenkomt. Output van het onderzoek is een startpakket, gericht op bewustwording, waarmee leerkrachten zelfstandig lesmateriaal kunnen ontwerpen. Meer op www.cultuurindespiegel.nl
OCHTENDSESSIE 9 HET CREATIEVE GEN – HET KIND IN BEELD 'Iedereen beschikt over creativiteit.' Volgens Pieter-Jan Struik, staffunctionaris van het kunstencentrum Ateliers Majeur en combinatiefunctionaris cultuur voor de gemeente Heerenveen, is het de kunst om deze creativiteit aan te boren. 'Wij volwassenen zijn zo snel geneigd om dingen in te vullen voor kinderen. Het is de uitdaging om onze handen op de rug te houden zodat kinderen zélf op onderzoek kunnen gaan,' zegt Struik. Juist in het proces van iets zelf maken, iets uitproberen, je eigen weg zoeken met materialen, wordt creativiteit aangesproken. Struik benadrukte dat het daarbij van belang is kinderen serieus te nemen. 'Mensen die kinderen begeleiden in het ontwikkelen van hun creativiteit, moeten vooral de randvoorwaarden creëren en niet alles voorkauwen. Geef kinderen de ruimte, zorg voor de voorwaarden in je organisatie waarbinnen dat mogelijk is, en biedt dingen multi-zintuigelijk aan,' aldus Struik.
OCHTENDSESSIE 10 ONDERZOEKEND LEREN 'Het is onze taak om verwarring om te zetten in nieuwsgierigheid', zei directeur Ann Goldstein van het Stedelijk Museum Amsterdam. Deze uitspraak is het motto van de afdeling educatie van dit museum. Rixt Hulshoff Pol, hoofd educatie van het Stedelijk Museum, leidde deze uitdagende sessie over onderzoekend leren. Hulshoff Pol refereerde hiervoor aan de theoreticus John Dewey. Dewey besteedt aandacht aan de problematische situaties waarin handelende personen terechtkomen en de vragen die dit oproept. Voor Dewey is dit een vruchtbare grond voor zowel leren als voor het maken van kunst. Hulshoff Pol gaf de deelnemers de opdracht een kernvraag te bedenken om een kunstwerk te openen voor het publiek. De potentiële kracht die uitgaat van het niet-begrijpen van kunst en het stellen van vragen staat bij het
KUNST
EN
LER EN
proces van onderzoekend leren voorop. Daarbij is het van belang goede vragen van bezoekers, kinderen en kunstenaars te selecteren, centraal te stellen en samen te onderzoeken.
VERSLAGEN VAN DE MIDDAGSESSIES MIDDAGSESSIE 1 PABO ISELINGE: BELEVINGSVOL JEUGDLITERAIR PROJECT Herhaling van de ochtendsessie. Drie leeskisten vormden de basis voor deze visuele presentatie van Mariëlle Dortant, taaldocent, en Joost Cohensius, lector nieuwe media, aan Pabo Iselinge. De inhoud: drie vensters van de canon van de Nederlandse geschiedenis, gekoppeld aan jeugdliteratuur. Ze bevatten literaire-, mediale-, beeldende- en erfgoedactiviteiten, ontwikkeld door studenten. Alle activiteiten passen bij drie vensters: de VOC, de eerste spoorweglijn en de gasbel. Door de studenten onderzoek te laten doen naar deze onderwerpen en de leeskisten te laten ontwikkelen, kwamen ze in aanraking met een groot aantal relevante websites en instellingen en hebben ze zich verder ontwikkeld als cultuurdragers. Een enthousiaste Cohensius vertelde verder over de rol die games kunnen spelen in het onderwijs en hoe studenten samen aan serious games werken in het kader van de leskisten.
MIDDAGSESSIE 2 PABO INHOLLAND: KUNSTENAARS INSPIREREN STUDENTEN Hans van Eerden, docent Pabo Inholland, deed verslag van zijn project Cultuurwerkplaats op drie Pabo's, met als doel het veroorzaken van een minitrauma bij studenten. Van Eerden wil het passief draaien van methodelessen doorbreken, studenten hun innerlijke bron laten ontdekken om van daaruit met passie kunst- en cultuurlessen te geven op basisscholen. De studenten ontdekken hun passie door het interviewen van kunstenaars op hun werkplek, door creatieve workshops te volgen en door de culturele omgeving in kaart te brengen. Vanuit de deelnemers was er veel waardering voor deze werkwijze. Het waardeoordeel valt weg doordat de student uit de Pabo-sfeer gehaald wordt, concludeerden zij.
MIDDAGSESSIE 3 FILOSOFIE EN LEREN 'Filosofie, een oefening in oneindigheid' en 'Nadenken is iets anders dan kennis,' zo begon Aetzel Griffioen van de Bloemhofschool in Rotterdam zijn presentatie. Hij vertelde over 'Fysieke integriteit', een project over fysieke en geestelijke gezondheid. Een basiskenmerk van de werkwijze van Griffioen zijn de zogenaamde 'Feedback loops', waarbij kinderen leren reflecteren als reflex. Filosoferen is een van de 'soft skills' die je een onderzoekende houding oplevert en bijdraagt aan de ontwikkeling van kennis en sociale vaardigheden. In de boeken 'Filosoferen doe je zo' en 'Woorden als daden' kun je meer lezen over dit onderwerp. De deelnemers waren zo geboeid door de presentatie dat er tot diep in de pauze vragen werden gesteld.
MIDDAGSESSIE 4 LEREN = VERTEREN Wat is leren? En kunnen we beter leren door kunsteducatie? 'Ja,' zei Mark Mieras, wetenschapsjournalist en gespecialiseerd in hersenonderzoek. Onze hersenen zijn op zoek naar betekenis, zij experimenteren voortdurend om betekenis te kunnen geven aan de wereld om ons heen. Dat is het grote verschil tussen een mens en een camera: een camera registreert alles, een mens niet. Een mens maakt op basis van al zijn ervaringen en indrukken verbindingen aan in de hersenen om informatie te verteren en kennis op te bouwen. En hoe meer van die verbindingen in de hersenen je aanspreekt, hoe beter kinderen leren. Zo leren ze sneller een vreemde taal als ze ook in die taal zingen en leren ze sneller lezen als zij ook gestimuleerd worden te verbeelden wat ze lezen. Hoe meer zintuigen je aanspreekt, hoe hoger het rendement. Juist daarom is kunsteducatie van belang, stelt Mieras. Met creativiteit en spel spreek je veel zintuigen aan en wordt die onderzoekende drang van onze hersenen geprikkeld.
KUNST
EN
LER EN
MIDDAGSESSIE 5 ATELIER VAN KLEUR In het project Atelier van Kleur, van CBK Rotterdam, partner van TOEVAL GEZOCHT, gaat het om het onderzoeken van de documentatie van het werkproces van kinderen. Vera Merx en Connie Gerritsen vertellen over de werkwijze. Na een dag met kinderen in het atelier komen de leerkrachten, kunstenaar, Merx en Gerritsen bij elkaar voor een reflectie op de dag. Welke ontdekking of welke onderzoeksvraag wordt er tijdens het volgende werkmoment in het atelier voorgelegd aan de kinderen? Om het project dichterbij de deelnemers te brengen werden ze uitgedaagd met een opdracht. Elke deelnemer kreeg documentatiemateriaal om de volgende vragen te kunnen beantwoorden: Wat voor (onderzoeks)vragen heeft het kind? Wat is de volgende stap in het werkproces? De opdracht had het gewenste effect. Er ontstond een boeiend gesprek onder de deelnemers over de noodzaak van het onderzoeken en vanuit verschillende invalshoeken interpreteren van deze documentatie.
MIDDAGSESSIE 6 PARTNERSCHAP PODIUMKUNSTEN EN ONDERWIJS Een langdurig partnerschap heeft een grote meerwaarde voor de relatie tussen een school en een culturele instelling. Die meerwaarde blijkt uit de vertrouwelijke manier van omgang met elkaar, in blikken, in hoe de partners elkaar verstaan. In het project 'Partnerschap' formuleerden alle partners wat zij binnen de relatie wilden onderzoeken. De 'creative partnerships' uit Engeland vormden de inspiratie voor dit project. Wat is partnerschap eigenlijk? Een intensieve en langdurige samenwerking waarin gewerkt wordt aan verdieping en verrijking voor beide partijen. Gelijkwaardigheid, dialoog en gestuurd werken zijn belangrijke uitgangspunten. 'Bij een culturele instelling die een school 'adopteert', zoals dat in het verleden veel gebeurde, gaat het dus niet om partnerschap', aldus Hinke Breimer van Kunst Centraal. Jeugdtheatergezelschap Het Filiaal wilde in nauw contact met leerlingen en leerkrachten onderzoek doen, vertelde Nina de Hondt. Hoe kan kunsteducatie vervlochten worden met het bestaande curriculum? Op basis van de resultaten zijn lessen ontwikkeld waarin theater wordt gekoppeld aan geschiedenis en aardrijkskunde.
MIDDAGSESSIE 7 REGGIO PICCOLO De werkwijze geïnspireerd door de 'Reggio Emilia-benadering' werd in 2007 op 15 basisscholen in NoordHollandvoor het eerst gerealiseerd. De ontwikkelingen en ervaringen zijn vastgelegd in de publicatie TOEVAL GEZOCHT, kunst, kunstenaars en jonge kinderen. 'De schellen vielen de onderwijzers van de ogen. Al na drie weken gingen de kinderen zich anders gedragen. Zij gingen vragen stellen', zegt Kees Admiraal, adviseur cultuuronderwijs bij KaapC en een van de initiatiefnemers van Reggio Piccolo, dat op deze ervaring voortborduurt.. Admiraal: 'Het is belangrijk dat leerlingen op allerlei manieren onderzoek doen. Wij willen leerkrachten daarbij ondersteunen.' Floor Max, ontwikkelaar kunstprojecten bij Max Educatie, geeft een voorbeeld: Uitgangspunt is een plek in de buurt van de school. Deelnemers van de sessie krijgen dezelfde onderzoeksopdrachten als waarmee leerlingen aan het werk zijn geweest. In verschillende groepjes wordt enthousiast gebrainstormd over het begrip 'glijden', over 'onderzoeken', over 'staan' en over 'de plek'. Iedereen was verrast over de opbrengst van de gesprekken.
MIDDAGSESSIE 8 DOCUMENTATIE: KUNST IS LEREN 'Het hart van de werkwijze van TOEVAL GEZOCHT is documenteren.' Eva Klee, beeldend kunstenaar en projectmedewerker bij TOEVAL GEZOCHT, vertelde hoe dit documenteren kan helpen om de relatie tussen kunst en leren bij kinderen te duiden en te ontwikkelen. Het project 'Op avontuur in de natuur' op basisschool St. Augustinus in Landsmeer, bood mooi beeldmateriaal. De kinderen gingen op avontuur op De Gouwe Plek, een natuurgebied achter de school, en mochten daarna met allerlei materialen uitbeelden wat ze hadden gezien. Ze werden daarin begeleid door de leerkrachten en een kunstenaar. Het doel van dit project en het documenteren daarvan was de potenties van de kinderen aan te spreken en de relatie tussen creativiteit en kennisopbouw bij de kinderen bloot te leggen. Dit is belangrijk, ‘want’,
KUNST
EN
LER EN
stelde Klee, 'kinderen zijn kunstenaars en wetenschappers in de dop.' De rol van de volwassenen is die van onderzoeker van de onderzoeksprocessen van de kinderen.
MIDDAGSESSIE 9 TWEE BASISSCHOLEN PRESENTEREN Tweemaal een good practice van een basisschool: Cultuureducatie en techniek Adriënne van Hoek en Noortje Driessen vertelden over hun eigen praktijk bij OBS Bibit uit Tilburg. Op deze school is cultuureducatie hoofdzaak, geen bijzaak. OBS Bibit heeft vakdocenten dans, muziek, beeldend en het draagvlak voor cultuureducatie is groot. Vakken zijn inhoudelijk met elkaar verbonden: techniek met erfgoed, muziek en theater. De talenten van de leerkrachten zijn ontwikkeld, de methodes worden losgelaten en in de lessen is de verbinding met cultuureducatie geïntegreerd met de kerndoelen als uitgangspunt. Daarnaast werkt de school aan creativiteitsontwikkeling. Ik zie het verband wel! Marieke Habraken-Meijers, schoolleider KBS De Bolster en icc-trainer, en Maaike van den Brule, educatief adviseur kunst & cultuur Buro Co, regisseur en icc-trainer, presenteerden de praktijk van KBS De Bolster, een kleinschalige school in Drunen. De school is een visie aan het ontwikkelen waar 'verbindingen' centraal staan. Creativiteitsontwikkeling, in alle opzichten, is een basisvaardigheid die de leerlingen meegegeven wordt. Een voorbeeld is het 'proalwoagenproject', waarin cultureel erfgoed (carnaval) en techniek (een wagen bouwen) samenkomen. Een van de deelnemers, geïnspireerd door deze werkwijze, concludeerde: 'Leraren worden wakker geschud op deze school. Het lijkt wel of we kinderen vanaf het begin van de basisschool afleren om creatief te denken. Dat vraagt om verandering.'
MIDDAGSESSIE 10 TWEE ONDERZOEKEN IN ÉÉN PRESENTATIE Twee onderzoeken over de relatie tussen kunst en leren: Schoonheid als motor voor het leren van jonge kinderen Marike Hoekstra, beeldend kunstenaar, onderzoeker en master kunsteducatie, deed onderzoek naar het project De Gouwe Plek van TOEVAL GEZOCHT. De basis van dit project ligt in de pedagogische praktijk van de kindercentra in Reggio Emilia die gebaseerd zijn op sociaal constructivistische leertheorieën. Het doel van het project was een diepe kennismaking van kinderen met de natuur door de natuur te observeren en te verbeelden in het atelier. 'Kinderen zagen buiten heel andere dingen dan wij verwachtten: blubber in plaats van ontluikende bloemetjes!', vertelde Hoekstra. Vraagstelling van het onderzoek was de rol van ‘schoonheid’ in het leerproces van de kinderen.. Volgens Hoekstra zat dat in de verbeelding: 'beestjes kregen namen, er werden huisjes voor ze gemaakt en er ontstonden hele verhalen en prachtige tekeningen over de beestjes'. Onderzoek naar de functie van taal tijdens het tekenen van kinderen in groep 1 en 2 In het onderzoek van Hanneke Saaltink, beeldend kunstenaar, leerkracht en masterstudent kunsteducatie, werd de relatie gelegd tussen de functies van taal en tekenen. Saaltink observeerde zes kleuters die spontaan tekenden in hun schetsboek. Betekenis geven, metacognitieve processen reguleren, herinneren en sociaal praten zijn de functies van taal die in het proces onderzocht zijn. Komen deze functies voor bij kleuters in private speech en zo ja hoe? Private speech is het hardop spreken, niet bedoeld als communicatiedialoog maar wel bedoeld als communicatie. Het onderzoek vond plaats op een school met veel taalvaardige kinderen. Ouders meldden dat de kinderen thuis meer vertelden over wat ze hadden getekend, een leuk bijkomend resultaat. 'Het zou interessant zijn het onderzoek ook eens te doen op een school met taalzwakkere leerlingen of bij kinderen die niet vrij aan het tekenen zijn', aldus Saaltink.