Sectorkatern Techniek vmbo/b en vmbo/k 3 + 4 www.goforit-online.nl
Marjan den Hertog Judith Niekel Martine Rozenberg
Techniek 1 2 Safety instructions
Text
2
Mini case
Always be careful at work WERKPLANNER Doen 1
Just looking
2
Unsafe work
3
Right or wrong?
*4
Maken
Nagekeken
Earning money
5
At work
6
What word?
*7
Speechless
Als ik klaar ben met deze unit kan ik: • veiligheidsvoorschriften lezen en begrijpen; • telefoontjes aannemen en korte berichten voor collega’s opschrijven; • netjes zeggen dat iemand verkeerd verbonden is.
http://www.cdc.gov/niosh/adoldoc.html
Don’t get hurt on the job! Every year about 70 teens die from work injuries in the US. For them, their first job was also their last! Another 70,000 get hurt so badly that they have to go to a hospital emergency room. Here are the stories of three teens. Read them. And remember: they could be you! • 18-year-old Jane badly damaged her hand while using an electric knife at a fastfood restaurant. She’ll never be able to use her hand again. • 17-year-old Achmed lost his life while working as a construction worker. An electric shock killed him when he climbed a metal ladder to give an electric drill to another worker. • 16-year-old Doris was shot in her leg while she was at work at a sandwich shop. She was working alone after 11 p.m. Why do injuries like these happen to young people? Teens are often injured on the job because of unsafe equipment, stressful conditions, and no proper supervision. Don’t let this happen to you!
2 two
>>
Techniek 1 2 Safety instructions
Text
Mini case
http://www.cdc.gov/niosh/adoldoc.html
>>
What are your rights on the job as a teen? By law, your employer must provide: • a safe and healthy workplace. • safety and health training when necessary. • payment for medical care if you get hurt or sick because of your job. Is it OK to do any kind of work? NO! There are laws that protect teens from doing dangerous work. For instance, no worker under 18 may: • operate a forklift at any time. • operate electrical equipment like a drill or bakery machine. • work where explosive materials are made or stored. Also, 14- or 15-year-olds may not: • bake or cook on the job. • operate electrical machinery, except for printers and faxes etc. • work on a ladder. • work in a warehouse. • load or unload a truck. What hazards should you look out for? If you work as a cleaner, you often have to use chemical cleaning products. These may contain dangerous chemicals. So make sure that you always wear protective gloves. And do not use two different cleaning products at the same time! If you work in a restaurant, do not burn yourself on hot cooking equipment, or cut yourself on sharp objects. Always watch out for wet, slippery floors! If you work in an office, make sure that you have a proper desk and a good chair to sit on. Do not work longer than the normal working hours. What can you do to work safely? You must always: • follow all safety rules and instructions. • use safety equipment and protective clothing when needed. • keep work areas clean and in order. • know what to do in an emergency. Working and earning money can be great fun. But make sure that you don’t become one of the many teens that get hurt at work! This is a message from the National Health Organisation.
three 3
Techniek 1 2 Safety instructions
Text
Words
lost his life
Mini case
ging dood
construction worker bouwvakker
forklift
vorkheftruck
stored
opgeslagen
electric drill
electrische boor
warehouse
magazijn
unsafe
onveilig
hazards
gevaren
stressful conditions
stressvolle werk-
chemical
chemisch
omstandigheden
protective
beschermende
by law
volgens de wet
safety equipment veiligheids-
medical care
medische verzorging
materiaal emergency
noodsituatie
LOOK
1
Just looking
Kijk naar de tekst en lees de titel en de kopjes. Beantwoord de vragen. Kruis aan. 1 a b c d
Waar vind je dit bericht? in de krant op internet in een reclamefolder in een jongerentijdschrift
2 a b c d
Wat voor tekst is het? ingestuurd verhaal nieuwsbericht informatieve tekst zelftest
4 Voor welke groep is de tekst geschreven? a schoolkinderen b tieners c twintigers d bejaarden
*5
a b c d
Wie heeft de tekst geschreven? Dat staat er niet bij. Jane, Achmed en Doris een dokter de National Health Organisation
3 Met de plaatjes in het verhaal wil de schrijver: a b c d
de lezer om het verhaal laten lachen. de aandacht van de lezer trekken. de lezer heel erg laten schrikken. helemaal niets.
READ
2
Unsafe work
Lees de tekst over onveilig werken zorgvuldig door. Beantwoord de vragen.
4 four
1a
Over welk land gaat de tekst?
1b
Hoe weet je dat?
Techniek 1 2 Safety instructions
Text
Mini case
2 Hoeveel tieners komen per jaar in het ziekenhuis door ongelukken op het werk? 3 Waarom gebeuren er vaak ongelukken op het werk? Noem twee redenen. 4 Welk werk mag je als tiener niet doen? Geef twee voorbeelden.
*5
Waarom heeft de schrijver deze tekst geschreven, denk je?
*6
Wie wordt bedoeld met you in de zesde regel van de tekst: And remember: they could be you!
3
Right or wrong? Welke zinnen zijn waar volgens de tekst over onveilig werken? Kruis aan. 1 Janes gewonde hand zal over een jaar weer helemaal in orde zijn. 2 Achmed stierf door een elektrische schok, terwijl hij op een metalen ladder stond. 3 Doris is ’s ochtends op het werk in haar been geschoten. 4 Als je 15 bent, mag je niet voor je werk op een ladder staan. 5 Als je 16 bent, mag je in een magazijn werken. 6 Je mag altijd twee verschillende schoonmaakproducten door elkaar gebruiken. 7 Je hoeft je werkplek niet schoon en opgeruimd te houden.
*
4
Earning money
You are almost 16 years old. Are you allowed to do the jobs below? Write down Yes or No. 1 Op een laddertje de ramen wassen. 2 Brood bakken met de elektrische broodmachine. 3 Een vrachtwagen uitladen. 4 De hond van de baas uitlaten. 5 Vegen in een ruimte waar vuurwerk ligt opgeslagen. 6 Voorraden bijvullen in een elektronicazaak. WORDS
5
At work
Kijk naar de plaatjes. Lees de zinnen en kies de juiste woorden. 1 2 3 4 5 6
This is our store / warehouse. A lot of our goods are saved / stored here. I’m driving a fork truck / forklift. There are many hazards / emergencies at work. I’m wearing protective gloves / safe gloves. On law / By law we have to wear them. five 5
Techniek 1 2 Safety instructions
Text
Mini case
7 8 9 10 11 12
6
We are construct men / construction workers. This is our electric drill / electric knife. It is unsafe / safe. We’ve had an urgency / emergency. We need medical care / hospital care. We nearly lost our lives / lost his life.
What word?
a)
Lees de beschrijvingen. Welk Engels woord wordt bedoeld?
1
Iemand die in de bouw werkt.
2
Een grote ruimte waar een bedrijf de voorraad bewaart.
3
Zo noem je een gebeurtenis die heel gevaarlijk is.
4
Dit materiaal heb je nodig als je gevaarlijk werk doet.
5
Hiermee kun je dozen en pallets tillen.
6
Dit heb je nodig als je erg gewond bent.
7
Het tegenovergestelde van safe.
8
Hiermee maak je gaten in de muur.
b) De letters in de grijze vakjes in opdracht a) vormen een nieuw woord. Wat betekent dit in het Nederlands? New word:
*
7
Dutch:
Speechless
Do you know the new words? Let’s find out. • Work with a classmate. Look at the Words on page 21. Choose a word. • Act out the word but ... you may not say any words! • Your classmate must guess which word it is. He/she may guess three times. • Guessed it right? You get a point! Who gets the most points? • Take turns.
Kijk nu eerst de opdrachten na en verbeter de fouten. Leer ook de Words op pagina 21.
6 six
Techniek 1 2 1 Safety Working instructions as a mechanic Text
Mini case
Going to Belgium Situatie
1
Je werkt sinds een halfjaar als leerling bouwvakker bij Constructions, een grote aannemer in Limburg. Het bevalt je prima. Vandaag ga je met je baas naar een groot bouwproject in België. Jullie bedrijf werkt daar ook aan mee. Je hebt er zin in. Belgium, here you come! VOORBEREIDEN
Stap 1 (klas) Maak teams van drie personen. Schrijf op met wie je samenwerkt en wanneer de case af moet zijn. Namen team: Einddatum case: Planning (team) In deze Mini case gaan jullie de volgende taken uitvoeren: Taak 1: veiligheidsvoorschriften begrijpen (team, *alleen) Taak 2: telefoon aannemen (team) Taak 3: boodschap noteren (alleen) Bij elke taak horen voorbereidende oefeningen. Plan de oefeningen en de taken in. Vul de dagen in waarop jullie aan het project werken en omcirkel de plaats waar jullie gaan werken:
2
Voorbereiding stap 2 (bij taak 1):
Datum:
school / thuis
Voorbereiding stap 3 (bij taak 2):
Datum:
school / thuis
Voorbereiding stap 4 (bij taak 3):
Datum:
school / thuis
Taak 1:
Datum:
school / thuis
Taak 2:
Datum:
school / thuis
Taak 3:
Datum:
school / thuis
Stap 2 (team; *alleen) Je baas legt uit dat er mensen uit verschillende landen aan het project meewerken. Daarom moet iedereen Engels praten. Vanwege de veiligheid mag je het bouwterrein pas op, als je hebt bewezen dat je de Engelse borden snapt. Je krijgt een overzicht met de meest voorkomende teksten op bouwborden. Let’s go study! Let op: *Leerlingen maken *opdracht A. Opdracht A (team): Kies een rij van 5 borden. Zorg dat je een andere rij kiest dan je teamgenoten. Welke Nederlandse zin uit het kader op de volgende pagina hoort bij elk bord uit jouw rij? Zet de letter van de goede zin bij het bord. seven 7
Techniek 1 Working instructions as a mechanic Economie1 2 Ordering 1 5Safety
Mini case
Text
*Opdracht A (alleen): Welke Nederlandse zin uit het kader hoort bij elk bord? Zet de letter van de goede zin bij het bord.
a) 1
3
4
5
2
b) 1
3
4
5
3
4
5
First aid
2
c) 1
2
A Gevaar: vorkheftrucks B Verboden toegang voor onbevoegde voertuigen C Verboden toegang: alleen toegang voor medewerkers D Noodtelefoon E Speciale schoenen verplicht F Geen uitgang G Waarschuwing: videobewaking
H Alle bezoekers melden bij het kantoor I Gevaar: bouwterrein J Verplicht veiligheidshelm te dragen K Eerste Hulp L Bij rood licht hier wachten M Geen toegang N Maximum snelheid 10 km O Verboden te roken
Opdracht B: Bekijk nu de antwoorden van je teamgenoten. Hebben jullie het goed gedaan? Zoek bij twijfel woorden op in het woordenboek of overleg met een ander team. 8 eight
Techniek 1 2 1 Safety Working instructions as a mechanic
3
Text
Mini case
Stap 3 (alleen) Je moet vaak telefoontjes in het Engels beantwoorden. Dat is best lastig. Daarom heb je een lijstje van je collega gekregen met handige zinnen. Opdracht A: Lees het lijstje door en beantwoord de vragen. Let op: *Leerlingen maken opdracht A en *opdracht B 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
You’re welcome. Bye. Can I take a message? This is Robin from Smith Construction Company speaking. No problem. Goodbye. You must have dialed the wrong number. Smith Construction Company. How can I help you? Good afternoon. Smith Construction Company. I’m afraid you’ve dialed the wrong number. My name is Robin. Would you like to leave a message?
a) Welke zinnen kun je gebruiken om de telefoon op te nemen? Schrijf op.
b) Welke zinnen kun je gebruiken om te zeggen wie je bent? Schrijf op.
c) Welke zinnen kun je gebruiken om het gesprek te beëindigen? Schrijf op.
d) Welke zinnen kun je gebruiken om te vragen of je een boodschap kunt doorgeven? Schrijf op.
e) Welke zinnen kun je gebruiken om te zeggen dat iemand het verkeerde nummer heeft gebeld? Schrijf op.
*Opdracht B: Weet je zelf nog meer zinnen die je kunt gebruiken? Probeer er nog twee te bedenken en zet die onder de juiste vraag. nine 9
Techniek 1 Working instructions as a mechanic Economie1 2 Ordering 1 5Safety
4
Text
Mini case
Stap 4 (alleen) Soms moet jij of een collega een boodschap voor je baas opschrijven. Hans, je collega, heeft de boodschap hieronder voor je baas opgeschreven. Weet jij wat alles betekent? Opdracht: Lees het memo van je collega. Wat betekenen de vetgedrukte stukjes in het Nederlands? Schrijf op achter elke zin. Kies uit: telefoonnummer • aan • zal terugbellen • achtergelaten boodschap • wie belde? • wil dat u terugbelt • datum • van • bel zo snel mogelijk terug.
1
To: Jan de Groot
2
From: Hans Stevens
3
Date: March 24
4
Who called? Ted Wheeler
5
Phone number: 44 1727 247654
6
will call back
7
wants you to call
8
✓
call as soon as possible Left message:
9
Had emergency at construction site in Oxford. Some workers are in hospital now. Wants to use some of our workers. Possible?
Kijk nu eerst de opdrachten na en verbeter de fouten.
1
UITVOEREN
Taak 1 (alleen) Je bent aangekomen op het bouwterrein. Je moet eerst de test afleggen. Zo laat je zien dat je begrijpt wat de bouwborden betekenen. You can do it! Opdracht A: Wat betekenen de borden? Kruis het juiste antwoord aan. 1 a b c
10 ten
Dit bord betekent: Gevaar: oranje zone Gevaar: tijdelijke zone Gevaar: bouwterrein
2 a b c
Dit bord betekent: Geen uitgang Geen toegang Geen lichten aan
Techniek 1 2 1 Safety Working instructions as a mechanic Text
Mini case
3 Dit bord betekent: a Nieuwe bezoekers moeten zich melden bij het kantoor. b Alle bezoekers moeten zich melden bij het kantoor. c Alle bezoekers moeten verslagen inleveren op het kantoor.
4 Dit bord betekent: a Maximumsnelheid 10 km b Minimumsnelheid 10 km c Maximale lengte 10 m
5 Dit bord betekent: a Schoenen zonder gaten verplicht b Veiligheidsschoenen verplicht c Laarzen verplicht
2
6 Dit bord betekent: a Noodtelefoon b Telefooncel c Bedrijfstelefoon
7 Dit bord betekent: a Waarschuwing: videobewaking buiten gebruik b Waarschuwing: flitspaal c Waarschuwing: videobewaking
8 Dit bord betekent: a Kantoor Eerste Helper b EHBO c Ziekenhuis
First aid
Opdracht B: Geef nu een andere teamgenoot je test. Kijk de test van elkaar na. Je mag maximaal twee vragen fout hebben, dan ben je geslaagd! Net niet geslaagd? Doe de test dan nog een keer. Taak 2 (team) Je loopt nu met je baas, Jan de Groot, op het bouwterrein. Hij moet gelijk naar een business meeting. Hij vraagt jou om de telefoon op te nemen en boodschappen aan te nemen. Hij wil ook dat je altijd opneemt met de naam van het bedrijf: Constructions. No problem, boss! Je krijgt gelijk een telefoontje. Gelukkig heb je de handige zinnetjes uit Voorbereiden - Stap 3 bij de hand! Let op: *Leerlingen maken opdracht A, opdracht B en *opdracht C. eleven 11
Techniek 1 Working instructions as a mechanic Economie1 2 Ordering 1 5Safety Text
Mini case
Opdracht A: Voer met twee teamgenoten het gesprek. De derde teamgenoot beoordeelt jullie gesprek door het Beoordelingsformulier gesprekken in te vullen. Wissel dan van rol. Iedereen moet een keer You, Caller en Beoordelaar zijn.
Rol A: You
Rol B: Caller
1 Neem de telefoon netjes op. Good afternoon. Is Pete there, please? 2 Zeg nee en herhaal je naam en van welk bedrijf je bent. Oh, this is not the Advertising Company? 3 Zeg dat dit niet zo is. Oh, I’m sorry. 4 Zeg dat het niet erg is. Zeg dat zij/hij een verkeerd nummer heeft gebeld. Yes, I probably have. Sorry. Bye. 5 Zeg dat het geen probleem is. Neem netjes afscheid.
Je krijgt nog een telefoontje. Opdracht B: Voer met twee teamgenoten het gesprek. De derde teamgenoot beoordeelt jullie gesprek door het Beoordelingsformulier gesprekken in te vullen. Wissel dan van rol. Iedereen moet een keer You, Sandra en Beoordelaar zijn.
Rol A: You
Rol B: Sandra
1 Neem netjes op en zeg je naam en het bedrijf. Hi! This is Sandra calling from Smith International. 2 Begroet Sandra. Hi! Is Jan there, please?
12 twelve
Techniek 1 2 1 Safety Working instructions as a mechanic Text
Mini case
3 Zeg dat hij in een bespreking is. Oh. I’d really like to speak to him. We’re doing a project in Antwerp. And we need his help. 4 Vraag of ze een berichtje wil achterlaten. Yes, please. Can you ask him to call me back? He has my number. 5 Zeg dat je dat zult doen. Can you also tell him that we need his help with this new project? 6 Zeg dat je hem dat zult vertellen. Thanks! Speak to you soon. 7 Neem netjes afscheid.
3
* Opdracht C: Je klasgenoot verzint een telefoonnummer voor Sandra. Jij herhaalt het nummer en schrijft dit op. Klopt het? Taak 3 (alleen) Natuurlijk maak je na het gesprek met Sandra meteen een notitie voor je baas. Opdracht: Vul het memo hieronder in het Engels in. To: From: Date: Who called? Phone number: will call back wants you to call call as soon as possible left message:
thirteen 13
Techniek 1 Working instructions as a mechanic Economie1 2 Ordering 1 5Safety Text
Mini case
AFRONDEN
1
Kom als groep weer bij elkaar. Loop de stappen hieronder door. Stap 1 (team) Bekijk de test uit Taak 1 nog eens. Welke drie borden waren het moeilijkst? Schrijf de tekst van die borden op. Wij vonden de volgende borden moeilijk: 1 2
2
3 Stap 2 (team) Bespreek welke dingen goed gingen en welke dingen moeilijk waren bij de twee telefoongesprekken van Taak 2. Gebruik hiervoor ook de beoordelingsformulieren. Dit ging goed:
Dit was nog moeilijk:
3 4 5
Stap 3 (team) Bekijk de memo’s die jullie bij Taak 3 hebben gemaakt. Kloppen ze?
Stap 4 (met groep) Kijk nu de Mini case na en verbeter je fouten.
*Stap 5 (klas)
14 fourteen
Voer de telefoongesprekken op voor de klas. Je docent geeft steeds het telefoonnummer dat je moet opschrijven.
Taking notes
fifteen 15
Economie 1 5 Ordering
Sectorkatern Techniek | vmbo/b en vmbo/k
www.goforit-online.nl
Marjan den Hertog Judith Niekel Martine Rozenberg
978-11-11-24840-6