11_08 k Kwaliteitsimpuls voor (v)so k Nieuw Zuid gooit het roer om k Het nut van schoolcontactpersonen >
- - - - - - - Rotterdams Onderwijs Magazine
Topteams met Talent op Emmaus
k Schoollocaties sluiten vriendschap
Mariaschool: leren, leven, beleven
Vierambacht verfijnt brede school
november _ nr. 09 _ jaargang 31
van de redactie Rotterdams Onderwijs Beleid 2006-2010 Gemeente en schoolbesturen stelden in 2005 voor vier schooljaren het Rotterdams Onderwijs Beleid (ROB) vast. Inmiddels zijn we dus aan de tweede helft van die periode begonnen. Reden voor het ROM om eens extra op zoek te gaan naar activiteiten die plaatsvinden dankzij het ROB en die een plek in de zon verdienen.
agenda
c 12 november (start) ROTTERDAM
tentoonstelling Halte Holland www.villazebra.nl 19 november ROTTERDAM
workshop Maak van kinderen enthousiaste lezers (po)
Bijna even groot is het bedrag dat bestemd is voor ’contactpersonen ouderbetrokkenheid’. Een variatie hierop zijn de ’schooloudercontactpersonen’ in het voortgezet onderwijs. Al sinds 2001 doet Melanchthon ervaring op met deze ’scp’s’. Lees over hun successen op pagina 20 en 21. Het ROB steekt veruit het meeste geld in de voor- en vroegschoolse educatie (vve): 11 miljoen. Hieronder vallen ook de kinderdagverblijven die werken met Ben ik in Beeld, een programma waarbij pedagogisch medewerkers hun interactie met het kind op een hoger plan brengen. Lees hoe dat in zijn werk gaat op pagina 12 en 13.
5 5 6 6 7 7
Beleid
Stopverbod bij scholen? Tentoonstelling burgerschap in Onderwijsmuseum ROB-gezicht > Marja Liefaard Schooluitval: aandacht voor individuele problemen Gastles over lievelingsboek op Dag van de Leraar Mister Simpel > Wel klagen maar geen actie ondernemen?
4_ ROTTERDAMSE KWALITEITSIMPULS VOOR (V)SO. Lucas Rurup: ‘Wij lopen voorop’ R
www.cedgroep.nl/cursussen
Vak
19 november ROTTERDAM
cursus En nu de bouwcoördinator (po) www.cedgroep.nl/cursussen
Van het totaal van bijna 49 miljoen euro ROB-geld per schooljaar gaat een groot bedrag naar de brede school: 6,3 miljoen. Basisschool Vierambacht gebruikt zijn portie voor het aanstellen van een bredeschoolmedewerker en het opzetten van een wijkarrangement. Met goede resultaten! Lees het vanaf pagina 32.
inhoud
21 november ROTTERDAM
Rotterdamse OSKAR 2008 www.josopschool.nl
11 12 13 14 16
21 november ROTTERDAM
opening tentoonstelling Goed voor elkaar? (sociale competentie en burgerschap) www.onderwijsmuseum.nl 21 november (start) ROTTERDAM
Tweede-Kamerleden op Hildegardisschool Programma Ben ik in Beeld verbetert kinderopvang Sense wil jongeren bereiken Mijn Vak > Margot Uljee Alles Kids in de Wijk wint terrein
∏ 22 24 25 25
Leerling
Talentvolle jongeren vinden nieuwe uitdaging ‘Veel allochtone stagiairs slecht gemotiveerd’ Wouter Bos zet Zadkiner in het zonnetje Rotterdam loopt voorop met motorvoertuigentechniek
cursus Gedragsmanagement en sociale competentie www.cedgroep.nl/cursussen 26 en 27 november UTRECHT
Het Nationale havo/wvo Congres www.havovwocongres.nl 27 november ROTTERDAM
start cursus Grip op de Groep
f
8_ NIEUW ZUID GOOIT HET ROER OM R
School
29 Melanchthon Schiebroek opent nieuw gebouw in Schiebroek 30 Basisschool Maria laat kinderen ’leren, leven, beleven’ 32 Brede school Vierambacht: ‘Activiteiten na schooltijd moeten léuk zijn’ 34 De Kleine Pijler in prachtig nieuw gebouw
20_ SCHOOLOUDERCONTACTPERSONEN MELANCHTHON: ‘Wij zijn vaak de olie in de machine’ O
www.cedgroep.nl/cursussen
colofon Rotterdams Onderwijs Magazine voorlichtings- en opinieblad voor onderwijs, educatie, vorming, opleiding en training in Rotterdam. Gratis voor personeel van voorscholen, primair en voortgezet onderwijs in Rotterdam. 31e jaargang -- nr.9 -- november 2008 ISSN 1386-2863 -- Verschijnt tien keer per jaar -- Oplage 8100 Losse nummers € 5.50 Abonnement € 55.- (opzeggingen vóór 1 november) Uitgave Stichting de Meeuw Redactie Ineke Ginjaar, Marian Mulder, Hanneke van Trirum, Lidija Konijnendijk Willem Bijl (hoofd- en eindredactie) Redactie-adres Postbus 61055 -- 3002 HB Rotterdam -- telefoon 010 4863022 -fax 010 4866455 -- e-mail
[email protected] Grafische vormgeving Trichis Vormgeving BNO -- Rotterdam Foto cover Jan van der Meijde Druk Goos -- Ouderkerk aan den IJssel © Stichting de Meeuw 2|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 02 | 08
28 november ROTTERDAM
jeugdconferentie Dyslexie: Wat vind jij nou?
+ plus
www.cedgroep.nl
2_Agenda 18/19_Talent in Beeld 35_Geflitst 36_Veldwerk 28 januari (start) ROTTERDAM
cursus Maak met je groep een prentenboek (po) www.skvr.nl 4 en/of 5 februari UTRECHT
26_ LOCATIES DE WILGENSTAM INTEGREREN TOT GEMENGDE SCHOOL: ‘Wij willen eenheid in verscheidenheid’ O
Nationaal vmbo Congres 2009 www.nationaalvmbocongres.nl
11 | 08 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|3
Beleid T LUCAS RURUP CED-Groep
tekst en foto Martin van den Bogaerdt
Met ROBuust (v)so wordt in heel de stad gewerkt aan praktisch hanteerbare kwaliteitsverbeteringen voor het (voortgezet) speciaal onderwijs. De aanpak kon worden ontwikkeld met geld van de gemeente. Ontwikkelaar en onderzoeker Lucas Rurup van de CED-Groep legt uit wat het succes ervan is. Hij verwacht dat de Rotterdamse aanpak breder en op den duur misschien wel landelijk kan worden uitgerold.
cccccccccccccc Rotterdamse cccccccccccccc cccccccccccccc kwaliteitsimpuls cccccccccccccc voor (v)so cccccccccccccc H
et driejarige project ROBuust (v)so, waarbij de hoofdletters ROB voor Rotterdams Onderwijs Beleid staan, loopt inmiddels ruim een jaar. ‘De gemeente wilde met een efficiënte aanpak een kwaliteitsimpuls aan het speciaal onderwijs geven. Directe aanleiding waren de slechte inspectierapporten, die uitgebreid in de media zijn geweest. Als je naar het speciaal onderwijs kijkt, zie je dat er hartstikke hard wordt gewerkt maar dat de kwaliteit ervan niet aangetoond kan worden. Er zijn bijvoorbeeld te weinig leermiddelen en het ontbreekt vaak aan duidelijke doelstellingen.’
Ambities Rurup vervolgt: ‘Waar ROBuust (v)so zich op richt, is de ontwikkeling van producten en leermiddelen en op duidelijk meetbare ambities. Dus: waar wil de school met de leerling naartoe? Het echte robuuste is dat we de kwaliteitsverbetering kunnen en willen meten. Het (v)so ontworstelt zich daarmee aan de softe sector, met eigen heldere leeropbrengsten. Ook de schoolbesturen zijn het hiermee van harte eens. Leeropbrengsten laten écht zien hoe het met de leerlingen en de school gaat. Het is daarbij belangrijk dat je van tevoren met elkaar afspreekt welk ambitieniveau je hebt.’
010 4071482
[email protected]
GroenLinks wil stopverbod bij scholen Meten is weten Alle directeuren en locatieleiders van de 19 scholen die aan ROBuust (v)so meedoen, gaan een driedaagse training volgen om op hun school actie te ondernemen voor een betere onderwijskwaliteit. Op al die scholen zijn inmiddels verbeteracties in gang gezet. Rurup blijft benadrukken dat het van groot belang is om voortdurend de vinger aan de pols te houden. ‘Meten is weten! Je gaat als school uit van een nulmeting, legt je ambities vast en checkt of je je doelstellingen haalt. Dan kan blijken dat je ambities precies goed zijn, te laag of juist te hoog en dat je ze moet bijstellen.’
‘Het is van groot belang om voortdurend de vinger aan de pols te houden’ Stagebegeleiding De CED-Groep heeft speciaal voor de Rotterdamse (v)so-scholen een programma ontwikkeld waarmee zij hun doelstellingen kunnen realiseren. ‘De scholen moeten een handvat hebben. Het zou tot niets leiden als we alleen maar zouden zeggen wat er moet gebeuren, zonder de scholen daarbij te ondersteunen.’ Zo zijn er voor het voortgezet speciaal onderwijs trajecten in ontwikkeling, waarmee leerlingen op structurele wijze kunnen worden begeleid tijdens hun stage, bijvoorbeeld in een supermarkt. In elk traject kan de leerkracht de vooruitgang meten door eerst het beginniveau te bepalen en daarna te meten welk eindniveau is bereikt. ‘Alles draait tenslotte om de leerlingen en de bagage die zij meekrijgen voor hun latere leven’, aldus Rurup.
Voorloper k Lucas Rurup: ‘Als je naar het speciaal onderwijs kijkt, zie je dat er hartstikke hard wordt gewerkt maar dat de kwaliteit ervan niet aangetoond kan worden.’
4|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 08
Er moet een stopverbod voor auto’s komen bij basisscholen, om onveilige situaties voor kinderen te voorkomen. GroenLinks-raadslid Arno Bonte doet dat voorstel naar aanleiding van het toegenomen aantal auto’s nabij scholen.
Op dit moment is ROBuust (v)so nog een puur Rotterdams project, maar Rurup verwacht dat de meetmethode ook een kwaliteitsimpuls kan zijn voor (v)so-scholen buiten de stad en op den duur misschien wel in heel Nederland. ‘Wij lopen hiermee voorop, zoals je wel vaker ziet met Rotterdamse initiatieven op het gebied van het speciaal onderwijs.’
Arno Bonte wil dat zoveel mogelijk ouders hun kinderen met de fiets of lopend naar school gaan brengen. In Groningen vond al een succesvol experiment met een stopverbod plaats. Als gevolg daarvan besloten bijna alle ouders hun kinderen lopend of met de fiets naar school te brengen. Groningen wil het stopverbod nu bij alle basisscholen invoeren. Uit een peiling van GroenLinks onder 100 schoolkinderen blijkt dat 95 procent van de Rotterdamse schoolkinderen het liefst zonder auto naar school wordt gebracht. Bonte wil dat Rotterdam het stopverbod invoert bij scholen waar naast de kinderen ook de directie en medezeggenschapsraad voorstander van de maatregel is.
Tentoonstelling burgerschap Het Onderwijsmuseum presenteert de komende maanden de tentoonstelling ‘Goed voor elkaar’. Deze laat zien wat scholen doen aan sociale competentie en burgerschap en hoe onze voorvaderen ’hun kinderen mores leerden’.
Volgend schooljaar is het tien jaar geleden dat burgerschap en sociale competentie een plaats kregen in het lesprogramma van Rotterdamse scholen. Een goede aanleiding voor het Onderwijsmuseum om samen met de CED-Groep en de scholen de balans op te maken: wat heeft die aandacht opgeleverd? De feestelijke opening vindt plaats op 21 november, tegelijk met het uitreiken van de Rotterdamse OSKARS door Rotterdams onderwijswethouder Leonard Geluk. Meer informatie over de inhoud van de tentoonstelling en het bijbehorende schoolprogramma is te vinden op www.onderwijsmuseum.nl en www.cedgroep.nl.
11 | 08 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|5
Beweeglijk onderwijs is nodig omdat de wereld om ons heen in beweging is. Jongeren van nu zijn andere jongeren dan tien, twintig, dertig jaar geleden. Zij leven anders, leren anders, hebben toegang tot nieuwe technologieën en hebben vaker dan vroeger een andere culturele bagage en taalachtergrond. Steeds meer kinderen hebben extra
Werken aan talentontwikkeling support nodig, omdat ze het op eigen kracht niet redden. Dit vraagt om onderwijs dat vertrekt vanuit het kind. We moeten voorkomen dat de schoolloopbaan een hindernisbaan wordt. Gezamenlijk werken aan talentontwikkeling van kinderen – dat is goed voor het kind en ook voor de Rotterdamse samenleving. Dat vraagt dat we over onze eigen grenzen heen kunnen kijken en samenwerking zoeken.
foto Jan van der Meijde
6|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 08
Tientallen gastdocenten die in het dagelijks leven niet voor de klas staan, hebben op de Dag van der Leraar een halfuur aan de onderwijspraktijk geproefd. Ze deden mee aan de jaarlijkse actie ’Op de stoel van de meester en de juf’ van stichting Kind en Onderwijs Rotterdam.
Het is daarom mooi dat het Rotterdams Onderwijs Beleid de samenwerking tussen gemeente, po/vo-scholen en mbo organiseert en faciliteert. Ik participeer in de commissie Onderwijs Ouders en Omgeving. We organiseren samenwerking en kennisdeling rond prioriteiten als taal, brede school en ouderparticipatie. Zo is bijvoorbeeld het project Elkaars Taal Spreken ontstaan waarin vo en roc’s werken aan doorgaande taalontwikkeling. Urgente thema’s waarop onderwijs en overheid elkaar moeten vinden, zijn m.i. zorgstructuur en taalontwikkeling. Het zijn onderwerpen waar de meeste van onze docenten dagelijks mee te maken hebben. Er zijn plannen om taal en rekenen in het mbo centraal te gaan examineren. Dit heeft niet alleen gevolgen voor ons onderwijs maar vraagt ook om afstemming met toeleverende scholen (het vmbo). Rotterdams Onderwijs Beleid heeft effect als we werken vanuit dergelijke urgente thema’s in de scholen. *mdgo middelbaar dienstverlenings- en gezondheidszorgonderwijs
Schooluitval: aandacht voor individuele problemen Het aantal voortijdig schoolverlaters (vsv’ers) kan omlaag door meer aandacht te besteden aan individuele problemen binnen deze groep. Dat stelt de Rotterdamse Rekenkamer.
�� ���
��
�
���� � ���
MET EEN KNIPOOG NAAR HET ’SIMPLISTIES VERBOND’ BESTEEDT DEZE RUBRIEK AANDACHT AAN REGELDRUK IN HET ONDERWIJS.
tekst Ronald Buitelaar
tekst en foto Martin van den Bogaerdt
Eén ding werd mij meteen duidelijk toen ik in 1980 in het Rotterdamse beroepsonderwijs terecht kwam: niets blijft lang hetzelfde. Dat gold en geldt voor de leerlingen, de manieren van leren, de samenleving en de arbeidsmarkt en uiteraard ook voor mijzelf. Ik begon als docent Nederlands in het mdgo* en studeerde daarnaast voor mijn doctoraal Nederlandse taal- en letterkunde. Vanaf die tijd maakte ik talloze onderwijsinhoudelijke veranderingen en fusies mee. Eerst als docent in het beroepsonderwijs en het tweedetaalonderwijs, later ook als ontwikkelaar, leidinggevende en beleidsadviseur. Sinds 2003 ben ik senior beleidsadviseur Onderwijs bij het Albeda College.
�� �
� � � ��
Marja Liefaard
��
��
Gastles over lievelingsboek op Dag van de Leraar
�
ROB - gezicht
In Rotterdam verlaten meer dan 10.000 jongeren de school zonder diploma. De gemeente wil dat aantal verminderen, maar richt zich daarbij volgens de Rotterdamse Rekenkamer te veel op de beschikbaarheid van opleidingsplaatsen. In het rapport ‘Zonder diploma geen relaxed werk’ staat dat daardoor de ‘niet-willers’ en de ‘niet-kunners’ onvoldoende worden bereikt. De rekenkamer vindt dat per geval moet worden bekeken of het volgen van een opleiding wel de beste optie is. Een ander advies luidt dat er meer aandacht moet zijn voor vsv’ers die betaald
werk hebben. Tot nu toe concentreert de aandacht zich op diegenen die niet werken en een uitkering hebben. Verder staat in het rapport dat het wellicht te hoog gegrepen is om alle vsv’ers een startkwalificatie te laten halen. Uit gesprekken die de Rotterdamse Rekenkamer met 54 vsv’ers voerde, kwam naar voren dat de meesten van hen hun opleiding hadden afgebroken vanwege individuele problemen. Het beleid om schooluitval tegen te gaan, zou zich daarom meer moeten richten op de sociale omgeving van de doelgroep.
h De les van Yvet van Noordt liep goed.
Een van de gastdocenten was Yvet van Noordt van de CED-Groep. Zij adviseert leerkrachten en directeuren op het gebied van taal en lezen. Op maandag 6 oktober was ze te gast in combinatiegroep 6-7 van de Dr. H. Piersonschool in Blijdorp. ‘Normaal gesproken zit ik achter in de klas, en dan zie ik wat er lekker loopt en wat er niet zo goed gaat. Nu stond ik er dus zelf voor. Echt heel anders, maar ik had het prima naar mijn zin!’ Van Noordt had de leerlingen gevraagd hun lievelingsboek mee te nemen. ‘Dat was een veilige keuze, want ik houd me dagelijks bezig met leesbevordering in het onderwijs. Ik wilde me richten op de leesbeleving. Het is goed om leerlingen te laten nadenken over wat ze hebben gelezen, in plaats van dat er controlerende vragen over worden gesteld. De les liep goed, het was een fijne klas. Volgend jaar moet ik misschien een minder veilige keuze maken, bijvoorbeeld handarbeid of muziek aan kleuters.’ Op de Dag van de Leraar waren er op Rotterdamse basisscholen nog tientallen andere gastdocenten actief. Wethouder Leonard Geluk bijvoorbeeld gaf les op de Eben Haëzerschool in het Nieuwe Westen, Tweede Kamerlid Tofik Dibi van GroenLinks deed dat op de Johan de Graafschool in Kralingen en Simone Walvisch van de landelijke bestuurskoepel PO-Raad gaf les op de A.S. Talmaschool in Crooswijk. De organisatie van de jaarlijkse actie ’Op de stoel van de meester en de juf’ is in handen van Arie de Bruin van stichting Kind en Onderwijs Rotterdam, 010 4125101 of
[email protected].
Wel klagen maar geen actie ondernemen? Zou het dan toch waar zijn dat Nederlanders liever zeuren en zaniken dan actie ondernemen? Je zou het haast denken als je de respons op de gemeentelijke STOP-actie in ogenschouw neemt. STOP (Samen Tegen Onnodige Procedures) is een initiatief van onderwijswethouder Leonard Geluk en kwam er – we citeren de wethouder – ‘om de regelgekte te stoppen’. Toch lijkt het met die ‘gekte’ wel mee te vallen. Zo kwamen op een speciaal door JOS georganiseerde STOP-bijeenkomst slechts ca. 25 scholen af en levert ook het nieuwste offensief een matige respons op. Ditmaal gaat het om voorgedrukte adresstickers waarmee voorbeelden van ‘regelgekte’ eenvoudig onder de aandacht van JOS zijn te brengen. Desondanks zijn sinds maart 2008 nog geen tien meldingen binnengekomen. We belden met Rikkert den Hollander, beleidsadviseur STOP bij Jeugd, Onderwijs en Samenleving (JOS) en vroegen hem naar een verklaring. Den Hollander: ‘Ook wij snappen er niets van. We weten dat het leeft in het onderwijs en hadden daarom een stortvloed aan klachten verwacht. We zijn dus zeer verrast dat de teller niet eens op tien staat.’ Waar gaat het voornamelijk om bij die ‘bijna tien’ meldingen? Den Hollander: ‘Het merendeel van de klachten gaat over de te trage of omslachtige wijze van informatieverzameling en/of behandeling van vragen.’ Kunnen spijtoptanten jullie alsnog overspoelen met op- en aanmerkingen? Den Hollander: ‘Graag. Ze kunnen daarvoor de stickers gebruiken of rechtstreeks schrijven naar onderstaand adres.’
Gemeente Rotterdam JOS t.a.v. Projectgroep STOP Antwoordnummer 3227 3000WB Rotterdam
11 | 08 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|7
Vak
tekst Marijke Nijboer
Geen gezamenlijke visie en te weinig leerling-gericht: zo luidde het oordeel van de nieuwe vmbo-directie over deze sector van Nieuw Zuid. Niet het hele team stond te juichen over de vernieuwingsplannen die voortvarend werden ontwikkeld. Maar toen de algemene directie de nieuwe visie omhelsde en de VO-raad subsidie en begeleiding verstrekte, kwamen steeds meer collega’s over de brug. ‘Onze leerlingen hebben al grote sprongen gemaakt.’
k ‘Je moet kinderen prikkelen, aanspreken.’ foto’s Jan van der Meijde
Nieuw Zuid gooit het roer om
Subsidie
I
n juni 2006 kwam Roelie Keizer als sectordirecteur vmbo naar openbare scholengemeenschap Nieuw Zuid. De voormalige gymlerares had twaalf jaar achter de rug op een middenschool in de Bijlmer. Ze kende dus de uitdagingen van een Randstedelijke binnenstadsschool. Toch werd ze verrast door wat ze aantrof bij Nieuw Zuid. ‘De eindexamenresultaten waren goed, maar ik miste een gezamenlijke visie. Er is na de fusie onvoldoende geïnvesteerd om van de school een geheel te maken. Er was achterstallig onderhoud op vele gebieden. De financiele situatie was niet rooskleurig waardoor jonge mensen weg moesten. Zaken als deskundigheidsbevordering waren blijven liggen. En de school was erg leerstofgericht; er was weinig oog voor de behoeften van leerlingen.’ Natuurlijk waren daar oorzaken voor aan te wijzen: zo droeg de school nog de sporen van haar fusieverleden en de functie van sectorof locatiedirecteur was een poos vacant geweest. Maar er moest dringend iets gebeuren, vond Keizer. Ze ging gesprekken aan met het team om de situatie in kaart te brengen en een voedingsbodem voor verandering te creëren.
8|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 08
Met een paar gelijkgestemde collega’s maakte Keizer een lijstje met kansen. Nieuw Zuid mag een school neerzetten in Parkstad, een toekomstige wijk tussen de Kuip en de Kop van Zuid. Dat vroeg om een nieuw concept. Daarnaast waren collega’s van de internationale schakelklas (isk) al volop bezig met vernieuwing, omdat zij hun leerlingen meer wilden uitdagen. En toen hoorde Keizer ook nog eens dat de VO-raad, de sectororganisatie voor het voortgezet onderwijs, onder de titel ’Expeditie durven, delen, doen’ subsidies ging verstrekken aan geselecteerde scholen voor innovatie en kwaliteitverbetering. De plannenmakers schakelden over naar de hoogste versnelling.
‘Ik wil gastdocenten uit het bedrijfsleven’ Cultuurverschil Keizer liet aan collega’s de keus of zij daaraan wilden meewerken. ‘Ik wilde liever starten met gemotiveerde mensen.’ Uit een grote groep geïnteresseerden stelde ze een ontwikkelgroep en een stuurgroep samen, die veel werk op zich namen. ‘Een aantal mensen uit ver-
schillende teams stond sceptisch tegenover de veranderingen en hield zich afzijdig. Onder die groep was de cultuur eerder: lesgeven, klaar, naar huis. Dat cultuurverschil gaf enigszins een wij/zij-verhouding.’ Binnen het kernteam ontstond al snel een beeld van waar de school naar toe moest. ‘Je moet kinderen prikkelen, aanspreken. Wij wilden op een andere manier met hen gaan werken, hen verantwoordelijkheid geven voor het leerproces. We wilden ook zien wat onze lessen met hen doen. Hoe slaat de stof het beste aan? Daar moesten de lessen naar worden ingericht.’
Visie Met een collega schreef Keizer een visiedocument. Op basis van een analyse van de oude situatie werd een beeld van de gewenste school geschetst, met aandacht voor leerling-gericht onderwijs, docentengedrag en deskundigheidsbevordering. ‘De kerngroep ging hierin helemaal mee; de grotere groep daaromheen ook wel. En de directie zei: dit moeten we op héél Nieuw Zuid doen.’ Vervolgens konden Keizer en haar team echt aan de slag. ‘Tegen docenten die zich hier niet in konden vinden, heb ik gezegd: jammer, dan zul je moeten kiezen voor een andere school. Anderen hebben gewoon wat tijd nodig – zij vinden het eng. Een lesboek is heel veilig als uitgangspunt. Je moet dingen loslaten waaraan je jarenlang gewend was. Wij stimuleren mensen om te bepalen wat hun krachten zijn en die in te zetten.’ >
11 | 08 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|9
T ROELIE KEIZER 010 4851326 www.nieuw-zuid.nl
Kritische artikelen Keizer lacht hartelijk als ze vertelt dat ze regelmatig van collega’s kritische krantenartikelen krijgt over het nieuwe leren. ‘Ik wil de sceptici verleiden door rustig te werken aan een goed concept. Voor het hele proces moeten we denk ik vijf jaar uittrekken. Eigenlijk wil ik veel sneller, maar veranderingen kosten tijd. Ik wil respect houden voor mensen die jarenlange ervaring hebben. Ik hoop wel dat ik bij hen iets loskrijg. Dat ze gaan nadenken over de klas die ze voor zich
‘Je moet dingen loslaten waaraan je jarenlang gewend was’ >
Omschakeling Jan de Ruiter, lid van het kernteam en al decennia werkzaam op (voorgangers van) deze school: ‘Binnen de isk-afdeling waren we al een jaar of vijf hard bezig met vernieuwen, maar voor veel andere collega’s was het soms best moeilijk om zich de nieuwe werkwijze eigen te maken. Daarom hebben we veel tijd opgeëist voor de omschakeling. Je kan niet een volledig programma draaien en tegelijk volop vernieuwen.’ De bijscholing en coaching door Fontys, die de school met de subsidie van de VO-raad inkocht, gaf volgens hem veel steun.
Klacht De leerlingen blijken bevattelijk voor de nieuwe aanpak. ‘In het oude, vakgerichte systeem waren ze consumenten die weinig verantwoordelijkheid kregen.’ Vooral de tweedeklassers die bewust kozen voor de masterclass hebben inmiddels grote sprongen gemaakt, vindt MASTERCLASS EN MEDIAPROFIEL
Beide programma’s zijn bedoeld voor de onderbouw van het vmbo en draaien nu voor het tweede jaar. Centraal staan taal, studievaardigheden en sociaal-emotionele ontwikkeling. Leerlingen leggen hun ontwikkeling vast in een portfolio. In het mediaprofiel, ontworpen samen met de Willem de Kooning Academie, worden de eersteklassers vertrouwd gemaakt met de computer, internet, foto, film en massamedia. Ze leren zich verbaal beter te uiten en te presenteren. Voor de masterclass worden tweedeklassers, inclusief leerlingen uit een internationale schakelklas, geselecteerd op motivatie en capaciteiten. Hier wordt met name aandacht besteed aan Nederlands, wiskunde en Engels en worden een brede maatschappelijke betrokkenheid en interesse gestimuleerd.
10 |
h ‘Ik wil nooit meer horen dat deze kinderen dom zijn.’
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 08
hebben, hoe die reageert en hoe ze specifieke kinderen een stapje verder kunnen brengen.’ Ideeën genoeg – ‘Ik wil gastdocenten uit het bedrijfsleven, en mensen moeten met klassen de school uit voor een bredere kijk. Er komen steeds nieuwe dingen bij – af en toe trap ik op de rem. We moeten eerst de kern neerzetten en niet alle kanten opvliegen.’
Nulmeting Docent De Ruiter: ‘De belangrijkste verandering is dat we een team zijn geworden. We zijn samen verantwoordelijk voor het totale proces. Je bent alerter op je eigen werksituatie, omdat er van jou bepaalde dingen worden verwacht. Dat moeten de leerlingen leren, maar wij ook.’ De wetenschappelijke onderbouwing vormt een apart onderdeel. Hiervoor stelt de VO-raad extra geld beschikbaar. Nieuw Zuid formuleerde samen met onderzoeksbureau Oberon onderzoeksvragen. Aan de hand van een nulmeting worden niveau en groei van de leerlingen gemeten. Verder wordt bekeken welke rol de moderne media spelen in de ontwikkeling van leerlingen; welke sociaal-emotionele factoren een rol spelen bij hun schoolontwikkeling; en in hoeverre kinderen hun eigen leerproces in kaart kunnen brengen. Scholen die meedoen aan ’Durven, delen, doen’ moeten hun nieuwe kennis gaan delen. Nieuw Zuid gaat het eigen personeel scholen, kennis overdragen aan ouders en bewoners van Feijenoord en andere scholen. Er komt ook een website en een film over de vernieuwingen.
foto Petja Buitendijk
Keizer. Een voorbeeld: ‘Halverwege afgelopen schooljaar kwam er een groepje bij mij langs met een klacht over het rooster. Ze schreven een brief met argumenten en voor de presentatie daarvan kozen ze uit hun midden de beste spreker. Ik heb zó genoten; dit is precies wat we willen. Ze zijn gegroeid als mens.’ De directeur: ‘Ik heb bewust gekozen voor een vmbo met lwoo en ik wil nooit meer horen dat deze kinderen dom zijn. Wij zijn er juist voor om hen iets te leren en hun talenten te laten ontwikkelen.’
Gemengde school Toen de visitatiecommissie van de VO-raad langskwam voor de uiteindelijke selectie, presenteerden leerlingen die hadden meegedacht over de vernieuwing, ‘de droom van hun leven en de school van hun dromen’. In juni hoorde Nieuw Zuid dat zij met twaalf andere scholen was geselecteerd uit honderd gegadigden. De school krijgt drie jaar lang jaarlijks € 200.000 en ondersteuning om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en een kwaliteitszorgcyclus op te zetten. Twee nieuwe concepten rolden van stapel: de masterclass en het mediaprofiel (zie kader). Uiteindelijk doel van beide programma’s is dat de leerlingen na een jaar een hoger niveau aankunnen. De school hoopt bovendien met beide profielen meer leerlingen te trekken uit middenklassemilieus en zo een meer gemengde schoolbevolking te krijgen.
Op 22 september bezocht een delegatie van Tweede Kamerleden de Hildegardisschool in het Oude Noorden om Tica-lessen bij te wonen. Tica is een lessenserie waarbij techniek gekoppeld is aan taal. lees meer over Tica op www.cedgroep.nl > basisonderwijs > techniek
11 | 08 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 11
Vak T ELS VOLLERING
tekst Ineke Westbroek
‘Zit m’n haar wel goed?’ In het begin is het eng, zo’n camera in het kinderdagverblijf, die de werkwijze van pedagogisch medewerkers vastlegt. Maar al gauw toont het zijn waarde, met talloze geregistreerde leermomenten uit de dagelijkse praktijk.
Programma Ben ik in Beeld verbetert kinderopvang
‘We zijn kinderen meer als persoonlijkheden gaan zien.’ foto Petja Buitendijk x
Stichting de Meeuw 010 4803022
[email protected] plek. Het programma houdt rekening met de dagelijkse hectiek van fruithapjes maken en luiers verschonen. Taal vormt een overkoepelend element: daaronder vallen interactie tussen medewerkers en kinderen, werken in hoeken en het inpassen van die onderdelen in het dagschema.
Verrast Puk werd in het begin te strikt gehanteerd, ervoer Yvonne Vorage, directeur van Kinderdam, die sinds twee jaar Ben ik in Beeld organiseert op kinderdagverblijven in Feijenoord: ‘Puk is een sturend programma, terwijl Ben ik in Beeld procesgericht is. Als Puk een thema behandelt, moet je dan daarop inspelen, ook als Ben ik in Beeld duidelijk maakt dat kinderen met iets heel anders bezig zijn? Daarin moeten we een middenweg vinden.’ Over de combinatie van Puk en Ben ik in Beeld is Vorage enthousiast: ‘Pedagogisch medewerkers zijn verrast over de onvermoede talenten die zij hiermee bij kinderen naar boven halen.’
K
ilometerslange rondjes crost het speelgoedvrachtwagentje van Jesse (3) over de kinderdagverblijfvloer. Tijd om Jesse een stapje verder te helpen in zijn ontwikkeling, vindt juf Linda. Resoluut pakt zij het jochie bij de hand en troont hem mee naar de blokkenkist: ‘Zo. Nou gaan we een mooie garage bouwen...’ Jesse is niet blij. Zijn gezicht op het videofilmpje spreekt boekdelen. ‘Helemaal fout’, beseft Linda, die het filmpje toont tijdens de training van Ben ik in Beeld.
Cruciale rol videocamera Meer plezier
Bewust ‘Een nuttig leermoment’, vindt Els Vollering (Stichting de Meeuw) die Ben ik in Beeld coördineert en medewerkers van kinderdagverblijven in het programma traint. ‘Zij zag in dat het beter is het spel van kinderen niet te onderbreken maar mee te doen en hen geleidelijk op andere ideeën te brengen. Het programma maakt pedagogisch medewerkers bewust van het belang van interactie met individuele kinderen, het interactief voorlezen in kleine groepjes en van het proces om hen verder te helpen in hun ontwikkeling. Tijdens de activiteiten, maar ook tijdens eten en verschonen. Dan kun je ook met kinderen praten.’
Luiers Interactie, daar gaat het om bij Ben ik in Beeld, het vve-programma dat sinds 2005 op tien Rotterdamse kinderdagverblijven draait. Rond centrale thema’s worden activiteiten afgestemd, gericht op de ontwikkeling van kinderen, met de nadruk
12 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 08
Het programma startte – met medewerking van orthopedagoog Paul Leseman (Universiteit Utrecht) – als tweejarige pilot op tien kinderdagverblijven. Op zijn advies werd Puk & Ko in het programma opgenomen, vanwege de toegankelijkheid voor medewerkers en de vaste structuur waaraan kinderdagverblijven behoefte hebben.
op taalvaardigheid. Vanuit het uitgangspunt dat kinderen in kinderdagverblijven dezelfde kansen verdienen als kinderen die voorschoolprogramma’s in de peuterspeelzaal volgen, nam de gemeente Rotterdam het initiatief tot Ben ik in Beeld. Het programma dankt de naam aan de cruciale rol van de videocamera, waarmee leidsters gericht naar kinderen leren kijken en activiteiten met de kinderen uitvoeren, die hun ontwikkeling ondersteunen en bevorderen. Medewerkers worden geschoold bij Stichting de Meeuw en krijgen consultatie op hun eigen werk-
Puk Bij het ontwikkelen van Ben ik in Beeld is gebruikgemaakt van sterke punten uit diverse vve-programma’s. Uit onderzoeken blijkt inmiddels dat kinderen die deelnemen aan vve-voorzieningen zich op het gebied van taalontwikkeling en sociaal-emotionele vaardigheden beter ontwikkelen dan kinderen die niet deelnamen. Omdat kinderen in kinderdagverblijven niet vanzelfsprekend naar een school gaan met hetzelfde vve-programma, werd Ben ik in Beeld gecreëerd, met belangrijke elementen uit voorschoolprogramma’s.
De hobbels in het programma zijn inmiddels gladgestreken. Het geld – dat er in het begin niet was – om leidinggevenden vrij te maken voor de trainingen, is er nu wel. De trainingen in twaalf halve dagdelen werden vervangen door trainingen in zes hele dagen, met daarnaast intervisie op locatie. ‘Dat eerste was te zwaar’, vertelt Vollering, ‘omdat deelnemers na een halve dag training gelijk aan het werk moesten.’ Door Ben ik in Beeld is de kijk op de kinderopvang veranderd, merkt Vollering: ‘Pedagogisch medewerkers vertellen dat ze kinderen meer zijn gaan zien als persoonlijkheden die zich op eigen niveau en eigen tempo ontwikkelen en dat zij daar een grote verantwoordelijkheid in hebben. Ze hebben meer plezier in hun werk.’
Vroeger ging je naar de Rutgerstichting. Nu is er Sense, waar jongeren met vragen en problemen op seksueel gebeid terecht kunnen. Sense probeert jongeren vooral te bereiken via de nieuwe website www.sense.info.
Sense wil jongeren bereiken
Scholieren en jongeren met vragen over seksualiteit gaan niet snel naar de huisarts, terwijl ze wel vragen hebben over seks. Schaamte speelt een rol en ze denken ook dat een huisarts te weinig weet van seksuele problemen of het een onprettig onderwerp vindt. Verder zijn ze soms bang dat de huisarts hun ouders inlicht. De problemen variëren van pijn bij het vrijen of te snel klaarkomen tot ongewenste zwangerschap of een geslachtsziekte. Jongeren kunnen nu – eventueel anoniem – bij het Centrum voor Seksuele Gezondheid ’Sense’ terecht met vragen over geslachtsziekten, anticonceptie en seksualiteit. Docenten kunnen tijdens hun lessen over gezondheid de jongeren wijzen op www.sense.info.
11 | 08 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 13
Mijn vak
DANSEN
blijft een belangrijke plaats innemen in het leven van Margot Uljee. Nadat het schrijnende verdriet na verloop van tijd is afgenomen, gaat ze weer naar het theater en kan ze opnieuw genieten van een goed ballet. Zelfs heeft ze het op zich genomen om weer een paar uur per week les te geven in dansen. ‘Aan kinderen en volwassenen, ook hier weer alle leeftijden”, zegt Uljee. Om de zinnen te verzetten, zit ze sinds kort op paardrijles. ‘Eén keer per week even iets heel anders, het heeft niets met dans en niets met onderwijs uit te staan. Ik zit op een rustige pony en dat is wel goed zo.’ Dans, muziek en mensen komen wel weer samen in haar liefde voor Brazilië, het thuisland van haar vriend. Daar wil ze graag nog een half jaar als vrijwilligster aan het werk op een school in een krottenwijk. Totdat het zover is, zal de Marga Klompéschool voor Daltononderwijs nog heel veel te weten komen over dit land.
v ‘Ik kan hier experimenteren wat ik wil.’ foto Jan van der Meijde
tekst Anne-Marie Plasschaert
Ze is 25 jaar en heeft al haar zevende klas – Margot Uljee is een ervaren leerkracht. Eerst wilde ze alleen kleuterjuf worden, nu zijn alle leeftijdgroepen haar even lief. Als beginner geeft ze de voorzet voor het inmiddels ingevoerde Dalton-onderwijs, maar ze kijkt alweer vooruit: psychologie, intern begeleider, voortgezet onderwijs.
M
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 08
Dalton Het eerste jaar voor de klas valt Uljee zwaar. ‘Ik had meteen een pittige groep, werkte en ging naar school... maar met behulp van het hele team ben ik er doorheen gerold. Het team hier is geweldig. Ik kan hier experimenteren wat ik wil.’ Zo voerde ze al tijdens de opleiding de weektaak in bij haar eigen klas. Enthousiaste collega’s namen dat over en nu werkt de hele school met weektaken en taakborden. ‘Ik zit samen met de directeur in de stuurgroep Daltononderwijs om de puntjes op de i te zetten voor het Dalton-certificaat.’
Margot Uljee: ‘Onderwijs doe je samen’
argot Uljee heeft van jongs af aan één grote passie: dansen. Haar hele jeugd staat in het teken daarvan. Al op de basisschool gaat ze naar de vooropleiding van de Havo voor Muziek en Dans. Daar volgt ze ook de middelbare school en de dansopleiding. Dan gaat ze naar het hbo en maakt een verkeerde sprong. Diverse knieoperaties volgen, een droom valt voorgoed in duigen. ‘Natuurlijk had ik veel verdriet, maar ik had al eerder nagedacht over wat ik zou gaan doen als ik niet meer zou kunnen dansen en dat was de pabo. Bovendien volgde ik ook de opleiding tot docent dans. Dat onderwijs zat er dus wel in’, vertelt Uljee.
14 |
‘Ze hebben allemaal hun specifieke kenmerken’, zegt Uljee enthousiast. ‘Mijn groep 8 van vorig jaar heeft zelf de hele werkweek georganiseerd. Nu in 7/8 vind ik het heerlijk om met de leerlingen te discussiëren. Ik bespreek het nieuws met ze en soms komen er prachtige levensvragen naar boven. De kleuters komen ook met bijzondere opmerkingen en vragen, maar van een heel ander niveau, bijvoorbeeld waarom de zon niet omlaag valt. Ik vind alle leeftijden leuk.’
Heel eng Na twee maanden treuren meldt ze zich aan bij de avondopleiding van de pabo. Overdag wil ze als klassenassistent aan de slag. Ze komt terecht bij basisschool Marga Klompé in Ommoord. ‘Ik ben hier onbevoegd begonnen. Er was zo’n tekort aan leerkrachten dat ik werd gevraagd om meteen voor de klas te gaan staan. Ik vond het heel eng en heb eerst ‘nee’ gezegd, maar na een week denken ben ik het toch gaan doen’, aldus Uljee. ‘Ik ben ook overgestapt naar de duale opleiding van Hogeschool Rotterdam en heb alles op alles gezet om de vierjarige opleiding in drie jaar af te ronden.’
Levensvragen Als ze begint met de opleiding roept ze: ‘Ik wil kleuterjuf worden’, maar ze start met groep vijf en doet dat drie jaar. Dan komt ze bij de kleuters, vorig jaar had ze groep 8 en nu een combinatieklas 7/8.
Verbijstering
‘Ik heb enorm veel geleerd door die combinatie van meteen voor de klas en zelf les krijgen’, vervolgt Uljee. ‘En ik vind het werk ontzettend leuk. Als me nu wel eens wordt gevraagd of ik nog terug zou willen naar de danswereld, zeg ik tot mijn eigen verbijstering ‘nee’ – ik heb er iets heel moois voor in de plaats gekregen.’ Ze noemt het onderwijs dan ook haar tweede passie. ‘Mijn liefde voor het onderwijs zit vooral in de zorg’, legt ze uit. ‘Zorg voor de zorgleerlingen, zoeken naar een specifieke aanpak zodat je die ene leerling verder krijgt. Ik trek steeds meer richting intern begeleider (ib’er) want ik vind dat leerkrachten begeleid moeten worden in het werken met zorgleerlingen. Ik ben nu dus weer met studeren begonnen: psychologie, glimlacht ze breeduit. ‘Ik wil iets met onderwijsontwikkelingspsychologie, misschien in combinatie met ib’er. Of toch naar het voortgezet onderwijs...’, denkt ze hardop na. Maar de komende jaren blijft Uljee nog waar ze nu zit: ‘Ik vind dit veel te leuk. Stel je voor, een leerling die eerst eigenlijk niet naar school wil en aan het einde van de dag tegen je zegt: “Ik heb een geweldige dag gehad, juf.” Dat is toch super.’
11 | 08 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 15
Vak T PEETER BEKKER Basisschool A.S.Talma 010 4136676
[email protected]
v De regels gelden niet alleen op school – ook in wijkinstellingen als de speeltuin. foto’s Fransje Trotz
tekst Ineke Westbroek
Wat op school niet mag, mag ook niet in de speeltuin, in de moskee of thuis. Duidelijkheid en eenduidigheid zijn troef in wijken waar opvoedende organisaties werken met Alles Kids in de Wijk, een werkwijze die Stichting de Meeuw samen met scholen ontwikkelde. Sinds 2005 werken twaalf wijken met de methode.
ELS KOSTER Basisschool De Triangel 010 4290987
[email protected]
wijkmanifestatie om tot één gezamenlijke pedagogische visie te komen, die binnen alle instellingen wordt nageleefd. Dit leidde tot een wijkmanifest, met als speerpunten onder andere: gezamenlijke regels, samenwerken, kindvriendelijkheid, open houding, verantwoordelijkheid en voorbeeldfunctie.
Voetbalclub
Alles Kids in de Wijk wint terrein Wij behandelen elkaar met respect, problemen lossen we samen op met praten, lachen met (en niet om) elkaar is gezond, elkaar helpen vinden we normaal.
ties was verweven. Niet onbelangrijk in een grootstedelijke wijk als de onze, vonden de Crooswijkse scholen. In 2002 startte de Talmaschool de pilot ’Zoek de schat in elk kind’ dat sociale competenties aanleert door het positieve in kinderen naar voren te halen. ‘Dat werkte’, vertelt schooldirecteur Peeter Bekker, ‘kinderen zaten lekkerder in hun vel en gingen beter met anderen om. Om ervoor te zorgen dat kinderen zich binnen en buiten school op de zelfde wijze gedragen, wilde de school overleg met wijkinstellingen waar kinderen buiten schooltijd komen.
T
wee stripfiguurtjes, een jongetje en een meisje, herinneren de kinderen in Oud Charlois aan deze omgangsvormen in hun wijk. Omgangsvormen, die zij zelf hebben geformuleerd in het kader van Alles Kids in de Wjk. De omgangsvormen komen op borden die kinderen uit de wijk samen met drukwerkplaats Hogedrukgebied hebben bedacht. Begin 2009 worden de borden feestelijk onthuld en geplaatst bij alle deelnemers aan Alles Kids en op openbare plaatsen in de wijk.
Waardevol De regels zijn na te lezen in een informatiebrochure voor alle opvoeders en in een stripboekverhaal, gemaakt door de kinderen. ‘Een mooi, concreet product’, noemt directeur Els Koster van basisschool De Triangel dit resultaat van samenwerkende wijkinstellingen, voortvloeiend uit een gezamenlijke wijkdag – najaar 2006 – in het kader van Alles Kids in de Wijk. Opvoeders van verschillende disciplines leerden elkaar daar kennen en kwamen er, via inventarisatie van mogelijkheden voor eenduidige omgangsvormen, op één lijn. Koster is enthousiast over de borden: ‘ Zij wijzen op de afspraken die kinderen en opvoeders met elkaar hebben gemaakt en tonen de eenduidigheid van regels waaraan kinderen zich moeten houden en die opvoeders in de wijk moeten hanteren’ Waardevol vindt Koster ook, dat opvoedende wijk-
16 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 08
organisaties elkaar dankzij Alles Kids hebben ontmoet en regelmatig overleg voeren op het gebied van opvoeding en omgangsregels: ‘Daaraan bestond grote behoefte.’
Schat Alles Kids ontstond in Crooswijk, waar al langer een netwerk tussen opvoedende instellingen in de wijk functioneerde, onder andere met Operatie Speelgoed en KEOS, waarin het aanleren van sociale competen-
Wijkmanifest ‘In de speeltuin of het buurthuis vergaten kinderen soms hun aangeleerde gedrag’, constateerde Bekker, ‘daarom moesten door de hele wijk eenduidige regels komen.’ Samen met De Meeuw en studenten van Hogeschool Rotterdam onderzocht de school in 2005 welke instellingen kinderen in hun vrije tijd bezoeken. Naar aanleiding van dit wijkonderzoek ontstond Alles Kids in de Wijk’. Instellingen organiseerden een
Dankzij de consequente wijkbrede opvoedingsbenadering krijgen kinderen kansen om verder te komen, merkt Cor Heutink, directeur van Cascade (sociaal cultureel werk): ‘We zien hen tot hun recht komen en we horen dat ze het goed doen op de middelbare school.’ Als resultaat van Alles Kids noemt Bekker de goed lopende dagarrangementen en Lekker Fit, dat op alle scholen in de wijk is doorgevoerd. Bijzonder vindt hij de door deelgemeente Crooswijk/Kralingen betaalde pedagoog die sporttrainers bij voetbalclub HOV leert sociale competenties op pupillen over te dragen.
In hele wijk dezelfde omgangsregels Niet te hard Deze resultaten komen er met het nodige geduld, blijkt zowel in Crooswijk als in Oud Charlois. ‘Soms ga je als organisatie te hard’, ervaart Bekker, ‘waardoor je je ideeën aan andere partijen oplegt.’ Dat werkt niet’, weet ook Suzanne Veenman (Stichting Charlois’ Welzijn): ‘ideeën moeten uit alle organisaties komen. Dat is lastig als veel organisaties meedoen. Daarom moet je zoeken naar gemeenschappelijkheid om dingen voor elkaar te krijgen.’
11 | 08 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 17
MARGIT LAMMERS (nijmegen – 1968)
Talent in beeld foto’s Petja Buitendijk
tekst Ronald Buitelaar D
e fo to wer tentoon d be st resu gin jul elling W i in V ltaat erel dta illa va basi ssch n een k Zebra lenten u geo unst olen den pen it Rotte edu in R he d c r brac bben ki otterda atief pr . De ten dam IJs nde m o ht. A t o j e onst selmo IJss ct v ren an Lam n e mer dit pro van de lmonde an Villa elling is de ze b ject Zeb . In d het hun s heef a r d am siss ev ede t3 tal op k ent op d 2 gesel n 235 cholen oorafga et acht e and k h ubu e i c un t nde teer foto em ss a re die doo en, vorm gezet. de kind n mee lent in b aan. e r D ee Fo re en de e de t ento elgeme als ten foto’s v n op bij tografe ld gezond toon an d onst Mar ente g e ellin e s g w IJsselm telling ze kind re wijze it eer e teru onde g en gig eren, af met a gge e keer reisd h ntische gedrukt eeft d na blok . ar V illa Z Na de t puzzel ourn ebra ee is .
De foto’s op deze pagina’s zijn gemaakt bij de afdeling burgerzaken van de deelgemeente IJsselmonde. De foto’s geven een beeld van de fototentoonstelling Wereldtalenten, die vervaardigd is in opdracht van Villa Zebra. De fototentoonstelling heeft van juli tot en met oktober 2008 door de deelgemeente gereisd.
18 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 08
n e t s n n e too l n a te t o t e d Fo l d e n r o e W selm IJs g
in l l te
Margit Lammers volgde een sociologiestudie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en fotostudies in Den Haag en Enschede. Lammers is altijd geïnteresseerd geweest in de mens en zijn directe omgeving. In haar portretten is haar medeleven met de mens duidelijk te zien. De portretten tonen geen bevroren moment, ze laten iets zien over ‘het zijn’ van de mens. In haar werk is de ruimte het uitgangspunt waartegen zij het individu afzet. Ze laat zien hoe uniek, hoe kwetsbaar, maar tegelijk hoe sterk het individu is. Mensen staan op zichzelf, in een wereld waaraan ze verwant zijn.
T Signaleer ook talent voor ‘Talent in beeld’. Mail naar
[email protected] 11 | 08 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 19
Leerling T FATIMA EL JAOUI
[email protected] 06 55323038
tekst Marjan Beijering
Leerlingen zijn gebaat bij ouders die zich betrokken voelen bij de school van hun kinderen. Het contact tussen ouders van allochtone kinderen en de school laat echter nog wel eens te wensen over. Melanchthon heeft daarom sinds 2001 drie schooloudercontactpersonen in dienst.
C
oördinator Gerard van Hooff: ‘We merkten dat veel ouders een keer een ouderavond bezochten en daarna niet meer kwamen. Vaak hadden ze te weinig begrepen van wat er gezegd was. Veel ouders zijn laagopgeleid en niet gewend om zelf op zoek te gaan naar informatie. Een van de eerste activiteiten van de schooloudercontactpersoon was het toegankelijk maken van ouderavonden en huisbezoeken organiseren.’
Rotterdam De gemeente Rotterdam heeft het idee van de schooloudercontactpersonen overgenomen in de notitie ’Maatwerk op school’. Vanaf dit cursusjaar worden er – aangestuurd vanuit de schoolbesturen – in heel Rotterdam 25 schoolcontactpersonen ingezet op vo-scholen. Die van Melanchthon worden voortaan aangestuurd vanuit CVO (Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs).
> SCHOOLOUDERCONTACTPERSONEN MELANCHTHON
∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏ ‘Wij zijn vaak de ∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏ ∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏ olie in de machine’ ∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏
Benadering
FATIMA EL JAOUI
[email protected] 06 55323038
De Turkse S¸engül Atabay werkt sinds 2001 als schooloudercontactpersoon bij Melanchthon terwijl de Marokkaanse Fatima El Jaoui in 2002 in dienst kwam. S¸engül heeft inmiddels een diploma als docent behaald en Fatima mag zich sinds twee jaar ook maatschappelijk werker noemen. Ze zijn enthousiast en overtuigend: ‘Als je weet hoe je ouders moet benaderen werken ze wel mee.’ De derde schooloudercontactpersoon heeft een Kaapverdische achtergrond. Daarmee hebben de grootste migrantengroepen op school een eigen schoolouderlcontactpersoon.
‘We weten nu beter wat er zoal speelt’ Spijbelen El Jaoui en Atabay werken ieder vijf dagen per week. Dagelijks zijn ze aanwezig op een van de vier locaties. De vijfde dag is bestemd voor administratie, overleg en supervisie. Op school beginnen ze hun werkdag vaak in de docentenkamer. Daar horen ze welke leerlingen spijbelen, wie er te vaak ziek is of voor problemen zorgt. Soms hebben ze gesprekken met de leerlingen, in andere gevallen nemen ze contact op met de ouders. Daarnaast regelen ze veel voor buitenschoolse activiteiten, ouderavonden of de werving van nieuwe leerlingen.
v S¸engül Atabay en Fatima El Jaoui staan met een kraam op de markt om ouders voor te lichten over Melanchthon. foto Melanchthon
Machogedrag Op een aantal locaties verzorgen de schooloudercontactpersonen de cursus ’Praten met je kind’, een basiscursus met veel informatie over opvoeding en onderwijs in Nederland. Van Hooff: ‘Die cursus wordt bezocht door moeders die we nooit eerder op school gezien hebben.’ Vaak is de taalbarrière niet eens het grootste probleem maar spelen culturele verschillen een veel grotere rol. El Jaoui: ‘Ik heb eens bemiddeld bij een gesprek tussen een Marokkaanse vader en een leerjaarcoördinator van Surinaamse komaf. Die vader zei aanvankelijk dat hij niets wilde accepteren van een Surinaamse man. Er stonden echt twee mannen met machogedrag tegenover elkaar.’ Atabay: ‘Wij zijn in zo’n situatie vaak de olie in de machine. We zorgen ervoor dat het allemaal wat soepeler verloopt.’
Msn Cruciaal in hun aanpak is het opbouwen van een vertrouwensband. El Jaoui: ‘We hebben intensief contact met ouders en kinderen. Ik zit zelfs op msn. We weten wat er speelt. Als er bijvoorbeeld ruzie dreigt in een groep, hoor ik dat tijdig.’ Atabay: ‘Leerlingen seinen ons in. Verder hebben we een mobieltje van school waarop we goed bereikbaar zijn. Voor ouders is de drempel om ons te bellen laag.’ Van Hooff: ‘We hebben gemerkt dat je daar ook mee op moet passen. De intentie is dat de schooloudercontactpersonen een verlengstuk van de school zijn, maar als je niet uitkijkt, bellen ouders op ieder moment en overal over. Daar word je natuurlijk gek van.’ Atabay: ‘Dat is zo, maar in het begin heeft het goed gewerkt om het vertrouwen van ouders te winnen. Nu kan ik mijn telefoon wel om vijf uur uitzetten.’
Oppassen De taken van de schooloudercontactpersonen verschillen per locatie. Van Hooff: ‘We maken jaarlijks een werkplan waarin de afspraken staan tussen de school en de schooloudercontactpersonen. Verder is er vier keer per jaar overleg met de locatie om de voortgang te bespreken. Op die manier zorgen we ervoor dat hun werk een plaats krijgt in de organisatie. Je moet oppassen dat je niet alleen brandjes blust, er moet echt iets veranderen in de schoolteams.’
Minder schoolverlaters ‘De betrokken vestigingen zijn warmere scholen geworden door het schoolcontactwerk. Ook voor docenten is het leuker,’ zegt Van Hooff. En het is niet te bewijzen, maar Atabay is er zeker van dat er veel minder schoolverlaters zijn. ‘Leerlingen haken niet meer af omdat we regelmatig met ze praten. Ze weten waarvoor ze het doen.’ ∏
20 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 08
11 | 08 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 21
Leerling T DAVID LANS Enmmauscollege 010 4212144
k ‘Topteams met Talent is bedoeld voor leerlingen die meer willen en meer kunnen.’ foto Jan van der Meijde
SYLVIA KEMNA CED-Groep 010 4017607
[email protected]
van de CED-Groep bij zijn leerlingen aan. Hij heeft gemerkt dat het project bijzondere waarde heeft: ‘Topteams is bedoeld voor leerlingen die meer willen en meer kunnen. Het kost door de opzet iets meer tijd aan begeleiding maar levert ook veel op – niet alleen inhoudelijk, vooral procesmatig. Hoe haal ik mijn deadline? Hoe werk ik efficiënt samen? Wat doe ik met een medeleerling die minder hard loopt dan ik? Allemaal vragen waar ze tegenaan gelopen zijn en oplossingen voor moesten bedenken.’
∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏ ∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏ Talentvolle jongeren ∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏ vinden nieuwe uitdaging ∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏∏
Meer geleerd Tja, die vragen... Evert, Willem, Pepijn en Renze weten er alles van: ‘We kwamen al werkend heel wat zaken tegen waar we van tevoren geen rekening mee hadden gehouden. Zo lukte het in eerste instantie niet om tot gezamenlijke oplossingen voor problemen te komen. De vraag is hoe je dan de knoop
> PROJECT ’TOPTEAMS MET TALENT’ OP EMMAUSCOLLEGE
tekst Ronald Buitelaar
Het aantal initiatieven voor ’levensecht leren’ neemt in het onderwijs een steeds grotere vlucht. Het nabootsen van praktijksituaties blijkt niet langer te voldoen, zodat er voor praktijkscholing in toenemende mate wordt samengewerkt met het bedrijfsleven. Het project Topteams met Talent van de CED-Groep gaat nog een stap verder. Bij dit project ervaren talentvolle havo/vwo-leerlingen niet alleen hoe het is om voor ’echte’ opdrachtgevers te werken, ze worden tevens geprikkeld om met vernieuwende oplossingen te komen voor uitdagende opdrachten.
E
vert, Willem, Pepijn en Renze zijn zeventien jaar. Dit schooljaar hopen zij hun vwo-opleiding aan het Emmauscollege in deelgemeente Prins Alexander af te ronden. De vier volgen het natuur/techniek-profiel en reageerden enthousiast op de vraag of zij voor de CED-Groep een website wilden ontwikkelen voor het project ‘Topteams met Talent’: ‘Je leert er niet alleen veel van, de opdracht telt ook nog eens mee voor je profielwerkstuk.’
22 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 08
Winst voor allen Sylvia Kemna van de CED-Groep legt uit hoe het project tot stand kwam: ‘Wij zijn door de gemeente Rotterdam gevraagd om speciale projecten te ontwikkelen voor begaafde jongeren. Het bouwen van de website voor Topteams met Talent is een goed voorbeeld van zo’n project. De meerwaarde van dit project is dat het voor alle betrokkenen winst oplevert. Scholen, omdat het hen in staat stelt aantrekkelijke projecten voor hoger begaafden binnen te halen. Leerlingen, omdat zij waardevolle ervaring kunnen opdoen door voor het bedrijfsleven te werken. Bedrijven, omdat zij in contact komen met leerlingen die met een frisse blik kijken en als mogelijke klant of werknemer van waarde blijven. En ook de CED-Groep, omdat het ons in staat stelt als intermediair de betrokkenen met relevante informatie van dienst te zijn.’
Oplossingen bedenken Docent wiskunde en informatica David Lans van het Emmauscollege kaartte het verzoek
Mix van leerlingen Hoewel de aandacht in dit geval uitging naar een technisch onderwerp richt Topteams met Talent zich nadrukkelijk ook op andere profielen. Kemna noemt enkele voorbeelden: ‘Denk daarbij aan het ontwerpen van een wachtruimte of het bedenken en uitwerken van een goede reclamecampagne.’ Ook Lans ziet diverse andere mogelijkheden: ‘Je kunt denken aan marktonderzoek of de ontwikkeling van andere onderzoeksvaardigheden.’ In een ideaalbeeld ziet Lans het meest in een mix van leerlingen. Lans: ‘Het feit dat er teams gevormd kunnen worden, kan er toe leiden dat creatievelingen en techneuten elkaar treffen en er samen iets moois van maken.’
‘We hebben er heel veel van geleerd’ doorhakt. Wiens oplossing geeft de doorslag en wie doet er water bij de wijn? We hebben uiteindelijk gekozen voor een democratische oplossing waarbij de meeste stemmen gelden. Ook zagen we gaandeweg het belang in van het maken van goede afspraken en heldere planningen. Eigenlijk kun je stellen dat we daar nog meer van geleerd hebben dan van het opzetten van de website.’
Mooie dubbelslag Voor de CED-Groep vormt de ontwikkeling van de website een mooie dubbelslag. Kemna: ‘De uitvoering van deze opdracht door dit team stelde ons in staat de haken en ogen van het project te onderzoeken én een website voor het project te ontwikkelen die door leden van de doelgroep is samengesteld. Mooier kan het niet.’ ∏
WIE ZORGT VOOR WAT?
Op de website www.topteamsmettalent.nl kunnen bedrijven een opdracht plaatsen en (teams van) leerlingen zich presenteren. De CED-Groep organiseert regelmatig activiteiten om uitwisseling van ervaringen te stimuleren en denkt mee over inbedding van de opdrachten in het curriculum. Opdrachtgevers uit het bedrijfsleven zorgen voor een coach of begeleider die het topteam ondersteuning en feedback kan bieden. Scholen zorgen voor selectie van de leerlingen en bieden roostertechnische faciliteiten zodat leerlingen aan hun topteamopdracht kunnen werken. Docenten begeleiden de leerlingen inhoudelijk en zijn aanspreekpunt voor het bedrijf dat de opdracht verstrekt.
11 | 08 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 23
Leerling
Wouter Bos zet Zadkiner in het zonnetje
‘Veel allochtone stagiairs slecht gemotiveerd’
Tijdens de jaaropening van Zadkine in september heeft minister van Financiën en vice-premier Wouter Bos de Zadkine Mbo-Uitblinker Joanne Martis gehuldigd. Joanne Martis (23) is sinds kort in het bezit van vier mbodiploma’s. De opleiding Schoonheidspecialist en Voetverzorger heeft zij, na haar opleiding Allround Kapper, versneld afgerond. Afgelopen schooljaar heeft zij de niveau 4-opleiding Allround Schoonheidsspecialist gedaan. Martis heeft zich voor dit schooljaar ingeschreven voor een vijfde opleiding, namelijk Wellness. Bovendien is Martis tijdens haar schoolloopbaan moeder geworden van twee kinderen. Op dit moment is zij ook bezig om in samenwerking met de afdeling Uiterlijke verzorging een eigen salon te starten om zo leerlingen aan leerwerkplekken te helpen. In de toekomst wil ze uiteindelijk docent worden.
cartoon Ad Oskam
Discriminatie is een van de oorzaken van de vaak moeizame zoektocht van allochtone leerlingen naar een goede stageplaats. Dit probleem wordt echter in sterkere mate beïnvloed door een gebrek aan motivatie, beperkte omgangsvormen en slechte taalbeheersing. Dat melden de kenniscentra voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven, verenigd in de Colo.
24 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 08
D
e soms moeizame relatie tussen allochtone leerlingen en stagebedrijven is volgens de Colo een optelsom van factoren: allochtone leerlingen zijn oververtegenwoordigd in de lagere niveaus, zij en de stagebedrijven hebben te hoge verwachtingen van elkaar en allochtone stagiairs hebben vaak grote taalachterstanden. Daarbij komt dat cultuurverschillen tussen de leerlingen en de stageaanbieders soms moeilijk te overbruggen zijn. De Colo wijst er ook op dat er bedrijven zijn die aangeven dat ze liever geen leerlingen willen van bepaalde etnische groepen. Er is dus soms sprake van discriminatie. Opmerkelijk is dat veel scholen daar bij het zoeken naar stageplaatsen rekening mee houden. Als een leerling vanwege zijn of haar etnische afkomst wordt afgewezen, tekent de school daar niet altijd een principieel protest tegen aan. Meestal wordt er in zulke gevallen om praktische redenen naar een andere stageplaats gezocht. De Colo merkt op dat de afgelopen twee jaar bij geen van de kenniscentra een klacht over discriminatie is binnengekomen en dat bij geen enkel leerbedrijf om deze reden de erkenning is ingetrokken. ∏
x Zadkine-leerling Joanne Martis kreeg uit handen van Wouter Bos de Mbo-Uitblinker award, die jaarlijks per ROC wordt uitgekeerd. foto Zadkine
tekst Martin van den Boogaerdt Zadkine loopt in Nederland voorop met de competentiegerichte mbo2-opleiding motorvoertuigentechniek. Inmiddels zijn er 500 leerlingen uit Rotterdam en omgeving die gebruikmaken van de in april vorig jaar geopende werkplaats in Prins Alexander.
Rotterdam loopt voorop met motorvoertuigentechniek
foto Jan van der Meijde
Adjunct-directeur Gerard van Knijff vertelt dat er nog hard wordt gewerkt om de nieuwe werkplaats aan de Nikkelstraat begin volgend jaar volledig operationeel te maken. Het is een hal van ruim 2300 vierkante meter, die in niets onderdoet voor een groot garage- en dealerbedrijf. ‘Het is allemaal echt. We kunnen opdrachten van garagebedrijven aannemen. Dan zou het dus kunnen dat wij kleine en grote beurten gaan uitvoeren, uiteraard wel onder kwaliteitsbewaking van onze opdrachtgevers. Op dit moment overleggen we daarover met bedrijven in de regio. De BOVAG steunt ons daarin.’ Van Knijff wijst erop dat algemeen-directeur Koos Burgman van de belangenbehartiger van de autobranche in april samen met bestuursvoorzitter Henri van Vlodrop van Zadkine de nieuwe locatie heeft geopend. De vraag naar de mbo2opleiding motorvoertuigentechniek blijft toenemen. Naar verwachting groeit het aantal leerlingen aan de Nikkelstraat nog tot ongeveer 600. Er zijn vergevorderde plannen om op deze locatie ook een expertisecentrum in te richten voor voertuigen die in de bouw worden gebruikt, zoals graafmachines en shovels. Daarmee wil Zadkine zich gaan richten op aannemers in de weg- en waterbouw. ‘Ik overdrijf echt niet als ik zeg dat wij hiermee in Rotterdam ver voorop lopen’, aldus Van Knijff.
11 | 08 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 25
School SOCIAAL-EMOTIONEEL
tekst Ronald Buitelaar
Basisschool de Wilgenstam in Schiebroek bestaat uit twee vestigingen. De ene iets te ’zwart’, de andere iets te ’wit’ voor de wijk waarin de scholen staan. Om er een gemengde school van te maken, introduceerde de schoolleiding het principe van de vriendschapsschool binnen de eigen school. Intensieve kunst- en cultuureducatie moet leerlingen verder helpen bij het verkennen van onbekende werelden. Het doel: eenheid in verscheidenheid.
T
oen Jan Esser in 1989 directeur werd van De Goudenregen waren De Wilgenstam en De Goudenregen nog zelfstandige scholen. In 1995 fuseerden de scholen en werd De Wilgenstam een school met twee vestigingen. Een proces dat niet zonder slag of stoot verliep. Vooral ouders van de vestiging aan de Meidoornsingel bleken grote moeite te hebben met het feit dat de leerlingen van de twee locaties voortaan gemengd zouden worden. Esser: ‘We hebben hoorzittingen belegd om de onlustgevoelens te kanaliseren maar er was in sommige gevallen niet tegenaan te praten. Mensen stelden zich op het standpunt
‘Niemand durfde het beestje bij de naam te noemen’
Voor het sociaal-emotioneel functioneren van kinderen maakt het niet uit op wat voor soort school zij zitten. Bovendien maakt het niet uit of zij tot een meerderheid- of minderheidsgroep behoren. Wel is de samenstelling van de school van invloed op het cognitief functioneren van kinderen. Leerlingen presteren gemiddeld minder – vooral op taalgebied – als ze op een school zitten met relatief veel kansarme, zwakpresterende leerlingen of niet-Nederlandstalige leerlingen. Omgekeerd is het niet zo dat betere prestaties van risicoleerlingen op scholen met een hoger gemiddeld cognitief niveau en een hoger gemiddeld opleidingsniveau van de ouders automatisch inhoudt dat die scholen ’beter’ zijn. Wel kan er op grond van onderzoek voorzichtig worden geconcludeerd dat zwakkere leerlingen ’waarschijnlijk profiteren van de cognitieve stimulans die uitgaat van (veel) medeleerlingen met een hoger cognitief niveau’. bron Sociale integratie in het Primair Onderwijs – Studie van ITS/SCO-Kohnstamminstituut – 2003
dat zij bewust gekozen hadden voor de ene school en daarom niet wilden dat hun kinderen naar de andere school gingen. Het lastige was dat niemand het beestje bij de naam durfde of wilde noemen. Mensen komen er blijkbaar niet graag voor uit dat zij hun kinderen liever niet naar een zwarte school sturen. Uiteindelijk hebben wij het dan maar benoemd en duidelijk gesteld dat we als school in een gemengde wijk een afspiegeling van die wijk willen zijn.’
> VESTIGINGEN DE WILGENSTAM INTEGREREN TOT GEMENGDE SCHOOL
‘Wij willen eenheid in verscheidenheid’ k ‘Kunst- en cultuureducatie is een uitgewezen middel om integratie te bereiken.’ foto’s De Wilgenstam
26 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 08
Volledig gemengd Als de balans na de fusie wordt opgemaakt, blijken ruim tien gezinnen hun kinderen van school te hebben gehaald. De rest van de ouders kiest ervoor hun kinderen op school te houden. Esser: ‘De leerlingen gaan nog altijd niet volledig gemengd naar school. Wel is er in hun schoolloopbaan een periode die ze op de andere locatie doorbrengen. Van groep 1 tot en met 4 gaan de leerlingen naar school op de locatie waar ze zijn aangemeld. De groepen vijf en zes zitten aan de Wilgenlei. De groepen zeven en acht aan de Meidoornsingel. In de praktijk betekent het dat alle leerlingen beide locaties meemaken.’
van De Wilgenstam, die er in 2004 begon, denkt dat het goed zou zijn als de schoolbevolking vanaf de aanmelding gemêleerd op gaat trekken. Bergen is na zijn aantreden in samenspraak met het schoolteam en de klankbordgroep aan de slag gegaan om de integratie van beide vestigingen verder handen en voeten te geven. Bergen: ‘Als je wilt dat de leerlingen van De Wilgenstam niet in twee gescheiden werelden leven, moet je ze leren om nieuwe werelden te verkennen. Wij denken dat kunst- en cultuureducatie een uitgelezen middel is om dat te bereiken. Natuurlijk bestaat ook bij ons de kern van kwalitatief goed onderwijs uit taal, lezen en rekenen. >
Nieuwe werelden
AFSPIEGELING WIJK
Hoewel de verandering van locatie bij de overgang van groep 4 naar groep 5 nog altijd voor lichte weerstand bij sommige ouders zorgt, heeft de school zoveel mogelijk aanpassingen gedaan om het in praktische zin goed te regelen. Esser: ‘We hebben bijvoorbeeld tijdsverschillen in begin- en eindtijden van beide scholen ingebouwd en houden op verschillende dagen verslagbesprekingen.’ Of het zo blijft, is nog de vraag, denkt Peter Bergen. De algemeen directeur
bron De staat van Rotterdam 2008
De afgelopen tien jaar had ongeveer de helft van de Rotterdamse basisscholen een leerlingenpopulatie, die een afspiegeling vormt van de wijk waarin de school staat. In dezelfde periode nam het aandeel van ’iets te witte’ en ’te witte’ scholen af naar iets minder dan 20 procent. Het aandeel ’iets te zwarte’ en ’te zwarte’ scholen steeg in dezelfde tijd naar ruim 30 procent.
11 | 08 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 27
School T PETER BERGEN JAN ESSER Basisschool De Wilgenstam 010 4185680 wilgenstam@ wilgenstam.nl www.wilgenstam.nl
‘Ons schoolkoor gaat verzorgingshuizen af’
h ‘Onze gemêleerde schoolbevolking ging oud-Hollands gekleed in optocht door de wijk. Dat was een onderdeel van een deelgemeentelijk project over Willem van Hildegaersbergh.’
Een sprookspreker trok in de middeleeuwen rond om overal waar het maar kon zijn gedichten en teksten voor te dragen tegen betaling. Hij was een rondreizend brooddichter, minstreel en spreker die door literatuurdeskundigen met het begrip sprookspreker wordt aangeduid en hij trad op tijdens feesten, partijen en aan het hof. Met kerst en nieuwjaar en bij bruiloften werd hij uitgenodigd als deel van het feestvermaak tussen muzikanten, artiesten, komedianten en muziekmakers. hij behandelt in zijn voordrachten morele zaken als huwelijk, hoofse liefde en politieke kwesties als oorlogen, adellijke rol in bestuur, belastingheffing, corruptie, rechtspraak en burgerij. Zijn sprokes waren voorzien van een morele en opvoedkundige lading en dienden als spiegel en reflectie voor de toehoorders.
28 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 08
Gepassioneerd Met projecten als de jaarlijkse culturendag en zeker met evenementen als de dit jaar georganiseerde kunstbazaar verwachten Bergen en Esser dat de twee vestigingen van De Wilgenstam zich verder zullen ontwikkelen tot een school waar leerlingen en leraren anders leren kijken naar zichzelf en hun omgeving. Bergen: ‘Volgend jaar hebben we een literair jaar waar de ouders nauw bij betrokken worden. Het jaar daarop gaan we aan de slag met microkredieten. Een project waarbij kinderen geld krijgen om kunst- of techniekproducten te vervaardigen, die zij kunnen verkopen. Een kinderparlement beslist naar welk goed doel de eindopbrengst gaat. Waarmee we volgens mij bezig zijn met de kern van goed onderwijs: gepassioneerd bezig zijn met zaken die je boeien.’ f
> Maar dat zijn zaken die ik met een gerust hart overlaat aan de leerkrachten. Zij zijn de professionals en kunnen het beste inschatten wat zij zelf en hun leerlingen nodig hebben om aan de eisen voor die vakken te voldoen.’
Superenthousiaste vakleerkracht
SPROOKSPREKER
waarom die niet meer de school in werd gehaald.’ Esser: ‘Omdat er heel toevallig een deelgemeentelijk project over Willem van Hildegaersbergh werd georganiseerd, konden we die vraag gelijk oppakken. En zo liep onze gemêleerde schoolbevolking in oud-Hollandse kleding rond en hoorden de leerlingen het verhaal van de eerste en misschien wel bekendste sprookspreker (zie kader) van ons land.’
Met techniekonderwijs, ict, Engels en nadruk op kunst- en cultuureducatie denkt Bergen vooral het ‘actief leren’ van leerlingen en leerkrachten te verbeteren. Bergen: ‘Ik ben ervan overtuigd dat er alleen sprake kan zijn van passie en vooruitgang als leerlingen en leerkrachten plezier hebben in wat ze doen. Neem ons schoolkoor – opgericht door onze superenthousiaste vakleerkracht muziek, die met een kinderkoor van zo’n vijftig kinderen van beide locaties de verzorgingshuizen in de buurt afgaat om daar met de bewoners liedjes uit de oude doos te gaan zingen. Over het verkennen van nieuwe werelden gesproken...’
Met ceremonieel en feestelijkheden opende Melanchthon Schiebroek in september een nieuw brugklasgebouw. Het gebouw aan de Van Bijnkershoekweg is via een eveneens nieuwe aula verbonden met het hoofdgebouw. Op de eerste verdieping zorgen schuifwanden en een studieplein voor veel flexibele lesruimte. De brugklassers hebben ook een apart schoolplein en een eigen kantine.
Kritische vraag Dat die verkenning voor onverwachte wendingen kan zorgen, bewees een kritische vraag vanuit het eigen lerarenkorps. Bergen: ‘Op De Wilgenlei organiseren we jaarlijks een culturendag die vanwege de samenstelling van de leerlingenpopulatie behoorlijk exotisch van aard kan zijn. Eén van onze leerkrachten, zelf van Joegoslavische origine, stelde dit ter discussie. Zij vroeg zich af waarom wij niet meer aandacht besteedden aan de Nederlandse cultuur en foto Melanchthon
11 | 08 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 29
tekst Marijke Nijboer
Wat doe je als je school lijkt vastgelopen? Met steun van ISO werd de Maria Basisschool weer vlotgetrokken. De hier opgedane ervaringen kunnen van nut zijn voor scholen in vergelijkbare situaties.
T HANS VAN DEN BERG Basisschool Maria
k Vakleerkrachten geven bewegingsonderwijs, dans, handvaardigheid, muziek en drama. foto Jan van der Meijde
010 4258686 www.kbs-mariaschool.nl
H
oe blaas je nieuw leven in een vastgelopen team? Dat was de vraag die Hans van den Berg, directeur van basisschool Maria, en adjunct Evelyne Derks zichzelf bij hun komst twee jaar geleden stelden. De school aan de Schietbaanlaan had een team met een hoge gemiddelde leeftijd, de vorige directie had er decennia gezeten en de aankleding van het gebouw en de manier van werken waren sterk verouderd. Veel buurtgenoten hadden helemaal niet in de gaten dat er een school huisde op nummer 90, zo ‘dichtgeplakt’ was het pand met luiken en lamellen. ‘De school had geen relatie met z’n omgeving en er kwamen nauwelijks ouders binnen,’ vertelt Van den Berg.
Basisschool Maria laat kinderen ’leren, leven, beleven’
30 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 08
Werkdruk
Opknapbeurt
Natuurlijk gingen er ook dingen goed. Het pedagogisch klimaat was sterk en veilig, vindt Van den Berg. Er was echter geen zorg. De school verwees nauwelijks kinderen naar het speciaal onderwijs, met alle gevolgen voor de werkdruk. De leerkracht stond centraal en er was weinig aandacht voor zelfstandig werken. De allergrootste uitdaging vormde de schoolcultuur. ‘Er was geen gezamenlijke verantwoordelijkheid ten opzichte van de leerlingen. Geen schoolfeesten, geen personeelsborrel. Er werd lesgegeven met de deur dicht; feedback, complimenten en hulp aan elkaar waren niet vanzelfsprekend.’
De analyse van Van den Berg en Derks werd bevestigd door een onderzoeksbureau. Het bestuur van de RKVO meldde de school met succes aan bij de ISO*-commissie. Het ISO-traject startte in april 2007. Het team begreep dat er wat moest gebeuren en formuleerde tijdens een studiedag de ‘rozen en doornen’. De meest gedeelde ergernissen werden het eerst aangepakt. Dat varieerde van een te luide schoolbel tot de roep om een minder strakke grens tussen de onderen bovenbouw. Het gebouw kreeg een flinke opknapbeurt. De personeelskamer, voorheen een drukke doorloopruimte, werd rustig en gezellig.
Weeffout
Van ’dichtgeplakt’ pand naar dagarrangement
De schoolcultuur veranderde minder snel. Daarvoor is wederzijds vertrouwen nodig tussen directie en team. Dat kost tijd, zeker als er tegelijkertijd impopulaire maatregelen genomen moeten worden. Al pratend werden team en directie zich bewust van een weeffout. ‘Een collega zei: zo lang we het verleden niet hebben afgelegd, zijn alle pogingen om de cultuur te veranderen verspilde energie. Hij had gelijk. We misten een formele beoordeling door het bestuur van de oude situatie en een duidelijke opdrachtformulering voor de nieuwe directie.’ Er kwam alsnog een gesprek met het bestuur. ‘De ontspanning is merkbaar,’ aldus Van den Berg.
voor de school opgesteld. Dit is de kapstok geworden voor alle verdere plannen en activiteiten. Onder het motto ’Leren, leven, beleven’ zijn ontdekkend leren, zelfstandig werken, sociale competentie en burgerschap de nieuwe speerpunten. De beleving van de katholieke tradities is een kernwaarde gebleven. ‘De katholieke feesten spelen bij ons een belangrijke rol.’
Nieuw profiel
Borgen
De cultuur verandert langzaam. ‘Het boven tafel krijgen van meningen in een vergadering vraagt geduld. Mensen voelden zich in het verleden niet vrij om alles te zeggen.’ Een enkeling, die zich niet kon vinden in de nieuwe koers, vertrok. ‘Maar negentig procent van het team zei: dit had veel eerder gemoeten.’ Met hulp van buiten werd aan de hand van de ’rozen’ een nieuw profiel
Van den Berg: ‘Iedereen mag op zijn eigen niveau en in zijn tempo groeien. Maar over vier jaar willen we wel een bepaalde vooruitgang hebben geboekt.’ Hij beseft dat er veel van het team is gevraagd. ‘De trein heeft hier twee jaar lang wel erg hard gereden. Daarom gaan we dit derde schooljaar geen nieuwe dingen oppakken. Het is tijd om dingen te borgen.’
Wijkfunctie Met ingang van dit schooljaar is de Maria Basisschool dagarrangementschool. Van den Berg: ‘Twee jaar geleden waren we nog niet eens een brede school en nu hebben we de ultieme vorm in huis. Dat is een groot compliment aan het team.’ Vakleerkrachten geven bewegingsonderwijs, dans, handvaardigheid, muziek en drama. Buurtgenoten zijn welkom bij allerlei activiteiten en er is een actieve oudercommissie. In nauwe samenwerking met stichting Disck biedt de school straks opvang aan kinderen van nul tot twaalf jaar. De directeur: ‘Dan hebben we de wijkfunctie zoals we die twee jaar geleden voor ogen hadden.’ f
* ISO = Intensieve Schoolontwikkeling
11 | 08 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 31
een activiteit waar 25 kinderen aan mee kunnen doen aan te bieden aan zes groepen, doen we dat nu nog maar aan twee groepen. Met name het aanbod voor de kleintjes mag groter. Voor deze groep is het het lastigst passende activiteiten te vinden.’
> BREDE SCHOOL VIERAMBACHT
‘Activiteiten na schooltijd moeten leuk zijn’
Rappen het pionieren niet willen missen, vertelt hij. ‘Ik heb het onderwijsveld hierdoor in relatief korte tijd goed leren kennen.’ Voor De Carpentier en adjunct-directeur Joke Stoltenhoff ligt dat anders. ‘We vinden het een heel goed initiatief maar hadden liever gezien dat er op z’n minst beter was nagedacht over invulling en gevolgen.’
Overschreven Het eerste jaar besteedde Stierman veel van zijn tijd aan het zoeken en vinden van geschikte activiteiten. ‘Inmiddels hebben aanbieders de weg naar de scholen gevonden en bieden ze zichzelf aan.’ Van een (te) krap aanbod merkt de school weinig. Het eigen aanbod kan nog wel groeien. Stoltenhoff: ‘Kinderen en ouders zijn zeer enthousiast. Veel activiteiten worden zwaar overschreven. In plaats van
Gaandeweg leerde De Vierambacht wat men van aanbieders wil en verwacht. ‘We hebben een cursus striptekenen gedaan, waarvan tijdens de cursus bleek dat de benaming de lading niet goed dekte en er onvoldoende aansluiting was met de belevingswereld van jonge kinderen. Nu zijn we daar alerter op,’ vertelt Stierman. De twee adjuncten coachen en geven feed back. De Carpentier: ‘Dat kan gaan over het schrijven van brieven aan ouders, van gedachten wisselen over activiteiten, eigenlijk over alles wat zich maar voordoet.’ Stierman vult aan: ‘Eén van de eerste activiteiten was een cursus rappen. De kinderen schreven zelf een rap. Bijzonder was hoeveel informatie over het leven van de kinderen daaruit naar voren kwam. Die informatie kan ik, als daar aanleiding voor is, bij mij collega’s aandragen.’ >
k ‘Kinderen en ouders zijn zeer enthousiast. Veel activiteiten worden zwaar overschreven.’ foto Jan van der Meijde
tekst Renate Rothstegge
Vorig jaar pionieren, dit jaar verfijnen. Leren werken met wijkarrangementen* gaat gepaard met vallen en opstaan, maar is zinvol en vooral erg leuk, vinden ze bij basisschool De Vierambacht.
‘D
e groepsleerkracht die ’brede school’ in haar takenpakket had, moest deze activiteiten ontwikkelen zonder extra middelen en ondersteuning’, vertelt adjunct-directeur en bredeschoolcoördinator Irma de Carpentier. De school besloot dan ook de kans te benutten om te gaan werken met het dag- of wijkarrangement. Uiteindelijk koos men voor het wijkarrangement. Irma: ‘Kiezen voor dagarrangementen betekent dat de hele school op de schop moet. We hebben een grote school met rond de vijfhonderd leerlingen in drie gebouwen. We zouden dan te veel hooi op onze vork nemen. Zowel het team als de ouders van de leerlingen voelden daar weinig voor.’
Pionieren De eerste periode was het echt pionieren. ‘Werken met het wijkarrangement en een bredeschoolmedewerker was voor alle betrokkenen nieuw. Daar komt bij dat het beleidsmatig niet was uitgewerkt’, aldus Irma. Voor bredeschoolmedewerker Edwin Stierman, voorheen werkzaam in de reclamewereld, was zo goed als alles nieuw. ‘Ik gaf naast mijn werk wel judo- en zwemlessen aan kinderen en dat lag me heel goed.’ Stierman had
32 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 08
11 | 08 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 33
T IRMA DE CARPENTIER basisschool De Vierambacht 010 4775365
[email protected]
>
De Kleine Pijler in prachtig nieuw gebouw
Buurtmakelaar Ondersteuning is er – naast die van Stichting de Meeuw – van de buurtmakelaar die zes uur per week aanwezig is. ‘Zij heeft een uitgebreid netwerk in de wijk en is vooral een vraagbaak voor de bredeschoolmedewerker.’ De Vierambacht heeft ook de beschikking over stagiairs van Zadkine die de opleiding onderwijsassistent brede school volgen. De Carpentier: ‘In de klas zijn ze een gewaardeerde helpende hand. Verder zetten we ze in bij de tussenschoolse opvang. Inzetten bij de activiteiten na schooltijd loopt nog niet goed. Studenten realiseren zich onvoldoende dat ze in de namiddag geen andere verplichtingen kunnen aangaan.’
Verfijnen Na het pionieren van vorig jaar, is het dit jaar een kwestie van verder verfijnen, vinden De Carpentier en Stoltenhoff. ‘Zo moeten we het beter voor elkaar krijgen dat iedereen zich verantwoordelijk voelt en verantwoordelijkheid draagt. Voor leerkrachten was het bijvoorbeeld erg wennen dat de kinderen niet meer om drie uur de deur uitgaan en ’klaar is kees’. Zij moeten bezig zijn met de vraag welk kind wanneer waar verwacht wordt. Dat kan een activiteit zijn, de buitenschoolse opvang, naar huis of naar de door onze vakleerkracht gymnastiek opgezette schoolsportvereniging die in onze eigen gymzaal huist.’
Ordeproblemen Ook ten aanzien van aanbieders is verfijning nodig. ‘We willen meer aandacht besteden aan het pedagogische klimaat van activiteiten. Kinderen moeten zich op zijn minst veilig en prettig voelen. Ordeproblemen zijn tot nu toe het grootste struikelblok. Maar er zijn ook incidenten, bijvoorbeeld met ongewenst gedrag en taalgebruik. Nu reageren we nog achteraf. In de nabije toekomst gaan we meer vooraf bespreken wat we hieromtrent wel en niet willen.’
Uitwisseling? Uitwisselen van activiteiten met andere scholen in de buurt is nog toekomstmuziek. ‘De prioriteit ligt nu nog bij onze school. Op De Vierambacht moet het eerst draaien als een geoliede machine’, aldus Irma. f * Bij het wijkarrangement werken diverse scholen en maatschappelijke partners in een wijk met elkaar samen bij de naschoolse activiteiten. De schooltijd krijgt per week een verlenging met zes uur. Het dagarrangement gaat een stap verder. De school ’weeft’ de activiteiten in het lesprogramma. Ook hierbij vindt zes uur per week verlenging plaats. bron Rotterdams Onderwijs Beleid
34 |
G geflitst!
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 11 | 08
: Hindoescholen doen het goed Veel islamitische en zwarte scholen presteren slecht, maar hindoescholen in Nederland hebben een opmerkelijk hoge kwaliteit. Dat stelt Sharda Roelsma-Somer in haar proefschrift De kwaliteit van hindoescholen. Roelsma-Somer promoveert 17 september op deze stelling aan de Universiteit van Tilburg.
Wereldomroep, 16 september 2008
: Te vies tekst en foto Martin van den Bogaerdt Het mooiste en tevens duurste tijdelijke schoolgebouw van Nederland staat op de Kop van Zuid. Op 8 oktober is de nieuwe locatie van de Kleine Pijler officieel in gebruik genomen. ’Echt waar, het is een ge-wel-dig gebouw. Het is jammer dat het er maar vijf jaar mag staan!’, zegt directeur Harry Reitsma van openbare basisschool De Pijler. De nieuwe tijdelijke locatie aan de Spoorweghaven – bouwkosten 1,5 miljoen euro ex. btw – vervangt het armetierige noodgebouw dat langs de Laan op Zuid was neergezet, op een winderige parkeerplaats waar je als gemiddelde Rotterdammer nog niet dood gevonden wil worden. Ouders kwamen in protest tegen de troosteloze noodoplossing van het ruimtegebrek van De Pijler. Wethouder Leonard Geluk gaf ze gelijk en sprak van ’een vervelende situatie’. De ouders baalden niet alleen van de deprimerende locatie, ook de gevaarlijke verkeerssituatie op het parkeerterrein leidde tot verzet. In het noodgebouw waren vier kleutergroepen ondergebracht. Het protest zette een ontwikkeling in gang die tot een prachtig resultaat heeft geleid in een verkeersluwe omgeving op amper honderd meter van de vorige locatie. Opmerkelijk detail is dat in de gevel onderwijsfoto’s zijn gefreesd. Van dichtbij zijn die niet herkenbaar, pas vanaf enkele tientallen meters zijn ze goed te zien. De bewoners van de Spoorweghaven en omgeving zaten niet echt te wachten op een tijdelijk schoolgebouw in het park bij hun woning. ‘We hebben voor de rechter gestaan’, aldus Reitsma, ‘maar gelukkig heeft die de belangen van de kinderen zwaarder laten wegen dan die van de bewoners.’ De nieuwe locatie werd op 8 oktober officieel in gebruik genomen, maar de leerlingen zitten er al vanaf september.
In de kleine gymzaal van buurthuis De Propeller in Noord klinkt deze maandagmorgen een zacht gegiechel. De aanwezige leerlingen van groep 7 en 8 van basisschool De Provenier hebben net de opdracht gekregen na te denken of ze voor of tegen de stelling ’afval mag je op straat gooien’ zijn. ‘Ik ben tegen,’ zegt de tienjarige Nasser stellig. ‘Want als we dat allemaal doen, wordt de stad een zooitje.’ Zijn klasgenote Hafza denkt daar toch iets anders over. ‘Als je afval op straat laat slingeren, hebben zwervers tenminste nog iets te eten.’ Debatleider Marco van Heukelingen kijkt het meisje verbaasd aan. ‘Afval op straat is toch vies? En bovendien: zwervers eten toch geen papier?’ Na die opmerking blijft het stil.
AD, 16 september 2008
: Te dik
Ook in Nederland gaat het de verkeerde kant op. De afgelopen jaren is overgewicht onder Nederlandse tieners verdriedubbeld. Inmiddels zijn er zo’n 400.000 kinderen met overgewicht en 40.000 kids die veel te zwaar zijn. Des te meer reden hier ook de expertise op te bouwen voor een speciaal centrum waar kinderen kunnen worden geopereerd, vindt kinderchirurg Klaas Bax. ‘Het Erasmusziekenhuis in Rotterdam is een prima plaats om te beginnen. Nu is het aan de raad van bestuur en aan de verzekeraars of ze daar geld voor willen vrijmaken.’
AD, 14 september 2008
: Uitgehuwelijkte meiden
Hoe groot het probleem is van uitgehuwelijkte minderjarige meisjes die achterblijven, is nog onduidelijk. Maar bijna elke Rotterdamse school kent wel gevallen van meisjes tussen 14 en 16 jaar oud, die om die reden niet meer terugkeren na een vakantie. Vaak gaat het om meiden uit landen als Pakistan, Turkije en Marokko. Volgens Frans Roozen van het Albeda College gaat het bij zijn onderwijsinstelling om ‘een relatief klein aantal gevallen in de afgelopen jaren’. ‘Als school kan je er weinig tegen doen. Het is erg ingewikkeld om er tegen op te treden: zo iemand ís er gewoon niet meer.’
AD, 17 september 2008
: Terugkeer conciërge
‘Nu hoef ik ‘s morgens vroeg zelf de deur niet meer open te doen, de koffie te maken en de vuilniszak buiten te zetten,’ vertelt directeur Rien Geers van basisschool De Tangram in Nesselande aan staatssecretaris Sharon Dijksma van onderwijs. ‘Want ik denk toch dat het niet de bedoeling is dat ik met mijn hoge salarisschaal dat werk doe.’
: Valkuilen brede school
Scholen zijn te weinig selectief in de activiteiten die ze ontplooien, sommige beleidsmakers hebben een te hoog ambitieniveau en de autonomie van de scholen is soms te groot – men kan zich onttrekken aan de brede-schoolbeweging.
’Successen en valkuilen brede school’ in ROM van januari 1998
AD, 24 juni 2008
: Engels voor kleuters
‘Het Engels dat nu verplicht is in groep 7 en 8 van de basisschool stelt vaak zo weinig voor dat het voortgezet onderwijs gewoon opnieuw begint. In de meeste landen beginnen scholen veel eerder met onderwijs in een vreemde taal dan in Nederland.’ Dat zegt Gerard Westhoff, hoogleraar didactiek van de vreemde talen aan de Universiteit Utrecht. Hij ziet veel in het advies van de Onderwijsraad om kinderen al vanaf het begin van de basisschool Engels bij te brengen.
Trouw, 20 juni 2008
: Voor de hele wijk
In het Educatief Centrum Lombardijen worden verschillende functies gehuisvest: de nieuwe wijkbibliotheek en basisschool De Catamaran en binnen het complex de buitenschoolse opvang, de overblijf, een E-centrum (met computers voor algemeen gebruik) en een grote aula voor voorschool- en wijkactiviteiten. Het wordt een ontmoetingsplaats voor de hele wijk.
Bestuursdienst, 19 juni 2008
11 | 08 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 35
v veldwerk : Esther van der Voordt Leerkracht middenbouw – Montessoribasisschool De Mare in Vreewijk
Wat was je zelf voor leerling? Ik kon best aardig leren, maar was lange tijd een timide en weinig weerbaar grijs muisje. Toch heb ik altijd veel plezier aan school beleefd. Waarom ben je in het onderwijs gaan werken? Ik wilde eigenlijk een studie voedingsmiddelentechnologie volgen, maar was in exacte zin te zwak. Omdat ik me zo breed mogelijk wilde scholen, kwam de pabo het meest in aanmerking.
tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde Esther is geboren in Vreewijk, ging zelf op de Mare naar school en werkt tegenwoordig in de middenbouw (groep 3, 4 en 5) van dezelfde school. In de klas werkt ze letterlijk met hetzelfde Montessorimateriaal als waar ze zelf ooit les mee kreeg. Naast haar vierdaagse baan in het onderwijs heeft Esther sinds enkele jaren haar eigen bedrijf, een praktijk voor voedings-, bewegings-, en gewichtsadviezen voor volwassenen en kinderen. Esther woont samen en heeft geen kinderen.
Je mooiste moment? Het zijn vooral veel kleine momenten. Een kind met leerproblemen dat de stof eindelijk begrijpt. De ontwikkeling van sommige kinderen. Het gadeslaan van de spontaniteit en ontwikkelingsgroei bij mijn leerlingen. Heerlijk om te zien. Je absolute dieptepunt? De kinderen (gelukkig maar enkele), waarvan de thuissituatie zo beroerd is dat ze voor een vakantie smeken of ze op school mogen blijven. Dat zijn kinderen die ik nog altijd in hoofd en hart meedraag. Zijn er zaken in het (Rotterdamse) onderwijs, die je zou willen veranderen? In Rotterdam heeft één op de vier kinderen gewichtsproblemen. Een schrikbarend hoog aantal. Ik zou er daarom voor willen pleiten om voedselvoorlichting een structureel onderdeel van het curriculum te laten uitmaken. Meer of minder aandacht voor rekenen en taal? Op de Mare wordt erg veel aandacht besteed aan de basisvaardigheden. Ook ligt de lat behoorlijk hoog. Ik zou het dus vooral willen zoeken in extra’s zoals voorleesontbijten en dergelijke. Waar zou je in bijgeschoold willen worden? Ik zou willen leren waarom mensen in mijn omgeving de dingen doen zoals ze ze doen. Wat is je mening over de taakbelasting in het onderwijs? Ik vind het prima om hard te werken en daarnaast veel vakantie te hebben. Het resulteert alleen in hogere werkdruk op de dagen dat je werkt en dat wordt door sommigen als zeer zwaar ervaren. Zijn er zaken die je aan beleidsmakers en politici kwijt zou willen? Kom eens een weekje meelopen om te ervaren hoe het is om in het onderwijs te werken. LIO-stagiairs, die leerkrachten bij ziekte vervangen, zonder een fatsoenlijke vergoeding te ontvangen. Onderwijsassistenten, die steeds vaker worden wegbezuinigd. Salarissen die achter blijven bij het bedrijfsleven. Voel je beroepstrots? Ja. Ik haal veel voldoening uit mijn werk, maar vind wel dat er nodig iets moet gebeuren aan de salariëring. Als je van dit salaris een gezin moet onderhouden, heb je het zwaar. Wat is je persoonlijke onderwijswens? Dat elke school zulke betrokken ouders, sportverenigingen en buitenschoolse opvang heeft als onze school. Nog tips voor (aankomende) leerkrachten? Zorg allereerst voor een goede sfeer in je groep. Durf hulp te vragen en bedenk dat je niet alles in het eerste jaar hoeft te kunnen.
T Tip jezelf of een ander voor Veldwerk! Mail naar
[email protected]