05-Feb-15
Juridische Valkuilen m.b.t. het medisch beroepsgeheim
Indeling: • Privacy en Geheimhouding • Medisch beroepsgeheim • Klantrelatie met de werkgever en de werknemer
Een korte verkenning van het recht en de praktijk Brown Advocaten mr. P.R.C. Brown Willemstad, 31 januari 2015
1
2
In cassatie heeft de Hoge Raad in zijn arrest de volgende overweging aan de reden voor het verschoningsrecht en de geheimhoudingsplicht van geneesheren gewijd:
Arrest van 21 april 1913 (NJ 1913, p. 958) Dr. D. Heeft een jong meisje behandeld. Later ontstond het vermoeden dat het om “eene voorafgegane vruchtafdrijving” zou gaan. Dr. D. werd als getuige opgeroepen, maar het beriep zich op zijn verschoningsrecht. Daarop werd hij op last van de Rechtbank gegijzeld.
Het gaat er niet om hoe de geneesheer aan de informatie is gekomen.
“dat de eisen ten aanzien van het geneeskundig beroep medebrengen, dat een ieder, die zich of een der zijnen onder behandeling stelt van een geneesheer, er op kan rekenen, dat hetgeen deze bij die behandeling door mededeelingen van den zieke zelf of te zijnen behoeve gedaan of door eigen onderzoek omtrent zijn patient te weten komt – al hetwelk geacht moet worden den geneesheer als zoodanig te zijn toevertrouwd – geheim blijve, vermits alleen bij voldoening aan dien eisch kan worden voorkomen, dat de zieken zelve of zij, die geroepen zijn voor hen te zorgen, uit vrees voor zijn openbaarheid zich laten weerhouden geneeskundige hulp in te roepen en dus slechts dàn het doel van het aan geneeskundigen toekomend verschooningsrecht kan worden bereikt.”
“Het beroep van geneesheer brengt mede dat de patiënt zich onbeschroomd aan hem moet kunnen overgeven.”
Alle informatie die een arts krijgt van zijn patiënt, ongeacht hoe of van wie die informatie tot hem komt, moet geheim blijven.
Het Hof Den Bosch vernietigde de eerder beslissing om Dr. D. te gijzelen en oordeelde dat Dr. D. zich terecht op zijn verschoningsrecht beriep:
3
4
Privacy bescherming Aldus zijn er twee redenen om aan geneesheren (artsen) een verschoningsrecht te geven, maar bovenal een geheimhoudingsplicht op te leggen:
Het wettelijke kader van de privacy bescherming is met name te vinden in de Staatsregelingen (grondwet) van Aruba (artt. I.3 en I.16) en Curaçao (artt. 10 en 11).
• Bescherming van de privacy Voor de bescherming van de privacy worden meestal de horizontaal werkende verdragsbepalingen in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (het IVBPR) ingeroepen.
• Waarborgen van de vertrouwelijkheid
5
6
1
05-Feb-15
Art. 8 EVRM:
Art. 17 IVBPR:
1. Een ieder heeft recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.
1. Niemand mag worden onderworpen aan willekeurige of onwettige inmenging in zijn privé leven, zijn gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling, noch aan onwettige aantasting van zijn eer en goede naam.
2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
2. Een ieder heeft recht op bescherming door de wet tegen zodanige inmenging of aantasting.
7
Ook zijn er wetten op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens.
8
Geheimhouding Art. 7:457 lid 1 BW:
De bedrijfsarts en zijn organisatie verzamelen gegevens over de verzuimende personen en mogen de niet-medische gegevens alleen met derden (bv. werkgevers) delen indien en voor zover dit niet in strijd is met het doel van de registratie.
Onverminderd het in artikel 448 lid 3, tweede volzin, bepaalde draagt de hulpverlener zorg, dat aan anderen dan de patiënt geen inlichtingen over de patiënt dan wel inzage in of afschrift van de bescheiden, bedoeld in artikel 454, worden verstrekt dan met toestemming van de patiënt. Indien verstrekking plaatsvindt, geschiedt deze slechts voor zover daardoor de persoonlijke levenssfeer van een ander niet wordt geschaad. De verstrekking kan geschieden zonder inachtneming van de beperkingen, bedoeld in de voorgaande volzinnen, indien het bij of krachtens de wet bepaalde daartoe verplicht.
De medische gegevens mogen in het geheel niet gedeeld worden met derden, behoudens toestemming van de patiënt/werknemer.
9
10
Echter: zwijgplicht van art. 7:457 BW is niet van toepassing op de bedrijfsarts. Dat staat in art. 7:446 lid 5:
• Bescheiden bedoeld in art. 7:454 betreffen: aantekening van de gegevens omtrent de gezondheid van de patiënt en de te diens aanzien uitgevoerde verrichtingen en andere stukken, bevattende zodanige gegevens, een en ander voor zover dit voor een goede hulpverlening aan de patiënt noodzakelijk is. • Niet dan met toestemming van de patiënt • Gaat dus om een zwijgplicht!
Geen behandelingsovereenkomst is aanwezig, indien het betreft handelingen ter beoordeling van de gezondheidstoestand of medische begeleiding van een persoon, verricht in opdracht van een ander dan die persoon in verband met de vaststelling van aanspraken of verplichtingen, de toelating tot een verzekering of voorziening, of de beoordeling van de geschiktheid voor een opleiding, een arbeidsverhouding of de uitvoering van bepaalde werkzaamheden. 11
12
2
05-Feb-15
Ik wijs ook op art. 48 van de Lv. beroepen in de gezondheidszorg in Curaçao en art. 34 (ontwerp-)Lv. BIG in Aruba:
Maar dat betekent niet dat de bedrijfsarts geen beroepsgeheim heeft. Art. 7:446 lid 5 BW betekent slechts dat er tussen de bedrijfsarts en de werknemer geen geneeskundige behandelingsovereenkomst ontstaat in de zin van Boek 7 BW.
Een ieder is verplicht geheimhouding in acht te nemen ten opzichte van al datgene wat hem bij het uitoefenen van zijn beroep in de gezondheidszorg als geheim is toevertrouwd, of wat daarbij als geheim te zijner kennis is gekomen of wat daarbij te zijner kennis is gekomen en waarvan hij het vertrouwelijke karakter moest begrijpen, behoudens voor zover bekendmaking bij landsverordening is voorgeschreven.
De bedrijfsarts is een arts en heeft uit dien hoofde een beroepsgeheim (zie het arrest uit 1913).
Dit is een publieke norm, dus een overtreding ervan kan niet alleen door de patiënt worden aangepakt, maar ook bijvoorbeeld door de Inspectie Volksgezondheid en door de tuchtrechter. 13
14
Het medisch beroepsgeheim en de bedrijfsarts De zwijgplicht van art. 7:457 BW en art. 48/34 BIG is ook van toepassing op de gegevensverstrekking door de behandelend arts aan de bedrijfsarts.
Bij de gegevensvertrekking aan derden is de bedrijfsarts dus gebonden aan het medisch beroepsgeheim.
Aldus heeft de behandelend arts toestemming nodig van de werknemer om de gegevens te kunnen verstrekken aan de bedrijfsarts.
Het geheim behoort toe aan de patiënt; de bedrijfsarts moet dat geheim bewaren door geen mededeling te doen aan anderen over wat hij te weten is gekomen over de patiënt. 15
16
Het geheim is veelomvattend: • alles wat de patiënt de arts als geheim toevertrouwt • de kennis die de arts bij de behandeling over de patiënt als geheim te weten is gekomen • dat wat anderen over de patiënt aan de arts hebben medegedeeld en waarvan hij het vertrouwelijk karakter moet begrijpen.
Maar, de omvang van het medisch beroepsgeheim van de bedrijfsarts wordt beperkt door zijn functie. Hij is immers een dienstverlener die is ingehuurd door de werkgever en de bedrijfsarts moet een advies uitbrengen.
Het betreft dus niet alleen medische gegevens maar ook niet-medische informatie over de patiënt.
De bedrijfsarts kan alleen de voor het doel van het onderzoek noodzakelijke gegevens verstrekken. In het advies moet de bedrijfsarts die informatie geven die de werkgever nodig heeft om het recht op loon vast te stellen; dat is immers het doel van het onderzoek.
Denk bijv. aan verslaving, seksuele intimidatie, arbeidsconflicten. 17
18
3
05-Feb-15
De bedrijfsarts dient het advies voor de claimbeoordeling aan de werkgever uitsluitend te formuleren in termen van arbeidsgeschikt danwel arbeidsongeschikt.
Als blijkt dat er geen arbeidsongeschiktheid is, of dat er voor de geclaimde arbeidsongeschiktheid geen medische oorzaak is, dan kan de bedrijfsarts niet verder begeleiden.
De werkgever moet alleen weten of de werknemer wel of niet op basis van een medische oorzaak arbeidsongeschikt is, want alleen dan moet de werkgever het loon doorbetalen zonder dat daar arbeid tegenover staat. 19
20
Ook uit de Code Gegevensverkeer (2007) van de KNMG: Uit de Code Gegevensverkeer (2007) van de KNMG: “De werkgever en niet de bedrijfsarts beoordeelt of een werknemer bij verzuim recht heeft op loondoorbetaling. De werkgever zal zich daarbij veelal baseren op het advies van de bedrijfsarts.”
“De bedrijfsarts verstrekt dus geen (sociaal) medische gegevens aan de werkgever; de bedrijfsarts zet de medische gegevens om in een beschrijving van uitsluitend de noodzakelijke en relevante informatie voor de werkgever. Alleen met uitdrukkelijke toestemming van de werknemer kan de bedrijfsarts (aanvullende) informatie aan de werkgever verstrekken.”
Vanwege het recht op privacy, in combinatie met de zwijgplicht van de arts, zal dat advies zich moeten beperken tot arbeidsgeschikt of arbeidsongeschikt.
Gaat dus om die informatie die de werkgever nodig heeft om aan zijn re-integratieverplichting te kunnen voldoen.
Maar, de bedrijfsarts zal zich wel moeten laten leiden door de vraagstelling van de werkgever. Die is immers degene die iets wil weten over zijn werknemer. 21
Verplichtingen over en weer van werkgever en werknemer Werkgever en werknemer hebben een bijzondere contractuele relatie, de arbeidsovereenkomst. De werkgever betaalt een loon in ruil voor de arbeid van de werknemer. De wet beschermt de zieke werknemer door te bepalen dat de werknemer gedurende zijn ongeschiktheid om te werken wegens ziekte, aanspraak blijft maken op doorbetaling van zijn loon. 23
22
Werkgever en werknemer hebben in dat kader beide rechten en verplichtingen over en weer. De werkgever moet meewerken aan het in staat stellen van de werknemer om te kunnen werken binnen zijn organisatie.
24
4
05-Feb-15
Artikel 7:658a BW: 1. De werkgever is verplicht zo tijdig mogelijk zodanige maatregelen te treffen en voorschriften te geven als redelijkerwijs nodig is, opdat de werknemer, die in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, in staat wordt gesteld de eigen of andere passende arbeid te verrichten. 2. Onder passende arbeid als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan alle arbeid die voor de krachten en bekwaamheden van de werknemer is berekend, tenzij aanvaarding om redenen van lichamelijke, geestelijke of sociale aard niet van hem kan worden gevergd.
De werknemer heeft op zijn beurt de verplichting om mee te werken aan de controle van zijn arbeidsongeschiktheid en aan zijn re-integratie bij arbeidsongeschiktheid: Artikel 7:660 lid 1 BW: De werknemer is verplicht zich te houden aan de voorschriften omtrent het verrichten van de arbeid alsmede aan die welke strekken ter bevordering van de goede orde in de onderneming van de werkgever, door of namens de werkgever binnen de grenzen van algemeen verbindende voorschriften of overeenkomst aan hem, al dan niet tegelijk met andere werknemers, gegeven.
25
Artikel 7:660a BW: De werknemer die in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, is verplicht: a. gevolg te geven aan door de werkgever of een door hem aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften en mee te werken aan door de werkgever of een door hem aangewezen deskundige getroffen maatregelen als bedoeld in artikel 658a, eerste lid; b. passende arbeid als bedoeld in artikel 658a, tweede lid, te verrichten waartoe de werkgever hem in de gelegenheid stelt.
26
De werkgever zal duidelijke voorschriften, instructies en regels moeten stellen waar de werknemer zich aan zal moeten houden, meer in het bijzonder over de gang van zaken bij een ziekmelding en het verdere controleen re-integratietraject daarna.
Adviseer uw klanten om met hun werknemers (of met de vakbond) tot goede, schriftelijk vastgelegde afspraken te komen over het hele verzuimbeleid van de werkgever en de taak van de bedrijfsarts hierin.
27
28
Als de werknemer verplicht wordt om de werkgever in te lichten of hij zich onder doktersbehandeling heeft gesteld en welke maatregelen hij neemt voor zijn genezing, bestaat het gevaar dat de werkgever mogelijk informatie van medische aard van de ziekte verneemt.
Werkgever wil controle uitoefenen op het verzuim wegens ziekte van de werknemer. Als de werkgever zelf controleert, dan zal dat snel tot inbreuken op de privacy leiden. De werkgever zal immers gaan vragen wat de werknemer mankeert en dan zal hij al snel medische informatie aan de werkgever verstrekken. Daarmee is een inbreuk gemaakt op het recht van privacy.
Ook als de werknemer verplicht is om de ‘oorzaak’ van de verhindering door te geven, ontstaat er een gevaar dat de werkgever mogelijk informatie van medische aard van de ziekte verneemt. 29
30
5
05-Feb-15
Vandaar dat controle door een derde (de bedrijfsarts dus) nodig is waar de werknemer wel alles aan kan en moet vertellen, zodat beide partijen (werkgever en werknemer) aan hun eerdergenoemde verplichtingen kunnen voldoen.
De eigen controle door de werkgever zal dus niet effectief kunnen zijn, want de werknemer hoeft niets tegen zijn werkgever te zeggen. Slechts de volgende gegevens zou de werknemer moeten verstrekken: • Het feit dat hij ziek is. • Waar hij bereikbaar is. • De vermoedelijke duur van de ziekte. • Of er sprake is van een arbeidsongeval of dat de ziekte is veroorzaakt door een verkeersongeval waaraan een derde schuldig is.
De controle of de werknemer niet ten onrechte verzuimt wordt vaak verricht door de arbodienst. Hiermee is de privacy beter gewaarborgd dan in het geval de werkgever de controle zelf verricht, aangezien de gegevens niet direct terechtkomen bij de werkgever.
Meer zou de werknemer niet aan de werkgever hoeven te vertellen.
31
Aandachtspunten: • Werkgever is eerstverantwoordelijke voor de begeleiding, maar is daarvoor “at the mercy of” de bedrijfsarts; • Er wordt een beroep gedaan op de gegevens van de bedrijfsarts, maar die mag hij niet (zomaar) delen met anderen. • Met de patiënt mag alles worden gedeeld, maar let daardoor op de registratie/het dossier: de vraagstelling van de werkgever moet buiten het patiëntdossier moeten worden gehouden. 33
32
• Werkgever moet goede afspraken maken met de werknemers over de registratie van het verzuim, over de terugkoppeling naar de werknemer over de verzuimstatistieken en andere gegevens, en ook over de toestemming van de werknemer voor uitwisseling van medische gegevens met de bedrijfsarts.
34
6