Junot Diaz: Het korte maar wonderbare leven van Oscar Wao Uitgeverij Mouria, Amsterdam, 2007. Samenvatting Onderstaande samenvatting concentreert zich op de hoofdlijn van het verhaal: het leven van de jonge Oscar. In het boek wordt ook de geschiedenis van Oscars familie en met name het leven van zijn moeder en zus beschreven. Deze zaken komen in dit uittreksel aan de orde in de paragraaf ‘Personages’. Daarnaast wordt in de roman veel gebruik gemaakt van voetnoten die op zichzelf weer allerlei nevenverhalen bevatten. Hierop wordt nader ingegaan in de paragraaf ‘Structuur en techniek’. Oscar is een jongen van Dominicaanse komaf, die opgroeit in New Jersey. Zijn moeder is gevlucht uit de Dominicaanse Republiek en voedt hem en zijn zuster Lola alleen op, nadat hun vader haar verlaten heeft. Op zevenjarige leeftijd is Oscar een normale Dominicaanse jongen, een beetje aan de mollige kant maar met voldoende charme om er twee vriendinnen tegelijkertijd op na te houden. Voor even dan, want ‘De driehoeksverhouding hield één prachtige week stand’ (p. 24). Nadat hij eerst zelf de relatie met Olga verbreekt en vervolgens gedumpt wordt door Maritza, beginnen zijn eetproblemen. Van een mollig jongetje wordt hij een (zeer) dikke tiener. Oscar gaat naar de katholieke jongensschool Don Bosco Tech, waar hij het als ‘eenzame dikke sf-freak’ (p. 29) niet makkelijk heeft. Het feit dat hij zijn liefde voor sciencefiction niet onder stoelen of banken steekt, maakt het er niet makkelijker op. Al en Miggs zijn de enige jongens die met hem om willen gaan. Als zij zelf vriendinnen krijgen, nemen ze steeds meer afstand van Oscar en heeft hij uiteindelijk helemaal geen vrienden meer over. Na zijn middelbare school wil Oscar naar de universiteit, waar hij een toelatingsexamen voor moet doen. Tijdens de voorbereidingscursus ontmoet hij Ana Obregón, op wie hij hopeloos verliefd wordt. Ana lijkt hem ook wel aardig te vinden, ze bellen tussen de lessen door, Ana komt op bezoek en ze gaan op den duur zelfs wekelijks samen naar de film. Ana blijft ondertussen wel veel praten over haar ex-vriend Manny, die in de gevangenis zit. Als Manny vrijkomt, gaat Ana toch naar hem terug en is de vriendschap met Oscar voorbij. Oscar gaat na de middelbare school naar de Rutgers University in New Brunswick, net als zijn zus Lola. Lola is een ‘voorname tante op de campus’ (p. 59), maar daar weet Oscar geen voordeel uit te halen. Ook tijdens zijn studie is een van zijn voornaamste bezigheden dan ook ‘treuren om zijn seksuele uitzichtloosheid’ (p. 59). In zijn derde jaar deelt Oscar een kamer met Yunior, een van de vriendjes van zijn zus Lola. Yunior probeert hem zo ver te krijgen dat hij mee gaat joggen en iets aan zijn gewicht doet, maar als Oscar na enkele dagen weigert om nog een stap te joggen, geeft Yunior het op. Dan wordt Oscar verliefd op Jenni Muñóz, ‘een Puertoricaanse goth, dat was zoiets als een zwarte nazi’ (p. 185). Haar vrienden noemen haar La Jablesse en zij en Oscar worden onafscheidelijk. Yunior waarschuwt Oscar, want ‘een kind kon bedenken dat Oscar alleen maar tijdverdrijf voor haar was, iets ter afwisseling van het echte werk’ (p. 188). Als Junni inderdaad een vriendje krijgt en Oscar laat barsten, stormt hij op een avond haar kamer in en begint daar te razen
tegen haar en haar vriend. Hij mag een tijd op zijn kamer blijven en wordt verplicht naar de psycholoog te gaan. Als Yunior dan besluit om zijn kamerhuur niet te verlengen, blijft Oscar weer alleen achter. Hij doet een zelfmoordpoging, maar op miraculeuze wijze mislukt deze. Nadat Oscar hersteld is, gaat hij terug naar de universiteit. Hij is magerder dan ooit en ‘Hij zag er, geloof het of niet, goed uit’ (p. 197). Yunior trekt weer bij hem in en Oscar maakt de universiteit af. Na zijn afstuderen gaat Oscar weer bij zijn moeder wonen. Hij gaat werken op zijn oude basisschool, Don Bosco Tech. Eerst als invaller, later met een vaste aanstelling. Hij maakt geen nieuwe vrienden, met uitzondering van zijn collega Nataly. Aangezien zij al een relatie heeft, blijft het weer bij vriendschap. Als zij een jaar later een nieuwe baan aanneemt en verhuist, blijft Oscar weer eenzaam achter. Hij werkt in zijn vrije tijd ‘aan een vierluik dat zijn magnum opus moest worden, een kruising tussen J.R.R. Tolkien en E.E. ‘Doc’ Smith’ (p. 267) en leidt verder een rustig leven. Aan het einde van zijn derde jaar als leraar gaat hij met zijn moeder en zus naar de Dominicaanse Republiek. Hoewel hij eigenlijk maar even zou blijven ‘besloot hij zomaar opeens, van het ene moment op het andere, dat hij de rest van de zomer met zijn moeder en tío op het Eiland zou blijven’ (p. 275). En dan ontmoet hij Ybón Pimentel, ‘Oscar achtte haar het begin van zijn echte leven’ (p. 276). Ybón is een ex-prostituee, maar in Oscars ogen is ze ‘een gestrande buitenaardse prinses die nog deels in een andere dimensie vertoefde’ (p. 279). Ze spreekt hem op een dag aan als hij in een café een boek zit te lezen. Ondanks de bezwaren van zijn moeder Beli en van La Inca (de nicht van de vader van zijn moeder, die haar heeft opgevoed), blijft hij Ybón bezoeken en wordt steeds verliefder. Hoewel zij erg op hem gesteld raakt, blijft het bij vriendschap. Ybón heeft al een vriend met een hoge positie bij de politie, de capitán, die erg jaloers is en Oscar graag wil ontmoeten. Oscar ‘stond er geen seconde bij stil dat het slecht nieuws is als Dominicaanse smerissen je “graag willen ontmoeten”’ (p. 288). Oscar blijft Ybón dan ook bezoeken, ondanks verschillende waarschuwingen. Op een dag wordt hij aangehouden door de capitán, die hem ondervraagt en vervolgens meeneemt naar de suikerrietvelden, waar hij Oscar samen met zijn collega’s in elkaar slaat. Oscar wordt gevonden door taxichauffeur Clives en hij overleeft de aanslag ternauwernood, ‘Zijn neus gebroken, een jukbeen verbrijzeld, zijn zevende hersenzenuw beschadigd, drie tanden bij de hals afgebroken, een hersenschudding’ (p. 297). Oscar komt na drie dagen bij kennis en de eerste naar wie hij vraagt is Ybón. Zijn moeder wil hem meenemen naar New York, maar hij weigert te gaan. Oscar komt tot de conclusie dat de verhalen die hij heeft gehoord over de familievloek, fukú, wel eens waar kunnen zijn. Als Ybón hem vertelt dat ze met de capitán gaat trouwen, laat hij zich door zijn moeder overhalen om toch mee naar huis te gaan, waar hij zijn bed nauwelijks uitkomt. Dan staat hij op een dag voor de deur bij Yunior en Lola, die op dat moment samenwonen in de Heights. Oscar vraagt Yunior om geld voor de waarborgsom voor een appartement in Brooklyn. Yunior weet niet hoe snel hij een cheque moet uitschrijven en Oscar vertrekt de dag daarna. Met het geld boekt hij een ticket naar Santa Domingo, om Ybón weer te zien. Hij vindt haar terug en blijft haar opzoeken, ondanks dat iedereen, ook Ybón zelf, hem dit afraadt. Maar volgens Oscar volgt hij ‘de onweerstaanbaarheid van Oude Krachten’ (p. 310). Na 27 dagen van twijfels, angsten en momenten samen met Ybón komt de capitán hem ophalen. Hij neemt Oscar opnieuw mee naar de suikerrietvelden, waar hij zegt: ‘“Luister, we laten je gaan als je ons zegt wat het Engels is voor fuego.” “Vuur”, zei hij’ (p. 316) en dan vuurt de capitán. Oscar wordt begraven in de VS. Vlak voor zijn dood heeft hij nog een pakket met hoofdstukken
van zijn boek Starscourage opgestuurd en een brief aan Lola. In de brief schrijft hij onder andere ook dat hij en Ybón toch seks gehad hebben; hij is dus niet als maagd gestorven. Thematiek Een belangrijk element in het boek is de fukú (vloek). In de inleiding wordt al uit de doeken gedaan hoeveel invloed deze heeft: zelfs de moord op John F. Kennedy, de aanslagen van 11 september en andere Amerikaanse rampen zouden er het gevolg van zijn. De familie van Oscar wordt al eeuwenlang door de fukú achtervolgd. Fukú is er ook de oorzaak van dat geen van de liefdesrelaties die de familieleden van Oscar aangaan goed afloopt. De geschiedenis van de Dominicaanse Republiek, de dictatuur die het leven bepaalt en het leven van Dominicaanse migranten in de Verenigde Staten zijn belangrijke thema’s in de roman. De eigen cultuur blijft ook in Amerika het leven van de migranten bepalen. Zo is Beli een typisch Dominicaanse moeder in de manier waarop ze tegen haar kinderen praat. Als Lola thuiskomt na Oscars mislukte zelfmoordpoging krijgt ze het volgende welkom: ‘voor ze iets kon zeggen begon haar moeder aan een traditioneel Dominicaans welkomstwoord. Zo, nu je broer op sterven ligt kun je wel komen. als ik dat geweten had, had ik mezelf iets aangedaan’ (p. 194). Ook de nadruk op de machocultuur van de Dominicanen en de sterke seksualiteit die daarbij hoort komt meerdere malen ter sprake. Het feit dat Oscar dit beide niet heeft, maakt hem dan ook erg on-Dominicaans. In de talrijke voetnoten wordt veel verteld over de dictatuur in de Dominicaanse Republiek. Sciencefiction en het schrijverschap zijn andere belangrijke thema’s. Oscar is toegewijd aan alles wat te maken heeft met sciencefiction. Hij leest ieder boek dat ook maar iets te maken heeft met sf, maar daar stopt het niet: ‘Hij sprak en schreef zowel het Sindarijns als het Quenya van Tolkien, uitte zich moeiteloos in het Chakobsa van Herbert’ (p. 31). Oscar vergelijkt situaties in zijn leven met gebeurtenissen uit de boeken die hij leest en heeft daarnaast de ambitie om de Dominicaanse Tolkien te worden. Het schrijverschap ‘obsedeert me, verzuchtte hij [Oscar], en het wordt nog mijn dood’ (p. 197). Tijdens de periodes dat Oscar op de Dominicaanse Republiek verblijft, doet hij ook weinig anders dan schrijven. Structuur en techniek Het verhaal heeft vier delen. Een naamloze inleiding waarin de lezer kennismaakt met het begrip fukú en drie delen waarin het verhaal wordt verteld, kortweg genummerd als 1, 2 en 3. Het eerste deel vertelt de lezer over het leven van Oscar tot op dat moment. In deel 2 wordt eerst ingegaan op de geschiedenis van Oscars moeder en zus. In deel 3 ten slotte is te lezen hoe Oscar aan zijn einde komt en wat zijn nalatenschap is: het manuscript van Starscourage. De gebeurtenissen worden voor het grootste deel beschreven vanuit het perspectief van Yunior, een van de vrienden van de zus van Oscar, Lola. Een aantal passages wordt ook verteld door Lola. Oscar komt zelf helemaal niet aan het woord. Naar de werkelijk gedachten van Oscar moet de lezer dus gissen. In de roman wordt veel gebruikgemaakt van voetnoten. Hierin wordt achtergrondinformatie gegeven over heel uiteenlopende zaken: van informatie over de verschillende sciencefictionfiguren die in het verhaal voorbijkomen tot informatie over de dictator van de Dominicaanse Republiek, Trujillo. De informatie in de voetnoten maakt deel uit van het verhaal.
Personages Hoofdpersoon is Oscar Wao. Op zijn zevende is hij nog een ‘normale’ Dominicaanse jongen die opgroeit in een ‘typisch’ Dominicaans immigrantengezin in Peterson, New Jersey’ (p. 21). Het gaat fout als hij in de herfst van zijn zevende jaar eerst twee vriendinnetjes heeft en vervolgens geen meer. Het is het begin van zijn eetproblemen ‘Hij at zich bolrond. En in de jaren die volgende werd hij almaar dikker’ (p. 26). Oscar houdt zijn nerderige hobbies niet voor zichzelf, wat hem op nog meer vervelende reacties komt te staan. Als hij verliefd wordt op een vrouw, weet hij van geen ophouden en blijft hij contact zoeken. Naarmate hij ouder wordt, raakt hij er meer en meer van overtuigd dat de Dominicaanse volksverhalen waar zijn. Zo vraagt hij op een nacht aan Yunior ‘Ik heb me laten vertellen dat geen Dominicaan ooit als maagd is gestorven. Jij bent ervaren en ter zaken. Hecht jij geloof aan die stelling? (...) Ja, een dominicano moet minstens één keer geneukt hebben, da’s een kosmische wet’ (p. 178). Ook zijn gevoelens voor Ybón zijn volgens hem oncontroleerbaar, onderdeel van de vloek, de fukú. Yunior is de verteller van het grootste deel van het verhaal, ook hij is Dominicaan. Hij is een van de vriendjes van Oscars zus, Lola, maar hij verpest de relatie iedere keer weer door vreemd te gaan. In het derde jaar van Oscar op de universiteit deelt Yunior een kamer met hem ‘Ik doe graag alsof het pure menslievendheid van me was, maar dat is niet helemaal waar. (...) Ik was vrijwel kansloos voor onderdak op de campus en geld had ik niet’ (p. 174). Yunior bemoeit zich in eerste instantie weinig met Oscar, maar als hij zichzelf een tijdje gedeisd moet houden na een ruzie met een meisje, besluit hij een ander mens van Oscar te maken. Als Oscar na een paar dagen de brui geeft aan het hardlopen, stelt dit Yunior zo teleur dat hij zijn handen van hem aftrekt. Yunior is verantwoordelijk voor de bijnaam van Oscar, als hij opmerkt dat de uitrusting van Oscar als Doctor Who hem doet denken aan een dikke Oscar Wilde: ‘En dat bleef niet zonder gevolgen, want Melvin ging er gelijk in een nichterig Spaans overheen: Oscar Wao?’ (p. 183). Yunior is een don juan, het lukt hem niet om trouw te blijven aan een vrouw. Dit kost hem uiteindelijk ook zijn relatie met Lola. Oscars moeder, Hypatía Belicia Cabral, kortweg Beli, is niet mild met haar opmerkingen over Oscar. Als hij haar vraagt of hij inderdaad zo lelijk is, slaakt ze een zucht en zegt ‘Tja, hijo, je lijkt in ieder geval niet op mij’ (p. 40). Ook Lola moet het ontgelden; als een penvriendin het al snel voor gezien houdt lacht ze naar Lola en zegt ‘Dacht je nou echt dat iemand het met jou volhield?’ (p. 64). Beli groeit op in de Dominicaanse Republiek, waar ze wordt opgevoed door La Inca, die een eigen bakkerij heeft. Haar ouders zijn omgekomen toen ze een jaar oud was, vermoedelijk vermoord in opdracht van dictator Trujillo. Beli kan door een beurs naar een elitaire school gaan, waar iedereen op haar neerkijkt. Dat verandert als ze ontdekt dat mannen haar leuk vinden. Ze verleidt de rijkste, meest blanke jongen van school, Jack Pujols, maar als ze betrapt worden veroorzaakt dit een schandaal. Als ze weigert om spijt te betuigen, wordt ze van school gestuurd. Ze krijgt een baan in het restaurant van de Chinees Juan Then, waar haar salaris bestaat uit de fooien die ze krijgt. Lange tijd blijft ze Jack trouw, ondanks dat hij haar verraden heeft, maar uiteindelijk valt ze voor de charmes van een man die ze kent als de Gangster. Haar reputatie wordt er niet beter op; hij is een oude man en heeft een dubieuze reputatie. Hoewel hij belooft een huis voor haar te bouwen en haar mee te nemen op buitenlandse reizen, is hij vaak voor lange tijd afwezig. Beli wordt zwanger en pas dan blijkt dat de Gangster getrouwd is en wel met een zuster van Trajillo. Deze komt achter de verhouding en laat Beli ophalen door leden van de Geheime Dienst. Zij laten haar voor dood achter in een
suikerrietveld, maar Beli weet zichzelf te redden. In het huis van La Inca is ze haar leven niet meer zeker en dan vlucht ze naar New York. Ze krijgt twee kinderen, die ze als hun vader haar verlaat alleen opvoedt. Beli krijgt kanker, maar herstelt hier weer van. Een jaar nadat Oscar vermoord is, krijgt ze opnieuw kanker en dit keer heeft ze zelf de hoop opgegeven. Ze overlijdt en wordt begraven naast Oscar. Oscar zus Lola is een mooi meisje en heeft, in tegenstelling tot Oscar, niet te klagen over belangstelling. Ze heeft een goede band met Oscar en geeft hem eerlijk maar confronterend advies. Zo zegt ze over zijn sciencefiction en strip verzameling ‘En gooi in godsnaam die vieze boekjes weg. Ze zijn walgelijk, Mami raakt ervan over haar toeren en geen meisje wil met je omgaan zolang je die troep in je la hebt liggen’ (p. 36). Lola loopt op een dag na een ruzie met haar moeder weg van huis. Na een paar maanden neemt ze contact op met Oscar, die haar moeder inlicht. Haar moeder stuurt haar vervolgens naar Santa Domingo, waar ze een hele tijd blijft. Lola raakt de onrust nooit kwijt en verblijft regelmatig langere tijd in het buitenland. Nadat haar relatie met Yunior stuk loopt, ontmoet ze een Cubaan, van wie ze zwanger wordt. Belangrijke bijrollen zijn er voor de vrienden uit Oscars puberteit, Al en Miggs. Zij delen in eerste instantie Oscars voorliefde voor sciencefiction en role playing games, maar als zij beiden een vriendin krijgen verbreken ze het contact met Oscar. Ana Obregón lijkt de eerste serieuze mogelijkheid voor Oscar om aan de vrouw te raken, maar uiteindelijk gaat zij terug naar haar exvriend Manny. Een zelfde rol is weggelegd voor La Jablesse, het meisje op wie Oscar op de universiteit verliefd op wordt. De uiteindelijke liefde van Oscars leven is Ybón, voor wie hij uiteindelijk zijn leven geeft. In eerste instantie lijkt ook zijn relatie met Ybón platonisch te blijven, maar uiteindelijk gaat hij met haar wel naar bed. Taal en stijl Díaz gebruikt een geheel eigen stijl vol satire en verwijzingen naar zaken uit de populaire cultuur zoals televisieprogramma’s en computerspellen. Hij mengt veel Dominicaanse termen door zijn zinnen. In de toelichting op gebeurtenissen in het leven van de hoofdpersonen geeft hij vaak voorbeelden uit de geschiedenis. Hij laat de verteller (Yunior) zichzelf soms voorstellen als ‘Uw Aandachtige Waarnemer’ (p. 108). Verder houdt Díaz zich niet aan de conventies van hoofdlettergebruik en maakt hij veel gebruik van voetnoten om zaken te lichten. Die voetnoten zijn vaak komisch geformuleerd. Deze tekst is een beknopte versie van de tekst zoals verschenen op LiteRom van Uitgeverij Biblion. © Tekstbureau Flytande, 2008. Niets uit deze tekst mag worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijk toestemming van de auteur.