JULI 2013
04
Eurocultuur “Europa wordt zo opeens klein, onze leerlingen zijn echt internationale leerlingen!”
inHoud
aan deZe kunstZone WeRken de volgende vakveRenigingen mee
coloFon kunstZone tijdschrift voor kunst en cultuur in het onderwijs nummer 3, mei 2013 kunstzone wordt uitgegeven door stichting kunstzone HooFd - en eindRedactie
rUUd vAn der meer
sAskIA vAn der LInden
JAn verschAeren
hoofdredactie
hoofdredactie
Eindredactie
ruud van der Meer //
[email protected] saskia van der linden //
[email protected] jan Verschaeren //
[email protected]
Redactie
Bdd Beroepsvereniging docenten theater en drama // www.docentendrama.nl nBdk nederlandse Beroepsvereniging van danskunstenaars //www.nbdk.nl vllt sectie nederlands van Vereniging leraren levende talen // www.levendetalen.nl > talensecties > nederlands vls* Vereniging leraren schoolmuziek //www.vls-cmhf.nl vonkc* Vereniging onderwijs kunst & cultuur // www.vonkc.nl *opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november.
aBonnement
JAn vAn gemert
oLgA de kort
LIesBeth kLeUver
drama
Muziek
po
henk LAngenhUIJsen
literatuur
Binnenland: € 49,75 // Buitenland: € 72,50 het abonnementsjaar loopt van 1 januari t/m 31 december. opzegtermijn: ieder jaar schriftelijk voor 1 november. ssn: 1570-7989
veRkoop adveRtenties pAUL rooYAckers
theA vUIk
JAnneke vAn wIJk
dans
Beeldend
Beeldend/ aV
tHema: euRocultuuR
legenda po
Vo
MBo
24
hBo
dE VErBEElding
Project met muziek en schilderijen en een veiling voor het Jeugdcultuurfonds algEMEEn
litEratuur
BEEldEnd
MuziEk
MEdia
dans
draMa
ckV
tHema & coveR
16
waarVan lEEFt dE MEns?
tHemacoÖRdinatie: olga de kort-koulikova coveR: zebra zebra Foto: Ben van duin Zie: ‘actief met ckV’ voRmgeving en dRuk
Interview met Jeroen Steehouwer, auteur van Tolstoi-strip
06
10
Operaproject op Oostvaarders College met De Nederlandse Opera
Workshop Oriëntaalse dans voor VO en MBO
Maak jE opEra EigEn
aRt diRection & design jenny kan (art direction & design) // www.jenniness.com
dRuk
BuikdansEn
hoi-Man hau // Fotografie
Interview met SICA-medewerkers
Internationale uitwisseling in het kader van het Comenius-project
BuitEngaats
FotogRaFie
jan Verschaeren kluppelshuizenweg 32 7608 rl almelo tel: 0546 -491745
[email protected]
26
wE zijn EuropEanEn
Veldhuis Media raalte // www.veldhuismedia.nl
12
NOVEMBER 2012
04
Buddy-Redactie heske ten cate Barry van druten claire goossens tamara kho arjaan Verheule
sticHting kunstZone jan Verschaeren kluppelshuizenweg 32 7608 rl almelo tel: 0546 -491745
[email protected]
19
EUROCULTUUR
dEBat
“EUROPA WORDT ZO OPEENS KLEIN, ONZE LEERLINGEN ZIJN ECHT INTERNATIONALE LEERLINGEN!”
wilt u contact met de redactie? zie onze website voor de emailadressen. stichting kunstzone. niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
Europese debatprojecten
WWW.kunstZone.nl & volg ons! Volg ons op: www.twitter.com/kunstzone www.youtube.com/user/kunstzone www.facebook.com/kunstzone.nl
08
14
22
28
Europees stageproject
TTO-voorbeeldles over Europese traditionele feesten
Stimuleren van excellentie bij bollebozen
Klassieke verhalen in combinatie met klassieke muziek
Eutropia
EXcEllEntiE
diFFErEncEs
klassiEkE VErhalEn
en veRdeR
Helpdesk aRBeidsvooRWaaRden vooR vls- en vonkc-leden
de VONKC- en VLS-helpdesks voor belangenbehartiging en arbeidsvoorwaarden worden bemand door remko littooij. de spreekuren zijn geconcentreerd op een ochtend en een avond. Voor algemene en specifieke vragen kunt u op genoemde tijden bij de helpdesk terecht: hoe zit het met mijn Fpu?, is mijn taakinvulling wel juist? ik heb nog steeds geen benoemingsakte, wat nu? Enzovoort.
2
handiger is om een e-mail te sturen met de uitleg van uw probleem. zo kan de helpdesk een duidelijk antwoord formuleren dat u naar wens telefonisch of via e-mail terugontvangt. arbeidsvoorwaarden vls/vonkc t.a.v. Remko littooij kluppelshuizenweg 32 7608 Rl almelo (06) 16500695
teleFoniscHe BeReikBaaRHeid Helpdesk
maandagochtend van 9 tot 10 uur woensdagavond van 17 tot 19 uur
als de helpdesk onbemand is of in gesprek, kunt u een bericht achterlaten. dan wordt u zo spoedig mogelijk teruggebeld.
E-mail Vonkc: arbeidsvoorwaarden@ vonkc.nl E-mail Vls:
[email protected]
kUnstzone.nL
02 03 04 04 05 10 13 18 21 23 30 31 34 36 38 40 42 44 45
helpdesk Vls/Vonkc inhoudsopgave redactioneel kunstzone strip de starter Vonck zoekt leden Filosofie in de onderbouw kunstzone cartoon krassen digizone online delen met kunstzone creatief schrijven in het po Blokkeren of inspireren? Film is overal: locaties met impact MBo-artiest heeft meer tijd nodig is Eefje schoolrijp tonnie en kee in keutelree het lied van giacomo @web: ik heb een mening!
JULI 2013
46 48 50 53 54 56 58 60 62 63 64 66
licht in zeeuwse kkw proud to be schakels in een keten aliceMoves wie de jeugd heeft... het volk gaat nooit ten onder observerend leren illustreren met de ipad hedendaags historisch Museum Boeksignalementen recensies actief met ckV
U bent gewend om in de Kunstzone van eind augustus de CITO-nabeschouwingen van de centrale examens aan te treffen. Die krijgen speciale aandacht in de eind oktober verschijnende Kunstzone 6-2013.
3
redactioneel
de starter
Hoe Nederlands zijn we?
E
Ruud van der Meer hoofdredacteur
en pikante vraag, zeker wanneer een populair PVV-gedachtegoed breed rondwaart. Misschien nog wel een groter deel van de bevolking vindt dat Nederland niet meer van de Nederlanders is. We verliezen onze cultuur, ons Nederlander zijn. Er zijn allerlei rekenmodellen die voorspellen dat een volk een bepaalde hoeveelheid nakomelingen moet produceren om de bestaande cultuur te laten voortbestaan. Statistisch wordt dus gewezen op een mogelijk verlies van de Nederlandse cultuur, met Nederlandse normen en waarden zonder dat men zich afvraagt wat dat dan eigenlijk is. Alsof dat iets statisch is, een ding, een momentopname die eeuwigheidswaarde heeft. Waarde collega’s, daar ligt een schone taak voor ons. Wij weten dat we zijn wat we zijn doordat we altijd uitgewisseld hebben met andere culturen. De Nederlandse cultuur is geen multi-Europese cultuur geworden, maar is dat altijd al geweest. Vooral in de zeventiende eeuw kwamen vluchtelingen in tijd van nood en brachten ons rijkdom in allerlei vormen. Onze rijkdom trok migranten aan die nog meer diversiteit in onze samenleving brachten. Dat heeft overigens ook altijd problemen gegeven, maar ook dat hoort bij ons cultureel erfgoed. Onze cultuur is ontstaan uit onder andere Grieks Theater, Italiaanse architectuur en opera, Turkse tulpen, Russische literatuur, Tsjechisch drama, Frans ballet, Duitse dichtkunst, Scandinavische film en Engelse pop en punk. We vieren dit jaar vierhonderd jaar bilaterale betrekkingen met Turkije en het Nederland-Ruslandjaar. Tsaar Peter zag ons land ooit als groot voorbeeld. Achteraf gezien weet ik niet of dat zo geweldig was, maar toch. Nederland assimileerde alles en werd groter dan wat je gebaseerd op onze landsgrenzen zou mogen verwachten. Oneerbiedig zou je misschien kunnen zeggen dat Nederland geen rashond is, maar een vuilnisbakkenrasje. Oersterk, uniek,
betrouwbaar en weinig doorgefokte afwijkingen. Meer dan ooit is duidelijk dat we in geen enkel opzicht onafhankelijk zijn van onze omgeving. Nederlander zijn betekent naar mijn mening dat we naar buiten moeten kijken en deelnemen aan wat daar gebeurt. Doen we dat niet, dan verliezen we juist datgene wat ons Nederlander maakt. Veel scholen en initiatieven kijken op deze manier naar hun opvoedende rol in onze samenleving. Er zijn ruim tweehonderd TTO-scholen. Er is het Europees Platform met hun Comenius, Grundtvig en verwante programma’s voor de culturele uitwisseling tussen de Europese landen. Er is Worldschool, EUMIND, Global Exploration, enzovoort. Europa en de wereld liggen open voor onze leerlingen. Het is aan ons om er wereldburgers van te maken vanuit een traditioneel open Nederlandse visie. In dit nummer van Kunstzone proberen we u een blik te geven op wat er aan de gang is en wat er mogelijk is op dit gebied. Dit is ook het nummer waarin we afscheid nemen van onze gewaardeerde muziekredacteur Olga de Kort-Koulikova. Zij heeft op haar geheel eigen wijze en met grote deskundigheid bijna vijf jaar meegewerkt aan de inhoud en ontwikkeling van Kunstzone. Olga is een enthousiaste duizendpoot. Zij combineerde haar drukke werkzaamheden als schrijver, lector, muzikant en zeker nog veel meer met het redacteurschap van Kunstzone. Olga heeft ervoor gekozen haar energie in te zetten voor haar andere passies. Volg haar met open mond via www. olgadekort.com. Olga, heel hartelijk bedankt voor je inzet en je prachtige Russische verhalen. Heel veel succes met je drukke bezigheden. Het ga je goed!
Ruud
strip
destarter Pauline van Gemert
Voor het eerst voor de klas, voor het eerst in de docentenkamer, die eerste indrukken: iedereen heeft het ooit ervaren, maar weet u nog hoe het was? Redactie en samenstelling: Janneke van Wijk
I
k heb mijn hele jeugd in een klein plaatsje in de Hoeksche Waard gewoond. Mijn vader werkte in de bouw en nam werktekeningen mee naar huis. Met bewondering bestudeerde ik de grote vellen papier en legde graag mijn eigen tekenvelletjes ernaast. Mijn moeder was thuis en zorgde voor mijn zus en mij. Ze is erg creatief en we knutselden veel. Ook gingen we regelmatig naar musea. Mijn ouders waren geen enorme kunstliefhebbers, maar omdat we altijd op vakantie gingen naar de Veluwe, zijn we vaak in het KröllerMüller Museum geweest. Vooral de enorme beeldentuin heeft indruk op me gemaakt. In 2006 begon ik met de studie Docent Beeldende Kunst en Vormgeving aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Ik was toen vooral geïnteresseerd in het ontwikkelen van verschillende creatieve vaardigheden, maar gedurende mijn studie ontdekte ik mijn liefde voor kunst en cultuur en de wil om deze te delen met anderen. Bij sommige groepen zijn er van tevoren doelen gesteld die we moeten behalen: bijvoorbeeld het bijbrengen van kennis van een aantal kunststromingen. Mijn persoonlijk doel bij elke rondleiding is de leerlingen iets te laten zien dat ze bijblijft. Daarbij hoop ik dat het verhaal dat ik vertel of de vragen die ik stel, bijdragen aan wat ze zien en onthouden. Wanneer leerlingen voor het eerst kennismaken met kunst of met een museum, vind ik dit erg belangrijk. Bij leerlingen die al iets meer hebben gezien of zelf al iets meer weten, hoop ik hen iets meer verdieping te kunnen geven. De leerlingen dagen je steeds uit om meer te weten te komen over bepaalde werken door de vragen die zij stellen. Vaak kijken ze op een hele andere manier naar kunst dan ‘getrainde kijkers’. De leerlingen houden mij ook
4
kunstzone.nl
juli 2013
iedereen bij het verhaal te betrekken. Er was vanuit de groep geen wil om mee te doen en ze waren dan ook voornamelijk met elkaar bezig. Op een goed moment kwam ik met de leerlingen in een zaal waar werk hangt van de impressionisten. In het midden van de zaal staat een grote bank waar de leerlingen massaal op af stoven. Ik vertelde hen over Monet en zijn werkwijze. Ik vroeg hen goed te kijken vanaf de bank waar ze zaten en daarna het werk van dichtbij te bekijken. De meest drukke leerling viel stil en bleef maar van veraf naar dichtbij lopen, omdat hij niet geloofde dat je van dichtbij niets kon herkennen in de verf, terwijl het van veraf toch heel precies leek.
cv pauline
Geboortedatum 22 maart 1989 Woonplaats Rotterdam Opleiding Docent BK&V Willem de Kooning Academie Beroep museumgids Werkplek: Museum Boijmans Van Beuningen en TENT Favoriete tv/film Big Fish van Tim Burton Favoriete muziek Feeling Favoriet boek Kafka op het strand van Maruki Murakami Favoriet gerecht lasagne met spinazie en salami Passies/ hobby’s Lezen en tekenen Onmisbaar ding: mijn fiets
scherp. Wat vind ik hier nou eigenlijk van? En klopt het wel zoals we het nu benaderen? Tijdens de rondleidingen valt op dat niet één groep hetzelfde is. Ondanks het niveau van een groep kun je van te voren nooit zeker weten met welke kennis of wil zij voor je staan. VWO-groepen kunnen misschien theoretisch meer aan, maar zijn vaak terughoudender. VMBO-groepen zijn vaak opener, eerlijker en ervaren directer waardoor het juist meer blijft hangen. Die gesprekken zijn altijd leuk en verhelderend. Ik had een rondleiding waarbij de leerlingen aan het puberen waren. Het lukte me niet om
De meest drukke leerling viel stil en bleef maar van veraf naar dichtbij lopen, omdat hij niet geloofde dat je van dichtbij niets kon herkennen in de verf, terwijl het van veraf toch heel precies leek. Met tegenzin ging hij mee naar de volgende zaal en aan het einde van de rondleiding maakte hij nog een opmerking over het schilderij van Monet. Dat een leerling zo gegrepen kan worden door een doek, vind ik fantastisch om te zien. Helaas zie ik de leerlingen maar eenmalig waardoor ik geen band met ze opbouw of kan werken aan een doorlopende leerlijn. Daarom zou ik in de toekomst graag werk willen waarbij je een vaste klas hebt. v
5
eurocultuur maak je opera eigen
eurocultuur maak je opera eigen
Cast van L’amour des trois oranges (De Nederlandse Opera).
L’amour des trois oranges (De Nederlandse Opera).
L’Amour des trois oranges
Maak je opera
eigen
Zingen over sinaasappels, Prokofjev spelen op basgitaar en achter de naaimachine voor een divajurk. Leerlingen van het Oostvaarders College in Almere maakten tijdens het project Maak je opera eigen onder leiding van De Nederlandse Opera (DNO) in drie maanden een voorstelling gebaseerd op L’amour des trois oranges van Prokofjev. // vo // AUTEUR: HANNE VAN DE VRIE //
I
n het project Maak je opera eigen zijn er twee belangrijke doelstellingen: maak je eígen opera én maak de kunstvorm eigen. In tien repetities (deels onder schooltijd, deels daarbuiten) maken CKV-leerlingen onder leiding van De Nederlandse Opera (DNO) een voorstelling van ruim een half uur. De leerlingen nemen deel aan de zang- en spelgroep, aan het orkest/de band, of aan de scenografiegroep die de kostuums en decors maakt. Samen maken ze een voorstelling die gebaseerd is op een opera die later in het seizoen door DNO wordt uitgevoerd. De leerlingen verdiepen
6
zich spelenderwijs in de muziek en het verhaal van de opera, waardoor zij zich verbinden met deze opera. In het project wordt veel aandacht besteed aan de eigen inbreng van leerlingen, het zogenaamde eigenaarschap. Bij leerlingen van de scenografiegroep is dit sterk aanwezig: het kostuum waarin hun medeleerlingen op het toneel staan, hebben ze zelf bedacht, getekend, uit stof geknipt, gespeld en genaaid. Om het eigenaarschap ook bij de zang- en spelgroep te vergroten, wordt gebruikgemaakt van Creative Music Making (CMM), een uit Groot-Brittanië overgewaaide
werkwijze om met leerlingen en groupe op een speelse en creatieve manier te componeren. Als de leerlingen na het spelen van hun eigen opera naar Het Muziektheater Amsterdam komen en de originele uitvoering zien, herkennen ze het verhaal en de muziek en horen ze hun eigen zinnen terug uit de mond van professionele solisten. De opera’s worden niet letterlijk nagespeeld. In het geval van L’amour de trois oranges hebben de regisseurs Renate Hagenouw en Joeri van Heijningen (Theatermakers in opleiding aan de
kunstzone.nl
Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten) het verhaal van de opera naar hun eigen hand gezet voor de leerlingen van het Oostvaarders College. In het origineel gaat een prins op zoek naar drie sinaasappels. De drie sinaasappels bleven, maar werden in de tot Sinaasappels omgedoopte bewerking gezocht door opstandige fabrieksarbeiders. Uit deze sinaasappels kwamen geen prinsessen zoals in het sprookje, maar fabrieksopzichters. Hoewel het sprookje grotendeels is losgelaten, werden thema’s uit het verhaal gebruikt voor een nieuw libretto. Bij een absurdistische sprookje hoort natuurlijk ook absurdistische muziek. Prokofjev leefde zich uit in dynamiek, ritmiek en grappige effecten. De opera bevat echter weinig muzikale thema’s die in je hoofd achterblijven en makkelijk na te fluiten zijn, behalve misschien de beroemde mars (zie www.youtube. com/watch?v=DsyBcthsZHw). Componist en muzikale duizendpoot Willem van Merwijk (onder andere Nederlands Blazers Ensemble) bewerkte deze mars op verschillende manieren en legde zo de muzikale basis voor Sinaasappels. Zo klonk op Prokofjev gebaseerde muziek op drumstel, twee piano’s, gitaar, basgitaar en electrische viool. In vijftien repetities vormde zich een solide band waarin leerlingen muzikanten werden onder muzikale leiding van MaNOj Kamps (dirigent). In
juli 2013
het begin letten de leerlingen nog niet op de dirigent, maar vlak voor de voorstelling klonk van verschillende leerlingen op het toneel: ‘Kan MaNOj niet hoger staan? Ik kan hem niet goed zien!’ Vocal coach Esther Linssen (tevens projectleider, beleidsmedewerker van Het Muziektheater Amsterdam) liet leerlingen uit hun comfortzone stappen en leerde ze uit volle borst te zingen. Het project maakte veel los bij de leerlingen: de een heeft de mogelijkheden van zijn stem ontdekt, kan plotseling volume maken en hoger zingen dan hij dacht. Een ander ontdekte hoe leuk ze drummen vond en ging op les. Weer een ander leerde van Teunis Ruiten (scenografist) hoe je achter de naaimachine je eigen ontwerp kunt omtoveren tot een prachtig kostuum. Jongeren verbinden zich, ieder op zijn eigen manier, met het project. Door te ervaren hoe het is om een opera te maken en uit te voeren, maken ze zich de kunstvorm eigen. Na vijftien repetities is het zover: de eerste voorstelling voor een publiek van medeleerlingen, ouders en docenten op school. De leerlingen van het Oostvaarders College staan vol enthousiasme op het podium! Een aantal dagen later spelen ze in de Doelenzaal in Amsterdam de voorstelling nogmaals voor belangstellenden en twee schoolklassen die een CKV-workshop rond de opera hebben
gehad. De leerlingen gaan ervoor en stralen na afloop van trots. In deze euforische stemming bezoeken ze dezelfde avond in Het Muziektheater Amsterdam de opera L’amour des trois oranges en kijken hun ogen uit. Wat de leerlingen daar zien en horen, herkennen ze: het is eigen geworden. Het project kan alleen tot een succes worden als het door de desbetreffende school wordt gedragen. De organisatorische taken zoals het regelen van de voorstelling op school, het eten bij verlengde repetities, maar ook de ondersteuning bij repetities en de interne communicatie worden uitgevoerd door een team van (CKV-)docenten. Op het Oostvaarders College in Almere heeft een zeer betrokken en enthousiast team meegewerkt en meegeleefd om samen met het team van De Nederlandse Opera en de leerlingen de voorstelling Sinaasappels tot een onvergetelijke ervaring te maken. Wilt u meer informatie over dit project, neem dan contact op met de afdeling Educatie en Participatie van Het Muziektheater Amsterdam door te mailen naar
[email protected]. v
7
eurocultuur eutropia
eurocultuur eutropia
1
2
EUtropia
250 Europese talenten, 9 landen, 1 eindperformance Grensverleggende stageplekken voor creatieve MBO-studenten Improviseren, repeteren en chillen met 250 jonge artiesten uit negen landen. Samen een multidisciplinaire show ontwikkelen die door Europa trekt en die op elke pleisterplaats beter wordt. En tenslotte schitteren in de eindperformance EUtropia in Tivoli in Utrecht. Studenten van de MBO-opleidingen Muzikant/producer en Dans van het Albeda College in Rotterdam maken het allemaal mee tijdens een unieke internationale stage. Dat is mogelijk door de structurele samenwerking tussen de school en talentontwikkelingsorganisatie Roots & Routes.
3
4
// mbo // aUTEUR: KAREN KLIJNHOUT EN JADE SCHIFF
O
p 14 april jongstleden beleefde het internationale Roots & Routes-project EUtropia haar finale in Utrecht. Tijdens de opening van de viering van Vrede van Utrecht 300 jaar gaven vijftig jonge artiesten uit negen Europese landen een multidisciplinaire performance, geïnspireerd op het verhaal van de Toren van Babel. EUtropia vertelde met dans, (live) muziek, visuals, gesproken woord en theater over de kunst van het samenleven. In een mix van de verschillende disciplines verbeeldden de jongeren de ontmoetingen tussen mensen die elkaar nog niet kennen, vol misverstanden en vooroordelen. De show was daarmee een metafoor voor het creatieve en sociale proces dat de jongeren zelf beleefden tijdens het maakproces. Dat proces startte met jongeren die verschillende talen spreken, met verschillende sociale, culturele en kunstzinnige achtergronden; jongeren die elkaar niet altijd direct begrepen en soms moesten wennen aan elkaars omgangsvormen en gewoontes. In een traject van samen leren en creëren werden onbegrip en verwondering omgezet in inspiratie. Zo ontstond de basis voor een dynamische, vernieuwende voorstelling waarin alle invloeden samensmelten tot één verhaal in een gezamenlijke artistieke taal. En ook achter het podium vormden de jongeren een hechte gemeenschap.
Een reizende creatieve community
EUtropia was de slotvoorstelling van een Europees uitwisselingsproject voor en door jonge artistieke talenten. Het project trok sinds 2011 door negen Europese landen en werd in elk land verder ontwik-
8
keld. Tijdens een vier maanden durend verblijf in Denemarken in 2011, maakten tien jonge makers uit heel Europa het concept voor de multidisciplinaire theatervoorstelling. In acht residenties (Denemarken, Servië, België, Duitsland, Italië, Hongarije, Frankrijk en Griekenland) werkten jonge artiesten met diverse culturele en artistieke achtergronden vervolgens verder aan de voorstelling. In elk land kregen jongeren workshops en masterclasses en ontwikkelden ze nieuwe input. In april kwamen in Utrecht jongeren uit alle landen voor het laatst bij elkaar voor de finale residency waar alle elementen uit eerdere shows met elkaar verbonden werden. In het creatieve proces werd veel ruimte gelaten voor individuele inbreng. Iedereen droeg vanuit zijn eigen creativiteit, skills en culturele achtergrond bij aan de ontwikkeling van een gemeenschappelijke, expressieve taal. Onder professionele, artistieke begeleiding en met wederzijds respect en begrip wisten de talenten zo een intrigerende en spectaculaire performance neer te zetten. In elke residency werden workshops met specifieke invalshoeken gegeven, die allemaal bijdroegen aan het artistieke proces en het eindproduct. Zo lag in Lille het accent op de kunst van improvisatie. De workshops werden er niet alleen gegeven door professionele dansers en muzikanten, maar ook door een clown. In Antwerpen werd in workshops met Slam Poetry performer Black Ice en actrice Dahlia Presse gefocust op teksten. Zo werden rap en poetry slam tot onderdeel
van de theatershow gemaakt. In Florence was extra aandacht voor visuele expressie; van lichtspel tot visuals die werden samengesteld uit beelden van voor het digitale tijdperk; tekeningen, schilderijen, en prints. Roots & Routes Agency
EUtropia was een project van de talentontwikkelingsorganisatie Roots & Routes. Roots & Routes scout, coacht en inspireert jongeren die talent hebben op het gebied van muziek, dans of media, en die de ambitie hebben om hier professioneel in te worden. In Nederland wordt samengewerkt met diverse festivals, podia en organisaties uit de educatieve en culturele sector.
‘En na deze enorm vermoeiende maar vooral ook enerverende en inspirerende weken, waren ze klaar voor een grenzeloze toekomst.’ Sinds 2004 organiseert de stichting ook activiteiten in het buitenland en inmiddels kent Roots & Routes International Association twaalf leden uit elf Europese landen. Gezamenlijk organiseren zij creatieve uitwisselingen tussen Europese jongeren, en ook tussen professionals die met jongeren werken. Bij de professionals ligt de nadruk op methodiekontwikkeling op het gebied van informeel leren,
kunstzone.nl
Afb.1: Miguel met andere dansers op het EUtropia-festival te Keulen. Foto: Wessely. - Afb.2: Richy op het Sziget-festival in Hongarije. Foto: Stephane ‘Stuggi’ Ragnit - Afb, 3: Bron onbekend. Afb.4: Miguel met andere dansers op het EUtropia-festival te Keulen. Foto: Wessely.
en het opleiden van peer coaches. Roots & Routes werkt daarbij nauw samen met partners uit de beroepspraktijk (podia, artiesten, choreografen, mediamakers) en ook met het onderwijs. De organisatie vormt zo een brug tussen talenten, onderwijs en beroepspraktijk. In Nederland is Albeda College een belangrijke partner. Jongeren die meedoen aan talentontwikkelingstrajecten van Roots & Routes, stromen regelmatig door naar de opleidingen muzikant/producer en dans van Albeda College. Sinds 2008 werken Roots & Routes en Albeda College ook samen bij het verbinden van de studenten met de arbeidsmarkt. Dat gebeurt via Roots & Routes Agency, een geregistreerd leerbedrijf voor MBO-opleidingen met als hoofdtaak het vinden, structureren en coördineren van stageplekken voor studenten van de MBO-opleidingen Muzikant/Producer en Dans om ze op die manier beter te begeleiden naar de
juli 2013
beroepspraktijk. Studenten kunnen op verschillende manieren stage lopen, bijvoorbeeld door het geven van optredens, studiowerkzaamheden, volgen van masterclasses, meewerken aan theaterproducties, , mede organiseren van evenementen en het geven van workshops. En ook het deelnemen aan internationale uitwisselingsprogramma’s ligt, met het internationale netwerk van Roots & Routes, binnen handbereik. Meeslepende apotheose in Utrecht
Zo kregen dansers Miguel en Evelyn en muzikant Richy de stage van hun leven. Miguel en Evelyn woonden EUtropiaworkshops bij in Griekenland en Frankrijk, en Miguel ook nog in Duitsland en Hongarije. Richy speelde mee in Servië, Duitsland en Hongarije. In de eindperformance in Utrecht ontmoetten zij verschillende medespelers uit die landen weer. Samen met nog meer MBO-studenten en met andere Europese talenten werkten zij van 5
t/m 14 april in Utrecht aan de finale van EUtropia. In negen intensieve dagen waarin ze samen aten, elkaar en de stad leerden kennen, en vooral veel repeteerden, werd het optreden in Tivoli voorbereid. Op 14 april lieten zij uiteindelijk samen zien dat interculturele ontmoeting naast bron van verwarring vooral ook een enorme bron is van creativiteit, energie en vriendschap. Voor de studenten van Albeda College bracht EUtropia een stage-ervaring van onschatbare waarde. Ze maakten het hele proces van het maken van een voorstelling mee; niet alleen de uitvoering, maar ook de vorming. Ze leerden samenwerken met artiesten met enorm veel verschillende achtergronden. Ze werden artistiek geïnspireerd door talenten met een enorme variëteit aan culturele invloeden en skills. En na deze enorm vermoeiende maar vooral ook enerverende en inspirerende weken, waren ze klaar voor een grenzeloze toekomst. v
9
eurocultuur buikdansen goed voor zelfvertrouwen
eurocultuur buikdansen goed voor zelfvertrouwen
teressen en later tempeldanseressen, die er in grote verfijning mythologische verhalen mee uitbeeldden. Met dansende bewegingen zou de Indiase vruchtbaarheidsgodin Sarasvati bijvoorbeeld de beweging van planeten en sterren aangeven. Zigeuners zouden de dans vervolgens meegebracht hebben uit India en het Perzische Rijk. ‘Er zijn veel ontwikkelingen geweest,’ vertelt Euson. ‘Ook deze dans gaat met de tijd mee. Ik gebruik vaak een combinatie van Egyptische, Turkse en Amerikaanse showdansstijl. Daarnaast zijn ook elementen uit ballet en bewegingstheater in mijn dans zichtbaar. Mijn oorsprong ligt in het bewegingstheater.’ Oriëntaalse dans kent veel aspecten. Buikdansen is er een van, maar ook folklore zoals Egyptische Saidi stokdans of de Turkse zigeunerdans 9/8 zijn daar een onderdeel van. Buikdansen zelf kent ook veel stijlen: Egyptische, Libanese, Turkse en meer. Als gevolg daarvan worden er veel verschillende kostuums gedragen. Zo zijn er kostuumstijlen ontstaan in Europa en de Verenigde Staten. Een duidelijk voorbeeld van de laatste is de Tribal Bellydance, waarvan de beginselen al dertig jaar geleden ontstonden. Er zijn ook vele stijlen van Fusion Bellydance. Dat zijn stijlen waarin elementen uit andere dansen, zoals de Indiase Bollywood-dans, zijn verwerkt. In Israël, in de badplaats Eilat, komen jaarlijks zo’n 950 dansers uit 30 landen bijeen voor het grootste buikdansfestival ter wereld.
‘In één les kun je natuurlijk geen goede danser worden,’ vertelt Euson. ‘Je hebt ongeveer een jaar nodig om alle spieren te ontwikkelen; veel bewegingen worden aangestuurd uit buikspieren, maar beweegplezier kan ik wel meegeven. Sommigen gaan verder na een eerste kennismaking. Zo zit in mijn groep, waarmee ik wel eens optreed, Iris Galesloot en dat is een oudleerling van mij. Heel veel dansdocenten komen uit Nederland en hebben het niet van huis uit meegekregen. Juist omdat het een heel persoonlijke dansvorm is, moet je zoeken naar de bewegingen die je figuur complementeren en je sterke kanten naar voren brengen. De beleving van de dans is belangrijk. Daarom is de dans ook zo geschikt als ontspanning en tegelijkertijd als conditietraining. Mensen met bijvoorbeeld chronische onderrugklachten, stijve schouders of nek hebben veel baat bij de dansoefeningen. De dans kan ook beoefend worden door elke vrouw ongeacht haar lengte, leeftijd of gewicht. Ieder figuur is het ideale figuur voor de Oriëntaalse dans.’ v
nieuwsgierig geworden? www.anadanst.nl www.buikdans.nl www.buikdans.startpagina.nl
VONKC zoekt bestuursleden
900
Ana Euson. Foto’s: Madeleine Sars
buikdansen VERSTERKT
zelfvertrouwen
Bij de buikdans, afkomstig uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika, ligt de nadruk op de heupen en het bekkengebied. De naam buikdans, een vertaling van bellydance, is dus eigenlijk niet goed en beter is te spreken van de Oriëntaalse dans, omdat het meer is dan buikdansen alleen. Dankzij een toenemende oriëntalisering in Europa krijgt deze dansvorm steeds meer aanhangers en een vaste plaats bij culturele dagen op scholen en bij culturele instellingen. // vo/mbo // AUTEUR: HENK LANGENHUIJSEN
‘M
aar er zijn nog altijd misverstanden’, stelt Ana Euson, geboren in Slovenië, voormalig geschiedenisdocent en sinds enkele jaren zelfstandig dansdocent in Eindhoven. ‘Sommigen denken dat het een erotische dans is, maar dat is het oorspronkelijk niet. Sterker nog: de vrouwen dansten alleen voor elkaar. De oefeningen waren vooral bedoeld als een voorbereiding op een voorspoedig herstel na een bevalling. Dankzij die spierbeheersing waren bevallingen niet zo zwaar. In de Arabische wereld dansen vrouwen nog steeds met elkaar als ze bij elkaar zijn voor een feestje. En op school doen ook jongens soms gewoon mee. Waarom niet?’ Euson: ‘Het is ook zeker niet de bedoeling dat leerlingen met
10
een ontblote buik aan een workshop deelnemen. Het gaat vooral om bewustwording van je houding, recht staan, bekken naar voren, knieën niet overtrekken, kin omhoog. Ik merk dat het goed is voor het zelfvertrouwen van jongeren. Door deze dansvorm leren ze ook hun lichaam kennen en ontwikkelen ze bepaalde spieren in combinatie met sierlijke bewegingen van de armen en handen. Hun lichaam wordt hun wapen om bewegingen uit te voeren. Geen maatje 36? Geen probleem, dan krijg je nog mooiere heupbewegingen. Het is een kunst om elk lichaamsdeel te isoleren en afzonderlijk of in combinatie met elkaar te kunnen bewegen.’
leden die in het beeldend onderwijs werken. 900 leden die zich vertegenwoordigd willen voelen bij belangrijke overlegsituaties over het beeldend- en kunstonderwijs. 900 leden die steun en advies willen bij vragen over arbeidsvoorwaarden. 900 leden die op de hoogte willen blijven van de laatste ontwikkelingen in hun vakgebied. 900 leden die zes keer per jaar het blad Kunstzone krijgen thuisbezorgd. 900 leden die informatie zoeken en vinden op www.vonkc.nl. 900 leden die via hun lidmaatschap van FvOv-CMHF vertegenwoordigd zijn in vakbondsoverleg over arbeidsvoorwaarden en lerarenregister.
W
e zijn trots op de positie die VONKC op dit moment inneemt. Maar het kan altijd beter. Daarin speelt het bestuur van VONKC een belangrijke rol.
Daar wordt de actualiteit besproken, plannen bedacht en uitgevoerd, leden ondersteund bij hun vragen, studiedagen georganiseerd, nieuwsbrieven samengesteld, contacten met andere organisaties onderhouden, de VONKC-financiën besproken en bewaakt, PR-beleid ontwikkeld en uitgevoerd.
Besturen is niet altijd makkelijk. Er moeten keuzes gemaakt worden. Je bent verantwoordelijk voor planning en financiën. Maar je leert er ook veel van. Je ontmoet andere mensen, bezoekt studiedagen, organiseert ledenbijeenkomsten, werkt mee aan de website, vertegenwoordigt VONKC in vergaderingen met andere organisaties. Je hebt invloed op beleid en standpunten van VONKC. Iets voor jou? We horen het graag. Mail naar
[email protected]. Doe iets met je capaciteiten en je enthousiasme voor het vak!
We zijn op zoek naar nieuwe bestuursleden die willen meehelpen om de positie van VONKC verder te versterken. Mensen die een visie hebben op de beeldende vakken. Mensen die het leuk vinden om in teamverband uitdagingen aan te gaan. Het is niet vrijblijvend. We willen graag op je kunnen rekenen. We vergaderen één avond in de zes weken in Amersfoort. Veel communicatie gaat digitaal. Je krijgt reiskostenvergoeding en 300 euro op jaarbasis.
De Oriëntaalse dans behoort tot de oudste dansen en is minstens 5000 jaar oud. Het zou teruggaan op de dans van pries-
kunstzone.nl
juli 2013
11
euRocultuuR BuitEngaats in nEdErland
euRocultuuR BuitEngaats in nEdErland
Landen Top Vijftig en een overzicht van sectoren. het levert al met al een prachtig plaatje op. WeRkteRRein
Veraart: ‘wij zelf doen niet echt iets met cultuureducatie. het zit niet in onze opdracht. Er zijn wel projecten die met educatie te maken hebben. dat moedigen we ook erg aan. Er is in dit nederland-ruslandjaar bijvoorbeeld een festival in sint petersburg over kinderen en opvoeding. ook is er een uitwisseling van studenten van de toneelacademie Maastricht met een school in sint petersburg. Maar eerlijkheidshalve valt cultuureducatie een beetje buiten de boot binnen onze organisatie. runderkamp beaamt dit: ‘Maar er gebeurt binnen het kunstvakonderwijs toch wel het nodige op het gebied van culturele uitwisselingen. Bij middelbare scholen misschien ook al wel, maar dat is voor ons helemaal lastig in kaart te brengen. waarom zou een middelbare school de moeite nemen om dat bij sica te melden?’
buitEngaats in
Nederland
judith Veraart en laurens runderkamp. Foto: thea Vuik
ofweL nederLAndse kUnst In het BUItenLAnd ‘Moeten we niet eens een jaar gaan wijden aan onze relatie met Nederland?’ dacht Dmitry Medvedev - destijds president van Rusland - hardop in bijzijn van onze voormalige premier Jan Peter Balkenende. Dit onderonsje vond in 2009 plaats tijdens de officiële opening van de Hermitage in Amsterdam, door hem uitgevoerd samen met koningin Beatrix. Het internationaal cultuurbeleid in Rusland is er sinds een aantal jaren sterk op gericht om bilaterale banden te versterken. Uiteindelijk is door president Poetin en koningin Beatrix op 8 april 2013 officieel het startsein gegeven voor een bilateraal jaar tussen Nederland en Rusland. Met als decor de tentoonstelling over tsaar Peter de Grote in de Hermitage aan de Amstel. auteuR: tHea vuik
SICA (Stichting Internationale Culturele Activiteiten) is door ons ministerie van Buitenlandse zaken gevraagd om het culturele gedeelte van dit nederlandruslandjaar te coördineren en dan specifiek de nederlandse programmering in rusland. sica heeft als organisatie die internationaal culturele samenwerking stimuleert en realiseert, behoorlijk wat ervaring op dit gebied. Voor het gehele culturele programma is als leidraad een artistiek kader geformuleerd. het kader bestaat uit drie thema’s: Vier de verschillen, Staatscultuur versus straatcultuur en Cultures of Energy. de door sica aangestelde artistiek leider sjeng scheijen geeft samen met een programmaraad - bestaande uit een groep experts van verschillende fondsen en sectorinstituten - vorm aan het culturele programma van nederland in rusland. zij bespreken ook alle projecten die binnenkomen. netWeRken
judith Veraart, werkzaam bij sica en projectleider van het nederland-ruslandjaar vertelt me dat er veel projecten zijn ingediend. ‘ze zijn via allerlei kanalen binnengestroomd: informatie-bijeenkomsten, de website, onze contacten. Maar ook het nederlands letterenfonds, Mondriaan Fonds, EYE Filminstituut, dutch
12
performing arts, het nieuwe instituut, Fonds podiumkunsten en de ambassades hebben voor aanwas gezorgd. Belangrijke spelers zitten bij ons aan tafel en iedereen verspreidt het ook weer. we hebben in de loop van de jaren een fijnmazig netwerk opgebouwd van mensen die werken in de culturele sector.’ BegeeFt sica ZicH op Zoveel teRReinen?
‘onze organisatie is er voor de brede culturele sector. Voor de diverse culturele sectoren bestaan er weer verschillende fondsen en instellingen. je hebt bijvoorbeeld het Bureau promotie podiumkunsten en die zijn er echt voor promotie van (internationale) podiumkunsten. wij fungeren meer als een verbindend raamwerk tussen dit veelvoud aan culturele fondsen. wij stemmen af en zorgen voor samenhang in een internationale culturele samenwerking door met die verschillende fondsen en verschillende organisaties aan tafel te zitten. de financiering op cultureel vlak ligt in nederland heel erg verspreid en door samen goede afspraken te maken - niet alleen voor dit nederlandruslandjaar, maar ook bij andere projecten - probeer je die effectiviteit van het internationale samenwerken te vergroten. wij produceren niet, maar zorgen dat er regie is. we laten de rest aan de projecten
hebben wij een aantal jaren veel in geïnvesteerd. het zelfbewustzijn van de kunstenaar is inmiddels sterk gegroeid. kunst is veel meer internationaal dan vroeger. de internationalisering heeft ook op dat terrein de laatste tien jaar een enorme vlucht genomen. En nederland is maar een klein landje: je moet als kunstenaar wel je markt verruimen!’ sica verzamelt al sinds de oprichting nederlandse culturele activiteiten die in het buitenland hebben plaatsgevonden. ze bundelen dat in Buitengaats, een database waarin ze al die gegevens uit alle kunstdisciplines verzamelt. Voor de samenstelling van Buitengaats werkt sica samen met een grote groep informanten, waaronder de sectorinstituten, de nederlandse ambassades en consulaten en heel veel culturele organisaties. ieder jaar maakt ze hiervan een algemeen overzicht , de zogeheten Buitengaatsanalyse. dit overzicht bevat onder andere een
sica kreeg de opdracht vanuit de ministeries om het culturele programma in rusland te coördineren en zij hebben die taak zo concreet mogelijk opgepakt. Veraart: ‘onafhankelijk van welke politieke boodschap dan ook. we hebben namelijk niet de opdracht gekregen om dingen aan de kaak te stellen. Maar vaak is een wat stroevere relatie een reden om met een bepaald land te gaan samenwerken. door zo’n bilateraal jaar leer je zo’n land beter kennen en kun je de tijd nemen om de wat lastige dingen uit te spreken.’ Vanaf juli begint het nederlandse gedeelte in rusland. tot november gaat het voornamelijk in sint petersburg en Moskou los. het jaar wordt afgesloten door een concert van het concertgebouworkest. daarna lopen er nog een aantal tentoonstellingen door. Misschien wel in de grote broer: de Hermitage aan de neva. v
zelf over. soms activeren we wel: ‘goh, is dat niet interessant voor jou?’ en zorgen we dat de juiste mensen bij elkaar komen. Maar we blijven afhankelijk van de kunstenaars die het moeten doen. van Helpdesk tot kennisinstituut
‘ruim 10 jaar geleden was er een groep uit het culturele veld die vond dat het nederlandse systeem niet zo geschikt was om effectief te zijn in het buitenland. het culturele landschap was toen (en is nog steeds) nogal verbrokkeld in allerlei disciplines.’ aan het woord is laurens runderkamp, werkzaam bij sica en projectleider van Nederland-Turkije 400 jaar in 2012, die inmiddels bij het gesprek is aangeschoven. ‘internationaal cultuurbeleid is een gedeeld beleid van het ministerie van ocw en het ministerie van Buitenlandse zaken. En zelfs het Ministerie van Economische zaken. aanvankelijk waren we een vereniging van een aantal grote culturele instellingen. de ministeries hebben dat vervolgens blijvend ondersteund, omdat ze gemerkt hebben dat ze daar hun voordeel mee kunnen doen. En nu zijn wij uitgegroeid tot een belangrijke schakel tussen die rijksoverheden. Veraart vult aan: ‘wij waren destijds een soort helpdesk voor Europa. wat zijn de praktische dingen waar een kunstenaar in het buitenland tegenaan kan lopen? daar
kUnstzone.nL
Filosofie in de onderbouw uit een enquête die in 2009 in het kader van het vakdossier filosofie is gehouden onder filosofiedocenten, werd zichtbaar dat er behoefte is aan meer richtlijnen, duidelijkheid en structuur voor het geven van het vak filosofie in de onderbouw. de uitkomsten van de enquête waren de aanleiding voor de Universiteit van Amsterdam, het 4e Gymnasium Amsterdam, de Vereniging van filosofiedocenten en de SLO om een voorbeeldleerplan voor filosofie in de onderbouw te ontwikkelen. dit voorbeeldleerplan is te gebruiken bij het formuleren van een leerplan voor de eigen school. als voorbeeld biedt het docenten richting en structuur bij het maken van hun eigen leerplankundige keuzes voor het
JULI 2013
formuleren van een visie op filosofie in de onderbouw, het bepalen en formuleren van leerdoelen en leerinhouden en het uitvoeren van leeractiviteiten. Via www.slo.nl/organisatie/recentepublicaties/filosofieonderbouw kunnen docenten direct de pdf Voorbeeldleerplan filosofie in de onderbouw van de slo-site downloaden.
13
eurocultuur celebrating differences
eurocultuur celebrating differences
celebrating differences Aim
To get as close as possible to the feel, the soul, the essence of other cultures and to communicate this experience to a public using art as a vehicle.
• • •
pictures, etcetera. Use one hour to make a presentation. Use fellow students from other cultural backgrounds. Consult possible exchange partners to obtain information (Skype).
Results
Process: Brainstorm, sketches, gathered information material. A student presentation. A logged, individual or group process aimed at creating an effectively communicated product to convey the soul of your chosen festival. A product which conveys the soul of the chosen festival, exhibition and evaluation. Research should be done on two levels:
• •
Content: An actual survey of foreign, cultural festivals. Which differences or similarities with Dutch events can be observed? Form: Which is the best way to show the essence of these celebrations in 2D, 3D or 4D (AV)?
Starting point
Students are aware of other cultures, are capable/proficient in using elements and principals of art at a level appropriate to their age group and are open to coaching. There might be constraints due to local circumstances.
Bron: Stock.XCHNG (www.sxc.hu)
Age level and competences
celebrating differences
Students TTO 3-VWO are used to work in a divergent process setting. Brainstorming - researching- collecting (visual) information - processing and experimenting with this information finding their own optimal solution to the question asked in the theme. Students are competent/proficient in visual arts or are capable of acquiring these competences at short notice.
Ever wondered what it’s like to celebrate an important festival in another country? This is your chance to find out. This project involves the whole world, so it also includes Europe. In this project you will be asked to research festivals and celebrations all over the world and find out what’s so unique and special about them. Your challenge is not only to find it out, but also to convey this to us, your public. // vo // AUTHOR: RUUD VAN DER MEER
TTO en Worldschool
Veel scholen in Nederland richten zich met hun TTO op Europa en daarbuiten. Dit is een voorbeeld van een lessenserie die leerlingen de mogelijkheid biedt verder te kijken en eventueel zelfs uit te wisselen. Deze opdracht loopt in het kader van het Worldschool Yes!-project: www. worldschool.nl > Projects > Yes! > Website > Over YES! > Klik hier voor de brochure 2013.
14
MATERIAL AND TECHNIQUEs
Open. Process/time-frame
Lesson 1-4 Lesson 1: Introduction of the theme. First brainstorming session in groups to disseminate the scope of the theme question. Make groups (two to four persons) - decide on continent and/or country - find at least three festivals which might be of interest.
Y
our task will consist of doing research in a group, presenting your findings, experimenting with material and techniques to communicate effectively the essence, ‘soul’ of this festival to your audience, reporting your findings in an evaluation.
Lesson 2: Find information in text, pictures and video on all three of these festivals. Lesson 3-4: Make a presentation and make clear which of the three is your choice. Present this to the group. Address which of these festivals can be observed in the Netherlands.
Please read the timetable and follow the steps carefully. Make use of the advice of your classmates and teacher. You have a free choice in terms of the techniques you can use, however colour must be involved. If you decide to continue this project as a group, you should have a compelling argument for this in order to convince your teacher, not simply because it’s fun to do. Stick to the planning! v
Suggestions: • Various other subjects could step in to support. • Use one hour to find solid information, YouTube-clips,
kunstzone.nl
juli 2013
Lesson 5-8 Lesson 5: Generating ideas. Work in groups. Start a brainstorm. Focus on what makes this festival or celebration so special. What is celebrated, how? Special attributes, costumes, colours, etcetera? Use not only words but also quick, small sketches. Lesson 6: Making choices and writing down. Do you wish to continue by yourself or as a group? Find good arguments. Decide on the kind of product you are going to make. Write a short description: Which festival is going to be my subject? What do you think is the key feeling these people have celebrating this feast? Pick the one you feel closest to. Which part of this festival shows the essence of it (pick a peak moment)? What is to be seen in your project (location, time of day, number of persons/animals, background, point of view, light situation and…)? Ask yourself: What is the best way of showing the essence of the moment? Leave out the unnecessary. Start making at least four sketches. Keep an eye on your notes. Considering all, choose the best. Think of a material and technique. Ask your classmates or teacher for advice. Don’t you know how to draw things? Use collected picture material, trace, paste, use a data-projector and more. Be inventive. Lesson 7-8: Getting dirty. Testing material and technique. Enlarge your sketch to a good size, fitting it to your intended material and technique. Trace it so you have two copies. Experiment with your choice of material on one copy, keep the other safe. Determine your material and technique of choice. Sometimes this testing will give you special effects for free. Keep an eye out for these and use them. Period 9-12 Finish your project. While working, have a change of heart, want to change approach or…? Please go for it, but always seek advice. Keep an eye on your time planning. (Is your change feasible?) Evaluation
Address the following questions: • What was your experience of this project , interesting, boring, challenging or…? Elaborate! • What have you learned about ‘How different is the other culture?’ • What effect does this cultural event have on Dutch society? • Does your project reflect the soul of this festival? • How should your project be exhibited? • What went well and what should have gone better? Presentation consideration
How should your project be presented? Any special effects?
15
eurocultuur waarvan leeft de mens?
eurocultuur waarvan leeft de mens?
Russische sfeer, de toendra, een graanveld, dat vind ik een geweldig beeld. Maar ook een slee op weg naar St. Petersburg vind ik geweldig. Het relativerende Russische is ook prettig, alles gaat voorbij.’ Van alle Russische schrijvers is Toergenjev toch wel Steehouwers favoriet, en dan het boek Rook vanwege het schaven aan de vorm: ‘Toergenjev publiceerde al twintig jaar voor Tolstoi kwam. Het is strak geschreven, eigenlijk proza, maar met de kwaliteit van een strak gedicht. Op het eind houdt alles op, alles wordt licht en stof, zonder dat je er verdrietig van wordt.’ Jeroen Steehouwer. Foto: Robin Schouten
H
et plan was dat er een hele reeks zou komen. Het is gebleven bij dit ene boekje. Waarom Tolstoi? En waarom zoiets groots als Russische literatuur in stripvorm gieten? Inmiddels is het genre literaire strip wel bekend en zijn De Avonden, Kort Amerikaans en Kaas in stripvorm te vinden. Ook bestaan er strips over grote culturele figuren zoals Rembrandt en Vincent van Gogh. Dat strip als medium haar weg heeft gevonden voor het overbrengen van kennis, kunnen we zien bij Het leven van Anne Frank en de Terugkeer, waarbij strip ingezet wordt om verschillende invalshoeken in de geschiedenis te belichten. Op het moment dat Waarvan leeft de mens? uitkwam, was strip als medium niet zo vanzelfsprekend, de stripwereld stortte zo’n beetje in elkaar: het laatste wekelijkse strip-tijdschrift in Nederland was net van de markt verdwenen. Strip leek zijn beste tijd gehad te hebben. Als achttienjarige heeft Steehouwer geprobeerd Tolstoi te lezen, maar kwam er toen niet echt doorheen: ‘De zwaarte zit in de bedoeling, in het gewicht ervan. Die mensen waren best serieus over het leven! Tachtig procent leefde onder de armoede-grens. Daarna kwamen de twee grote wereldoorlogen. Dertig jaar daarvoor had Tolstoi aangekondigd Tolstoi dat er iets verschrikkelijks ging gebeuren. Het was krankzinnig onrechtvaardig, dus die intelligentsia die had het nakijken, die ging op zoek naar antwoorden, ook voor de lezer. Tegenwoordig weten we dat er niet echt grote problemen zijn, dus alles wordt gerelativeerd. In die tijd ging het echt heel slecht en de oplossing kon niet enkel van economische aard zijn. Zaken zoals het geweten en het hart volgen, grote mensenliefde, dat vinden we tegenwoordig heel zwaar.’
Met de klok mee: Afbeelding van pagina 9 uit Waarvan leeft de mens? Pagina 14 uit Waarvan leeft de mens? Afbeeldingen van pagina 40 uit Waarvan leeft de mens? Omslag van Waarvan leeft de mens?
Klein doen wat Tolstoj in het groot deed
waarvan leeft de mens? ‘Het had een lief klein boekje mogen worden, dat je voor een prikkie koopt in een kiosk op het station, cadeau doet en dan wordt stukgelezen, de bladzijden na verloop van tijd rafelig,’ zegt maker Jeroen Steehouwer over zijn werk Waarvan leeft de mens?, een stripboek gebaseerd op sprookjes van Tolstoi.
Voor Jeroen Steehouwer markeert de tijd waarin hij zijn stripboek Waarvan leeft de mens? maakte als een periode waarin hijzelf behoefte had aan antwoorden en
// AUTEUR: TAMARA KHO
16
kunstzone.nl
juli 2013
op zoek was naar een soort filosofie waar het leven over ging, op zoek naar een gemeenschapszin met mensen die je zelf uitkiest. Alleen kwam hij erachter dat niet iedereen dezelfde ideeën deelt, dat niet zozeer belangrijk is wat anderen denken, maar wat hijzelf belangrijk vindt. ‘Tolstoi maakt dat gegeven heel groot. Je wordt heel gelukkig wanneer je jezelf vindt en dat uitdraagt.’
‘...ik kan echt ademen als ik Tolstoi lees, dan kom ik helemaal tot mezelf.’ Wat vond je bij Tolstoi en in de Russische literatuur? ‘Er valt moeilijk iets te zeggen over de Russische literatuur zonder te vervallen in clichés, maar er is iets heel typerend in de Russische literatuur. Het zal iets met de grootsheid te maken hebben, het besef onderdeel te maken van een heel groot gebied, die wijsheid leeft in hen. Ik denk dat dat een verantwoordelijkheidsgevoel geeft, om die ruimte mee te nemen; het is fijn, ik kan echt ademen als ik Tolstoi lees, dan kom ik helemaal tot mezelf.’ Steehouwer leest sinds vijf jaar geen Russische literatuur meer, omdat hij alles - om preciezer te zijn - alles van de negentiende eeuwse Russische literatuur heeft gelezen: ‘Het gegeven dat God bestaat, daar werd toen niet moeilijk over gedaan. Elk personage gelooft in God, of wordt er door aangesproken. Dat vind ik heel prettig, moderne literatuur vind ik benauwend. De Russische volksaard, de mensen hebben een gelovige aard, maar op een andere manier dan bij ons, een heel ruime vorm, ruimhartig, warm maar wel een beetje zwaar, dingen gebeuren nooit zomaar... Maar ik hou ook gewoon heel erg van de
Over dat schaven in de vorm geeft hij aan: ‘Wanneer je schrijft, kom je in een flow en laat je het gebeuren. Ik vind het belangrijk om daarna toch weer een nieuwe fase in te gaan, om te zorgen dat tekst en vorm toch weer helemaal klikken met wat je in eerste instantie wilde vertellen. Dat inhoud en vorm dicht op elkaar komen en dat alles bijdraagt aan die eerste intentie. Ik was toen zelf heel streng op de vorm.’ Steehouwer was in zijn werk op zoek naar de aard van zijn tekeningen. De tekeningen mochten niet glad zijn. Het moest echt zijn, waarachtig waar zijn. De lijn die je ziet, de waarde ervan ontstaat door de intentie van de maker. Om die reden is Steehouwer gaan kijken naar de begintijd van de stripgeschiedenis, eind negentiende en begin twintigste eeuw, naar Herriman. Steehouwer vond dat die strips dezelfde vibe hadden als de bedoeling in de verhalen van Tolstoi: te leren waar het leven over gaat. Strip had in die tijd ook die educatieve functie, maar daarnaast entertainde het ook! ‘Strips uit die tijd waren wonderlijk.’ Tolstoi zelf heeft groot deel van zijn leven gewijd aan educatie. Hij is naar Duitsland afgereisd om onderzoek te doen naar het meest moderne onderwijs. Hij is lang met onderwijs bezig geweest en geloofde dat de mens door educatie zichzelf kon bevrijden. Dus eerst is het zaak om de mens zelfverzorgend te maken, je moet ze leren lezen. Tolstoi kwam toen volksverhalen tegen, typische Russische streekverhalen. De verhalen zijn op zich heel bekend. Er zijn verschillende versies van. Tolstoi heeft ze opgeschreven, maar de andere versies en zijn verhalen lijken heel erg op elkaar. Tolstoi vond die verhalen zo goed, omdat ze de taal en symbolen van de mensen spraken. Sprookjes hebben dat doel om informatie, waarde achter de dingen te laten zien, waarde van het leven te laten zien. Toen Steehouwer opnieuw Tolstoi aan het lezen was, stuitte hij op diens volksverhalen, boeken uit de jaren zeventig met alleen maar sprookjes. Hij zag het en dacht direct: ‘Dit is zo geschikt voor strip! Veel eenvoudiger en veel helderder zat die
17
euRocultuuR waarVan lEEFt dE MEns?
levensfilosofie erin. toen werd het simpel. tolstoi wordt gezien als moeilijk. het zit in de hoek van diep en belangrijk. daardoor is veel niet bekend en komt het niet tot de mensen. tegelijkertijd zag ik er ook gewoon een donald duck-verhaal in!’ Is het project geslaagd? Waarvan leeft de mens? kent drie vertellingen. ‘zo’n eerste verhaaltje, dat gaat over hoe het kwaad in de wereld komt. het is zo simpel dat je er eigenlijk hard om moet lachen! je kunt toneelstukken maken, stichtelijke verhaaltjes. ik vond dat strip in essentie daarin het best in is, dat de klassieke stripvorm het best communiceert.’ de samenkomst van tekst en beeld vond steehouwer de perfecte symbiose voor het hart: ‘ alleen tekst dient de mentale kant, alleen beeld heeft een handeling nodig, of een vertelling om binnen te komen. de vertelling is een smeermiddel om naar beeld te kijken. ik denk dat er maar weinig mensen zijn die een uur naar een tekening kijken. Mijn idee was dat strip een soort supermedium is. strip was het waarachtige medium, het enige eigenlijk. het heeft lang geduurd eer ik door had dat de meeste mensen strip zien om te lachen.
hij zou niet snel nogmaals verhalen van tolstoi gaan ‘verstrippen’. ‘waarom andermans verhalen vertellen dan liever zijn eigen verhaal. hij heeft lang rond gelopen met het idee Geluk is (g)een vrouw! Maar dan lees je het en kom je erachter dat het ironisch bedoeld is. wel een interessant boek, want anders dan doorgaans in een hoofdthema is, dat iemand het geluk vindt en dat het niet ophoudt! dat is eigenlijk dezelfde doelstelling als tolstoi in de laatste veertig jaar heeft gedaan, maar dan in het klein wat hij in het groot heeft geprobeerd: een allesomvattend idee over hoe de mens geluk kan ontwikkelen... oveR taal, tekst en Beeld in ondeRWiJs
op de vraag hoe zijn werk te gebruiken in het onderwijs, komt de wedervraag ‘zijn strip of strip in algemene zin?’ over zijn strip zegt hij dat het boek gewoon in de boekenkast ligt tussen andere leesboeken. het oogt als een strip, je denkt een stripje te lezen, maar of ondertussen lees je tolstoi. onderwijs is verder zo tekstgericht. taal en tekstbegrip schijnen enerzijds dramatisch te zijn, en daarop ligt de huidige focus in het onderwijs. tegelijkertijd leven we in
een beeldcultuur. Maar hoe lees je beeld? daarover stellen we ons geen vragen. dat een beeld ook een maker heeft, en dat de maker gedachten heeft, dat lijkt steehouwer ook heel belangrijk. Beeld is sterker, niemand is gewapend, in de zin van reflectief kijken naar beeld. als steehouwer iets zou doen met strip in het onderwijs, dan zou het toch klassiek worden, kinderen leren hoe je een verhaal kunt maken. gewoon kader, tekstballon, poppetje en anekdote laten vertellen. concRete tips en tRucs?
hou het simpel, leuk. Begin gewoon, ontwerp je eigen strippoppetje of begin met een harkpoppetje. laat leerlingen bijvoorbeeld hun dag vertellen. hou het speels. speels en onderwijs…? hou het leuk!!!
dEbat oVErbrugt
euRocultuuR dEBat oVErBrugt EuropEzE grEnzEn
EUropEsE GrEnZEn Een tijdje terug in de Rode Hoed in Amsterdam, bij een debat voor en door jongeren uit diverse Europese landen, viel mij op hoe ontspannen de sfeer was en hoe tegelijkertijd de aanwezigen zeer welbespraakt en doordacht hun visie gaven over het democratische gehalte van Europa en de vraag hoe jongeren meer betrokken kunnen worden bij de politieke besluitvorming. Een beetje elitair misschien, maar toch. // vo/ mBo // auteuR: Henk langenHuiJsen
Jeroen Steehouwer is stripmaker en als illustrator gespecialiseerd in educatie. Hij werkt samen met Frans Leenheer bij StunieuWsgieRig geWoRden? • • •
www.jeroensteehouwer.nl www.steehouwerenleenheer.nl www.lambiek.net/aanvang/steehouwer_jeroen.htm
jongeren van kras kiel antwerpen debatteren mee in debat in de Buurt in antwerpen.
18
kUnstzone.nL
JULI 2013
19
krassen
eurocultuur debat overbrugt europeze grenzen
1
2
Kra ssen
3
‘To be a teacher is my greatest work of art.’ naar citaat van Joseph Beuys
Afb. 1: Finale IDEA-project, Debate@Europe in de Rode Hoed te Amsterdam. - Afb. 2: Debate@Europe-debat over minderheden in Europa. Afb. 3: IDEA stimuleert jongeren om hun mening te geven en actief te participeren. Foto’s: Ton Sonneveldt
H
et was zaterdagmiddag en de verleidingen van de stad lagen om de hoek. De bijeenkomst werd georganiseerd door de Nederlandse tak van IDEA (International Debate Education Association) en was onderdeel van Debate@Europe, een educatief debatproject voor jongeren uit Europa. Het is een van de genomineerde projecten voor de Europese Karel de Grote-prijs voor jongeren, die als doel heeft de ontwikkeling van Europees bewustzijn bij jonge mensen aan te moedigen en hun deelname aan Europese integratieprojecten te bevorderen. Deze prijs wordt elk jaar in mei uitgereikt door het Europees Parlement en de Stichting Internationale Karel de Grote-prijs Aken. Het beste project wordt beloond met een prijs van 5000 euro. Daarnaast is er een tweede en derde prijs. Het debat is populair, zo blijkt bij nadere bestudering van andere projecten, waarbij vooral ook in het oog springt dat er zoveel is. Kennelijk vinden velen het belangrijk dat jongeren met Europa bezig zijn en het ‘grenzenloze samenzijn’ niet als een last maar als een lust ervaren. Europa wankelt, maar de jeugd biedt hoop. Allerlei initiatieven worden links en rechts financieel ondersteund. Het is lastig om een goed overzicht te krijgen en de waarde van alle projecten goed in te schatten. Soms gaat een debat samen met andere activiteiten die jongeren moeten aanspreken, zoals sport en film. Ook sociaal-maatschappelijke vraagstukken krijgen nu en dan een plaats, zoals bij Wij(k) in Verandering. Opvallend weinig podiumkunsten krijgen een rol, terwijl dans, theater en muziek toch bij uitstek goede mogelijkheden zijn om elkaar te vinden en culturele verschillen zichtbaar en bespreekbaar te maken. Van de twaalf ingezonden Nederlandse projecten verkreeg het project On the EU Road eveneens een
20
nominatie. Dit filmproject wil uitvinden of de Europese burger bestaat en hoe de voor- en tegenstanders over Europa denken. Door van Nederland naar Bulgarije te reizen, en onderweg Europeanen te interviewen, hopen de documentairemakers de kijkers een inzicht te geven in wat Europa in de verschillende landen betekent. Het project is een initiatief van Asen Panov en Kristin Zlatanova van de Roosevelt Academy, een internationale ‘university college’ van de Universiteit Utrecht in Middelburg.
‘De programma’s leerden jongeren een nieuwe manier van politieke interactie, waarbij verschillende meningen naast elkaar konden bestaan ...’ Debate@Europe is door Roemenië genomineerd, maar waarom juist door dit land is mij niet duidelijk. Het is een educatief project voor jongeren, dat vorig jaar is begonnen en onlangs is afgerond en stelde jongeren uit zes Europese landen - Macedonië, Estland, Slowakije, Roemenië, Nederland en het Verenigd Koninkrijk - in staat met elkaar te debatteren, zowel online als offline. Dat leverde soms technische obstakels op, maar ook ruim 100 winnaars die werden uitgenodigd om deel te nemen aan de finale EUconferentie in Amsterdam om met elkaar te praten over Europese vraagstukken als opkomend populisme, democratie
en mensenrechten van minderheden. Het komt voort uit IDEA, een internationale organisatie die in 1999 is ontstaan uit de vele debatprogramma’s en -toernooien die het Open Society Institute (OSI) in voormalige communistische landen in Europa heeft opgezet in de jaren negentig. De programma’s leerden jongeren een nieuwe manier van politieke interactie, waarbij verschillende meningen naast elkaar konden bestaan en met respect konden worden uitgewisseld. Vijftien landen, ook nietEuropese landen, zijn daarbij aangesloten. IDEA NL, gevestigd in Amsterdam in het gebouw van de Rode Hoed, bestaat sinds 2006 en organiseert activiteiten, zoals debattrainingen en debatbijeenkomsten en participeert in internationale programma’s voor jongeren. De activiteiten zijn in drie groepen te verdelen: debat in de buurt, debat op scholen en debat op de universiteit. Naast het organiseren van trainingen en evenementen voor jongeren, ondersteunt IDEA docenten en jongerenwerkers die debattrainingen geven. Op de website vind je meer informatie onder het kopje debatteren en vind je voorbeelden van Engelstalige debatten in de Debatabase. Het grootste en oudste evenement voor scholieren is het internationale Youth Forum. Dit vindt iedere zomer plaats in een ander land en brengt scholieren uit veertig tot vijftig landen samen. Soms wordt samengewerkt met andere instanties, zoals bij de internationale debattenserie Debate changing Europe, waarbij ook Youth in Action in beeld komt. Onlangs in Leiden deden maar liefst 53 teams mee, onder andere uit Zweden, Frankrijk, Servië en Oostenrijk. De winnaars, Caspar Jacobs van het Barlaeus Gymnasium uit Amsterdam, en Micha Beekman van de Amsterdamse Studenten Debat Vereniging Bonaparte krijgen de mogelijkheid om mee te doen aan een Europees eind-
kunstzone.nl
evenement in juni, waarin zij meer zullen leren over hoe Europese beleidsvorming tot stand komt en hoe zij die kunnen beïnvloeden. Youth in Action geeft subsidie en ondersteuning aan diverse Europese projecten voor jongeren en wordt uitgevoerd door de afdeling Internationaal van het Nederlands Jeugdinstituut. De organisatie is ook verbonden met Salto-youth. Voor niet ingewijden is het een beetje schimmig netwerk, wat leidt tot de vraag of het geld niet beter direct naar de scholen kan gaan, maar vooralsnog is er het voordeel van de twijfel, omdat het grote netwerk in diverse landen interessante uitwisselingen teweegbrengt. Een ander samenwerkingsproject tussen IDEA NL en Youth in Action is Wij(k) in verandering, waarbij jongeren uit vier verschillende wijken een concrete, zelfgekozen verandering in hun eigen wijk proberen te bewerkstelligen. Hierin participeren jongeren uit Amsterdam, Antwerpen en Brussel. Ze wisselen ervaringen uit en proberen op te komen voor de door hen gewenste veranderingen. Uitwisseling en debat zijn ook hierbij de sleutelwoorden. De jongeren uit Antwerpen willen zich inzetten om betere samenwerking te krijgen met de politie in de wijk. Ze willen ambassadeurs worden voor vrede in de wijk. De jongeren uit de Diamantbuurt in Amsterdam willen een sportveldje voor de deur van het buurthuis organiseren om een veiliger speelplek te maken en de jongeren uit Brussel willen discriminatie in het onderwijs tegengaan. Ook hier verliep niet alles vlekkeloos, maar met 60 jongeren uit zogenaamde ‘aandachtswijken’ valt dat ook niet mee. Het delen van ervaringen, bewustwording van het feit dat je zelf onderdeel van een cultuur bent en dat je verandering tot stand kunt brengen door samen iets aan te pakken, is wel een mooi streven dat zeker iets oplevert. Misschien geen concreet speelveld, maar wel een groter speelveld in abstracte zin.v
In Dubai realiseerde ik me voor het eerst dat Europa er niet meer toe doet. Ik dronk koffie bij Starbucks en keek toe hoe een Pakistani met een Swiffer de glimmende marmeren vloer nog blinkender maakte. Wat een wonderlijke mix van culturen en ideologieën. Het kapitalisme is in zijn volle glorie aanwezig, schaamtelozer en bombastischer dan in Europa. Het woestijnstaatje Dubai ligt tussen Iran en Saoedi-Arabië. Rijk geworden door de olie, maar er allang niet meer van afhankelijk. De Islam is er de staatsgodsdienst. Overal hangen instructies dat er niet gezoend mag worden en bedekte kleding is bij wet vastgelegd. De bevolking is relatief klein ten opzichte van de gastarbeiders en de expats, maar krijgt voorrang in de zeer goed verdienende publieke sector. De gastarbeiders zijn voornamelijk Indiërs, Pakistani, Filipijnen en Afrikanen. En de rijke Russen en Chinezen? Die komen hier graag hun geld uitgeven. Europeanen zijn beperkt tot een paar expats, overduidelijk in de minderheid. Niet alleen als inwoner, maar vooral als cultuur en ideologie. Kunst speelt hier alleen een rol als statussymbool. Verder is er veel opzichtig, overigens wel perfect uitgevoerd, decoratief design. Is dit de toekomst? Is Europa globaal uitgespeeld? Is Europa een groot bureaucratisch museum geworden? Volgens journalisten Sander Pleij en Leo Prick is Bildung de oplossing. Onder Bildung wordt verstaan: ontwikkelen van karakter, een kritische geest, zelfredzaamheid en relativeringsvermogen. ‘Tegen horden Chinese, Koreaanse en Indiase nerds die er al zijn en - meer nog - er aan staan te komen, kunnen wij nooit op.’ en ‘Zonder Bildung geen Europa. Daarom moeten we aan die Bildung gaan werken, dan volgt de economie.’ De Teldersstichting, het wetenschappelijk onderzoeksbureau van de VVD, pleitte voor profilering van Europa door de herinvoering van eigentijdse Bildung, uitgebreid met vaardigheden die aansluiten bij de 21e eeuw zoals onder andere creativiteit. Zij schetste een wereld van morgen die vraagt om burgers die beschikken over creatieve en kritische denkvaardigheden alsmede sociale en culturele vaardigheden. Europa kan meespelen in de internationale economie als we cultuureducatie een centrale plek geven. Een uitdagende gedachte: dit stoffige museum, vol kunst en cultuur, zal de redding van de economie zijn. Tenminste, als het Europese onderwijs zich er in volle glorie mee gaat profileren: schaamteloos en bombastisch.
Mirjam
nieuwsgierig geworden? • • • • • •
http://idebate.org http://nl.idebate.org http://europe.idebate.org www.youthinaction.nl www.salto-youth.net www.ontheeuroad.com
juli 2013
Mirjam van Tilburg is hogeschooldocent en coördinator bij Willem de Kooning Academie / Opleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving.
21
digizone
eurocultuur excellentie door profilering
excellentie door profilering in het VO
rapport gepubliceerd met een overzicht van de kwaliteitszorg die elke organisatie hanteert voor de aangesloten scholen. De VCPS en het Europees Platform hopen dat deze publicatie, waar alle genoemde profielen een belangrijke bijdrage aan hebben geleverd, bijdraagt aan professionalisering van de aanpak van de profielorganisaties en de betrokken scholen, en daarmee excellentie en talentontwikkeling een blijvende plaats te geven in ons onderwijs. v
De vorige minister van OCW Marja van Bijsterveldt heeft in Nederland de discussie over excellentie in het onderwijs opnieuw aangezwengeld. Hiertoe heeft ze binnen het School aan Zet-programma onder andere ruimte gemaakt voor excellentie van leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs. Deze hernieuwde aandacht voor excellentie sluit goed aan bij de activiteiten van landelijke organisaties die zich richten op talentontwikkeling van leerlingen op uiteenlopende terreinen zoals cultuur, tweetalig onderwijs, wetenschapsoriëntatie, hoogbegaafdheid, technologie, bèta-vakken en topsport.
Uit een interne verkenning van het Europees Platform - internationaliseren in onderwijs over excellentie van september 2011, blijkt dat er drie elementen zijn die samen excellentie of hoogbegaafdheid bepalen: • hoge intellectuele vermogens; • creatief denkvermogen; • doorzettingsvermogen of taakgerichtheid. Deze drie bouwstenen kunnen op heel uiteenlopende terreinen tot uitdrukking komen: • muzikaal; • lichamelijk-kinetisch (sport, dans); • verbaal; • logisch-wiskundig; • ruimtelijk; • sociaal; • persoonlijk; • existentieel/spiritueel. Deze terreinen kunnen worden samengevoegd tot vier begaafdheidsgebieden: • sociale competenties; • psychomotorische vaardigheden; • muzikaal-artistieke vaardigheden; • creativiteit. Echte hoogbegaafdheid doet zich voor bij leerlingen die op tenminste drie van deze vier gebieden excellent presteren. Wat excellente leerlingen onderscheidt van anderen, is dat zij een bewuste betekenisgerichte leerstrategie hanteren die hen in staat stelt uit te stijgen boven het gemiddelde niveau. Daarnaast blijkt uit PISA-onderzoek dat leerlingen met een goed ontwikkelde leesvaardigheid en belezenheid aanmerkelijk betere leerstrategieën hanteren en beter presteren. Samenvattend: excellentie is geen vaststaande algemene eigenschap, maar een complex geheel van verschillende persoonlijke kwaliteiten, dat mede beïnvloed wordt door andere (persoonlijke en externe) factoren. Bovendien komt het vaak op een of meerdere gebieden tot uitdrukking in de vorm van intellectuele, sportieve, sociale, creatieve of technische prestaties. Ruimte voor excellentie: profilering
Steeds meer scholen nemen de ruimte om onderwijs te bieden dat beter aansluit bij jongeren met bijzondere talenten. Een manier om dat in de praktijk te brengen is door te profileren op een bepaald begaafdheidsterrein zoals vreemde talen, cultuur, bèta/techniek of sport. Hierdoor stellen ze leerlingen die op dit terrein ‘meer in huis hebben’ in staat om zich daarin verder te ontwikkelen. Leerlingen met vergelijkbare interesse of begaafd-
22
heid treffen elkaar op profielscholen en kunnen elkaar uitdagen en stimuleren, waardoor hun talentontwikkeling wordt bevorderd. Docenten die op dergelijke profielscholen werken kunnen zich extra toeleggen op hun vakgebied, meer uit leerlingen halen, en leerlingen aanspreken op hun motivatie voor deze school. De meeste (groepen van) profielscholen hanteren een duidelijke standaard voor de toekenning van het profiel en maken gebruik van specifieke lerarentrainingen, audits en kwaliteitszorginstrumenten om de kwaliteit te bewaken. De profielorganisaties zijn van mening dat excellentie niet alleen iets is voor hoogbegaafde en VWO-leerlingen: leerlingen op alle niveaus moeten worden uitgedaagd tot uitblinken en de kans krijgen hun talenten te ontdekken en ontwikkelen. Scholen kunnen de voorwaarden voor talentontwikkeling scheppen door hun leerlingen een rijke leeromgeving te bieden, met een gedegen kennisinfrastructuur, gedragen door uitstekende docenten. In deze context vinden het Europees Platform - internationaliseren in onderwijs en de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) het van belang dat er synergie ontstaat tussen de profielorganisaties. Immers, meerdere profielen bieden op één school samen een zeer rijke leeromgeving, waarbij de leerling vanuit heel verschillende perspectieven een divers aanbod wordt gedaan op het gebied van bijvoorbeeld sport, cultuur, techniek, meertaligheid, enzovoort. Profielenberaad
Om deze synergie te bereiken hebben het Europees Platform internationaliseren in onderwijs en de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) in 2011 het initiatief genomen om overleg te faciliteren tussen de verschillende profielorganisaties in het voortgezet onderwijs, het zogenaamde Profielenberaad. Daarvan maken deel uit: • Begaafdheidsprofielscholen; • Europees Platform - internationaliseren in onderwijs; • LEOH; • Platform Bèta Techniek; • Stichting LOOT; • Sportscholen/ NOC*NSF; • Technasium; • VCPS; • WON Akademie. Het Profielenberaad heeft als doel onderling kennis en ervaring uit te wisselen en te laten zien hoe talentbevordering in het voortgezet onderwijs reeds plaatsvindt en zich ontwikkelt. Na een expertmeeting over excellentie en meervoudige talentbenadering in oktober 2011 en verschillende bijeenkomsten waar ideeën en ervaringen zijn uitgewisseld, is er in februari 2013 een
kunstzone.nl
HELP!
Floor Nusink is senior medewerker projecten bij het Europees Platform - internationaliseren in onderwijs.
Europees Platform - internationaliseren in onderwijs
// vo // AUTEUR: FLOOR NUSINK Meervoudige talentontwikkeling
De laatste ontwikkelingen vanuit Digischool.
Het Europees Platform versterkt door internationalisering de kwaliteit van het onderwijs. Het Europees Platform ondersteunt scholen in het basis- en voortgezet onderwijs bij het verankeren van internationalisering in de school. Om leerlingen optimaal voor te bereiden op een steeds internationaler geworden samenleving wil het Europees Platform talen- en interculturele kennis ontwikkelen. In het voortgezet onderwijs doet het Europees Platform dit onder andere via de internationale leerroute Elos - grensverleggend onderwijs (voor VMBO, HAVO en VWO) en netwerken voor tweetalig onderwijs (HAVO en VWO) en tweetalig VMBO. Meer informatie over deze en alle andere programma’s en activiteiten is te vinden op www. europeesplatform.nl. Profielscholen
In Nederland kennen we verschillende profielscholen: scholen die zich onderscheiden door een speciaal profiel aan te bieden of onderwijs vanuit een bepaalde onderwijskundige visie te verzorgen. Sinds 2011 hebben de organisaties voor profielscholen elkaar gevonden in het zogenaamde Profielenberaad. Het Profielenberaad heeft samen met het Europees Platform internationaliseren in onderwijs een rapport gepubliceerd dat een overzicht geeft van de kwaliteitszorg die de profielorganisaties voor de aangesloten scholen hanteren. De publicatie gaat uit van het principe dat excellentie een breed begrip is waar talentbevordering aan ten grondslag ligt. U kunt het rapport Excellentie door profilering in het voortgezet onderwijs aanvragen via www.europeesplatform.nl/publicaties.
Bij de invoering van de nieuwe community-websites worden sommige docenten tot wanhoop gebracht. De belangrijkste reden is dat men opnieuw lid moet worden. Dit kan alleen via ENTREE. Mail dit als er problemen zijn! Zonder dit lidmaatschap is slechts een gedeelte van de site te bekijken. Met dit lidmaatschap is alle informatie van de site te bekijken en - wat nog belangrijker is - je kunt zelf inhoud toevoegen. Je kunt dan ook lid worden van een deelsite en zelfs een eigen deelsite openen. Je kunt lid worden van de volgende deelsites:
• • • • • • • • • • • • • • • • • • •
CKV voor VMBO CKV voor HAVO CKV voor VWO KUA voor HAVO KUA voor VWO Audiovisuele vormgeving Beeldende vorming Tehatex HAVO Tehatex VWO Kunstvakken 2 VMBO.
Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS)
Voordelen: gerichte informatie en mailing.
Cultuurprofielscholen zijn scholen die cultuur een prominente plaats hebben gegeven in hun onderwijsprogramma: leerlingen kunnen zich breed cultureel ontwikkelen in meerdere kunstdisciplines. Een school kiest daarbij om cultuureducatie als centraal beleidspunt voor (een deel van) de school in te zetten, te ontwikkelen en uit te dragen. De school kan zich bovendien richten op talentontwikkeling door leerlingen zich voor te laten bereiden op een specifieke beroepsuitoefening in een van de culturele sectoren. Ter ondersteuning van de cultuurprofielscholen en om de kwaliteit van het profiel te bewaken, is in 2007 de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) opgericht. Doelen van de vereniging zijn informatie-uitwisseling, onderlinge ondersteuning en deskundigheidsbevordering via netwerkvorming, het waarborgen van de kwaliteit van cultuureducatie en het fungeren als platform om zo de belangen van de cultuurprofielscholen te kunnen behartigen. Informatie over de VCPS is te vinden op www.cultuurprofielscholen.nl.
Zo worden de eindexamenbespreking via deze deelsites gevoerd. Er is al een discussie geopend voor KUA, Tehatex en Kunstvakken 2.
juli 2013
Harry 23
eurocultuur de verbeelding
eurocultuur de verbeelding
‘Kunst is een vriend die je nooit in de steek laat!’ of muzieklessen kunnen volgen, omdat hun ouders of verzorgers hier eenvoudigweg het geld niet voor (over) hebben. Sinds een paar jaar bestaat hiervoor het Jeugdcultuurfonds dat zich inzet om voor die kinderen lesgeld te betalen onder het motto ‘Kunst is een vriend die je nooit in de steek laat!’ Al bestaat dit fonds pas enkele jaren, toch zijn al een groot aantal kinderen hiermee gelukkig gemaakt. Bertien Minco, directrice van het fonds, deelde in de kerk folders uit waarin zij vertellen hoe zij opgaan in hun grootste liefhebberij.
Foto’s: Dick Rozendaal
de verb e e l di n g
Schilderijen van een tentoonstelling
Muziek van Moessorgski in kleur en beeld Het Hexagon Ensemble presenteerde onder leiding van componist en musicus Kees Olthuis in april het bijzondere project De Verbeelding. Uitgangspunt was de pianosuite Schilderijen van een Tentoonstelling van de negentiende eeuwse Russische componist Modest Moessorgski. // mbo // AUTEUR: SANDRA VAN BEEK
I
n De Verbeelding gingen muziek en beeldende kunst letterlijk samen doordat leerlingen van 4-VWO van het Pallas Athene College te Ede en (amateur)schilders uit Muiderberg samen meer dan honderd schilderijen maakten op de thema’s uit dit muziekstuk. Deze werden tijdens het concert getoond en na afloop geveild ten bate van het Jeugdcultuurfonds.
De rode neus van Moessorgski
Het is druk op 6 april in de fraaie Grote Kerk in Muiden. Vanaf het koepelgewelf is een koperen kaarsenkroon vervangen door een scherm dat als een schilderijenlijst met goudpapier is omrand. Voor in de kerk staan zo’n veertig schilderijen van hetzelfde formaat op schildersezels opgesteld in een halve boog met in het midden de vleugel. Tijdens de uitvoering van Moessorgski’s stuk Schilderijen van een tentoonstelling worden ze één voor één
24
geprojecteerd op het scherm. Ze zijn gemaakt onder bezielende leiding van Juliette Swillens. Zelf deed de schilderes ook mee met een realistisch portret van componist Kees Olthuis en een kopie van Moessorgski’s portret van Ilja Repin. Deze beroemde Russische schilder schilderde de componist met een woeste, bedwelmde blik in zijn ogen en met rode neus. Op die rode neus wordt de aandacht gevestigd door Frank Peters van het Hexagon Ensemble (de enige pianist tussen vijf blazers). In de kerk vertelt hij dat Moessorgski eigenlijk amateur-componist was, omdat er in zijn tijd nog geen muziekopleiding bestond. Al kan dit niet helemaal waar zijn, want het St. Petersburgse conservatorium is in 1862 opgericht toen Moessorgski 23 jaar was, maar misschien kon hij uit een familie van verarmde grootgrondbezitters de studie niet financieren. Dit laatste is het geval in Nederland waar honderdduizenden kinderen geen extra dans-, teken-
kunstzone.nl
Moessorgski’s pianostuk Schilderijen van een Tentoonstelling blijkt ook nu nog inspirerend. Vele componisten, onder wie Maurice Ravel en Rimski-Korsakov, orkestreerden het en in de jaren 1970 werd het vooral populair in de rockbewerking van Emerson, Lake & Palmer. Vrijwel iedereen zal het leidmotief van de Promenade kennen, de elkaar opvolgende statig klinkende pianotonen, alsof de rode loper is uitgerold voor voorname mensen en hun gevolg. Moessorgski’s inspiratie voor het muziekstuk was het drentelen langs de Russische sprookjesfantasie schilderijen van zijn overleden vriend, de schilder Viktor Hartmann op een expositie in 1874. Het ging om tien schilderijen, maar het muziekstuk bestaat uit zestien delen, ieder met een thema, want de andere zes verzon hij zelf. Zo begint het met Gnomus, de kreupele dwerg in de vorm van een notenkraker en wordt het vervolgd met het Il Vecchio Castello (Het Oude Kasteel) waar een minstreel een weemoedig lied zingt. In Ravels en Olthuis’ bewerking is dit de saxofoon. Er zijn spelende kinderen in de Parijse Tuilerieën en er is een grappig Ballet van Kuikens in de Dop. De wandeling vervolgt langs verbeeldingen van dreigende taferelen met akkoorden als loodzware grafmonumenten, de aanblik van doodskoppen in de Catacomben van Parijs en leidt tenslotte naar De Grote Poort van Kiev met het luiden van klokken, een Russisch Orthodoxe hymne. Gedurfd schilderij
Er zijn slechts enkele voorstudies van Hartmanns serie bewaard gebleven en de leerlingen van het Pallas Athene College en de Muidense schilders konden zich in hun fantasieën uitleven. Velen
juli 2013
voelden zich aangetrokken Bydlo (Poolse Ossenwagen) te verbeelden. Er zijn ook meerdere voorstellingen van de os gemaakt. Net als in Ede waagden ook kinderen zich aan De Verbeelding. Hun schilderijen vallen op door het spontane vorm- en kleurgebruik. Wendy van Zalingen was de enige uit de groep die koos voor het dreigende tableau Cum Mortuis in Lingua Mortua (Taal der Doden), waarmee Moessorgski zijn eigen dood zou voorvoelen zeven jaar later, op 42-jarige leeftijd. ‘Niemand wilde dit, maar ik wel: de dood hoort bij het leven,’ aldus Wendy. Op haar gedurfde schilderij leiden zware, stenen poorten naar een muur met een berg doodskoppen erin. Het Hexagon Ensemble speelt al meer dan twintig jaar onbekende of vergeten repertoires op (inter)nationale concertpodia. Voorafgaand aan hun uitvoering van Schilderijen van een Tentoonstelling bracht het ensemble twee andantes en een adagio van Anton Reicha en een bewerking voor blazers en piano van Mozarts Pianoconcert nr. 11 in F. Olthuis arrangeerde Moessorgski’s pianostuk voor piano en vijf blazers met de originele pianopartituur: ‘Zoals ook bedoeld,’ zei pianist Peters in zijn toelichting, ‘Moessorgski’s onhandigheden als muziekschrijver zijn juist verrassend.’ Veiling zonder hamer
Na afloop kon het publiek een bod doen op de schilderijen bij de veilingmeester die hiervoor geen hamer, maar een toetsenbord aansloeg. Er heerste een geanimeerde sfeer in de protestantse kerk. Er kon wijn geproefd kon worden van Cultuur en Wijn, een organisatie die de mogelijkheid biedt podiumkunstinstellingen financieel te ondersteunen. De veilingopbrengst na de concerten in Cultura in Ede en de Grote Kerk in Muiden was zo’n 1800 euro. Minco van het Jeugdcultuurfonds reageerde enthousiast. Zij hoopte dat ‘alle kinderen in de toekomst zo mooi kunnen schilderen en muziek maken.’ Door een goed doel te stellen en mensen hier actief bij te betrekken heeft het project ‘De Verbeelding’ een soort zwaan kleef aan-effect gehad dat succes- en hoopvol blijkt in deze tijd van bezuinigingen. v
25
eurocultuur we zijn allemaal europeanen
eurocultuur we zijn allemaal europeanen
De leerlingen bereiden zich voor op het schoolbezoek in het buitenland voordat ze met acht à tien leerlingen afreizen naar het gastland. Gedurende het jaar komt de werkgroep wekelijks na schooltijd bijeen. Er worden soms extra lessen gegeven, bijvoorbeeld een introductiecursus Italiaans als de reis naar Italië gaat, geschiedenislessen omdat bijvoorbeeld Letland erg onbekend is of films bekeken zoals Schindler’s List of Die Welle. Leerlingen werken alvast aan de thema’s die zij tijdens de gastbezoeken in gemengd-internationale werkgroepen verder uitwerken. Voertaal tijdens het bezoek - en op Facebook - is Engels. Ook bezoeken de leerlingen enkele lessen en maken ze excursies. Voorafgaan aan het schoolbezoek wordt meestal een extra dag ingelast om de (hoofd)stad van het land te bezoeken waarvoor leerlingen een culturele route voorbereiden.
Uitwisseling met Copernicus Gymnasium uit Löningen (Duitsland). Foto’s: Franz Steffenz
we zijn allemaal
europeanen
Art Rocks Throughout Europe is al het vierde Comenius-project van Scholengemeenschap Huizermaat in Huizen. Het vorige Comenius-project Art in Motion sloten zij vorig jaar af, maar in Huizen vragen ze voor internationalisering al zo’n acht jaar projectgeld aan bij het Europees Platform. ‘De aanvraag is ontzettend veel werk. Maar daar staat dan ook een mooie subsidie tegenover die de kosten voor de reis, de excursies en meer dekken. // vo // AUTEUR: SASKIA VAN DER LINDEN
S
Elk bezoek eindigt met een aantal presentaties van de werkgroepen. ‘Dat is altijd wel het hoogtepunt van de week, ‘zegt Ham. ‘Het is elke keer weer spannend voor leerlingen en docenten om te zien wat zij in een paar dagen voor elkaar hebben gekregen in een internationale werkgroep. Het is echt niet makkelijk om in zo’n korte tijd met leeftijdgenoten van 15 tot 18 jaar uit verschillende culturen en met verschillende achtergronden tot een gezamenlijk product te moeten komen. Verplaats jezelf maar eens in zo’n situatie!’
Samenwerking
De samenwerking met andere scholen is voor zowel leerlingen als leraren en directeur erg boeiend. Het verblijf bij een gastgezin heeft duidelijk grote waarde. Er is geen betere manier om kennis te maken met een andere cultuur. Leerlingen blijven elkaar ontmoeten op Facebook. Tussen de projecten door is er veel internationaal contact tussen de coördinatoren. Het is interessant om over het onderwijs te discussiëren met collega´s uit het buitenland. Maar ook actuele onderwerpen zoals de politieke situatie (Berlusconi!), het onderwijs (Finland). Leerzaam voor iedereen! Een belangrijke taak van de coördinatoren is het draagvlak op school te vergroten. Ham: ‘In het begin waren collega´s niet echt enthousiast. Die zagen de bezoeken meer als een verkapte vakantie voor de happy few. Ook omdat bij ons het internationaliseren alleen op het VWO plaatsvindt. Terwijl er net zo goed prachtige projecten mogelijk zijn op de HAVO of het VMBO. Maar laten we eerlijk zijn, zoiets moet groeien binnen de school. Je zult het zo goed mogelijk moeten doen en je directie en collega´s laten zien met welke vracht aan ervaring een leerling terugkomt na een verblijf in het buitenland. Ik weet dat we op de goede weg zijn. Wij hebben een enthousiaste afdelingsleider en krijgen nu alle steun van de directie.’ Leerrendement en meerwaarde
cholengemeenschap Huizermaat zet haar internationaliseringprojecten in op het thema Kunst. Kunst in de ruimste zin van het woord, met voor elk land een subthema: Duitsland film, Italië architectuur, Letland drama, Spanje grafisch ontwerpen, Nederland design, Finland zang en dans. De school faciliteert twee coördinatoren internationalisering: Matthijs Pierik en Hélène Ham. Vanwege de tijdsdruk spreek ik Hélène Ham telefonisch. Het enthousiasme, de snelheid van reageren en het pragmatisme tekenen de slagvaardigheid die je nodig hebt om dergelijke projecten uit te voeren. ‘Om voor een Comenius-subsidie in aanmerking te komen moeten middelbare scholen een project insturen met minimaal twee andere landen. Een commissie beoordeelt de kwaliteit van het voorgedragen project. Het is niet gemakkelijk om partnerscholen te vinden en soms krijgt zo’n school uiteindelijk geen subsidie. Vooral vanuit Oost Europa wil men graag een Comenius-project, maar het is daar moeilijker om in aanmerking te komen voor een subsidie. Mochten meerdere scholen afgewezen worden waardoor er slechts twee scholen overblijven, dan gaat het - ondanks de goedkeuring - niet door.
26
ARTE en AIM
Internationalisering
Art Rocks Throughout Europe (ARTE) en Art in Motion (AIM) zijn allebei kunstprojecten en bij het opstellen van de plannen zoekt een school een naam met een mooi acroniem. Beide projecten stellen de overgang vanuit een bepaalde kunstuiting naar een andere kunstvorm centraal. Denk aan Meisje met de Parel van Vermeer. Het schilderij was een inspiratiebron voor een boek en een film. Kortom, Art in Motion (AIM).
Ham vertelt verder: ‘Wij proberen altijd een poule van zes landen te vormen. Per project kan de samenstelling wijzigen. Deze keer zijn Spanje en Finland nieuwe partners en moest een school uit Hongarije helaas stoppen. In twee jaar tijd bezoeken alle deelnemende scholen elkaar. Dat betekent dat we drie keer per jaar op reis gaan of gasten uit Europa ontvangen. Onze werkgroep bestaat uit 22 leerlingen uit 4- en 5-VWO.
‘We zijn duidelijk: kunst is een middel om in Europa tot verbinding te komen en voor onze school om aan internationalisering te doen,’ vertelt Ham, maar mij valt op hoe belangrijk het uitvoeren in de disciplines is. Het gaat niet zozeer óver kunst, cultuur of erfgoed in Europa, maar er wordt van alles gedaan en gemaakt. De eindproducten zijn geen slidepresentatie of discussie, maar echte producten: geschilderde Europese ontwerpen op schoolwanden, gedichten naar aanleiding van schilderijen of beeldhouwwerken, een toneeluitvoering, poppenspel of dansvoorstelling… Het kan van alles zijn, ook het deelnemen aan een herdenking.
Elke leerling maakt kennis met elkaars erfgoed. Beeldhouwwerken uit elk land, schilderijen, literaire werken zoals Invisible Cities van Italo Calvino of heldenverhalen uit Letland en Hongarije. ‘Wij zijn allemaal Europeanen en het is goed om elkaar te leren kennen, elkaar te begrijpen door ons te verdiepen in elkaars kunst, zodat we meer open staan voor elkaar en meer begrip kunnen opbrengen voor elkaar.’ Merel Musch (17 jaar): ‘Hongarije is een totaal andere cultuur. Duidelijk armer dan Nederland. De scholieren in Hongarije zijn wel gedisciplineerder dan Nederlandse kinderen. Wij zijn vrijer op school.’
kunstzone.nl
juli 2013
Ham: ‘Zo’n bezoek heeft een breed scala aan doelstellingen. Ik noem er een aantal: kennismaken met een andere cultuur, kennismaken met cultureel erfgoed, verbeteren van spreekvaardigheid Engels, leren samenwerken in een internationale groep en initiatief nemen. Leerlingen nemen kennis van het verschil in levensomstandigheden die binnen Europa veel groter zijn dan zij gedacht hadden. Ik vind het als vijftigjarige prachtig om te zien hoe onze jongeren tijdens de vakantie het vliegtuig pakken en op bezoek gaan, terug naar het gastland. Europa wordt zo opeens klein, onze leerlingen zijn echt internationale leerlingen!’v Nieuwsgierig geworden?
• • •
www.europeesplatform.nl www.europeesplatform.nl > Havo/vwo > Uitwisselingen > Comenius - Schoolpartnerschappen > Comenius – Schoolpartnerschappen - Aanvragen en evalueren > Comenius Toelichting Aanvraagprocedure 2013 Zoek op YouTube naar filmpjes van SG Huizermaat
27
eurocultuur klassieke verhalen
eurocultuur klassieke verhalen
1
2
Affiches van de voorstelling ‘De Olifant’, ‘De Seizoenen’, ‘Schumann vertelt’
De acteur, docent kunstzinnige vorming en dramadocent Pieter Scholten schrijft scenario’s op basis van klassieke literatuurwerken en regisseert de voorstellingen, de Russische klassieke pianiste Irina Parfenova zorgt voor de muziek en ‘regisseert’ vanuit de piano, en een per project uitgenodigde gastacteur of een verhalenverteller maakt de voorstelling compleet. Volgens Pieter Scholten ligt het probleem in de marginale plaats die de kunst op scholen steeds meer krijgt toegewezen: ‘Kunst wordt vaak gezien als iets extra’s, als snoepje van de week. Met name binnen het basisonderwijs wordt er veel te weinig aandacht besteed aan klassieke muziek en aan literatuur. Ik werk al dertig jaar als dramadocent, maar ik kom heel weinig docenten tegen die met klassieke muziek uit de voeten kunnen. Wat ik vaak merk, is dat de leerkrachten klassieke muziek niet erg waarderen. Als er een keuze is tussen klassieke muziek en verschillende producties met hiphop, snelle video opnames, dj’s en vj’s, dan denken docenten dat juist deze laatste producties de doelgroep veel meer aanspreken. Dat zijn de reacties die we vaak krijgen als we voorstellingen aanbieden: ‘Klassieke muziek, dat hoeft niet, dat spreekt ons niet zo aan.’
Irina Parfenova en Janneke Everaars.
klassieke verhalen
Moeilijk? Ouderwets? Nee, gewoon klassiek!
’je moet verhalen leren luisteren’
Klassieke literatuur en klassieke muziek zijn een perfecte match die eeuwenlang voor talloze muzikale en theatrale meesterwerken heeft gezorgd. Toch heeft in de ogen van de hedendaagse programmeurs deze combinatie één groot nadeel: twee keer het woordje klassiek verkoopt niet. // po/vo // AUTEUR: OLGA DE KORT-KOULIKOVA
S
nel, flitsend, multimediaal, dat is de taal van deze tijd. Bij klassieke kinderprogramma’s vrezen concertprogrammeurs voor lege zalen, terwijl de leerkrachten die zo’n voorstelling binnen hun school programmeren, denken dat scholieren meer baat te hebben bij de kennismaking met een dj dan met een klassieke pianiste.
Klassiek? Nee, dank u wel, dat spreek ons niet aan! Ik zit in de zaal met tranen in mijn ogen naar de kindervoorstelling De Olifant te kijken. Het is een emotioneel (Russisch) verhaal met heel veel educatieve waarde, er hoort emotioneel geladen (Rus-
28
sische) muziek bij. Ik ben volwassen, van oorsprong Russisch en bovendien klassiek opgevoed. Een ideale toeschouwer dus! Voor mij werkt het wel. Maar als ik rondkijk, werkt het ook voor de kinderen die helemaal geen last blijken te hebben van een te hoog klassiek gehalte. Ze genieten zichtbaar van de voorstelling over een ziek meisje Nadja dat over haar eigen olifant droomt. Waar ligt dan het probleem? Waarom vallen klassieke muziekprojecten in het aanbod aan educatieve voorstellingen buiten de boot? Deze vragen stel ik aan Pieter Scholten en Irina Parfenova die samen het muzikale-theatrale gezelschap Troupe A’dour vormen.
kunstzone.nl
Het andere probleem is het ‘stoffige’ imago van klassieke muziek en klassieke verhalen. Scholten: ‘Het imago van de verteller en van klassieke muziek is ouderwets, iets wat recht tegenover snel en flitsend staat. Klassieke verhalen worden ook nog eens gezien als te moeilijk voor kinderen. Wat ik echter keer op keer merk: als kinderen de voorstelling hebben gezien, dat vinden ze het fantastisch. Je moet ze alleen verhalen leren luisteren, want dat is een heel andere manier van beleving dan wanneer je naar de TV kijkt of met K3 liedjes meezingt.’ De verhalen van Troupe A’dour komen rechtsreeks uit de klassieke literatuur en hebben een muzikale omlijsting die je geen achtergrondmuziek kunt noemen.
juli 2013
Zo vertellen De Jaargetijden de Griekse mythe van Demeter en Percefone op muziek van Tsjaikovski, terwijl Kasjtanka is gebaseerd op het gelijknamige verhaal van Tsjechov en muziek van Tsjaikovski. Schumann vertelt is niets anders dan het sprookje Sterrenkind van Oscar Wilde dat muzikaal ondersteund wordt door het Album für Jugend van Schumann. De laatste voorstelling, die sinds februari 2013 in scholen en concertzalen gespeeld wordt, komt uit de Russische literaire (Aleksandr Koeprin) en muzikale (Sergej Prokofjev) traditie.
‘Kinderen hebben trouwens geen moeite om de muziek en het verhaal met elkaar te verbinden’ Scholten: ‘Bij Troupe A’dour is het uitgangspunt altijd klassieke muziek. Soms is het zelfs zo dat wij - met name Irina die als pianiste een heel breed repertoire heeft - al bepaalde muziek in gedachten hebben en dan het verhaal zoeken dat bij deze muzikale emoties aansluit. En andersom, als we het verhaal als uitgangspunt nemen, dan zoeken we naar de muziek die daarbij past. Het geeft altijd een enorme voldoening als alle puzzelstukjes in elkaar vallen, als muziek en tekst naadloos bij elkaar aansluiten. Vanuit de muziek proberen we naar het verhaal te kijken. Bij iedere voorstelling maken we begeleidingsmateriaal voor de leerkracht: een CD met pianomuziek en een lesbrief met onze suggesties hoe de leerkracht de kinderen beter kan leren kijken en luisteren en - na de voorstelling beter te leren verwerken. Kinderen heb-
ben trouwens geen moeite om de muziek en het verhaal met elkaar te verbinden. Je hoeft ze niet uit te leggen dat de muziek de tekst en de emoties in de tekst ondersteunt, dat voelen ze feilloos zelf. Als je ze vraagt naar de verschillende emoties (Waren er momenten die je droevig vond? Of leuk?), dan weten ze precies wat je bedoelt en herinneren zich die muzikale momenten.’ Troupe d’adour met een boodschap
Naast de schoolvoorstellingen maakt Troupe A’dour ook voorstellingen in opdracht en op locatie, zoals de Historische Verhalen, een nieuw project over de Eerste Wereldoorlog die sinds mei in de Nederlandse forten gespeeld wordt. Groot project of een kleinschalig, Pieter en Irina blijven hun eigen weg volgen. De weg van rondreizende troubadours met de klassieke volumes en partituren in hun bagage. Scholten: ‘Wij voelen ons inderdaad de troubadours, deze naam past bij ons. Wij zijn een rondtrekkend gezelschap. Daarom is een kleine aanpassing naar Troupe, een gezelschap, gemaakt. Wij spelen liederen, wij maken verhalen, wij vertellen grappen, maar wel met ernstige ondertoon. Wij blijven vasthouden aan klassieke muziek en literatuur. Ik ben ruim dertig jaar geleden begonnen vanuit de gedachte van het vormingstheater, en zo denk ik nog steeds: je moet aan kinderen een boodschap overbrengen. Ik weet dat het hoogdravend klinkt maar ik wil toch proberen met mijn muziek, met mijn verhalen de wereld een beetje mooier te maken.’ v
Nieuwsgierig geworden?
www.troupeadour.nl
29
onlinefilm delen is overal met kunstzone
creatief film schrijven is overal in het po
Leerling van groep 5 van Christelijke Basisschool Het Mozaïek uit Delft aan het werk tijdens het project Olle. Foto: Marja van Rossum
1
Afb. 1: Overleg met de redactie van Kunstzone via Facebook! Afb. 2: Heb je zelf ideeën voor Kunstzone? Laat het ons weten via Twitter! Afb. 3: Filmpjes rond het thema vind je op ons YouTube-kanaal.
2
3
creatief schrijven in het po
Verrassend, verfrissend en vooral: haalbaar!
Online delen met
Aan vooroordelen ontbreekt het niet. Wanneer ik vertel dat ik een les creatief schrijven ga geven, begint de halve groep te kermen. ‘Nee toch… schrijven is saai. Schrijven is stom.’ ‘Hoezo dat?’ vraag ik. ‘Dan moet je iets schrijven over de eerste dag van je vakantie. Toen schreef ik: Wii, DS, Cola. De juf werd boos. ‘Dat kan toch wel beter,’ riep ze. Nou echt niet. Want wat moet je daar nou over schrijven?’ Ik schiet in de lach. Als ik het zo zou moeten doen, lukte het mij ook niet.
kunstzone Kunstzone is ook te vinden op social media. Wij posten regelmatig nieuws over jouw vakgebied. Kunstzone is de social community voor docenten en medewerkers in het kunstonderwijs.
30
// po // AUTEUR: MARJA VAN ROSSUM
url’s • • •
Twitter: www.twitter.com/kunstzone Facebook: www.facebook.com/kunstzone.nl YouTube: www.youtube.com/user/kunstzone
kunstzone.nl
juli 2013
31
creatief schrijven in het po
creatief schrijven in het po
Leerling van groep 5 van Christelijke Basisschool Het Mozaïek uit Delft aan het werk tijdens het project Olle. Foto: Marja van Rossum
W
e gaan aan de slag en gaandeweg verandert er iets in de groep. De kinderen merken al snel dat schrijven leuk, plezierig en uitdagend kan zijn. En aan het eind hebben ze opeens een tekst om trots op te zijn. Hoe kan dat?
Iedere ervaring - al is deze nog zo klein kan aanleiding zijn voor een tekst. Zoom je in op wat goed gaat en laat je merken dat je het ziet en waardeert, dan gaan ze door met schrijven. Wat is de moeite waard? Het kan een zorgvuldig gekozen woord zijn of een verrassend beeld: ieder kind heeft eigen beelden en fantasieën, iets dat de moeite waard is om op papier te zetten. Creatieve en logische denkers
Doorschrijven, dat kan pas als ze echt meedoen. Door een schrijfopdracht stapsgewijs op te bouwen krijgen de kinderen de gelegenheid om aan te haken. Het begint met een aantrekkelijke introductie om hun aandacht te vangen en vervolgens een warming up. Zo kunnen ze het onderwerp verder verkennen, ideeën wakker maken. Of juist gedachten ordenen. Kinderen met een voorkeur voor creatief denken hebben vaak een veelheid aan ideeën en beelden waar-
32
Verzamelblad project Olle. Foto: Myrte Leffring
door ze soms niet weten waar en hoe te beginnen. Bij logische denkers is het net andersom. Voortdurend gluurt bij hen de analyticus over de schouder. Die tikt hen op de vingers en daarmee komt iedere creativiteit tot stilstand. Bij het creatief schrijven maak je gebruik van zowel creatief als analytisch denken. Maar soms zitten ze elkaar in de weg.
Links en rechts: Eindresultaat van het project Olle.
‘De moed om te schrijven ontstaat door te laten zien dat je erop vertrouwt dat ze dat kunnen.’
Opdracht
Wat helpt is het scheiden van cognitieve en creatieve opdrachten. Daardoor kun je kinderen namelijk beter, gerichter en plezieriger laten werken. Hoe gaat dat in zijn werk? Een voorbeeld. In Delft is door VAK, centrum voor de kunsten een literair project over honden ontwikkeld. Het is bedoeld voor kinderen van groep 5 en 6. Daarin is een gastles opgenomen met een opdracht creatief schrijven. Redenen zijn er te over om kinderen over honden te laten schrijven. Sommige kinderen zijn er bang voor, anderen zijn er dol op. Vrijwel ieder kind kent een hond en vindt er iets van, variërend van beste vriend tot griezelig harig monster. In de jeugdliteratuur zijn prachtige uitgaven over honden verschenen. De gastles begint met het voorlezen van een hoofdstuk uit het boek dat Guus Kuijer schreef over zijn hond Olle. Een tweede
hond - Dientje - heeft net haar intrede gedaan in huize Kuijer. De twee honden verschillen van elkaar als dag en nacht. Is de een is rustig en voorzichtig, de ander heeft meer weg van een stoomwals. Ze houden beiden van heel andere dingen. Na het voorlezen volgt een groepsgesprek over Olle en Dientje. Dat gesprek heeft een onderzoekend, praktisch filosofisch karakter. Wat doen de honden, waar spelen ze mee? In dat gesprek komen zowel de cognitieve als de creatieve denkers aan bod. Vervolgens maken de kinderen lijstjes op een werkblad: wat heeft een hond nodig? Cognitieve denkers vinden dit fijn, ze ordenen hiermee hun gedachten. Dan wordt er toegewerkt naar de eigenlijke tekst. De kinderen krijgen een geleide opdracht. Met behulp van een aantal vragen en eventueel voorbeelden werken de kinderen toe naar
kunstzone.nl
een gedicht. In deze fase zijn schrijffouten onbelangrijk. Nadenken over hoe je een woord precies schrijft, zou het creatieve proces remmen. De kladversie lezen ze nog een keer door en dan gaan ze eventueel nog even S.O.S.-sen: Schrappen, Omgooien en Schaven. Ofwel: overbodige woorden weghalen, eventueel zinnen op een andere plek zetten, woorden vervangen en als laatste kunnen eventuele taalfouten er uit gehaald worden. Dan wordt de tekst vormgegeven. Als kers op de taart lezen een paar kinderen hun gedicht voor aan de groep. Bijna iedereen wil wel. De kinderen zijn apetrots op hun hondentekst. Voor een vakdocent creatief schrijven is het werken met dit soort stapsgewijze opdrachten gesneden koek. Hoe is dat voor een reguliere leerkracht? Makkelijker gezegd dan gedaan? Proces in werking zetten
Het is relatief eenvoudig te leren hoe je met kinderen het proces van creatief schrijven in werking zet. Jeugdtheaterhuis Gouda organiseerde in maart 2013 een studiedag over poëzie en jeugdliteratuur voor Montessori-leerkrachten. In workshops theater, beweging/dans en creatief schrijven werden concrete werkvormen
juli 2013
aangereikt waarmee de leerkrachten de andere dag in hun groepen aan de slag konden. Maar liefst vier docenten creatief schrijven gaven er ieder twee workshops. De insteek daarvan: een aanbod van korte opdrachten om kinderen op een speelse manier tot creatief schrijven aan te zetten. Door de schrijfopdrachten zelf te doen konden de leerkrachten de mogelijkheden ervaren. Na een korte introductie gingen ze aan de slag met opdrachten die ze de volgende dag zelf met hun groepen zouden kunnen uitvoeren. De eerste opdracht, een onconventionele tekenopdracht, gaf een hoop hilariteit. En tot hun grote verrassing leidde die exercitie dan ook nog - bijna ongemerkt tot poëtische teksten. Daarna gingen ze aan de slag met het bewerken van een bestaand gedicht. Een lekker laagdrempelige instap, want de woorden zijn er immers al! Groot was de verwondering daarna over de diversiteit van de kersverse gedichten. Dat je met dezelfde woorden zoveel verschillende dingen kan zeggen! En ook nog – op eenvoudige wijze - mooi vormgegeven. Ook de derde opdracht - met de eigen ervaring als bron en een duidelijke gestructureerde vorm bleek een eye-opener. Dat zo’n strak ogende structuur zoveel vrijheid liet voor individuele taalexpressie! v
Weten waar de woorden zijn
Creatief schrijven is een geweldige manier om kinderen en jongeren hun eigen taal te laten ontdekken. Om woorden te vinden voor wat ze denken, zien en horen. Om te leren hoe ze die woorden kunnen vinden, om te ontdekken waar de woorden zijn. Een aanrader voor wie direct aan de slag wil, is het boek Weten waar de woorden zijn. Een praktijkboek vol schrijfopdrachten, achtergronden, tips en handreikingen. Met dit boek kunnen leerkrachten niet alleen creatief schrijven stimuleren maar hun leerlingen ook stelopdrachten bieden die verder gaan dan cognitief taalonderwijs. Weten waar de woorden zijn Mariet Lems ISEO Publishers, Den Haag 2010 372 pagina’s ISBN 978-94-6107-032-6 Prijs: € 48,--
33
blokkeren of inspireren
blokkeren of inspireren
‘Zo snel mogelijk grist hij zijn schetswerk bij elkaar en verlaat met hoofdpijn en hangende schouders het lokaal van docent X. Deze deed een poging hem verder te helpen in de beginfase van zijn autonoom beeldend werk. Terwijl hij thuis nog mogelijkheden in het schetswerk zag, twijfelt hij nu ineens heel sterk aan zijn kunnen: moet hij überhaupt nog wel doorgaan met deze kunstopleiding?’
blokkeren of
inspireren?
Invloed van feedback en emoties op het creatieve proces van de leerling De feedback van de docent levert vaak belemmeringen op voor de (creatieve) ontwikkeling van de leerling. Hoe kan dit? En hoe kan een docent hier rekening mee houden in de begeleiding van de leerling en zijn creatieve proces?
Foto: Tienke Visser
// AUTEUR: TIENKE VISSER NEGATIEVE EMoTIES en CREATIVITEIT
Naast ons denken wordt ons handelen voor een groot deel gestuurd door onbewuste gevoelens en motivaties. Negatieve emoties hebben in de wetenschap altijd in de belangstelling gestaan. Bekend is dat een focus op problemen (negativiteit) leidt tot een soort bewustzijnsvernauwing. Als je met een groot, direct gevaar wordt geconfronteerd, is het goed om één heel beperkte focus te hebben: de snelste oplossing. Deze vernauwde geestelijke toestand draagt bij aan het overleven, maar is een nadelig bijverschijnsel op het moment dat we op zoek zijn naar creatieve oplossingen. Kort samengevat: de focus op zwakheden in het werk maken negatieve gevoelens los bij de leerling. Deze zorgden voor vernauwing in (de beginfase van) het creatieve proces dat juist vraagt om openheid. Docent X wees de leerling op dat in het werk wat hij niet goed vond. Zijn bedoeling was hem te stimuleren losser en speelser te worden, maar de invloed van de feedback had het tegenovergestelde effect. Het proces stagneerde, de leerling zocht andere begeleiding. CREATIEVE proces en openheid
Recent hersenonderzoek naar creativi-
34
teit laat dit belang van openstellen zien: creatievelingen blijken hun hersenen anders te gebruiken dan minder creatieve mensen. Een creatieve geest verstaat de kunst van het loslaten van de controle van de gefocuste aandacht: twee prefrontale hersencentra worden tijdelijk getemperd of zelfs afgesloten. Het ene centrum speelt een sleutelrol bij het plannen en stroomlijnen van activiteiten en het andere centrum reguleert de zelfreflectie en het geheugen. Het is noodzakelijk deze twee uit te schakelen, zodat je niet door allerlei associaties op het gebaande pad van het bestaande (het verleden) blijft. Het blijkt dat zonder de bemoeienis van deze twee interne controlfreaks (die van de planning en die van reflectie/geheugen) meer ruimte ontstaat voor het onverwachte, en het gemakkelijk is buiten de kaders te treden. Ook toonde onderzoek aan dat creatieve mensen hun visuele aandacht off-focus houden als ze over een probleem nadenken. Het wordt van een afstand bekeken. Dit is een vaardigheid die iedereen bezit, maar zodra mensen moeten presteren, gaat deze visuele aandacht vaak direct in de hoogste versnelling, wat een oppervlakkiger, beperkter (goed/fout) denken oplevert. Het contrast met de begeleiding van de
tweede docent Y was groot. Het proces kwam weer in beweging. De focus kwam te liggen op de mogelijkheden in het werk, waardoor er inspiratie en nieuwe motivatie ontstond om weer aan de slag te gaan. openheid sTImuleren
Een interessante vraag is wat de aanpak van deze docent zo anders maakte. De negatieve feedback en emoties zorgden voor vernauwing en stagnatie. Zouden positieve emoties het tegenovergestelde effect kunnen hebben op creativiteit? Barbara Fredrickson, pionier op het gebied van de positieve psychologie, vroeg zich dit ook af. Ze ontdekte dat positieve emoties ons hart en onze geest openen. Ze vergeleek dit proces met daglelies: ze sluiten zich elke avond en bloeien steeds weer op als ze de zon zien, omdat dit essentieel is voor hun groei. Lelies wenden zich naar het licht en openen zich om er zoveel mogelijk van op te nemen. Voor mensen is positiviteit als het zonlicht: onmisbaar voor onze groei, instinctief weten we dat. Wij wenden ons tot positiviteit en spreiden onze geest open om er zoveel mogelijk van op te nemen. Fredrickson ontdekte dat het bewustzijnsbereik van mensen te verbreden is door ze een goed gevoel te
kunstzone.nl
geven. Positiviteit verbreedt onze geest en verruimt daarnaast ons blikveld waardoor we letterlijk mogelijkheden zien die anders aan ons oog onttrokken blijven. Docent Y wist zich, hoe dan ook, te richten op de positieve aspecten in het werk. Negatieve reacties liet hij achterwege. Ook was hij gefocust op die momenten waarop de student begon te glimmen. Dit nam hij dan steeds weer als uitgangspunt voor het vervolg van de begeleiding. Hierdoor werd de - door de focus op zwakheden vernauwde blik - van de leerling doorbroken en kwam er openheid. Ook was bij de docent zijn vertrouwen in de mogelijkheden van de leerling voelbaar, hetgeen het proces weer in beweging zette. Focus van feedback
Feedback gaat, zoals bij docent X, meestal over de inhoud van het werk. Docent Y richtte zich veel meer op de leerling. Leren is naast een cognitieve, ook een sociale en emotionele bezigheid. Het aan de orde stellen van het gevoel onder het leren kan veel invloed hebben op het vervolg van het leerproces. Baalt de leerling en verzet hij zich of is hij juist enthousiast en nieuwsgierig? Docent Y focuste op die momenten dat de
juli 2013
student begon te glimmen. Dan worden kernkwaliteiten zichtbaar. Als een docent die wil inzetten, zal hij de leerling moeten helpen bij deze eigen kernkwaliteiten stil te staan, er intern contact mee te maken (denken, voelen, willen) en van hieruit weer verder te werken. Zo kunnen positieve emoties gebruikt worden om kwaliteiten die aanwezig zijn vast te stellen en verder uit te bouwen. Door de verschillende dimensies van het leerproces aandacht te geven in het geven van feedback zal emotie geen belemmering vormen, maar de brandstof van het creatieve leerproces kunnen worden. Negativiteit is niet uit te bannen, het hoort erbij. Van belang is de verhouding: het blijkt dat positiviteit pas vruchtbaar wordt wanneer er tenminste driemaal zoveel oprechte positiviteit als negativiteit is. Oprechtheid is bepalend: alleen vanuit oprechte en open (onbevooroordeelde) aandacht van de docent ontstaat ruimte voor positieve emoties waardoor kwaliteiten zichtbaar worden. De docent toont zijn vertrouwen in de leerling, de leerling krijgt meer vertrouwen in zichzelf en zo ontwikkelt zich ter plekke vertrouwen in het creatieve leerproces.
Heeft een creatief proces dan alleen openstellen en loslaten nodig? Nee, elke fase van het creatieve proces vraagt om een andere geestestoestand en kent zijn eigen vaardigheden. In het onderzoek naar creativiteit wordt een onderscheid gemaakt tussen de openstellende fase en de uitwerkende fase. De ene fase leidt tot het opnieuw aangaan van de andere. Zoals we lazen: positieve emoties hebben dit openende effect, maar dan zijn we er nog niet. Uitgaand van deze inzichten zal het volledige artikel op de website (www.kunstzone.nl > Downloads) dieper ingaan op de verschillende fasen van het creatieve proces. Er wordt een interessant verband gelegd met een theorie over diepgaand leren (Peter Senge). Dit levert een helder en concreet model op van de innerlijke beweging van het creatieve proces. v Tienke Visser is in 2012 afgestudeerd als docent Beeldende Kunst en Vormgeving aan Hogeschool Windesheim Zwolle. Ze is beeldend werkzaam in een eigen atelier en geeft les in de binnen- en buitenschoolse kunsteducatie.
35
film is overal
film is overal
Dit is het vierde artikel in de serie film is overal
Foto’s: Ad van Dam
F i l m is ove ra l
Locaties met impact Als er één plek op de wereld is die een enorme indruk op iedereen moet maken, moet dat wel het vernietigingskamp Auschwitz Birkenau in Polen zijn. Een locatie waar zich de gruwelijkste verhalen hebben afgespeeld die je je bijna niet kunt voorstellen, laat staan kunt filmen. Een enkele regisseur heeft zich hieraan toch gewaagd. Door één personage centraal te stellen wordt het enigszins voorstelbaar wat daar jarenlang is gebeurd. Een bezoek aan Auschwitz en op zoek naar filmlocaties in Krakau. // VO // aUTEUR: AD VAN DAM
D
e Zuid-Poolse stad Krakau is een fraaie, oude stad die niet te lijden heeft gehad onder de Tweede Wereldoorlog. Alle gotische kerken, stoere kastelen en statige huizen zijn nog volledig intact. Het centrale plein is één van de grootste en sfeervolste pleinen van Europa. Ondanks de lieflijke sfeer heeft Krakau een verleden waaraan het liever niet herinnerd wil worden. In Polen woonden voor de Tweede Wereldoorlog zo’n 3,5 miljoen Joden. Wanneer je nu door de wijk Kazimierz wandelt, herken je nog wel dat dit ooit de Joodse wijk was: oude synagogen, gezellige restaurantjes en kleine winkeltjes, maar veel Joden zul je hier niet meer treffen. Vanaf 1942 werden alle Joden gedwongen om te verhuizen naar het daarvoor speciaal ommuurde deel van Krakau aan de overkant van de
36
rivier. Van dit getto is niet veel meer terug te vinden. In 1943 werd ook dit getto ontruimd en werden de Joden afgevoerd naar de vernietigingskampen in de buurt. Schindler’s List (1993)
Wanneer je door de wijk Kazimierz dwaalt, kan het gebeuren dat je plotseling één van de locaties herkend die regisseur Steven Spielberg heeft gebruikt in zijn met vier Oscars bekroonde film over de Duitse zakenman Oskar Schindler. Een romantisch binnenplaatsje - Ulica Jozefa 12 - blijkt in de film de plek te zijn waar mensen op brute wijze uit hun huis worden gehaald en de koffers over de balustrades worden gesmeten. Een plein blijkt het verzamelpunt te zijn waar de samengedreven Joden zich moeten melden, voordat zij naar het getto worden afgevoerd en een putdeksel blijkt
de toegang te zijn voor een wanhopige ontsnappingspoging via het riool. De nu zo gemoedelijke en hippe wijk, was ooit letterlijk het decor voor één van ’s wereld grootste misdaden tegen de menselijkheid. Hoewel veel gebouwen in Krakau gerestaureerd zijn en worden, overheerst nog steeds een grijze en soms wat grauwe sfeer. In de ’s avonds schaarsverlichte steegjes en besneeuwde straten is het niet moeilijk je het Kazimierz van Schindler voor de geest te halen. Niet ver van het getto op een industrieterrein (Lipowa St. 4) stond zijn emailwaren fabriek. De gevel van de fabriek staat er nog steeds en in het gebouw erachter is een permanente tentoonstelling over Krakau 1939 -1945 gevestigd. Achter de ramen zijn fotoportretten te zien van de honderden personen die op Schindlers lijst
kunstzone.nl
stonden en zo de oorlog hebben overleefd. Het kamp met tientallen barakken waar zijn werknemers verbleven, lag echter enkele kilometers verderop. Nu is het een saai park waar mensen hun honden uitlaten en hardlopen en enkele summiere informatieborden herinneren aan het Arbeitslager Plaszow. Dit heuvelachtige en modderige deel van de stad werd indertijd door de kampbewoners zelf opgehoogd met grafzerken van de verderop gelegen Joodse begraafplaats. Het schijnt dat er nog resten van die zerken terug te vinden zijn, maar dan moet je flink graven. In de film zie je dit ‘pad van grafzerken’ een paar keer duidelijk in beeld gebracht. Spielberg koos ervoor de set van het werkkamp direct achter het originele kamp na te laten bouwen. Ook nu nog kun je in die steengroeve nog steeds enkele grote decorstukken herkennen, zoals uitkijktorens en industriële bouwwerken. De decorvilla van kampcommandant Amon Göth is afgebroken. Verderop ligt het echte stationnetje naar Auschwitz. Auschwitz is een Duitse verbastering van het Poolse industriestadje Oświęcim en groeide uit tot een verzamelplaats van meerdere soorten kampen. Zo is er Auschwitz 1 met de bekende poort Arbeit macht frei dat bestaat uit zo’n 25 stenen gebouwen waarin zo’n 25.000 mensen verbleven. Auschwitz 2 oftewel Auschwitz Birkenau is het twee kilometer verderop gelegen vernietigingskamp waar zo’n 125.000 mensen probeerden
juli 2013
te overleven in houten barakken en waar nazi-dokter Mengele zijn experimenten met tweelingen uitvoerde. Hier werden uiteindelijk meer dan 1,1 miljoen mensen, voornamelijk Joden, vergast. De door de nazi’s opgeblazen crematoria zijn als stille getuigen nog bewaard gebleven. Van de houten barakken is niets meer over. Deze werden in brand gestoken. Enkele replica’s geven echter een goede indruk van de onmenselijke situatie. Sophie’s Choice (1982)
Het vernietigingskamp Auschwitz Birkenau is vanaf ver te herkennen aan het brede stationsgebouw waar de trein onder een smalle poort doorgaat. Hier reden de met mensen volgestouwde goederenwagons vanuit heel Europa dagelijks binnen. Op het driesporige treinemplacement werden de mensen meteen verdeeld: links de mannen en rechts de vrouwen en kinderen die meteen bij aankomst vergast werden. Van de mannen werd slechts twintig procent geselecteerd om nog te werken. De door Meryl Streep gespeelde Poolse Sophie wordt bij aankomst in Auschwitz gedwongen een onmenselijke keuze maken: welk van haar twee kinderen blijft in leven en welk van haar twee kinderen wordt meteen vergast. De in één take opgenomen scène leverde Streep terecht een Oscar op voor Best Actress. Hoewel de scène historisch gezien onjuist is, was de enorme menselijke tragiek niet eerder
op zo’n indrukwekkende manier in beeld gebracht. The boy in the striped pyjamas (2008)
Net als Sophie’s Choice is ook The Boy in the Striped Pyjamas niet in Polen opgenomen, maar is wel duidelijk in ‘Aus With’ gesitueerd. Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van de negenjarige Bruno, zoon van kampcommandant Höss. Zowel het personage Höss als de villa spelen in beide films een belangrijk rol. De villa van het gezin Höss bevindt zich nog steeds net buiten Auschwitz 1. Nu wordt het huis bewoond door Poolse gezinnen en staat er een hoog hek omheen zodat er geen direct zicht meer is op de stenen gebouwen. Hoewel vanuit de villa de schoorsteen van het crematorium te zien is, spelen beide verhalen zich eigenlijk af bij Auschwitz Birkenau. Schoolexcursie
Er zijn verschillende reisorganisaties die zich gespecialiseerd hebben in het bezoeken van Auschwitz en Krakau met scholieren. Roland van der Giessen van Creativ-EventZ: ‘Een gedegen voorbereiding op school is essentieel. Het vooraf bekijken van één of meerdere films kan daarbij een heel goede hulp zijn. Maar wees erop beducht dat het bezoeken van deze (film)locaties op iedereen een onuitwisbare indruk zal maken!’ v
37
mbo artiest heeft meer tijd nodig
storytelling aanzmeer maakt homosexualiteit mbo artiest heeft tijd nodig
Foto’s: ROC Tilburg
mbo artiest heeft meer
tijd nodig
Ministerie wil aanbod van MBO-opleidingen Artiest beperken
waarin ze hun talent kunnen ontwikkelen: ‘Die vooropleiding zegt niets over talent voor muziek, dans of theater. Veel afgestudeerde MBO-artiesten stromen dan ook door naar het kunstvakonderwijs in het HBO.’ Kans op werk
Een carrière als gevierd acteur. Dat was in 2006 de droom van de toen zestienjarige Dennis Bot. Met zijn net behaalde VMBO-T-diploma op zak zat een theateropleiding op HBO-niveau er voor hem niet in. Maar gelukkig startten in 2004 de eerste MBO-opleidingen Artiest. Dennis Bot (nu 22): ‘Als MBO Artiest er niet was geweest, weet ik niet hoe ik mijn weg als acteur had gevonden.’ // MBO // AUTEUR: LISA VAN BENNEKOM
H
oewel Bot inmiddels met succes is doorgestroomd naar de Academie voor Theater (HBO), worden mogelijk de artiestenopleidingen in aantal teruggebracht. De kans op een baan zou na het afstuderen te klein zijn. Maar uit onderzoek van het GOC en de praktijk blijkt dat de afgestudeerde MBO-artiest meer tijd nodig heeft om zich te kunnen bewijzen. Nutteloze pretopleiding
Nederland kent op dit moment 22 MBOopleidingen Artiest, verspreid over het land. Ze leiden op tot danser, muzikant, musicalartiest of acteur. Ongeveer 2850 studenten volgen momenteel de MBOopleiding op niveau vier. Daarnaast is er één tweejarige MHBO-opleiding in
38
Den Bosch. Als het aan het ministerie van OCW ligt, gaat dit aantal omlaag, omdat ‘er signalen zijn dat van bepaalde creatieve MBO-opleidingen, bijvoorbeeld Artiest, er structureel meer aanbod is dan vraag vanuit het bedrijfsleven’. Dat schreef de vorige minister van OCW Marja van Bijsterveldt op 2 april 2012 in een brief aan de Tweede Kamer. Meteen barstte de kritiek op MBO Artiest in de media los. Het zou een ‘nutteloze pretopleiding’ zijn met een ‘kansloos’ vooruitzicht op de arbeidsmarkt. ‘Vanaf het moment dat de opleiding Artiest startte, liggen we al onder vuur,’ vertelt Peter van der Linden. Hij is als opleidingscoördinator Kunst, Cultuur en Media bij het ROC Tilburg verant-
woordelijk voor de opleiding Artiestdrama. Van der Linden: ‘Vanuit het HBO en het werkveld klonk meteen al veel kritiek. De angst bestond dat de MBO’ers de plek van de HBO’ers zouden innemen en dat er een overschot aan artiesten zou ontstaan.’ Teunis IJdens, senior adviseur kennis en beleid bij Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA), vindt dat je MBO-artiesten niet als concurrenten moet zien van de kunststudenten in het HBO. IJdens: ‘De MBO-opleiding Artiest is gestart om VMBO’ers, net als HAVO’ers en VWO’ers, de mogelijkheid te geven een opleiding in die richting te volgen.’ Hij vindt dat ook VMBO’ers het recht hebben om een opleiding te kiezen
Maar hoe is het gesteld met het arbeidsperspectief van de MBO-artiesten? Volgens www.kansopwerk.nl, de website van Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB), zou je na afronding van MBO Artiest geringe tot matige kansen op de arbeidsmarkt hebben. De website baseert zich op onderzoek van het GOC, het kenniscentrum voor de creatieve industrie. Jos Teunen van het GOC onderzocht de uitstroom van 80 afgestudeerde studenten MBO Artiest in het Schoolverlatersonderzoek over 2009 en 2010. Van deze artiesten doet een jaar na het afstuderen 52,5 procent een vervolgopleiding en heeft 42,5 procent werk. Dat lijkt geen slechte score. Teunen licht toe: ‘De kans op een baan is bij MBO Artiest prima. Maar bijna de helft van de afgestudeerden is niet werkzaam in het beroep waar ze voor zijn opgeleid.’ Teunen denkt dat artiesten langer de tijd nodig hebben om een volledig inkomen te verwerven in hun beroep: ‘Mijn advies is om pas na tien jaar te kijken of het de studenten gelukt
juli 2013
is werk te vinden als artiest. Maar deze genuanceerde boodschap is helaas niet te geven op www.kansopwerk.nl.’ Hij benadrukt bovendien dat het percentage afgestudeerde artiesten nu nog relatief klein is. Teunen: ‘De MBOopleiding Artiest zal zich de komende jaren moeten bewijzen als de uitstroom groter wordt. Dan pas kun je iets zinnigs zeggen over de relevantie van de opleiding voor het werkveld.’ Trainingsacteur
De cijfers van het GOC komen voor een groot gedeelte overeen met de praktijk van de opleiding Artiest-drama in Tilburg, vertelt opleidingscoördinator Van der Linden. Maar volgens hem zijn er maar enkele oud-studenten die niks meer met het artiestenvak doen als ze er voor kiezen niet door te studeren. ‘Een kwart van onze studenten gaat na het afstuderen direct aan het werk in de sector waarvoor ze opgeleid zijn. Ze starten bijvoorbeeld een eigen bedrijf in de entertainmentwereld of werken als trainingsacteur. De rest stroomt door naar creatieve HBOopleidingen zoals De Toneelschool en de docentenopleiding drama of beginnen een niet-verwante HBO-opleiding zoals pedagogiek of management.’ Dennis Bot zit nu in het tweede jaar van de HBO-opleiding Theaterdocent aan de Academie voor Theater in Tilburg. MBO
Artiest-drama gaf hem een goede basis voor het HBO. ‘Het is een voordeel dat ik op het MBO al vier jaar lang podiumervaring heb opgedaan als acteur,’ zegt Bot. Vraag en aanbod
Het ministerie van OCW liet zich bij het beperken van het aanbod van de MBO-opleidingen Artiest adviseren door het SBB. Het SBB onderzocht van welke creatieve opleidingen het aanbod structureel groter is dan de vraag vanuit de arbeidsmarkt. Zowel Van der Linden als senior adviseur IJdens lijkt het lastig om zo’n advies voor MBO Artiest te geven. ‘Er is geen heldere gedefinieerde markt voor artiesten waar je onderzoek naar kunt doen. Ze zijn niet vertegenwoordigd in een branche-organisatie zoals bijvoorbeeld timmermannen,’ zegt Van der Linden. IJdens vult aan: ‘Veel artiesten werken als ZZP’er of gaan projectmatig aan de slag.’ Toch vindt Van der Linden het nieuwe beleid van het ministerie van OCW niet helemaal verkeerd. ‘Ik ben het met de minister eens dat er te veel opleidingen zijn.’ Volgens hem zou je met bijvoorbeeld zes in plaats van 22 opleidingen de kwaliteit van het onderwijs verhogen. ‘Ik merk dat de kwaliteit van de studenten bij de toelating niet altijd even hoog is. Door het aantal MBO-opleidingen Artiest terug te brengen, kan er aan de poort een strengere selectie plaatsvinden.’ v
39
is eefje schoolrijp?
is eefje schoolrijp?
Op de studiedag geponeerde stellingen. Foto: Marian Hinderink
Dagvoorzitter Frits Wielders. Foto: Marian Hinderink
Is eefje
schoolrijp? Wat kan het PO met het Leerplan BK&V van VONKC? In 2008 startte een Denktank met de opzet voor een leerplan van vier- tot veertienjarigen voor beeldende kunst en vormgeving. Tien competenties voor de denkbeeldige leerling Eefje vormen het hart van dit plan dat in 2012 werd uitgegeven. Klaar om gebruikt te worden in het PO of toch niet? Vakspecialisten lieten er op een studiedag op 5 maart jongstleden graag hun mening over horen. Belangstelling van groepsleerkrachten/cultuurcoördinatoren uit het basisonderwijs was er nauwelijks. Praktijkgerichte workshops gingen niet door, discussies wel. // po/vo // AUTEUR: LIESBETH KLEUVER
I
s het leerplan inhoudelijk een goed plan? Biedt het houvast voor beoordeling van leerlingenwerk? Kunnen basisschoolleerkrachten ermee aan de slag? Is een vorm van inspectie nodig om kwaliteit in beeldend onderwijs af te dwingen? Presentaties van ontwikkelingspsycholoog Gerrit Breeuwsma en kunsthistoricus en cultuurpsycholoog Diederik Schönau vormden de start van een interessante studiedag waarin deze vragen aan de orde kwamen.
Inhoudelijk een goed plan?
Kinderen krijgen van jongs af aan te maken met een stortvloed van beelden: reclame, film, fotografie, televisie en kunstuitingen. Beelden die bedoeld zijn om met de kijker te communiceren of hem te beïnvloeden. Kinderen moeten met die beeldtaal leren omgaan en beeldvaardig worden. In het voorwoord van het Leerplan BK&V wordt zo duidelijk gemaakt wat het doel ervan is. Dat kinderen uit zichzelf beelden produceren om uiting te geven aan hun ideeën en fantasieën, betekent nog niet dat het leren maken van beelden zich spontaan, zonder sturing van anderen, ontwikkelt. Volgens de makers van het leerplan is een gericht programma van ononderbroken onderwijs met doorlopende leerlijnen voor visualiseren, creatief denken en beschouwen nodig om leerlingen beeldbekwaam te maken.
40
Gerrit Breeuwsma betoogde in zijn lezing Doelmatigheid zonder doel juist dat bemoeienis van het formele onderwijs er de oorzaak van is dat kinderen hun spontane, speelse, fantasievolle en creatieve gedrag, passend bij het artistieke domein, kwijtraken en pleit voor een lossere omgang met doelen. Wanneer kinderen al tekenend proberen greep te krijgen op de wereld om zich heen en men de volwassen waarneming en wereld als uitgangspunt neemt, laat de kindertekening vooral tekortkomingen zien in kennen en kunnen. Het onderwijs richt zich dan op het stapsgewijs bijspijkeren van deze gebreken. Het risico van een dergelijke aanpak is dat kindertekeningen naarmate kinderen meer begrijpen van de afbeeldingsrelatie tussen tekening en werkelijkheid, minder interessant worden. Het begrijpen van artistieke producten staat de artistieke activiteit in de weg. Kinderlijke waarneming kan ook worden getypeerd vanuit motorische en affectieve elementen. Kinderen nemen in de eerste plaats dynamische, emotionele en expressieve kwaliteiten waar. Zo bekeken is hun waarneming niet gebrekkig, maar vertoont overeenkomsten met de manier waarop kunstenaars waarnemen. Om deze vorm van waarnemen te behouden, is het volgens
‘Het Leerplan BK&V moet aanzetten tot kwaliteitsverbetering in het primair onderwijs’ Breeuwsma belangrijk dat onderwijskundigen zich realiseren dat kinderen doeners zijn. De nadruk moet liggen op het proces van het maken en minder op het reflecteren op het eindproduct. De kanttekening die Breeuwsma daarom bij de inhoud van het leerplan BK&V plaatste, is dat er in dit plan teveel nadruk ligt op het reflecteren op eigen en andermans werk teneinde een ‘juiste kunstopvatting’ bij kinderen te ontwikkelen. Het laat zich raden dat tenminste één van de makers van het Leerplan BK&V deze mening niet deelde.
biedt leerkrachten ‘geen kookboek, maar een richtlijn waarmee docenten hun eigen recepten kunnen maken’. Voorafgaand aan de vraag of leerkrachten uit het PO met behulp van het Leerplan BK&V zelf goed lessen kunnen maken, moet wellicht eerst de vraag gesteld worden of PO-leerkrachten lessen willen ontwerpen. Opgemerkt werd dat veel leerkrachten liever van internetsites als www.jufsanne.com eenvoudige knutsellessen halen dan een methode voor BK&V volgen. Als het volgen van methodes, vaak vanwege gebrek aan tijd, faciliteiten of vakkennis al niet lukt, dan lijkt het zelf ontwerpen van goede lessen BK&V helemaal een stap te ver. Voor wie wel zelf wil ontwerpen, zijn de leerlijnen van Tule (SLO), neergezet in overzichtelijke tussendoelen met bijbehorende acties van leerkrachten en leerlingen, veel bruikbaarder dan de Eefjes. Eefjes zijn geformuleerd als eindtermen en nodigen in die vorm eerder uit tot reflectie over eigen lesaanbod dan tot het maken van nieuwe lessen. Tule-doelen sluiten rechtstreeks aan bij de kerndoelen, Eefjes doen dat niet. De tekst van het Leerplan met kleurcoderingen en diverse lagen is voor ‘leken’ minder toegankelijk dan voor de ‘beeldspecialisten’.
Beoordeling van leerlingenwerk
Wie onderwijsdoelen stelt, wil ook weten of zij bereikt worden. Maar essentiële eigenaardigheden van beeldende vakken zoals verbeelding, verwondering, voldoening, expressiviteit, passie en creativiteit laten zich moeilijk objectief meten. Ze zijn wel waarneembaar in gedrag en daardoor tot op zekere hoogte beoordeelbaar volgens de makers van het leerplan. Daarom vind je bij de beeldende competenties (de Eefjes) in het leerplan toetsbare, in gedrag waarneembare, indicatoren. Volgens Diederik Schönau is het doel van praktische kunsteducatie vooral het leren vormgeven aan betekenis, het ontwikkelen van zeggingskracht (Eefje 1). De vragen waar het bij de beoordeling van een creatief werk om gaat, zijn: Wat wilde de leerling laten zien? En drukt het werk uit wat de leerling wilde laten zien? De beoordeling vindt dus plaats in een dialoog met de leerling. Het leerplan biedt een kader, maar de leerling moet luisterend naar zijn innerlijke stem keuzes leren maken. De stelling Ook leerlingen in het PO moeten leren zichzelf te beoordelen werd door veel deelnemers van de studiedag gedeeld. Beoordelen is dan niet gericht op het toekennen van een cijfer, maar bedoeld in de zin van reflecteren op eigen werk en gericht op handelen bij een vervolgactiviteit. Een enkeling vond daarnaast dat het behalen van competenties ook beoordeeld moet worden door de school. Aan de slag met het leerplan?
Het Leerplan BK&V moet aanzetten tot kwaliteitsverbetering in het primair onderwijs. Het is een plan, geen lesmethode, en
juli 2013
In een aantal discussiegroepen tijdens de studiedag vond men dat het huidige Leerplan BK&V interessant is voor methodemakers en opleidingsdocenten, maar het zou aangepast moeten worden om bruikbaar te zijn voor PABO-studenten en basisschooldocenten. Monitoring kwaliteit beeldend onderwijs
Zolang een inspectie niet controleert op beeldend onderwijs, is er voor leerkrachten geen reden om hun huidige manier van lesgeven te verbeteren. Het leek voor velen een uitgemaakte zaak dat normen en controle nodig zijn. Wellicht omdat er vooral vakspecialisten en nauwelijks groepsleerkrachten aanwezig waren, werden randvoorwaarden zoals tijd, lokaalruimte, klassengrootte en budget eenvoudig van tafel geveegd. De passie voor het vak en de oprechte wens om de lespraktijk voor BK&V in het basisonderwijs te verbeteren, deed een deelnemer aan de discussie zelfs roepen om een Cito-toets voor beeldende vakken. Meer realistisch leek het idee om scholen door de inspectie te laten beoordelen aan de hand van een portfolio met leerlingenwerk. Hoe verder?
Geïnspireerd door de discussies kwamen enkele deelnemers met nieuwe plannen: internetlessen door vierdejaars PABOstudenten gemaakt volgens het Leerplan BK&V, nascholing voor groepsleerkrachten, het herschrijven van het Leerplan BK&V. Is dit echt wat juf Sanne en haar collega’s nodig hebben? Het zou aan henzelf gevraagd moeten worden, maar Eefje heeft het weggetje naar de basisschool nog niet gevonden. v
41
tonnie en kee in keutelree
tonnie en kee in keutelree
Links: De kinderen Tonnie en Kee in de jaren vijftig. Rechts: Omslag Tonnie en Kee in Keutelree.
tonnie & kee
in Keutelree
Links: Les 1 - Opdracht 1B. Rechts: Tonnie nu in New York.
Erfgoededucatie voor groep 3
Op 5 november 2012 vond de eerste landelijke netwerkdag erfgoededucatie plaats. De deelnemers kozen hier het beste erfgoededucatieproject van Nederland. Winnaar werd Tonnie en Kee in Keutelree, een project voor groep 3 van Erfgoed Brabant. Een bijzondere doelgroep, want de meeste erfgoedprojecten zijn gericht op oudere kinderen. // po // AUTEUR: KARIN LAARAKKER
E
ducatoren Ingeborg Schuster en Ninke van der Heijden kregen regelmatig de vraag of ze ook voor deze leerlingen iets konden ontwikkelen. Ingeborg: ‘Kinderen in groep 3 zijn grotendeels bezig met leren lezen. Daarom dachten we dat leerkrachten geen tijd zouden hebben voor erfgoed. Die tijd bleek er wel degelijk te zijn, als je maar vakoverstijgend werkt. Dat wilde in ons geval zeggen dat we de erfgoedinhoud grotendeels hebben verpakt in hetzelfde type opdrachten als in het taalonderwijs. We hebben bijvoorbeeld bij bepaalde taakjes de woorden waar het om gaat in blokjes gezet met schrijflijnen erin, precies zoals de kinderen gewend zijn.’
42
Broer en zus
In Tonnie en Kee in Keutelree staan broer en zus Tonnie en Kee centraal. Tonnie is vijftig jaar geleden verhuisd naar New York, terwijl Kee in het (fictieve) dorp Keutelree is blijven wonen. Op een dag besluit Tonnie om zijn zus te bezoeken. Naar aanleiding daarvan gaan de leerlingen zich verdiepen in vragen als: Wat is het verschil tussen een stad en een dorp? Wat voor huizen zijn er? En wat is er allemaal veranderd in Keutelree sinds Tonnie vijftig jaar geleden verhuisde? Via korte animatiefilmpjes maken leerlingen kennis met Tonnie en Kee. Hun eigen leerkracht geeft extra informatie met behulp van het digibord. Het project bestaat in totaal uit vijf lessen van ongeveer een uur. Chronologie was een belangrijk aandachtspunt bij het ontwikkelen. ‘Chronologie is lastig voor kinderen. Een periode waarin van alles gebeurt, vormt vaak één brij voor ze. Daarom adviseren we om in de tweede les het eerste filmpje nog een keer te laten zien, en in de derde les de eerste twee nog een keer, enzovoorts, zodat het verhaal van Tonnie en Kee inslijpt. Je kunt het project in één schoolweek doen. Je kunt ook iedere week een les doen, maar dat maakt het voor jonge kinderen extra lastig om de chronologie te blijven zien,’ vertelt Ingeborg. ‘Daarnaast adviseren we om een wandfries op te han-
gen, waarop alles komt dat in de les wordt geproduceerd. Die toont heel visueel hoe je van het begin naar het einde werkt, als een soort tijdbalk.’ Vooronderzoek
Het project kende een lange ontwikkeltijd, onder meer doordat Ingeborg, Ninke en projectleider Suzanne Corthals grondig onderzochten wat er in lesmethodes voor groep 3 aan bod komt. Ninke: ‘Erfgoed wordt niet als zodanig benoemd, want geschiedenis staat pas vanaf groep 5 op het programma, maar methodes die voorbereiden op wereldoriëntatie worden wel veel gebruikt in groep 3 en 4. Daarin komen thema’s als dorp en stad, het huis waarin je woont, vroeger en nu, en de tijd van opa en oma aan bod.’ Kortom, er waren meer dan voldoende handvatten voor een erfgoedproject dat lesstofvervangend zou zijn en zou aansluiten bij de kerndoelen voor groep 3. ‘We kijken vervolgens altijd heel goed naar de tussenleerlijnen, want daarin vind je de creatieve mogelijkheden om dingen aan elkaar te knopen,’ stelt Ingeborg. ‘Bij Tonnie en Kee in Keutelree vonden we heel veel binnen het taalgebied, zoals het schrijven van een brief. Dus moeten leerlingen een brief aan Kee schrijven.’ Een klankbordgroep, met daarin een coördinator van een van de Brabantse markt-
plaatsen voor cultuureducatie en leerkrachten van verschillende basisscholen, gaf feedback. ‘Naar aanleiding daarvan hebben we een eerste versie volledig herzien. Toen we op een gegeven moment de personages Tonnie en Kee hadden bedacht, hadden we iets goeds te pakken,’ zegt Ingeborg. Laagdrempelig
De laagdrempeligheid is een kracht van Tonnie en Kee in Keutelree. Het is niet meer dan een boekje en een CD, waarmee leerkrachten meteen aan de slag kunnen. Ninke: ‘Je hoeft geen afspraken te maken en dingen te regelen als je daar geen zin in hebt.’ Ook hoeven leerkrachten met hun klas niet per se ergens heen - al heeft een bezoekje aan de lokale heemkundekring natuurlijk een grote meerwaarde. ‘Leerlingen uit de bovenbouw gaan vaak naar het heemkundehuis, maar voor de heemkundigen is het ook leuk om een keer jongere kinderen over de vloer te krijgen. Ze moeten dan wel iets in handen hebben waar ze wat mee kunnen en wat aansluit bij wat de kinderen op school doen. Tonnie en Kee in Keutelree biedt dat kader.’ Ingeborg: ‘Oudere leerlingen krijgen bij de heemkundekring een uitgebreid verhaal, maar bij de kleintjes kan dat niet. Het is belangrijk om je te beperken tot de kern van het project: het dagelijks leven in de jaren vijftig en de voorwerpen die daarbij
juli 2013
horen. Al is dat bij wijze van spreken een snijbonenmolen. Het is voor kinderen van groep 3 al spannend genoeg om naar het heemkundehuis te komen en daar iets terug te zien van Tonnie en Kee!’ Ook het lesmateriaal zelf neemt leerkrachten die dat willen, stevig bij de hand, maar geeft anderen de ruimte om er een eigen invulling aan te geven. ‘Er is een opdracht waarin de leerlingen hun eigen dorp of stad vroeger en nu met elkaar moeten vergelijken. Via de verschillende Brabantse streekarchieven kunnen leerkrachten foto’s uit de jaren vijftig opvragen van de belangrijkste straat in de eigen woonplaats. In het lespakket leggen we uit hoe ze met Street View van Google Maps kunnen laten zien hoe die er nu uitziet. Leerkrachten die dit niet allemaal zelf willen uitzoeken, vinden een voorbeeld-opdracht op onze website. Maar het is natuurlijk veel leuker voor de kinderen om een bekende straat in de eigen omgeving te nemen!’ vindt Ingeborg. Als afsluiting van de lessenreeks organiseren de leerlingen een feest voor hun eigen opa’s. ‘Daarbij laten ze hen zien wat ze allemaal hebben gedaan. Eén van de scholen had echt zo’n feest gehouden, en dat was heel leuk. Maar het is niet verplicht. We geven ook suggesties om het
project op een andere manier af te sluiten,’ vertelt Ninke. Losse verkoop
Het enige nadeel van het project dat Ingeborg en Ninke kunnen bedenken, is het feit dat het lespakket bij Erfgoed Brabant in de losse verkoop zit. Scholen kunnen het voor 50 euro aanschaffen. Marktplaatsen kopen het vaak collectief in. Ninke: ‘Ze bestellen de pakketten, en we weten niet wat er daarna mee gebeurt. Soms krijgen we reacties terug, maar niet vaak.’ ‘We weten wel dat leerkrachten vaak enthousiast zijn over het vrolijke en speelse karakter van het project. Erfgoed heeft voor veel mensen een nogal serieus imago,’ zegt Ingeborg. ‘Maar eigenlijk willen we nog meer weten over hoe onze materialen worden gebruikt. In de toekomst willen we dat meer gaan monitoren.’ v Karin Laarakker is projectmedewerker Cultuureducatie en Onderzoek bij het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA).
nieuwsgierig geworden?
- www.erfgoedbrabant.nl/keutelree - www.lkca.nl/erfgoededucatie
43
het lied van giacomo
@web
@WEB ik heb een mening !
Eigenlijk zat ik al klaar achter mijn computer om een flinke doos met superlatieven open te trekken. Maar omdat tegenwoordig iedereen zijn of haar mening wil ventileren - en laat het daar met name nu over gaan geef ik het stokje eens graag door aan een ander. Bijvoorbeeld aan Femke Halsema.
Het lied van giacomo
Mini-opera-introductie in sprookjesachtige opdrachten Een flesje met tranenverwekkende melodieën, een doosje met harmonieën uit het Rijnland en het boekje met onmogelijk te onthouden teksten uit het Nibelungenland: een operazanger heeft wel iets anders op zijn nachtkastje liggen dan een gewone thriller. Al deze prullaria worden ontdekt, veroverd en eigen gemaakt tijdens de zware tocht op zoek naar zijn eigen lied. Ja, de operawereld heeft zijn eigen wetten, je kunt als buitenstander wel een introductie gebruiken. // po/vo // AUTEUR: OLGA DE KORTKOULIKOVA
E
r was eens… een jongen die niets over muziek wist en die nog nooit in zijn leven een muziekstuk gehoord had. Hij woonde niet in het land van 1000-en-1bezuinigingen, maar gelukkig voor hem in een sprookje. In sprookjes kan het nog wel eens gebeuren dat er met één zwaai van een toverstokje - een ver familielid van een dirigeerstokje - overal muziek klinkt. Soms schiet er zelfs een goede fee te hulp, en dan gaan alle wensen in vervulling. Als er geen fee langs loopt, dan moeten
44
er enige sprookjesinspanningen verricht worden om de band met de realiteit niet helemaal uit het oog te verliezen. Ze heten dan ‘opdrachten’ en die kunnen best pittig zijn. Zoals de opdrachten van de jonge Giacomo die al na het horen van een paar muzikale geluiden niets liever wil dan operazanger worden, en niet zomaar een, maar een Primo Uomo, bij gunstige omstandigheden een collega van de Prima Donna. In zijn zoektocht naar een eigen stem leert Giacomo alles over harmonieën en melodieën, aria’s en Bel Canto, operateksten en operagestes. En samen met hem worden ook bezoekers van de voorstelling Het lied van Giacomo in de geheimen van operawereld ingewijd, want het sprookje zou geen sprookje zijn als het geen educatieve waarde had. Intriges, rivalen, zanglessen, primadonna’s en prima uomo’s, Wagner-opera’s, Casta diva, Maria Callas, Mozart en Puccini, het leukste is natuurlijk als je de subtiele en soms juist karikaturistisch uitvergrote verwijzingen naar opera realia begrijpt, maar ook zonder speciale kennis kun je van deze hilarische en uiterst vermakelijke voorstelling genieten. Gemaakt als familievoorstelling voor het 49e IVC Concours in Den Bosch, is deze inleiding
in de opera van de (opera)zangeres Francis van Broekhuizen geschikt voor alle doelgroepen en alle leeftijden vanaf zeven jaar. Niet te lang, informatief, wetenswaardig, vermakelijk, vol grappige typetjes, overtuigend geacteerd en professioneel gezongen, en het eindigt bovendien ook nog goed, hetgeen je over de echte opera’s lang niet altijd kunt zeggen. Alle personages leven nog lang en gelukkig, en niet in de laatste plaats omdat ze zingen en omringd zijn met muziek. Een mooi sprookjesleven dat, als wij niet oppassen, alleen nog in sprookjes voorkomt. v
Het lied van Giacomo
Tekst: Francis van Broekhuizen Verteller: Edwin Rutten Pianiste: Femke de Graaf Decors: Tim van Broekhuizen Site: www.francisvanbroekhuizen.nl Mail:
[email protected] Bij Francis van Broekhuizen is deze voorstelling is als schoolvoorstelling aan te vragen.
kunstzone.nl
AUTEUR: THEA VUIK
‘H
et publieke debat leidt aan meningitis. Iedereen heeft een mening en wil die ventileren. De grenzen tussen amusement en harde journalistiek kunnen daardoor vervagen en mensen in verwarring brengen over hard nieuws en infotainment. Mattermap helpt om argumenten op een rij te zetten en maakt uitspraken traceerbaar. Gebruikers van een Mattermap kunnen zelf opzoeken waar, door wie en in welke context iets is gezegd. Dat zorgt voor helderheid in het debat en dat vind ik een belangrijke vernieuwing.’ Haar voormalige collega Frits Bolkestein - die voornamelijk aan de andere kant van het politieke spectrum opereert - zegt het volgende: ‘Het publieke debat dreigt onbegrijpelijk en onoverzichtelijk te worden voor een groot deel van de burgers. Daardoor dreigt ook de politiek haar overtuigingskracht te verliezen. Ik zie Mattermap als een manier voor politici, betrokken burgers en journalisten om weer overzicht te creëren.’ Kortom, reden te meer om eens te bekijken waar beiden zo lovend over zijn. De site waar het over gaat, is www.mattermap.nl. Om te kunnen inloggen moet je even wachten op de bevestigingsmail met jouw wachtwoord. Het is nog een bètaversie. Dus in de testfase en laten de mensen achter de site een beperkt aantal gebruikers toe om zo goed mogelijk bij te houden hoe de software wordt ontvangen. Hoe ze dat in de praktijk doen, is voor mij vooralsnog niet duidelijk. Als je bent ingelogd, sleep je een button naar de bladwijzers boven in de browserbalk. Als je dan ergens op
juli 2013
Hoe maak ik een Mattermap?
een site komt waar een interessante mening staat, selecteer je de belangrijkste zin of alinea en klik op je map this-button. Dan wordt deze informatie in jouw citatenmap geplaatst, met bronvermelding. Deze button is er altijd, ook al ben je niet op de Mattermap-site of staat deze op de achtergrond niet open. Vervolgens maak je een nieuwe Mattermap aan en sleep je de citaten in het hoofdscherm. In feite maak je van al die losse citaten een mindmap: in het midden de kwestie en daaromheen de verschillende meningen. Zo krijg je in een helder overzicht van wat iedereen van die centraal geplaatste kwestie vindt. Hersenvriendelijk: niet zo’n rijtje losse citaten die je eerder verzameld hebt, maar organisch gegroepeerd. Zo krijg je structuur in al die verschillende invalshoeken. Deze site heeft om twee redenen een opmerkelijke achtergrond. Het Stimuleringsfonds voor de Pers heeft namelijk op 20 oktober 2011 besloten een bedrag van maximaal € 129.793 beschikbaar te stellen aan de Stichting Lobas Media i.o. voor het project Wat Zeggen Ze Nou Eigenlijk. Ze hebben die subsidie toegekend, omdat het project een nieuw journalistiek model zou betreffen: om
de in het publieke debat geïnteresseerde burger op een moderne, visuele manier te helpen grip te krijgen op het publieke debat en een eigen mening te vormen. Doel van de subsidie was te komen tot een verrijking van het bestaande journalistieke aanbod. Dit aanzienlijke bedrag heeft tot deze Mattermap-site geleid. En dan als tweede de mooie woorden van Halsema en Bolkestein die beide lid zijn van een omvangrijk Comité van Aanbeveling. Dit Comité van Aanbeveling ondersteunt Mattermap op basis van het belang dat zij hechten aan het publieke debat én op basis van hun persoonlijke ervaring en kennis op het gebied van journalistiek, taalbeheersing, massacommunicatie en/of nieuwe media. Al met al heeft dit wel een prestigieuze prijs opgeleverd. Nog niet zo heel lang geleden heeft Mattermap de IPON Mediawijzer.net Award 2013 in ontvangst genomen uit handen van John van Leek, manager onderwijs bij Beeld en Geluid. Deze prijs is bedoeld voor het innovatiefste project op het gebied van mediawijsheidbevordering bij leerlingen, docenten, ouders en management. Wat heb ik - arme ik - daar dan nog aan toe te voegen??
45
licht in zeeuwse kkw
licht in zeeuwse kkw
licht in
met een stempel wordt beloond. Er moet een opdracht worden volbracht. Maar de organisatie heeft besloten hier soepel mee om te gaan. John Louws, projectleider van de KKW: ‘Galeries zijn over het algemeen niet gewend zich op jong publiek te richten. Het belangrijkste is wat ons betreft toch dat zij binnen zijn geweest. En vaak slepen ze hun familie mee, zodat ook die - vaak voor het eerst - die drempel overgaan.’
Zeeuwse KKW
Het jongetje van groep 4 zet hele grote ogen op. Hij wil daarmee duidelijk maken hoe verbaasd zijn vader keek toen hij met zijn werkstuk thuiskwam: ‘Heb jíj dat gemaakt? Dát geloof ik niet!’ OBS De Stelle in Terneuzen had zich de hele week beziggehouden met het thema Licht, want het was Kinderkunstweek (KKW) in Zeeland. // po // AUTEUR: MELISSA DE VREEDE Jaarlijks evenement
De projectgroep die de Kinderkunstweek voor de tweede keer organiseerde, zit vol ambities. In de toekomst moet er niet alleen een Kinderboekenweek zijn, maar ook een Kinderkunstweek. En met kunst wordt in dit geval beeldende kunst bedoeld. Tijdens de KKW kijken kinderen naar het werk van beeldend kunstenaars, ze praten erover met hun leerkrachten en ze gaan zelf aan de slag. Vorig jaar was het thema Beweging. Deze keer werd voor Licht gekozen. Die onderwerpen zijn niet willekeurig verzonnen, maar worden ontleend aan het werk van de kunstenaars die tijdens de week het boegbeeld vormen. In 2012 was dat de Zeeuwse kunstenaar Marinus Boezem en in 2013 waren dat de - eveneens Zeeuwse - kunstenaars Paul en Menno de Nooijer die vooral wereldfaam verwierven met hun spannende filmpje over Zeeuwse klederdracht, maar van wie leerlingen van zestig Zeeuwse scholen inmiddels nog veel meer werk kennen en hebben besproken.
mance die later via YouTube door iedereen bekeken kan worden. Sommige leerlingen van De Stelle vinden het behoorlijk eng. Mannen die een gat in hun lijf branden, kom je in het normale leven zelden tegen. Het is de bedoeling dat iedere deelnemende school de KKW zelf op een gepaste manier opent en afsluit. Op De Stelle werd een hippe dansgroep gevraagd een bijdrage te leveren. Zij geven normaal gesproken zumba-lessen en verhuren zich voor feesten en partijen. De kinderen werden voorzien van lichtjes en al dansend werd de kunstweek gestart. ‘Het was wat we noemen een win-win situatie,’ zegt plaatsvervangend directeur Ruud Hoogestege, ‘de dansgroep maakte op deze manier reclame voor zichzelf en onze school had een leuke opening.’ De vader van een van de leerlingen was bereid workshops te verzorgen. Hoogestege: ‘Deze vader is kunstenaar en geeft les. Dus ook voor hem was het een goede manier om kinderen enthousiast te maken. Hij nam spullen uit zijn atelier mee, zodat een stilleven ontstond en zette daar een lamp op. Zo liet hij de kinderen werken naar aanleiding van het thema Licht.’
Win-win situatie
Het idee achter de KKW is om alle leerlingen in de basisschoolleeftijd op een intensieve manier kennis te laten maken met beeldende kunst. Door de geconcentreerde aandacht die het festivalachtige karakter genereert, krijgen duizenden kinderen, hun leerkrachten én hun familie een korte stoomcursus beeldende kunst. De week wordt op feestelijke wijze geopend in aanwezigheid van tal van leerlingen, VIP’s en de lokale pers. Deze keer zorgen Paul en Menno de Nooijer voor een perfor-
46
Stempelen voor kunst
Alle deelnemende leerlingen krijgen een KKW-stempelkaart. Wie vier stempels heeft verzameld, kan voor 10 euro een kunstwerk kopen van Paul en Menno de Nooijer. Twee stempels kunnen in de school worden ‘verdiend’, de andere twee buiten de schoolmuren. Er zijn allerlei manieren om dat voor elkaar te krijgen. Het liefst via een bezoek aan een museum of galerie. In principe is het niet de bedoeling dat alleen de stap over de drempel al
kunstzone.nl
In plaatsen waar kunstinstellingen dun gezaaid zijn, wordt aan de scholen gevraagd creatieve oplossingen na te streven. Bijvoorbeeld thuis een werkstuk maken en het resultaat op school tonen. Maar zelfs dat is soms lastig. Voor veel leerlingen is thuis tekenen of schilderen geen vanzelfsprekende bezigheid. De meeste huishoudens beschikken inmiddels wel over een computer. Dus krijgen de leerlingen hun stempel wanneer ze thuis kunstwerken via internet hebben gevonden. En zo komen in de klas kunstproducties uit allerlei culturen aan de orde. Want op De Stelle zitten kinderen met onder meer Turkse, Marokkaanse, Ethiopische en Ghanese achtergrond. Samenwerken en volharden
Samenwerking is het sleutelwoord voor de projectgroep van de KKW, bestaande uit een handvol enthousiastelingen. Samenwerking met scholen, met musea, met galeries, met de PABO, met drie Zeeuwse regionale instellingen voor kunsteducatie, met provinciale instelling Scoop en met kunstenaars. ‘Je kunt allemaal een klein eitje leggen. Maar als je het samen doet, kan er een prachtig groot ei uit voortkomen,’ aldus John Louws. De andere sleutelwoorden die de projectleider noemt, zijn timing en volhouden. Hoe eerder je alle partners benadert, des te meer kans van slagen. ‘En,’ zo zegt hij, ‘vast houden, altijd meteen reageren op vragen. Zorgen dat je alles netjes en foutloos doet. Vooral geen spelfouten maken. Je liefde voor kunst moet niet sterk zijn, maar taai!’ De provincie Zeeland ziet het belang van de KKW kennelijk in en heeft subsidie toegezegd voor de komende drie jaar. De organisatie hoopt dat in die jaren het aantal deelnemende scholen nog flink toeneemt, niet alleen in Zeeland maar liefst ook in de rest van Nederland en in Vlaanderen. De leerkrachten worden bij het maken van hun lessen geïnspireerd door het ideeënboek dat de projectgroep jaarlijks produceert. Marja Geerse, auteur van het boek, geeft les aan de Wilgenhof, basisschool in Middelburg. Ook op deze school zitten
juli 2013
kinderen met heel verschillende achtergronden. ‘Van rafelrand tot hoog opgeleid,’ zoals directeur Bram de Muijnck van de school - tevens voorzitter van de KKW - het noemt. Maar twee dingen vindt de school extra belangrijk voor zijn leerlingen: leesplezier en kunstplezier. Net als vorig jaar is deze school weer druk in de weer geweest met het thema van de KKW. Hoe kan het ook anders als twee van de drijvende krachten aan de school verbonden zijn. Opvallend verschil met vorig jaar is dat het werk van de leerlingen oorspronkelijker is. Was vorig jaar nog duidelijk te zien welke kunstenaar het uitgangspunt was geweest, waardoor er tal van namaak Niki de St. Phalles of Jackson Pollocks aan de muur hingen, dit jaar is het werk spannender van karakter. Marja Geerse: ‘Er is bij het bedenken van de lessen altijd de keuze of je meer productgericht wil laten werken of meer procesgericht. Eigenlijk vinden we als projectgroep het proces belangrijker, maar voor scholen is het natuurlijk minstens zo belangrijk wanneer de resultaten de moeite waard zijn. Toch hebben we dit jaar geprobeerd leerkrachten ertoe te verleiden te experimenteren met licht.’ Marjolein Struijs, verbonden aan PABO Zeeland, was nauw betrokken bij het bedenken van de lessen: ‘Het accent ligt nu al veel meer op het traject dan op het eindresultaat. Ook voor onze studenten is het van belang dat mee te krijgen.’ PR voor de school
Wanneer we het uiteenlopende werk van leerlingen van De Stelle bekijken, blijkt dat toch ook dit jaar weer de tussen- en de eindproducten alleszins de moeite waard zijn. En dat de school daar trots op is. ‘Wij zijn echte kunstenaars in groep 1 en 2’ valt te lezen als bijschrift bij het verrassende kleuterwerk. De school heeft op allerlei manieren met licht gewerkt: via foto’s, met doorschijnend papier, silhouetten en lichtgevend materiaal. Tijdens de KKW was het toevallig ook open dag. Bezoekende ouders van toekomstige leerlingen reageerden enthousiast op de activiteiten van deze school die helemaal volhing met beeldend werk. Een onverwacht prettige bijkomstigheid voor een onderwijsinstelling in een krimpgebied! v Melissa de Vreede is senior projectleider bij het LKCA (Landelijk Kennisinstituut voor Cultuureducatie en Amateurkunst).
47
proud to be
proud to be
In september 2012 startten Foam en Diversion het peer educatieproject Proud to be…, waarbij gemotiveerde jongeren lesgeven aan leeftijdsgenoten. Met dit project bracht Foam VMBO-leerlingen op een laagdrempelige manier in contact met het medium fotografie.
Shentely
Pedro
Kimberly
Sevim
// vo // AUTEUR: FOAM
D
oor Foam opgeleide jongeren werkten voor Proud to be... met leeftijdgenoten in een tweedelige lessenreeks met het thema Identiteit. De leerlingen maakten kennis met de kracht van fotografie en lieten met een zelfportret zien waar zij nu écht trots op zijn. De leerlingen kozen zelf iedere workshop een dagwinnaar. Uit meer dan tachtig dagwinnaars werden vijftien winnende foto’s gekozen. De prijs voor die winnaars was een professionele fotoshoot door fotograaf en stylist Ruud van der Peijl. De winnaars gingen op 14 februari 2013 met Ruud van der Peijl in de studio aan het werk. De jonge fotografen ervoeren tijdens deze masterclass hoe een echte fotoshoot met een professionele fotograaf eraan toegaat. Ruud van der Peijl trok vrijwillig de hele dag uit om aan de hand van de foto’s en verhalen van de winnaars een uniek portret te maken van de jongeren. Deze portretten werden samen met de vijftien winnende foto’s op 6 maart tentoongesteld in Foam.
Silke.
Met dit project bracht Foam VMBO-leerlingen op een laagdrempelige manier in contact met het medium fotografie.
Rubens
Ook voor de peers was er een beloning. Drie jongeren zijn geselecteerd om aan de slag te gaan als museumdocent bij Foam. Tijdens de expertmeeting op 28 maart, georganiseerd in Foam om culturele instellingen te informeren over het werken met peer educators in een museum, vertelden zij over hun ervaringen en gaven zij tips. v peer educatie
Proud to be… is een peer educatieproject. Peer educatie betekent in de praktijk dat mensen uit een specifieke doelgroep (peer educators) informatie en vaardigheden overdragen of gedrag overbrengen op andere leden uit die doelgroep (peers). Peer educators kunnen soms meer voor elkaar krijgen dan ouders, docenten en professionals, omdat zij als rolmodel hun persoonlijke ervaringen met andere jongeren delen. nieuwsgierig geworden?
www.foam.org Nino
48
Dina
juli 2013
Emin
49
schakels in een keten
schakels in een keten
2
1 Actiefburgerschap begint met communiceren: The Conversation Prism van Brian Solis verbeeldt de mogelijkheden anno 2013.
1. Sywert van Lienden (22 jaar), voorzitter LAKS en oprichter van G500 op een CDA-congres juni 2012. Foto: Nicole Hagesteijn 2. Zehra Sariaslan (24 jaar) verkozen tot jongerenvertegenwoordiger naar de Algemene Vergadering van de VN. Foto: Tjebbe Venema
4
3
4
Schakels in een
keten
3 Jurgen (25 jaar), Lotte (27 jaar), Mariëlle (22 jaar) en Jeroen (24 jaar) haalden voor het Jongeren Rode Kruis, afdeling Aalsmeer en Uithoorn, € 1630,-- op voor Serious Request 2012. Foto: Jongeren Rode Kruis, afdeling Aalsmeer en Uithoorn. 4. Jongeren van Hope XXL organiseren een conferentie en nodigen Kofi Annan, voormalig secretaris-generaal van de Verenigde Naties, uit. Foto: Amrah Schotanus.
Mediawijsheid, burgerschap en filosofie: een sterk bondgenootschap Dat burgerschap onverbrekelijk verbonden is met de media, verwondert niemand. Toch worden ze in ons onderwijs weinig expliciet gekoppeld. Nog minder vaak zie je een relatie van deze twee met filosofie. Maar juist in hun onderlinge samenhang vormen mediawijsheid, burgerschap en filosofie een meerwaarde ten opzichte van de geïsoleerde aanpak. Een meerwaarde die, hoewel intuïtief wel voelbaar, niet gemakkelijk is te duiden: Hoe zit het met de depolitisering van de burger? Wat betekent actief burgerschap? En hoe kunnen u, ik en onze leerlingen er praktisch mee uit de voeten? AUTEUR: SASKIA VAN DER LINDEN
B
urgerschap is net als media en filosofie verbonden met cultuuronderwijs. Met het inrichten en vormgeven van de samenleving creëren we immers onze cultuur, werkverdeling, machtsverdeling of omgangsvormen. Het zijn allemaal afspraken, gebaseerd op normen en waarden: ethische gronden. Bij cultuurstudies reflecteren we dus ook op de samenleving zoals die zich georganiseerd heeft en hoe
50
we daar als individu in functioneren. Binnen het programma van CKV heeft zelfreflectie en identiteit een duidelijk plek. Reflectie over de eigen rol in de samenleving is een onderdeel daarvan. Daarnaast is er een verband tussen de cultuurfilosofische analyse van de menselijke communicatie met tekst, geluid en beeld en de vaardigheden om als individu adequaat in onze maatschappij te participeren. Als leerlingen begrijpen hoe een politicus
zijn boodschap verkoopt, wat de rol van de media daarin is en hoe kunstenaars, rappers, cartoonisten of schrijvers hierop reageren, opent zich de mogelijkheid om actief aan deze communicatie deel te nemen: medespeler worden door vorm te geven aan de samenleving. Het gaat er hier om burgerschap niet te beperken tot kennis van democratie, wereldpolitiek en mensenrechten, maar om het worden van, wat de Duitse filosofe Hannah Ahrendt
kunstzone.nl
‘een politiek mens’ noemt, een participerende burger. Burgerschap en politiek zijn geen populaire onderwerpen. Het machteloze gevoel dat dit grootheden zijn waar je als individu niets aan kunt bijdragen, geven die begrippen een negatieve connotatie. Jongeren zijn nog niet allemaal met dat gevoel besmet. Zij komen uit onderzoeken naar voren als mensen met levendige ideeën en een actieve wens zaken te veranderen: vaak progressiever dan de gemiddelde burger. Handelen
Het gevoel er als burger ‘niet toe te doen’ signaleert Hannah Ahrendt al midden vorige eeuw. Zij laat vervolgens zien hoe burgerinbreng een voorwaarde is om de samenleving vorm te geven; dat dit bevredigend is, want dat we onszelf ermee vormgeven. Een inspirerende gedachte!
juli 2013
Als we even over haar schouder meekijken: zij onderscheidt drie menselijke activiteiten. Elk mens arbeidt om zichzelf en de zijnen in leven te houden. Dit is de zich steeds herhalende arbeid. Daarnaast werkt hij om duurzame dingen te produceren die hem en de zijnen een veilige, aangename omgeving bieden. Beiden zijn levensnoodzakelijke en nuttige activiteiten die hun functie verliezen als de betreffende persoon er niet meer is. De derde activiteit, handelen, ziet zij als wezenlijk voor de menselijke existentie. In ons handelen doen we dingen die ons eigen belang overstijgen. In handelen bepalen we wat we willen bijdragen om de samenleving vorm te geven, in gesprek en handelend in relatie tot anderen. Dit handelen gaat voorbij het eigen belang en is gericht op liefde voor de samenleving. Het doel dat we ermee bereiken, staat los van onze levensloop.
Handelende leerlingburger
Vanuit dit handelen, en reflectie over het handelen, wordt burgerschapseducatie geen verhaal over democratie: geen lessen over EU, NAVO of mensenrechten. De daadwerkelijk handelende leerling staat centraal. Via een verkenning van zijn omgeving onderzoekt hij zijn rol en de rol die hij zou wíllen spelen. Hij wordt uitgedaagd om activiteiten van leeftijdgenoten, buurtgenoten, en lokale politiek te begrijpen, te wegen, en daar actief tegenwicht of steun aan te geven. De discussies in de klas, op school of bij landelijke debatwedstrijden, organiseren leerlingen zelf. De petitie, demonstratie of actie om iets voor buurtgenoten te realiseren, kiezen en voeren zij zelf uit. In groter verband verkennen zij activiteiten die landelijk en internationaal spelen. Onderscheidend is dat de doorlopende leerlijnen in de activiteiten gezocht worden en niet zozeer in de lesin-
51
schakels in een keten
alice moves
AliceMoves
Website met oproep tot het tekenen van een petitie om de Pakistaanse kinderrechtenactiviste Malala Yousafzai (16 jaar) de Nobelprijs voor de vrede te geven.
Matchingsplatform voor cultuuraanbieders en onderwijs houden van burgerschap. Wat doet die LAKS-jongen toch steeds in het nieuws? En hoe komen die NJR-jongeren toch in de VN te spreken? Is 3FM Serious Request alleen een feestje? Wat willen de jongeren van Hope XXL van Kofi Annan? En waar strijdt het Pakistaanse meisje Malala voor? Maar vooral, hoe kan ík Malala steunen? En aansluitend: wat kan ík bereiken met sociale media? Stem via mediawijsheid
Werkelijk deelnemen aan de samenleving betekent je stem laten horen. Sommige jongeren laten via sociale media weten dat zij gepest worden. Zo’n roep is een machteloze stem. Bij het opstellen van een petitie om op school een beter pestprotocol te realiseren, moet je ook je stem laten horen. Mediawijsheid en 21st Century Skills die er op gericht zijn om media efficiënt te kunnen inzetten, zijn hierbij onontbeerlijk. Niet een machteloze kreet via Facebook voorafgaand aan een wanhoopsdaad, maar de inzet van Evernote, Mindmapping, Livebinder, Prezi, de talloze inhoudelijke fora, petitiemogelijkheden, bloggen, en - jazeker - uiteindelijk ook Twitter en Facebook. Gefocust middelen kiezen en selectief gebruiken om iets te bereiken, iets dat losstaat van je eigen belang en levensloop, iets dat je met anderen verbindt en je stem zeggingskracht verleent. Onderzoekend leren met filosofie
52
Dit focussen, selecteren en verbinden met anderen werkt als leerlingen wereldgebeurtenissen onderzoeken, bevragen, erover reflecteren en er betekenis aan verlenen. Juist filosofie stimuleert zowel zelfreflectie en oordeelsvermogen als een vragend-onderzoekende houding. Het gaat hierbij om het praktiseren van die vaardigheden. Ahrendt stelt dat het politieke handelen ontwikkeld moet worden en dat gebeurt door de uitoefening ervan. Dit is niet gelijk aan het naspelen van een debat, petitie, actie of een goededoelen fancy fair, maar om, zoals ook SLO in de bundel Kiezen voor burgerschap en mensenrechteneducatie bepleit, het aanleren van zinvolle handelingen via de praktijk. In die praktijk zal heel wat misgaan. Er is geen bescherming van een geënsceneerde omgeving: juist daarin bestaat de grote kracht van dit leren. In ons schoolsysteem is weinig rijkdom aan vergissingsmogelijkheid. Hoe mooi zou het zijn als we op school al leren te leven volgens onze menselijke onvolkomenheid! Maar vooral, hoe goed zou het zijn als we onze volgende generatie de ruimte laten zelf de wereld te duiden en vorm te geven, zonder dat we het bestaande veiligstellen en in steen uithouwen? Is het u ooit opgevallen hoeveel methodes, cursusboeken, lesbrieven beginnen met een uiteenzetting van het te behandelen begrip? Zelden staan we leerlingen toe de zaak, gebeurte-
nis of verschijning te onderzoeken om er hun eigen betekenis aan te verlenen. Participatie als schakel
Geen lessen over, geen filosofische of historische beschouwingen en geen mediaproductie zonder noodzakelijkheid. Het centrale aspect dat mediawijsheid, filosofie en burgerschap verbindt, wordt - in de geest van Ahrendt - gevormd door participatie. Deelname van leerling en docent als gelijken in de zin dat iedereen het proces kan beïnvloeden en mede vormgeeft aan de lessen burgerschap. Eerder genoemde voorbeelden uit dit artikel zijn losse illustraties uit een lessenserie mediawijsheid, burgerschap en filosofie, waarbij leermomenten, gericht op handelen en participatie, in een leerlijn op elkaar aansluiten en een samenhangend geheel vormen.v
nieuwsgierig geworden?
• • • •
Denken, Hannah Ahrendt, De Arbeiderspers 1980. Kopstukken filosofie, Hannah Ahrendt, Karl-Henz Breier, Lemniscaat 2005. Kiezen voor burgerschap en mensenrechteneducatie, SLO 2012. Meer informatie via de hoofdredactie van Kunstzone.
kunstzone.nl
Op het nieuwe landelijke online matchingsplatform AliceMoves kunnen scholen snel en gemakkelijk de culturele activiteiten zoeken die passen bij hun wensen. Scholen en cultuuraanbieders vinden elkaar hier via hun profiel. Zo ontstaat landelijk én lokaal/regionaal een goede match voor cultuuractiviteiten in het onderwijs. AUTEURS: MICHIEL DE WIT EN FINN MINKE
A
liceMoves is een cultuurcommunity voor onderwijs en cultuur met als doel om samen te werken aan beter cultuuronderwijs. Met tips, uitwisseling en feedback kunnen scholen en cultuuraanbieders samen de kwaliteit van cultuureducatie stimuleren. Cultuuraanbieders kunnen sinds begin maart een profiel aanmaken en hun educatieve activiteiten online zetten. Het aantal geregistreerde cultuuractiviteiten groeit sindsdien met gemiddeld 100 per week. De honderden filmpjes en foto’s bij deze activiteiten geven een levendig beeld van de verschillende kunstdisciplines. Precieze selectie
Ook scholen kunnen nu een profiel aanmaken. Zij krijgen daarmee toegang tot het uitgebreide cultuureducatieve aanbod op AliceMoves. Het platform is officieel gelanceerd tijdens een symposium over creativiteitsontwikkeling en cultureel ondernemerschap begin april. Marina Brito de Campos, directeur van de Amsterdamse kunstmagneetschool Pieter Jelles Troelstra, zocht daarbij als openingshandeling ter plekke een activiteit via AliceMoves uit, en kreeg hiervoor een voucher van 250 euro. Brito de Campos: ‘Ik ben erg enthousiast over AliceMoves. Eindelijk één plek waar je snel en makkelijk cultuureducatief aanbod kunt vinden. Het is vaak lastig om goede inhoud, lessen en projecten te vinden in het oerwoud van aanbod. Op AliceMoves kan ik snel zoeken op basis van mijn eigen wensen.’ AliceMoves bood haar op basis van zoekcriteria, een precieze selectie uit het aanbod. Eerst voerde ze het maximaal te besteden bedrag in, vervolgens selecteerde ze de discipline dans, en het criterium ‘op school’. Binnen vijf minuten had de directeur een workshop uitgezocht, toegespitst op haar wensen.
juli 2013
Waardevolle statistieken
AliceMoves registreert het zoekgedrag van scholen. Daardoor ontstaan statistieken met waardevolle informatie over trends, behoeftes en keuzeprofielen. Cultuuraanbieders krijgen inzage in keuze, wensen en budget van scholen, zodat ze hier hun activiteiten op kunnen afstemmen. Scholen kunnen de statistieken gebruiken om hun eigen activiteiten te vergelijken met die van andere scholen. Doen we veel als school of juist weinig? Nog in ontwikkeling is het Cultuurkompas, waarmee de keuzes van de school op het gebied van cultuureducatie in kaart worden gebracht. In een oogopslag zie je waar accenten liggen, zodat je bewust keuzes kunt maken voor activiteiten. Ook in overleg met cultuuraanbieders biedt dit Cultuurkompas hulp om te komen tot goede afspraken. Tijdens de lancering van AliceMoves kregen de aanwezigen hiervan alvast een voorproefje. v
Ook lokaal en regionaal
AliceMoves werkt lokaal en regionaal samen met organisaties zoals Mocca in Amsterdam, De Kunstlinie in Almere en de Rijnbrink Groep in Overijssel. Aan meer partnerschappen wordt gewerkt. Deze partners krijgen een eigen website gericht op lokale of provinciale aanbieders en scholen. Zo profiteren zij van alle informatie die dit landelijke platform oplevert. Nieuwsgierig geworden?
Zie www.alicemoves.nl.
53
3
1 wie de jeugd heeft
wie de jeugd heeft
2
Stills uit de film Cultuureducatie, een Manifest.
1. Project over Rome. 2. Musical Fiddler on the Roof. 3. Open podium.
wie de jeugd heeft... Cultuureducatie, een manifest is een overdenking over centrale waarden ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Hoe de toekomst eruit ziet, weten we niet. Wel weten we dat de wereld snel verandert. Met welke kennis en vaardigheden rusten we mensen toe, zodat ze straks hun rol in de maatschappij kunnen vervullen als gelukkige en zelfstandige mensen?’ Dat is de start van de film Cultuureducatie, een Manifest. Kunstzone tekent aanleiding en reacties op. // vo // AUTEURS: JAN VAN GEMERT EN SASKIA VAN DER LINDEN
Manifest en film
Ter gelegenheid van het vijfjarig jubileum heeft de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) een manifest uitgebracht over cultuureducatie met een gelijknamige korte film. De film laat op indringende wijze zien hoe kunst en cultuur een onmisbare bijdrage leveren aan de ontwikkeling van jonge mensen. ‘De cultuurprofielscholen doen heel veel aan kunst- en cultuureducatie,’ vertelt Henk Visscher, voorzitter van de Vereniging CultuurProfielScholen, ‘maar na vijf jaar werd het tijd om eens goed na te denken over waar je het allemaal voor doet en waar je voor staat. Wij geloven dat het onderwijs verbetert door goede kunst- en cultuureducatie.’ Het veranderende politieke klimaat was mede aanleiding voor dit overdenken. Onder begeleiding van onder andere Mark Mieras en Lodewijk Ouwens belegde het bestuur van de vereniging enkele brainstormsessies om een manifest op te stellen. Op de conferentie Cultuur Leert Anders op 4 december 2012 werd het manifest gepresenteerd. De poster is van de site van de cultuurprofielscholen te downloaden. Visscher: ‘Het is vooral bedoeld om onze leden nogmaals bewust te maken van hun drijfveren. Sommige scholen gebruiken de film bij de werving van leerlingen, maar film en manifest zijn voor iedereen bedoeld. Het maakt duidelijk dat het niet alleen om veel tekenen, dansen en toneelspelen gaat. Het maakt duidelijk dat het gaat om meer samenhang en een breder cultuurbegrip.’ De film die naar aanleiding het manifest werd gemaakt, laat zien hoe hun
54
centrale waarden als experiment, creativiteit en nieuwsgierigheid centraal staan… in alle vakken en in het leven en werken na de middelbare school. ‘Ja, de film verbeeldt dit prachtig. Mij raakt vooral het moment dat het kunnen loslaten door dansende leerlingen in relatie tot dit loslaten getoond wordt.’ Leerlingen over de film
De film toont hoe je als projectleider of ontwerper essentiële vermogens nodig hebt zoals creativiteit, kritisch denken, samenwerken en communiceren. Sanne zit op 4-VWO van het Titus Brandsmalyceum, een cultuurprofielschool in Oss en locatie van Het Hooghuis: ‘Ik wil later architect worden en leer op school creatief denken wat ik goed kan gebruiken in dat beroep.’ Marit wil graag in een band spelen: ‘De lessen drama helpen om door muziek een emotie over te brengen.’ Kurt: ‘Ik wil later iets met computers gaan doen. Nieuwe dingen bedenken en daarbij creatieve oplossingen vinden.’ Op de vraag welke vaardigheden je leert bij kunst en cultuur, zegt Sanne: ‘Ik durf door de lessen veel makkelijker voor een groep op te treden en leer muziek componeren.’ Klasgenoot Marit noemt als eerste het woord creativiteit. Bijvoorbeeld het zelf maken van een lied met tekst. Ook vindt zij het belangrijk dat je inlevingsvermogen ontwikkelt. Kurt heeft een eigen definitie van creativiteit: ‘Een verband kunnen leggen tussen zaken die niets met elkaar te maken lijken te hebben.’ Hij
heeft dat zelf ook toegepast door het maken van een app voor sCOOLradio, de eigen radiozender van school. Op de vraag wat de school nu anders doet dan scholen die geen cultuurprofielschool zijn, zijn de antwoorden vrijwel eensluidend: SCOOLradio, de examenvakken muziek, drama en beeldend, de erg professionele schoolmusical en het open podium. Skills
Docent Paul van der Heijden (docent/cultuurcoördinator muziek en KUA van het Titus Brandsmalyceum) kan zich wel voorstellen dat SCOOLradio bovenaan het lijstje staat. Het is de eerste radiozender in Nederland binnen het voortgezet onderwijs waarbij samen met Radio 3FM een DJ-opleiding is opgezet. ‘Allerlei skills komen aan bod. Het verbindt alles binnen de school: leerlingen, docenten, vakgebieden. En het is een unieke plek om presentaties en nieuws met elkaar te delen.’ De film is heel herkenbaar. Er worden dingen gezegd die je eigenlijk allang weet, maar lastig te verwoorden zijn. Bij ons op school treden bijvoorbeeld vaak leerlingen op. Iedereen is dan heel trots. Maar er wordt weinig naar de vaardigheden gevraagd. We hebben in de onderbouw een masterclassgroep Art en daar beoordelen we juist de vaardigheden zoals samenwerken, presenteren, initiatief nemen en creativiteit. Die beoordeling krijgen de leerlingen tijdens een reflectiegesprek waarbij ze ook zichzelf beoordelen. Meestal schatten ze zichzelf lager in of durven ze zichzelf geen hoog cijfer te geven.’ Kunstintrinsieke waarden
Het manifest baseert het belang van kunst- en cultuuronderwijs op een aantal waarden zoals kunstintrinsieke waarden als talentontwikkeling of schoonheidsbeleving en smaakontwikkeling. Van der Heijden: ‘Leerlingen zeggen dat ze een eigen stijl ontwikkelen. Het is zo persoonlijks dat je het meteen herkent. Juist in kunstvakken zie je dat terug. Zo ook schoonheidsbeleving. Als je samen een kunstwerk gaat maken, dan heb je het erover waarom je het mooi vindt. Dan kom je tot de essentie van het vak. Dan gaan leerlingen zich afvragen waarom dit muziekstuk of kunstwerk beter in elkaar zit dan het andere. Leerlingen moesten bijvoorbeeld bij de masterclass Art kunstwerken maken met de emoties blij, bedroefd, bang en boos. Zo kom je tot de muzikale basiselementen. Welke toonsoort moet je gebruiken, mineur, majeur, welk tempo, maatsoort, ritme en toonhoogte? Een mooi proces om erachter te komen hoe de vorm moet zijn.’
juli 2013
Basale waarden
Er worden in het manifest basisvermogens genoemd zoals reflectie en identiteit. Volgens Van der Heijden leer je bij kunst reflecteren op jezelf en anderen. ‘Hierdoor moeten leerlingen steeds een mening geven. Dat is bij ons schoolbreed overgenomen. In elke periode is er binnen de mentoruren een reflectiegesprek aan de hand van criteria.’ Omdat we cultuurprofielschool zijn, proberen we lijntjes met andere vakken te leggen. De verbindingen tussen vakken vindt je in vaardigheden die je nodig hebt in bijvoorbeeld het examen. Het gaat om reflecteren, samenwerken, presenteren, creativiteit. Binnen het zogenaamde expeditie-onderwijs op onze school komen deze vaardigheden in ontwikkellijnen terug. Deze vorm van onderwijs is opgezet voor leerlingen die graag zelfstandig willen leren. Zij werken in groepen aan projecten waardoor je die vaardigheden hard nodig hebt.’ Voorwaarden
Een van de voorwaarden om genoemde waarden een kans te geven is didactiek. ‘De didactiek is zo gericht dat leerlingen zelf met vragen komen. Je wilt leerlingen nieuwsgierig maken met datgene wat ze moeten maken. Dat is een mooie weg. Je moet leerlingen uitdagen. Het kan door open opdrachten. Dan is er de mogelijkheid dat leerlingen er iets van zichzelf inleggen. En gaan ze onderzoeken waardoor de vaardigheden aan bod komen. Leerlingen en docenten kunnen dan samen hun talenten ontwikkelen. Er is een open sfeer op het Titus Brandsmalyceum. En dat komt weer terug bij de leerlijnen waar we het net over hadden. Leerlingen moeten zich durven uiten. Anders kan het niet. Leerlingen moeten zich veilig en vertrouwd voelen. En gelukkig kan dat op onze school.’ v
nieuwsgierig geworden?
• •
Manifest: www.cultuurprofielscholen.nl > De CultuurProfielSchool > A2 poster Manifest_pr1.pdf Film: Cultuureducatie, een Manifest: www.youtube.com/ watch?v=QtDcwBq9-EI
55
het volk gaat nooit ten onder
het volk gaat nooit ten onder
te vertellen heeft. En dat wordt nu praktisch onmogelijk gemaakt door de Raad voor Cultuur. Wigbolt Kruyver en Bert Bunschoten, naast Joep Kruyver - die nu zal stoppen - de grondleggers, geven echter niet op. Wigbolt Kruyver: ‘Ook al zullen de vormgever, de regisseur, de decormakers en andere theatrale dienstverleners hun diensten waarschijnlijk voor veel minder geld moeten aanbieden.’ Foto’s: Ton Pors
het volk gaat
nooit ten onder Het Volk is een Haarlemse, professionele theatergroep die al bijna 40 jaar door heel het land optreedt, en nu - na een positief advies van de Raad voor Cultuur - toch te horen heeft gekregen dat het geld er niet meer is. // AUTEUR: PAUL ROOYACKERS
E
en eigenwijze, verrassende, oorspronkelijke en ambachtelijke manier van werken van deze theatermakers zorgt voor volle zalen door heel het land en toch houdt de subsidie op. Heft de groep zichzelf nu op nu de laatste voorstelling nota bene Het Jubileum heet? Als je ieder jaar met een nieuwe literaire theatervoorstelling komt die de toeschouwer verwent met eigen teksten, eigen opvattingen en last but not least een geheel eigen speelstijl, dan zou je toch zeggen dat je je bestaansrecht absoluut hebt bewezen in het Hollandse bestel van theatergroepen! Vooral als het gaat om een aantal spelers die - wars van trends en stromingen - met niet mis te verstane verbijstering, verbazing en mededogen kijkt
56
naar het trieste dier dat zich kamt: de mens. De grondidee die uit bijna iedere voorstelling naar voren komt, kun je omschrijven als het mannelijk onvermogen, zoals de acteurs zelf melden. Is dat niet wat iedere theatergroep doet: de toeschouwer verrassen en ze overvallen met eigen ideeën en opvattingen. Natuurlijk, maar zo specifiek als Het Volk ingaat op met name de al zo vaak genoemde onkunde van de man om te communiceren, zie je niet snel zo specifiek en zo indringend bij de grote thema’s van een andere theatergroep terug. In deze zoektocht naar het mannelijke wezen iedere keer weer een aspect blootleggen waarbij ernst en humor elkaar in evenwicht houden en de toeschouwer toch een boodschap meegeeft naast de broodnodige herkenning, dat betekent dat men als kijker mee wil reizen met wat deze groep
kunstzone.nl
Het al jaren hondstrouwe publiek dat deze toneelgroep volgt in allerlei steden als Heerenveen, Utrecht of Leiden zal ook in de toekomst vanaf het begin van het seizoen kaarten bestellen, ook al wordt de geldkraan afgesloten. Daarvan zijn de spelers overtuigd. Men speelt elk jaar zo’n honderd keer de voorstelling, iets waar veel theatergroepen stinkend jaloers op zijn. Kruyver: ‘Het smoelwerk van Het Volk blijft erin zitten. We tonen de spiegel op het leven, hoe triest het leven eigenlijk is, hoe groot het mannelijke onvermogen eigenlijk is. Het mannelijk lotgenootschap is namelijk herkenbaar, of je nu in het noorden of het oosten woont. En deze boodschap blijft Het Volk uitdragen. Wij signaleren dingen die in het leven voorkomen. Hoe verander je je leven, terwijl de worsteling blijft?’ De voorstellingen die de groep produceert, zou je kunnen vergelijken met wat een zanger doet die een smartlap zingt: hij zingt een levenslied waarin emotie, sentiment, maar ook de humor en tragiek van het leven blootgelegd wordt. Bunschoten: ‘In het toneelstuk dat Het Volk aflevert, wordt gewerkt met de tragiek van de man, zijn lot, zijn strijd met zichzelf, en met andere mannen die hetzelfde lot meemaken en herkennen.’ Zoals je bij een smartlap ook de lachspieren voelt, is het enigszins vergelijkbaar bij Het Volk. De speelstijl is een mix van ‘Doe maar gewoon’ en ‘Het kan niet gek genoeg’, naturel versus absurd en juist deze mix maakt dat het publiek vanaf het eerste moment voelt dat het gigantisch mis zal gaan met deze mannen. Niet in het laatst door de ongelooflijk prachtige mimiek die de heren zich eigen hebben gemaakt. In de laatste voorstelling Het Jubileum komen drie mannen op in een veel te grote monnikachtige pijen, met daarbovenop nog eens een te grote puntmuts en daaronder zielige gezichtsuitdrukkingen. Vanaf het eerste moment is de stemming
juli 2013
bepaald. Wat doen drie entertainers - want dat zijn ze, zeggen ze - met elkaar als hun leidsman en impresario plotseling overlijdt en zij als verlaten wezen achterblijven? Dan start een tragikomedie die uiteindelijk resulteert in het opkomen van een vierde persoon die op zijn eigen wijze dramatisch orde op zaken kan komen stellen, als de mannen daarmee akkoord gaan. Hilarisch zijn de korte momenten waarop de drie allereerst hun dansje doen en zich presenteren in hun korte act. Maar achter deze naïeve heren schuilt natuurlijk een drama van ongekende omvang. In scherp retorische stijl bedienen de mannen elkaar van symboliek en archaïsch taalgebruik waarbij langzaam het echte leed wordt blootgelegd. Een opbouw die in veel stukken bij deze groep zichtbaar is. Met revue-elementen wordt de voorstelling voorts uitgebouwd als de vierde man opkomt, die zichzelf als een engel beschouwt en de heren probeert te overtuigen dat hij ze een echte toekomst kan bieden. Absurde wendingen en droogkomische speelwijzen wisselen elkaar af in een anderhalf uur durend vermaak dat toch dieper snijdt dan alleen maar vertier. En dat is precies wat Het Volk wil! Kruyver: ‘Echt volkstoneel dat schuurt en wringt, schrijnt en dermate ongemakkelijk aanvoelt totdat je als toeschouwer jezelf meegenomen voelt in een zweefbaan zonder zichtbaar einde.’ Inmiddels zijn er ook twee theaterboeken verschenen, met ieder negen toneelstukken die je integraal nog eens kunt beleven, maar ook kunt spelen. Iets dat veel gebeurt, zowel door Nederlandse als buitenlandse toneelgezelschappen. Hoeveel bewijs wil de Raad voor Cultuur ontvangen, van al die vele duizenden toeschouwers die ieder jaar al maanden van te voren in de theaters hun kaarten kochten om deze mannen te zien spelen? Gelukkig zijn er nu de boeken, waarbij al die onvervangbare en prachtig geschreven teksten verzameld zijn uitgebracht door uitgeverij In de Knipscheer te Haarlem. Via www.kikproductions.nl kun je nu al boeken voor de volgende voorstelling Herfst in Schoorl die natuurlijk ook door het hele land gaat spelen, subsidie of niet! Steun deze mannen! Houd Het Volk in ere! v
57
observerend leren
vo // theatereducatie kunstenaars observerend over educatie leren
observerend
Leren
Een oud principe in een nieuw jasje Observeren is de meest basale manier van leren. Kijken en nadoen is wat kinderen van jongs af aan doen. Naast dit proces dat vanzelf gaat, wordt observeren in het onderwijs ingezet als didactisch instrument. Cultuur+Educatie 35 verkent observatie als leerstrategie in hedendaags kunstonderwijs. // AUTEUR: MICHIEL DE WIT
A
l heel jong leren kinderen nieuwe vaardigheden door ouders, broertjes, zusjes of een ander in hun directe omgeving te observeren. Baby’s leren bijvoorbeeld klanken maken en later hun eerste woordjes door goed te luisteren en te kijken naar de mond van pratende mensen. Leren door observeren gebeurt niet alleen vanzelf en in informele leeromgevingen, maar wordt ook als didactisch instrument benut in het onderwijs. Hoe speelt observeren een rol in de hedendaagse kunstonderwijspraktijk? En hoe vormt observeren een effectieve leerstrategie? Cultuur+Educatie 35 benadert dit thema vanuit vijf verschillende invalshoeken, zowel theoretisch als vakinhoudelijk. Zo komen dans, muziek en creatief schrijven voorbij, een uitstapje naar het Nepalees onderwijs, alsook het observeren van experts, YouTube, of gewoon jezelf. In de praktijk van het kunstonderwijs is observeren niet nieuw, maar het loont de moeite die praktijk nog eens nader te bekijken. ‘Principes kunnen bewuster en op nieuwe manieren kunnen worden toegepast,’ aldus Talita Groenendijk in haar openingsartikel.
Foto’s: LKCA
58
kunstzone.nl
juli 2013
(Zelf)observatie in dansonderwijs
‘Elke dansstudent moet leren zich tot zijn vak en zijn lichaam te verhouden,’ schrijft Äli Leijen. Leijen gebruikt een digitale leeromgeving waarin studenten hun eigen dans (ballet) en andermans dans (choreografie) observeren, beschrijven en evalueren. De leeromgeving blijkt bij de balletlessen vooral reflectie over de techniek te stimuleren en bij choreografie de reflectie over intenties. De rol van peers is volgens Leijens essentieel om goede reflectie te bereiken. Carolien Hermans benadrukt de essentie van imiterend leren om net die ene dansbeweging perfect onder de knie te krijgen. Ze legt uit dat het kijken naar een beweging niet passief, maar juist een actieve houding veronderstelt: kijken is ook doén. Hermans presenteert ook de hypotheses van haar nog uit te voeren experimentele onderzoek naar observatie en imitatie als middel voor het dansonderwijs aan kinderen met autisme. Creatief door observatie
Bij vakken als beeldende kunst en creatief schrijven in het voortgezet onderwijs kan observerend leren inzicht verschaffen in
het eigen creatieve proces. Dat kan de creativiteit en kwaliteit van kunstzinnige producten ten goede komen, stelt Talita Groenendijk in haar tweede bijdrage. Ze benutte video’s met modellen die een gedicht, collage of ontwerp maken en hardop hun creatieve stappen verwoorden. Kijkend musiceren
Leden van muziekbandjes leren van en met elkaar tijdens het spelen van (westerse) popmuziek. Jaco van den Dool van Erasmus Universiteit Rotterdam voerde onderzoek uit in Nepal en observeerde het leerproces van drie verschillende bands. In een casestudy in Kathmandu onderzocht hij de cruciale rol van observatie tijdens het leren van een tweede muzikale taal. Jongeren in Kathmandu zijn opgegroeid met Nepalese muziek, maar leren zichzelf westerse populaire muziek aan door observatie van vrienden en instructievideo’s op internet. Cultuur+Educatie 35 is te bestellen via www.cultuurnetwerk.nl/ cultuur+educatie en
[email protected]. De prijs bedraagt € 16,50, voor studenten € 12,40. v
59
illustreren met de ipad
illusteren met de ipad
H
oe zoek je een geschikte tekenapp? Er zijn heel veel (gratis) tekenprogramma’s te verkrijgen voor de iPad. Kinderen maken hierin kennis met digitaal tekengereedschap, zoals pen, penseel, airbrush, gum en emmertje (voor het vullen van vlakken). Daarnaast leren ze digitale tekentechnieken zoals selecteren en verplaatsen, kopiëren en werken in lagen. In sommige apps kun je ook foto’s en video’s importeren, geluid opnemen en animaties maken. Dit biedt heel veel creatieve mogelijkheden, waarbij de eigenschappen van de tablet goed tot zijn recht komen. Helaas zitten in veel apps ook funonderdelen zoals clip-arts (stickers) en patronen. Hiermee spelen is zeer verleidelijk, maar gaat ten koste van de eigen creativiteit. Geef de leerlingen daarom een gerichte opdracht, zodat ze niet verzanden in blijven experimenteren, maar ook gericht aan een tekening of animatie werken.
1
3 2
illustreren met de
•
•
De mogelijkheden voor het maken van tekeningen, animaties en filmpjes op de iPad zijn eindeloos. Door het gebruiksgemak kunnen kinderen al vrij snel met de meeste software overweg. Tekenopdachten op de iPad kunnen goed worden ingezet in combinatie met andere vakken zoals lezen en creatief schrijven. Zo leren de leerlingen omgaan met een tablet en merken ze dat ze niet alleen consument zijn, maar ook zelf dingen kunnen maken. // po // AUTEUR: RIAN VISSER
kunstzone.nl
Naast tekenprogramma’s zijn er apps waarin je beweging en geluid kunt
Niets is leuker dan een echte animatie maken. Je tekent plaatje voor plaatje en speelt het daarna af, zodat je tekening tot leven komt. De app Animation Creator HD is heel geschikt om de basistechnieken van animeren onder de knie te krijgen. Je kunt zelfs geluid toevoegen en je filmpjes exporteren naar YouTube. Bij deze app is een gratis les gemaakt, waarin de basistechnieken stap voor stap worden uitgelegd. Kinderen van de bovenbouw kunnen hier zelfstandig mee aan de slag: www.rian.visser.nl./2012/06 > Zelf een animatie maken op de iPad, bijvoorbeeld als illustratie bij een gedicht. v
Wil je dat kinderen gericht aan een tekening werken? Kies er dan voor om een opdracht te geven gekoppeld aan een thema. In dit voorbeeld is voor Koningsdag gekozen.
•
iPad
Geluid en beweging toevoegen
een bewegende tekening
Zelf creatieve apps zoeken
•
Suggesties voor creatieve lesopdrachten
Tip: Gebruik een tekenpen (stylus). Wanneer je met je vinger tekent, zie je soms niet goed wat je doet. Het daarom handig om een speciaal iPad-pennetje, een stylus, te kopen. De prijs varieert tussen de zeven en veertig euro.
opnemen. Hiermee benut je de mogelijkheden van de iPad optimaal. Met de app ShowMe Interactive Whiteboard kun je tijdens het tekenen je stem opnemen, bijvoorbeeld een uitleg. De app is namelijk bedoeld om een presentatie mee te maken, maar leent zich ook goed voor het maken van een animatie bij een gedicht. De presentaties van ShowMe Interactive Whiteboard kunnen online worden gedeeld. Als je zorgt dat de internetverbinding van de iPad uit staat, wordt de presentatie gewoon op de iPad bewaard. Voorbeelden van gedichtenanimaties staan op www.rianvisser.nl/2012/10 > Tekenen op de iPad met ShowMe.
Maak een illustratie over Koningsdag 2014
•
1. Animatie gemaakt met ShowMe Interactive. - 2. Animatie gemaakt met Animation Creator HD. - 3.Drawing with Carl-gereedschappen.
60
Iets anders waar je op moet letten, is dat gratis apps vervelende reclame kunnen bevatten of een IAP (In App Purchase). Ook dat is niet wenselijk. Bij de iPadinstellingen kun je aankopen via de app uitzetten. Zorg ervoor dat je de apps redelijk goed kent voordat de leerlingen met de apps gaan werken.
Mijn favoriete tekenapps voor het PO zijn: - Drawing with Carl. Gebruikersvriendelijke app voor de onderbouw en middenbouw. Links staan de kleuren en met de plus-knop kunnen nieuwe kleuren gemaakt worden. Onderaan staan de gereedschappen. Met de pijltjes rechtsboven kun je stapjes terug of vooruit gaan. Bij het gereedschap worden (helaas) ook patronen en stempels aangeboden. - SketchBookX. Rijk aan mogelijkheden en geschikt voor de middenbouw en bovenbouw. Net zoals bij professionele tekenprogramma’s zoals Adobe Photoshop en Adobe Illustrator kun je in lagen werken. Je kunt bijvoorbeeld een aparte laag voor de ondergrond maken of de tekst in een aparte laag zetten. Je kunt de lagen dupliceren, samenvoegen en deels transparant maken. Met de bewerkingsknop kun je de tekening draaien, vergroten, verkleinen en verplaatsen.
• •
Bespreek met de kinderen hun herinneringen aan Koninginnedag. Wat was leuk en wat was minder leuk? Schrijf een aantal inspiratiewoorden op het bord: muziek, rommelmarkt, spelletjes, fanfare, televisie, verkleden, enzovoort. Zorg dat de fantasie goed geprikkeld is, voordat ze aan het werk gaan. Vertel de kinderen dat ze een illustratie gaan maken over Koningsdag. Dit kan een poster, ansichtkaart, uitnodiging of illustratie bij een verhaal zijn. Laat de kinderen eerst schetsen op papier, voordat ze op de iPad aan het werk gaan. Koppel een iPad aan het digibord en geef een demonstratie van de belangrijkste tekengereedschappen van de app Drawing with Carl of SketchBookX. Zorg dus dat je zelf al met de app geoefend hebt. Laat de kinderen nu op de iPad werken. Zeg dat het om een oefening gaat. Als dat mislukt, is het niet erg. Het is tenslotte een hele nieuwe manier van werken en ze kunnen van elkaar leren. Zorg dat ze het leuk vinden en niet bang zijn om het te verpesten. Omdat er wellicht niet voor elk kind een iPad is, kun je ze om beurten op papier en iPad laten werken. Tip: laat de kinderen de tekening tussentijds bewaren, zodat ze eventueel naar een vorige versie kunnen teruggrijpen. Als de iPad-tekening klaar is, kun je die in kleur printen. Bespreek de werkstukken. Besteed daarbij ook aandacht aan de manier waarop de illustratie is gemaakt.
juli 2013
•
Zoek in de App Store (iPad: http:// itunes.apple.com/nl) of in Google Play (Android: http://play.google. com) op de woorden draw, sketch of animation. Kijk op de yurls-pagina van Susan Spekschoor: http://susan. spekschoor.nl > yurls Apps voor (speciaal) onderwijs > Creatief.
61
hedendaags historisch museum
hedendaags historisch museum
Foto: Noordbrabants Museum.
Ontwerptekening van het Ontdekstation Oude kunst van boven gezien.
Hedendaags historisch
museum
Er is iets bijzonders gebeurd in de Bossche binnenstad. Midden in het historische centrum is een museumcomplex ontwikkeld waar kunst en cultuur, heden en verleden samenkomen in een prachtige omgeving. Het Noordbrabants Museum en het Stedelijk Museum ’s Hertogenbosch bundelden hun krachten in het Museumkwartier en hebben hun deuren op 24 mei jongstleden geopend. // po/vo // AUTEUR: Thea vuik
H
et Noordbrabants Museum werd ingrijpend verbouwd en uitgebreid. Het 18de-eeuwse gouvernementspaleis (het hoofdgebouw van het Noordbrabants Museum) werd grondig gerestaureerd en de salons kregen de grandeur van weleer. De tentoonstellingsvleugel werd uitgebreid met drie expositiezalen. Ook werden de publieksfaciliteiten verbeterd met een nieuwe museumwinkel, een auditorium, een sfeervol café-restaurant en goed geoutilleerde vergaderfaciliteiten voor de zakelijke bezoekers.
Divers publiek
Het Noordbrabants Museum heeft de afgelopen jaren geëxperimenteerd in het aantrekken en interesseren van nieuwe doelgroepen. Dit werd bewerkstelligd door: • veelzijdigheid in de onderwerpen van tentoonstellingen; • tentoonstellingen te maken op het
62
•
snijvlak van kunst en cultuur, waarbij niet alleen de highlights getoond worden, maar ook met verhalen en objecten de herinnering van bezoekers activeren; een educatief aanbod waarin aandacht is voor verschillende vormen van informatie-overdracht gericht op diverse doelgroepen.
Binnen de organisatie werken conservatoren, educatoren en marketeers samen. Met elkaar stellen zij de jaarlijkse tentoonstellingsprogrammering samen, bepalen zij welke doelgroepen zij willen aantrekken, welk thema dan interessant is, welk verhaal ze willen vertellen en met welk concept en welke presentatiemiddelen ze het meest effect kunnen genereren. Medialab en Spetterlab
Door de verbouwing hebben de educatieve projecten een steviger basis. Daarmee is de afgelopen jaren ervaring
opgedaan. Hiervoor werden centraal in het museum een tweetal educatieve ruimtes gecreëerd: het Spetterlab, een atelier waar leerlingen aan de slag gaan met tastbare materialen, en het Medialab, waar leerlingen animaties en filmpjes kunnen maken. Ook is er in het museum een ruimte ingericht waar de creaties getoond worden. Kijken-doen-tonen
Uitgangspunt van het educatieve aanbod van het Noordbrabants Museum is bezoekers, jong en oud, kunst en geschiedenis actief te laten ontdekken door te kijken, te doen en te tonen. Deze visie vormt de kapstok waaraan ze alle educatieve programma’s gericht op de doelgroep jonge bezoekers ophangen. Onder de doelgroep jonge bezoekers vallen: leerlingen uit het primair onderwijs, leerlingen uit het voortgezet onderwijs, kinderen die in familieverband het museum bezoeken en tieners tot 18 jaar.
kunstzone.nl
zelf aan de slag
Structuur
De afgelopen jaren werd geëxperimenteerd in het aantrekken en interesseren van jong publiek. Niet alleen door financiële drempels weg te nemen (jongeren tot 27 jaar hebben gratis toegang tot het museum), maar ook door educatieve programma’s en tentoonstellingen te maken die aansluiten bij de belevingswereld van het jonge publiek. Waar in het verleden museumlessen voornamelijk draaiden om kijken, werd de laatste jaren steeds meer kijken en doen gecombineerd. Deze combinatie zorgt voor een positievere beleving én een betere kennisoverdracht.
Elk Ontdekstation heeft een eigen wereld en een eigen verhaal, maar het heeft steeds dezelfde onderdelen die in een herkenbare structuur te gebruiken zijn.
Tonen
Belangrijk onderdeel van dit proces was het een plaats geven van zelf gemaakte films of objecten. Daarom werd - naast kijken en doen - een derde component toegevoegd: tonen. De creaties van leerlingen zijn vaak bijzonder en geven ook anderen een nieuwe kijk op de kunstwerken en historische objecten in het museum. Door in het museum plekken in te richten waar creaties getoond kunnen worden, wordt delen mogelijk en worden ook andere bezoekers getriggerd door de nieuwe onverwachte invalshoeken die het werk biedt.
1. Ontdek. Elk station kent een ontdekkingstocht die dwars door de wereld loopt. Het is een straat in een stad of een paadje in de chaos van het atelier. De tocht is de rode lijn waarlangs de bezoeker een verhaal kan ontdekken. Het verhaal is in kleine stukjes opgedeeld en hoeft niet per se in chronologische volgorde te worden afgelegd. Elk deeltje van de tocht wordt op een afwisselende manier gepresenteerd; kleine interacties, filmpjes, clickables, enzovoort. 2. Bekijk. Rondom de ontdekkingstocht liggen op een logische manier in de wereld de kijk-onderdelen. Met Bekijk wordt er ingezoomd op een specifiek object dat op zaal hangt. Het object illustreert of versterkt het verhaal uit de ontdekkingstocht. De bezoeker kan het object op een interactieve manier bekijken en onderzoeken. Hoe is het gemaakt? Wat staat er eigenlijk op? Waarom hangt het in een museum? Met kleine ‘interactives’, quizjes, filmpjes ontdekt de bezoeker de antwoorden op deze vragen.
dynamische, steeds veranderende virtuele wereld. Thema’s
Op prominente plekken zijn in de vaste presentatie Ontdekstations geplaatst. De plaats is een bewuste keuze. Kinderen zijn niet ondergebracht in een aparte kindersectie, maar families worden juist uitgenodigd samen door het museum te lopen. Elk Ontdekstation behandelt een thema, waarbij de collectiestukken die te zien zijn rondom het station terugkomen. De thema’s van de Ontdekstations zijn: • Archeologie • Oude kunst • Romeinen • Middeleeuwen • Moderne kunst • Geschiedenis van de toekomst. v The Vuik interviewde voor dit artikel Caroline Verweij, senior medewerker educatie van het Noordbrabants Museum.
Ontdekstations voor kinderen
De Ontdekstations zijn grote interactieve stations die op zes prominente plaatsen in de vaste collectie staan. De bovenkant van de stations wordt gevormd door twee touchscreens met een virtuele, interactieve wereld. Deze wereld is geïnspireerd op de ontdekboeken voor de doelgroep, kinderen in de leeftijd van 8 tot 10 jaar. Het is een wereld die nieuwsgierig maakt: er gebeurt telkens iets anders; wie wil lezen, kan lezen, wie vermaak zoekt, vindt dat ook. In deze wereld willen kinderen steeds nieuwe dingen ontdekken.
juli 2013
3. Maak. Hier gaat de bezoeker zelf aan de slag in lijn van het onderwerp. Met steeds andere speciaal ontwikkelde ‘games’ gaat de bezoeker zelf iets maken of doen: een schilderij, een opgraving. De games draaien steeds om een belangrijk artistiek of historisch principe dat de bezoeker zich spelenderwijs eigen maakt. 4. Laat zien. De dingen die zijn gemaakt in de maak-onderdelen kunnen worden gedeeld. De gemaakte producten worden integraal onderdeel van het ontwerp van de wereld. Hiermee wordt het Ontdekstation een
nieuwsgierig geworden? Musea
- www.hetnoordbrabantsmusem.nl - www.sm-s.nl Educatie
www.hetnoordbrabantsmusem.nl > menu > Educatie > Kijken, doen en tonen
63
Boeksignalementen
Recensies
gEspot boEksIgnALementen
tonEEldanseXPOsitie&Boeken
FilosoFeRen doe Je Zo
leonaRd coHen
Filosoferen doe je zo is een programma filosoferen voor de hele basisschool, van groep 1 t/m 8. de belangrijkste reden voor de auteurs om deze uitgave te ontwikkelen is de toenemende belangstelling voor burgerschap en burgerschapsvorming in het onderwijs. die belangstelling wordt mede gevoed door wetgeving. sinds 2006 hebben alle basisscholen (en scholen voor voortgezet onderwijs) de opdracht burgerschap bij de leerlingen te bevorderen. Filosoferen doe je zo. Leidraad voor de basisschool, band 1 (groep 1 t/m 4) / Rob Bartels en Marja van Rossum. - Budel: Damon, 2013. - 173 pag. - ISBN 978-90-557-3919-6 - inclusief DVD Filosoferen doe je zo. Leidraad voor de basisschool, band 2 (groep 5 t/m 8) / Rob Bartels en Marja van Rossum. - Budel: Damon, 2013. - 169 pag. ISBN 978-90-557-3920-2 - inclusief DVD
sylvie simmons is een bekende biografieschrijfster en gelukkig voor ons, lezers, ook van het leven van de zanger leonard cohen. wie het 79-jarige fenomeen wil lezen van piepjong tot waar zijn leven zich nu bevindt, moet dit boek echt kopen. het geeft een onwaarschijnlijk goed beeld van wie de man cohen was en is, hoe hij zich door het leven heen heeft geslagen, met vele ups en downs. niet alleen voor muziekdocenten is dit boek zeer waardevol, voor de fan van deze zanger op leeftijd is het een naslagwerk en een inkijk in het echte leven van hem. over de tao van zijn leven, over de faillissementen, over de oorsprong van zijn schrijverijen en zijn keuze voor de zang. I’m your man, het leven van Leonard Cohen / Sylvie Simmons. - Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar, 2012. - 448 pag. - ISBN 978-90- 388-9629-8
alaRmeRen oF Begeleiden?
tekst voRmgeven
meeZingeR wie via bladmuziek en de nodige vrolijke anekdotes van kaandorp wil leren zingen als de cabaretière zelf, moet dit boek kopen. Meezingers als het non-liefdeslied op andries knevel en het fraaie Grote blote man staan verzameld in dit boekwerk dat de opbrengst is van dertig jaar gemeende gekkigheid van de vrolijke krullenbol die met haar ‘problemen’ nederland al die tijd al een heldere kijk op de maatschappij en haar privéleven gunt. niet alleen de bekende liederen komen in dit boek uitgebreid aan bod, ook liedjes als Zwaar leven, een echte relativiering op iedere dag, staat in het boek opgenomen. de onbevangen kaandorp bevat ook praktische tips hoe je een divers publiek tot stilte kunt manen. Middelbare scholieren zullen smullen als ze deze liedjes mogen nazingen. Dit is een meezinger / Brigitte Kaandorp. - Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar, 2013. - 584 pag. - ISBN 978-90-388-9469-0
Een boek bedoeld voor design studenten en beginnende ontwerpers. typografische vormgeving is het ensceneren van een tekst om de aandacht van lezers en kijkers te beïnvloeden en te sturen. het boek gaat over de bewuste en onbewuste keuzes die worden gemaakt. het boek geeft inzicht om gerichter te kiezen en de ontwerpen van anderen beter te kunnen beoordelen. Er is een indeling in lezen en kijken, typografische details, ontwerpstrategieën en middelen, organiseren en plannen, letters kennen, kiezen en combineren, letters en technologie. grafische ontwerpers nemen elementen van amateurdesign over, zoals zwart op geel, gecentreerde teksten. achterin het boek is een chronologisch overzicht van typografie en druktechnieken opgenomen en een lijst met aanbevolen literatuur. De vorm van tekst / Jan Middendorp. - Amsterdam: BIS Publishers, 2012. - 160 pag. - ISBN 978-90-636-9133-2
nieuWsFaBRiek nedeRland in 100 vooRWeRpen nu het rijksmuseum in april is opengegaan na een renovatie van tien jaar heeft conservator gijs van der ham uit de collectie honderd opmerkelijke voorwerpen gekozen om het verhaal van nederland te vertellen zoals bekende schilderijen en beelden, bijzondere sieraden, foto’s, penningen en wapentuig. Voorwerpen gemaakt door beeldhouwers, schilders, ambachtslieden; soms amateurs, maar vaker specialisten en kunstenaars. het boek is geïnspireerd door A history of the world in 100 objects geschreven door neil Macgregor, directeur van het British Museum in londen. de voorwerpen uit het boek zijn in het rijksmuseum te bekijken, soms in een ander museum en op www.rijksmuseum.nl. De geschiedenis van Nederland in 100 voorwerpen / Gijs van der Ham. Amsterdam: De Bezige Bij, 2013. - 512 pag. - ISBN 978-90-234-7827-0
64
rEcEnsies
journalistiek is verworden tot een ordinaire nieuwsfabriek, waar kijkcijfers, lezersaantallen, advertentie-inkomsten en winstgevendheid gelden als onbetwiste graadmeters voor succes. de bedoeling is om burgers permanent gebiologeerd te houden met spectaculaire, vermakelijke of anderszins aandachttrekkende berichten, niet om inzicht te kweken in de wereld om ons heen. het belang doet er niet toe, als er maar over gepraat wordt. rob wijnberg fileert de mechanismen achter deze aandachtseconomie en legt de ware aard van de moderne nieuwsvoorziening bloot. hoe ze in de ban is geraakt van doelgroepdenkers en marketeers en dwingt tot instantopinies. En hoe ze burgers ontmoedigt om na te denken. Voor elke docent en opvoeder een lezenswaardig document. De Nieuwsfabriek / Rob Wijnberg. - Amsterdam: De Bezige Bij, 2013. 128 pag. - ISBN 978-90-234-7758-7
kUnstzone.nL
De omslag stelt ‘Over de sociale media als de grote afleider’ en ‘Leer pubers zich concentreren!’, achtereenvolgens een probleem en een mogelijkheid. Focus! biedt een handvat iets te doen aan het mediaprobleem. Vooropgesteld dat er een probleem is. auteuR: saskia van deR linden
overtuigend geeft justine pardoen, hoofdredacteur van Ouder Online, talloze voorbeelden waar sociale media voor jongeren een hindernis vormt: weinig aandacht voor school en blijven zitten. de voorbeelden en onderzoeken ten spijt roept deze invalshoek toch vraagtekens op. ter verdediging: de urgentie van het onderwerp vraagt om krachtige taal. Voorbij de alarmerende teksten blijkt het praktische boekje een constructieve visie. pardoen schrijft helder en illustreert haar verhaal met citaten. ze neemt de lezer mee in haar analyse: niet de sociale media of de jongeren, maar het mediagebruik zelf heeft onwenselijke gevolgen. het ‘bewusteloze’ mediagebruik, doelend op het klakkeloos gebruik, zonder reflectie of keuzemomenten. hiertegenover stelt pardoen mindfull mediagebruik. zij is hierin niet de enige, in Net Smart ijkte howard rheingold de term - in al zijn modieusheid - tot ouderwets, bewust, aandachtig en reflectief mediagebruik. Focus! gebruikt daartoe de methode van echte vragen stellen en hierin ligt haar grote waarde. opvoeder en jongere trekken samen op in de zoektocht naar bewust mediagebruik. de echte vragen die pardoen tot slot van elk hoofdstuk als gereedschap aandraagt, zetten dit proces in gang. Echte vragen duiden op serieuze interesse, hebben niets te maken met de retorische vragen die we wel kennen. op ‘Vind je dit nu echt verstandig?’ wil je immers geen ‘ja, want…’ horen. Er is voor de jongere en zijn begeleider werk aan de winkel. weg van het verbieden, fronsende wenkbrauwen en onbegrip. samen zoeken naar de drijfveren van jongeren en die van jezelf. de ‘echte vragen’ vormen het goud in Focus!. ook voor wie de media niet als probleem ziet, klinkt het als muziek in de oren: blijven communiceren in face-to-face contact met jongeren van deze wereld, zonder de rol van mediale contacten te verguizen.
FOCUS! Over sociale media als de grote afleider Justine Pardoen Ouders Online/ Uitgeverij SWP, Amsterdam 2013 120 pagina’s ISBN 978 90 8850 386 3 Prijs: € 14,90
JULI 2013
scHool en kunst
In Nederland zijn we meester in het verzinnen van nieuwe namen voor dezelfde dingen die net weer heel even anders zijn. Han Berghs geeft een theoretische basis voor school, kunst en kunsteducatie en plaatst dit in samenhang en historisch perspectief. auteuR: Janneke van WiJk
School en Kunst is een duidelijk en prettig leesbaar handboek kunsteducatie voor paBo-studenten, leraren in het primair onderwijs , icc’ers en andere geïnteresseerden. ik denk hierbij ook aan ouders. Berghs ziet de docent niet alleen als coach, maar benadrukt ook de verantwoordelijkheid van de paBo-docent om zijn studenten actief in te leiden in zijn vakgebied. daartoe is behalve vakkennis ook kennis nodig van de algemene ontwikkelingspsychologie en in het bijzonder van de ontwikkeling van de deelgebieden taal, muziek, beeldend, dans, drama en beweging inclusief motoriek. het boek bestaat uit twee delen. in het eerste deel komt de school in historisch perspectief en de positie van kunst in de maatschappij en in relatie tot de mens aan de orde. het tweede deel behandelt de verschillende deelgebieden in verschillende hoofdstukken. de hoofdstukken eindigen met opdrachten. de actuele context komt aan bod in de vorm van onderwijsvernieuwingen, projecten en stimuleringsregelingen. Berghs wijst op het feit dat veranderingen niet altijd vernieuwingen zijn. school en kunst is een hernieuwde uitgave van Kunst, Opvoeding en Ontwikkeling uit 1999 en is geactualiseerd met behulp van recente literatuur en in de bijlage zijn de kernindicatoren opgenomen voor cultuuronderwijs. hierin worden competenties van leraren beschreven als kernindicatoren die specifiek zijn voor cultuuronderwijs en die aangeven over welke kennis, vaardigheden en persoonskenmerken de leraar moet beschikken om cultuuronderwijs te geven. cultuuronderwijs krijgt op de basisschool vorm in reguliere lessen waarin kunst, erfgoed en media worden verbonden met vakinhouden van andere vakken, in het bijwonen van culturele manifestaties zoals voorstellingen en tentoonstellingen buiten de school, in projecten waarin erfgoed, kunst en media een rol spelen en in reguliere lessen kunstonderwijs/kunsteducatie. dit boek biedt voor de po-docent genoeg input om zijn/ haar visie gestalte te geven in de vorm die bij zijn/haar school past. School en Kunst Han Berghs mijnbestseller.nl, Den Bosch 2012 119 pagina’s ISBN 978-94-6193-360-7 Prijs: € 22,11 (ebook € 15,10)
65
actieF met ckv
actieF met ckv
actiEfMEtckv
amsteRdam
museumapp is een smartphoneapplicatie die de collecties van musea verbindt aan de stad en verhalen over de buurt. Rembrandthuis lanceert daarbij haar derde tour Langs Amsterdamse Grachten. waar vroeger een gracht was, daar bevindt zich nu het Waterlooplein. Bij de wandeling met deze Museumapp kun je de huidige situatie vergelijken met de tekeningen die één, twee, drie of zelfs vier eeuwen geleden van deze amsterdamse plekken gemaakt werden. de eerste tour is Wandelen met Rembrandt in Amsterdam. Met deze tour wordt de wandelaar geleid langs plekken en gebouwen die belangrijk waren in rembrandts leven. de tweede tour heeft als titel Wandelen met Rembrandt in Amsterdam 2 - De late jaren. rembrandt heeft in amsterdam zijn grootste successen meegemaakt, maar ook zijn grootste dieptepunten. je kunt nog steeds wandelen langs plekken die belangrijk waren in rembrandts leven. de tweede tour voert langs de plekken waar rembrandt kwam in zijn late jaren, toen het hem niet voor de wind ging. www.museumapp.nl
1
RiJksmuseum in de klas kent onder andere een aantal programma’s voor het Vo: 1) Rondleiding Examen kunst 2014 biedt de leerlingen een actieve rondleiding langs de topstukken uit de zestiende en zeventiende eeuw. de rondleider brengt verdieping aan in het examenonderwerp Hofcultuur in de zestiende en zeventiende eeuw. 2) Rondleiding Toppers van de Gouden Eeuw laat de leerlingen op actieve wijze kennismaken met de nederlandse kunst en geschiedenis uit de gouden Eeuw aan de hand van de topstukken van het rijksmuseum. Bent u op zoek naar een rondleiding voor buitenlandse leerlingen die in nederland zijn voor een uitwisseling? Boek de rondleiding Zeventiende Eeuw in vijf talen (Engels, Frans, italiaans, spaans, duits). 3) Onderzoek Herken je klassiekers
1 rEMBrandt Van rijn - dE oMVal (1643)
organiseert het rijksmuseum speciaal voor leerlingen klassieke talen en kcV uit de bovenbouw van haVo en Vwo met een programma over de erfenis van de klassieke oudheid in de kunsten. in een interactief programma doen leerlingen zelf onderzoek naar speciaal in de bibliotheek klaargezette prenten en verschillende topstukken in het museum. 4) Workshop Dutch design in de Gouden Eeuw laat leerlingen in het museum de kracht van nederlands ontwerp in alledaagse gebruiksvoorwerpen en kleding onderzoeken. tijdens de workshop in het Medialab ontwerpen de leerlingen met innovatieve mediatechnologie hun eigen dutch design. 5) dankzij de nieuwe website www.rijksmuseum.nl/ rijksstudio kunt u kunstvoorwerpen uit het rijksmuseum ook tijdens de les gebruiken. op deze website staan 125.000 afbeeldingen van belangrijke kunstvoorwerpen uit het Rijksmuseum. de afbeeldingen zijn beschikbaar in zeer hoge resolutie en gratis te gebruiken. u kunt ook uw eigen selectie samenstellen. www.rijksmuseum.nl > plan je bezoek > kinderen, klas of groep > Voortgezet onderwijs > Meer voor de leraar, rijksmuseum amsterdam
WoRksHop leeR de leRaaR biedt u de kans om in één middag kennis te maken met de collectie van het Rijksmuseum. Bovendien reiken ze u handvatten aan om zelf met de klas een zinvol bezoek te brengen aan het rijksmuseum. Bezoek op donderdag 12 september 2013 van 15.30 uur tot 18 uur de Workshop Leer de leraar. deelname is gratis. daarnaast is er de Lerarenpas. inspiratie opdoen en het voorbereiden van uw museumbezoek kan natuurlijk het beste in het museum zelf. Met de lerarenpas heeft u een jaar lang gratis toegang. download het aanvraagformulier, vul het formulier in en neem het mee naar de informatiebalie in het rijksmuseum. op vertoon van een volledig ingevuld formulier ontvangt u de lerarenpas. per school worden er maximaal vijf uitgegeven. www.rijksmuseum.nl > plan je
2
2 inspiratiEMiddag lEErkrachtEn
bezoek > kinderen, klas of groep > Voortgezet onderwijs > Meer voor de leraar > workshop leer de leraar, rijksmuseum amsterdam
van alles Wat
HandWeRk kWaRtet laat leerlingen spelenderwijs kennis te maken met de oude handwerktechnieken, want het traditionele handwerken zoals het ‘vroeger’ op de lagere school van de handwerkjuf werd geleerd, is weer helemaal terug. in de winkels komen de brei- en haakgarens en de breinaalden weer in het schap te liggen en in tijdschriften wordt aandacht besteed aan zelfgemaakte modieuze kledingstukken. zelfs in de beeldende kunst steken fenomenen als wildbreien en borduren de kop op. ook hedendaagse mode-ontwerpers zijn met het ambacht bezig. Er is duidelijk een herwaardering voor oude technieken. Voor Elganan jelsma was dat de aanleiding om een handwerkkwartet samen te stellen. www.pubart.nl > webshop > spellen
3
museumJeugduniveRsiteit voor kinderen in heel nederland tussen acht en twaalf jaar gaat weer van start! de Museumjeugduniversiteit omvat 57 musea in 20 steden. Bijvoorbeeld in den haag doet naast Haags Historisch Museum, Museum de Gevangenpoort, Museon en Museum Meermanno nu ook Museum voor Communicatie mee. de deelnemende musea bieden een gevarieerde reeks colleges voor nieuwsgierige kinderen tussen acht en twaalf jaar. de colleges, die een uur duren, gaan over gekke, bijzondere of interessante onderwerpen, waarbij de collecties van de musea het uitgangspunt vormen. sprekers zijn wetenschappelijk medewerkers, wetenschappers uit de academische wereld of experts uit het vakgebied. inschrijving is mogelijk voor een of meerdere collegereeksen. Voor deze najaarsreeks is een aantal bijzondere sprekers uitgenodigd.
zo komt koningshuisdeskundige sandra schuurhof vertellen wat het betekent om koning te zijn. Mag je als koning alles zeggen wat je wilt? programma en theatermaker Fred zuiderwijk zal vertellen wat nu typisch den haag is. archeoloog Ben van den Bercken komt live een vis mummificeren en geurdeskundige caro Verbeek laat je ruiken hoe dieren met elkaar communiceren. de haagse winny zwetsloot, restaurateur van schilderijen, vertelt hoe moeilijk het is om een vervalsing van een schilderij te maken. kinderen kunnen zich via de website inschrijven voor een reeks van vier colleges. de kosten bedragen 20 euro voor de hele reeks. de eerste colleges beginnen in september. dergelijke colleges worden in heel nederland gegeven. zo ook in Eindhoven waar in de vier grootste én leukste musea vanaf september een nieuwe reeks colleges van de MuseumJeugdUniversiteit van start gaat. deze najaarsreeks is tot stand gekomen door de unieke samenwerking tussen DAF Museum, Eindhoven Museum, Philips Museum en Van Abbemuseum. wetenschappers, museummedewerkers en experts vertellen nieuwsgierige kinderen alles over techniek, geschiedenis, kunst en cultuur en bieden zo kinderen van acht t/m twaalf jaar een kijkje achter de schermen van de museumwereld. www.museumjeugduniversiteit.nl
4
ntJong maakt in seizoen 20132014 theater van nu voor publiek van nu. het nieuwe NTjong maakt voorstellingen voor kinderen en jongeren onder de vleugels van het Nationale Toneel. avontuurlijk, bezield, en ontroerend theater voor kleine en grote mensen. in seizoen 2013-2014 brengt ntjong zeven producties: van de kleutervoorstelling Kamashibai in de klas, tot de co-productie Zebra Zebra in de middenzaal, Titus over een eenzame jongen die voor de grootste beslissing van zijn leven staat en Mijn jas is mijn huis de laatste week van november
3
4 EindhoVEn MusEuM
is het officiële openingsfestival: 100% NTjong. dan zijn bijna alle voorstellingen te zien in den haag . Vervolgens gaan de voorstellingen het land in. 1) Zebra Zebra, vanaf vijf jaar. speelperiode: 6 oktober 2013 in première, schouwburg almere, daarna tournee t/m januari 2014. 2) Mijn jas is mijn huis, vanaf zes jaar. Een stuk van NTjong in co-productie met het Residentie Orkest. Een meisje wordt op een nacht wakker in haar jas en ontdekt dat ze niet meer in haar eigen bed ligt. haar jas is haar thuis geworden. 3) Leo & Lena, vanaf negen jaar. de jonge toneelschrijver jibbe willems maakt op verzoek van regisseur noël Fischer een radicale actuele bewerking van georg Büchner’s beroemde komedie Leonce und Lena. speelperiode: voorjaar 2013 en najaar 2014. 4) Titus, vanaf veertien jaar. de waarheid is soms zo saai. titus is een solovoorstelling over het harde maar fantasierijke leven van een slagerszoon. speelperiode: eind oktober 2013. 5) Lucy (L) Ringo (*) in de serie Theater dicht op de huid, vanaf acht jaar. de jonge toneelschrijfster jorieke abbing schreef op verzoek van noël Fischer een toneelstuk voor in de schoolklas over een wonderlijke jongen en een eenzaam meisje die met elkaar chatten op internet. speelperiode: januari t/m maart 2014. 6) Kamashibai, voor kleuters. Een beeldende vertelvoorstelling. Een acteur komt in de klas met een miniatuur ‘meeneemtheater’ waarin tekeningen, collages, figuren en bijzondere voorwerpen tot leven komen. speelperiode: februari/maart 2014 op scholen. www.nationaletoneel.nl > VoorstEllingEn > ntjong > agEnda
5
pRodemos BeZoek den Haag biedt wandelingen met verschillende thema’s: politiek, grondwet, wo ii, de route van de gouden koets, enzovoort. ze zijn te lopen met en zonder gids. de wandelkaartjes zijn voor € 2,50 te koop in het Bezoekerscentrum aan de hofweg (tegenover het Binnenhof), maar ook
gratis als pdf downloadbaar. www.prodemos.nl > Bezoek den haag > prodemos Binnenhof voor bezoekers > stadswandelingen > stadswandelingen door den haag
pRodemos op scHool kan ook naar u toekomen als het niet lukt om naar den haag te gaan. ze noemen dit De Haagse Tribune op school. Enthousiaste begeleiders komen een hele dag naar school om daar voor vier klassen vier workshops te geven. de dag begint en eindigt met een activerende gezamenlijke bijeenkomst. Voor deze activiteit vraagt prodemos een vergoeding. www.prodemos.nl > Voor scholen > Voor het voortgezet onderwijs > de haagse tribune op school pRodemos lesmateRiaal sluit voor een groot deel aan bij de dagprogramma’s van de Haagse Tribune, maar is ook los in de les te gebruiken. het heeft de volgende thema’s: politiek, Eu, media, rechtsstaat, geschiedenis republiek, geschiedenis koninkrijk. www.prodemos.nl > Voor scholen > lesmateriaal tHeateR in nedeRland (tin) is het vervolg van Theater Instituut Nederland dat per 1 januari 2013 alle activiteiten beëindigde. Theater in Nederland (TiN) heeft de tintheatercollectie in beheer gegeven aan de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam (UvA). de collectie van meer dan 500.000 items brengt drie eeuwen nederlands theater in beeld en vormt hiermee een belangrijke bron van informatie voor theaterwetenschappers, theatermakers en het publiek. Theater in Nederland (TiN) blijft eigenaar van de collectie. de Bijzondere Collecties dragen zorg voor een zorgvuldig beheer van de collectie en voor de ontsluiting voor onderwijs en onderzoek. ook is de collectie beschikbaar voor bruikleen. de Universiteit van Amsterdam (UvA) houdt de database met theaterproducties actueel. in deze database staan alle theaterproducties met medewerkers,
5 zEBra zEBra. Foto: BEn Van duin
6 MEdia En idEntitEit
rolverdeling en première-gegevens. de primaire doelstelling is het voortdurend laten groeien van www.theaterencyclopedie.nl, de online tool waar op wiki-basis (crowd sourced) informatie wordt verzameld over de nederlandse theatergeschiedenis. www.theaterencyclopedie.nl en www.bijzonderecollecties. uva.nl > nieuws & agenda > raadpleegbaarheid collecties tin en Mcn
mediacultuuR bevat mediawijze kunstlessen geschikt voor leerlingen van het VMBo, haVo en Vwo. de leerling krijgt met deze gecombineerde praktijken theorielessen inzicht in de werking van actuele kunst, media en beeldcultuur. deze eigentijdse lessen kunnen worden gebruikt in de kunstvakken, bij ckV of in vakoverstijgende projecten. docenten kunnen, na registratie, gratis gebruikmaken van de lessen. commentaar en suggesties voor nieuw beeldmateriaal zijn van harte welkom. de website biedt door studenten ontwikkelde mediawijze kunstlessen aan leraren van het voortgezet onderwijs. aan de basis van iedere MediaCultuurles staan actuele kunstwerken, fotowerken en vormgevingsproducten uit nederlandse museale collecties. Elke lessenserie bestaat uit een docentenhandleiding, lesmateriaal voor de leerling, en een overzicht van beeld- en tekstbronnen die in de lessenserie aan de orde komen. www.mediacultuur.net
6
;-)cyBRRR!!!-acteurs dagen jongeren uit met elkaar in discussie te gaan over gewenst en ongewenst gedrag in cyberspace. in korte scènes wordt ingegaan op pesten, privacy en seksuele intimidatie. Via theater in discussie over internet en sociale media. op verzoek van diverse scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs ontwikkelde theater a la carte de jongerenvoorstelling ;-)cybrrr!!!. deze voorstelling is te boeken door scholen in heel nederland. www.theateralacarte.nl >
7
jongerentheater > ;-)cybrrr!!!, theater a la carte WWW.mondRiaan.nl toont de kunstwerken van Mondriaan van het Gemeentemuseum Den Haag en de documentatie over de kunstenaar uit het rkd samen ontsloten. Mondriaan.nl is daarmee de grootste en meest uitgebreide website over het leven en werk van piet Mondriaan. het doel van dit nieuwe digitale platform is om het publiek gekwalificeerde en veelzijdige informatie over deze iconische kunstenaar aan te bieden en de verspreide gegevens met elkaar te verbinden. zo kan de bezoeker op interactieve wijze kennisnemen van interessante biografische gegevens, brieven, foto’s en kunsthistorische toelichtingen op talrijke werken. www.mondriaan.nl
8
Buiten spel is geïnspireerd op het thema van de Kinderboekenweek. het is een vrolijke voorstelling met een pittig randje. de voorstelling is geschikt voor kinderen van 4 t/m 12 jaar, dus de hele basisschool. Buiten Spel gaat 29 september 2013 in première en is t/m juni 2014 te boeken. de voorstellingen worden gespeeld in (kleinere) theaters, maar vooral ook op plekken waar de kinderen al zijn: scholen, buurthuizen en bibliotheken. www.theateralacarte.nl > kindertheater > Buiten spel, theater a la carte
InformAtIe de vermelde activiteiten vormen een selectie uit de overzichten van de cultuur- en kunstsite CKplus. nl, samengesteld door de beheerders wil en hans weikamp. CKplus geeft actuele overzichten van educatieve activiteiten, exposities en naslag sites van de culturele en kunstinstellingen. deze informatie vindt u op www.ckplus.nl, e-mail
[email protected].
7
8 VictorY BoogiE woogiE
(advertorial)
Ontmoet
Fernando Sánchez Castillo in de Rabo Kunstzone
De Spaanse kunstenaar Fernando Sánchez Castillo (1970) neemt u in deze tentoonstelling mee in een iconische wereld vol tegenstellingen. Als geen ander geeft hij beladen historische beelden van macht een twist van humor en schoonheid. Klassieke beelden uit de geschiedenis plaatst hij in een nieuw perspectief. Hij vertelt u daarbij niet hoe u moet kijken. Juist niet. Wel neemt hij u mee op de turbulente, associatieve reis die hij maakte om tot de kunstwerken te komen. Het resultaat? Kom op ontdekking in de Kunstzone en zie vastgeroeste beelden in een nieuw daglicht. “Het was een droom om dat wat ik geleerd heb in het verleden verder te ontwikkelen in een meer internationaal perspectief. De Rabobank gaf me die kans. In een solotentoonstelling geven ze een kunstenaar de kans een droomproject op te pakken. Ze daagden me uit, dachten op hoog niveau mee en kennen mijn werk zeer goed. Niet iedereen die verstand heeft van kunst kan op zo’n hoog abstractie niveau meedenken. Ze waren ook straight, eerlijk. Als ik een idee presenteerde, dat te veel op voorgaand werk leek, zeiden ze dat. Ze daagden me echt uit een nieuwe weg in te slaan.”
“Ik werkte 24 uur per dag. ‘s Morgens vroeg belde ik met de speelgoedfabriek in China en ‘s avonds mailde ik met het leger in Peru.” El suEño dE la razón / dE slaap van dE rEdE
20 maart - 13 september 2013
Still from Stone Soul Army, 2013
Flag Man
DOWNLOAD DE RABO KUNST APP OP JE TABLET!
Tank Man, 2013
Rabo Kunstzone
Open op alle werkdagen
Croeselaan 18
van 8.30 – 18.00 uur
3521 CB Utrecht
www.rabobank.nl/kunst
Rabo Kunstzone Leven in de kunst