Bedreigt Europa onze welvaartsstaat? 1. Inleiding Het afgelopen jaar ligt ons sociaal model en het sociaal overleg in toenemende mate onder vuur vanuit Europa. Zo misbruikt de Europese Commissie de financiële hulp aan Griekenland en Ierland om de sociale dialoog en collectieve onderhandelingsprocessen volledig naast zich neer te leggen en direct tussen te komen in de arbeidsmarkten van deze landen. Een bevoegdheid die ze niet bezit. Steeds vaker wordt de druk op landen opgevoerd om hun binnenlands sociaal en economisch beleid drastischer op Duitse leest te schoeien. Een mooi voorbeeld hiervan was recent de roep om afschaffing van automatische loonindexering binnen de Eurozone. Kortom, de economische crisis heeft duidelijk aanleiding gegeven tot een veel radicaler doordrukken van strikte economische opvattingen. Vaak over de hoofden van mensen heen. En in formuleringen en besluiten die elkaar afschermen. Wat we nu zien is dat de balans ver zoek is en dat de invulling van het nieuwe kader voor economische samenwerking vooral ideologisch en vaak asociaal wordt ingevuld. Dat kunnen we niet zomaar laten gebeuren. Natuurlijk kunnen we de essentie van de economische crisis en de gevolgen ervan niet ontkennen. Vandaag leidt het verschil in aanpak tussen de verschillende lidstaten tot grote spanningen die zich ook regelmatig politiek vertalen. Los van binnenlandse ambities zou het wel eens kunnen dat we hier morgen allemaal de gevolgen van ondervinden. Dankzij de beslissingen op Europees niveau zullen nationale regeringen immers de schouders kunnen ophalen en uitroepen 'het moet van Europa'. Dat dit vandaag kan is een indirect gevolg van het verdrag van Lissabon. Dat geeft meer macht aan het Europees Parlement, maar tegelijk ook aan de staatshoofden en regeringsleiders in de Europese Raad en dus de lidstaten. In de praktijk betekent dit dat vooral de grote landen opnieuw hun agenda kunnen doorduwen, tenzij ze hierin teruggefloten worden door het Europese parlement of de nationale parlementen. Vooral dat laatste is nog lang niet overal doorgedrongen. Ook in eigen land beseft het nationale parlement nog onvoldoende dat er nieuwe spelregels zijn.
Natuurlijk waren er andere katten te geselen, maar het is van belang dat zowel het Vlaamse als het federale parlement beseft wat de impact van Europa is. Samengevat De noodzaak om een nieuw kader voor nauwere en striktere economische samenwerking tussen de lidstaten van de Eurozone, wordt misbruikt om een strikt conservatieve economische agenda te verwezenlijken. Het pakket economische dossiers dat momenteel binnen de EU behandeld wordt, kan verregaande gevolgen hebben voor de armslag van de Belgische overheden. Nationale parlementen kunnen sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon een veel grotere invloed uitoefenen op het Europese besluitvormingsproces. 2. Wat ligt er nu op tafel? 2.1 Nieuwe regels 1 - Het 'Pact voor de Euro' Op 4 februari lanceerden Angela Merkel en Nicholas Sarkozy verregaande voorstellen om de competitiviteit van Europa te garanderen. Harmonisering van de aanslagvoet voor vennootschapsbelastingen, verhogen van de pensioenleeftijd, het linken van de pensioenleeftijd aan de levensverwachting, afschaffing van automatische loonindexering en het opnemen van een (grond)wettelijke schulddrempel. Over dit (gecontesteerde) voorstel is al veel gezegd en geschreven en ondertussen schroefde Merkel haar stoere taal al wat terug, maar dat verandert niks aan de essentie. Europa, zo zeggen Merkel en Sarko, moet zich omwille van (een abstracte) competitiviteit strenger en explicieter bezig houden met hoe nationale regeringen de zaken aanpakken. Daarmee gaan ze lijnrecht in tegen jarenlange evenwichten in lidstaten en beslissingen uit het verleden. In hun voorstellen zou België bijvoorbeeld abstractie moeten maken van een loonindexeringssysteem dat uitermate uitgebalanceerd is en de grond vormt van onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers. Schaf dat maar af, zeggen Angela en Nicholas, want als het bij ons niet opbrengt zal het dat bij jullie ook wel niet doen. Dat het voorstel vooral een slechte zaak zal zijn voor de rechten van werknemers wordt in de geest van de competitiviteit zedig verzwegen. 2.2 Nieuwe regels 2 - Economic governance pakket Dit pakket bevat voorstellen van de Europese Commissie. Belangrijkste element hier is de nadruk op de schuldgraad en het overheidstekort van de lidstaten. Zo zouden landen niet meer dan 60% van hun bruto nationaal product in de schulden mogen zitten en mag het overheidstekort op de jaarlijkse begroting niet meer dan 3% bedragen. Ter vergelijking: België heeft vandaag een schuld van bijna 100% en een overheidstekort van 4,1%. Geen probleem, aldus de Commissie, België zal tijd krijgen om dit af te bouwen. En met een normale economische groei zou dat geen extra inspanningen vergen.
2
Wat wel wordt vergeten is dat een land alleen maar duurzaam kan groeien als er voldoende geïnvesteerd wordt, in onderwijs, opleiding, innovatie, etc. Met het plaatje zoals het nu voorligt zou dat geen evidentie zijn omdat de focus bijna uitsluitend op meer besparingen ligt. Ook kosten die lidstaten moeten doen voor het milieu, onderzoek en ontwikkeling, tewerkstelling of het bestrijden van armoede worden moeilijker. Nochtans zijn die zaken net Europese doelstellingen. Meer bepaald de EU2020 doelstellingen. Tegen 2020 willen we 75% van de 20-64 jarigen aan het werk; 20% minder CO2 uitstoten, 20% meer groene energie en 20% energie besparen; het aantal vroege schoolverlaters drastisch inperken en 20 miljoen mensen uit de armoede. Dit soort doelstellingen kost geld en inspanningen, maar de Commissie lijkt zich hier niet al te veel van aan te trekken. Zo blijven de doelstellingen lege beloftes, waar geen enkel concreet engagement tegenover staat. 2.3 Controle: scorebord en Europees semester Binnen het economic governance pakket zit ook een deel waarmee de Commissie de macroeconomische onevenwichten tussen landen wil tegengaan. Europa, zo vinden ze, moet duidelijker als 1 geheel reageren op de wereldwijde uitdagingen. Daarom willen ze verschillende indicatoren samenbrengen op een scorebord, met drempels hoeveel ze van een standaard mogen verschillen. Wat staat er op het bord: loonbeleid, opnieuw overheidsschuld, werkgelegenheidsgraad, armoedepercentage, ... Wie afwijkt van de norm zal initiatief moeten nemen oftewel zijn beleid moeten aanpassen. Onschuldig? Verre van. Want de Commissie mengt zich hier opnieuw met nationale aangelegenheden. In een interne nota worden zelfs al enkele suggesties gedaan hoe lidstaten hun beleid kunnen aanpassen: snijden in de lonen van de publieke sector, of beëindigen van woonsubsidies. Verontrustend. Dat het de Commissie menens is met dit soort aanpak mag al blijken uit het eerder ingevoerde 'Europees Semester'. Daarbij worden landen verplicht hun begrotingsdoelstellingen (niet de begroting zelf) in april van het voorgaande jaar voor te leggen. Bedoeling is een beter zicht te krijgen op de economische doelstellingen van de lidstaten en waar nodig bij te sturen. Op zich hoeft dat opnieuw niet problematisch te zijn, ware het niet dat ook de Commissie een extreem conservatieve aanpak voorstelt om het evenwicht te behouden: aanmoedigen om lonen te verminderen, privatiseren van pensioensystemen, verminderen van publieke uitgaven in de sociale zekerheid. Ex-commissaris en Frans socialist Jacques Delors beschreef het Semester al als 'het meest reactionaire document dat de Commissie ooit geproduceerd heeft'. Verontrustend bis.
3
2.4 Een pot geld of twee Naast nieuwe regels en een strengere controle wil Europa tenslotte een permanent noodfonds oprichten als bescherming tegen speculatie van de financiële markten, zoals eerder bij Griekenland of Ierland gebeurde en binnenkort ook voor Portugal, Spanje of zelfs België het geval kan zijn (denk maar aan de rating van Standard & Poor's mochten we binnenkort geen nieuwe regering hebben). Vandaag is er al een steunpakket voorzien van 110 miljard euro, maar dat is een tijdelijk pakket. Om echt effectief te zijn wil Europa een permanent mechanisme oprichten. Op zich alweer geen probleem, ware het niet dat om dit te doen een verdragswijziging nodig is. Opnieuw is het Duitsland dat in ruil hiervoor toegevingen eist. Concreet? Meer regels en extra controle. Waarmee de cirkel rond is. De afhandeling van deze dossiers zal grote gevolgen hebben voor de lidstaten, zeker ook voor België. De hamvraag is hoe we ervoor kunnen zorgen dat deze nieuwe structuur geen eng conservatieve invulling krijgt, maar het kader wordt waarbinnen we een duidelijk sociaaldemocratisch verhaal kunnen uitwerken. 3. Wat zetten wij hier tegenover? Gezonde overheidsfinanciën zijn een noodzaak en een absolute voorwaarde voor duurzame groei. Maar de manier waarop je daartoe komt is niet neutraal. Wij gaan niet mee in een ideologisch verhaal van zo veel mogelijk besparen en liefst zo snel mogelijk. Niet alleen is dit een extreem onrechtvaardige manier om de kosten van de crisis af te schuiven op zij die er geen aandeel in hebben. Maar bovendien hypothekeer je hiermee je kansen op toekomstige groei. Het beste recept voor een duurzame groei en een stevige basis voor je samenleving, is een bredere aanpak waarbij de sanering van de overheidsfinanciën op een verstandige en eerlijke wijze worden aangepakt. Dat betekent dat we niet alleen aandacht moeten hebben voor besparingsposten, maar ook voor duurzame investeringen, om onze toekomstige groei (en jobs) te vrijwaren. Er is een visie nodig, een visie op economisch beleid, en op grond daarvan zet je de middelen in om dat te doen. Nauwere economische samenwerking (en vooral de afdwinging ervan) is geen doel op zich, maar moet in functie staan van de doelen die je wil bereiken: een gelukkige samenleving waarin goed getrainde en goed opgeleide mensen hun talenten inzetten in een duurzame economie die plaats biedt aan gezinnen om zich te ontwikkelen. 3.1 Wat betekent dat concreet? Begrotingsinspanningen moeten gekaderd worden in bredere maatschappelijke doelstellingen. We moeten ervan uitgaan dat die inspanningen gedurende lange periode volgehouden worden. Dat betekent dus dat besparingen selectief moeten zijn: ze moeten toelaten de economische groei op middellange termijn te ondersteunen en de zwakkeren te sparen. Zogenaamd productieve overheidsuitgaven zoals onderwijs, opleiding, of onderzoek en ontwikkeling moeten net
4
gestimuleerd worden. Zij zijn immers een belangrijke stimulans voor economische groei op lange termijn. Lidstaten moeten voldoende beleidsruimte krijgen om gemeenschappelijke groeistrategieën uit te werken zoals de EU2020 doelstellingen. Hierbij moeten de tradities en de eigenheid van het sociaal model van de lidstaten gerespecteerd worden. Een ambitieuze sociale agenda is een noodzakelijke aanvulling op een gedragen economisch beleid. Met een progressieve invulling kunnen sociale dossiers een belangrijke meerwaarde leveren in het uitbouwen van een sterker economisch bestuur. Denk maar aan de overdraagbaarheid van pensioenrechten in de EU, het uitwerken van het Europees Platform tegen Armoede of het vastleggen van een duidelijk kader voor de Sociale Diensten van Algemeen Belang. Zorg dat landen (een deel van) hun schulden gezamenlijk beheren. Of dit gebeurt via Eurobonds, Blue Bonds, of een Europees Schuldagentschap is op zich niet zo belangrijk. Wat telt is dat dit een positief signaal geeft aan landen om hun begroting op orde te stellen doordat ze (een deel van) hun schuld op een goedkope manier kunnen beheren. Hierdoor komt er geld vrij om aan schuldafbouw te doen en om toekomstgerichte investeringen te doen. Ter illustratie: de interest die door de markt gevraagd werd op recent uitgeschreven 'Europese' obligaties lag zo'n 37 basispunten lager dan de rente die de markt vroeg op de door de afzonderlijke lidstaten gegarandeerde uitgifte. Voer een financiële transactietaks in. We moeten het voortouw nemen in Europa en een financiële transactietaks invoeren. Zo'n taks zal niet alleen inkomsten opleveren, maar zal financiële speculatie afremmen en meer stabiliteit in het financieel systeem brengen. Een bescheiden heffing van 0,05% (5 eurocent per transactie van € 100) kan in de EU alleen al jaarlijks 200 miljard euro opleveren. Als we dit slim aanpakken kan Europa zichzelf omvormen tot de perfecte hefboom om broodnodige investeringen te doen en de duurzame groei van de Europese economie te vrijwaren. 3.2 Besluit Wie enkel wil snijden houdt op de duur niks over. De voorstellen zoals die vandaag en morgen voorliggen zijn een zekere weg naar een Europa dat niet alleen minder sociaal, maar ook minder vooruitziend is. Aan de basis van budgettaire orthodoxie moet een budgettaire strategie liggen. Die strategie is er niet. Het hele pakket van 'economic governance' moet voor ons niet alleen de basis leggen voor gezonde overheidsfinanciën, maar moet ook duidelijk gericht zijn op het stimuleren van de lidstaten om ambitieuze en toekomstgerichte investeringsprogramma's op te stellen en uit te voeren. Daar moeten duidelijke regels voor zijn, maar niet alleen economische.
5
Daarom is het voor ons belangrijk dat de EU2020 doelstellingen niet alleen pro forma worden vermeld, maar dat ze effectief worden geïntegreerd en dat ze mee deel uitmaken van de beoordeling van de lidstaten. Wie enkel de economie wil laten draaien vergeet de rest van de samenleving, alsof enkel het huishoudboekje de garantie is voor een gelukkig gezin. Daarom pleiten we zo luid mogelijk voor een verstandige aanpak, waarin Europa de valsspelers op de vingers tikt, maar niet blind is voor de noodzaak om ook een Europese investeringsagenda op poten te zetten. De invoering van de financiële transactietaks is daar voor ons een essentieel onderdeel van.
Saïd El Khadraoui Kathleen Van Brempt Europarlementsleden sp.a
6