José Krijnen
Archeologie van het menselijk gebaar Criteria voor herschepping
Inhoud
Inleiding Het Isenheimer Altaar Xiamen: kalligrafie en knippen
Hoofdstuk 1 Het gebaar in de westerse en Chinese schilderkunst Het gebaar in de westerse schilderkunst Het gebaar in de Chinese schilderkunst
5 5 5
7 7 9
Hoofdstuk 2 Het gebaar als betekenisvolle handeling
12
Hoofdstuk 3 Iconografie en iconologie van het gebaar
14
Hoofdstuk 4 Filosofische opvattingen van het gebaar
17
Het gebaar is universeel Het gebaar als intentie De ziel opnieuw Authenticiteit Conclusie
Hoofdstuk 5 Westerse en Chinese kunstenaars in de 20ste eeuw Westerse schilders in de 20ste eeuw Chinese kunstenaars in de 20ste eeuw In vergelijkende zin
Hoofdstuk 6 Criteria voor herschepping
17 19 20 21 22
24 24 27 31
32
3
“Bestaat er een archeologie van gebaren? Hoe oud is het gebaar waarmee een vrouw haar offermand met vruchten naar haar hoofd tilt? ...gebaren kunnen niet verstenen, ze moeten alleen altijd opnieuw gemaakt worden, hun geschiedenis is oeroud, maar hun archeologie heeft geen jaartal...herhaling is een poging van de cyclische tijd om in de buurt van de eeuwigheid te komen.” Cees Nooteboom, 2010: pag. 275
Afstudeerscriptie José Krijnen Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst Den Haag Studie: Beeldende Kunst Deeltijd Studentennummer 2000182 mei 2015
Afbeelding omslag: José Krijnen, zonder titel, 2015 (detail) Eindredactie en vormgeving: De Zagerij ontwerpbureau 4
Inleiding
Er zijn twee aanleidingen tijdens mijn opleiding geweest waardoor het men-
Xiamen: kalligrafie en knippen
selijk gebaar voor mij een onderwerp van studie werd. Ten eerste het kopi-
In 2014 was ik in de gelegenheid om
eren en vertalen van het Isenheimer
via een uitwisseling van kunstenaars
Altaar. Ten tweede mijn kennismaking
van mijn woonstad Zoetermeer een
met Chinese kunstbeoefening door
periode te verblijven in de stad Xiamen
middel van een residentie aldaar.
in China. Ik kwam in contact met een geheel andere benadering van kunst
Het Isenheimer Altaar
dan ik hier in Nederland gewend was. In China is de schilderkunst vooral een
Altijd al voelde ik me aangetrokken tot
vorm van kalligrafie. 2 Men leert dit
middeleeuwse kunst. Uren kon ik door-
door middel van het naschilderen van
brengen op de afdeling Middeleeuwen
de werken van een docent. Ik heb daar
van het museum Boymans van Beunin-
geoefend in klassieke schilderkunst.
gen. Vreemd genoeg had ik me hier in
Allereerst maakt men een tekening
mijn eigen werk nog nooit mee uiteen-
in inkt. En hoewel je de vooropzette
gezet. In het tweede jaar van mijn oplei-
potloodlijnen moet volgen, wordt elke
ding Beeldende Kunst op de Koninklijke
lijn actief, bewust geschilderd. Een blad
Academie kregen we de opdracht om
is stug en je maakt daardoor een stugge
kopieën en actuele vertaalslagen te
lijn. Daar hoort een aanzet bij en een
maken van het Isenheimer Altaar, een
zwier op het eind. Ik heb mijn tekening
laat gothisch drieluik, geschilderd door
drie keer opnieuw moeten doen. Doch
Grünewald (1511-1517).1 Ik kopieerde
het verveelde me in het geheel niet.
veel fragmenten uit de altaarstukken
Het goed leren zetten van lijnen en het
in een korte periode. Het menselijk
voeling krijgen met de juiste hoeveel-
gebaar werd mijn thema. Eén van de
heid inkt en water was het leren maken
mooiste fragmenten van de schilder-
van het juiste gebaar. Het resultaat is
stukken vond ik de handenwringende
een vitale afbeelding. Volgens mijn
Maria met de biggelende tranen. Het
leraar was het goed voor het hart om op
raakte me vanwege de universele men-
deze wijze te schilderen. Het gaat niet
selijke emotie.
om de exacte gelijkenis met de natuur maar om de natuur en de algehele orde van de kosmos beter te leren verstaan.
Links: Een deel van het Isenheimer Altaar (1511-1517). Links in beeld de Maria door mij gekopieerd. Midden: Kopie van Maria uit het Isenheimer Altaar, 2013. Rechts: Vertaling van Maria: Youri, 2013.
5
In Nederland zeggen we dan dat een
bidden anno 2015 wellicht dezelfde
dergelijke vorm van kunstbeoefening
maar wellicht ook een andere betekenis
een meditatieve en wellicht ook helen-
heeft. Door de reconstructie van het
de werking heeft.
gebaar kan ik vragen over universaliteit en individualiteit, eeuwigheid en tijde-
Naast het schilderen heb ik ‘cuttings’
lijkheid, natuur en cultuur doordenken.
gemaakt. Veel Chinezen maken knipsels
Tegelijkertijd gaat deze scriptie over
van rood papier. De vormen zijn plat
kunst en mijn poging tot positionering
en ‘werken’ of ontstaan door open en
als kunstenaar daarin. In hoofdstuk één
dichte vlakken. Het zijn vaak sierlijke en
doe ik verslag van mijn ‘graafwerk’ in
bekoorlijke patronen. Knippen (of snij-
de westerse en de Chinese (schilder-)
den) is huisvlijt maar ook kunst. Haast
kunst, op zoek naar de wijze waarop
elke Chinees knipt maar het wordt ook
het letterlijke gebaar hierin fungeert.
gedoceerd op de academie. Voor mijn
Tevens heb ik bestudeerd hoe het schil-
eigen professie in ontwikkeling heb ik
deren als gebaar zelf wordt beoefend
meegenomen dat patronen en sjablo-
in beide tradities. Dat een gebaar een
nen nauw aan het gebaar raken. Net als
betekenisvolle handeling is, wordt
een geschilderd of afgebeeld gebaar
in hoofdstuk twee gestaafd. De wijze
zijn een patroon of een sjabloon vast-
waarop het gebaar in de schilderkunst
gelegd en daarmee stil. Als je ogen de
kan worden gelezen, komt aan de
lijnen volgen dan word je ook beweging
orde in hoofdstuk drie: Iconografie en
(en gevoelens) gewaar. Daarnaast is een
iconologie van het gebaar. In hoofdstuk
menselijk gebaar direct leesbaar maar
vier reflecteer ik hier aanvullend op
tegelijkertijd voor meerdere inter-
met behulp van filosofische bronnen.
pretaties vatbaar. Dat geldt ook voor
Vervolgens toets ik deze inzichten
patronen/ sjablonen. Maar de grootste
aan hedendaagse kunstenaars uit het
ontdekking voor mij was: Schilderen is
Westen en China in hoofdstuk vijf. Het
zélf al een gebaar.
laatste hoofdstuk vat het onderzoek
NOTEN 1 Dit is een opdracht die door mijn docente en kunstenares Christie van der Haak elk jaar werd gegeven aan tweedejaars studenten Beeldende Kunst tijdens het vak Schilderen. 2 Ledderose, 2001: introductie en hoofdstuk 1. Honour & Fleming, 2000: pag. 263 3 De term archeologie van het gebaar is ontleend aan Nooteboom, 2010: pag. 275 Zie ook het motto.
samen om te eindigen met alternatieve Deze twee ervaringen hebben bij mij
criteria voor herschepping.
een ‘archeologie van het menselijk gebaar’ in gang gezet.3 Ik noem dit archeologie omdat een menselijk gebaar zoals bidden in de Middeleeuwen of
Links: Eén van de eerste pogingen/kopieën naar een schildering van de meester, 2014 Rechts: Cutting Kong Chi door mij gemaakt in Xiamen, China 2014.
6
Hoofdstuk 1 Het gebaar in de westerse en Chinese schilderkunst
Het gebaar in de westerse schilderkunst Al bladerend door kunsthistorische boeken zoals Algemene Kunstgeschiedenis van Honour en Fleming 4, kwam ik veel gebaren tegen die zich met elkaar laten vergelijken. Als je deze isoleert uit hun context door middel van een uitsnede dan blijft het gebaar ongeacht de wijze van schilderen direct leesbaar. Het gebaar heeft een universele connotatie. Mensen maken muziek, moorden, vrijen, wassen, werken, strelen of lezen elkaar de les. Tegelijkertijd kunnen gebaren een cultuurgebonden conventie communiceren. Zo ontwikkelde het Christendom bijvoorbeeld een didactische beeldtaal die voor iedereen leesbaar was. Gebaren zoals bidden zijn hier een essentieel onderdeel van. Vanaf de 19de eeuw ontstaat er door de Romantiek een breuk met traditionele westerse opvattingen in de kunst. Kunstenaars verlangden ernaar om hun meest persoonlijke gevoelens en ervaringen uit te drukken. Dit vindt een hoogtepunt in het expressionisme, waarin kunstenaars hun waarneming van de wereld trachten uit te drukken door vervorming en verheviging van de zichtbare werkelijkheid. De gevoelswaarde, het onderbewuste, dat de kunstenaar ervaart naar aanleiding van
7
het onderwerp voert hier de boventoon. Nieuwe vormen van kunst krijgen hierdoor de kans. In het schilderen van het gebaar betekent dit dat het schilderen zelf als gebaar voor het eerst op programmatische wijze wordt ingezet.5 Het schilderen zelf staat niet meer in dienst van de vorm of het verhaal. De vorm uit de natuur wordt juist vervormd om de kracht van de expressie te verhevigen. Een academische vorm- en beeldtaal wordt opzettelijk vermeden. Echter ook vóór de 19de eeuw zijn dergelijke voorbeelden te vinden zoals de late gothiek (bijvoorbeeld het Isenheimer Altaar 1511-1517) en in het Maniërisme (zie de kronkelige figuren van El Greco 1590.)
Links: Edward Munch, De Schreeuw, 1893. Rechts: Voorbeeld Action Painting: Jack Pollock, Lavendel Mist: nummer 1, 1950.
8
Op mijn pad naar professioneel kunstenaar, ben ik een aantal keer in botsing gekomen met de afkeer van het academische binnen de opleiding. Ik neem steeds geïnteresseerd kennis van het expressionisme (en alles daarna) maar het raakt me niet meer dan de kunst van daarvoor. Alle schilders van voor de negentiende eeuw hebben door hun handschrift ook een vorm van expressie/ eigenheid. Ik kan me voorstellen dat kunstenaars destijds naar vrijheid snakten en op zoek waren naar nieuw perspectief. De traditie van Schilderkunst voor 1900 is voor mij een onuitputtelijke bron van rijkdom die naast de denieuwe vondsten nog steeds actueel gemaakt kan worden. Dat is mijn uitdaging.
Het schilderen als gebaar vindt zijn hoogtepunt in de Action Painting en het Abstract Expressionisme (ca. 1940). Het zogenaamde Action Painting (met kunstenaars als Jackson Pollock) wordt ook wel gesturaal schilderen genoemd. De strijd van het schilderen wordt direct op het doek gebracht door middel van drippen, gooien, gieten en spetteren. In het Abstract Expressionisme wil men de geestelijke dimensie in de abstracte schilderkunst laten zien. De werken vragen om contemplatie en stilte. Vaak bestaan ze uit grote kleurvlakken die soms transparant, soms heel dik, soms contrasterend en soms monochroom op zijn gebracht. In de jaren zestig ontstaat het minimalisme of de conceptuele kunst. Het gebaar wordt gereduceerd tot een idee. Temidden van de abstractie houd je altijd figuratieve schilders als Dennis Hopper (1882-1967) of Francis Bacon (1909-1992). Zij weten een heel eigen stijl te ontwikkelen en vol te houden temidden van de avant-garde. In de jaren zestig komt tevens een nieuwe manier van figuratie voor. Figuratie die uitdagend is en een scherp randje heeft.
Figuratieve kunst wordt tegenwoordig geaccepteerd mits het ‘eigen’ is. Ook moet het een scherp randje hebben. Ik heb het gevoel dat eigenlijk alles mogelijk is zolang het maar een onderscheidend karakter heeft. Ik vraag me vaak af of de baanbrekende vernieuwing wel hetzelfde is als artistieke kwaliteit? Bestaat vernieuwing eigenlijk wel of zijn het slechts nieuwe kleren van de zoveelste keizer? Zijn er geen andere criteria te bedenken die evenzo interessant zijn om kwaliteit aan af te meten?
Het gebaar in de Chinese schilderkunst
Deze wijze van denken kan volgens Ledderose binnen alle kunstvormen in China en ook in de gehele Chinese
In China is het Confucianisme naast het
maatschappij worden teruggevon-
Taoïsme de belangrijkste filosofische
den. Van diverse elementen worden
stroming. Het Confucianisme is domi-
modules gemaakt waarvan eenheden
nant geweest met betrekking tot de
te vormen zijn die in serie worden
staatsinrichting maar ook op het gebied
geproduceerd. Uiteindelijk leidt dit tot
van de kunst. De deugden van een
‘massaproductie’. Creativiteit ligt niet
nauwgezet ambtenaar zijn tot morele
in vernieuwing maar in het componeren
code verheven. De hoogste vorm van
van diverse elementen. De huidige eco-
literatuur is dan ook een beleidsnota6.
nomische expansie van China zou hier
De maatschappelijke orde is een neer-
ook een gevolg van kunnen zijn.
slag van de morele orde van het heelal.
Kunst in het algemeen heeft vanuit het
In de kunstbeoefening maakt kalligrafie
confucianisme altijd een sterke relatie
deel uit van het officiële opvoedings-
met de realiteit. Een kunstzinnige
programma. De taal is kalligrafisch en
expressie biedt inzicht in de waarheid
is – sterk vereenvoudigd gezegd – terug
van het leven zelf. Kunst fungeert dus
te brengen tot 8 elementen (er zijn ook
automatisch als middel voor reflectie
basisschema’s met bijvoorbeeld
op historische en maatschappelijke
64 elementen). Met behulp van deze
ontwikkelingen. Schilderingen over het
tekens kan men talloze combinaties
leven na de dood zoals het beroem-
maken. Door het combineren van
de voorbeeld ‘De koningen van de
diverse penseelstreken creëert men
hel’ (13de eeuw) zijn modulair zowel
als het ware modules die ook weer met
in techniek als in iconografie. Qua
elkaar te combineren zijn en op deze
techniek zijn de schilderijen gemaakt
wijze een karakter vormen. Meerdere
met onderling verwisselbare motieven
karakters vormen een tekst.
zoals wolken, een stoel, pen en papier,
7
een koning etc. De diverse elementen element a single brushstroke
werden simpelweg overgetrokken.
module a building block or component
Een demon ziet er op elke reproductie
unit
a single character
hetzelfde uit maar hij kan bijvoor-
series
a coherent text
beeld wel andere kleding aan hebben.
mass
all existing characters8
Het landschap op de achtergrond kan Links: Dennis Hopper, Automaat, 1927. Rechts: David Hockney, Man neemt een douche in Beverly Hills, 1964.
9
bestaan uit bergen, rivieren of wolken.
teerd. Voor schilderen heb je dezelfde
Iconografisch hebben de schilders de
techniek en de dezelfde materialen
tien Boeddhistische hellen veranderd
nodig als in de kalligrafie (inkt, penseel,
in rechtszalen en de koningen worden
papier of zijde). Bovendien wordt er
afgebeeld als bureaucraten. Het mense-
vaak gekalligrafeerd (geschreven) in de
lijk gebaar wordt in China dus letterlijk
schildering. Er zijn vaste manieren van
afgebeeld binnen een bureaucratische
het maken van een bamboestengel of
setting.9
een paard. Tegelijkertijd hoort dit op een vitale wijze geschilderd te worden
De hoogste vorm van kunst is literatuur
door middel van het gebaar van het
en daarmee ook kalligrafie. Daarna
schilderen. Je moet als het ware de
komt schilderen omdat dit een wat
bamboe horen ruisen en het paard van
ontaarde vorm van kalligrafie is. De net
het papier af zien galopperen.
genoemde rolschilderingen waren een uiting van religie en werden niet direct
I have ten thousand bamboo stalks
als kunst gezien. Kalligrafie (als schrift)
in my mind
heeft daarentegen een duidelijke es-
Which burst forth at any moment as
thetische ambitie. Hoewel modulair en
dripping wet ink.
imiteerbaar is geen enkel handschrift
When I painted in youth, I followed
hetzelfde. Vanuit deze notie is er in
the rules;
de traditie aandacht geweest voor de
But as an old man, I’m careless and do
spontaniteit van de penseelvoering en
away with methods.
werd het modulaire systeem losgela-
….
ten.10 Desalniettemin blijft het systeem
The way Heaven gives life, is the way I
tot aan de dag van vandaag hetzelfde.
paint.11
Het schilderen biedt meer ruimte voor persoonlijke invulling dan de kalligrafie. Hier vinden we dan ook meer voorbeelden van onreproduceerbare individuele expressie. Tegelijkertijd is ook hier het reproduceerbare module-systeem, zoals in de landschapskunst, gemeengoed. Dezelfde thema’s zoals bergen of bomen worden gehan-
Links: Het teken Yong heeft de 8 basisstreken in zich. Rechts: De zevende koning, 13de eeuw.
10
Het jezelf zaken aanleren door middel van je artistieke conventies toe te eigenen is een weg van kundigheid. In deze kundigheid kun je bevriezen maar ook tot vitaliteit en eigenheid komen. En een handschrift is altijd eigen. Ik vind het prettig om mezelf soms te ontlasten door even niet origineel maar ‘slechts bewust’ aanwezig te zijn. Ik schilder dan bijvoorbeeld een foto na. Daarin ontstaat paradoxaal genoeg ruimte voor het ontstaan van dingen die ik niet had kunnen bedenken.
Vanaf de oprichting van de volksrepubliek China in 1949 tot aan het einde van de Culturele Revolutie in 1978 wordt korte metten gemaakt met een kunsttraditie van vijfduizend jaar oud. Kunst wordt volksopvoeding. Deze visie sloot naadloos aan bij het Confucianisme. Avant-garde kunst in China start vanaf de jaren tachtig tijdens de Open Deurpolitiek. De planeconomie verandert naar een markteconomie. Op cultureel gebied betekent dit een zelfbevrijding. Er ontstaat een Chinese avant-garde die gekenmerkt wordt door stijlexperimenten met de schildertaal en zelfexpressie die de Verlichting en het humanisme als voorbeeld nemen. In het politieke klimaat van de vroege jaren negentig worden deze kunstenaars
NOTEN 4 Honour & Fleming, (9de druk 2000) 5 Hiervoor hebben Rembrandt, Turner of Hals het schildersgebaar ook als betekenisvolle expressie ingezet, maar dit was eerder intuïtief dan programmatisch. 6 Idema en Haft, 2005. 7 Ledderose, 1998: pag. 10 8 Idem 9 Idem: pag. 163 10 Idem: pag. 195. Bijvoorbeeld: Huaisu, ‘autobiography’ van 777 n. Chr. Dit is een van de eerste persoonlijke en autonome expressies op het gebied van kalligrafie. 11 Idem: pag. 207. Zheng Zie (1693-1765) 12 Denk bijvoorbeeld aan een kunstenaar als Ai Weiwei die de traditionele Chinese cultuur met zijn persoonlijke beeldtaal verbindt. De kunstenaar staat bekend om zijn kritiek op de mensenrechtensituatie, de economische uitbuiting en de milieuvervuiling. Hij maakt hierbij intensief gebruik van internet. Ai Weiwei is door zijn kritische houding in de problemen geraakt. Formeel is hij door de Chinese regering in 2011 van belastingontduiking beschuldigd.
aan banden gelegd door middel van beperkingen en censuur. Veel avant-garde kunstenaars werken deels ondergronds. De vele tegenstellingen in het huidige China zoals traditie en modernisering zijn terug te vinden in de moderne kunstuitingen.12
Links: Zheng Xie, Bamboe en rotsen (1693-1765). Onder: Huaisu, Autobiografie, 777; het eerste voorbeeld van een vrije, niet gereproduceerde, expressie in kalligrafie.
11
Hoofdstuk 2 Het gebaar als betekenisvolle handeling
Na de korte terreinverkenning op het gebied van de schilderkunst lijkt definiëring van het gebaar zinvol. Na het lezen van diverse teksten ben ik tot de volgende definitie gekomen: Een gebaar is een beweging van handen, hoofd en/ of andere lichaamsdelen vanuit de bewuste of onbewuste intentie om te communiceren of om de gesproken communicatie te ondersteunen. Je kunt zelfs stellen dat het gebaar voor de taal komt. Gebaren ondersteunen de taalfuncties (denk aan handenwringen of het meetellen van de vingers bij een opsomming). In de hersenen blijken taal en gebaren letterlijk heel dicht bij elkaar te liggen. Maar het gebaar heeft een duidelijk pre-cognitieve invalshoek. Hier kom ik later op terug tijdens het behandelen van de fenomenologie van Merleau-Ponty.13 Gebaren zijn een vorm van lichaamstaal. Met taal wordt communicatie bedoeld. In veel naslagwerken wordt beweerd dat lichaamstaal zestig tot tachtig procent van de communicatie is. Er zijn veel handleidingen te vinden waarin wordt uitgelegd hoe door bewust aanwenden van lichaamstaal succes verzekerd is.14
12
In de geschiedenis is er een studie te
godsdiensten en rituelen ingezet. Er is
vinden van het gebaar, die ook als een
sprake van een vast patroon aan hande-
handleiding tot groter succes diende.
lingen om de continuïteit in de tijdelijk-
Quintilianus bestudeerde tijdens het
heid tot stand te brengen. Ook zijn er
Romeinse keizerrijk hoe gebaren kon-
gebaren die mensen maken zonder de
den worden gebruikt in het retorische
intentie om te communiceren. Maar de
discours. Hij legde dit vast in zijn boek
kijker zal er altijd wel iets in lezen.
Institutio Oratoria (De opleiding tot redenaar)15. Onder meer door de ana-
Het gebaar overstijgt begrippenparen
lyse van gebaren trachtte hij een gids
als vergankelijkheid versus eeuwigheid
te creëren voor welbespraaktheid en
of van beweeglijkheid versus verstil-
helderheid tijdens openbaar spreken.
ling. Een gebaar maken doe je bewust
John Bulwer publiceerde in 1644 een
of onbewust maar is altijd en overal
studie van gebaren in Chirologia en
voor een toeschouwer toegankelijk.
Chironomia. John Bulwer zag gebaren
Hoe deze het gebaar leest is echter
als kenmerkend voor het menselijk
wel door de cultuur bepaald of anders
redelijk vermogen. Gebaren waren
gezegd tijd- en contextgebonden.
de meest toegankelijke en daarmee meest universele taal voor de gehele mensheid. Bulwer maakte daarom een catalogus. De afbeelding hieronder is daar een onderdeel van.16
NOTEN 13 Zie hoofdstuk 4, pag.26-28 14 Zie bijvoorbeeld Kuhnke, 2014 15 Quintilianus, 95 v. Chr. 16 Zie voor meer informatie over Bulwer zijn werk pag. 24.
Het schilderen van het gebaar doe ik graag. Een hand is een fenomeen op zich. De handen en de houding drukken het moment uit maar overstijgen dit ook. De spanning tussen universaliteit en de gebondenheid aan tijd en context maakt het gebaar interessant. Door systematisch gebaren te schilderen ontwikkelt zich wellicht een grammatica van het gebaar anno 2015.
Inmiddels is er anno 2015 het bewustzijn dat het gebaar weliswaar een universeel communicatiemiddel is, maar dat het gebaar zelf, de betekenis daarvan, kan verschillen per cultuur. Bijvoorbeeld van boven naar beneden bewegen met je hoofd betekent ‘ja’ in Nederland en in India ‘nee’. Er is een onderscheid te maken tussen bewuste en onbewuste gebaren. Gebaren worden bijvoorbeeld nadrukkelijk in Rechts: John Bulwer, pagina uit Chirologia en Chironomia, 1644.
13
Hoofdstuk 3 Iconografie en iconologie van het gebaar
Iconografie betekent letterlijk beeldschrijven. Hoe wordt er vanuit de kunstgeschiedenis gekeken naar het gebaar? In Gezichtspunten17 beschrijft Falkenburg hoe Erwin Panofsky in 1934 een artikel getiteld Jan van Eycks Arnolfini Portret, publiceerde waarin hij volgens zijn methodologie aantoonde dat het schilderij de bezegeling van het huwelijkscontract was tussen de in Brugge woonachtige vijftiende-eeuwse Italiaanse koopman en zijn vrouw. In zijn interpretatie krijgt het interieur de associatie van een plaats die is geheiligd door geloof en sacramentele handelingen. Zo roept het bed herinnering op aan de ‘thalamus virginis’, de slaapkamer van de Maagd Maria die men aantreft in contemporaine voorstellingen van de aankondiging van Christus’ geboorte aan Maria. Panofsky beweert dat het om meer dan een voorstelling van de alledaagse werkelijkheid gaat. Het schilderij kan alleen begrepen worden als men in staat is om de verhulde symboliek te duiden. De realiteit is een transfiguratie van diverse christelijke geloofsmysteries18. Later werkte Panofsky deze uitleg uit tot een interpretatie die religieuze symboliek in allerlei schilderijen uit de vijftiende-eeuwse Zuid-Nederlandse schilderkunst blootlegde. Volgens Panofsky zijn vorm en inhoud duidelijk gescheiden.
Jan van Eyck, Arnolfini Portret, 1434.
14
De inhoud is slechts te achterhalen
tuele, ‘symbolische’ handelingen in het
veelzeggender tekens van een cultuur
door inzicht in literaire teksten.
dagelijks leven. Volgens Bedaux heeft
bevat dan het bewust gezegde in woord
het leven zelf symbolische kwaliteit en
of beeld. Zijn interesse in de symbool-
Volgens van Straten 19 ontwikkelde
een schilderij kan deze kwaliteit over-
waarde van het non-verbale element
Erwin Panofsky een vierstappen-plan
nemen. Hiermee slaat Bedaux de weg in
in de communicatie van maatschap-
om kunstwerken te kunnen lezen. Dit
van de ‘antropologische iconologie’.
pelijke waarden en normen, gevoe-
schema wordt nog steeds gebruikt:
Een antropologische iconologie tracht
lens en attitudes, richt zich wat de
het sociale leven uit het verleden te be-
schilderkunst betreft juist op datgene
schrijven in begrippen die de mensen
wat de traditionele iconologie buiten
zelf gebruikten ter aanduiding van de
beschouwing laat: het ‘voor-iconogra-
1. Pre-iconografische fase: Een formele opsomming van wat je ziet. 2. Iconografische beschrijving: Een
regels en de normen die aan hun maat-
fische’ voorstellingselement, dat direct
duiding van het onderwerp of thema
schappelijk handelen ten grondslag
aansluit bij de dagelijkse leefwereld
van het kunstwerk.
lag. De cultuuruitingen waarop histo-
van de in dit geval zeventiende-eeuwer.
risch-antropologen zich speciaal con-
Volgens Falkenburg toont het artikel
centreren zijn symbolen en symbolisch
van Roodenburg aan dat zoiets als het
gedrag. Falkenburg citeert Burke: “Zij
op- en afzetten van een hoed - of zelfs
achterhalen van de tijdsgeest/ het
proberen bijvoorbeeld aan te tonen hoe
het wel of niet dragen van een hoed -
religieuze en filosofische gedach-
‘schijnbaar triviale routinehandelingen
niet slechts tot een voor-iconografische
tegoed van de kunstenaar en zijn
en rituelen een belangrijke rol spelen
interpretatie valt maar direct ook het
tijdgenoten.
bij het handhaven of opleggen van een
domein van de symbool-analyse wordt.
3. Iconografische interpretatie: De diepere betekenis/ symbolische waarde. 4. De iconologische interpretatie: Het
bepaalde visie op de wereld’(…). Daar-
Falkenburg beweert: “Het ‘primaire’
Falkenburg haalt Bedaux als antagonist
om hebben zij ook aandacht besteed
gebaar of de ogenschijnlijk ‘natuurlijke’
van Panofsky aan. Bedaux betwijfelt
aan de kleding die mensen droegen,
houding behoort ook tot de wereld van
of de verhulde symboliek bewijsbaar is.
het voedsel dat ze aten, de manieren
symbolische conventies, en is meteen
Bijvoorbeeld het bed in de voorstelling
waarop zij elkaar aanspraken en hun
voorwerp van cultuurhistorische inter-
heeft volgens Bedaux niets te maken
houding, gebaren of wijze van lopen”.21
pretatie”.23
met de religieus sacramentele associa-
In De hand van vriendschap wordt
tie maar is eerder een profaan ritueel.
door Roodenburg22 aandacht besteed
Er zijn dus veel argumenten aan te voe-
Het verbeeldt de plaats waar het huwe-
aan diverse vormen van non-verbale
ren tegen de methodologie van Panofs-
lijk na de plechtige voltrekking zal wor-
communicatie in de Nederlanden van
ky, en ik voel me aangesproken door de
den geconsumeerd. Bedaux beweert
de zeventiende eeuw. Hij toont hierin
opvattingen van de historisch antro-
dat niet de literaire tekst het domein is
aan dat het indirecte, terloopse, on-
pologen. Voor mijn onderzoek is het
waarop de betekenis van een schilderij
uitgesproken, of onuitspreekbare - de
relevant te besluiten dat ogenschijnlijk
is geënt maar het leven zelf of beter, ri-
achterkant van de geschiedenis - vaak
moeilijk te objectiveren aspecten van
20
15
een voorstelling zoals houdingen en
– en de afbeelding van het gebaar – is
gebaren wel of niet bewust door de
echter ook afhankelijk van de tijd waar-
schilder bedoeld, een symbolische
in het geduid wordt. Een kunstwerk kan
zeggingskracht hebben binnen de
200 jaar later geheel anders worden
non-verbale communicatie van de soci-
geïnterpreteerd dan tijdens de schep-
ale gedragsconventies. De uitdrukking
ping ervan. Ook maakt de plaats een
van het gebaar in een schilderij is een
verschil. Een afbeelding van het gebaar
expressie van de tijdgeest.
wordt in China anders gelezen dan in
De betekenis van een kunstwerk is een
Nederland.
afspiegeling van de tijd. Daarnaast is de interpretatie ook afhankelijk van de context en de tijd waarin het kunstwerk wordt geduid. Geestig is de wijze waarop Schilstra 24 een persfoto van destijds president Bush en de fameuze popster Bono op betekenis analyseert. In dit artikel over semiotiek (betekenisgeving) laat hij zien hoe het handgebaar van de president terugvoert naar de Romeinse keizer-standbeelden en zo de associatie oproept van wereldrijken en onbegrensde macht. Dit gebaar komt overeen met het gebaar van de Paus, het refereert aan majesteitelijk machtsvertoon. Een visuele parallel is te trekken met bijvoorbeeld Johan Cruyff of zelfs een middeleeuwse Christusfiguur. Concluderend kunnen we stellen dat het menselijk gebaar in de schilder-
NOTEN 17 Halbertsma en Zijlmans (red.), 1993: pag. 139 - 174 18 Halbertsma en Zijlmans (red.), 1993: pag. 142 19 Van Straaten, 2007: pag. 20 20 Halbertsma en Zijlmans (red.), 1993: pag. 148 21 Idem, pag. 151 22 Bremmer en Roodenburg (red.), 1993: pag. 171-211 23 Halbertsma en Zijlmans (red.), 1993: pag. 167 24 Schilstra, 2015
Als je gebaren schildert dan ligt het voor de hand dat het gebaar niet nieuw is. Mijn schilderijen kunnen worden gezien als het op antropologische wijze achterhalen van de tijdsgeest. Ik schilder mensen uit mijn eigen omgeving. Zelden ga ik ze zoeken. Ik loop ze meestal tegen het lijf. Je zou kunnen beweren dat het hier een vorm van participerend onderzoek betreft. Mijn schilderijen zeggen ook iets over mij en mijn omgeving. Mij valt die persoon - met die kleding en die lichaamstaal- op. Elk gebaar dat ik schilder, zegt dus ook welke conventies/ uitingen ik interessant vind.
kunst te lezen is als een historisch antropologische informatiebron. De heersende conventies zijn af te lezen aan de houding, de kleding en de attributen. De betekenis van een kunstwerk Gebaar en context. Uit Schilstra, Deel 2, 2015.
16
Hoofdstuk 4 Filosofische opvattingen van het gebaar
Het gebaar is universeel Zoals we zagen kun je het gebaar in bestaande kunstvoorwerpen volgens de methode van Panofsky analyseren om tot diepere religieuze of filosofische betekenisgeving te geraken. Anderen zoals Bedaux of Roodenburg kiezen voor een historisch antropologische benadering waarin het gebaar te lezen is als een uiting van historisch bepaalde conventie. Schilstra maakt ons bewust van het spel met betekenis(-sen). De context bepaalt de betekenis. Wat kunnen we echter zeggen over het gebaar vanuit de filosofie? Al eerder refereerde ik aan de universele toegankelijkheid of leesbaarheid van het gebaar. Bacon (1561-1626) omschrijft het gebaar als vergankelijke hiërogliefen. Hij pleit er voor om dit een nieuw studiegebied te maken. Bulwer creëerde zijn Chirologia en Chironomia in navolging van dit pleidooi. Volgens hem was het gebaar een universeel kenmerk van de Rede: “(The hand) speaks all languages, and as universal character of Reason is generally understood and known by all Nations, among the formal differences of their Tongue. And being the only speech that is natural to Man, it may well be called the Tongue and General language of
José Krijnen, Constructie, 2014
17
Human Nature, which, without teaching,
neer de oudste van de twee blij opkijkt
zo mooi vindt in De Begroeting is de re-
men in all regions of the habitable
en een jonge vrouw in een fel oranje
latieve terloopsheid van het werk. Het
world do at the first sight most easily
jurk op haar afkomt en in haar armen
werk dwingt noch doceert. In tegen-
understand”.
valt. De vrouw in het midden, die even
stelling tot de pathos van werken zoals
buitenspel dreigt te raken, is de spil
Vijf Engelen voor het Millenium. De Vijf
Een kunstwerk als De Begroeting (The
waaromheen Viola het beeld van de
Engelen is een installatie waar vijf
Greeting) van Bill Viola is vijf eeuwen
communicatie heeft opgebouwd. Door
video’s op een groot formaat (zo’n elf
later ontstaan – is hier een illustratie
de slow-motion wordt elk gebaar en
bij vijftien meter) worden geprojec-
van. Ondanks zijn culturele gedetermi-
iedere emotie tot in het kleinste detail
teerd. Elke film heeft een eigen hoofd-
neerdheid ademt het menselijk gebaar
onthuld, van de openvallende mond van
kleur. Aanvankelijk zijn de schermen
ook een universele boodschap. Het
de oudere vrouw, de stralende ogen van
geheel gevuld met kabbelend water.
werk van Bill Viola gaat over centraal
de jonge tot aan de aarzeling en impas-
Maar plotseling stijgt er uit het water
menselijke thema’s als geboorte, dood,
se van de toekijkende dame.
een metershoge ‘engel’ op of daalt
liefde, emotie en een soort humanisti-
er juist in af, in beide gevallen recht-
sche spiritualiteit. Hij heeft zich laten
Het thema van het zestiende-eeuws
standig en begeleid door een zwaar,
inspireren door mystieke tradities als
schilderij De Visitatie, het moment
apocalyptisch kabaal. Volgens Den
zenboeddhisme, christelijke mystiek en
dat Maria aan Elizabeth vertelt dat ze
Hartog ligt daar de symboliek zoals
soefisme. Zijn werken doen vaak schil-
in verwachting is - is heel indringend
water er te dik boven op. Het zou ook
derachtig aan. Doordat de beelden zeer
geschilderd, alsof in de blik die de twee
een ‘Fa-reclame’ kunnen zijn. Later
langzaam bewegen kan de toeschouwer
vrouwen uitwisselen de kruisgang van
gebruikt hij de termen ‘Eftelingachtige
diep in de verschillende betekenisla-
Jezus al besloten ligt. In het oeuvre van
setting’. “Viola roept met zijn werk
gen ‘wegzakken’. Een werk – waarmee
Pontormo neemt dit werk een uitzon-
ontegenzeggelijk de vraag op wat de
hij succesvol werd op de Biënnale van
derlijke positie in. De kunstenaar heeft
moderne mens precies zoekt als hij, al
1995 – De Begroeting is gebaseerd op
alle mogelijke trucs – het stilistische
dan niet met beelden uit het verleden
het schilderij De Visitatie van Jacopo da
spel van overdrijving en vervorming
voor ogen, invulling wil geven aan dat
Pontorma. De Begroeting laat geduren-
dat voor het maniërisme kenmerkend is
‘iets’… Five Angels for the Millennium is
de tien minuten een ontmoetingsscène
– ingezet om die blik van verstandhou-
een kunstwerk over onmacht. De men-
zien, die in werkelijkheid slechts 45
ding zo intens mogelijk te maken.
selijke onmacht om de eigen grenzen te
seconden duurde. Door de extreme
ervaren.”25
slow-motion wordt het alledaagse van
Hans den Hartog Jager bespreekt aan
de gebeurtenis opeens bijzonder en
de hand van een destijds tentoonge-
geladen. Twee vrouwen staan in een
steld werk Vijf Engelen voor het Mille-
steeg met elkaar te praten. Het gesprek
nium van Viola in Haai op sterk water
wordt plotseling onderbroken wan-
(2008) heel kort De Begroeting. Wat hij Links: Jacopo da Pontormo, De Visitatie. Rechts: Bill Viola, Fragment uit De Begroeting, 1995.
18
Het gebaar als intentie Naar aanleiding van het kopiëren van het De behoefte aan een diepere betekenis Isenheimer Altaar heeft wellicht te maken met wat Den ben ik een tijd lang op Hartog benoemt als de menselijke onvergelijkbare wijze als Bill macht om de eigen grenzen te ervaren. Viola aan het werk gegaan. Vaak bepalen grenzen ook de mogelijkheden. Universaliteit is met al onze Ik probeerde gebaren uit post-moderne aannames haast een oude schilderijen in een ontilbaar begrip. Merleau-Ponty levert hedendaagse context te vanuit de fenomenologie26 een dieper situeren. Ik merkte dat dit inzicht in wat de betekenis van het geenkel goed lukte als er zoals baar zou kunnen zijn. Ook hij gelooft in de universaliteit maar dan op een wijze Den Hartog zegt ‘sprake is die dicht bij de directe ervaring ligt. van relatieve terloopsheid.’ Merleau-Ponty relativeert het verlichAnders wordt het er te dik tingsideaal met haar ‘universele rede’. boven op gelegd. Vandaar De fenomenologie is een filosofische dat ik uiteindelijk ook naar stroming in de hedendaagse filosofie ontstaan op de grens van de negenalledaagse gebaren ben tiende en twintigste eeuw, die uitgaat overgestapt. van de directe en intuïtieve ervaring
betekenis aan het woord waarnemen. Existeren betekent ‘tot de wereld zijn’. De mens bestaat in relatie tot de wereld en moet zich tot die wereld om hem heen verhouden. Deze relatie constitueert zich in beginsel via de waarneming en de lichamelijkheid. Het lichaam wordt bij Merleau-Ponty een subject. Het lichaam wordt beleefd en ervaren: Le corps véçu. Dit doorleefde lichaam is niet alleen het lichaam dat je hebt, maar ook dat je bent. Merleau-Ponty spreekt dan over het lichaam dat zichzelf bezit: Le corps propre. De zintuiglijke ervaring van ons eigen lichaam maakt dat we onszelf leren kennen. Het onderscheid tussen lichaam en geest is in deze opvatting kunstmatig en een onmogelijkheid. Merleau-Ponty heeft het over een lichaamsschema. In dit lichaamssche-
van fenomenen (ofwel verschijnselen).
ma wordt de eenheid van het eigen
Hieruit probeert men de essentiële
lichaam uitgedrukt zonder dat daar
eigenschappen van ervaringen en de
over nagedacht moet worden. Het gaat
essentie van wat men ervaart af te
om meer dan het louter biologische
leiden. De fenomenologie gaat dus niet
lichaam; het gaat om de doorleefde
uit van bepaalde vooronderstellingen
ervaring van het lichaam. Volgens de
en is vrij van theorieën die verschijn-
filosoof is het lichaamsschema wezen-
selen causaal met elkaar in verband wil
lijk dynamisch en open. We voegen hier
brengen. Centraal staat de notie van
voortdurend allerlei zaken aan toe zoals
intentionaliteit: het denken of de er-
gereedschap, kleding, instrumenten en
varing is altijd gericht op iets (anders).
protheses. Het lichaam staat altijd open
Merleau-Ponty27 geeft een existentiële
naar zijn wereld en dit maakt nu precies
Links: José Krijnen, Zonder titel, 2014. Rechts: José Krijnen, Zonder titel, 2014.
19
zijn intentionaliteit uit. Voordat we een
ken zodat men weer kan zien - los van
staat niet los van het geheim van de
bewuste en reflectieve verhouding tot
de cognitieve schema’s en andersoortig
individualiteit. In tegenstelling tot Plato
de wereld hebben, heeft deze wereld
stof dat de waarneming versluiert. De
en Socrates vindt Kierkegaard niet dat
al een betekenis voor ons omdat ons
fenomenoloog heeft het in dit verband
de waarheid zich herinnerd moet weten
lichaam er altijd al een pre-reflectieve
over het gesproken woord en het spre-
maar juist herschapen en vernieuwd
verhouding tot heeft. “Aan de intenti-
kende woord. De kunst hoort sprekend
moet worden. Tegelijkertijd maakt
onaliteit van het ‘ik denk dat’ gaat die
te zijn; de betekenis van kunst moet
Kierkegaard een onderscheid tussen
van het ‘ik kan’ vooraf. Het verband dat
continu tot stand komen. Kunst moet
het innerlijk dat de waarheid kan her-
ik tot mijn wereld heb is op het meest
volgens Merleau-Ponty de gefixeerde
scheppen maar niet zelf kan scheppen.
primordiale niveau bepaald door de
blik doorbreken. Kunst kan nooit slechts
Scheppen is een bron buiten jezelf waar
(bewegings)mogelijkheden van mijn
representatie tot doel hebben. Het
je door middel van zelfonderzoek deel
lichaam om met een bepaalde situatie
moet een wereld op zichzelf zijn.
aan kunt hebben. Waarheid kan ons in
om te gaan. De relatie tot de dingen is daarom in eerste instantie ook niet
contact brengen met het onbekende in
De ziel opnieuw
afstandelijk…maar elk ding spreekt
plaats van ons enkel in contact brengen met het al bekende. Hierin raakt Kier-
tot mijn lichaam en tot mijn leven. De
Het lichaam en het lichamelijke gebaar
kegaard aan Levinas. Bij Levinas heeft
dingen hebben een betekenis voor mij
als intentionele betrokkenheid op de
waarheid het karakter van een ontmoe-
omdat ik er allereerst een lichamelijke
wereld inclusief de eigen indentiteit
ting. Ze wandelt ons leven binnen op
verhouding mee heb.”
zijn een bron van betekenis volgens
een manier die niet voorzien is. Een
Het onderzoek naar het menselijk
Merleau-Ponty. Volgens Riessen29 is het
dergelijke ontmoeting met de waarheid
gebaar is dan het onderzoeken van de
ook de bron van bezieling. Een woord
vindt plaats als gebeurtenis en dwingt
mens en zijn relatie tot de wereld om
als ‘ziel’ is tegenwoordig problema-
daarom de tijdelijkheid ernstig te ne-
hem heen. Met andere woorden: de
tisch. Vroeger werd ‘ziel’ in verband
men. Bij Socrates heeft het innerlijk een
existentie. Als het gebaar binnen een
gebracht met de scheiding tussen
vaste wortel in de eeuwigheid en kan
context van stofuitdrukking en om-
lichaam en ziel. In de ziel zetelde de
daarmee niet tijdelijk worden. Kierke-
geving wordt gesitueerd, wordt er in
eeuwigheid en wellicht ook de waar-
gaard daarentegen is het te doen om
feite een deel van het lichaamsschema
heid (Plato). Het volgen van deze begrij-
een werkelijk tijdelijk innerlijk, een ziel
afgebeeld waardoor gereflecteerd kan
pelijke allergie leidt echter tot het
die aan de eindigheid is overgeleverd.
worden over de existentie.
kwijtraken van de toegang tot de eigen
In het licht van de eindigheid denken
Volgens Merleau-Ponty kan kunst de
innerlijkheid. Kierkegaard spreekt over
wij over onszelf en geven we vorm
wereld van de waarneming onthullen.
innerlijkheid waar we toegang toe moe-
aan ons leven. Daarmee is de ziel bij
Juist kunst kan de mens terugbrengen
ten krijgen.30 Voor Kierkegaard is de
Kierkegaard dus een innerlijkheid die
naar de zaken zelf. Hiermee wordt be-
waarheid persoonlijk en subjectief. Het
slechts mogelijk is bij concrete en tij-
doeld de ‘natuurlijke houding’ doorbre-
zoeken en vinden van deze waarheid
delijke wezens die onverwisselbaar en
20
28
uniek zijn. Het gaat om direct vanuit het
den voor de creativiteit maar die krijgen
derkunst om hele nieuwe dingen te pro-
fysieke in het hier en nu open te staan
in ons huidige economische tijdsge-
beren. Kunstenaars konden hun meest
zodat we steeds weer opnieuw geboren
wricht nog maar weinig waardering. Aan
persoonlijke gevoelens en gedachten
kunnen worden.
de hand van verschillende kunstenaars
tot expressie brengen. Volgens Safran-
Voorgaande sluit aan op wat Bierens
en schrijvers laat de filosofe zien hoe
ski is de Romantiek een voortzetting
in de De handgezaagde ziel , een essay
belangrijk het voor het creatief proces
van religie met esthetische middelen.
over de terugkeer van de ambachte-
is om geen slaaf te zijn van een mecha-
De verbeelding, het imaginaire, krijgt
lijkheid in de kunst, betoogt. Bierens
nische tijd.
een hogere rang en triomfeert over
besluit zijn betoog als volgt: “alle kunst in de wereld staat of valt bij die ziel (de
het realiteitsprincipe van het heden.
Authenticiteit
Safranski haalt Novalis aan: “Doordat ik
poëzie, de geest, de hemelse genade),
aan het algemene een hogere zin, aan
die het moeilijkst en meest ongrijpbaar
Als schilderen zelf een gebaar is dan
het gewone een geheimzinnig aanzien,
van alles is en tegelijk het makkelijkst
is de factor tijd een voorwaarde om
aan het bekende de waarde van het on-
en meest nabij. Want dat is van de ziel
het werk meer te laten worden dat het
bekende, aan het eindige de schijn van
het grote geheim: dat hij nooit zo mooi
eerste idee van de maker. Ambacht
oneindigheid verleen, romantiseer ik.”34
ijl, zo hoog en zo vrijgevend is als wan-
impliceert herhaling en jezelf (deels)
neer hij met de hand gezaagd wordt.”
enten op de gebaren die voor jouw
Volgens de filosoof Taylor zijn we daar
Het verschil tussen idee en ambacht
tijd gemaakt zijn. ‘Ziel’ is het opnieuw
ook iets mee kwijt geraakt en kun je je
is niet zo groot als we in de twintigste
geboren worden of de dingen opnieuw
als kunstenaar vervallen in narcisme.
eeuw zijn gaan denken. Ambacht impli-
zien zoals Merleau-Ponty beweert. Het
Taylor beschrijft in de De Malaise van de
ceert de factor tijd. Door het ambach-
is steeds de paradox tussen consolida-
Moderniteit35 hoe waarden als identiteit,
telijk werken vanuit ideeën, overstijgt
tie en traditie versus vernieuwing en
individualiteit en authenticiteit zijn
de kunstenaar zichzelf door de tijd die
open staan voor het onbekende. Kunst
ontaard in narcisme, atomisme, frag-
het maakproces in beslag neemt. Op
als belichaming van een artificieel dar-
mentatie en relativisme. Hij benoemt
deze wijze komt er dan ruimte voor
winisme, waarin de zoveelste avant-gar-
hoe door de overgang van een cultuur
de ziel die zoals Riessen beschrijft de
de beweging breekt met de vorige is
van mimèsis (gelijkenis) naar creatie
ruimte geeft voor het opnieuw geboren
in de eenentwintigste eeuw gerela-
een kunstenaar herkenbare referentie-
worden.
tiveerd. Artisticiteit als vernieuwing
punten mist. Taylor schrijft: “De dich-
Ook sluit dit aan bij wat een filosofe als
lijkt niet meer het enige criterium.
ters van de Romantiek en hun opvolgers
Hermsen beweert in Stil de Tijd. Kunst
Authenticiteit kan dan ook meer zijn
moeten een originele visie op de kos-
kan enkel ontstaan vanuit de innerlijke
dan originaliteit. Laat ik me nogmaals
mos formuleren… Iets soortgelijks ge-
tijd, een tijd die zich onttrekt aan de
tot de Romantiek wenden. In hoofdstuk
beurt aan het begin van de negentiende
klok—tijd. Rust, verveling, aandacht
één refereerde ik aan de Romantiek en
eeuw in de schilderkunst. Caspar David
en wachten zijn belangrijke voorwaar-
hoe die de weg baande voor de schil-
Friedrich neemt bijvoorbeeld afstand
31
32
33
Links: José Krijnen, Zonder titel, 2015. Midden: José Krijnen, Zonder titel, 2015. Rechts: José Krijnen, Zonder titel, 2015.
21
van de traditionele iconografie. Hij
Het is niet erg om zaken aan te leren
van traditie en vernieuwing. Je kunt
zoekt naar een symboliek in de natuur
door te kopiëren en je hiermee een
door kunst te maken veel over jezelf en
die niet gebaseerd is op de aanvaarde
‘orde’ toe te eigenen. Het maakt dat
de wereld leren.
conventies. Zijn streven is ‘de vorm van
je je subjectiviteit meer gewaar wordt
de natuur rechtstreeks te laten spreken,
maar ook dat je je als individu verbon-
hun kracht te laten vrijkomen door hun
den weet met een groter geheel, door
rangschikking binnen het kunstwerk.”36
een grondige exploiratie buiten het
Met andere woorden: men zoekt naar
zelf. “Als authenticiteit trouw-zijn aan
een taal die nog niet gesproken is.
onszelf betekent, ons eigen ‘sentiment
Hiermee verliest men een orde waarin
de l’existence’ herontdekken, dan kun-
de zaken los van de mens hun bestaan
nen wij haar misschien alleen geheel
kunnen hebben (het realiteitsprincipie
bereiken als we erkennen dat dit gevoel
buiten de persoonlijke beleving). De
ons verbindt met een wijder geheel.”37
grondslag vanaf nu is subjectivisme. Volgens Taylor gaat het niet om een
Conclusie
(in zijn ogen ook onmogelijke) terugkeer naar een oude vaststaande orde.
In filosofisch opzicht voel ik me aange-
Bovendien vindt hij dat romantische
sproken door de opvatting van Mer-
kunstenaars als Rilke en Friedrich er wel
leau-Ponty, dat het gebaar universeel
degelijk toe doen. Taylor onderscheidt
is vanwege haar intentionaliteit. Het
dan twee soorten subjectivisme. De taal
gebaar is het letterlijk greep krijgen
van de ‘persoonlijke resonantie’ kan
op de ons omringende wereld en het
twee kanten opslaan namelijk die waar-
creëren van de identiteit. Het gebaar
in de wereld slechts het ruwe materiaal
raakt bezield als het helpt de eigen
is voor onze projecten of die waarin wij
innerlijkheid te ontsluiten. Innerlijk-
nog steeds onderdeel uitmaken van een
heid ontsloten en herschapen in de
groter geheel dat ook haar aanspraken
ontmoeting met het andere. Authenti-
op ons kan doen gelden. Mijn verblijf in
citeit, als het trouw-zijn aan jezelf, kan
China heeft me dit meer doen realise-
dan enkel bestaan onder voorwaarde
ren. Terugkerend naar Merleau-Ponty
van het je kunnen verbinden met een
gaat het om een lichaam dat - en een
groter geheel buiten jezelf. Als je het
daaruit voortvloeiende perceptie die -
voorgaande op kunst betrekt dan gaat
zich de wereld eigen maakt door middel
het om een dynamisch proces dat tijd
van relatie. Relatie is altijd wederkerig.
vraagt en zich beweegt tussen de polen
22
NOTEN 25 Hartog, 2008: pag. 256 26 De fenomenologie stamt uit de School van Brentano (genoemd naar Franz Brentano) en is voornamelijk gebaseerd op het werk van Edmund Husserl. Ze wordt meestal geplaatst binnen de continentale filosofie. Later werd de fenomenologie verder ontwikkeld door Max Scheler, Adolf Reinach en in de existentiële fenomenologie met onder anderen Martin Heidegger, Maurice Merleau-Ponty en Jean-Paul Sartre. Recentere filosofen, zoals Emmanuel Levinas en Jacques Derrida zijn sterk beïnvloed door de fenomenologie, maar hebben er tegelijkertijd ook sterke kritiek op. De inzichten die uit deze stroming voortvloeien rond intentionaliteit, bewustzijn en qualia (kwalitatieve eigenschappen van de waarneming, zoals smaak en kleur) spelen ook een rol binnen de filosofie van de geest. Zie Aydin, 2007 27 Merleau-Ponty, 2011 28 Merleau-Ponty, 2003: pag. 18 29 Riessen, 2013 30 Idem: pag.41. In het werk van Kiekegaard kom je het woord ziel niet veel tegen. Hij spreekt in plaats daarvan over innerlijkheid. 31 Bierens, 2013, pag. 101 32 Hermsen, 2011 33 Halbertsma en Zijlstra (red.), 1993: pag. 28 34 Safranski, 2009: pag. 13 35 Taylor, 1994 36 Idem: pag. 89 37 Idem, pag. 95
Merleau-Ponty maakt mijn onderzoeksgebied groter dan enkel het lichamelijke gebaar. Wat mensen aan kleding en attributen dragen, maar ook het meubilair en het behang zijn een onderdeel van het lichaamsschema. Door me steeds meer op al deze losse onderdelen tegelijk te concentreren, worden mijn schilderijen landschappen die te lezen zijn als structuurkaarten. Daarmee is mijn werk zelf opener geworden in relatie tot het onderwerp.
Links: José Krijnen, Zonder titel, 2015. Midden: José Krijnen, Zonder titel, 2015. Rechts: José Krijnen, Zonder titel, 2015.
23
Hoofdstuk 5 Westerse en Chinese kunstenaars in de 20ste eeuw
Westerse schilders in de 20ste eeuw Als ik schilders die mij aanspreken bestudeer dan denk ik eerst aan Michaël Borremans (1963) en Lucian Freud (1922-2011)38. Beide zijn figuratieve schilders. Opvallend is dat de figuren in hun schilderijen geen expressieve gebaren maken. Het zijn ingetogen schilderijen waarin de ‘condition humaine’ zich aan je opdringt. Beiden horen bij de individuen die in staat zijn geweest zich los van het dominante discours op succesvolle wijze te handhaven. Ze borduren met verve voort door op de traditionele schilderkunst. De figuren staan ambigu ten opzichte van hun lichaam en het leven. De lichaamsschema’s zijn niet extreem ingevuld (weinig franje). Er zijn nauwelijks uitgebreide interieurs. Wel is er een suggestie van ruimte door bijvoorbeeld een tafel of vlak weer te geven (Borremans) of door door het uitvoerig schilderen van stofuitdrukkingen (een bed, stoel, vloer bij Freud). Bij beide roept de positionering van de menselijke figuur een gevoel van verlorenheid op. Borremans’ werk is ingetogen en werkt vervreemdend. Er is een onwezenlijke verstilling in zijn werk. Het werk van Freud wordt ook wel agressief realisme genoemd.
Links: Michaël Borremans, Vier Elfjes, 2003. Midden: Lucian Freud, Dubbelportret, 1985-86. Rechts: Co Westerik, De Zwemmer, 1963.
24
Zijn naakten zijn zonder meer confron-
Eigenlijk meer dan een Freud of Borre-
terend met de vleselijke staat van zijn.
mans is Westerik in staat geweest een
Soms vraag ik me af hoeveel ruimte er
beeldtaal te ontwikkelen die ruimte laat
is voor de fantasie of de verbeelding in
voor de verbeelding. Ook bij hem is het
hun werk. Hierbij blijft mijn bewonde-
centrale thema de mens en de existen-
ring voor hun statement en hun kunnen
tie. Toch lijkt er bij hem meer horizon
overeind staan.
te zijn. Ondanks de kwetsbaarheid is er (nog) richting en geborgenheid.
Een andere kunstenaar die het menselijk gebaar meer expliciet inzet is Co Westerik (1924)39. Veel van zijn schilderijen hebben aanraking als onderwerp. Een sigaret geklemd tussen twee vingers. De tegenstelling tussen vlees, papier en tabak. Soms raken mensen elkaar aan. Vaak zijn dit uitdrukkingen van tederheid, liefde en zorgzaamheid. Ook worden tastervaringen in de natuur weergegeven. In Plant plukken (1987) sluiten vingertoppen zich om een knop. In Avondscene met arm en hand (1992) klauwt een bronskleurige gespierde arm heftig in de aarde zelf. De aarde slaat soms terug: mensenvingers kunnen zich Snijden aan gras (1966/1975). Dit schilderij geeft de kijker een lichte huivering van de letterlijke maar ook figuurlijke kwetsbaarheid van mensen. Interessant bij Westerik vind ik de eigen
Ik vraag me altijd af: hoe ver kun je gaan als je figuratief schildert? Hoe lang blijft het interessant? En wat laat je zien? Het hele plaatje: mensen van top tot teen met – en hoeveel dan – omgeving? Wanneer slaat de voorstelling dood – wanneer blijft het open? Soms laat ik stukken van mijn schilderij letterlijk open. Tegenwoordig maak ik uitsnedes. Een stukje mens maar met de handen/handeling als centrum. Ik maak expres geen horizon maar geef wel perspectief aan door vloeren te schilderen. Het blijft een leegte die tevens aangeduid wordt/richting heeft.
vorm in de figuratie.
25
Na mijn verblijf in China had ik in-
werd hun wandschildering onthuld. Een
de huidige kunst, de kunst om dingen
teresse gekregen in het werken met
paar weken later hadden de Grieken
honderdmaal te herhalen zonder dat
patronen en sjablonen in de schilder-
hun werk beëindigd en kon de keizer
het sleur of routine wordt ontbreken.
kunst. Ook was ik geboeid geraakt
ook dit resultaat komen bekijken. Zij
Het hele idee van verandering en
door volkskunst. Op deze wijze kwam
hadden hun muurvlak zo gepolijst dat
innovatie is volgens Frieling een vorm
ik in aanraking met Daan van Golden
de schildering van de Chinezen er zacht
van oppervlakkigheid. Bierens44 zegt
en Gijs Frieling. Daan van Golden
in spiegelde.”41 Met al zijn beeldcitaten
dat het putten uit folklore en boeren-
(1936) – oorspronkelijk een acti-
lijkt Van Golden vergelijkbaar met de
schilderkunst haast al een provocatie is.
on-painter – kwam tijdens een reis in
spiegelende gepolijste muur. Alleen
Het werk van Frieling is paradijslijk. In
Japan in contact met meditatie. Door
maakt hij van gevonden motieven een
het voorwoord van Vernacular Pain-
aandachtig kijken naar simpele vormen
nieuw beeld, dat het oude liefdevol in
ting benoemt curator en criticus Ruth
kan de menselijke geest rust vinden.
zich draagt.
Noack45 dit als een probleem. “Wat is
40
kunst, als die ons niet test, ons niet de
Van Golden schilderde vervolgens stukken papier, zakdoeken, theedoeken,
Gijs Frieling (1966) maakt ‘murals’42.
middelen aanreikt om de grenzen van
tafelkleden en ander decoratief mate-
Hij beschildert muren met kleurrijke
ons narcistische zelf uit te dagen? Wat
riaal. Bewust werden licht en schaduw
patronen. Een belangrijke bron is de
is kunst als die weigert het op te nemen
weggelaten waardoor er een eendimen-
zogenaamde Hindelooperkunst. Deze
tegen de wereld?” Om even later te
sionaal decoratiemotief overbleef. Door
werd in het Friese stadje Hindeloopen
beweren “En hoewel ik aarzel of ik de
de precieze manier van werken, lijkt het
ontwikkeld door vissers, ‘s winters
haak heb gevonden in Gijs Frielings
werk haast op machinale wijze tot stand
als ze de zee niet opkonden. Het zijn
werk en of het mij geholpen heeft mijn
gekomen. Van Golden wil het onper-
motieven van vogels, planten in hoog
narcistische ego af te schudden, moet ik
soonlijke persoonlijk maken. Door de
blauw, rood en groen geschilderd op
toegeven, dat wat ik ervoor voel niet zo
repetitieve handeling van het schilde-
krukjes, kasten, stoelen en dienbladen.
ver weg ligt van wat mensen misschien
rend gebaar ontstaat volgens van Gol-
Frieling vind het ‘handschriftelijke’
wel liefde noemen.”
den de hoogste vorm van meditatie. Als
zo mooi. “De Hindelooper decoraties
Golden over zijn werk vertelt, haalt hij
zijn een soort schoonschrift. Sierlijk,
graag de parabel aan van Het moment
elegant, zwierig, rond. Door oefening
suprême: “Een keizer gaf een ploeg
verkregen, alsof je aan het vioolspelen
Griekse en groep Chinese kunstenaars
bent. Bovendien houd ik van het platte,
opdracht ieder een wand te beschil-
het tweedimensionale. Het is hyperge-
deren. Tussen beide muren werd een
stileerd en geabstraheerd, puur streken,
afscheiding gemaakt zodat zij elkaars
toetsen en kleuren. Ondertussen groeit
werk niet voortijdig zouden kunnen
en bloeit er van alles op dat platte
zien. Toen de Chinezen klaar waren,
vlak.”43 Frieling vindt het repetitieve in
26
Repeteren zonder sleur of verveling maakt dat het onpersoonlijke persoonlijk wordt. Gijs Frieling zegt dat alles uiteindelijk een gebaar is in een verschillende resonantie. Ik ben naast de patronen in mijn schilderijen ook patronen op de muren gaan schilderen. Alles kan repeteren en resoneren. Het werk krijgt hierdoor een ‘pulse’.
Chinese kunstenaars in de 20ste eeuw
betekenis communiceert. Zowel taal als betekenis zijn makkelijk te manipuleren categorieën.
De Chinese kunstenaars die mij in mijn zoektocht boeiden zijn niet enkel schil-
Zijn laatste werk is Boek van de Grond46,
ders. Omdat in China de schilderkunst
een universeel leesbaar stripboek. De
vaak neerkomt op kalligrafie is schilde-
taal die hij gebruikt zijn de symbolen
ren en alles wat daarmee gemoeid gaat
en iconen die we tegenwoordig ge-
in vergelijking met Westerse schilders
bruiken via nieuwe media, computers,
al anders. De kunstenaars die ik behan-
mails en telefoons. Het verhaal gaat
del hebben allen wel een duidelijke
over vierentwintig uur uit het leven van
relatie met de Chinese traditie en mijn
Mr. Black, een typische stedelijke witte
eigen ontwikkeling.
boord-arbeider. Hij staat op, heeft ontbijt, gaat naar zijn werk, haalt fast food
Xu Bing (1955) is vooral een conceptu-
voor lunch, heeft sociale contacten,
eel kunstenaar. Hij maakt installaties,
dagdroomt, vermoordt een mug voor hij
maar hij is ook graficus en kalligraaf. Hij
gaat slapen, valt in slaap en de vol-
heeft zich grondig bezig gehouden met
gende dag gaat hij alles weer opnieuw
de Chinese taal of kalligrafie. Xu Bing
hetzelfde doen. Dag in dag uit.
beweert dat Chinezen door hun taal iconografische denkers zijn. De kunstenaar ziet daarin de beklemming en de vrijheid - op individueel en collectief niveau. In zijn werk Boek van de Hemel (1990 - 1991) heeft de kunstenaar 4000 karakters verzonnen. Deze nieuwe taal is met de hand uitgesneden in houten blokken en geprint op gigantische rollen papier. Deze zijn opgehangen aan het plafond en over de vloer verspreid. Het lijkt een bron van oude wijsheid maar is in feite een verzinsel. Het belangrijkste thema in het werk van Xu Bing is de wijze waarop taal Geheel links: Gijs Frieling, Vooruitgang, 2013. Midden: Daan van Golden, Context Boodschap bij Zach Feuer, 2012. Rechts: Xu Bing, Boek van de Hemel, 1987-1991. Geheel rechts: José Krijnen, installatie, 2015.
27
Van Golden en Frieling laten in hun werk de bevrijding van het repetitief patroonmatig werken zien. Xu Bing is zich in zijn werk veel meer bewust van de politieke connotatie van deze wijze van denken/ artistiek werken: de dwangmatigheid van de mal. Bij het schilderen van patronen word ik een contemplatieve stilte gewaar die extatisch kan zijn. In China kent men ook deze gewaarwording. Echter de geschilderde taal was altijd direct gelieerd aan het politieke regime en daarmee directief.
Zhang Xiaogang (1958) staat bekend
ges ongenaakbaar. Ze zouden ook uit
om zijn monochromatische portretten
een animatie of een computergame
van Chinese personen. Hij baseert zijn
afkomstig kunnen zijn. Haar werk wordt
werk op familieportretten uit de tijd
ook wel een zachte vorm van spiritueel
van de Culturele Revolutie. Zhang Xiao-
futurisme genoemd. Haar personages
gang benadrukt zelf dat zijn werk niet
dromen vaak weg, zweven of slapen in
gaat over de geschiedenis op ‘macroni-
witte werelden waar ze onbekende ob-
veau’ maar over de psychische impact
jecten tegenkomen. De laatste jaren is
van zulke veranderingen op het indivi-
haar wereld harder en meer vervreemd
du.48 Bovendien maakt elk individu deel
geworden. De personages liggen
uit van een groter verband zoals in de
apathisch op bed of zijn op zoek naar
serie Bloedlijn – de Grote Familie – serie
een betere wereld, zoals de Mongoolse
duidelijk wordt gemaakt. Deze serie
punks die ze schilderde in 2011.
bestaat uit enkele honderden zeer fijn
Beide net genoemde kunstenaars schil-
geschilderde portretten. In het werk
deren met olie op een delicate wijze.
Meisje lopen rode lijnen kriskras door
Bij Xiagong zijn de handen altijd iets te
het beeld. Deze lijnen symboliseren de
klein in verhouding tot het hoofd. Bij
bloedverwantschap tussen de afzon-
Kun zijn de handen realistisch en soft
derlijke familieleden. De verschillende
focus geschilderd. Bij beiden is het de
vlekken op de gezichten zijn zoals de
psychologische lading van het schilderij
verkleuringen op een foto. Zij dienen
die telt. Door de ingehouden stijl komt
als metafoor voor de geestelijke won-
de lading juist sterker over.
47
den of herinneringen. Als er letterlijke gebaren worden afgebeeld zijn ze ingetogen zoals de hand voor de mond houden. Song Kun (1977)49 maakt ook fijngeschilderd werk. Haar werk is ongrijpbaar. De schilderijen lijken een grote dwaaltocht door een tussenwereld die zich ergens bevindt tussen droom, herinnering, fantasie en virtuele wereld. Dit laatste maakt de persona-
Links: Zhang Xiaogang, Bloedlijn - De Grote Familie no. 3, 1995. Rechts: Song Kun, Reis 2007.
28
In vergelijking met de figuratieve Europese schilders is de schilderstijl van de Chinese schilders veel fijner. Ik vind een Freud en een Borremans lekker met verf werken, maar die esthetische delicaatheid van Chinese kunstenaars heeft ook wel wat.
Een kunstenaar die het gebaar als
van het oorspronkelijke hout weer kalli-
schilderen zelf vanuit haar traditie
grafeerde. Dit gebeurde uiterst precies,
eigentijds verwoordt is Hu Xiaoyuan.
tot op de kleinste barst en breuk en
Hu Xiaoyuan (1977) is geïnspireerd
lijn. Het verschil is nauwelijks te zien
door de oude kalligrafeertechnieken en
terwijl de natuur is getransformeerd tot
abstracte motieven. In haar serie Een
cultuur.
herinnering, die ik niet weg kan geven (2007) heeft ze witte zijde geborduurd
Liang Yuanwei (1977) begon met het
met haar eigen haar. De traditie wordt
schilderen van stoffen als een vorm
hiermee op een persoonlijke wijze
van performance. Via het schilderen
toegeëigend. De witte zijde is een stof
van subtiele, schijnbaar betekenisloze
die wordt gebruikt bij begrafenissen.
patronen wilde ze de nadruk leggen op
Vroeger werden vrouwen met deze stof
de tijd en de moeite die het schilderen
ritueel opgehangen. Door haar eigen
vraagt. De stoffen die werden geschil-
haar te gebruiken geeft Hu Xiaoyuan
derd waren afkomstig van familie,
iets onverslijtbaars van haarzelf mee.
vrienden en kennissen. Het moest
De patronen die ze borduurt zijn ener-
gaan om een persoonlijk stuk stof
zijds traditioneel Chinees en anderzijds
waar een herinnering aan vast kleefde.
delen van haar lichaam. De zijde wordt
Uiteindelijk resulteerde dit in de serie
in grote borduurringen gepresen-
Delen van het leven (Pieces of life). De
teerd. Haar werk ademt een delicate
schilderijen omvatten het huiselijke
intimiteit die door de presentatie
domein, de stille arbeid van generaties
tegelijkertijd een blootstelling is. Het
Chinese vrouwen. Tegenwoordig zijn de
latere werk van Hu Xiaoyuan bestaat
patronen niet meer egaal maar worden
ook uit diverse materialen en vaak ook
de doeken naar onderen toe steeds
uit video. Het werk getuigt van een
donkerder. De doeken lijken zich uit te
vrouwelijke sensibiliteit, een vrouwelijk
strekken tot in het oneindige, enigszins
perspectief waarbij het alledaagse het
vergelijkbaar met wat wij in het westen
uitgangspunt is en waarin traditie en
als ‘decoratief minimalisme’52 zouden
schoonheid een plaats hebben. In 2014
typeren. De laatste tijd experimenteert
presenteerde ze in museum Boymans
de kunstenares met het schilderen met
van Beuningen51 oude stukken hout,
make-up zoals lipstick. Typisch vrouwe-
overtrokken met dunne lappen witte
lijke attributen.
50
zijde, waarop ze vervolgens de nerven
Links: Hu Xiayuan, Een herinnering die ik niet weg kan geven, 2007. Rechts: Rechts: Hu Xiaoyuan, Hout, 2010.
29
Ik voel een sterke affiniteit met Hu Xiaoyuan en Liang Yuanwei. Zonder in eerste instantie hun werk te kennen ben ik op een vergelijkbaar spoor geraakt. Het gebaar is vergroot. Ik schilder een trui of een rok met grote aandacht voor de textuur. Dit leidt steeds meer tot verzelfstandiging van het onderwerp. Ze gaan een eigen leven leiden en neigen naar abstractie. Het gebaar van het schilderen heeft uitdrukkelijk terrein gewonnen op de letterlijkheid van een afbeelding. Vanuit de texturen in mijn schilderijen maak ik patronen op de computer en print deze weer op stof. Ik schilder graag breisels. Ook deze heb ik in freestyle weer in het echt gemaakt. Stofuitdrukking Links: Liang Yuanwei, Studie voor een deel van het leven, 2008. Midden: José Krijnen, Superlatief, 2015. Rechts: José Krijnen, De Apocalyps, 2015. Geheel rechts: José Krijnen, detail uit installatie St. Hubertus, Stof gemaakt n.a.v. de stofuitdrukking in het schilderij De Apocalyps, 2015.
30
in de schilderkunst is een permanent thema. Door het schilderij als uitgangspunt voor een stof te nemen, keer ik het proces om. Schilderen, zeker schilderen met olieverf is materieel van aard. Ik vind het interessant om een schilderij weer in materiaal om te zetten waar je een trui of een jurk van zou kunnen maken. Het is een vrouwelijk perspectief wat ik door mijn sekse als vanzelfsprekend ervaar. Ik kan hierin mijn alledaagse ervaringen koppelen aan culturele tradities op een wijze die ook mijzelf verrast. De vernieuwing vindt plaats in het combineren en doorborduren. Voorlopig wil ik blijven werken vanuit mijn schilderen waarin het menselijk gebaar de intentie
vertegenwoordigt. De schilderijen zijn de individuen in een op dit moment oneindig lijkend speelveld waarin alles sensibel repeteert en resoneert.
In vergelijkende zin
ten op en doet je beseffen dat westerse mallen soms behoorlijk beperkend
Hans den Hartog benoemt in een repor-
kunnen zijn.”54
tage over Chinese kunstenaars in het NRC-Handelsblad de moeilijkheid voor een westerling om Chinese kunst op waarde te schatten. Dit komt enerzijds door het vakmanschap. Als Bierens53 gelijk heeft dat het ambacht ook in Europa aan het terugkomen is dan kunnen we best iets leren van de Chinezen op dit gebied. De moderne Chinese kunstenaars tonen hier geen enkele schroom. Vervolgens zegt Den Hartog dat het werk vaak zo figuratief en kleurig is dat het voor de westerse progressieve kunstliefhebbers wordt gezien als
38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54
Feaver, 2007, Grieg, 2015, Grove, 2014. Kopland, 2004. Van Golden, 2014 Lynne van Rhijn in Van Golden, 2014, pag. 11 Frieling, 2009 Uit een interview, Pontzen,Volkskrant 4-9-2009 Bierens, 2013: pag. 50 Frieling 2009 Xu Bing, 2014 chinesecontemporaryart.com Museum Boymans van Beuningen, 2014: pag. 62 Idem: pag. 160 Dong Ying, 2011 Focus Beijing. Collectie de Heus - Zomer, 2014. NRC-Handelsblad, 2014 Bierens, 2013 NRC-Handelsblad, 2014.
behaagziek en commercieel. De reden dat sociaal-kritische kunstenaars als Ai Weiwei, Zhang Huan en Zhao Zhao het in deze kringen beter doen komt omdat hun systeemkritiek mooi aansluit bij de westerse romantische kunsttraditie waarin kunstenaars los moeten staan van samenlevingen en conventies. De kunst dient systemen op scherp te stellen. De jongste generatie Chinese kunstenaars is volgens de auteur echter het interessantst. “… hun eigenzinnige en in het westen onmogelijke combinatie van vernieuwing, conceptualiteit, ambachtelijkheid en verlangen naar schoonheid levert intrigerende inzich-
31
Hoofdstuk 6 Criteria voor herschepping
Deze scriptie draagt de titel Archeologie van het menselijk gebaar. Al gravend ontdekte ik dat het menselijk gebaar door alle tijden leesbaar is, maar ook een drager is van culturele en maatschappelijke conventies. Het schilderen als gebaar zelf wordt pas tijdens de Romantiek en met name in het Expressionisme expliciet en programmatisch ingezet. Dit leidt tot geheel nieuwe vormen van kunst waarin het schilderend gebaar hoogtij viert in het Abstract Expressionisme. Vanaf de jaren zestig is er dan weer ruimte voor een nieuwe figuratie met een scherp randje. Tijdens mijn residentie in China, ontdekte ik dat het schilderen als gebaar zelf daar al vijfduizend jaar een vanzelfsprekendheid is. Schilderen is dan in de eerste plaats kalligrafie (de Chinese taal). Binnen alle kunstvormen gaat men uit van een vaststaande hoeveelheid eenheden die men gevarieerd kan combineren waardoor productie in serie mogelijk wordt. In het schilderen van het letterlijke gebaar zien we de maatschappij gebaseerd op het Confucianisme terug. Gebaren zijn de gebaren van ambtenaren. Bij kalligrafie als kunst gaat het vaak om traditionele voorstellingen zoals bamboe of rotslandschappen. Ook hier volgt men een vast patroon. Tegelijkertijd gaat het bij kalligrafie ook om de vitaliteit van het schildergebaar en zie je voorbeelden
32
Criteria voor herschepping
van autonome en niet reproduceerbare
palet van mogelijke verhoudingen tot de
expressie. Tegenwoordig baseren Chinese
eigen existentie en de hem omringen-
kunstenaars zich vaak op traditie en mo-
de wereld. In het schilderen als gebaar
Ik vroeg me aan het begin van deze
derniteit. Door de censuur moeten velen
ervaar ik echter Van Golden en Frieling
scriptie af of er andere criteria voor de
deels ondergronds opereren.
als voorbeelden. Zij citeren al bestaande
artistieke kwaliteit zijn dan vernieu-
patronen en structuren. In het repetitieve
wing. Uiteindelijk ben ik door mijn
Vanuit diverse kunsttheoretische bronnen
gebaar wordt bij Van Golden en Frieling
onderzoek tot alternatieve criteria voor
blijkt het menselijk gebaar in de schilder-
het onpersoonlijke juist persoonlijk en bij
artistieke kwaliteit gekomen waarin
kunst vooral een historisch antropologi-
Frieling zelfs paradijslijk. Beiden zijn van
vernieuwing (inmiddels duid ik dat
sche informatiebron. De interpretatie van
mening dat de idee van verandering en
aan als herschepping) nog steeds een
het schilderij – of hier: de betekenis van
innovatie een vorm van oppervlakkigheid
belangrijke plaats inneemt:
het gebaar – is ook afhankelijk van de tijd
is.
en plaats waarin het geduid wordt. Meer
• De mate van persoonlijke verwerking
filosofisch is de constatering dat het ge-
Hedendaagse Chinese kunstenaars
baar universeel is vanwege haar intentio-
baseren zich haast altijd op traditie naast
naliteit (Merleau-Ponty). Het gebaar raakt
innovatieve technieken. Xu Bing laat
bezield als het helpt de eigen innerlijk-
met zijn werk zien dat taal en betekenis
logisch onderzoek: wat vertelt het
heid te ontsluiten waardoor herschepping
makkelijk te manipuleren zijn. Zhang
werk ons over de tijdsgeest/de heer-
plaats kan vinden (Kierkegaard). Dit is
Xiaogang verwerkt met zijn fijngeschil-
sende culturele en maatschappelijke
enkel mogelijk door de ontmoeting met
derde portretten het nationale trauma
conventies?
het onbekende andere in tijdelijkheid
van de Culturele Revolutie. Een andere
(Levinas). Authenticiteit als trouw-zijn aan
fijnschilder is Song Kun. Haar werk wordt
het herhalen zonder in sleur of ver-
jezelf is gerelateerd aan een grotere orde
aangeduid als spiritueel futurisme. De
veling te vervallen. En heeft de kijker
buiten jezelf (Taylor). Kunst beweegt zich
laatste twee schilders gebruiken verf op
later dezelfde ervaring?
dus ook op filosofisch terrein tussen de
een delicate wijze en de gebaren die ze
polen van traditie en vernieuwing.
afbeelden drukken een psychologische
werk greep te krijgen op kwesties
Figuratieve 20ste-eeuwse Europese
lading uit. Hu Xiaoyuan en Liang Yuan-
als identiteit en vragen rondom het
schilders die mij aanspreken zoals Freud
wei kunnen beide worden getypeerd als
bestaan?
en Borremans zijn kunstenaars die zich
vrouwenkunstenaars. Hun eigenzinnige
baseren op traditionele schilderkunst.
combinatie van vernieuwing, conceptua-
De gebaren zijn ingetogen. De mense-
liteit, ambachtelijkheid en verlangen naar
lijke intentionaliteit is ambigu. Bij een
schoonheid laten volgens Den Hartog
hardop te zeggen, maar doe het toch:
schilder als Westerik is meer plaats voor
zien dat de westers mallen soms behoor-
is het werk bezield?
de verbeelding. Hij hanteert een groter
lijk beperkend kunnen zijn.
van traditie: integratie van de gebaren die voor jou(w tijd) zijn gemaakt. • De mate van participerend antropo-
• Is iemand in staat tot de kunst van
• Is het werk intentioneel? Helpt het
• Is het werk een ontmoeting met het andere? • En ik durf het nog steeds bijna niet
33
Geraadpleegde bronnen
• Grieg, Geordie, Ontbijten met Lucian Freud. Een portret van een kunstenaar (2015) Hollands Diep. • Guest, Luise, Between fear and trust. The art of Liang Yuanwei (2011/2012)
Literatuur
theculturetrip.com • Halbertsma, Marlite en Zijlmans, Kitty,
• Aydin, Ciano, De vele gezichten van de
(red.) Gezichtspunten. Een inleiding in
fenomenologie (2007) Zoetermeer:
de methoden van de kunstgeschiedenis
Klement.
(1993) Nijmegen: SUN.
• Bierens, Cornel, De handgezaagde ziel,
• Hall, James, Hall’s Iconografisch
Over de terugkeer van de ambachtelijk-
Handboek. Onderwerpen, symbolen en
heid in de kunst en omstreken. Essay
motieven in de beeldende kunst Leiden:
008. (2013) Amsterdam: Mondriaan
(7de druk 2011) PRIMAVERA PERS.
Fonds. • Bing, Xu, Book from the Ground (2014) MIT Press Ltd. • Grove, Jeffrey D., Michaël Borremans.
• Harper, Glenn, Exterior Form-Interior Substand: A conversation with Xu Bing.
sterdam: DE BEZIGE BIJ. • Owen, Jones, The grammar of ornament (1868) Londen. • Pontzen, Rutger, De fik erin of de Messias erop af. (24 mei 2014) Volkskrant p. 27. • Quintilianus, Institutio Oratoria (95 v. Chr.) • Riessen, Renée van. (4de druk 2014). De ziel opnieuw. Over innerlijkheid, inspiratie & onderwijs Amsterdam: Sjibbolet (Oratio-serie). • Safranski, Ronald, Romantiek, Een Duitse affaire (2015) Atlas Contact. • Straten, Roelof van. (2007). Inleiding
Uit: Sculpture 22.1 (2003) p. 46-51.
in de iconografie Bussum: Coutinho.
• Hartog Jager, Hans den, Haai op sterk
• Taylor, Charles, De Malaise van de Mo-
As sweet as it gets (2014) Brussel:
water (2008) Amsterdam: DE BEZIGE
BOZAR BOOKS & Hatje Cantz.
BIJ.
• Bremmer, Jan & Roodenburg, Herman,
Een boek van verre reizen (2010) Am-
• Hartog Jager, Hans den, Op atelierbe-
Gebaren en lichaamshouding van de
zoek bij Ai Weiwei & Co. (12 juni 2014)
oudheid tot heden (19201193) Nijme-
NRC Handelsblad Cultureel supple-
gen: SUN.
ment. p. 4-5.
derniteit (1994) Kampen: Kok Agora. • Townsend, Chris & Freeland, Cynthia A. Freeland, The Art of Bill Viola (2004) Thames & Hudson Ltd. • Tsao, Hsingyuan, Roger T. Ames, Xu Bing and contemporary Chinese Art.
• Bulwer J.B., Chirologia: or the natural
• Hermsen, Joke J., Stil de tijd. Pleidooi
Cultural and Philosophical Reflections
language of the hand. Composed of
voor een langzame toekomst (18de
(2011) New York: State University of
the speaking motions, and discoursing
druk 2011) Amsterdam - Antwerpen:
gestures thereof. Whereunto is added
De Arbeiderspers.
Chironomia: or, the art of manual rhe-
• Honour, Hugh, & Fleming John, Alge-
toricke. Consisting of the naturall ex-
mene Kunstgeschiedenis (9de druk
pressions, digested by art in the hand, as the chiefest instrument of eloquence (1644) London: Thomas Harper. • Crawford, Matthew B., The case for working with your hands, or why office work is bad for us and fixing things feels good (2010) Peguins Bookds Ltd. • Feaver, William, Lucian Freud (2007) Rizzoli International Publications. • Frieling, Gijs, Vernacular Painting (2009) Amsterdam. • Gerlach, Diederik, Romantiek door
2000) Amsterdam: Meulenhoff.
New York. • Westerik, Co, Co Westerik, Schilderijen (1999) Baarn: De Prom.
Websites
• Idema, Wilt en Haft, Lloyd, Chinese letterkunde: een inleiding (2005) Amster-
• aiweiwei.com
dam: Amsterdam Academic Archive.
• chinesecontemporaryart.com
• Kuhnke, Elizabeth, Lichaamstaal voor
• gijsfrieling.nl
dummies (5de druk 2014) Amersfoort:
• huxiayuan.com
BBNC uitgevers.
• westerik.nl
• Ledderose, Lothar, Ten Thousand
• www.depont.nl/collection/artists/
Things. Module and Mass Production in
artist/werk_id/404/kunstenaar/viola/
Chinese Art (1998) Princeton Universi-
voor Viola, Bill, The Greeting (1995)
ty Press. • Merleau-Ponty, Maurice, De wereld
• songkun.org • theculturetrip.com. Guest, Luise, Be-
de ogen van Diederik Gerlach. Lezing
waarnemen (4de druk 2011) Amster-
tween fear and trust. The art of Liang
uitgesproken op 8 mei 2011 in het
dam: Boom
Yuanwei. (2011/2012)
Gemeentemuseum Den Haag. • Golden, Daan van, Reflections (2014) Den Haag: Catalogus Gemeentemuseum. • Gombrich, The Story of Art (16de druk 1995) New York: Phaidon. 34
• Merleau-Ponty, Maurice, Oog en geest (2012) Amsterdam: Parrèssia. • Museum Boijmans van Beuningen, Focus Beijing. Collectie De Heus - Zomer. (2014) Rotterdam: Veerman+. • Nooteboom, Cees, Scheepsjournaal,
• whiterabbitcollection.org/artists/ liang-yuanwei/ • xubing.com • zeno-x.com/ www.zeno-x.com/artists/ MB/michael_borremans.html
35