Jongeren aan de slag 2015-2018 Rotterdams actieprogramma tegen Jeugdwerkloosheid
1
2
Rotterdams actieprogramma tegen jeugdwerkloosheid
Inhoudsopgave 1 Voorwoord
5
2 Ontwikkelingen 2.1 Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt 2.2 Ontwikkelingen in het onderwijs 2.3 Participatiewet
7 7 7 8
3 Waar liggen onze mogelijkheden en kansen 3.1 ICT en social media 3.2 Sectorale inzet 3.3 Ervaringen uit eerdere ‘Jongerenprojecten’
9 9 9 10
4 De jongeren in Rotterdam 4.1 De doelgroep
13 14
5 Ambitie
15
6 Wat gaan we doen? 6.1 Programmalijn 1: Preventie 6.2 Programmalijn 2: Begeleiding naar werk of school 6.3 ‘Wat gaan we zelf doen’
17 18 21 23
7 Hoe gaan we het aanpakken?
25
8 Financiën
27
9 Communicatie
29
De foto’s in dit document zijn illustratief en de modellen staan los van de inhoud
3
4
1 Voorwoord Rotterdam is een jonge, dynamische stad met enorm veel potentie. We hebben een goed vestigingsklimaat voor bedrijven en investeren in innovatie en ontwikkeling. De stad herbergt veel jong Rotterdams talent en dat is een geweldige kans! Daarom mogen deze jonge Rotterdammers niet buiten spel staan. Daarom slaan we de handen ineen met onderwijs en bedrijfsleven om de kansen van deze jongeren te benutten. Van jongeren verwachten we dat zij deze kansen pakken. Want leren en werken lonen! Aanpak jeugdwerkloosheid is een complex vraagstuk. Wat ons betreft begint het terugdringen van jeugdwerkloosheid met goed onderwijs en opleidingen die aansluiten bij de vraag van de arbeidsmarkt. Daarvoor benaderen we werkgevers in de stad. Wat kunnen zij bieden? Wat is er nodig? De afspraken over stages, leerwerkplekken en vacatures leggen we onder andere vast in ‘jongerenakkoorden’. Daar zijn we al mee begonnen: werkgevers in het MKB, de zorg en de haven hebben al stageplaatsen en carrière startgaranties beschikbaar gesteld. Dit gaan we de komende jaren verder uitbreiden. Jongeren die nu nog aan de kant staan reiken we de hand. Door middel van training en tools willen we ze in beweging krijgen. Op deze manier wordt er gebouwd aan werkervaring, vakgerichte en sociale vaardigheden, maar ook hedendaagse vaardigheden (21st century skills) die werkgevers vragen. Hiervoor is maatwerk nodig. Want sommigen hebben genoeg aan een klein duwtje in de goede richting. Anderen vragen om meer coaching. We begeleiden ze met beproefde technieken maar ook met nieuwe innovaties die aansluiten bij de belevingswereld van jongeren. Centraal in dit consultatiedocument staat de kracht van netwerken. Als gemeente kunnen we geen banen maken. We kunnen wel zorgen dat werkgevers, scholen, UWV en werkzoekenden elkaar vinden en elkaar verder brengen. In het samenbrengen van al deze partijen met als opbrengst meer kansen op de arbeidsmarkt voor onze jonge talenten, zit onze grote inspanning voor de komende jaren. Want we gaan voor alle Rotterdamse jongeren aan de slag
Maarten Struijvenberg Wethouder Werkgelegenheid en Economie en mede namens Hugo de Jonge Wethouder Onderwijs, Jeugd en Zorg
5
6
2 Ontwikkelingen 2.1 Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
Het herstel van de arbeidsmarkt in Rotterdam is langzaam zichtbaar. Ook haalt Rotterdam haar opleidingsachterstand ten opzichte van Nederland in. De werkloosheid logt nog wel hoger dan in andere steden, maar daalt wel. De arbeidsmarkt is sterk aan het veranderen. Voor een deel komen banen niet meer terug als de economie gaat aantrekken en wordt het met name aan de onderkant van de arbeidsmarkt erg lastig. Niet omdat er geen werk is voor deze groep, maar omdat dat werk zonder ingrijpen wordt gedaan door concurrerende werknemers. De noodzaak van duurzame verbindingen tussen onderwijs, uitkeringsinstanties en bedrijfsleven wordt steeds groter. Juist hier gaat de verdringing een grote rol spelen. Omdat de arbeidsmarkt steeds verder polariseert en doordat het middenniveau mbo2 en 3 steeds meer verdwijnt zal deze groep gaan concurreren om banen op een lager niveau. Ook middelbaar opgeleide werkloze jongeren vinden minder snel een baan op hun niveau. Dit heeft enerzijds te maken met verdringing op de arbeidsmarkt, verkeerde opleiding, gebrek aan motivatie en te hoge verwachtingen en anderzijds met technologische ontwikkelingen, die de vraag van werkgevers naar steeds hoger opgeleid en beter gemotiveerd personeel doet toenemen. De verwachting is dat met name een aantal banen in het middensegment zal verdwijnen. Een andere trend is om meer zaken af te handelen via ICT-vernieuwingen, waardoor minder kantoren nodig zijn. De druk op lagere functies als baliemedewerkers wordt hierdoor alleen maar groter. De nationale en internationale concurrentie zorgen ook voor scherpte en vooruitgang. Het is vooral de kunst om zoveel mogelijk Rotterdamse jongeren concurrerend te maken en voor degenen die de concurrentie niet aankunnen ondersteuning te bieden om een werkzaam leven te kunnen leiden. Jongeren aan de onderkant van de arbeidsmarkt kunnen met de juiste opleiding en het aanleren van vaardigheden verdere stappen maken, mits op school, de hulpverlening en de werkgever goede begeleiding geven. Bij het aanleren van hedendaagse vaardigheden gaat het met name om basis-werknemersvaardigheden, communicatieve vaardigheden, flexibel aanpassingsvermogen, omgaan met onzekerheid en omgaan met technologische ontwikkelingen en ICT-toepassingen. Er is steeds meer sprake van flexibele contracten in plaats van vaste contracten en detachering en ondernemerschap van de eigen arbeid wordt steeds belangrijker. Het is belangrijk dat jongeren hier al tijdens hun opleiding op worden voorbereid.
2.2 Ontwikkelingen in het onderwijs Focus op Vakmanschap Het actieplan mbo 'Focus op Vakmanschap 2011-2015’ van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap betreft een aantal maatregelen in het beroepsonderwijs met als doel het mbo te versterken. Een belangrijke maatregel is de introductie van de entreeopleiding. Het entreeonderwijs is bestemd voor 16-plussers die zonder diploma uit het voortgezet onderwijs komen. Met de entreeopleiding krijgen zij de kans om zich voor te bereiden op de arbeidsmarkt of om alsnog door te stromen naar mbo niveau 2. De Rotterdamse ROC’s bundelen hun entreeopleidingen onder de naam ‘Startcollege’. De verwachting is dat binnen de voorgenomen wettelijke kaders een groot deel van de jongeren niet kan doorstromen naar mbo2. Dat maakt uitstroom naar werk een zeer belangrijk thema. Het VSV-cijfer (voortijdig schoolverlaten) van entreeonderwijs wordt mede bepaald door het aantal jongeren dat na het behalen van entreeonderwijs,
7
niet doorstroomt naar een mbo 2 opleiding of binnen een half jaar geen arbeidsovereenkomst heeft (voor meer dan 12 uur per week). Passend onderwijs De invoering van passend onderwijs geldt ook voor het mbo, maar heeft daar een andere invulling. Op 1 augustus 2014 is de landelijke indicatiestelling voor leerlinggebonden financiering (lgf) afgeschaft en de hiervoor vrijvallende middelen zijn toegevoegd aan de lump sum. Mbo-instellingen zijn vanaf dat moment zelf verantwoordelijk voor het organiseren en vormgeven van hun ondersteuningsaanbod. Leren Loont In Leren Loont wordt de inzet beschreven van het Rotterdams Onderwijsbeleid voor de periode 2015-2018. De programmalijn werken aan vakmanschap richt zich op een aantrekkelijk en herkenbaar beroepsonderwijs, loopbaanleren en de verbinding van het onderwijs met het bedrijfsleven/werkgevers. Het programma Risicojongeren zal voor de zomer gepresenteerd worden. Dat programma richt zich op de groep jongeren die een verhoogd risico hebben om zonder startkwalificatie het onderwijs te verlaten, dan wel na het verlaten van de school (ook op de iets langere termijn) geen werk te vinden. De onderdelen Zorg, Veiligheid, Onderwijs en Werk krijgen een plek in dit programma. Door de inzet van het actieplan ‘Jongeren aan de Slag’ op het voorkomen en tegengaan van jeugdwerkloosheid dragen we op het onderdeel ‘werk’ bij aan de doelen van het programma Risicojongeren.
2.3 Participatiewet Vanaf 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht. Het doel van de Participatiewet is iedereen in staat stellen mee te doen en bij te dragen aan de samenleving. Werken is hiervoor een goede manier, omdat het zorgt voor sociale, economische en financiële zelfstandigheid en bijdraagt aan het gevoel van eigenwaarde van inwoners. Met de komst van deze wet is de gemeente verantwoordelijk voor een bredere doelgroep werkzoekenden, namelijk ook voor de jongeren die al op jonge leeftijd een arbeidsbeperking hebben, maar wel kunnen werken . De Participatiewet stimuleert dat mensen met een arbeidsbeperking aan de slag gaan bij een reguliere werkgever op een Garantiebaan. Dat is een baan voor mensen die door hun beperking niet zelfstandig 100 % van het wettelijk minimum loon kunnen verdienen en ondersteuning bij het werken nodig hebben. Zowel de werkgever als de werknemer worden in de Garantiebaan op allerlei manieren ondersteund, bijvoorbeeld met loonkostensubsidie en jobcoaching. Daarvoor moeten tussen 2014 en 2026 landelijk 125.000 extra zogenoemde Garantiebanen gerealiseerd worden. Voor de regio Rijnmond streven we naar 1.800 tot eind 2016.
8
3 Waar liggen onze mogelijkheden en kansen De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt betekenen ook dat er vanuit de overheid aanpassingen nodig zijn.
3.1 ICT en social media ICT in het algemeen en social media in het bijzonder veranderen de manier waarop jongeren, overheid en bedrijfsleven met elkaar in contact raken. In social media netwerken nemen deelnemers niet alleen informatie tot zich; ze produceren ook informatie van belang voor andere deelnemers van de netwerken. Rotterdam maakt actief gebruik van social media om jongeren naar werk te begeleiden. We werken hiervoor samen met kennisinstellingen (TU Delft, RWTH Aachen University) en andere Europese steden.
3.2 Sectorale inzet Rotterdam heeft een goed vestigingsklimaat voor bedrijven en investeert in innovatie en ontwikkeling. Er is werkgelegenheid in de techniek, foodsector, de zorg, consumentendiensten, creatieve industrie en in andere sectoren. De behoefte aan vakmanschap op alle niveaus is groot. We zetten in Rotterdam onder andere in op het MKB, en de sectoren Zorg, Techniek en de Haven. We zorgen ervoor dat de aansluiting gemaakt wordt met het onderwijs en de jongeren die jaarlijks van school komen. MKB In de zoektocht naar talent en goed gemotiveerd personeel staat het MKB/bedrijfsleven open om jongeren te helpen aan een passende (leer)baan of stageplaats. Op de volgende thema’s zal in 2015 gewerkt worden met het MKB: • Stageplaatsen en leerwerktrajecten • Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt (vakscholen en maatwerktrajecten) • Leren ondernemen • Leven lang leren (voortdurende om-, bijscholing) • Wijkgerichte aanpak, hier worden afspraken gemaakt worden met netwerken van MKB’ers. In samenwerking met het onderwijs en andere partners in de wijk. • MKB Rotterdam wil samen met het onderwijs een sectorplan voor de 3e tranche indienen en we ondersteunen ze daarbij waar nodig. Zorg In de zorg verandert de vraag naar arbeid de komende jaren sterk. Er is meer behoefte aan hoger opgeleide professionals; daarnaast worden er andere competenties gevraagd. Er zijn zeker kansen voor jongeren, maar de sector kampt op het moment ook met personeelsoverschotten. De grote uitdaging voor de sector zorg is om enerzijds boventallige medewerkers van werk naar werk te begeleiden en anderzijds zorgen dat zittend (en nieuw) personeel over de juiste skills beschikt en dat de vergrijzing die op middellange termijn optreedt, door nieuwe aanwas gecompenseerd kan worden. De volgende acties worden opgepakt: • er wordt een traineeprogramma opgezet om jongeren (mbo niveau 4/hbo) te interesseren voor diverse subsec-
9
toren in de zorg. Jongeren worden zo behouden voor de sector; ook hoopt de sector zo de interesse voor de wijkverpleging (tekort) te vergroten; • jongeren worden geïnteresseerd voor de zorg door bijvoorbeeld projecten in het basisonderwijs; • er wordt hard gewerkt aan de aansluiting van het onderwijs op de vernieuwingen in de zorg, zodat jongeren goed gekwalificeerd zijn voor de veranderingen als ze van school komen; • voor jongeren van Zuid hebben werkgevers carrière startgaranties ter beschikking gesteld. Dit betreft voornamelijk mbo 4 opleidingen. Van 120 in 2015 oplopend naar 160 in 2017 en verder. Pro- en vmbo scholen in Rotterdam Zuid stimuleren jongeren hiervoor te kiezen. Techniek De arbeidsmarktperspectieven zijn met name in de techniek goed. Vooral voor jongeren met een diploma op MBO 3 of 4 niveau. Een goede ontwikkeling is dat steeds meer opleidingen en bedrijven nauw met elkaar gaan samenwerken om de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en de noodzakelijke innovaties in het bedrijfsleven in te vullen. Jongeren worden vanuit de arbeidsmarktvraag opgeleid. • Voor de regionale uitvoering van de sectorplannen metaalbewerking, technische installatie en technologische industrie is een Servicepunt Techniek Rijnmond opgericht waarin vele partijen samenwerken op het gebied van werk naar werk, van werkloosheid naar werk, Leerwerkbanen en Garantiebanen. • Ook loopt het Techniekpact 2013-2020, een doe-pact met 22 concrete acties die ervoor moeten zorgen dat meer leerlingen kiezen voor een techniekopleiding en mensen die werken en willen werken in de techniek behouden blijven voor technische banen en mensen met een technische achtergrond die met ontslag bedreigd worden of langs de kant staan (elders) in de techniek worden ingezet. Haven In de haven is steeds minder laaggeschoold werk te vinden door verdergaande digitalisering en robotisering. In de Havenvisie 2030 is, onder de paragraaf ' Werk', een drietal ambities omschreven: • Jongeren interesseren voor de haven (o.a. door havenles op te nemen in het onderwijscurriculum op basis- en middelbare scholen en door jongeren middels evenementen kennis te laten maken met de haven); • Het vergroten van de instroom in technisch en logistiek onderwijs (o.a. door het realiseren van aantrekkelijke leeromgevingen, arbeidsmarktgericht op te leiden, goede stage mogelijkheden te bieden en de zichtbaarheid van het havenbedrijfsleven in het onderwijs te verbeteren); • Verbeteren van strategische personeelsplanning; • Deltalinqs heeft jaarlijks regionaal 500 carrière startgaranties voor jongeren op mbo 3 en 4 niveau ter beschikking gesteld, waarvan 100 voor Rotterdam Zuid. Informatie over de arbeidsmarkt De arbeidsmarkt is dynamisch en verandert in hoog tempo. De stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) heeft veel informatie over middelbaar beroepsonderwijs en het bedrijfsleven beschikbaar. Kansopwerk.nl bundelt de informatie over opleidingen, stage- en leerbanen en de arbeidsmarkt. Deze website bevat ondermeer kans op werk en kans op stage in de arbeidsmarktregio. Voorgezet algemeen volwassenenonderwijs voor jonge alleenstaande ouders Jonge alleenstaande ouders hebben recht op een individuele inkomenstoeslag om hun opleiding af te kunnen maken. Dit is vanaf eind 2014 een nieuwe regeling voor jonge ouders met een bijstandsuitkering. Wanneer ze hun middelbare school niet hebben afgemaakt en alsnog hun diploma willen halen, ontvangen ze het lesgeld voor het Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (Vavo). Dit lesgeld wordt rechtstreeks aan de onderwijsinstelling overgemaakt.
3.3 Ervaringen uit eerdere ‘Jongerenprojecten’ Afgelopen jaren hebben, naast de reguliere aanpak voor jongeren door het Jongerenloket en Werk & Inkomen, een aantal projecten gedraaid. Met deze projecten is een extra impuls gegeven aan jongeren om hen aan het werk te krijgen. Hieronder staat een aantal voorbeelden van projecten waarvan we de belangrijkste lessen meenemen in de nieuwe aanpak. 1. Regionale aanpak Jeugdwerkloosheid Het regionale actieplan Aanpak Jeugdwerkloosheid loopt vanaf eind 2013 tot 1 april 2015. Het is nog te vroeg om te kunnen zeggen of deze projecten effectief zijn. Daarom worden ze opgenomen in dit nieuwe actieplan ‘Jongeren aan de Slag’. Het gaat om de volgende soorten projecten: • Projecten die sociale media inzetten om jongeren vaardigheden aan te leren en zichzelf goed te presenteren op de arbeidsmarkt;
10
• Brede netwerken van organisaties die jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt begeleiden naar werk of de juiste opleiding, waaronder ook het BBL project; • Concreet aanbod van werkgevers om jongeren met een baangarantie op te leiden. 2. Starterbeurs: De Startersbeurs is een succesvol instrument voor hoger opgeleide jongeren om bij een bedrijf naar eigen keuze werkervaring op te doen. Tot nu toe hebben ongeveer 170 jongeren een Startersbeurs gehad; ruim de helft daarvan is aansluitend daaraan aan het werk. Ruim 100 jongeren zijn op het ogenblik met een Startersbeurs bezig. Vanwege het succes verlengen we de pilot tot 31 december 2015 waarbij we ruim 200 nieuwe Starterbeurzen beschikbaar stellen. 3. My Generation@ work Het Europese uitwisselingsprogramma My Generation@Work eindigt op 1 april 2015. De belangrijkste lessen zijn dat jongeren actief betrokken moeten zijn bij de ontwikkeling van beleid en projecten. Zorgen voor co-creatie, verbindingen zoeken met bestaande jongeren organisaties. Daarnaast moeten we blijven experimenteren en innoveren. De resultaten van dit project zijn onder andere: • een goede relatie met de belangrijkste jongerennetwerken in de stad zoals R’damse Nieuwe, Rot.Jong, Young Up, de Broekriem. Dat leidde onder andere tot de oprichting van YUP’R (www.yupr.nl), het platform van young professional- en studentorganisaties in Rotterdam. • bijdragen aan het resultaat van events van onder andere Rot.Jong (The Future of Rotterdam) en Hete Pepers door het inzetten van het netwerk, maar ook zorgen voor deelname van jongeren in de bijstand. 4. Link2work Bij Link2Work worden mentoren uit het bedrijfsleven aan jongeren gekoppeld. Ze begeleiden jongeren rond allerlei thema’s, maar het belangrijkste is dat de jongeren toegang krijgen tot een breder netwerk. In december 2014 waren 41 jongeren van 2 ROC’s gelinkt aan een bedrijfsmentor.
11
12
4 De jongeren in Rotterdam Op 1 januari 2015 woonden er in Rotterdam 106.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar. Rotterdam is een jonge stad en het aantal jongeren is in de afgelopen jaren toegenomen, met name in de leeftijdsgroep vanaf 23 jaar. Het overgrote deel van hen vindt gelukkig zelf de weg naar school of werk. Helaas niet allemaal want 7.500 jongeren staan in Rotterdam geregistreerd als Niet Werkende Werkzoekende1 (NWW). Van deze jongeren heeft 61% geen startkwalificatie, terwijl dit landelijk om iets minder dan de helft van de jongeren gaat. Van de 7.500 NWW-jongeren in Rotterdam hebben eind december ongeveer 2.850 een Bijstands- uitkering2 1.200 een WW3 -uitkering. 3.450 jongeren zonder uitkering De onderstaande grafiek geeft een overzicht van de ontwikkelingen van het aantal NWW-jongeren over de jaren. Rotterdamse jongeren in de leeftijdsgroep 15 tot 27 jaar
Bronnen: UWV (werk.nl, Basiscijfers Jeugd, jun/okt2014 en UWV regio Rijnmond) en gemeente Rotterdam (cluster W&I)
4.1 De doelgroep 1 NWW: Niet Werkende Werkzoekenden, ‘Iemand van 15 tot en met 74 jaar die bij UWV/Werkbedrijf als werkzoekende staat ingeschreven’ 2 Bijstand mensen die een uitkering ontvangen in het kader van de Participatiewet. 3 WW: mensen die een uitkering ontvangen in het kader van de Werkloosheidswet, deze groep is per definitie ingeschreven bij het UWV/Werkbedrijf.
13
De jeugdwerkloosheid blijft te hoog. In Rotterdam gaat het om 7.500 jongeren die geregistreerd staan als Niet Werkende Werkzoekenden. Daarnaast zijn er nog meer jongeren op zoek naar werk maar hebben zich niet geregistreerd op Werk.nl. Voor het programma Risicojongeren wordt nader onderzoek verricht naar onder andere deze ruim 9.000 jongeren die niet naar school gaan, geen werk hebben en geen andere inkomensvoorziening. De jongeren die actief naar werk begeleid moeten worden zullen via ‘Jongeren aan de Slag’ benaderd worden. Bij ‘Jongeren aan de slag’ ligt een sterke focus op de toeleiding van jongeren naar werk. Daarbij hebben we met name aandacht voor de jongeren die een grotere kans hebben om een beroep te gaan doen op de bijstand of dat al doen. Bijvoorbeeld jongeren die nu in het praktijkonderwijs zitten of op het MBO 1 en 2. Daarnaast zetten we in op jongeren die met een klein zetje hun weg vinden naar werk. Zoals jongeren met MBO 3 of 4 diploma die de juiste skills of netwerk missen. In onderstaand overzicht staat beschreven welke interventies we inzetten voor jongeren op school, jongeren zonder werk of jongeren die een uitkering hebben. De jongeren met een WW-uitkering hebben al gewerkt en dus zorgen we dat die groep zo snel mogelijk weer aan het werk gaat. De jongeren met een bijstandsuitkering is de groep waar we intensievere begeleiding en coaching op inzetten.
-
BBL - jongeren akkoorden - wijkgericht / MKB - sectortafels - vaardigheden - e-learning
-
Startersbeurs - BBL - Apps/ game / platform - netwerken
-
Werkervaring/ stages - Competenties / kwaliteiten - vaardigheden/ motivatie - trajecten / projecten
school Digitaal portfolio
werk
bijstand
geen werk ww
14
5 Ambitie Idealiter zitten alle jongeren in Rotterdam op school of zijn aan het werk. Voor jongeren waarbij school niet de juiste optie is, zorgen we dat ze zo snel mogelijk een leer/werkplek, een baan of werkervaringsplek krijgen eventueel in combinatie met zorg. Ze zijn dus ‘aan de slag’. We zetten in op een daling van het aantal Niet Werkende Werkzoekende jongeren van 7.500 naar 5.000 eind 2017 Jongeren Geregistreerd in GBA maar geen werk, school of zorg (+/-9.000)
•
Onbekend aantal jongeren dat op zoek is naar werk
Overige geregistreerden werken.nl •
WWB
•
WW
•
In totaal 7.500 NWW jongeren (dec 2014)
2.849 jongeren Bijstands uitkering (dec 2014)
1194 jongeren WW uitkering (dec 2014)
Doelstellingen per programmalijn 1. Preventie: Versterken van de directe aansluiting van het onderwijs op de Rotterdamse arbeidsmarkt. Verminderen van de instroom van jongeren in de bijstandsuitkering met 10%, van een instroom van 2.822 in heel 2014 naar een instroom van 2.540 in heel 2017. 2. Begeleiden naar werk of school Meer jongeren stromen jaarlijks uit de bijstand. Van 2.202 in heel 2014 naar 2.434 in heel 2017
Vanwege de veranderde wetgeving zullen er meer jongeren die voorheen recht hadden op een Wajong uitkering, instromen in de bijstand. We houden rekening met een extra instroom van 500 jongeren per jaar. Deze extra instroom laten we buiten de doelstelling. Eind 2017 zijn er 480 minder jongeren met een uitkering dan eind 2014 doordat we inzetten op minder instroom én meer uitstroom.
15
Monitoren Een punt van aandacht is dat de cijfermatige resultaten sterk afhankelijk zijn van de conjunctuur en de manier van administreren. We vinden het belangrijk om de ontwikkeling te volgen van jongeren die zich melden bij Werk. nl. We meten ook het aantal jongeren dat zich meldt bij het Jongerenloket en we houden bij hoeveel jongeren we bereiken die niet geregistreerd staan. We meten: 1. De voortgang op de ontwikkeling NWW 2. Instroom in de bijstand 3. instroom vanuit WW naar WWB 4. Uitstroom naar werk 5. Aantal jongeren dat we bereiken door de aanpak 6. Voortgang op de output Eind 2015, eind 2016 en eind 2017 rapporteren we over de resultaten en komen we met een uitvoeringsplan voor het jaar erna.
16
6 Wat gaan we doen? Om ervoor te zorgen dat het bestand van Niet Werkende Werkzoekende jongeren omlaag gaat, moet het probleem bij de oorsprong worden aangepakt. Daarvoor zetten we in op preventie: het begint bij onderwijs. Met preventie zorgen we ervoor dat jongeren die onderwijs volgen een betere aansluiting vinden met de arbeidsmarkt. Daarnaast loopt het traject van het begeleiden naar werk van jongeren die niet op school zitten of aan het werk zijn.
Ondersteuning: onderwijs & gemeente oa begeleiding, taal, schulden
Jongeren aan de Slag coördineert en legt de verbinding tussen werk en verschillende doelgroepen jongeren in het onderwijs en jongeren die bekend zijn bij het UWV en de gemeente.
werk / baan Coördinatie! + afspraken over stages / werkervaring met WG
MBO1/2
MBO 3/4 WW
Pro/VSO
Praktijk onderwijs
17
Bijstand
De twee programmalijnen worden hieronder verder uitgewerkt.
Preventie Instroom in de bijstand omlaag Minder jongeren zonder baan (NWW Bestand omlaag)
Begeleiden naar werk Uitstroom uit de bijstand omhoog
Maatregelen betrekken werkgevers en verbinding onderwijs arbeidsmarkt • Jongerenakkoorden • Route arbeidsmarkt • Sectortafels: inzet op jongeren die nog in het onderwijs zitten • BBL, zo nodig met extra begeleiding • Stage dag; netwerkskills jongeren en netwerk van stagebedrijven Maatregelen in het onderwijs • Doorlopend digitaal portfolio • Entrée plus Maatregelen bij het uitvallen van jongeren • Verbeteren samenwerking gemeente, mbo en mbo voorzieningen • Voortijdig schoolverlaten verminderen • Ouders actiever te betrekken (oa Social Marketing) Maatregelen in de wijk en aansluiting wijkgericht werken • MKB/ wijkinitatieven • Youth Garantee • Aansluiting met het wijkgerichte onderwijs Maatregelen sociale media en de digitale wereld • Social media strategie • Platform010, Jobtease, ready4work (platform, app, game) Maatregelen begeleiding naar werk • Uitgebreider testen, sollicitatie/budgettrainingen, • pilot ‘JongWerkt’, • Werkgeversbenadering / jongerenakkoorden • Doortzetten projecten JWL 2014 -> Een nieuw perspectief, monteur Steigerbouwer, buddy met uzb, Tops4jobs, jouw opstelling voor succes, Startersbeurs, Link2Work • Ondernemersschap stimuleren • vernieuwing en (sociale) innovatie • Kwaliteiten, motivatie • Hedendaagse vaardigheden & basis werknemersvaardigheden
6.1 Programmalijn 1: Preventie Voorkomen dat jongeren werkloos worden, gebeurt op en rond het onderwijs. De gemeente en het onderwijsveld trekken gezamenlijk op in het verbeteren van de kwaliteit en het aansluiten op de arbeidsmarkt, zoals afgesproken in het programma Leren Loont! Dit programma levert daarmee een cruciale inspanning aan de preventieve kant van jeugdwerkloosheid. Onder andere door een juiste opleidingskeuze te stimuleren die beter aansluit op de arbeidsmarkt van de toekomst. Op een aantal plekken versterkt het programma Leren Loont! het actieplan Jongeren aan de Slag, bijvoorbeeld op het gebied van sectortafels en het digitaal portfolio. Op deze thema’s trekken we gezamenlijk op. Door de nadrukkelijke inzet op risicojongeren dragen we voor het onderdeel ‘werk’ bij aan het programma Risicojongeren dat voor de zomer wordt gepresenteerd. 6.1.1 Maatregelen: betrekken werkgevers en verbinding onderwijs arbeidsmarkt Werkgevers zien graag jongeren komen in hun bedrijven, maar het ontbreekt jongeren nog vaak aan de werknemersvaardigheden en praktische toepassing van kennis. Hiervoor moet aandacht komen in het onderwijs. Ook het bedrijfsleven kan een prominentere rol spelen in het dichten van dit gat. De werkomgeving is immers het beste praktijklokaal. Komende 2 jaar sluiten we 30 jongerenakkoorden met bedrijven waarbij we afspraken maken over stages, leerwerkplekken en vacatures. Met name voor jongeren zonder startkwalificatie of jongeren die de Nederlandse taal moeten leren. Door jongeren een kans te geven, geven bedrijven niet alleen invulling aan hun sociale beleid. Jong talent kan een organisatie versterken. Een aantal bedrijven koppelen we direct aan scholen. Bijvoorbeeld aan praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs zodat bedrijven kennis kunnen maken met deze jongeren en de lijn naar werk direct gelegd kan worden. Voor bedrijven is een mogelijke invulling van de Social Return on Investment (SROI) het verzorgen van lessen in het onderwijs. Hierdoor kunnen bedrijven aan jongeren duidelijk maken wat van hen verwacht wordt.
18
Het doel van de sectortafels is afstemming en overleg tussen drie partijen: ondernemers, beroepsonderwijs en lokale overheid. Een professioneel platform waar concrete personeelsvraagstukken (kwalitatief en kwantitatief) geagendeerd worden. We zetten de problematiek van lager opgeleide jongeren nadrukkelijk op de agenda en haken het mbo aan waar nodig. Een jaarlijks evenement BigDay helpt jongeren die onderwijs volgen en bedrijven op een laagdrempelige manier in elkaars netwerk te komen. Er worden netwerkworkshops gegeven en zijn er tientallen bedrijven, organisaties, maatschappelijke (netwerk-)clubs, zzp’ers en honderden jongeren aanwezig. Op 26 november 2014 was de 1e Bigday waar ruim 500 jongeren en 300 bedrijven aan hebben deelgenomen. In 2015 bepalen verschillende partners op welke manier er een vervolg komt. Verreweg de meeste MBO jongeren komen aan een stageplek. Er is echter een groep jongeren (2,5 – 5%), ongeveer 2.000 per jaar, die geen stageplek kan vinden. Dat kan leiden tot schooluitval. Daarnaast zijn er jongeren met een (wwb) uitkering voor wie de terugkeer naar het onderwijs geen optie meer is maar wel is geholpen met een BBL plek (beroepsbegeleidende leerweg, vier dagen werken, één dag school). Een BBL-plek helpt jongeren om werkend (verder) te leren. De BBL is altijd een goed instrument geweest om jongeren richting en vast werk te bieden. Door de crisis is vooral het aantal BBL-plaatsen sterk afgenomen. Op meerdere manieren wordt de realisatie van nieuwe BBL-plekken gestimuleerd. Maar werkgevers geven aan dat zij hun stageplaatsen/BBL-plekken niet gevuld krijgen met goede kandidaten, onderwijsinstellingen geven aan dat zij onvoldoende stageplaatsen kunnen vinden voor hun leerlingen (vooral op MBO 1 en 2 niveau). Om zowel de jongeren te helpen die tussen wal en schip dreigen te raken als de werkgevers die een open plek hebben, organiseert de gemeente samen met de ROC’s, het Leerwerkloket en het UWV een centraal punt om deze vraag en aanbod op elkaar aan te laten sluiten. Het punt helpt werkgevers en jongeren en zal leiden tot een verhoogde uitstroom van jongeren uit de WW en WWB uitkering. Vanaf eind 2014 tot eind 2015 loopt een project waarin 80 jongeren intensief worden begeleid naar een BBLbaan. De gemeente werkt hierin samen met Saegen, C3 en SBB1. Als dit project succesvol blijkt, geven we hier een vervolg aan. We starten in samenwerking met het Albeda en Zadkine college een pilot om jongeren het hele jaar door (flexibel) te laten instromen op het praktijkdeel van de BBL en instromen op het onderwijsgedeelte in september/oktober en februari. Route arbeidsmarkt • Om meer leerlingen uit het praktijkonderwijs (Pro) en het voortgezet speciaal onderwijs (Vso) na school direct aan het werk te laten gaan, gaat het scholenveld in samenwerking met de gemeente in 2015 werken aan het verbeteren van de arbeidsmarkttoeleiding in het onderwijsprogramma Pro/VSO. De gemeente (Jongerenloket, W&I en UWV) werkt samen met de scholen aan de innovatie van het onderwijs richting arbeidstoeleiding en aan de uitvoering van de Participatiewet in het laatste schooljaar van het Pro en Vso. Het doel is deze jongeren tijdig en beter toegerust toe te leiden naar de arbeidsmarkt. Dus zo snel mogelijk maar ook goed toegerust, het gaat ook om een kwaliteitsverbetering. Het Jongerenloket voert hierop de regie en we maken de verbinding tussen de scholen en het WSPR. • Leerlingen van het Startcollege voor wie doorleren niet de beste optie is worden al vanaf het begin van de opleiding en in overleg met werkgevers klaargestoomd voor een specifiek deel van de arbeidsmarkt. Voor sommige jongeren past een baan beter dan het doorleren voor een startkwalificatie. Hiervoor start een pilot Route Arbeidsmarkt op het Startcollege. Dit betekent dat er in samenwerking met werkgevers een specifieke arbeidsmarktroute in de entreeopleiding wordt ontwikkeld. Deze pilot zoekt aansluiting bij ontwikkelingen In Rotterdam Zuid, waar onderzoek gedaan wordt naar het opzetten van een brede bedrijfsschool. Bovenstaande inzet sluit nauw aan op de ontwikkeling waarin ROC’s, mbo vakinstellingen en scholen in het voortgezet onderwijs samen nieuwe leerroutes inrichten. Leren Loont! stimuleert deze ontwikkeling naar een flexibel aanbod van leerroutes die beter tegemoet komt aan de vraag van de arbeidsmarkt. Gemeente en onderwijs maken in gezamenlijkheid mogelijk dat jongeren het praktijkonderwijs afsluiten met een Rotterdams arbeidsmarktdiploma. 6.1.2 Maatregelen in het onderwijs Er wordt onderzocht welke rol een doorlopend digitaal portfolio kan spelen in de matching van jongeren aan school of werk én bij het zicht houden op de jongere. De ambitie van Leren Loont! is om per 2017 de inhoud van het digitaal talentportfolio in het primair onderwijs (vanaf groep 7), het voortgezet onderwijs en mbo op elkaar afgestemd te krijgen. Idealiter heeft elke Rotterdamse jongere een eigen doorlopend digitaal portfolio dat gebruikt wordt gedurende 1 SBB: Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. Samen werken ze aan thema’s als kwalificatiestructuur, examens, beroepspraktijkvorming en opleidingsaanbod.
19
opleiding, stage en gemeentelijke trajecten. Een portfolio dat geschikt is als CV en als matchingsinstrument met werkgevers. Met Aan de Slag willen we een dergelijk instrument per 2016/ 2017 voor laaggekwalificeerde jongeren. Entreeplus Met ondersteuning van de gemeente wordt op het Startcollege Entreeplus ontwikkeld. Dit is exclusief voor jongeren die wel leerbaar zijn, maar niet goed passen binnen het regulier onderwijs. Entreeplus maakt het door extra zorg en aandacht mogelijk dat deze jongeren het onderwijs op het Startcollege wél kunnen volgen en daarna een kans hebben op doorstroom naar mbo niveau 2 of naar werk. Wijkgericht leren Het Albeda College ontwikkelt samen met ondernemers leerwerkbedrijven die een stevige begeleidingsstructuur bieden aan studenten die extra ondersteuning nodig hebben. Het onder begeleiding werken aan opdrachten voor – en in – de wijk versterkt hun zelfvertrouwen, werknemersvaardigheden en motivatie. Om de leerwerkbedrijven verder te ontwikkelen wordt ingezet op Wijkgericht leren en werken. Dit vernieuwende project verbindt en verbreedt lopende en nieuwe wijkgerichte initiatieven en projecten vanuit (tenminste) vier participerende branches om zo nieuwe kansen te creëren voor studenten, de wijk en het beroepsonderwijs. Doel van het programma is het ontwikkelen van onderwijsconcepten die in de wijk uitgevoerd worden. Het programma richt zich op vakoverstijgende, hedendaagse vaardigheden (de 21st century skills), die flexibel aangepast kunnen worden aan de vraag van de arbeidsmarkt en die studenten extra voorbereidt op de overstap naar werk. We trekken samen op en sluiten daar andere lopende of nieuwe wijkinitiatieven op aan. 6.1.3 Maatregelen bij het uitvallen van jongeren Mbo voorzieningen zijn gericht op voortijdig schoolverlaters in de leeftijd van het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). De taak van deze voorzieningen is om deze jongeren op te vangen en terug te leiden naar het onderwijs of toe te leiden naar de arbeidsmarkt, indien nodig gecombineerd met zorg. De gemeente, het mbo en de mbo voorzieningen gaan nauwer samenwerken. Daarbij gaan het mbo en de mbo voorzieningen meer gebruik maken van elkaars expertise, met kwaliteitsverbetering als resultaat. We meten het rendement van deze voorzieningen. Het Startcollege en de gemeente werken samen op de volgende onderwerpen: • Er komt een gemeenschappelijke intake van de ROC’s en het Jongerenloket waarbij directe matching aan opleiding of voorziening wordt georganiseerd. • We maken sluitende afspraken rondom het Bindend School Advies (Focus op Vakmanschap). Binnen 4 maanden worden alle jongeren getest en als blijkt dat het niveau te laag is kunnen ze niet naar een vervolgopleiding en worden ze zo snel mogelijk na afronding van hun opleiding naar werk begeleid in samenwerking met de gemeente. • Er worden jongerencoaches Plus aangesteld op elke locatie van het Startcollege om de verbinding al op de werkvloer te leggen. Hiermee worden voorzieningen om jongeren te begeleiden sneller ingezet. Het tegengaan van Voortijdig Schoolverlaten (VSV) is een cruciaal element in het voorkomen van (jeugd) werkloosheid. De gemeentelijke focus op dit onderwerp blijft bestaan. De aanpak aanval op uitval is geborgd en komt terug in het programma Risicojongeren dat in juni 2015 verschijnt. Voortijdig schoolverlaten en de kansen van de kwetsbare groep jongeren op het vmbo en mbo 1 en 2 zijn hierin een nadrukkelijk aandachtspunten. Om als jongere te kunnen starten op de arbeidsmarkt is er een aantal vaardigheden van belang. In gesprekken met scholen sturen we aan op het aanleren van skills aan jongeren. Daarbij maken we ook afspraken met het bedrijfsleven om hier in het kader van de SROI verplichting invulling aan te geven. Bijvoorbeeld voor het geven van lessen in het onderwijs, docentstages of het ontwikkelen van een e-learning. Het begint bij een goede keuze voor een opleiding die aansluit op de vraag van de arbeidsmarkt. Ter voorbereiding op de arbeidsmarkt zijn werknemersvaardigheden - de benodigde skills om een goede werknemer te zijn - van belang. Daarnaast maken we afspraken over het aanbieden van ondernemer skills, zoals het opstellen van een business plan. Ook vaardigheden zoals een sollicitatiebrief schrijven en een cv opstellen zoals dat in Nederland gebruikelijk is, evenals om vaardigheden tijdens het sollicitatiegesprek zijn belangrijk. Onder soft skills valt ook het hebben en vergroten van een sociaal netwerk en het vergroten van ondernemersvaardigheden. De technologie ontwikkelt zich snel en daar doen wij aan mee. Met behulp van technologische ontwikkelingen (apps, games, social media, voorspellende analyses) is veel vernieuwing en (sociale) innovatie mogelijk. We blijven doorontwikkelen om dit preventief in te kunnen zetten.
20
6.2 Programmalijn 2: Begeleiding naar werk of school Ons uitgangspunt is dat alle jongeren van het onderwijs doorstromen naar een duurzame arbeidsrelatie. Helaas is dit niet altijd de werkelijkheid. In de praktijk hebben we ook te maken met schoolverlaters met en zonder startkwalificatie die geen baan vinden en jongeren die hun baan verliezen. Voor jongeren met een uitkering maar ook voor jongeren die veel kans hebben om in de bijstand te komen zetten we de volgende instrumenten in. 6.2.1 Maatregelen in de wijk en aansluiting wijkgericht werken De gemeente faciliteert het gebiedsgericht leren en werken. Onderwijs, werkgevers uit de wijk, maatschappelijke organisaties en overheid werken samen om alle jongeren uit de wijk aan de slag te helpen. Ook het Albeda college werkt aan meer praktijkgericht werken in de wijk. In Kralingen-Crooswijk helpt ‘Entree MKB’ jongeren die geen opleiding volgen of werk hebben. Ze kunnen er baat bij hebben om ‘opgenomen te worden’ in bestaande netwerken van lokale ondernemers, als de benodigde contacten leggen met meerdere (lokale) werkgevers. Immers, (on)bekend maakt (on)bemind! Als dit project succesvol blijkt, gaan we dit ook op andere plekken in de stad faciliteren. We starten met een innovatief experiment ‘youth garantee’ in een nader te bepalen gebied. De youth garantee is een afspraak tussen onderwijs, werkgevers, zorgpartijen en gemeente om alle uitgevallen jongeren binnen vier maanden aan een baan of werkervaringsplaats te helpen of door te laten leren. Zodra het experiment succesvol is, breiden we uit naar minimaal vier andere gebieden eind 2016. Tilburg zet ook in op deze aanpak. Techniek College Delfshaven laat jongeren uit Delfshaven kennis maken met (auto) techniek door 2 avonden per week te klussen. Hierdoor kunnen jongeren een beter beeld vormen van wat techniek inhoudt en de toepassingsmogelijkheden. Jongeren demonteren enkele auto’s en krijgen de onderdelen uitgelegd. Bruikbare onderdelen verkopen ze via een eigen webshop of marktplaats. Voorwaarde is dat de jongeren ook naar school gaan. 6.2.2 Maatregelen Social media en de digitale wereld We stimuleren en ondersteunen verschillende nieuwe media en technologieën zoals apps, een game en een online platform, Platform010. Deze instrumenten zijn naast de jongeren zonder werk, ook interessant voor jongeren die nog op school zitten. We ontwikkelen in 2015 een visie hoe we door deze nieuwe technologie te koppelen jongeren nog beter kunnen ondersteunen bij hun zoektocht op de arbeidsmarkt. We werken hiervoor samen met kennisinstellingen (TU Delft, RWTH Aachen University) en andere Europese steden. Kern is dat we onze bestaande instrumenten zoals ‘Jobtease en ‘werken 010’ blijven verbeteren. Met onze instrumenten stimuleren we netwerkvorming tussen overheid, onderwijs, bedrijfsleven en jongeren, peer to peer begeleiding en mentorprojecten. In 2015 ontwikkelen we een social media strategie voor het Jongerenloket. Deze zal niet alleen gericht zijn op jongeren die al een bijstandsuitkering hebben. Het doel is om alle jongeren die op zoek zijn naar werk te ondersteunen en de weg te wijzen. Platform010 is een online platform waar jongeren zichzelf kunnen presenteren en intermediairs een bemiddelende rol spelen. Werkgevers kunnen hun vacatures tonen en social media inzetten. Begin 2015 is de app Jobtease gelanceerd. Dit is een app waarmee je vacatures kunt vinden via locatiebepaling. De werkzoekende kan makkelijk een sollicitatie versturen en daarnaast kan hij feedback krijgen van andere jongeren en bedrijven. Daarbij is het de enige app waarbij de werkzoekende een video-selfie van zichzelf kan opnemen. De app moet ongeveer 10.000 werkzoekende jongeren gaan bereiken. In 2015 zal de app geïntroduceerd worden bij onderwijsinstellingen en opgenomen worden in bijvoorbeeld sollicitatietrainingen voor jongeren. In maart 2015 lanceren we de game Ready4Work 010. Met inzet van het internet en de interesse en gewenning van jongeren om online kennis en informatie te vergaren, moeten hun ‘skills’ die ze nodig hebben om de arbeidsmarkt op te gaan worden verbeterd. In deze game worden gamification-technieken toegepast. De spelers motiveren elkaar door het competitie-element van de game. Door actief bezig te zijn met echte opdrachten voor echte opdrachtgevers, stijgen spelers in de ranglijsten. Hoe meer ze spelen en hoe moeilijker de uitdaging is die zij accepteren, hoe meer vaardigheden en dus hoe interessanter en gedifferentieerder hun CV wordt. 6.2.3 Maatregelen begeleiding naar werk De jongeren die een uitkering toegekend krijgen of al ontvangen, gaan we uitgebreider testen zodat we weten wat de talenten, mogelijkheden maar ook risicofactoren van de jongeren zijn en daar beter op kunnen matchen. We zorgen voor stevige sollicitatietrainingen/ budgettrainingen (loopbaanoriëntatie). Ook zetten we in op het ontdekken van de eigen kwaliteiten en intrinsieke motivatie van jongeren.
21
Het is belangrijk dat de jongeren naast de gebruikelijke procedure in de zoekperiode ook worden geholpen bij het solliciteren en op orde krijgen van hun geldzaken. We onderzoeken de mogelijkheden naar uitbreiden van de dienstverlening tijdens de inspanningsperiode. Voorkomen dat jongeren met een WW in de bijstand terecht komen Op dit moment worden Rotterdammers met een WW uitkering actief benaderd door Werk & Inkomen zodra de WW bijna afloopt en de kans groot is dat ze een bijstandsuitkering krijgen. Deze aanpak is tot nu toe positief, er is al minder instroom vanuit de WW naar de bijstand. Deze aanpak richten we ook specifiek op de jongeren. Daarnaast kijken we samen met het UWV wat we kunnen doen om de instroom van jongeren vanuit de WW naar de bijstand tot een minimum te beperken. We zetten in op de werkgeversbenadering, ook voor jongeren die het lastiger hebben om een plek op de arbeidsmarkt te vinden. De jongerenakkoorden die we met werkgevers afsluiten zijn ook voor jongeren die in een uitkeringssituatie zitten, We werken samen met de uitzendbranche voor de matching van werkzoekenden. We sluiten jongerenakkoorden met grote werkgevers uit de regio ook voor jongeren met een bijstandsuitkering. Door zich in te zetten voor jongeren anticiperen bedrijven op een aantrekkende arbeidsmarkt en investeren ze in het opleiden van hun vakkrachten voor de toekomst. Op die manier geven ze binnen het bedrijf vorm aan hun personeelsbeleid en/of invulling aan afspraken die de eigen branche of sector heeft gemaakt ter versterking van die sector. Daarnaast kan het bedrijfseconomische voordelen opleveren en draagt het bij aan de betrokkenheid van medewerkers en directe omgeving. Dit laatste kan bijdragen aan een verbeterd imago van het bedrijf. Voor jongeren zonder werk (met of zonder uitkering) die ambitie hebben om ondernemer te worden starten we deze zomer een project. We doen dit met partners in de stad. De projecten uit het regionale project ‘Aanpak Jeugdwerkloosheid’ zijn niet afgerond op 1 april 2015. De projecten worden gemonitord en de succesvolle projecten krijgen een vervolg. Het project Monteur Steigerbouwer plaatst 12-15 moeilijk bemiddelbare jongeren op een opleiding en/of aansluitende reguliere baan in de steigerbouw. Jongeren, afkomstig/woonachtig in Rotterdam Zuid wordt met ‘Een Nieuw Perspectief’ een traject aangeboden die basisvaardigheden en competenties traint. De deelnemers krijgen een reëler zelfbeeld en een positiever toekomstperspectief. De Startersbeurs is een succesvol instrument voor hoger opgeleide jongeren om bij een bedrijf naar eigen keuze werkervaring op te doen. Tot nu toe hebben ongeveer 170 jongeren een Startersbeurs gehad; ruim de helft daarvan is aansluitend daarop aan het werk. Ruim 100 jongeren zijn nu met hun Startersbeurs bezig. Vanwege het succes verlengen we de pilot tot 31 december 2015 waarbij we ruim 200 nieuwe Starterbeurzen beschikbaar stellen. Een belangrijke verandering is dat we de bijdrage van de werkgever gaan verhogen. Daarnaast kijken we of we dit project regionaal kunnen inzetten. Zodat ook jongeren uit gemeenten in de regio gebruik kunnen maken van een Startersbeurs. Er zijn al bijna 300 Startersbeurzen uitgedeeld waarmee jongeren gedurende 6 maanden werkervaring kunnen opdoen. Het Buddyproject met de uitzendbureaus Randstad en USG is een samenwerking tussen alle gemeenten in de arbeidsmarktregio Rijnmond en uitzendpartners. Als invulling van de SROI verplichting, doen 11 vestigingen van Randstad en 6 teams van USG mee. Een werkzoekende jongere (bijstand en WW) wordt gekoppeld aan een intercedent. De jongere wordt binnen twee maanden intensief bemiddeld naar de arbeidsmarkt. Het project is in september 2014 opgestart en loopt tot augustus 2015. Op basis van de evaluatie in maart bepalen we samen met de uitzendbureaus op welke manier we na het project vervolgen. TCC biedt aan 40 jongeren persoonlijkheidstesten, leestesten en jobprofielen. Enkele kandidaten worden uitgekozen om mee te doen met de test- en vaardigheidsdagen waarna ze via een gilde-systeem uitstromen naar een leer- werkbaan. In 2015 starten er 40 jongeren met dit project. Tops4Jobs is een integrale training voor risicojongeren met een gedragsstoornis, detentieverleden of andere psychische/psychiatrische problematiek die geen werk kunnen vinden en binnen regulier onderwijs geen of slecht een plek krijgen. Het project Jouw Opstelling Voor Succes begeleidt vanaf februari 2015 jongeren vanuit een intrinsieke motivatie en op basis van hun voetbalpassie, naar een passende en duurzame school- en/of werksituatie.
22
De Broekriem is een activiteitenplatform voor hoogopgeleide starters en in-between-jobbers. Het doel van het platform is om de sollicitatievaardigheden te verbeteren en het netwerk te vergroten. Het ministerie van SZW en de SER zijn in december 2013 van start gegaan met het mentorproject Link2Work. Het doel is het verbinden en versterken van bestaande initiatieven en projecten, om hen te helpen bij hun doelen. Dit doen zij door een groot netwerk van allerlei ‘links’ tussen jongeren, bedrijven en mooie initiatieven te creëren. Bij Link2work gaat het om jongeren die toe zijn aan de stap naar de arbeidsmarkt of die een keuze moeten maken voor een studierichting. Vanaf april 2015 wil het ministerie van SZW een vervolg van het project, onder andere ook in Rotterdam. We pakken dit samen op. De pilot ‘Jong Werkt’ is een samenwerking tussen het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling (Jongerenloket) en het cluster Werk & Inkomen. ‘Jong Werkt’ houdt zich bezig met het plaatsen van jongeren uit de bijstand op betaald werk en helpt met het aanleveren van jongeren voor de projecten en het evalueren van de projecten. Om te blijven vernieuwen starten we in 2016 een nieuwe subsidieregeling. We willen (jonge) ondernemers stimuleren om met innovatieve ideeën een bijdrage te leveren aan het aanpakken van de jeugdwerkloosheid.
6.3 ‘Wat gaan we zelf doen’ We brengen de informatievoorziening van de jongeren in de bijstand op orde. We verbeteren de interne registratie, informatievoorziening en samenwerking bij zowel het Jongerenloket als binnen W&I (sectorteams en WSPR). Dit is randvoorwaardelijk voor een goede uitvoering van het plan en het realiseren van de ambitie. Op basis van verbeterde gegevens kunnen we nog effectiever voorzieningen en/of trajecten inzetten. Maar ook kunnen we gegevens koppelen aan bestanden van andere partijen om bijvoorbeeld voorspellende analyses te maken. We monitoren de voortgang op de target om het NWW bestand omlaag te krijgen. We onderscheiden daarin de ontwikkeling van jongeren met én jongeren zonder uitkering die op zoek zijn naar werk en onderwijs. We worden een lerende organisatie, hebben goed zicht op wat werkt en wat niet werkt. We sluiten aan op de sectorale en wijkgerichte aanpak en verbeteren de samenwerking met het UWV. Samen met het UWV maken we plannen over het afsluiten van de Jongerenakkoorden, de aanpak en monitoring van de NWW jongeren en hoe we de overgang van jongeren met een WW uitkering naar de bijstand kunnen voorkomen. De projecten en instrumenten delen we. Na 1 april 2015 zetten we de regionale samenwerking voort. De regiogemeenten stellen hiervoor gezamenlijk een projectleider/coördinator aan die zich inzet voor het uitwisselen van kennis/ervaring en zich inzet voor de uitwisseling van vacatures en kandidaten. We zorgen dat de jongere zelf verantwoordelijk wordt voor het succes van het traject. Met andere woorden: wanneer een jongere een traject door zijn of haar inzet niet afrondt, moet hij of zij dat voelen in de vorm van een maatregel op de uitkering. Het is immers geen vrijblijvendheid. De uitvoering van dit plan doen we samen met jongeren, we werken met een flexibele schil van jongeren die stage lopen of werkervaring op doen. We klankborden met jongeren die trajecten volgen en betrekken jongeren bij de opzet van nieuwe initiatieven.
23
24
7 Hoe gaan we het aanpakken? Het vele talent van onze jonge Rotterdammers is een geweldige kans voor de stad. Jongeren volgen onderwijs, hebben een baan of zijn geactiveerd via een zorgtraject dat hen naar werk of onderwijs begeleidt. Naast een verbeterde aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt zetten we in op begeleiding van jongeren naar werk en leerwerktrajecten en experimenteren we met innovatieve instrumenten om jongeren aan het werk te helpen. We zetten hier zowel in op het voorkomen van werkloosheid (preventie) als aanpak ervan. We sluiten aan op waar de ondernemers behoefte aan hebben. Zij hebben immers de banen die de jongeren een zelfstandige toekomst bieden. We trekken hierin samen op met ondernemers en het onderwijsveld. We verwachten van jongeren dat ze hun kansen pakken en hun talenten benutten. Zo helpen ze zichzelf en de stad verder. Want leren en werken lonen!
In 2018 van 7.500 naar 5.000 jongeren geregistreerd als Niet Werkend Werkzoekend
preventie
Begeleiden naar werk Arbeidsmarkt
stage
Werk Uwv
4 weken zorg
Intake Aan de Slag
Risico Jongeren
Leren Loont!
Onderwijs
Bijstands uitkering Jongeren loket
Jongeren loket / W&I
Minder jongeren stromen in, in de bijstand
25
Jaarlijks meer jongeren vanuit de bijstand naar werk en school
1. Met partners We leven en werken in een snel veranderende wereld. Het oude organisatiemodel verandert meer en meer in een netwerkeconomie. Partijen werken in wisselende verbanden voor kortere of langere tijd samen. Als gemeente en zijn we onderdeel van het netwerk en moeten daar onze rol en verantwoordelijkheid in nemen. Samenwerking en uitwisseling met andere grote steden zal hier onderdeel van uitmaken. Door het maken van meer en betere verbindingen kunnen winst we behalen. Door bijvoorbeeld processen beter op elkaar aan te sluiten en het onderwijs te verbinden aan werkgevers bereiken we meer met minder. Partnerships en co-creaties tussen jongeren, publieke en private werkgevers, uitzendbureaus, onderwijs, overheid en overige stakeholders zijn nodig om jongeren (begeleid) aan het werk te krijgen. De rol van de gemeente is hierin faciliterend maar niet vrijblijvend: we stellen doelen, brengen partijen bij elkaar, geven een duwtje waar nodig is en werken nauw samen met onze regionale partners. 2. De gemeente zelf We werken achter de schermen beter en slimmer samen zodat we een betere dienstverlening aanbieden. We spelen hierop in door ook gebruik te maken van de nieuwe technologische ontwikkelingen. We zorgen dat we jongeren kunnen selecteren op hun competenties zodat we hen zo goed mogelijk kunnen matchen aan een werkgever of opleiding. Samenwerking met de lopende programma’s als Risicojongeren, NPRZ en Leren Loont is onmisbaar voor het laten slagen van de ambities. Ook leggen we de verbinding met de wijkteams om jongeren te bereiken en wonen, werken en leren ook in de gebieden te organiseren. 3. Inzetten op innovatie Inzet op vernieuwing en innovatie is nodig, niet alleen voor onze eigen dienstverlening maar ook gericht op de toekomstige ontwikkelingen in de arbeidsmarkt. We werken samen met innovatieve partijen om te blijven vernieuwen, bijvoorbeeld op het vlak van nieuwe technologie. Begin 2016 stellen we hier nieuwe subsidies voor beschikbaar. Succesvolle samenwerkingen uit het verleden krijgen een vervolg. Jongeren van Rotterdam Zuid! Bij elk project kijken we eerst naar de jongeren van Rotterdam Zuid. Samen met het Nationaal Programma op Zuid bepalen we welke projecten geschikt zijn voor de jongeren die op de Zuid wonen en zorgen we dat deze als eerste deelnemen. Ook werken we samen aan nieuwe initiatieven. Faciliteiten voor zorg, haven en techniek worden met voorrang ter beschikking gesteld voor jongeren die in Rotterdam Zuid wonen. Dat geldt voor alle partners, gemeente, rijk, werkgevers en onderwijsinstellingen.
26
8 Financiën begroting 2015
Leren & werken in de praktijk
2016
2017
Preventie De maatregelen onder de preventielijn vallen binnen de portefeuille Onderwijs, Jeugd en Zorg en worden gedekt binnen de bestaande budgetten die beschikbaar zijn voor de programma's Risicojongeren, Leren Loont (Vakmanschap) en de inzet van VSV-middelen voor Rotterdamse scholen
(Begeleiden) naar werk & school 1. Maatregelen in de wijk en aansluiting wijkgericht werken
31.836
105.000
105.000
2. Maatregelen social media en de digitale wereld innovatie & netwerken
351.000
610.000
610.000
1.219.044
955.000
765.000
160.589
120.131
90.000
3. Maatregelen begeleiding naar werk
Overig Communicatie, Regionale samenwerking vervolg 2015-2016, flexibele schil stagiares en werkervaringsplekken, Basis op orde + voorbereiden voor de toekomst
TOTAAL begeleiding naar werk & overig
1.762.469
1.790.131 1.570.000
De middelen voor de lijn 'Begeleiden naar werk' zijn voor 2015 gedekt, de middelen voor 2016 en 2017, respectievelijk € 1,8 mln en € 1,6 mln, zijn nog niet gedekt. Tevens wordt er voor een deel van de projecten naar co-financiering door europese subsidies gezocht, onder andere voor de maatregelen social media & innovatie.'
27
28
9 Communicatie Er zijn veel verschillende partijen bezig met het onderwerp Jeugdwerkloosheid. Denk hierbij aan gemeentelijke organisaties, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en scholen. Door verbindingen te leggen tussen deze verschillende partijen, het gezamenlijk belang naar voor te brengen en samenhang te creëren in de communicatie kan een bijdrage worden geleverd aan het behalen van de doelstellingen van het actieplan. We gaan voor een gezamenlijke kernboodschap: de breed gedragen, gezamenlijke opgave geformuleerd als positieve doelstelling. Hiervoor staan we met z’n allen aan de lat! Deze boodschap dragen we allemaal uit, in al onze uitingen. Een gezamenlijke communicatiekalender en een op elkaar afgestemde middelenmix zullen de boodschap alleen maar versterken. Het doel van ‘Jongeren aan de Slag’ is simpel. Met deze aanpak wil Rotterdam projecten en initiatieven opzetten om zo de jeugdwerkloosheid te voorkomen en te verminderen. Met deze aanpak richten we ons op jongeren van 15 tot 27 jaar die een WW- of bijstandsuitkering ontvangen of het risico hierop lopen in de toekomst. Hiertoe starten en ondersteunen we verschillende projecten en initiatieven om jeugdwerkloosheid tegen te gaan. Daarnaast gaan we uit preventieoogpunt het onderwijs nauwer verbinden aan de arbeidsmarkt, met name gericht op jongeren die het risico lopen om geen startkwalificatie te behalen en / of slecht vooruitzicht hebben op duurzaam werk. Deze vinden we veelal in het praktijkonderwijs, in het voortgezet speciaal onderwijs en in het mbo 1-2. Met het specificeren van onze doelgroep(en) kan er beter worden afgestemd op de doelgroep. Het is van belang om te kijken of de communicatiemiddelen die wij bij de Gemeente Rotterdam hanteren aansluiten op de behoefte van onze doelgroep. Communicatiemiddelen die momenteel veel worden ingezet bij het aanpakken van jeugdwerkloosheid zijn: • De website van de Gemeente Rotterdam, • Free publicity • Sociale media • Andere aanvullende communicatiemiddelen kunnen flyers, spotjes en/of filmpjes zijn. We onderzoeken waar we extra of meer op in gaan zetten om meer jongeren te bereiken.
29
30