Ictus / Jérôme Combier / Johan Leysen
Austerlitz
14/12/2011 - 20:30 - Kaaitheater concert + video + theatre/ théâtre | en français, Nederlands boventiteld 90 min.
CREDITS concept & composition Jérôme Combier, after W.G. Sebald’s novel video & scenography Pierre Nouvel light Bertrand Couderc with François Deppe (cello) Dirk Descheemaeker (clarinet) Alain Pire (trombone) Jean-Luc Plouvier (keyboards) Michael Schmid (flute) Aurélie Entringer (alto) Alex Fostier (sound) Johan Leysen (actor) production Festival d'Aix-en-Provence co-production Opéra de Lille, Ictus co-presentation Bozar, Kaaitheater & Ictus
“Daar, aan de overkant, ligt het Stromovka-park. Kan je daar nu en dan gaan wandelen voor mij? Ik heb zoveel van die mooie plek gehouden. Als je op een dag in het donkere water van de vijvers kijkt, zal je misschien mijn gezicht zien." Austerlitz p. 248
« Là bas, en face, il y a le parc Stromovka. Tu iras de temps en temps te promener pour moi, dis ? J’ai tellement aimé ce bel endroit. Peut-être si tu regardes dans l’eau sombre des étangs, peut-être qu’un beau jour tu y apercevras mon visage. » Austerlitz p. 248
Austerlitz, de voorstelling
Dag op dag tien jaar na het overlijden van de grote Duitse schrijver W.G. Sebald brengen Ictus en de Franse componist Jérôme Combier een hommage. Sebald stierf in 2001 in een verkeersongeluk. In zijn roman Austerlitz gaat de Engelse kunst- en architectuurhistoricus Jacques Austerlitz op zoek naar zijn roots. Dat brengt hem in Antwerpen, Brussel, Parijs, Praag… Hij ontdekt dat zijn echte vader het naziregime ontvluchtte en dat zijn moeder gedeporteerd werd naar Treblinka. Zijn omzwervingen door het oude Europa en zijn gesprekken met de verteller leveren fascinerende beschouwingen op. “Het voornaamste onderwerp van dit project”, aldus Jérôme Combier, “is het geheugen. Het gaat over rondreizen, tussen herinneren en vergeten, maar ook langs vele talen (de twee mannen, de verteller en Austerlitz, praten met elkaar in het Frans en vervolgens in het Engels, terwijl het boek geschreven is in het Duits) en landen in Europa. Het is ook een reflectie over het toeval (de drijvende kracht achter de verschillende ontmoetingen tussen Sebald en Austerlitz), over lege ruimtes (in de steden waar Austerlitz verloren loopt), over de manier waarop levens en gebeurtenissen vervagen, over de passiviteit tegenover alles wat onontkoombaar is (de dood, oorlog, vergetelheid). Austerlitz is in de eerste plaats een reis, een tocht langs verschillende Europese landen die zich ontvouwt als een onderzoek, een verzameling van beelden en geluiden. Pierre Nouvel en ikzelf bezochten dezelfde plaatsen als in het boek beschreven, zo chronologisch mogelijk (van België naar Duitsland, via Wales, Londen en Praag), een alternatieve manier om tot de essentie van het boek te komen en ons met het enigma van het boek te confronteren. Wie is Jacques Austerlitz? Heeft hij echt bestaan? En waar komen al de foto’s vandaan? Ze zijn over het boek verspreid alsof ze de woorden van het personage moeten staven, of misschien vooral om die vreemde band met datzelfde personage te smeden.” Combier schreef een ‘soundtrack bij een imaginaire film’ en zorgt samen met de Franse videast en scenograaf Pierre Nouvel voor de enscenering. Nouvel creëert onwaarschijnlijke ruimtes door bijvoorbeeld films te projecteren op het lichaam van acteurs of door transparante projectieschermen te gebruiken. In een dergelijke installatie brengt Johan Leysen teksten uit Sebalds roman.
Austerlitz, de roman van W.G. Sebald De eerste ontmoetingen tussen Sebald en Austerlitz vinden plaats in het jaar 1967. Ze zien elkaar verschillende keren op diverse plaatsen in België: de hal van het Antwerpse Centraal station, enkele dagen later in een kroeg in het industriegebied van Luik, hetzelfde jaar nog in Brussel op de trappen van het Justitiepaleis. Sebalds boek ontwikkelt zich op het ritme (en de plaats) van die schijnbaar toevallige ontmoetingen: Brussel, Zeebrugge en vooral Londen, waar Austerlitz woont. In de loop van de gesprekken, die bol staan van de uitweidingen, vormt zich geleidelijk een portret van Austerlitz. Jacques Austerlitz is historicus en doceert aan een Londens instituut voor kunstgeschiedenis dat gespecialiseerd is in architecturale geschiedenis, met name van treinstations. Hij heeft de gewoonte om de plaatsen die hij bestudeert te fotograferen met een oude opvouwbare Ensign-camera, wat de vele foto’s in het boek verklaart. Na 1975 verliezen de twee mannen elkaar uit het oog. De volgende ontmoeting vindt pas in 1996 plaats, opnieuw toevallig, in het Londense Great Eastern Hotel in Liverpool Street. Daarna zal de verteller Austerlitz regelmatig opzoeken in diens huis in Alderney Street in de East End. Vanaf dat moment begint Austerlitz meer gedetailleerd over zijn leven te vertellen. De twee verhaallijnen — Sebald die de ontmoeting beschrijft en Austerlitz die gebeurtenissen uit zijn leven ophaalt — lopen dan ook meer en meer door elkaar.
Austerlitz ; le spectacle Jour pour jour dix ans après le décès du grand écrivain allemand W.G. Sebald, Ictus et le compositeur français Jérôme Combier lui rendent hommage. Sebald est mort en 2001 dans un accident de voiture. Dans son roman Austerlitz, l’Anglais Jacques Austerlitz, historien de l’art et de l’architecture, part en quête de ses racines. Ce voyage l’emmène à Anvers, Bruxelles, Paris, Prague… Il découvre que son vrai père a fui le régime nazi et que sa mère fut déportée à Treblinka. Ses pérégrinations à travers la vieille Europe et ses conversations avec le narrateur livrent des considérations fascinantes. « Le sujet principal dans ce projet », déclare Jérôme Combier, « c’est la mémoire. Il s’agit de voyager, entre la mémoire et l’oubli, mais aussi le long de plusieurs langues (les deux hommes, le narrateur et Austerlitz, conversent tout d’abord en français puis en anglais, le livre est écrit en allemand) et pays de l’Europe. Il s’agit également d’une réflexion sur le hasard (celui qui fait se rencontrer plusieurs fois Sebald et Austerlitz) et sur l’espace vide (celui des villes où se perd Austerlitz) qui me retient particulièrement. En amont, Austerlitz suppose un déplacement, un parcours dans plusieurs pays d’Europe qui serait comme une enquête, un collectage d’images et de sons. Pierre Nouvel et moi-même comptons nous rendre sur les lieux décrits par le livre, si possible de manière linéaire (depuis la Belgique jusqu’en Allemagne en passant pas le Pays de Galles, Londres, Prague), manière autre de procéder à l’intérieur du livre et de se confronter à ses énigmes. Qui est Jacques Austerlitz ? A-t-il seulement existé ? et d’où proviennent exactement toutes ces photographies qui parsèment le livre comme pour attester de la véracité des propos du personnage, aussi peut-être avant tout pour créer cette étrange proximité avec lui ? » Combier a composé « une bande sonore pour un film imaginaire » et assure la mise en scène, aux côtés du vidéaste et scénographe français Pierre Nouvel. Ce dernier crée des espaces invraisemblables en projetant par exemple des films sur le corps des comédiens ou sur des écrans translucides. Dans cette installation, Johan Leysen lit des textes du roman de Sebald.
Austerlitz ; le roman de W. G. Sebald Les premières rencontres de Sebald et Austerlitz ont lieu au cours de l’année 1967, à plusieurs reprises, dans divers lieux de Belgique : la salle des pas perdus de la gare d’Anvers, quelques jours plus tard, à Liège dans un estaminet du quartier industriel, à Bruxelles, cette même année, sur les marches du Palais de justice. Le livre de Sebald se décline selon le rythme (et les lieux) de ces rencontres étrangement toujours fortuites : Bruxelles, Zeebrugge, Londres surtout où vit Austerlitz. Peu à peu, dans le cours de ces discussions pleines de digressions le portrait d’Austerlitz se fait jour. Jacques Austerlitz est historien, chargé de cours dans un institut d’histoire de l’art londonien, spécialisé dans l’histoire de l’architecture notamment celles des gares. Il a pour habitude alors de photographier ces lieux d’études à l’aide d’un vieil appareil, un Ensign à soufflets, ce qui explique alors les nombreuses photographies qui jalonnent le livre. A partir de 1975, les deux hommes perdent contact, mais se retrouvent en 1996 toujours fortuitement au Great Eastern Hotel de la Liverpool Street, à Londres. Dès lors, le narrateur rendra régulièrement visite à Austerlitz, dans sa maison d’Alderney Street, dans le quartier de l’East End. A partir de ce moment, Austerlitz se met à raconter plus précisément sa vie et les deux narrations — celle de Sebald racontant cette rencontre et celle d’Austerlitz narrant les événements de sa vie à Sebald précisément — tendent alors à se confondre l’une l’autre.
COMING UP
Jan Decorte/ Bloet & Comp. Marius & Kaaitheater Niks of Niks NL - In zijn reeks ‘verdichtingen’ van klassieke teksten schrijft Jan Decorte een nieuw hoofdstuk: Niks of niks, zeer vrij naar Shakespeares ‘romantische’ komedie Much ado about nothing, meestal vertaald als ‘veel drukte om niets’. FR - Dans la série « condensation » de textes classiques, Jan Decorte écrit un nouveau chapitre : Niks of niks, une adaptation très libre de la comédie romantique de Shakespeare Much ado about nothing, le plus souvent traduite par « beaucoup de bruit pour rien ».
12, 13 & 14/01/2012 – 20:30 – Kaaitheater première | theater | Nederlands
Ictus This is not a pop song NL - Vele jonge componisten van ‘nieuwe muziek’ putten gretig uit de verworvenheden van de avantgarderock en vice versa. En tijdens de Liquid Room-concerten kon u al horen dat ook het ‘serieuze’ Ictus behoorlijk rockend uit de hoek kan komen. Voor This is not a pop song treedt Ictus aan in de opstelling van een typische rockband: stem, gitaar, bas, sax, drums en synthesizer. Aan een groot aantal bevriende componisten vraagt het ensemble om voor deze bezetting een korte song of compositie te schrijven. Verder hebben zij de to-ta-le vrijheid. Heerlijk!
FR - Bon nombre de jeunes compositeurs de « musique nouvelle » puisent avec avidité dans les acquis du rock d’avant-garde et vice versa. Pendant les concerts Liquid Room, vous avez déjà pu entendre la très « sérieuse » formation Ictus sortir du bois avec des accents très rock. Pour This is not a pop song, Ictus se produit avec l’effectif typique d’un groupe de rock – voix, guitare, basse, saxophone, batterie et synthétiseurs – pour lequel l’ensemble a demandé à de nombreux compositeurs amis d’écrire une chanson ou une composition. Pour le reste : liberté to-ta-le. Génial !
9 & 10/03/2012 – 20:30 – Kaaistudios concert
Kaaitheater is supported by
