Jezus leert ons bidden: “… geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben…” (HC 50 Delft, zondagmiddag 1 juni 2014) Intro Slide 1 “Heer, leer ons bidden.” Dat vroegen de leerlingen aan Jezus toen hij eens klaar was met bidden. We hebben het inmiddels gehad over het begin en de drie beden die daarop volgen. Als je bidt, zei Jezus, zeg dan: “Vader, laat uw naam geheiligd worden. Laat uw koninkrijk komen. En laat uw wil gedaan worden, op aarde zoals in de hemel.” Deze dienst gaat over het vervolg. Nadat Jezus onze aandacht in drie beden richt op het koninkrijk van God, gebiedt Hij ons om in drie beden te bidden voor wat wíj in dat koninkrijk nodig hebben, te beginnen met het: “geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben. En dat is het onderwerp van vanmiddag. Opening van de dienst Psalm 4:2,3 Gebed Lezen: v&a 125 Preek Ik kom straks terug op deze uitleg, maar ik denk dat het nodig is dat we even goed ons best doen om ons te verplaatsen in de leerlingen, aan wie Jezus dit gebed geleerd heeft.
Stel je even voor dat je op survival bent. Je zult zeven dagen weg zijn, ergens in the middle of nowhere. Wat neem je mee? Nou, niet zo weinig dat je de eerste etappe al afhaakt. Maar ook niet te veel, dan kom je niet vooruit. Je neemt zoveel mee, dat je vooruit kunt, dat je kunt blijven lopen. Dat is namelijk je doel. Je begrijpt, en dat is meteen al een niet onbelangrijk punt, juist in verband met het gebed dat Jezus ons leert, eten wordt dan een middel, je eet zodat je weer verder kunt. Ik heb hier een rugzak meegenomen, eens kijken of jullie het met me eens zijn dat dit allemaal nodig is om 7 dagen te overleven. [uitpakken, er zitten veel te veel producten, en ook veel te veel ‘luxe’ producten voor een survival] Snap je ‘m? Dit is precies de kortsluiting die ik vaak ervaar bij het bidden van het “Onze Vader”. Tenminste, als ik erover nadenk wat ik eigenlijk bid. Ik ben gewend om weekboodschappen te doen, om voordat ik op reis ga een reisverzekering af te sluiten, om, als het ook maar even mogelijk is, te sparen voor later. Enzovoort.
Voor de duidelijkheid, ik ben hier vanmiddag niet gekomen om te zeggen dat dat nu allemaal zo’n slecht idee is. Maar ik voel me wel lichtjaren verwijderd, niet alleen van een heel andere tijd – een tijd zonder supermarkten met vriesvakken – maar ook van de missie van de leerlingen van Jezus. Toen Jezus de leerlingen, ik bedoel de 72, eens erop uit stuurde om het goede nieuws van het koninkrijk van God bekend te maken, zei Hij slide 2: neem niets mee voor onderweg: geen brood, geen reistas en geen geld, alleen een stok. Sandalen mochten ze wel dragen. ‘Maar,’ zei hij, ‘trek geen extra kleren aan.’ (Marcus 6). Owkee, denk ik dan … en nu ik. Zo’n gedachte kan je makkelijk lam slaan. Dat was eerlijk gezegd ook mijn eerste gevoel bij de vierde bede. Aan de andere kant, misschien moeten we het net even anders aanvliegen. Jezus stuurde die 72 leerlingen inderdaad op een soort survival – een oefening – ze zullen later ook weer teruggekomen zijn. Maar dan is het toch, ook voor hen, een belangrijke oefening geweest. Eten drinken en kleren, nee. Sandalen en een stok: ja. Dit is Jezus’ versie van het ‘pluk de dag’. Zo gaan betekende: merken hoe afhankelijk, kwetsbaar, maar ergens juist ook sterk en onafhankelijk je bent wanneer je weinig meeneemt.
Leeg scherm [voorbeeld Andreas Course: Handelingen 2] Wat heb je nodig om de missie van Jezus vandaag te leven? Dat is de vraag. Dat is een van de dingen die we in de eerste diensten nogal nadrukkelijk tegen elkaar gezegd hebben: het “Onze Vader” bidden is bidden in het spoor van Jezus, de missie van Jezus leven. Een gebed dus, voor onderweg. Bidden om de komst van Gods koninkrijk, dat vooral. Waarin je leert om je eigen wil te verloochenen. Je hele leven zo inrichten, je gedachten woorden werken, dat God naam niet belachelijk gemaakt, maar geëerd en geprezen wordt. En dan, in het spoor van Jezus, erop vertrouwen dat God de Vader alles zal geven wat nodig is, zoals die vriend, weet je nog (Matt. 11). Voor onderweg. Nu, het “Onze Vader” is een ons ook gegeven als een oefening om in alle omstandigheden zo te leren leven. We laten ons dus niet bij voorbaat lam slaan door het verschil tussen de wereld van toen en die van nu, maar we gaan proberen of we ons door oefening dezelfde levenshouding kunnen eigen maken. De levenshouding van het “Onze Vader”. Kijk even naar de opbouw van het “Onze Vader”. Juist als een oefening voor het leren leven als christen in deze wereld. Wat heb je nodig slide 4?
1. Dat je weet dat God “Vader” is. 2. Een idee van waar je heengaat. Zicht op Gods koninkrijk. 3. Dan: eten en drinken en (in die volgorde) vergeving van zonden en bescherming. Vergelijk dat eens met de piramide van Maslow slide 5, die beweert dat mensen pas zoeken naar “hogere” behoeften nadat “lagere” behoeften eerst bevredigd zijn. Maslow kon zijn theorie trouwens moeilijk toetsen, maar hij had het idee dat het zo werkt. Zou het ook zo kunnen werken slide 6 (opbouw “Onze Vader”)? (uitwerken) … Leeg scherm Terug naar die vierde bede. Ik heb mezelf de volgende vraag gesteld. Wat zou er gebeuren, als we dit bij wijze van oefening dagelijks zouden bidden. Wat zouden we dan, in onze situatie, leren? De tekst van de catechismus is wat dat betreft interessant, omdat we in de tijd voorbij zijn aan de concrete opdracht van Jezus aan de apostelen, maar nog niet in de tijd van de supermarkten met vriesvak. Welke levenshouding leer je door, ook in een tijd van overvloed, dagelijks het “Onze Vader te bidden”?
Ik wil drie kernwoorden uit de catechismus halen en bij ieder kernwoord iets zeggen. Erkenning Om te beginnen is bidden om dagelijks eten een daad van erkenning. [voorbeeld kinderen die om eten vragen]. Deuteronomium 8,10 slide 8: ‘Wanneer u daar in overvloed leeft, dank de HEER, uw God, dan voor het goede land dat hij u gegeven heeft.’ En mocht je in de verleiding komen om te denken: waarom zou ik God danken, ik heb er toch zelf hard voor gewerkt. Lees dan vers 18 slide 9: u moet beseffen dat het de HEER, uw God, is die u in staat stelt om die welvaart te verwerven, omdat hij zich wil houden aan wat hij uw voorouders onder ede heeft beloofd, zoals hij dat tot nu toe heeft gedaan.’ De reden waarom is veelzeggend: niet omdat wij dit verdiend hebben. Maar omdat God trouw is vanuit zichzelf […]. Het “Onze Vader” – geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben, is dus een daad van erkenning. Als je bidt, zeg je als het ware: ik pak niet wat mij toekomt. Zo loop ik ook niet door de supermarkt. Of naar de koelkast. Nee, ik geef toe, dat God mijn Vader is. Ik vraag het eerbiedig aan Hem. leeg scherm Afhankelijkheid bidden is ook een uiting van afhankelijkheid. Je snapt wel dat dit alles met het eerste te maken heeft. Als je erkent, dat God
je Vader is, dan geef je daarmee tegelijk toe dat je afhankelijk bent. Afhankelijkheid is een kernbegrip voor gelovigen. Zo begint elke kerkdienst. Als we samen zijn belijden we onze afhankelijkheid. Ook dat is een oefening. Groeiend inzicht. We zijn samen afhankelijk, of je nu veel van God of weinig van Hem hebt gekregen. Paulus schrijft ergens: “ik heb geleerd om in alle omstandigheden tevreden te zijn” en: we hebben voedsel en kleding, laten we daar tevreden mee zijn. Afhankelijkheid is hetzelfde als tevredenheid. Het tegenovergestelde is: ontevredenheid, of, beter bekend: geldzucht. Het is opvallend dat Jezus moet waarschuwen tegen geldzucht. Pas op voor iedere vorm van geldzucht. Wortel: onzichtbaar. Arrogant. Geld kan je een vals gevoel van zekerheid geven. Worstelen we hier mee? Denk erom, het is een sluipend gevaar, je denkt nl. nooit dat je rijk bent, maar voor je ’t weet … Voorbeeld: ik wil rijk worden, dan kan ik veel weggeven. Stel je maar afhankelijk op. “Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben’ wordt zo ook een houding waarmee je in het leven gaat staan. Je zegt ermee: ik geef hier, samen toe, dat ik van de grootste zegen tot de meest ‘normale’ dingen afhankelijk ben van God. De appel die ik eet. De benzine die ik tank. de lucht die ik inadem.
We zijn allemaal afhankelijk. Vraag God maar, om wat nodig is. en je zult merken dat wat je krijgt zo ook minder vanzelfsprekend wordt. Minder normaal. Als je bidt wordt wat je krijgt genade. Van Spurgeon, een bekende Engelse dominee uit het midden van de 19e eeuw was bekend dat iemand, na een periode waarin hij ziek was en weinig tot niets kon eten, hem vroeg: ‘en, hoe smaakt het?’ Waarop hij antwoordde: ‘het smaakt naar genade’. Vertrouwen Bidden is, laatste kernwoord, ook een oefening in vertrouwen. Jezus heeft ons geleerd om te vragen om ons dagelijks brood. Dat moet voor ons genoeg zijn. voor de duidelijkheid, dat staat niet tegenover plannen maken. In het bijbelboek Spreuken zijn een paar mooie voorbeelden te vinden van mensen die dat niet doen. De dwaas en de luiaard houden ook elke dag hun hand weer op. Dat is niet de bedoeling. Plannen maken: tuurlijk. Maar Jezus leert ons om te erkennen dat wij geen macht hebben over morgen. Wat wij bedenken en plannen voor morgen, kan vanmiddag alweer achterhaald zijn. De vraag om je dagelijks brood staat in Matteüs 6 (we lazen dit vorige week) in het kader van Jezus’ onderwijs over bezorgdheid. Dat is het tegenovergestelde van vertrouwen. Bezorgdheid is een houding die Gods kinderen niet past. Of denk aan de gelijkenis van de rijke dwaas:
Slide 11 ‘Het landgoed van een rijke man had veel opgebracht, en daarom vroeg hij zich af: Wat moet ik doen? Ik heb geen ruimte om mijn voorraden op te slaan. Toen zei hij bij zichzelf: Wat ik zal doen is dit: ik breek mijn schuren af en bouw grotere, waar ik al mijn graan en goederen kan opslaan, en dan zal ik tegen mezelf zeggen: Je hebt veel goederen in voorraad, genoeg voor vele jaren! Neem rust, eet, drink en vermaak je. Maar God zei tegen hem: “Dwaas, nog deze nacht zal je leven van je worden teruggevorderd. Voor wie zijn dan de schatten die je hebt opgeslagen?” Zo vergaat het iemand die schatten verzamelt voor zichzelf, maar niet rijk is bij God.’
Bidden is een uiting van afhankelijkheid […] dat onze zorg en inspanning en ook uw gaven ons niet baten zonder uw zegen. Wat we ook doen of krijgen van God, we zijn afhankelijk van zijn zegen. Bidden is een oefening in vertrouwen – […] Leer ons ook ons vertrouwen niet langer op enig schepsel, maar op U alleen te stellen. [amen] Zingen: Psalm 23 (vers 1,2,3E)
Denk anders aan de regel van Jakobus: zeg niet, als we daar zijn zullen we dit of dat doen, en dan dat. Maar zeg: als God het wil doe ik dit of dat. God weet namelijk wél hoe de dag van morgen eruit zal zien. Daarom bidden wij voor ons dagelijks brood. Dat is een oefening in vertrouwen. Niets is meer onmogelijk, zegt Jezus, dan je aan God wijden en tegelijk je eigen toekomst in de hand houden. Daarom staat er zowel in de bijbel: maak je geen zorgen over de dag van morgen (Lucas 11), als (Spreuken): juich niet over de dag van morgen. De oplettende luisteraar heeft in deze drie punten ook de opbouw van de catechismus ontdekt. Kijk maar: Slide 12 Bidden is een kwestie van erkenning […] dat wij erkennen dat U de enige oorsprong van al het goede bent.
Geloofsbelijdenis, gevolgd door: “Onze Vader” Collecten Gezang 34 Zegen Psalm 23,3 (vert.: ps. 23,3 NL) Your bounteous table you prepare before me, and all my foes look on while you restore me. My head you have with soothing oil anointed; my cup runs over, for you have appointed goodness and mercy to forsake me never, and in your house, LORD, I will dwell forever.
Infoblad NL Thema middagdienst: “Heer, leer ons bidden – geef ons dagelijks het brood wij nodig hebben.” Vanmiddag vervolgen we de serie middagdiensten over het gebed van Jezus; het “Onze Vader”. Jezus leert ons God aanspreken als “Vader” en richt onze aandacht in de eerste drie beden op het koninkrijk van God. Vervolgens gebiedt Hij ons om in drie beden te bidden voor wat wíj onderweg in/naar dat koninkrijk nodig hebben, te beginnen met: “geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben.”
Infoblad E Theme afternoon service: "Lord, teach us to pray - give us our daily bread.” This afternoon we continue our series on the Lord’s prayer. Jesus teaches us to address God as "Father", and then focuses our attention in three petitions to the kingdom of God. Having said that, He also commands us to pray for what we need for ourselves, living our lives in God’s kingdom: "Give us today our daily bread.’