Jezus, het licht van de wereld Het evangelie naar Johannes 8: 1 - 30 30-6-2015 1
Overzicht 1. De overspelige vrouw 2. Jezus als het Licht der wereld 3. Twistgesprekken met de Farizeeën
2 30-6-2015
Bijbeltekst Joh 8: 1-11 De overspelige vrouw 1 Jezus echter ging naar de Olijfberg. 2 En 's morgens vroeg kwam Hij opnieuw in de tempel en al het volk kwam naar Hem toe; en Hij ging zitten en onderwees hen. 3 En de schriftgeleerden en de Farizeeën brachten een vrouw bij Hem die op overspel betrapt was. 4 En toen ze haar in het midden hadden doen staan, zeiden zij tegen Hem: Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt bij het plegen van overspel. 5 In de wet nu heeft Mozes ons geboden zulke vrouwen te stenigen; U dan, wat zegt U? 6 En dit zeiden zij om Hem te verzoeken, opdat zij iets hadden om Hem aan te klagen. Maar Jezus bukte en schreef met de vinger in de aarde. Uit: Herziene Statenvertaling © 2010 30-6-2015
3
Bijbeltekst Joh 8: 1-11 7 En toen zij Hem dit bleven vragen, richtte Hij Zich op en zei tegen hen: Wie van u zonder zonde is, laat die als eerste de steen op haar werpen. 8 En opnieuw bukte Hij en schreef in de aarde. 9 Maar toen zij dit hoorden en in hun geweten overtuigd waren, gingen zij weg, de één na de ander, te beginnen bij de oudsten tot de laatsten; en Jezus werd alleen achtergelaten, en de vrouw die in het midden stond. 10 Jezus nu richtte Zich op en toen Hij niemand zag dan de vrouw, zei Hij tegen haar: Vrouw, waar zijn die aanklagers van u? Heeft niemand u veroordeeld? 11 En zij zei: Niemand, Heere. En Jezus zei tegen haar: Dan veroordeel Ik u ook niet; ga heen en zondig niet meer.
Uit: Herziene Statenvertaling © 2010 30-6-2015
4
De overspelige vrouw 1. Vers 1-11 is een onderbreking van de geschiedenis uit hoofdstuk 7 die doorloopt in 8:12 en verder 2. De tekst sluit wel aan, want het gaat ook om een confrontatie tussen Jezus en de Joodse leiders 3. Jezus onderwijst zittend (vgl. Mt 5:1, Lc 4:20); in Zijn betoog wordt Hij onderbroken *ze vernederen de vrouw (vs 4) *de man is er niet bij (vs 4) ‘heterdaad betrapt’ (vgl. Deut. 22:22 ‘dan moeten zij beiden sterven’.) *in feite gaat het er de joden om Hem te verzoeken (vs 6), en de val is goed opgezet: wat Christus ook zegt, het antwoord kan tegen Hem gebruikt worden. 5 30-6-2015
De overspelige vrouw 4. Jezus schrijft in het zand. *wat Hij schrijft staat er niet bij; *verwijzing naar Jer. 17:13 (?) 5. Jezus geeft niet het antwoord dat verwacht wordt *Hij verwijst wel naar Deut. 22:22 en Lev. 20:10; Hij ontkent de wet niet. Hij ontkent de schuld en het eventuele vonnis niet *Hij geeft geen juridisch maar een ethisch antwoord: alleen de zondeloze heeft het recht om te vonnissen, daarmee maakt Hij de Joodse leiders duidelijk dat zij naast aanklagers zelf ook schuldigen zijn (zondaars in de ruimste zin van het woord). *Jezus overtuigt hun geweten (vs. 9) *Jezus is niet gekomen om te oordelen. Hij veroordeelt de vrouw niet. 6 30-6-2015
De overspelige vrouw Hij veroordeelde de aanwezige schriftgeleerden ook niet (vgl. 5: 27 en 30). 6. De uitspraak van Jezus wint aan kracht als we bedenken dat Hij ook voor de zonden van deze vrouw is gestorven 7. Hij spoort de vrouw wel aan niet meer te zondigen Conclusie: Genade werkt totaal anders dan de wet Geloof redt, gevolg is een leven waarin de zonden zijn weggedaan Ook wij (ver)oordelen anderen. Zijn we eerlijk of hypocriet? 7 30-6-2015
Bijbeltekst Joh 8: 12 - 20 Jezus als het Licht der wereld 12 Jezus dan sprak opnieuw tot hen en zei: Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben. 13 De Farizeeën dan zeiden tegen Hem: U getuigt van Uzelf, Uw getuigenis is niet waar. 14 Jezus antwoordde en zei tegen hen: Hoewel Ik van Mijzelf getuig, is Mijn getuigenis waar, want Ik weet waar Ik vandaan gekomen ben en waar Ik heen ga, maar u weet niet waar Ik vandaan kom en waar Ik heen ga. 15 U oordeelt naar het vlees, Ik oordeel niemand. Uit: Herziene Statenvertaling © 2010 30-6-2015
8
Bijbeltekst Joh 8: 12 - 20 16 En als Ik al oordeel, Mijn oordeel is waar, want Ik ben niet alleen, maar Ik en de Vader, Die Mij gezonden heeft. 17 En er staat ook in uw wet geschreven dat het getuigenis van twee mensen waar is. 18 Ik ben het Die van Mijzelf getuig, en de Vader, Die Mij gezonden heeft, getuigt van Mij. 19 Zij dan zeiden tegen Hem: Waar is Uw Vader? Jezus antwoordde: U kent Mij niet en evenmin Mijn Vader; als u Mij kende, zou u ook Mijn Vader kennen. 20 Deze woorden sprak Jezus bij de schatkist, terwijl Hij onderwijs gaf in de tempel, en niemand greep Hem, omdat Zijn uur nog niet gekomen was. Uit: Herziene Statenvertaling © 2010 30-6-2015
9
Het Licht van de wereld Drie onderwerpen: a. Licht van de wereld tegenover de duisternis b. Getuigenis c. Oordeel 1. Jezus spreekt opnieuw tot hen. Sluit aan bij 7: 37-39 en 7: 52. De geschiedenis van de overspelige vrouw kunnen we als een illustratie zien. 2. Het is de tweede ‘Ik-ben….’-uitspraak’; eerste staat in 6: 35 3. Licht van de wereld is een belangrijk thema in dit evangelie (vgl. 1: 5,9 / 3: 19-21 / 12: 35 en 46) Het geestelijk licht schijnt nu, maar het wordt niet aangenomen 10 30-6-2015
Het Licht van de wereld 4. Thema ‘Licht’ sluit ook aan bij OT en bij Messiaanse profetieën (Jes 49: 6 en 60: 1). Het Licht bereikt ook de heidenen. *In de context van het OT is het mooi om te zien dat hoofdstuk 6, 7 en 8 drie ‘elementen’ uit de woestijn laten zien: H6: manna (brood des levens) H7: water uit de rots (stromen van levend water) H8: vuurkolom (Licht van de wereld) 5. Wie Christus volgt zal beslist niet in duisternis wandelen
11 30-6-2015
Het Licht van de wereld 6. De joodse leiders hebben wederom kritiek op de wijze waarop Jezus over Zichzelf spreekt en trekken het gesprek weer in de juridische sfeer (“Uw getuigenis is niet waar”, vs. 13). *getuigen komt in dit evangelie 33 maal voor, getuigenis 14 maal. In andere evangeliën resp. 3 en 4 maal. *Jezus getuigt van Zichzelf (dat kan Hij gezien zijn afkomst, vgl. vs. 15). Zij zien zijn Goddelijke oorsprong niet. *De Vader getuigt mee (vs. 16 en 18), maar kennen ook de Vader niet.
12 30-6-2015
Het Licht van de wereld 7. Jezus raakt hier wederom (zoals in hoofdstuk 5, vgl. 17 en 18) het ongeloof van de joden en benadrukt de eenheid tussen de Vader en de Zoon (vgl. 16, 18, 20). Het aangeven van ongeloof, is ook hier weer het einde van de discussie: ‘U kent Mij niet en evenmin Mijn Vader’ (vs 19) een zeer ernstige constatering. Les: Jezus kwam niet om te oordelen, vgl. de overspelige vrouw, maar om te redden. Genade is er op grond van geloof.
13 30-6-2015
Het Licht van de wereld 8. Vers 20. Deze woorden sprak Jezus bij de schatkist. *Plaats wordt genoemd. Is niet zonder betekenis. Christus onderwees daar waarschijnlijk vaker. De offerkisten stonden in de voorhof waar iedereen mocht komen, ook vrouwen (vgl. vs. 3). Het was daar wellicht druk (vs. 30). Vers 20. Niemand greep Hem. *Wat de gevangenneming aangaat bepaalt de Heer Zelf het tijdstip.
14 30-6-2015
Bijbeltekst Joh 8: 21 – 30 Twistgesprekken met de Farizeeën 21 Jezus dan zei opnieuw tegen hen: Ik ga heen en u zult Mij zoeken, en in uw zonde zult u sterven; waar Ik heen ga, kunt u niet komen. 22 De Joden nu zeiden: Hij zal toch Zichzelf niet doden, omdat Hij zegt: Waar Ik heen ga, kunt u niet komen? 23 En Hij zei tegen hen: U bent van beneden, Ik ben van boven; u bent van deze wereld, Ik ben niet van deze wereld. 24 Ik heb u dan gezegd dat u in uw zonden zult sterven, want als u niet gelooft dat Ik het ben, zult u in uw zonden sterven. 25 Zij zeiden dan tegen Hem: Wie bent U? En Jezus zei tegen hen: Wat Ik u vanaf het begin al zeg. Uit: Herziene Statenvertaling © 2010 30-6-2015
15
Bijbeltekst Joh 8: 21 - 30 26 Ik heb veel over u te zeggen en te oordelen, maar Die Mij gezonden heeft, is waarachtig, en wat Ik van Hem gehoord heb, spreek Ik tot de wereld. 27 Zij begrepen niet dat Hij tegen hen over de Vader sprak. 28 Jezus dan zei tegen hen: Wanneer u de Zoon des mensen verhoogd zult hebben, zult u inzien dat Ik het ben, en dat Ik vanuit Mijzelf niets doe, maar dat Ik die dingen spreek zoals Mijn Vader Mij heeft onderwezen. 29 En Die Mij gezonden heeft, is met Mij. De Vader heeft Mij niet alleen gelaten, omdat Ik altijd doe wat Hem welgevallig is. 30 Toen Hij deze dingen sprak, geloofden velen in Hem.
Uit: Herziene Statenvertaling © 2010 30-6-2015
16
Gesprek met de Farizeeën In het gedeelte van vers 21 t/m vers 30 komen enkele thema’s aan de orde die we eerder in dit evangelie al lazen en bespraken: a) Hemelse afkomst (vers 21, 22, 23, 26) b) Ongeloof van de joden en gevolg (vers 21, 22, 24,) c) Eenheid met de Vader (26 t/m 29) “Niet alleen gelaten”! d) Inzicht na verhoging aan het kruis (28, vgl ook H 3 vers 14) e) Totaal onbegrip van de natuurlijke mens (22, 25, 27, 28,) f) Door Zijn onderwijs (en tekenen) komen velen tot geloof (30) *met die gelovigen gaat de Heer verder (vs. 31) g) Eeuwig leven is verbonden met het geloof in Christus (24) Conclusie: de wereld is de plaats van de zonden; iedereen sterft in zijn zonden tenzij hij gelooft in de Zoon van God die naar deze wereld is gekomen om aan het kruis de zonden teniet te doen. 17 30-6-2015
De overspelige vrouw Terug naar de vrouw die overspel pleegde: -De zonde wordt niet goedgekeurd (vs 11) -Jezus veroordeelt de vrouw niet (vs 11) -Hij is niet gekomen om te oordelen (vs 15) -Uit alles blijkt de genade van de Heer (vs 11) -Ga heen en zondig niet meer (vs 11) -In de nabijheid van Jezus, “Het Licht van de wereld” worden zonden openbaar en zichtbaar, vgl. H 3: 19 – 21. Hier: “Maar toen zij dit hoorden en in hun geweten overtuigd waren, gingen zij weg, de een na de ander.” (vs. 9) 18 30-6-2015
De overspelige vrouw “Dus is er geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest”. (Rm 8:1)
19 30-6-2015
Vragen?
20 30-6-2015
gespreksvragen 1. Welke val proberen de Schriftgeleerden en Farizeeën op te zetten om Jezus te pakken? (zie vooral vers 6) 2. Waarom liet Jezus de overspelige vrouw gaan? Wat zegt Zijn uitspraak over haar en over ons? 3. Wat kunnen we uit de verzen 1 t/m 11 leren over het oordelen van anderen? 4. Wat betekent de uitspraak van Jezus toen: “Ik ben het Licht van de wereld; wie Mij volgt zal beslist niet in duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben”, voor ons nu? 5. Waarom is het belangrijk dat Jezus claimde God te zijn (o.a. vers 19,23, 29)?
21 30-6-2015