Jeugdstelsel Holland Rijnland
Toekomstmodel
Inhoud Aanleiding.....................................................................................................2 Toekomstmodel ...........................................................................................2 Pijler 1: De pedagogische gemeenschap..................................................4 Pijler 2: Basisvoorzieningen......................................................................4 Pijler 3: Jeugd&gezinsteam ......................................................................5 Pijler 4: Specialisten .................................................................................6 Pijler 5: Verbinding met andere stelsels: 1Gezin1Plan ............................7 Marsroute (een aanzet) ...............................................................................7
Hoogmade, 4 maart 2013 Quirien van der Zijden & Karel Diephuis
Partners in Jeugdbeleid
Aanleiding Pilots van indiceren naar arrangeren Per 2015 draagt het rijk alle taken op het gebied van jeugdzorg over aan gemeenten. Daarmee verdwijnt ook het huidige systeem van indicatiestellingen via de Bureaus Jeugdzorg (voor jeugdzorg en jeugd-ggz) en het CIZ (voor jeugd met een verstandelijke beperking). In de pilots “van indiceren naar arrangeren” wordt onderzocht hoe de toegang tot ondersteuning en hulp vanaf 2015 beter kan worden georganiseerd. Geheel conform het regeerakkoord staat de werkwijze 1Gezin1Plan daarbij centraal: in de toekomstige situatie kan op basis van een gezinsplan alle benodigde hulp en ondersteuning worden ingeschakeld. De pilots zijn voorbereid vanaf het voorjaar 2012 en daadwerkelijk gestart in oktober 2012 (in Leiden, Noordwijk en Alphen aan den Rijn). De geplande einddatum is september 2013. Partners in Jeugdbeleid verzorgt de begeleiding. Eerste bevindingen en inzichten In de aanloop naar, en de eerste fase van, de pilots zijn een aantal dingen duidelijk geworden: a. Ondersteuning arrangeren op basis van 1Gezin1Plan is en blijft een goede doelstelling. Er is echter nog wel een flinke kwaliteitsslag nodig. Lang niet alle professionals in de regio zijn in staat om 1Gezin1Plan naar behoren uit te voeren. b. De zorgpartners in de regio doen sterk hun best te anticiperen op de toekomst en daarbij hun organisatiebelang veilig te stellen. Begrijpelijk. Maar er ontstaat een soort “acquisitiecircus” met steeds meer spelers die zich steeds breder profileren. Het toch al versnipperde jeugdstelsel wordt hiermee nog onoverzichtelijker. Het is daarom belangrijk dat gemeenten de regie nemen en duidelijk maken welke kant het op gaat met het jeugdstelsel en wat daarbij van de spelers wordt verwacht.
Toekomstmodel jeugdstelsel Holland Rijnland
2
c. De transitie van de jeugdzorg naar gemeenten gaat met forse bezuinigingen gepaard. Het is daardoor niet mogelijk om in 2015 een beetje hetzelfde te doen als de jaren ervoor en geleidelijk veranderingen door te voeren. Een fundamentele herschikking en vereenvoudiging van het jeugdstelsel is niet alleen inhoudelijk wenselijk maar ook financieel absoluut noodzakelijk. d. Er zijn inspirerende voorbeelden van het slimmer organiseren van zorg. Waarbij met minder geld meer kwaliteit kan worden gerealiseerd. Dit is aangetoond in diverse Doorbraakprojecten die door Partners in Jeugdbeleid werden begeleid. Maar ook buiten de jeugdsector in bijvoorbeeld de Buurtzorg zijn baanbrekende resultaten geboekt. Advies aan gemeenten Bovenstaande inzichten hebben ertoe geleid dat we de gemeenten adviseren op korte termijn te komen tot een gezamenlijk gedragen toekomstmodel voor het jeugdstelsel in Holland Rijnland. Opdat de resterende tijd tot aan 2015 kan worden benut om dit nieuwe stelsel met de zorgpartners in de regio verder uit te werken en in te richten. In deze notitie schetsen we zo’n toekomstmodel. De hierboven beschreven inzichten zijn er in verwerkt. Tot slot geven we een voorzet voor de marsroute om tot nadere uitwerking en implementatie te komen.
Toekomstmodel Op de volgende pagina treft u het toekomstmodel aan, gevolgd door een beschrijving van de 5 pijlers van dit model: 1. De pedagogische gemeenschap 2. Basisvoorzieningen 3. Jeugd&gezinsteams 4. Specialistische voorzieningen 5. Verbinding met andere stelsels De werkwijze 1Gezin1Plan is de verbindende factor tussen deze pijlers.
Partners in Jeugdbeleid
Toekomstmodel Jeugdhulp
Specialisten bieden: • Consultatie • Diagnostiek • Therapeutische interventies • (deeltijd) verblijf
Hulp in gedwongen kader
1Gezin1Plan Met en door: - Gezin en Sociaal netwerk - Jeugd&gezinsteam - Basisvoorzieningen - Specialisten - Gedwongen hulp - WMO - Werk en inkomen - Schuldhulp - Sociale teams - Woningbouw
Specialist ernstige gezinsproblematiek Specialist psychiatrie en verslaving
Specialist Licht Verstandelijke Beperking
Jeugd&gezinswerkers bieden: • Consultatie en advies aan basisvoorzieningen • Ambulante begeleiding (kort/lang/intensief/extensief) • 1Gezin1Plan • Zonodig inschakelen specialisten • Zonodig inschakelen jeugdbescherming
Jeugd&gezinsteams
Basisvoorzieningen CJG/JGZ, onderwijs, kinderopvang, welzijn, huisarts, 1ste lijns gezondheidszorg, sociale teams
Basisvoorzieningen bieden: • Hun reguliere aanbod • Preventieve programma’s • Consulteren Jeugd&gezinsteam • Indien hulp en begeleiding nodig is die de reguliere werkzaamheden overstijgen wordt jeugd&gezinsteam ingeschakeld
Pedagogische gemeenschap Toekomstmodel jeugdstelsel Holland Rijnland
3
Partners in Jeugdbeleid
Pijler 1: De pedagogische gemeenschap
Pijler 2: Basisvoorzieningen
Het fundament van het jeugdstelsel wordt gevormd door de pedagogische gemeenschap in gemeenten, buurten en wijken. In een goed functionerende pedagogische gemeenschap zijn burgers betrokken en bereid om in hun eigen sociale netwerk en in het publieke domein verantwoordelijkheid rond het opgroeien en opvoeden van kinderen te nemen. Een pedagogische gemeenschap wordt gevormd door ouders, jongeren en buurtbewoners, maar ook familieleden, leraren, sportcoaches of bijvoorbeeld lokale ondernemers.
De tweede pijler in het jeugdstelsel zijn de basisvoorzieningen. Onder basisvoorzieningen verstaan we hier die voorzieningen waar vrijwel alle ouders en kinderen komen. Denk daarbij aan de jeugdgezondheidszorg, peuterspeelzalen, scholen, kinderopvang, huisartsen en andere eerste lijnsvoorzieningen in de gezondheidszorg. Maar ook meer preventieve voorzieningen als opvoedbureau’s, sport, welzijnswerk of scouting.
Gemeenten vervullen een stimulerende rol bij het versterken van de pedagogische gemeenschap. Denk bijvoorbeeld aan een kindvriendelijke inrichting van wijken en de participatie van burgers daarbij of het stimuleren en steunen van burgerinitiatieven die de gemeenschap versterken. Ook CJG’s dienen zich expliciet te richten op het versterken van de pedagogische gemeenschap, bijvoorbeeld door ontmoetingsplekken te creëren en activiteiten te stimuleren op het gebied van pedagogische uitwisseling tussen ouders.
Principes van positief opvoeden 1. 2. 3. 4.
Kinderen een veilige en stimulerende omgeving bieden Kinderen laten leren door positieve ondersteuning Realistische verwachtingen hebben van kinderen Een aansprekende discipline hanteren
Toekomstmodel jeugdstelsel Holland Rijnland
4
Basisvoorzieningen bieden hun reguliere aanbod, inclusief hun preventieve programma’s. In het nieuwe jeugdstelsel wordt van deze voorzieningen bovendien gevraagd dat zij expliciet maken hoe zij daarbij de principes van positief opvoeden hanteren. Het versterken van de eigen kracht en het stimuleren van sociale netwerken maken daarvan onderdeel uit. Op het moment dat medewerkers in een basisvoorziening pedagogische vragen hebben of zich zorgen maken over een kind kunnen zij terecht bij het jeugd&gezinsteam (pijler 3). Op de eerste plaats voor consultatie en advies, zodat ze zelf weer verder kunnen met het kind en gezin. Heeft een gezin hulp en begeleiding nodig die de reguliere werkzaamheden overstijgen dan kunnen ouders, al dan niet met hulp van de basisvoorziening, het jeugd&gezinsteam inschakelen. Gino is druk in de klas en kan zich slecht concentreren op zijn werk. De leerkracht praat hierover met de ouders, die dit herkennen. Zou er sprake zijn van ADHD? Samen gaan ze in gesprek met de jeugd&gezinswerker die regelmatig op school komt. Deze geeft de leerkracht tips voor de omgang met Gino en voert gesprekken met de ouders. Er blijken thuis veel spanningen te zijn doordat de familie van vader tijdelijk inwoont. Met hulp van de jeugd&gezinswerker vinden ouders manieren om Gino toch de nodige rust en structuur te geven. Dit werpt zijn vruchten af, ook op school.
Partners in Jeugdbeleid
Pijler 3: Jeugd&gezinsteam Deze derde pijler is nieuw in het jeugdstelsel en moet een cruciale rol vervullen bij het verhogen van de kwaliteit van de jeugdhulp én de vermindering van het gebruik van (dure) specialistische voorzieningen. De expertise van diverse soorten ambulante hulp uit het huidige stelsel wordt in deze teams samengevoegd. Daarmee wordt het hulpaanbod doelmatiger en overzichtelijker: voor ouders, voor de basisvoorzieningen én voor de aansturing door de gemeenten. Wat doen jeugd&gezinswerkers? Jeugd&gezinswerkers werken ambulant en zijn te vinden in de basisvoorzieningen: zij zijn te vinden op scholen, in de CJG’s en binnen gezondheidscentra. Desgewenst komen ze bij gezinnen thuis. De medewerkers geven consultatie en advies: ze denken mee met de mensen die in de basisvoorzieningen werken. Gezinnen die meer hulp nodig hebben dan de basisvoorzieningen zelf kunnen bieden krijgen ambulante begeleiding. Deze begeleiding kan variëren. Van enkele gesprekken met ouders die zich geen raad weten met hun opstandige puber. Tot een langdurig begeleidingstraject voor een gezin met meervoudige problematiek. Met zo’n gezin stelt de jeugd&gezinswerker een gezinsplan op, samen wordt bekeken wie kunnen helpen bij het realiseren van de gezinsdoelen. Zonodig schakelt de jeugd&gezinswerker daarbij specialisten in (pijler 4), of ondersteuning vanuit andere domeinen (pijler 5). Op het moment dat jeugd&gezinswerkers zich zorgen maken over de ontwikkeling van een kind maar ouders, ondanks extra inspanningen vanuit het team, geen hulp willen aanvaarden schakelen zij de Raad van de Kinderbescherming in. Wanneer dit, na tussenkomst van de kinderrechter, leidt tot een maatregel dan werkt de jeugd&gezinswerker nauw samen met de (gezins)voogd.
Toekomstmodel jeugdstelsel Holland Rijnland
5
Wie zitten in deze teams? De teams bestaan uit 6-12 ambulante hulpverleners die worden gecoacht door een gedragswetenschapper. Een team wordt gevormd door een mix van ambulant werkers die samen een brede expertise hebben. Expertise op het gebied van de meest voorkomende opvoed- en opgroeiproblemen die kunnen worden veroorzaakt door gezinsomstandigheden, psychiatrische aandoeningen, lichamelijke en/of verstandelijke beperkingen. In het huidige stelstel is deze expertise versnipperd over het JeugdMaatschappelijkwerk, MEE, de Toegang van Bureau jeugdzorg, de AWBZzorg voor jeugd met een licht verstandelijke beperking, de provinciaal gefinancierde Jeugd&opvoedhulp, alsmede de 1ste en 2de lijns jeugd-GGZ die wordt bekostigd door de zorgverzekeraars. Hoe zijn de teams georganiseerd? Een gezin met vragen kan op de locatie van een basisvoorziening, of per telefoon of mail contact leggen met het team. Op basis van de eerste vraagstelling bekijkt het team wie de begeleider van het gezin wordt. Met de andere leden van het team heeft het gezin verder geen contact. Het team is vooral van belang voor het versterken van de kwaliteit van de individuele medewerkers. De teams zijn ”lean” georganiseerd: geen kantoor, minimale bureaucratie en overleg, grote mate van zelfsturing en ondersteuning door moderne ICT (smartphone, tablet, Apps). Om de kwaliteit van de hulp te waarborgen is er sprake van intensieve teamcoaching en intervisie onder begeleiding van een gekwalificeerde gedragswetenschapper. In de regio Holland Rijnland ontstaan op deze wijze meerdere teams die ieder hun eigen werkgebied (wijk, gemeente, subregio) bedienen. De coachende gedragswetenschappers vormen samen ook een team, ook zij worden zorgvuldig gecoached in hun werk. Omdat er sprake is van een grote mate van zelfsturing blijft de verdere overhead beperkt.
Partners in Jeugdbeleid
Ontwikkelingstraject: Er moeten nog vele vragen worden beantwoord in de aanloop naar deze teams. Ten dele vooraf, ten dele gaandeweg. Bijvoorbeeld: - Hoeveel inwoners kan 1 team gemiddeld bedienen? - Hoeveel teams zijn dat voor de gehele regio? - Wat is de gewenste samenstelling van een team? Welke variaties zijn wenselijk voor specifieke wijken, gemeenten, subregio’s? - Welke vormen van zorg worden straks door deze teams geboden en welke niet? (welke plek krijgen bijvoorbeeld crisishulp, zorgmeldingen, gezinscoaches, begeleiding pleegouders). - Wat is de meest effectieve en efficiënte manier om tot deze teams te komen? Bijvoorbeeld starten met detachering vanuit de huidige organisaties en in enkele jaren toewerken naar een nieuwe stichting? - Maken de teams deel uit van het CJG? Op termijn één stichting? - Wat zijn de arbeidsrechtelijke en juridische consequenties? - Hoe ziet het financiële plaatje er uit? - Wat is de beste strategie om het gewenste einddoel te bereiken? Hoe benutten we de huidige samenwerkingsrelaties met, en de expertise van, de zorgpartners is de regio? Hoe te realiseren dat daarbij de inhoud voorop blijft staan en organisaties zich daaraan dienstbaar opstellen, ongeacht hun organisatiebelang. Aan het eind van deze notitie wordt nader op deze vragen ingegaan.
Pijler 4: Specialisten De vierde pijler wordt gevormd door de specialisten. Het gaat hier om organisaties met specialistische expertise op het gebied van opgroeien en opvoeden in situaties waar sprake is van ernstige of complexe problemen ten gevolge van: ∗ problematische gezinssituaties ∗ psychiatrische stoornissen ∗ verslaving ∗ (licht) verstandelijke beperkingen Ouders en/of medewerkers van het jeugd&gezinsteam met specialistische vragen kunnen terecht bij deze specialisten. Op de eerste plaats voor consultatie en advies, zodat ze zelf weer verder kunnen. Ook wanneer een kind of gezin nadere diagnostiek of een specifieke behandeling nodig heeft wordt een specialist ingeschakeld. Deze behandeling vindt in principe ambulant plaats. Maar het kan nodig zijn dat de jeugdige (tijdelijk) in een setting van de specialist verblijft, voor dagbehandeling of 24-uurs verblijf. Bij 24-uursverblijf heeft een pleeggezin de uitdrukkelijke voorkeur. 1Gezin1Plan blijft bij alle interventies het uitgangspunt: de specialisten leveren een bijdrage aan het realiseren van de gezinsdoelen die in dat plan zijn geformuleerd. De jeugd&gezinswerker helpt ouders bij het bewaken van de samenhang en de continuïteit. Het inschakelen van het gedwongen kader via de Raad voor de Kinderbescherming, de samenwerking met de (gezins)voogd en jeugdreclassering, alsmede plaatsing in een gesloten setting wordt in het model ook beschouwd als het inschakelen van een specialistische voorziening. Samenwerking volgens 1Gezin1Plan vormt ook daar de basis.
Yaelle trekt zich steeds meer terug. Haar moeder heeft daarover gesprekken met een jeugd&gezinswerker. Door deze gesprekken lukt het moeder om weer contact te krijgen met Yaelle. Het meisje blijkt zich te snijden en heftige suïcidale gedachten te hebben. De ouders schrikken zich rot en durven haar niet meer alleen te laten. De jeugd&gezinswerker organiseert met spoed een gesprek met de jeugdpsychiater. Deze adviseert een korte observatieopname in de kliniek. Na 3 observatiedagen wordt in een gesprek met ouders, Yaelle, de begeleider uit de kliniek, de kinderpsychiater en de jeugd&gezinswerker een plan voor vervolg opgesteld. Toekomstmodel jeugdstelsel Holland Rijnland
6
Partners in Jeugdbeleid
Pijler 5: Verbinding met andere stelsels: 1Gezin1Plan
Marsroute (een aanzet)
Uitgangspunt van 1Gezin1Plan is het versterken van de eigen kracht van een gezin, met de ouder als regisseur van het eigen gezinsleven. Ouders, jongeren, leden uit hun sociaal netwerk en betrokken instanties werken samen om de doelen van het gezin te realiseren. Met behulp van de werkwijze 1Gezin1Plan wordt een integraal gezinsplan opgesteld. Dat vormt de verbinding met ondersteuning vanuit bijvoorbeeld de Wmo, Werk en inkomen, schuldhulpverlening, volwassenzorg en onderwijs. 1Gezin1Plan vormt ook de basis voor de samenwerking met sociale wijkteams en het veiligheidshuis.
1. Bestuurlijke besluitvorming (voorjaar 2013) ∗ De 15 gemeenten in Zuid Holland Noord maken afspraken over het gezamenlijk verder uitwerken en inrichten van het toekomstmodel ∗ Tevens vaststellen van de gezamenlijke strategie omtrent communicatie, regie en samenwerking met de zorgpartijen
Uitgangspunten 1Gezin1Plan 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Versterk de zelfregulering van gezinnen Investeer in samenwerkingsrelatie met gezin Werk multisystemisch Versterk het sociaal netwerk Werk planmatig en doelgericht Zorg voor continuïteit
Toekomstmodel jeugdstelsel Holland Rijnland
2. Communicatie en afspraken met zorgpartijen (voorjaar 2013) ∗ Presentatie toekomstmodel en marsroute ∗ Afspraken over de wijze waarop zorgpartners en gemeenten hierin samen optrekken, onder regie van de gemeenten
3. Inhoudelijke uitwerking (medio 2013 – medio 2014) In samenwerking met de zorgpartijen, en bij voorkeur op basis van een pilot, moeten de volgende vragen worden beantwoord: ∗ Hoeveel inwoners kan 1 team gemiddeld bedienen? Hoeveel teams zijn dat voor de gehele regio? ∗ Wat is de gewenste samenstelling van een team? Welke variaties zijn wenselijk voor specifieke wijken, gemeenten, subregio’s? ∗ Welke vormen van zorg worden straks door deze teams geboden en welke niet? (welke plek krijgen bijvoorbeeld crisishulp, zorgmeldingen, gezinscoaches, begeleiding pleegouders). ∗ Ontwikkeling van een inhoudelijke methodiek en de praktische werkwijze van de teams, inclusief scholingsplan. ∗ Bepalen op welke wijze de kwaliteit van de jeugdhulp (jeugd&gezinsteams én specialisten) kan worden gestimuleerd en bewaakt ∗ Relatie met sociale domein / sociale teams
7
Partners in Jeugdbeleid
4. Financieel, juridische en organisatorische uitwerking (medio 2013medio 2014) ∗ Begroting op de 4 pijlers: o budget versterken pedagogische gemeenschap o budget (gemeentelijke) basisvoorzieningen: met name JGZ en preventie hulp o budget jeugd&gezinsteams o budget specialisten ∗ Bepalen van de meest effectieve en efficiënte manier om tot de jeugd&gezinsteams te komen. Bijvoorbeeld door te starten met detachering vanuit bestaande organisaties en in enkele jaren toewerken naar een nieuwe stichting. ∗ Arbeidsrechtelijke mogelijkheden en beperkingen ∗ Tijdpad bepalen waarin de betrokken zorgpartijen hun taken en aangegane verplichtingen (arbeidscontracten, huisvesting ed.) zorgvuldig kunnen afbouwen ∗ Bepalen op welke wijze specialisten vanaf 2015 worden gecontracteerd ∗ Bepalen hoe prikkels kunnen worden ingebouwd om de inzet van (specialistische) hulp terug te dringen. ∗ Voorbereiden detachering van jeugd&gezinswerkers die met ingang van 2015 van start gaat (sollicitatieprocedures, teams samenstellen, contracten etc.) 5. Projectorganisatie Gezien de complexiteit en de tijdsdruk is een slagvaardig projectteam nodig voor de uitwerking van het model en de begeleiding van de herinrichting van het nieuwe jeugdstelsel. Dit projectteam zou moeten bestaan uit een kwartiermaker met een klein ondersteuningsteam met expertise op het gebied van inhoud, organisatie, financiën en juridische/arbeidrechtelijke zaken. Deze expertise waar mogelijk moeten worden ingezet vanuit de betrokken gemeenten. Maar ook vanuit de betrokken zorginstanties kan om een bijdrage worden gevraagd.
Toekomstmodel jeugdstelsel Holland Rijnland
8
Partners in Jeugdbeleid