JEUGDBELEIDSPLAN voetbalvereniging s.v. HARFSEN
versie 1.0 12 februari 2010
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ...................................................................................................................... 2 Colofon.................................................................................................................................. 2 1. Inleiding ......................................................................................................................... 3 2. Doelstellingen jeugdbeleidsplan (JBP) ........................................................................... 5 3. Het begeleiden van jeugdspelers ................................................................................... 6 3.1 De speciale verantwoordelijkheid van de voetbalvereniging voor de jeugd ............ 6 3.2 Normen en waarden .............................................................................................. 6 3.3 Jeugdspelerreglement............................................................................................ 6 4. Taakomschrijving jeugdleiders en jeugdtrainers ............................................................ 9 4.1 Algemeen............................................................................................................... 9 4.2 Taken van de jeugdleider ....................................................................................... 9 5. Het opleiden van jeugdvoetballers ................................................................................13 5.1 Voetbal: een teamsport van ‘tijd & ruimte’ .............................................................13 5.2 De training ............................................................................................................15 5.3 F-pupillen (6 – 8 jaar) ............................................................................................16 5.4 E-pupillen (8 – 10 jaar) ..........................................................................................18 5.5 D-pupillen (10 – 12 jaar)........................................................................................20 5.6 C-junioren (12 – 14 jaar) .......................................................................................26 5.7 B-junioren (14 – 16 jaar) .......................................................................................32 5.8 A-junioren (16 – 18 jaar) .......................................................................................37 5.9 De Keeper.............................................................................................................42 5.9.1 Gespecialiseerde training keepers ....................................................................42 5.9.2 D-keeper ...........................................................................................................43 5.9.3 C-keeper ...........................................................................................................44 5.9.4 B-keeper ...........................................................................................................45 5.9.5 A-keeper ...........................................................................................................47 5.10 Taken binnen het elftal ..........................................................................................48 5.10.1 Doelverdediger ..............................................................................................48 5.10.2 Vleugelverdediger .........................................................................................49 5.10.3 Centrale verdediger .......................................................................................50 5.10.4 Centrale mandekker ......................................................................................51 5.10.5 Middenvelder.................................................................................................52 5.10.6 Vleugelaanvallers ..........................................................................................53 5.10.7 Centrumaanvaller ..........................................................................................54
Colofon • • • •
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010 contactpersoon: Eddie Leunk, bestuurslid, portefeuille jeugd
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
2 - 54
1. Inleiding
1. Inleiding Binnen de voetbalvereniging s.v. Harfsen is de behoefte aan duidelijkheid, structuur en continuïteit ontstaan. Met name binnen de jeugdafdeling is het belangrijk dat men weet wat er van hem (of haar) wordt verwacht (= duidelijkheid). Daarnaast is het van belang dat nieuwe mensen binnen de jeugdafdeling niet zomaar in het diepe worden gegooid. Wanneer deze mensen hun taken met veel plezier kunnen uitvoeren, blijven zij langer actief binnen de jeugdafdeling (= continuïteit). Om deze duidelijkheid, structuur en continuïteit te verkrijgen, is het opzetten van een jeugdbeleidsplan (JBP) noodzakelijk. Uitgangspunt van het JBP is dat het realistisch en praktisch werkbaar is, afgestemd op de mogelijkheden binnen de s.v. Harfsen. Dat neemt niet weg dat we de lat van het JBP in het belang van onze jeugdspelers en de vereniging zo hoog mogelijk neer willen leggen en de praktische ideaalsituatie zo dicht mogelijk trachten te benaderen. Basisuitgangspunt • Elke jeugdspeler heeft het recht op een leerproces, een optimale ontwikkeling en begeleiding binnen de club. De beleving speelt een belangrijke rol, de jeugdspeler moet zich thuis en veilig voelen binnen de vereniging. “SAMEN MAXIMAAL VOETBALPLEZIER” staat voorop en centraal. Om dit te realiseren is het van groot belang dat het kader (bestuur, jeugdtrainers, jeugdleiders e.d.) op één lijn zitten, waarbij het een absolute voorwaarde is dat deze mensen in staat moeten zijn elkaar (positief) te stimuleren en te motiveren. Het JBP is een routeboek, een rode draad, die bij moet dragen aan het realiseren van de basisdoelstelling gebaseerd op: • het opleiden van jeugdspelers tot een voor hen zo hoog mogelijk niveau; • het laten spelen van jeugdspelers op een voor hen optimaal niveau, mits het organisatorisch mogelijk is; • het laten verzorgen van trainingen door goed opgeleide jeugdtrainers; • het begeleiden van de wedstrijden door jeugdleiders die kunnen voldoen aan de door de club gestelde eisen voor de begeleiding van teams (elftallen/zeventallen). De jeugdspelers zijn de belangrijkste pionnen. Hun leerproces en het spelplezier moeten voorop staan en niet het belang van de jeugdtrainer en jeugdleider en het bestuur die met het elftal kampioen willen worden. Het gaat er immers om de jeugdspelers het voetballen te leren, zowel individueel als in teamverband. Wanneer een jeugdspeler zowel lichamelijk als voetbaltechnisch rijp is om op een hoger niveau te voetballen, moet dit in principe gebeuren. De beslissing hierover wordt genomen door de jeugdcoördinator/jeugdtrainer/jeugdleider in goed overleg met de ouder(s) (of verzorger(s)). In een training of wedstrijd moeten de afspraken vanuit het JBP terug te zien zijn. Bij s.v. Harfsen is de intentie om verzorgd voetbal te spelen, waarbij plezier in het spel voorop staat (primair belang). Het resultaat laten we los (secundair belang), maar door bij iedere jeugdspeler het maximale uit zijn voetbalkwaliteiten te halen, verwachten we het hoogst haalbare resultaat te bereiken.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
3 - 54
1. Inleiding
Communicatie en terugkoppeling/evaluatie Eenmaal per kwartaal wordt de gang van zaken besproken en geëvalueerd door de voorzitter van de technische commissie met de jeugdcoördinator, de trainerscoördinator en de technisch coördinatoren. Daarnaast wordt minimaal eenmaal per half jaar een bijeenkomst belegd met alle jeugdleiders- en trainers om ook (rechtstreeks) vanuit deze groep de afstemming en feedback te borgen. Vergaderdata worden voor aanvang van het seizoen schriftelijk voor een heel seizoen vastgelegd. Aanwezigheid van alle betrokkenen is, in principe, verplicht. Voorafgaand aan het overleg zal een agenda worden verspreid en er zal een verslagje (actiepunten) worden opgesteld. Het is van groot belang dat het JBP in de toekomst jaarlijks wordt geëvalueerd en bijgesteld (verwerken praktijkervaringen, nieuwe doelstellingen e.d.). Het JBP is een ontwikkeltraject van 12 jaar waarin de voetballer vanaf F-pupil tot de overgang van A-junior naar de senioren wordt begeleid. Voor de leefbaarheid (levensvatbaarheid) en gezelligheid binnen s.v. Harfsen is het daarnaast van groot belang dat de stap van junior naar senior goed wordt begeleid en de jeugdspeler als senior nog lang met veel plezier als selectie- of recreatieve speler binnen onze vereniging actief blijft. Structuur (o.a. communicatielijnen, heldere afbakening werkzaamheden) • bestuur; • bestuurslid, voorzitter technische commissie – Gerbrand Willemsen • bestuurslid, jeugdcoördinator – Eddie Leunk; • technisch coördinatoren – Wim Sletterink (A en B), Erwin Jimmink (C en D) en Martin Nikkels (E en F); • trainingscoördinator – Gertie Wichers (A, B, C, D, E, F); • projectgroep (voorzitter technische commissie + jeugdcoördinator + technische coördinatoren + trainingscoördinator); • jeugdleiders; • jeugdtrainers; • jeugdspelers; • ouder(s) (verzorger(s)).
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
4 - 54
2. Doelstellingen jeugdbeleidsplan (JBP)
2. Doelstellingen jeugdbeleidsplan (JBP) De jeugdspeler staat centraal. Het jeugdbeleid van s.v. Harfsen is er op gericht om de jeugdspeler de faciliteiten te bieden die hij (of zij; [opnemen/nader uitwerken in v2.0: mogelijkheden meisjesvoetbal]) nodig heeft om zich op voetbalgebied optimaal te ontwikkelen. Hierbij werken we vanuit de ‘TOP’- visie. Team = voetbal is een teamsport waarin je met zijn allen het maximale resultaat nastreeft. Om plezier te beleven en resultaat te halen als team betekent dit samenwerken. Elkaar accepteren & (positief) stimuleren en afspraken naleven om samen het gezamenlijke doel te realiseren: het winnen van een wedstrijd. Ontwikkelen = het aanwezige voetbaltalent, veel of weinig, in iedere jeugdspeler naar boven halen. Plezier, de belangrijkste component waar je als vereniging een grote invloed op hebt door: • te werken vanuit duidelijke kaders (visie, structuur, communicatie e.d.); • georganiseerd en gestructureerd te werken volgens plan (periodiek: plannen – uitvoeren – evalueren – bijsturen); • rode draad bewaken waardoor continuïteit wordt gewaarborgd. Het slagen van de geformuleerde doelstellingen en uitgangspunten is alleen mogelijk met een gemotiveerd, enthousiast en goed opgeleid kader!
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
5 - 54
3. Het begeleiden van jeugdspelers
3. Het begeleiden van jeugdspelers 3.1 De speciale verantwoordelijkheid van de voetbalvereniging voor de jeugd Naast het opleiden van de jeugdvoetballers in voetbaltechnische zin, heeft het jeugdkader ook een verantwoordelijkheid voor de brede ontwikkeling van de kinderen en jongeren. Op de schouders van het jeugdkader rust de sociale taak om de jeugd onze normen en waarden te leren. Tegenwoordig is er een grote opvoedkundige taak voor scholen en verenigingen weggelegd. Het is duidelijk dat het jeugdkader het goede voorbeeld moet geven. Als wij bijvoorbeeld verwachten dat de jeugd niet tegen een tegenstander of scheidsrechter scheldt, dan moet de begeleiding het goede voorbeeld geven en dit ook niet doen. Soms kan het handig en verstandig zijn als de begeleiding op de hoogte is van de thuis- en schoolsituatie van de desbetreffende jeugdspeler. De situatie werkt wel twee kanten op, d.w.z. dat de jeugdspeler of de ouders ook de begeleiding op de hoogte moeten houden van relevante gebeurtenissen die het gedrag van een kind of jongere (kunnen) beïnvloeden. 3.2 Normen en waarden Ieder lid van onze vereniging dient zich zowel binnen als buiten de lijnen als een waardig lid van s.v. Harfsen te gedragen. Wangedrag tijdens trainingen en/of wedstrijden dient door de jeugdtrainer/jeugdleider, en zonodig de jeugdcoördinator, met de jeugdspeler(s) te worden besproken en bij herhaling in het bijzijn van de ouders. Gedragregels waaraan de jeugdspelers zich moeten houden, zijn vastgelegd in het jeugdspelerreglement. 3.3 Jeugdspelerreglement Algemeen – Normen en waarden 1. De jeugdspelers behoren op tijd op de training en bij de wedstrijd te zijn. Voor A-B-C en D: o thuiswedstrijden: 1 uur voor aanvang wedstrijd aanwezig; o uitwedstrijden: 10 min voor vertrektijd aanwezig; o training: 5 min voor aanvang aanwezig op het veld. Voor E-F: o thuiswedstrijden: 30 min voor aanvang wedstrijd aanwezig; o uitwedstrijden: 10 min voor vertrektijd aanwezig; o training: 5 min voor aanvang aanwezig op het veld. 2. De jeugdspelers zorgen ervoor dat zij alle spullen die zij nodig hebben (voetbalschoenen, handdoek, badslippers e.d.) ook bij zich hebben. De voetbalschoenen horen schoon en goed onderhouden te zijn. 3. Tijdens de wedstrijd is er eenheid van tenue. Dit betekent geen kraag omhoog, shirt in de broek en de kousen omhoog met verplicht scheenbeschermers. Jeugdspelers gaan zuinig om met de wedstrijdkleding.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
6 - 54
3. Het begeleiden van jeugdspelers
4. De jeugdspelers dienen zich sportief en correct te gedragen tegenover: medespelers, tegenstanders, scheidsrechters, jeugdleider/jeugdtrainer en het publiek. FAIR PLAY! 5. De jeugdspelers horen zich fatsoenlijk te gedragen in de kleedkamer (zowel bij de training als de wedstrijd). Niet langer dan nodig in de kleedkamer blijven (we hebben immers een jeugdhonk). De kleedkamers worden schoon achtergelaten, bij thuis- en uitwedstrijden! De jeugdtrainer/jeugdleider bewaakt dit. 6. Jeugdspelers dragen geen kettinkjes, horloges, oorbellen, ringen en andere voorwerpen die voor een ander en voor zichzelf gevaar op kunnen leveren. Tijdens de wedstrijd wordt er geen kauwgom gegeten. In geval van buitenwesten raken, zou kauwgom in de mond catastrofale gevolgen kunnen hebben. 7. Het materiaal voor de training/wedstrijd wordt door de jeugdtrainer/jeugdleider en jeugdspelers meegenomen naar het trainings-/wedstrijdveld en na de training/wedstrijd weer teruggebracht naar de hiervoor bedoelde plek. We zijn zuinig op onze spullen en materialen; vernielingen worden verhaald op de veroorzaker. 8. De jeugdcoördinator treedt bij geschillen op als tussenpersoon en is het aanspreekpunt voor de ouders. Gezondheid 9. Een goede verzorging van je lichaam is van groot belang om fit te zijn en te blijven. Alleen als je fit bent, kun je het beste in jezelf naar boven halen. Jezelf verzorgen moet je zelf doen: je bepaalt zelf of je rookt, alcohol drinkt of ongezond eet. Ga op de avond voor de wedstrijd tijdig slapen. De jeugdtrainer en jeugdleider hebben hier als begeleider wel een adviserende rol (teambelang). 10. Na de training en wedstrijd is douchen met badslippers (hygiëne) verplicht. 11. Roken is ongezond en beïnvloed de sportprestatie negatief. In de kleedkamer, in het tenue van s.v.Harfsen en in de kantine is het niet toegestaan te roken. Het drinken van alcoholhoudende dranken onder de 16 jaar is verboden. 12. Zorg bij iedere wedstrijd of training voor een goede warming-up. Voor de wedstrijd wordt de keeper ondersteund (ingeschoten) door de wisselspelers. Team = samenwerken 13. Op elkaar mopperen en schelden is uit den boze en heeft geen enkele zin (alleen negatief). Wij maken allemaal fouten. Het is beter om elkaar te helpen en de fout gezamenlijk te herstellen (uitsluitend positief coachen/stimuleren). We werken als team optimaal samen om de gezamenlijke doelstelling, een maximaal teamresultaat halen, te realiseren. Natuurlijk zullen er conflicten en discussies in een team ontstaan, aan de jeugdtrainer en jeugdleider de taak om hier zeer alert op te zijn en dit in goede banen te leiden. Als iedereen zich voor 100% inzet kan niemand iemand iets verwijten. 14. Voetbal is een teamsport waarbij het team het belangrijkste is, goed samenspel is een must. Wie op eigen succes uit is, doet zijn team tekort. 15. Vanaf de D-pupillen trainen de jeugdspelers 2 keer per week. Dit is in het belang van jezelf (beter worden) en in het belang van je team. Wanneer je niet kunt trainen, ben je verplicht om je minimaal 2 uur van tevoren bij je jeugdtrainer af te melden. School is altijd een geldige reden. We gaan er wel vanuit dat je er alles aan hebt gedaan om je huiswerk op tijd af te hebben. Plannen dus! Bij (langdurige) blessures is aanwezigheid op de trainingen gewenst, op de wedstrijddagen vereist. Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
7 - 54
3. Het begeleiden van jeugdspelers
16. Het wisselbeleid van de jeugdleider staat niet ter discussie: uitgangspunt en voorwaarde is dat elke jeugdspeler aan zijn speelminuten toekomt, het resultaat is hierin van ondergeschikt belang. Zonder reden niet trainen of disciplinaire maatregelen zijn onderdeel van het wisselbeleid.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
8 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
4. Taakomschrijving jeugdleiders en jeugdtrainers 4.1 Algemeen De jeugdtrainers en jeugdleiders zijn de spinnen in het web voor de uitvoering van het JBP in de praktijk. De jeugdtrainers en jeugdleiders dienen te voldoen aan 3 belangrijke criteria: •
enthousiasme;
•
motivatie;
•
kennis van zaken op voetbalgebied en van de leeftijdscategorie waarmee hij werkt.
De taak om de juiste mensen te selecteren is een belangrijk onderdeel van het takenpakket van de jeugdcoördinator. De trainerscoördinator (bijgestaan door de technisch coördinatoren) zal de jeugdtrainers met raad en daad bijstaan m.b.t. kennis op voetbaltechnisch gebied, o.a. de juiste oefenstof aanbieden per leeftijdscategorie (rekening houdend met wat de groep technisch en mentaal aan kan). T.a.v. begeleiding streven we ernaar dat de jeugdtrainer op de wedstrijddag de coaching en begeleiding op zich neemt (jeugdtrainer = jeugdleider). Lukt dit niet dan moet de lijn van jeugdtrainer & jeugdleider (wedstrijdcoach) kort zijn. Dit betekent dat de jeugdleider(s) (in ieder geval bij de pupillen is er sprake van 2 jeugdleiders per team) regelmatig een training bijwoont en de jeugdtrainer regelmatig een wedstrijd probeert te volgen. Een goede communicatie is hierbij van groot belang! Jeugdtrainer en jeugdleider dienen gelijk/eenduidig te handelen; voorkom verwarring bij de jeugdspelers. 4.2 Taken van de jeugdleider • De jeugdleider zorgt voor een (vroeg)tijdige communicatie naar jeugdspelers en ouders omtrent de volgende zaken: o teamindeling; o wedstrijdprogramma (competitie, beker en oefen); o trainingsavonden/-middag en –tijden; o tijdstippen van vertrek en van aanwezig zijn; o rijschema; o wasschema (per team vaste mensen, vanaf C-junioren wasgeld). • De jeugdleider zorgt tezamen met de jeugdcoördinator bij de start van het seizoen, + zo nodig een update in de winterstop, voor een: o ‘belboom’ / ’adressenlijst’ (namen en adressen jeugdspelers, telefoon (vast + 06/sms), mailadres e.d.); o rijschema (ingeplande ouders dienen bij verhindering zelf voor vervanging te zorgen + informeren jeugdleider). Deze overzichten worden door de jeugdleider aan de jeugdspelers, ouders en jeugdtrainer verstrekt. • Naast directe communicatie met jeugdspeler en ouders zijn het prikbord in de kantine en de internetsite (o.a. teamsite) eveneens (actuele) informatiebronnen (o.a. programma, rijschema, afgelastingen, wedstrijdverslagen, foto’s). Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
9 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
• •
• • •
Evenals de jeugdtrainer stimuleert de jeugdleider het sportief gedrag van de jeugdspelers. De jeugdleider ziet erop toe dat er t/m de B-junioren geen alcoholhoudende dranken op het sportcomplex (in/voor kleedkamer, kantine e.d.) worden genuttigd en dat er door geen van de jeugdspelers wordt gerookt op het sportcomplex (in/voor kleedkamer, kantine e.d.). De jeugdleider begeleidt bij een eventuele (zware) blessure/ongeval de jeugdspeler naar de medische hulp en waarschuwt direct de ouders. De jeugdleider heeft oog voor en bespreekt indien nodig de relatie thuis-school-sport. De jeugdleider zorgt in geval van langdurige ziekte/blessure, afwezigheid e.d. voor melding daarvan aan de betreffende jeugdcoördinator.
Wedstrijddagen • De jeugdleider zorgt tijdig en in overleg met de jeugdcoördinator of een jeugdleider van een ander team voor eventuele vervanging van verhinderde jeugdspelers (de jeugdcoördinator wordt in dat laatste geval geïnformeerd). Wanneer hijzelf verhinderd is, zorgt hij zelf tijdig voor adequate vervanging. De jeugdcoördinator wordt hierover vooraf geïnformeerd. De jeugdleider informeert tevens de ouders. • De jeugdleider zorgt ervoor ruim voor het afgesproken tijdstip aanwezig te zijn. Pupillen: 2 jeugdleiders (koppel). De (laatste) jeugdleider gaat na afloop pas weg als alle jeugdspelers aan de ‘juiste persoon’ zijn ’overgedragen’ (niet alleen achterlaten). F-pupillen worden in de regel thuis gebracht na uitwedstrijden, vanaf de E-pupillen komen jeugdspelers veelal al op eigen gelegenheid/fiets en gaan ook op eigen gelegenheid na de wedstrijd naar huis. Aandachtspunten: bijvoorkeur fietsen in een groepje, goede fietsverlichting in de herfst-/winterperiode (geldt ook voor trainingsavonden). • De jeugdleider zorgt voor zover nodig bij thuiswedstrijden voor het in orde zijn van het speelveld (doeltjes en vlaggen) en het aanwezig zijn van een speelbal, een reservebal en vlaggen voor de grensrechters. De jeugdleider zorgt bij uitwedstrijden voor de waterzak, intrapballen, clubtenue e.d. De jeugdleider zorgt er tevens voor dat na afloop van de wedstrijd deze materialen weer op de juiste plek worden teruggeplaatst. • De jeugdleider zorgt voor zover nodig voor de ontvangst van de scheidsrechter en de tegenstander. Na de ontvangst wijst hij hen de kleedkamers en het speelveld. Pupillen: bij thuiswedstrijden treedt één van de twee jeugdleiders op als scheidsrechter. • De jeugdleider voorziet voor zover nodig zowel zijn eigen team als dat van de tegenstander in de rust of na de wedstrijd van thee of limonade. • De jeugdleider draagt zorg voor het op correcte wijze invullen van de wedstrijdformulieren en deponering op de daarvoor bestemde plaats. • De jeugdleider houdt zowel voor als na de wedstrijd toezicht in de kleedkamer en zorgt dat deze schoon en in goede staat wordt achtergelaten (thuis- én uitwedstrijden). • De jeugdleider ziet toe op het dragen van het clubtenue, op het verplicht dragen van scheenbeschermers en op het gebruik van slippers bij het douchen. • De jeugdleider ziet erop toe dat het vervoer bij uitwedstrijden goed en veilig gebeurd (o.a. maximaal zoveel jeugdspelers als gordels in de auto, kinderen voorin conform verkeerswetgeving).
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
10 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
Tips voor jeugdtrainers en jeugdleiders 1. In het jeugdvoetbal ben je bezig met het opleiden van jeugdspelers. Resultaat, hoewel van groot belang, is ondergeschikt aan de opleiding. 2. Jeugdtrainers/jeugdleiders mogen van de jeugdspelers prestaties verlangen. Wedstrijden worden niet alleen maar gespeeld om het voetballen te leren. Het teamresultaat echter is niet maatgevend voor de prestaties van de individuele jeugdspeler. Bij een goed teamresultaat is het niet per definitie zo dat alle jeugdspelers goed hebben gepresteerd. Jeugdtrainers/jeugdleiders zullen dus ook dienovereenkomstig moeten coachen (teamniveau/collectief én spelerniveau/individueel). 3. Jeugdspelers moeten op het voor hun juiste niveau spelen, uiteraard aangepast aan: o lichamelijke gesteldheid; o mentale weerbaarheid; o talent (voetbaltechnische kwaliteiten); o inpassingvermogen. Wanneer nodig, of wanneer de ontwikkeling van een jeugdspeler dit noodzakelijk maakt, moet een jeugdspeler ook tijdens een lopend seizoen (bv. na de winterstop) over kunnen gaan naar een hoger team. Dit gebeurt vanzelfsprekend altijd in overleg tussen de betreffende jeugdspeler, de ouders, de jeugdleider en jeugdtrainer van het toeleverende elftal, de jeugdleider en jeugdtrainer van het eventueel ontvangende elftal en de jeugdcoördinator. 4. Ontwikkeling van jeugdspelers is uitermate belangrijk. Laat de jeugdspeler op verschillende posities spelen omwille van het leerproces. Pas vanaf de C-/B-junioren ga je wat definitiever met de keuzes van posities om. 5. Gezamenlijke, eenvoudige, schriftelijke beoordeling in de winterstop en aan het einde van het seizoen per jeugdspeler door de jeugdtrainer en jeugdleider is een middel om de jeugdspeler zich er bewust van te maken hoe hij functioneert en wat hij kan verbeteren (leerpunten). Jeugdspelers werken aan de hand van een eigen beoordeling mee aan hun eigen leerproces. Daarnaast is het een handig middel om een jeugdspeler ‘in de tijd te volgen’ (progressie?). Tevens zal het een ‘overdrachtsformulier’ zijn bij een jeugdtrainers en/of jeugdleiders wissel (bv. bij de start van een nieuw seizoen). Er zal met de jeugdtrainers en jeugdleiders worden besproken hoe zo’n formulier eruit zou moeten komen te zien. Beoordeling alleen is niet voldoende er zal ook duidelijk gemaakt moeten worden op basis van welke criteria de desbetreffende jeugdtrainer en jeugdleider tot de beoordeling is gekomen. Kanttekening: o Niet teveel toeters en bellen maar een simpel A4’tje met korte sterke en ‘zwakke’ punten (aandachtspunten, verbeterpunten e.d.) van over te dragen spelers op voetbalgebied en (persoonlijk) gedrag/karakter.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
11 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
[Opnemen/nader uitwerken in v2.0:] 1. Toevoegen: paragraaf 4.3: ‘Taken van de jeugdtrainer’. 2. Aansprakelijkheidsverzekering vrijwilligers (jeugdleiders, jeugdtrainers, ouders (vervoer) e.d.) o Collectief SVH, KNVB of gemeente Lochem?; o Eigen AVP (‘WA-verzekering’) en autoverzekering. 3. Nieuwe leden o Waar aan te melden? Duidelijk(er) op internet vermelden; o Actief (blijven) werven op basisschool? 4. Jeugdactiviteiten, periodiek o Jeugdhonk kantine; o Zaalvoetbal winterstop: • Trainen / onderling; • Winterteen-toernooi; • Hoeflo-toernooi (vanaf C-junioren). o Hutspot-toernooi (januari; vanaf C-junioren); o Sixday-toernooi (einde seizoen; vanaf C-junioren); o Pupil van de week bij H1 (pupillen); o Sinterklaas (bij training); o Flessenactie kerstvakantie (pupillen); o … o Film kijken kantine?; o Spellencircuit, al dan niet onder begeleiding van een ‘bekende’?; o Kamp (junioren)?; o Bezoek, ballenjongen GAE of AGOVV?; o … 5. Clubtenue kader, coachjassen en/of trainingspakken o Jeugdleiders verplicht dragen (herkenbaarheid); o Bruikleen; o Zelf wassen; o Meenemen naar huis? 6. Internetsite (& Sportkoerier) o Per team een eigen pagina op de site; o Jeugdleider beheert en actualiseert teampagina (‘webmaster’): verslagen, foto’s e.d.; o Jeugdleider draagt zorg voor het maken van wedstrijdverslagjes (per wedstrijd 2 jeugdspelers aanwijzen). 7. Opleidings(on)mogelijkheden o ‘Intern’ SVH; o KNVB, officiële cursussen. 8. …
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
12 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
5.1 Voetbal: een teamsport van ‘tijd & ruimte’ Voetbal is een spel waarin tijd en ruimte de bepalende componenten zijn. Hoe hoger het niveau, des te minder ruimte en tijd je als jeugdspeler ter beschikking hebt. Tijd vind je o.a. terug in loopsnelheid, balsnelheid, balaanname en balpassing. Ruimte vind je terug in de veldbezetting tijdens de 3 hoofdmomenten in voetbal: • balbezit: speelveld zo groot maken; • balbezit tegenstander: speelveld zo klein mogelijk maken; • balwisseling: o balverovering: snel diepte zoeken door dieptepass. o balverlies: snel druk op bal geven om de dieptepass te voorkomen. Algemeen Jeugdtraining is ontzettend boeiend, omdat men begint met kinderen die van het voetbalspel nog geen kaas gegeten hebben en eindigt met bijna volwassenen die het spel in zijn totaliteit moeten kunnen beheersen. In de tussenliggende periode is er veel werk, afhankelijk van: leeftijd; • ontwikkeling; • behoefte. Belangrijk is dat men de jeugd laat spelen, laat oefenen. De jeugdtrainer reikt aan, de jeugd probeert, oefent en beheerst na enige tijd iets wat hij eerst niet beheerste. Specifiek doel van de jeugdtraining is scholing en verbetering van de voetbalkwaliteiten. Er zijn veel elementen die in het voetbalspel naar voren komen en afzonderlijk of gecombineerd kunnen worden getraind. Voorwaarde is wel dat het de jeugdspeler boeit: met de bal werken, met (doel)punten werken, niet te moeilijk (plezier weg) en niet te makkelijk (verveling). Vooral die laatste twee zijn niet altijd even gemakkelijk, omdat de groep uit verschillende niveaus kan bestaan. Geef dan ruimte voor de beteren of zwakkeren om ook voor hun gevoel goed bezig te zijn (individuele benadering). Bij de jongste jeugd (tot en met de D-pupillen) zal men alles spelenderwijs aan de orde moeten stellen, zodat ze onbewust oefenen. Veel wedstrijdvormen en kleine partijtjes (met een groot doel, want scoren is belangrijk voor de succesbeleving), waarbij ze veel aan de bal komen, zijn erg belangrijk. Met name vanaf de C-jeugd kunnen we meer gericht gaan werken, bewust gaan oefenen. Spelen met een elftaltactiek en trainen naar aanleiding van in wedstrijden gesignaleerde tekortkomingen. Vooral het vragenderwijs inhoud aan de training geven is belangrijk (waarom? - daarom!). De A-jeugd moet zowel technisch, tactisch als mentaal voorbereid worden op het "grote werk", het seniorenvoetbal. Dit kan alleen door maximale weerstand in training en wedstrijd en het regelmatig kennis laten maken met seniorenvoetbal.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
13 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
Ontwikkeling boven prestatie Onze jeugdspelers moeten worden opgeleid in de geest van "het willen winnen". Het gezag van bovenaf "moeten winnen" of "niet mogen verliezen" wordt resoluut afgewezen. De betere jeugdspelers moeten in hun elftal op die positie(s) worden opgesteld waar zij kwalitatief het beste ontwikkelen. Over het algemeen gesteld dus op die positie(s) waar zij de meeste weerstand ondervinden ofwel hun minder sterke kwaliteiten beter ontwikkeld kunnen worden. De beste jeugdspeler dus niet in de positie van de zogenaamde "laatste man". Een linksbenige jeugdspeler ook eens op rechts en andersom. In het kader van de jeugdopleiding is de ontwikkeling van iedere individuele jeugdspeler belangrijk. De prestaties van de teams echter ook, zeker wanneer we spreken over onze selectie-elftallen. Beide aspecten zullen dan ook in de gaten moeten worden gehouden. Het is zaak een goed evenwicht te vinden. Spelsysteem Het spelsysteem in de D- en C-jeugd is verplicht 4-3-3. In de C-jeugd is de ruimte om vanuit 4-3-3 accenten te zetten door bij balbezit 3-4-3 en bij balbezit van de tegenstander 4-4-2 te spelen. Bij de B- en A-jeugd wordt de jeugdspelers geleerd wat ieders taak in de ploeg is, per linie en positie, in het 4-4-2 systeem. Vanaf de D-jeugd wordt buitenspel geïntroduceerd. Bij de C-jeugd wordt geleerd hoe de buitenspelval als effectief wapen kan worden gehanteerd. Getalenteerde jeugdspelers moet de mogelijkheid worden geboden om, indien zij over de hiervoor benodigde kwaliteiten beschikken (technisch, tactisch, fysiek en geestelijk), vroegtijdig door te stromen naar een hogere leeftijdsgroep. Voorwaarde: de jeugdspeler moet het zelf willen en de ouders moeten hiermee instemmen. De voetbaltechnische ontwikkeling wordt bespoedigd en het voetbalplezier gestimuleerd. Tot slot is het wenselijk om de jeugdspelers te stimuleren zo veel mogelijk de (thuis)wedstrijden van het 1e elftal te bezoeken. Het sterkt, buiten hun eigen trainingen en wedstrijden om, de band met de vereniging. Het bestuur zal hier zelf ook actie in ondernemen om bezoek 1e elftal en binding met de club te vergroten. Jeugdplan De trainerscoördinator zal in samenwerking met de jeugdcoördinator een technisch jeugdplan (vooralsnog: hoofdstuk 5 van voorliggend JBP) opstellen. In dit leerplan zullen de accenten worden aangegeven die in een bepaalde leeftijdsklasse (vooral) moeten worden beoefend. Het leerplan is bedoeld als leidraad voor de technische jeugdopleiding. De uitgangspunten van de club ten aanzien van het Ieren voetballen en coachen van jeugdspelers zijn: • plezier staat voorop; • de jeugdspeler leert voetballen; • discipline en respect zijn belangrijk; • vaste speelwijze; • rekening houden met leeftijdskenmerken.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
14 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
De jeugdtrainer op de trainingsavond en de jeugdleider op de wedstrijddag zijn degene die het JBP in de praktijk vorm moeten geven. Zij zijn de belangrijkste schakels in het realiseren van de doelstellingen zoals neergelegd in het JBP. 5.2 De training Voorwaarden waaraan een training dient te voldoen. Elke training is te beoordelen aan de hand van de 4 volgende gouden punten, waarbij elke leeftijdsgroep zijn eigen specifieke kenmerken en ontwikkelingsdoelen heeft: 1. VOETBAL - EIGEN BEDOELINGEN: alle oefenvormen hebben een relatie met voetbal (de wedstrijd). o doelpunten maken/voorkomen; o samenwerking; o doelgerichtheid; o snelle omschakeling balbezit/balverlies; o spelen om te winnen; o elke oefening moet doel hebben. 2. VEEL HERHALINGEN o veel beurten geven; o geen lange wachttijden/meerdere groepen maken; o goede organisatie; o leerproces - techniek en tactiek; o voldoende en goed(e) materiaal/ballen. 3. REKENING HOUDEN MET DE GROEP o met leeftijd, wensen jeugdspelers, prestaties; o met vaardigheid/niveau; o met de beleving, de spelvreugde; o met weersomstandigheden; o goede arbeid/rust-verhouding; o voldoende variatie. 4. JUISTE COACHING / BEINVLOEDING o spelbedoelingen duidelijk maken o jeugdspelers beïnvloeden, laten leren door: • vragen stellen; • oplossingen laten aandragen - in te grijpen; • voorbeeld geven of voordoen - het spel stop te zetten; • overtollige melkzuren weg; • verwerken van mentale aspecten (als bijvoorbeeld het verwerken van een nederlaag); Om een training aan deze voorwaarden te laten voldoen, is het belangrijk dat je elke training goed voorbereid. Niet ter plekke op het trainingsveld je oefenvormen bedenken, maar thuis heel bewust (wat wil ik vandaag met ze oefenen) op papier een korte uitwerking maken, afgestemd op je team. Door oefenvormen te herhalen zul je zelf veel voldoening gaan halen uit de vorderingen die je door gericht te trainen bij je team gaat waarnemen.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
15 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
5.3 F-pupillen (6 – 8 jaar) Ontwikkelingsdoelstelling: ‘baas worden over de bal’ Voor de F-pupillen levert ‘de bal’ het grootste probleem op. Zij moeten wennen aan het ‘gedrag van de bal’ onder alle omstandigheden. Het verbeteren van de voetbalprestaties van de F-spelertjes staat daarom in het teken van de ontwikkeling van het gevoel voor de bal. Leeftijdsspecifieke kenmerken Snel afgeleid, kan zich niet langer dan 15 minuten op 1 oefening concentreren. Nog te speels om zo te voetballen zoals wij volwassenen dat graag zouden willen zien. Hij is individueel gericht en heeft weinig gevoel om dingen samen te doen. Coachkreten als “niet op een kluitje lopen”, “speel over die bal naar de vrijstaande jeugdspeler” zijn goed bedoeld, maar niet effectief en realistisch. Draag er zorg voor dat ze betrokken en enthousiast aan het spel (durven) deel te nemen, stimuleer ze en voorkom dat ze klavertjes 4 gaan zoeken tijdens de wedstrijd. Het voetballen van de F-pupillen Alle jeugdspelertjes in een kluit op en om de bal. Een uitzondering vormen de keepers en 1 of 2 ‘jochies’ die voortdurend worden gemaand achter te blijven. Van echt voetbal is nauwelijks sprake. De bal wordt door een rennende en schoppende horde voortbewogen. Een kluwen enthousiaste jeugdspelertjes rent achter de bal aan ZOALS HET HOORT. De training ‘De bal de baas’ is het motto voor de F-pupil. De training van de F-pupil staat daarom in het teken van de ontwikkeling van het gevoel voor de bal. Er is maar één manier om dat balgevoel te ontwikkelen en dat is door oefeningen te bedenken waarbij de jeugdspelers ieder een bal hebben. Hierdoor krijgen ze veel balcontacten, waardoor het gevoel voor de bal wordt verbeterd. Daarnaast moeten ze veel kleine partijtjes spelen. Hierbij valt te denken aan 3:3 en/of 4:4. Centraal staat echter het op spelende wijze leren van de techniek door zoveel mogelijk balcontacten. Een wachtrij in een oefening bij de F-pupillen tot nagenoeg 0 % reduceren, bezig zijn met de bal en het spel betekent ook niet bezig kunnen zijn met een teamgenoot. Dit komt de rust, inhoud en kwaliteit van de training absoluut ten goede. Trainingsinhoud Algemeen • trainingsonderdelen moeten kort duren (5-15 min.), door gebrek aan concentratie; • bij technische oefeningen korte pauzes inlassen om bijv. dingen nog eens voor te doen of uit te leggen; • niet de neiging willen hebben om te perfectioneren; het gaat tenslotte om gewenning aan de bal. Dribbelen • eenvoudige vormen, overzichtelijke organisatie, spelvormen en afwerken van korte afstand op klein doel. Trappen • oefenen vanuit stand, trappen vanuit een heel laag tempo, over korte afstand en in spelvorm. Aannemen • rustig aannemen met de zool, met de binnenkant van de voet.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
16 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
Partijspelen • kleine teams, niet te grote velden, verkleinde doelen, de belangrijkste spelregels toepassen. Richtlijnen coaching F-pupillen Voor de wedstrijd • goed opletten dat de kleding in orde is; • schoenen goed aan - veters strikken; • voor de warming-up iedereen met de bal laten ‘uitrazen’; • warming-up gezamenlijk laten doen; • opmerkingen bij het coachen (bijv.): o probeer de tegenstander de bal af te pakken; o probeer te scoren; o niet achter blijven hangen; o geen balletjes afwachten enz. Tijdens de wedstrijd • globale zaken zoals kijken, luisteren, aansluiten, terugverdedigen, bal heroveren enz.; • mentaal aanmoedigen; • lovende woorden bij een goede actie, positiviteit uitstralen en uitspreken. In de rust • opbeurend praten; • luisteren wat ze te zeggen hebben; • wijzen op balbezit, samen spelen; • balverlies, bal heroveren; • willen scoren. Na de wedstrijd • korte samenvatting van de wedstrijd op het veld; • opletten dat er tussen jeugdspelers onderling geen verwijten worden gemaakt, iedereen heeft immers zijn best gedaan; • bewaken dat iedereen zijn kleding meeneemt en zorgen dat de kleedkamer bij vertrek schoon wordt achtergelaten. (jeugdleiders).
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
17 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
5.4 E-pupillen (8 – 10 jaar) Ontwikkelingsdoelstelling Technische vaardigheid ontwikkelen zodat samenspel een reële doelstelling wordt. De Epupil moet leren en zich ontwikkelen om de bal gericht naar de door hem gewenste medespeler te spelen. Leeftijdsspecifieke kenmerken In vergelijking tot de F-pupil is de E-pupil al veel meer bereid deel uit te maken van het team. Zij zien het verschil tussen wie goed en wie minder goed kan voetballen. Een belangrijk aandachtspunt voor de jeugdtrainer en jeugdleider om dit in goede banen te lijnen binnen het team. Zij kunnen het opbrengen om wat langer één en dezelfde oefening uit te voeren. Het voetballen van de E-pupillen De eerste vormen van samenspel worden hier zichtbaar. De balbehandeling is gerichter. Niettemin beperkt het zich veelal tot aannemen, dribbelen, drijven en een schot op doel. Uiteraard is dit afhankelijk van het individuele niveau. De training Het gevoel voor de bal is in deze leeftijdsklasse al veel beter dan bij de F-pupillen. De balbehandeling houdt daarmee gelijke tred. Ook voor de E-pupillen geldt dat ze moeten voetballen en moeten blijven voetballen om het voetballen onder de knie te krijgen. Dus: laat ze wennen aan de bal via speelse oefeningen waarbij de nadruk van coaching ligt op de juiste uitvoering van de diverse technieken. Dit is namelijk een leeftijdsfase die zich er uitstekend toe leent om jonge voetballers technische vaardigheden onder de knie te laten krijgen. Dit is ook de leeftijdsfase waar begonnen kan worden met het besteden van aandacht aan het samenspelen. Trainingsinhoud Algemeen • duur van de afzonderlijke oefenvormen moet kort blijven (10-15 min.), maar wel iets langer dan bij de F-pupillen; • passafstanden vergroten bij de technische oefeningen (meer spier)kracht, maar wel relatief langere rust geven en gedurende kortere periode blijven werken; • de technische oefeningen bewust gaan oefenen (accenten zetten), de uitvoering goed voordoen, maar niet al te hoge eisen gaan stellen. Jongleren • individueel, vrij en/of heel simpele opgaven. Dribbelen • wisselend tempo, grotere afstanden, met afwerken op doel, iets moeilijker organisatievormen zoals bijv. zig-zag of 8-banen met wenden en keren of reactieaspect. Trappen • vanuit stand en vanuit de beweging, uitsluitend over de grond, afstanden vergroten, veel blijven werken in spelvorm en waar mogelijk afwerking (kunnen scoren) verwerken in de oefening. Aan-/meenemen • van onbewust laten beoefenen bij oefenvormen met trappen tot bewust laten oefenen, daarbij techniek voordoen, vanuit stand of een laag bewegingstempo.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
18 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
Inwerpen • incidenteel inwerpen beoefenen, met tweetallen tegenover elkaar en bij uitbal bij partijvormen. Partijspelen • veel kleine partijvormen, een enkele keer grotere partijen op een groter veld, individualisme de voorrang geven, voornaamste spelregels duidelijk maken, aanvalsdrift stimuleren. Richtlijnen coaching E-pupillen Voor de wedstrijd • goed opletten dat de kleding in orde is; • schoenen goed aan - veters strikken; • aanvoerder leidt de warming-up; • opmerkingen bij het coachen al duidelijker: o in bepaalde formatie spelen, half veld 1-2-2-2; o keeper mag achterin meevoetballen; o vrijlopen, aanbieden, vragen om de bal; o als linies bij elkaar voetballen; o balverlies, altijd de bal willen heroveren. Tijdens de wedstrijd • meer wedstrijdgericht coachen; • alles zoveel mogelijk positief benaderen; • duidelijk zijn over hun taak (hoort bij het leerproces). In de rust • verbeterpunten benoemen, goede zaken benadrukken; • het samenspel bevorderen; • individuele acties (aanvallend, verdedigend) benadrukken; • positief samen werken. Na de wedstrijd • korte samenvatting van de wedstrijd op het veld; • opletten dat er tussen jeugdspelers onderling geen verwijten worden gemaakt, iedereen heeft immers zijn best gedaan; • bewaken dat iedereen zijn kleding meeneemt en zorgen dat de kleedkamer bij vertrek schoon wordt achtergelaten. (jeugdleiders).
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
19 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
5.5 D-pupillen (10 – 12 jaar) Ontwikkelingsdoelstelling De D-pupillen spelen in tegenstelling tot de F- & E-pupillen 11:11. Dit betekent dat we vanuit de positie spelen en een heel veld als ruimte tot onze beschikking hebben. Hoe ga je om met de ruimte is naast het doorontwikkelen van de techniek het belangrijkste leerpunt. Balbezit: veld groot maken in lengte en breedte. Balbezit tegenstander: veld klein maken in lengte en breedte. We kijken hierbij naar de ploeg als geheel en de samenwerking tussen de 3 linies. Leeftijdsspecifieke kenmerken De D-pupillen zijn geneigd zich te meten met anderen. Zij kunnen het aan om in teamverband een doel na te streven. Ze beheersen de eigen beweging en zijn bewust bezig hun prestaties op te vijzelen. Het voetballen van de D-pupillen Bij deze groep zien we een balbehandeling die erop begint te lijken. Er is sprake van samenspel in de vorm van de eerste echte combinaties. Dit is de ideale leeftijd om het voetbal onder de knie te krijgen. Het oefenen van vaardigheden gebeurt veel bewuster en doelgerichter dan op jongere leeftijd. Het dekken en vrijlopen gaan ze beter begrijpen. Training Dit is de ideale leeftijd om het beheersen van de bal in de diverse voetbalsituaties (in combinatie met de andere probleemgebieden) onder de knie te krijgen. Het is in deze leeftijdsklasse vrij gemakkelijk voor de jeugdtrainer om de relatie tussen het moment van de wedstrijd en de training aan te geven. Ze zijn leergierig, ze willen voetballen en ze zijn in staat om het uit te voeren. Deze jongens hebben ook veel meer begrip waarom er dient te worden vrijgelopen bij balbezit. Tijdens de momenten dat ze de bal niet in de ploeg hebben zijn ze vaak uit zichzelf bereid de tegenstander te dekken. Gedurende de training dient men hieraan aandacht te besteden. De aandachtsgebieden ‘bal’, ‘medespelers’ en ‘tegenstanders’ komen dan ook allemaal om de hoek kijken. Door het begrip voor de verschillende situaties in zowel balbezit als nietbalbezit, kan er binnen deze leeftijdsgroep begonnen worden met het coachen van de jeugdspelers op dit facet. Oefenvormen die centraal dienen te staan in training voor D-pupillen: • techniek: drijven, dribbelen, passeerbewegingen, passen & trappen, balaanname; • inzicht: gevoel krijgen voor ruimte en de vrije man weten te vinden. Voorkeur geniet om de positievormen in 2 groepen van 6 te spelen om overzicht (lees inzicht) te bewaren. Vorm 4:2 geniet dan ook absoluut de voorkeur boven 8:4. Het is belangrijk om in de oefenvorm met de positiespelletjes een meertal te creëren van minimaal 2 voor de balbezittende partij. Bij de positiespelvormen is de ruimte ook een belangrijk facet om de oefening goed te laten verlopen. Hoe groter de ruimte hoe makkelijker het voor de balbezittende partij (meertal) zal zijn. Het spelen op balbezit is het te coachen en centrale element in de positiespelvormen. Techniek aspecten als passing en balaanname worden in een positiespelvorm perfect getraind onder weerstand van een tegenstander. De wil om te winnen is een essentieel aspect van een het beoefenen van een wedstrijdsport. Uitgangspunt is om in 75% van de oefenstof een wedstrijdelement te verwerken. Afwerken bijvoorbeeld de gele tegen de oranje hesjes. Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
20 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
Trainingsinhoud Algemeen • het is belangrijk steeds een goed voorbeeld te laten zien; • geduldig en perfectionistisch werken, het aanleren van een gave technische uitvoering is van groot belang; • langduriger en grondiger trainen op bepaalde onderdelen. De jeugdtrainer gaat hierbij uit van expliciete oefendoelen (wat moet er in een bepaalde oefenvorm bewust geoefend worden en waar wil ik precies verbetering in aanbrengen); • de duur van de trainingsonderdelen wordt nu langer (15-20 min.) waarbij soms kan worden doorgegaan tot 25-30 min. (mits variatie aanwezig is); • aandacht besteden aan coaching tijdens de partijspelen. Jongleren • zowel op de plaats als in de beweging, streven naar langere sessies, iets moeilijker opgaven, wedstrijdvormen, koppen er ook in betrekken. Dribbelen • wisselend tempo, binnen- en buitenkant voet, verandering van richting en accenten op reacties en wenden en keren, verschil dribbelen en drijven waarnemen, afschermen, afwerken op doel vanuit verschillende posities. Duel 1:1 • speelse vormen met tweetallen met doeltjes of zonder doeltjes, met accent op afschermen of passeren. Trappen • over de grond en door de lucht, wreeftrap, accent nadrukkelijk leggen op technische uitvoering (standbeen, lichaamshouding, waar de bal te raken etc.), passing over de grond vanuit stilstand en vanuit de beweging, passing door de lucht vanuit een aangespeelde, een rollende en een stilliggende bal, oefenen met 2- en 3-tallen, ook trappen met volley en dropkick. Aan-/meenemen • ballen over de grond met opdrachten, bijv. ½ draai of in bepaalde richting, zowel vanuit stand als vanuit de beweging, het stoppende meenemen van ballen door de lucht, eerst beoefenen op de plaats en het voorstoppen, ook met afwerken op het doel. Het hoofddoel is de bal- en lichaamstechniek. Koppen • vanuit stand met en zonder opsprong, vanuit de beweging zonder opsprong, soms met afwerking op doel en koppend jongleren. Steeds werken met aangeworpen ballen. Positiespel in kleine groepen 3:1 – 4:2 • in relatief grote afgebakende ruimte (20 x 20), begrip voor vrijlopen, uit de gedekte ruimte komen, ontwikkelen van het samenspel bewust oefenen. Partijspelen • kleine partijspelen met doeltjes, bewust ook grotere partijen om bepaalde tactische aspecten te belichten zoals: voornaamste principes bij balverlies en balbezit, verdeling over het speelveld, het belang van combinatiespel. Het individualisme niet aan banden leggen. Beginnende aandacht voor het onderlinge coachen.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
21 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
Oefenstof technisch / tactisch: D-jeugd Het is niet de bedoeling van een ‘jeugdtrainingsplan’ om hierin ‘oefenstof’ op te nemen. Er bestaat een grenzeloze hoeveelheid oefenstof in de voetballerij. Er bestaat echter geen superieure, unieke, alles zaligmakende succes garanderende oefenstof. In het jeugdtrainingsplan wordt uitgegaan van accenten en principes, waarmee men als jeugdtrainer rekening moet houden met keuze van de oefenstof en de samenstelling van het training:het programma. De jeugdtrainer zelf uitdagen en motiveren om oefeningen te bedenken en uit te werken. Er zal voor elke jeugdtrainer wel een aantal oefenvormen aangeboden worden, waaruit de jeugdtrainer zijn inspiratie kan putten. DE D-JEUGD Specifieke kenmerken • aanleg om techniek te leren is groot; • enthousiast en goed aanspreekbaar; • zal goed voorbeeld snel na kunnen doen; • wil bij de groep horen; • concentratie ‘redelijk’ goed; • goede coördinatie; • meer balgevoel; • lichaam vaak goed gevormd; • bewegingen soepel; • kracht en uithoudingsvermogen veelal aanwezig; • soms zelfoverschatting (denken: dat kan ik wel); • zal steeds meer inzien dat samen met anderen gevoetbald moet worden; • vaak kritisch op zichzelf, maar ook op anderen; • ‘over het algemeen’ goed gemotiveerd; • veel interesse voor spelvormen en wedstrijden; • kunnen op deze leeftijd grotendeels gevormd worden; • nemen oefenstof vrij snel op; • leert snel. Training • technische vaardigheden aanleren en laten ruiken aan tactiek; • schaven aan techniek met zo afwisselend mogelijk programma; • streven naar zo hoog mogelijk niveau, maar vrijheid en eigen creativiteit van de jeugdspelers mogen niet in het gedrang komen; • corrigeren is van groot belang; • training moet mengelmoes van techniek, tactiek en conditionele onderdelen zijn; • vrijlopen en bewegen erg belangrijk; • leren eigen maken van technische handelingen; • basis- en baltechnieken staan voorop, dus zoveel mogelijk met de bal; • training moet boeiend zijn; • iedereen zo optimaal mogelijk proberen te laten functioneren; • leren door spelen; • prestatiedrang in de gaten houden; • accent op samenspel/teamverband; • belangrijk is positieve waardering;
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
22 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
•
voor de loop- en ‘kracht’training geldt: o het aanleren van de beginselen van een goede looptechniek, de coördinatie van het lopen; o het leren springen met een één- en tweebenige afzet; o het onderhouden en verbeteren van de lenigheid; o het leren gebruiken van het lichaam in het duel; o ‘krachttraining’ door gebruik te maken van het eigen lichaamsgewicht; o het leren ontwijken van een tegenstander; o het wegsprinten in alle richtingen; o het aanleren van een schouderduw.
Techniek De jeugdspelers moeten leren omgaan met de bal, met alle delen van beide voeten, in alle richtingen. • de balbehandeling koppelen aan snelheid in gecompliceerde situaties met weerstand; • tweebenig trappen van de bal met binnenkant voet, half binnenkant voet, de wreeftrap over de grond en door de lucht over kleine afstanden; • het aan- en meenemen van de bal met alle delen van het lichaam; • het jongleren met de bal met alle delen van het lichaam (behalve de armen); • het zuiver inpassen vanuit stand en beweging; • het gericht schieten op doel; • het werken aan gevarieerde voorzetten; • het aanleren van de basistechniek koppen, zonder weerstand; • het aanleren van passeertechnieken; • het ontwikkelen en stimuleren van een eigen schijnbeweging; • het leren afschermen van de bal; • de ingooi; • het leren nemen van een strafschop. Tactiek • vrijlopen in de vrije balbaan; • de veldbezetting in de lengte en de breedte van het veld; • aan- en terugsluiten; • buitenspelval kunnen opzetten; • het aanbieden rond de bal; • spelen vanuit de eigen positie; • het overnemen van de positie van een andere jeugdspeler; • het leren spelen op een andere positie; • over de bal kijken; • moment van keuze bepalen tussen samenspelen en individuele actie; • het leren afschermen van de bal bij dribbelen en aanspelen; • aan de binnenkant dekken; • de gevaarlijke tegenstander dekken.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
23 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
HOOFDGROEPEN TECHNISCHE- EN TACTISCHE TRAININGEN I.
Jongleren o veelvuldig en veelzijdig; o individueel / tweetallen wedstrijdvormen; o met afwerken.
II.
Dribbelen en drijven o veelzijdig met tempowisselingen en richtingsveranderingen; o afschermen; o schijnbewegingen.
III.
Koppen o technisch goed koppen vanuit aangooi; o in spelvormen met doeltjes; o recht vooruit, draai.
IV.
Het duel o de schijnbeweging; o partijtjes 1:1.
V.
Passen en trappen o traptechniek (wreef/buitenkant); o vaste / vrije organisatie; o over de grond / door de lucht; o in spel- en wedstrijdvormen.
VI.
Aannemen, meenemen en verwerken van de bal o over de grond en door de lucht; o met alle lichaamsdelen; o naar alle richtingen; o vanuit stand en in beweging; o in combinatie schijnbewegingen.
VII.
Combineren o met tweetallen met opdrachten.
VIII.
1-2 combinatie o vooral goede technische / tactische uitvoering.
IX.
Positiespelen o 6:2, 5:2, 5:3.
X.
Lijnvoetbal o x:x (over lijn dribbelen is een punt) .
XI.
Partijspelen o 1:1 tot en met 7:7.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
24 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
Richtlijnen coaching D-pupillen • goed opletten dat de kleding in orde is; • aanvoerder leidt het warmlopen tijdens warming-up, de rest doet de jeugdtrainer / jeugdleider; • wel observeren als jeugdtrainer of dit ook goed gebeurt; • opmerkingen bespreking zijn doelbewust naar de jeugdspelers toe; • systeem 4-3-3; • het team coachen, de jeugdspelers individueel coachen; • vooral bij de D1 mag er een duidelijker aanpak zijn; • goede eigenschapen stimuleren - mindere op de training, als lesgeven (eventueel individueel). Tijdens de wedstrijd • doelgericht coachen; • wennen aan groot veld (afstanden e.d.); • speelwijze, 4-3-3; • positioneel coachen; • linies coachen; • mentaliteit, inzet / duels komen om de hoek kijken. In de rust . • op taken coachen; • samenspel aanvallend, verdedigend; • duidelijk zijn naar de jeugdspelers toe; • mentale weerbaarheid proberen te verbeteren; • gedrag van de jeugdspelers benadrukken. Na de wedstrijd • korte samenvatting van de wedstrijd; • kleding goed opruimen, kleedkamer schoonmaken. Op de training • wat ging er goed, wat fout (niet teveel tijd aan besteden) . • oefeningen aanpassen aan het geboden in de wedstrijd, ook hier de jeugdspelers naar hun mening vragen.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
25 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
5.6 C-junioren (12 – 14 jaar) Ontwikkelingsdoelstelling De basis van veldbezetting bij balbezit en balbezit tegenstander gaan we uitdiepen met specifieke omschrijvingen per linie en positie. Wat wordt er van de jeugdspeler op een specifieke positie verwacht? De jeugdspelers zullen vanuit de D-pupillen nu ook op een positie in het elftal komen te staan die het beste aansluit bij hun kwaliteiten. Hierbij wordt rekening gehouden met de balans en het evenwicht in de ploeg. Buitenspel zal in deze leeftijdsgroep verder worden uitgewerkt als een te hanteren verdedigend wapen. De trainingsvormen die s.v. Harfsen voor ogen staat in de ‘jeugdopleiding’ is die van verzorgd voetbal. Doelstelling is om bij balbezit combinatievoetbal te spelen (ontwikkeling techniek – inzicht – bewegen met en zonder bal). Daarnaast zal ook volop aandacht worden besteed aan de verdedigende aspecten. Hoe verdedig ik als team, linie en individueel positioneel, maar ook hoe verdedig ik technisch (laag zitten, voorvoeten, voeten achter elkaar i.p.v. naast elkaar etc.). Vanaf de C-jeugd kan het accent heel nadrukkelijk op wedstrijdgerelateerde trainingsvormen worden gelegd om techniek en inzicht te trainen en te ontwikkelen. Het positiespel dient in elke training een vast onderdeel te zijn tijdens de training. Leeftijdsspecifieke kenmerken Er treedt een verandering en bewustwording op van het eigen lichaam. Dit kan leiden tot een geestelijke en maatschappelijke spanning. De voornaamste kenmerken zijn: motivatiegebrek en kritische instelling tegenover gezag (de pubertijd). Naast de ‘bal’, ‘medespelers’, ‘tegenstanders’ en ‘coaching’ kan bij de C-speler een probleem van tijdelijke aard, ‘het eigen lichaam’, optreden. Vaardigheden die reeds beheerst werden, kunnen hierdoor tijdelijk in het gedrang komen. Indien nodig dit ook met jeugdspelers communiceren. Het voetballen van de C-junioren Er kan een onstabiele motoriek optreden, vooral in de dagelijkse bewegingen. De reeds geleerde vaardigheden blijven behouden, ook al verminderd de uitvoering tijdelijk. De Cspeler is voornamelijk bezig met zaken als vrijlopen en samenspelen. De kopduels lijken serieuzer, er wordt minder gekopt met de ogen dicht. Ook is er verbetering in verdedigend opzicht. De taken die aan een bepaalde positie kleven, worden zichtbaar en worden geleidelijk opgepikt. Training De wedstrijd kan al prima dienen als uitgangspunt voor de training. Het is verstandig als jeugdtrainer oog te hebben voor individuele tekortkomingen en de problemen die ze op deze leeftijd kunnen hebben. Groei in de lengte kan er toe leiden dat sommige jeugdspelers stakerig en slungelachtig overkomen. Ze kunnen hierdoor minder gaan voetballen. In de beoordeling moet rekening worden gehouden met dit probleem dat veelal van tijdelijke aard is. C-junioren zijn wisselvallig in hun prestaties. Stel daarom de verwachting niet te hoog. De doelstelling kan zijn een fijn sfeertje te creëren met oefeningen die erop gericht zijn, vanuit momenten in de wedstrijd, technische en tactische zaken nog meer te verbeteren. Niet gaan grijpen naar trainingen zoals krachttrainingen en looptrainingen. Met name op dit moment is geduld een schone zaak.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
26 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
Trainingsvormen De trainingsvormen van de D-pupillen worden in de junioren voortgezet waarbij de begrippen RUIMTE en TIJD steeds meer centraal komen te staan. Techniek Bewustwording om techniek functioneel te gebruiken. De techniekbeheersing bepaalt de tijd en ruimte die een jeugdspeler nodig heeft in de wedstrijd om de bal te controleren (beheersen) en te zorgen voor een goede efficiënte voortzetting. Veel inzicht maar te weinig technische bagage maakt dat een jeugdspeler de oplossing ziet, maar er niet in slaagt om de bal op de plek te krijgen die hij wenst. Inzicht De begrippen tijd en ruimte zijn ook hier bepalend. Ben ik aanspeelbaar, hoe is de veldbezetting voor het vervolg, met teveel jeugdspelers in een kleine ruimte is het bij balbezit heel lastig en moeilijk voetballen. Voorzet zonder bezetting voor het doel levert nooit een doelpunt op, hoe komen we van opbouw tot een eindfase aanval (inspelen-kaatst-opening). Trainingsinhoud Algemeen • op deze leeftijd voortzetten van het grondig en bij herhaling oefenen van de techniek op een gave en juiste wijze, perfectionistisch werken, niet teveel willen doen (liever twee onderdelen goed behandelen dan vijf onderdelen die er slechts half uitkomen); • houd tijdens de training en begeleiding rekening met de per individu verschillende effecten van de pubertijd. Jongleren • soms als apart onderdeel opvoeren, soms laten beoefenen als rust tijdens de technische oefeningen, individueel en in tweetallen, vanuit stand en in de voortbeweging. Dribbelen • onder weerstand in speelse vormen, in het hoogste tempo, met schijn- en kapbewegingen, met richtingsverandering, met en zonder afwerking op doel. Duel 1:1 • bewust oefenen met passeerbewegingen onder niet-jagende weerstand, zonder doel, met twee doeltjes, met afwerken op groot doel. Trappen • steeds meer gaan oefenen op de passing vanuit de dribbel, zowel over de grond als door de lucht, binnenkant wreef en buitenkant voet oefenen, ook oefeningen doen waarbij direct spelen centraal staat, tevens volley en dropkick. Aan-/meenemen • vanuit de beweging en op snelheid, ook tactische facetten nadrukkelijk laten doen (wegdraaien van tegenstander, schijnbeweging, indraaien, afschermen etc.). In eenvoudige vormen met weerstand, veel oefenvormen met afwerken op doel, bijv. vanuit wedstrijdsituaties. Koppen • regelmatig beoefenen vanuit de loop met en zonder opsprong, met aangeworpen en aangeschoten ballen, met zweefsprong en afwerking op doel.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
27 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
Combinatievormen • eenvoudige combinatievormen met tweetallen, met en zonder plaatsverwisseling met als doel iets duidelijk maken m.b.t. het juiste moment en de juiste manier van aanbieden, verder 1-2 combinaties, het opkomen achter de bal vandaan etc. Alle oefeningen van eenvoudige vorm tot complexer met afwerking op doel. Positiespel • Vanuit kleine positiespel 4:2 uitbouwen naar 5:5 met 2 of 3 neutrale jeugdspelers bij de partij in balbezit; • Accent op aanspeelbaar zijn, veldbezetting, passing, balaanname, spelverplaatsing. Partijspelen • gebruik maken van alle partijspelen van 2:2 t/m 11:11 met twee doeltjes en soms in een afgebakende ruimte zonder doeltjes. Veel kleine partijen blijven spelen (3:3 en 4:4). Bij grotere partijen nadrukkelijk coachen op samenwerking tussen de linies en op de taken van de linies. Tijdens alle partijvormen het onderlinge coachen bevorderen (positiekiezen in verdedigend en aanvallend opzicht, vrij aanneembare bal of in dekking etc.) Oefenstof technisch / tactisch: C-jeugd Het is niet de bedoeling van een ‘jeugdtrainingsplan’ om hierin ‘oefenstof’ op te nemen. Er bestaat een grenzeloze hoeveelheid oefenstof in de voetballerij. Er bestaat echter geen superieure, unieke, alles zaligmakende succes garanderende oefenstof. In het jeugdtrainingsplan wordt uitgegaan van accenten en principes, waarmee men als jeugdtrainer rekening moet houden met keuze van de oefenstof en de samenstelling van het training:het programma. De jeugdtrainer zelf uitdagen en motiveren om oefeningen te bedenken en uit te werken. Er zal voor elke jeugdtrainer wel een aantal oefenvormen aangeboden worden, waaruit de jeugdtrainer zijn inspiratie kan putten. DE C-JEUGD Specifieke kenmerken • overgang kind – volwassen; • is bezig zich zelf te vormen; • zet zich af tegen gezag; • kan conflicten uitlokken; • voelt zich vaak persoonlijk aangevallen; • idealistisch / eigenwijs; • vereist zeer consequente leiding; • oefenen sociale controle op en buiten het veld uit; • blijft speels en ontspannen; • heeft vaak andere interesses; • beperkte belastbaarheid; • blessuregevoeligheid; • overschat zichzelf; • bereidheid om te leren is niet altijd aanwezig; • aanleren van technieken die ze nog niet beheersen wordt moeilijker; • gezinsomstandigheden kunnen een rol spelen.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
28 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
Training • belangstelling voor voetbal trachten te behouden; • probeer hechte groep te maken / te houden; • kliekvorming proberen te voorkomen; • accent op samen doen en presteren van jeugdspelers, jeugdtrainers en jeugdleiders; • prestatieve kant komt mee om de hoek kijken; • moeten in feite alle basistechnieken beheersen; • rekening houden met eventuele stilstand; • motiveren waarom je iets doet; • veel speelse vormen; • technische voetbalvaardigheden vanuit wedstrijdsituatie; • oog hebben voor individuele tekortkomingen / problemen; • handelingssnelheid vergroten. Specifieke doelstellingen • benaderen van de wedstrijd; • aanwijzingen gericht op de wedstrijdsituatie. Techniek • verfijning van de techniek (zie de D-jeugd); • techniek in beweging; • techniek in oefen- en spelvormen (wedstrijdvormen inbouwen). Tactiek • individuele tactiek: bal afschermen - wanneer dribbelen, drijven etc.; • tactiek in vorm van: a. aanvallen = aanbieden / vrijlopen b. verdedigen= dekken, man- / ruimte dekking; • positiewisselingen; • ook aandacht voor spelhervattingen; • belangrijk is het gebruik van uniforme, heldere termen. Conditie • algemene looptraining; • lenigheidsoefeningen; • rustig opbouwende training, onder meer: o algeheel uithoudingsvermogen; o korte duurlopen; o snelheid; o intervaltraining; o positiespelen, duel 1:1 enz. hierbij lange rust pauzes, veel estafette- / wedstrijdvormen.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
29 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
HOOFDGROEPEN TECHNISCHE- EN TACTISCHE TRAININGEN I.
Jongleren o voornamelijk technisch benaderen; o veelzijdig.
II.
Dribbelen en drijven; kappen en draaien o van grote naar kleine ruimten; o met schijnbewegingen.
III.
Koppen o vanuit stand / in beweging; o vanaf de grond / in de lucht; o met positie kiezen; o koppen vanuit aangooi.
IV.
Het duel o duel met de bal; o tegenstander naast je; o tegenstander voor je; o schijnbeweging.
V.
Passen en trappen o kleine / grote afstand; o strakke bal / boogbal; o indraaiend / wegdraaiend; o met zwakke been; o in beweging; o vast / vrije organisatie; o in verbinding met aannemen en meenemen.
VI.
Aannemen, meenemen en verwerken van de bal o met alle lichaamsdelen; o met ½ en ¼ draai; o met / zonder schijnbewegingen; o over de grond / door de lucht.
VII.
Combineren o met tweetallen / met drietallen.
VIII.
1-2 combinatie o opbouwen met 2-, 3- en 4-tallen.
IX.
Positiespelen o 5:2, 5:3 / 3:1, 4:2.
X.
Lijnvoetbal o idem (eventueel met lijnkeepers)
XI.
Partij spelen o idem (uitgaan van bepaalde formatie, bijvoorbeeld 3-2-2 in het geval van een partij 8 tegen 8).
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
30 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
Coaching voor de wedstrijd Voor de wedstrijd • opstelling uitleggen, hoezo en waarom; • met behulp van het bord situaties schetsen; • duidelijke taakomschrijving van de jeugdspeler in persoon en het elftal; • tactiek bepalen; • concentratie aanscherpen; • sportief gedrag. In de rust • verloop van de wedstrijd aangeven; • wat gaat er goed - wat fout; • jeugdspelers ook persoonlijk benaderen; • jeugdspelers ook aan het woord laten komen (geen discussies); • verwacht wordt van de jeugdspelers dat zij goed omgaan met kritiek (leerproces) en eerst naar zichzelf kijken voordat ze iets zeggen over anderen; • de ploeg tot rust manen of op scherp zetten; • sportiviteit is een eerste vereiste, ook naar je medespelers toe. Na de wedstrijd • korte samenvatting van de wedstrijd (in de ‘wij stijl’); • de toon maakt de muziek (hoe praatje?); • uitlopen – douchen; • kleding opruimen - kleedkamer (s) schoonmaken. Op de training • wedstrijd nog even de revue laten passeren; • jeugdspelers ook individueel benaderen; • situaties coachen tijdens de training die de zaterdag ervoor goed of fout gingen. Bij deze categorie jeugd zijn wij zeer nadrukkelijk met de opleiding naar het seniorenvoetbal toe bezig. Hier kunnen (moeten) ook regelmatig harde woorden vallen. Dit gebeurt wel op een fatsoenlijke manier, want met geschreeuw bereik je vaak alleen het tegendeel. Wij zijn met jeugd bezig. Leg veel uit. Wij leven in een onderhandelcultuur. Jeugd is bijzonder geïnteresseerd in het waarom!
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
31 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
5.7 B-junioren (14 – 16 jaar) Ontwikkelingsdoelstelling De in de C-junioren opgedane kennis m.b.t. veldbezetting bij balbezit en balbezit tegenstander gaan we uitdiepen met specifieke omschrijving per linie en positie. Wat wordt er van de jeugdspeler op een specifieke positie verwacht? In de B-junioren zal wat in de C-junioren geleerd is in een hoger tempo en in een kleinere ruimte dienen te worden uitgebouwd. Waar in de C-jeugd het lerende element centraal stond, dient in de B-jeugd het automatisme erin worden geslepen en kunnen tactische varianten worden besproken met de jeugdspelers. Fysiek maak de jeugdspeler een spurt wat ook zijn keerzijde kan hebben door groeiklachten, verstoorde motoriek en blessuregevoeligheid. Leeftijdsspecifieke kenmerken De groei in de lengte zet door. Minder controle over de eigen ledematen lijkt daarvan het gevolg. Ook alle kenmerken van de pubertijd zoals lusteloosheid, onredelijkheid en humeurigheid zijn deze groep niet vreemd. Niettemin is winnen belangrijker dan ooit. Een soms te fanatieke houding heeft ermee te maken dat hij op zoek is naar de eigen grenzen. Het voetballen van de B-junioren De B-junior is in staat echte wedstrijdsport te beoefenen. Hij waagt zich aan acties die voor het team weinig rendement hebben. Zijn soms te laat ingezette sliding en de wijze waarop hij buitenkant voet speelt, hebben meer te maken met het feit dat hij zichzelf wil bewijzen. Het tempo is hoger, er wordt korter gedekt. De B-junior moet leren onder druk te spelen en dat gaat hem soms minder goed af. Zijn individuele mogelijkheden moeten meer rendement voor het team gaan opleveren. Hier moet hij in leren. Training Ook bij de B-junioren kan de jeugdtrainer nog worden geconfronteerd met problemen als gevolg van de groeispurt. Toch leent deze leeftijdsgroep er zich juist voor het voetballen zelf te verbeteren. D.w.z. voetballen dat tijdens de wedstrijd de volwassenheid begint te benaderen en in fysiek opzicht een heel stuk forser lijkt dan dat van de C- junioren. Ook hier geldt: trainen vanuit de wedstrijdsituatie. Daarbij is het mogelijk een beroep te doen op elftaltactiek (plaatsen in een elftal en de daarbij behorende taken). Op deze leeftijd kunnen jeugdspelers verantwoordelijkheid dragen. Buiten het veld blijkt dit op het gebied van de leefwijze, lichaamsverzorging en taalgebruik. Binnen de witte lijnen kunnen ze dit ook aan. Trainingsinhoud Algemeen • gericht gaan werken naar de wedstrijd en ook werken aan de specifieke technische, tactische, conditionele en mentale onderdelen. Hierbij ook individueel gericht gaan werken; • op prestatiegerichte wijze benaderen en bewust werken aan de vooruitgang in de persoonlijke ontwikkeling van de jeugdspelers en het team. Daarbij ook niet de wedstrijdresultaten uit het oog verliezen. Jongleren • te gebruiken in de rust bij technische oefeningen, ook in de vorm van voetvolley opvoeren.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
32 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
Dribbelen • oefenen onder weerstand, in hoogste tempo, met schijn- en kapbewegingen, richtingsveranderingen, versnellingen, duidelijk maken van het nut van de dribbel in tactisch opzicht, alle vormen met en zonder afwerking op het doel. Duel 1:1 • passeerbewegingen perfectioneren, in opdracht- en wedstrijdvorm met afwerken op één of twee kleine doeltjes en op het grote doel. Ook duel als tactisch middel (numerieke meerderheid afdwingen) aangeven en weerstand duidelijk opvoeren. Accent op omschakeling aanval /verdediging en andersom. Trappen • over de grond en door de lucht met grotere afstanden, passen vanuit hoog dribbeltempo, accent leggen op direct spelen. Specifiek beoefenen: de eindpassing, voorzet, teruggelegde bal, dieptepass, diagonale pass. Dit alles via positie- en partijspelen. Aan-/meenemen • zie oefenstof C-junioren, maar nu ook weer in hoger tempo, op hoger niveau en vooral in wedstrijdsituaties. Handelingssnelheid bevorderen. Koppen • voornamelijk oefenen vanuit aangespeelde ballen, verschil maken tussen aanvallend en verdedigend koppen en ook specifiek oefenen op koppen op doel vanuit een voorzet. Combinatievormen • 2- en 3-tallen, tactische aspecten belichten (speltempo, spelverplaatsing), beoefenen van aanvalspatronen waarbij gebruik wordt gemaakt van algemene tactiek. Werken met en zonder verdedigers en bijna altijd met afwerking op doel. Accent leggen op eindpassing en afwerking op doel. Positiespel • Centraal onderdeel in training waarbij positiespel met gehele groep vanuit meertal situatie centraal staat. Niveau groep bepaalt de afgebakende ruimte en toe te voegen spelregels (onbeperkt raken of 2 tot 3x raken). Partijspelen • zonder doelen in afgebakende ruimte werken met opdrachten (bijv. elke jeugdspeler van de aanvallende partij moet in beweging zijn anders volgt balverlies als straf of beperking opleggen door de bal niet meer dan 3x te mogen raken). Verder met doelen zoals hiervoor beschreven en ook vooral taakstelling van de linies en posities verwerken. Het onderlinge coachen uitbouwen. Spelhervattingen • oefenen met de gehele groep als mede met één of meerdere jeugdspelers; met name vrij schop en corner. Terug laten komen in partijspelen Oefenstof technisch / tactisch: B-jeugd Het is niet de bedoeling van een ‘jeugdtrainingsplan’ om hierin ‘oefenstof’ op te nemen. Er bestaat een grenzeloze hoeveelheid oefenstof in de voetballerij. Er bestaat echter geen superieure, unieke, alles zaligmakende succes garanderende oefenstof. In het jeugdtrainingsplan wordt uitgegaan van accenten en principes, waarmee men als jeugdtrainer rekening moet houden met keuze van de oefenstof en de samenstelling van het training:het programma.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
33 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
De jeugdtrainer zelf uitdagen en motiveren om oefeningen te bedenken en uit te werken. Er zal voor elke jeugdtrainer wel een aantal oefenvormen aangeboden worden, waaruit de jeugdtrainer zijn inspiratie kan putten. DE B-JEUGD Specifieke kenmerken • meer realiteitszin, minder emotioneel; • medeverantwoordelijkheid dragend; • kritischer naar eigen prestatie; • leerzame periode; • verhoogde belastbaarheid; • soms groepsvorming; • willen doelgerichte training en eigen prestatie verbeteren. Training • meer conditioneel; • waken voor al te hoge eisen; • appèl op zelfstandigheid, zelfkritiek, verantwoordelijkheidsgevoel; • veel wedstrijd- en oefenvormen; • technische en tactische oefeningen in hoger tempo afwerken; • weerstanden inbouwen in technische oefeningen, positiespelen; • verantwoordelijkheid voor ploegtactiek en taak binnen team; • jeugdspeler kan meer verantwoordelijkheid aan; • voldoende aandacht aan tactiek besteden. Specifieke doelstellingen • presteren in de wedstrijd; • individuele tactische aanwijzingen; • linie- en elftaltactiek. Techniek • blijvend accent op techniek; • techniek in de beweging en wedstrijdsituaties (met en zonder weerstand); • techniektraining levert weer resultaat op; • handelingssnelheid en weerstand opvoeren tijdens technische en tactische oefeningen (met en zonder weerstand). Tactiek • tactiek uitbouwen, linietactiek: o samenwerken; o switchen bij zowel balbezit als balverlies; o overnemen - mandekking / rugdekking. • wedstrijdactie; • buitenspel / spelhervatting; • aanval tegen verdediging.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
34 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
Conditie • aandacht aan kracht / uithoudingsvermogen, snelheid, beweeglijkheid (lenigheidsoefeningen); • intervalarbeid (met en zonder bal); • ook conditietraining in de vorm van circuit op basis van techniek / tactiek (redelijk intensief); • partij- en positiespel; • duel 1 : 1. HOOFDGROEPEN TECHNISCHE- EN TACTISCHE TRAININGEN I.
Jongleren o met verplaatsen; o met accenten en beperkingen met meerdere jeugdspelers.
II.
Dribbelen en drijven kleinere ruimte met tegenspelers.
III.
Koppen o kleinere ruimte; o met tegenspelers; o met tegenspelers en onder weerstand koppen vanuit pass,
IV.
Het duel o passeren / schijnbeweging (aanvallen); o tackle – blok – sliding.
V.
Passen en trappen o naar vrije organisatie met meerdere jeugdspelers; o in beweging met positiewisselingen; o in verbinding met aannemen, meenemen en verwerken van de bal.
VI.
Aannemen en meenemen van de bal o met meerdere jeugdspelers; o met meerdere ballen; o met tegenstander; o met schijnbewegingen.
VII.
Combineren o met 2-,3-, 4-tallen (met plaatswissel); o overname / schijnovername met tactische variaties (bijvoorbeeld extra spits).
VIII.
1-2 Combinatie o met tegenstander; o onder weerstand.
IX.
Positiespelen o idem, maar: • met meerdere vakken; • met meerdere jeugdspelers. o 6:3 / 4:3 / 3:2 / 2:1.
X.
Lijnvoetbal o idem (eventueel met beperkingen, bijvoorbeeld 2x raken e.d.).
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
35 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
XI.
Partijspelen o idem, maar: • met beperkingen; • aanval / verdediging; • spelen met numerieke meerderheid of minderheid; • met opdracht, bijvoorbeeld: pressing, counter; • vanuit bepaalde formatie.
Coaching voor de wedstrijd Voor de wedstrijd • opstelling uitleggen, hoezo en waarom; • met behulp van het bord situaties schetsen; • duidelijke taakomschrijving van de jeugdspeler in persoon en het elftal; • tactiek bepalen; • concentratie aanscherpen; • sportief gedrag. In de rust • verloop van de wedstrijd aangeven; • wat gaat er goed - wat fout; • jeugdspelers ook persoonlijk benaderen; • jeugdspelers ook aan het woord laten komen (geen discussies); • verwacht wordt van de jeugdspelers dat zij goed omgaan met kritiek (leerproces) en eerst naar zichzelf kijken voordat ze iets zeggen over anderen; • de ploeg tot rust manen of op scherp zetten; • sportiviteit is een eerste vereiste, ook naar je medespelers toe. Na de wedstrijd • korte samenvatting van de wedstrijd (in de ‘wij stijl’); • de toon maakt de muziek (hoe praatje?); • uitlopen – douchen; • kleding opruimen - kleedkamer (s) schoonmaken. Op de training • wedstrijd nog even de revue laten passeren; • jeugdspelers ook individueel benaderen; • situaties coachen tijdens de training die de zaterdag ervoor goed of fout gingen. Bij deze categorie jeugd zijn wij zeer nadrukkelijk met de opleiding naar het seniorenvoetbal toe bezig. Hier kunnen (moeten) ook regelmatig harde woorden vallen. Dit gebeurt wel op een fatsoenlijke manier, want met geschreeuw bereik je vaak alleen het tegendeel. Wij zijn met jeugd bezig. Leg veel uit. Wij leven in een onderhandelcultuur. Jeugd is bijzonder geïnteresseerd in het waarom!
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
36 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
5.8 A-junioren (16 – 18 jaar) Ontwikkelingsdoelstelling Laatste fase voor overstap naar de senioren wordt gemaakt. Het enthousiast houden van jeugdspelers en de beleving voor voetbal is een belangrijk aandachtpunt in deze leeftijdscategorie. Een bijbaantje, uitgaan en ‘verkering’ zijn concurrerende factoren voor de A-speler. Als voetballer het handelingstempo in tijd en ruimte verder opvoeren. In kleinere ruimte met minder tijd de juiste voetbaloplossing kiezen. Tactisch jeugdspeler op dusdanig niveau brengen dat hij vanuit het spelsysteem 4-3-3, 3-4-3 en 4-4-2 zijn taak en positie kan invullen en weet wat ervan hem op de positie wordt verwacht. De jeugdspeler is ‘verbonden met’ een vaste plek in het elftal en fysiek volwassen aan het worden. De A-speler laten ruiken aan seniorenvoetbal door hem in het juiste team (van 1e t/m 3e) gedoceerd ervaring op te laten doen. Leeftijdsspecifieke kenmerken Zowel lichamelijk als geestelijk zijn deze jongeren op weg naar meer evenwicht. Een fysieke groei in de breedte en een zakelijker benadering van de gebeurtenissen zijn kenmerkend. In deze leeftijdsfase wordt meestal een keuze gemaakt voor prestatie- of recreatiesport. Het voetballen van de A-junioren De A-junior is beter bestand tegen de moeilijkheden die het met zich meebrengt in de kleine ruimte te spelen. Zonder te beweren dat een A-junior volleerd is, kan worden gesteld dat het een kwestie is van rijpen. Het onrustige dat wat kenmerkend is voor de B-junioren maakt plaats voor een beheerster optreden. Er wordt ook door de jeugdspelers onderling gelet op het spel van elkaar. Er ontstaat een zekere zelfcontrole binnen de groep. Consequenties voor de training De fase van volwassenheid breekt aan. Een meer bewuste en meer evenwichtige houding is kenmerkend voor deze categorie. De jeugdspeler streeft zichtbaar naar verbetering van zijn prestaties. Geldingsdrang en zucht naar erkenning zijn opvallend. Er kan veel aandacht besteed worden aan tactiek van het elftal, alsmede de taak van de jeugdspelers afzonderlijk. Hier is de relatie met de wedstrijd het meest voor de hand liggend. Alle bij de vorige leeftijdsgroepen behandelde probleemgebieden zijn door de A-junior doorlopen en als het goed is getackeld. Nu is het de tijd voor verdere rijping en uitgroeien tot een complete voetbalspeler. Trainingsinhoud Algemeen • regelmatig een oefenwedstrijd spelen: o tegen een hoger spelend team oefenen van taken bij balbezit tegenstander en omschakeling balverlies; o tegen een zwakkere tegenstander oefenen op taken bij balbezit en omschakelmoment balverovering. • oefenstof specifiek richten op individuele kwaliteiten en tekortkomingen, plaats in het elftal, de speelwijze van het elftal etc., met name wedstrijd gerelateerd. Jongleren • te gebruiken in de rust bij technische oefeningen, ook in de vorm van voetvolley opvoeren.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
37 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
Dribbelen • zie B-junioren. Onder weerstand, met kap- en schijnbewegingen, opdrachtvorm als in spel- en wedstrijdvorm (bijv. partijspelen met opdracht ‘alleen breedte- en achterwaartse passes toegestaan en terreinwinst in sprintdribbel’; N.B. vergelijk rugby). Duel 1:1 • zie B-junioren. In allerlei vormen waarbij accenten worden gelegd op bijv. passeerbewegingen, schijnbewegingen, afschermen, het maken van ruimte, het uit balans brengen van een verdediger, het juiste moment van ingrijpen voor een verdediger (individuele tactiek). Duel ook toepassen in partijspelen bijv. met opdracht ‘pas na het uitspelen van een tegenstander mag je een pass geven’. Trappen • perfectioneren van de passing met het accent op direct spelen in combinatie met het terugleggen, de eindpassing (nu ook na het uitspelen van een tegenstander), pass over grote afstand. Veel individueel werken d.w.z. oefenstof aanpassen aan plaats in het elftal (bijv. vleugelspitsen oefenen op allerlei voorzetten, centrale verdedigers oefenen op cross- en dieptepass en middenvelders op breedte-, diepte- en crosspass). Aan-/meenemen • alles in hoog tempo met afwerking, versnellingen en onder weerstand oefenen in combinatie met andere technische vormen zoals bijv. aan- en meenemen plus passen of 1-2 combinaties en aan- en meenemen in combinatie met kapbeweging. Koppen • veel oefenen met veel weerstand, veel individueel, maar ook in groepen trainen, in partijspelen met en zonder opdracht. Combinatievormen • vrijwel uitsluitend alleen nog vormen geven die gebaseerd zijn op specifieke tactische situaties, zoals bijv. de counter, 2:1 situatie, het achter de bal vandaan komen en het beoefenen van een opbouwende en aanvallende speelwijze. Geen standaard combinatievormen meer. Positiespel • 2:1, 3:1 en 4:2 in vrije en afgebakende ruimte alleen nog als warming-up met gebruikmaking van 2 doeltjes. Om bepaalde tactische aspecten te beoefen spelen in 5:3, 4:3, 6:3, 8:5, etc. in afgebakende ruimte. Steeds overtal-situaties. Oefenstof technisch / tactisch: A-jeugd Het is niet de bedoeling van een ‘jeugdtrainingsplan’ om hierin ‘oefenstof’ op te nemen. Er bestaat een grenzeloze hoeveelheid oefenstof in de voetballerij. Er bestaat echter geen superieure, unieke, alles zaligmakende succes garanderende oefenstof. In het jeugdtrainingsplan wordt uitgegaan van accenten en principes, waarmee men als jeugdtrainer rekening moet houden met keuze van de oefenstof en de samenstelling van het training:het programma. DE A-JEUGD Specifieke kenmerken • geldingsdrang; • gedrag vrij stabiel; • benaderd lichamelijke volwassenheid; • tot optimale prestatie in staat. Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
38 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
Trainingen • technische en tactische training in hoger tempo; • streven naar peil senioren, technisch en conditioneel; • hoogtepunt in leren van motorische vaardigheden; • wedstrijdtactiek; • theoretische achtergronden; • positiespelen uitbouwen; • conditietraining zoveel mogelijk met bal; • werken naar eindvormen en volledige weerstand; • wijzen op zelfstandigheid, verantwoordelijkheid. Specifieke doelstellingen • streven naar optimale prestaties. Techniek • combineren met conditionele elementen; • onder meer snelheid. Tactiek • afstemmen op wedstrijdgebeuren; • bijzondere tactische principes: o buitenspel – counteren; o tempowisselingen; o formatie. • tactische variaties. Conditie • specifieke conditietraining. HOOFDGROEPEN TECHNISCHE- EN TACTISCHE TRAININGEN I.
Jongleren o werken naar vaste organisatie met inschakelen tegenstanders; o met meerdere jeugdspelers.
II.
Dribbelen en drijven o onder weerstand; o in hoog tempo; o in combinatie met.
III.
Koppen o wedstrijdvormen in hoog tempo; o idem, onder weerstand; o in positie- en partijspelen.
IV.
Het duel o duel om de bal; o volle weerstand; o duel in de lucht.
V.
Passen en dribbelen o het centraal stellen van bepaalde (technische) zaken; o onder weerstand.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
39 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
VI.
Aannemen, meenemen en verwerken van de bal; o aannemen / meenemen met accenten; o met tegenstander; o in combinatie met.
VII.
Combineren o met tegenspelers (tegemoetkomende jeugdspelers); o met tegenstanders komen tot aanvalsopbouw.
VIII.
1-2 Combinatie o als aanvalsvorm; o onder volledige weerstand.
IX.
Positiespelen o de positiespeler in hoog tempo; o als aanvalsopbouw.
X.
Partijspelen o partijspelen met accent op coaching; o aanvallers en verdedigers gelijk aantal; o aanvallers / verdedigers in minderheid; o vanuit bepaalde formatie; o vanuit bepaalde opdracht.
Coaching voor de wedstrijd Voor de wedstrijd • opstelling uitleggen, hoezo en waarom; • met behulp van het bord situaties schetsen; • duidelijke taakomschrijving van de jeugdspeler in persoon en het elftal; • tactiek bepalen; • concentratie aanscherpen; • sportief gedrag. In de rust • verloop van de wedstrijd aangeven; • wat gaat er goed - wat fout; • jeugdspelers ook persoonlijk benaderen; • jeugdspelers ook aan het woord laten komen (geen discussies); • verwacht wordt van de jeugdspelers dat zij goed omgaan met kritiek (leerproces) en eerst naar zichzelf kijken voordat ze iets zeggen over anderen; • de ploeg tot rust manen of op scherp zetten; • sportiviteit is een eerste vereiste, ook naar je medespelers toe. Na de wedstrijd • korte samenvatting van de wedstrijd (in de ‘wij stijl’); • de toon maakt de muziek (hoe praatje?); • uitlopen – douchen; • kleding opruimen - kleedkamer (s) schoonmaken.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
40 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
Op de training • wedstrijd nog even de revue laten passeren; • jeugdspelers ook individueel benaderen; • situaties coachen tijdens de training die de zaterdag ervoor goed of fout gingen. Bij deze categorie jeugd zijn wij zeer nadrukkelijk met de opleiding naar het seniorenvoetbal toe bezig. Hier kunnen (moeten) ook regelmatig harde woorden vallen. Dit gebeurt wel op een fatsoenlijke manier, want met geschreeuw bereik je vaak alleen het tegendeel. Wij zijn met jeugd bezig. Leg veel uit. Wij leven in een onderhandelcultuur. Jeugd is bijzonder geïnteresseerd in het waarom!
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
41 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
5.9 De Keeper 5.9.1 Gespecialiseerde training keepers Keepers nemen een belangrijke positie in binnen een elftal. Zij zorgen voor de organisatie van de achterhoede, moeten tegenwoordig ook nog mee kunnen voetballen en daarnaast moeten ze ook nog eens de ballen tegenhouden. Met dit plan wordt aangegeven waar de taken en verantwoordelijkheden liggen van iedereen die binnen deze keeperorganisatie werkzaam is. Er zal een goede technische begeleiding van de keepers nodig zijn om het spelpeil van de keeper zo hoog mogelijk te krijgen. Dit keepersplan kan een bijdrage zijn tot meer succes binnen onze vereniging. Vanaf de D-jeugd zal vaak duidelijk zijn wie de vaste keeper van het team gaat worden. Doelstelling De doelstelling is: • het verbeteren van de keepers van s.v. Harfsen met betrekking tot de organisatie; • het vroegtijdig beginnen met het selecteren van jeugdspelers die aanleg en vooral plezier hebben in het keepen. Deze jeugdspelers dan zodanig opleiden en begeleiden dat er goede en betrouwbare keepers uit voort komen. Rekening houden met het feit dat s.v. Harfsen niet alleen keepers met kwaliteiten voor de selectieteams opleidt, maar ook een zo hoog mogelijk niveau nastreven voor de niet-selectieteams. Scholing De vereniging moet vooral de oude en bestaande selectiekeepers aanmoedigen om de eigen jeugdkeepers te gaan trainen en te gaan begeleiden. Aandachtspunten in training van keepers op technisch & tactisch gebied •
Looptraining en motoriek Een slechte looptechniek is een van de oorzaken van blessures. Daarom is het zinvol om je looptechniek kritisch te bekijken en zonodig bij te schaven, zodat het lopen zo min mogelijk energie kost en je blessures voorkomt. De loopbeweging is te onderscheiden in de landing met steunfase, de afzet en zwaaifase. Aan al deze onderdelen kan een jeugdtrainer aandacht besteden. [Opnemen in v2.0: zie bijlage: looptechniek.]
•
Traptechniek en voetbaltechnisch Het meevoetballen is een steeds belangrijker onderdeel geworden van het keepen, daarom dient er ook extra aandacht aan besteed te worden tijdens de keeperstraining. Het is zeer aan te bevelen om vanaf de jeugd de keepers zelf de doeltrappen te laten nemen. Kunnen ze dit bij de jeugd niet, dan kunnen ze dit bij de senioren zeker niet! Verder kan er gewerkt worden aan het uittrappen en aan het meevoetballen van achteruit d.m.v. positiespel. Het is aan te bevelen om een keeper tijdens een training met de groep in het positiespel te betrekken. [Opnemen/nader uitwerken in v2.0: Voor specifieke informatie: zie handleiding keeperstraining v.v. Voetbal.]
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
42 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
5.9.2 D-keeper Bij de D-keepers wordt onderscheid worden gemaakt in techniek en tactiek. Technische punten • Verdedigend zonder bal: o Uitgangshouding; o Verplaatsen in en voor het doel, door middel van voetenwerk. Het gaat hierbij om starten, lopen, sprinten, draaien, keren en wenden in alle richtingen. •
Verdedigend met bal: o Oprapen; o Onderhands vangen; o Blokkeren met borst/buik; o Bovenhands vangen (alles op het lichaam of links en rechts naast het lichaam); o Vallen; o Duiken; o In de voeten werpen; o Buiten de 16 meter ballen wegtrappen.
•
Opbouwend / aanvallend: o Trap uit de handen: drop-kick; o Werpen: rollen, slingerworp (zijwaarts); o Doeltrap.
Tactische punten • Verdedigend in spelsituaties: o Opstellen en positiespel in het doel; o Opstellen en positiespel voor het doel, vooral met het oog op het onderscheppen van diepteballen (binnen en buiten de 16 meter); o Duel 1 tegen 1. Ook wordt hier het leidinggeven, coachen en organiseren belangrijk. Maak van tevoren afspraken met de overige jeugdspelers, waarbij de volgende termen doorgaans van toepassing zijn: • LOS = Deze bal is voor de keeper. De overige jeugdspelers MOETEN de bal laten gaan. • JIJ = De keeper verplicht een jeugdspeler de bal te spelen. Duur van de training circa 25 minuten. Dit is de keeperstraining. Daarnaast is er de gewone training met de rest van de spelersgroep.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
43 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
5.9.3 C-keeper Ook hier kan er onderscheid worden gemaakt in techniek en tactiek. Technische punten • Verdedigend zonder bal: o Uitgangshouding; o Verplaatsen in en voor het doel: starten, sprinten, afremmen, draaien, keren en wenden in alle richtingen; o Schijnbewegingen met het lichaam; o Springen: 1 of 2 benige afzet, omhoog, voor-, achterwaarts en links en rechts zijwaarts en vanuit stand of een aanloop van 1 of meer passen. •
Verdedigend met bal: o Oprapen; o Onderhands vangen; o Blokkeren met borst/buik; o Bovenhands vangen (alles op het lichaam of links en rechts naast het lichaam); o Oprapen, onderhands vangen en blokkeren met de buik/borst met ontwijken van een inkomende tegenstander door zijwaarts weg te springen. Deze onderdelen uitvoeren op het lichaam of links en rechts naast het lichaam; o Bovenhands vangen met weerstand van 1 tegenstander; o Vallen; o Duiken; o Zweven; o Tippen: naast het doel; o In de voeten werpen; o Buiten de 16 meter ballen wegtrappen en koppen.
•
Opbouwend / aanvallend: o Trap uit de handen: volley en drop-kick; o Werpen: rollen, slingerworp (zijwaarts en bovenhands); o Doeltrap.
Tactische punten • Verdedigend in spelsituaties: o Opstellen en positiespel in het doel en voor het doel; o Opstellen en positiespel voor het doel, diepte- en flankballen; o Duel 1 tegen 1; o Verdedigend (spelhervattingen); o Positiespel voor en in het doel bij hoekschop, vrije trap en penalty. Uitbreiden van afspraken. Naast termen als LOS en JIJ nu ook: • HIER = een jeugdspeler met bal, die een tegenstander in zijn rug krijgt of geen overzicht heeft over de rest van het veld, moet de bal terugspelen op de keeper. • WEG = een jeugdspeler die in balbezit is, of in balbezit kan komen, moet de bal wegtrappen (zijlijn, achterlijn of ver op de helft van de tegenstander) en mag deze absoluut niet terugspelen De eventuele afspeelmogelijkheid naar de doelman wordt namelijk door een tegenstander afgesloten. • Daarnaast is het ook belangrijk, om leiding te geen tijdens spelsituaties, waarbij de keeper niet direct betrokken is. Waarschuw dus op tijd de medespelers. Duur van de training circa 30 minuten. Dit is de keeperstraining. Daarnaast is er de gewone training met de rest van de spelersgroep. Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
44 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
5.9.4 B-keeper Onderscheid maken in techniek en tactiek. Technische punten • Verdedigend zonder bal o Uitgangshouding; o Verplaatsen in en voor het doel: starten, sprinten, afremmen, draaien, keren en wenden in alle richtingen; o Schijnbewegingen met het lichaam; o Springen: 1 of 2 benige afzet, omhoog, voor-, achterwaarts en links en rechts zijwaarts en vanuit stand of een aanloop van 1 of meer passen.. •
Verdedigend met bal o Oprapen; o Onderhands vangen; o Blokkeren met borst/buik; o Bovenhands vangen (alles op het lichaam of links en rechts naast het lichaam); o Oprapen, onderhands vangen en blokkeren met de buik/borst met ontwijken van een inkomende tegenstander door zijwaarts weg te springen en te zweven. Deze onderdelen uitvoeren op het lichaam of links en rechts naast het lichaam; o Bovenhands vangen met weerstand van meer tegenstanders en i.s.m. medespelers; o Vallen; o Duiken; o Zweven; o Tippen: over en naast het doel, verlengen en veranderen van de richting van de flankballen; o Stompen: met twee vuisten en met een vuist en tenslotte met weerstand van 1 of meerdere tegenstanders; o In de voeten werpen / schuiven; o Noodafweer; o Buiten de 16 meter: alle noodzakelijke spelersvaardigheden als wegtrappen, koppen, sliding, sliding-tackle enz.
•
Opbouwend / aanvallend o Trap uit de handen: volley en drop-kick; o Werpen: rollen, slingerworp (zijwaarts en bovenhands), strekworp (zijwaarts en bovenhands), inworp (overhead) en duwworp (vanaf de borst); o Doeltrap.
Tactische punten • Verdedigend in spelsituaties o Spelsituaties: opstellen en positiespel in het doel en voor het doel en duel 1 tegen 1; o Spelhervattingen: opstellen en positiespel voor en in het doel bij aftrap, hoekschop, vrije trap (direct en indirect), scheidsrechtersbal en penalty. •
Opbouwend / aanvallend o Wanneer de bal in het spel brengen? Factoren als tijd, voorsprong of achterstand spelen dan een rol; o Snelheid waarmee e.e.a. moet gebeuren; o Uitvoeren (werpen / trappen).
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
45 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
Naast afspraken als LOS, JIJ, HIER en WEG en de aanwijzingen tijdens de spelsituaties, moet de doelman nu ook zijn verdediging organiseren bij spelhervattingen. Dus bij hoekschoppen, vrije trappen en eventueel bij een scheidsrechtersbal. Duur van de training circa 30 tot 45 minuten. Daarnaast is er de gewone training met de rest van de spelersgroep.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
46 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
5.9.5
A-keeper
Techniek Alle technische vaardigheden die als B-keeper zijn aangeleerd, moeten nu geautomatiseerd worden. Training in het hoogste tempo uitvoeren en onder druk van tegenstanders en medespelers. Tactiek Alle tactische principes die als B-keeper zijn aangeleerd, zoals spelsituaties en spelhervattingen vanuit de wedstrijdsituatie benaderen. Leiding geven, coachen en organiseren: De afspraken LOS, JIJ, HIER en WEG, de aanwijzingen tijdens het spel en het organiseren bij spelhervattingen moeten nu continu herhaald worden. Neem alles door wat in de wedstrijd aan de orde kan komen (wie in de muur, opstelling bij corners, enz.). Duur van de training circa 45 minuten. Daarnaast is er de gewone training met de rest van de spelersgroep.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
47 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
5.10 Taken binnen het elftal Hierna volgend worden de taken belicht die bij een bepaalde jeugdspeler en zijn specifieke positie horen. Voor elke jeugdspeler op welke positie dan ook geldt dat hij zijn medespelers altijd coacht! 5.10.1 Doelverdediger Verdedigend • positie kiezen t.o.v. de bal (constant meedoen bij een aanval van de tegenpartij); • organiseren en leiden (coachen) van de verdediging; • duidelijk en tijdig aangeven wanneer wordt uitgelopen en wanneer een verdediger moet ingrijpen; • het neerzetten van het team bij een cornerbal (1e-2e paal enz.); • het neerzetten van de muur bij een vrije bal tegen, waarbij voor het team volgende afspraken van belang zijn: o vanaf links van de keeper staat de linksback naar de keeper toe; o vanaf rechts van de keeper staat de rechtsback naar de keeper toe; o bij een penalty attendeert de keeper de jeugdspelers op inlopen. Opbouwend • juiste voortzetting bij balbezit (rollen, werpen of trappen v.d. bal); • leiden van de verdediging (laten aansluiten e.d.); • duidelijk aanspeelbaar zijn voor je medespelers bij: o inworp; o terugspeelbal (naast het doel); o vrije bal. Aanvallend • Bij balbezit met snelle lange bal het bereiken van: o de vleugelaanvallers; o de centrumaanvaller.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
48 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
5.10.2 Vleugelverdediger Verdedigend • dekken van de vleugelaanvaller van de tegenpartij: o in de mandekking (aanval over jouw kant); o in de ruimtedekking (aanval over andere kant). • geven van rugdekking aan het centrum bij aanval over andere kant (naar binnen knijpen); • indien gepasseerd herstellen naar het centrum (centrale verdediger neemt taak van jou over); • goede opstelling tijdens een cornerbal (luisteren naar de keeper), met gezicht naar de keeper gaan staan bij een vrije bal om zo de te bouwen muur op de juiste plaats te krijgen. Bij je medespelers inhaken om ze mee te nemen. Opbouwend • vrijlopen - aanspeelbaar zijn voor de doelverdediger (zijkant); • aanspeelbaar zijn voor het centrale duo, de middenvelders en de voorhoedespelers; • in combinatie spelen met boven genoemde jeugdspelers. Aanvallend • op het juiste moment inschakelen wanneer er voldoende ruimte is; • de geboden ruimte op de juiste manier benutten; • gedekte aanvaller niet van grote afstand willen bedienen; • juiste moment aanbieden bij een inworp; • bij ruimte achterlijn halen en voorzetten, breed leggen of terugleggen; • wanneer je 1-1 staat durven actie te maken; • wanneer mogelijk naar binnen komen om zelf te scoren.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
49 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
5.10.3 Centrale verdediger Verdedigend • geven van rugdekking aan overige ( vleugelverdedigers - voorstopper ) jeugdspelers; • inschuiven om opkomende middenvelders af te stoppen; • afstoppen van doorgebroken jeugdspeler; • afstoppen van doorgebroken vleugelspeler en centrale aanvaller; • leiding geven (in verdedigend opzicht) aan de verdediging, middenveld en de voorhoede; • spelen op buitenspel; • coachen (je hebt het spel voor je). Opbouwend • vrijlopen (dit kan ook in achterwaartse richting); • aanspeelbaar zijn voor de doelverdediger, vleugelverdedigers en middenvelders; • leiding geven aan de achterhoede met betrekking tot het goede aansluiten naar voren toe. Aanvallend • inschakelen bij balbezit op het middenveld; • indien mogelijk inschakelen bij vrije ballen van de zijkant of bij hoekschoppen voor het doel van de tegenpartij; • bij een vrij veld zolang mogelijk doorgaan; • wanneer mogelijk creëren van een numerieke meerderheid.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
50 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
5.10.4 Centrale mandekker Verdedigend • dekken van de centrumspits; • ophouden van de aanval van de tegenpartij bij een numerieke; • overmacht (geen aanval op de bal doen). Opbouwend • vrijlopen om voor directe omgeving aanspeelbaar te zijn; • in samenspraak met centrale verdediger inschuiven naar het middenveld; • idem, om te komen in het doelgebied van de tegenpartij ( zie centrale verdediger). Aanvallend • zelfde taak als de centrale verdediger. Afwisselend in overleg.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
51 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
5.10.5 Middenvelder Verdedigend • dekken van een middenvelder van de tegenpartij die het dichtst in de eigen omgeving is; • rugdekking geven aan middenvelder van de eigen partij aan de andere kant van het speelveld (naar binnen knijpen); • ruimtedekking toepassen bij numerieke meerderheid tegenpartij (dus geen aanval doen op de bal, maar de aanval ophouden); • zorgen om de tegenstander zo lang mogelijk voor je te houden; • taakovername op moment dat verdediger zich met de aanval heeft bemoeid en er balverlies geleden is. Opbouwend • vrijlopen om voor de verdediger en doelman aanspeelbaar te zijn; • om het combinatiespel gemakkelijk te maken naar de zijkanten vrijlopen en ook in voorwaartse richting; • sprintend van richting veranderen, om de tegenstander mee te nemen, zodat je ruimte creëert voor; • medespelers; • duidelijk zijn in dat wat je wilt. Aanvallend • inschakelen in de aanval; • het benutten van de ruimte die door de voorhoedespelers wordt gecreëerd; • slechts een middenvelder tegelijk in de aanval, dus onderling goed overleg (je ogen de kost geven); • afspeelmogelijkheden creëren voor de aanvallers (terugpass); • vanuit tweede linie durven af te werken; • juiste momenten over de aanvallers heen komen; • op juiste momenten met de bal de individuele actie maken en tot scoren komen.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
52 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
5.10.6 Vleugelaanvallers Verdedigend • afdekken van de vleugelverdediger; • het storen van de opbouw van de tegenpartij (in samenwerking met de andere voorhoedespelers om zo de bal snel te veroveren); • verdediger aan laten spelen (ruimte geven) om hem daarna onder druk te kunnen zetten (bij matig opbouwende speler); • ophouden van het spel van de tegenpartij; • bij balverlies eigen team plaatsovername van de middenvelders wanneer nodig. Opbouwend • ruimte creëren t.b.v. de opbouw vanuit achteruit; • laten inzakken om ruimte te creëren voor opkomende middenvelders of verdedigers; • heel diep spelen om tegenstander mee te nemen zodat er ruimte ontstaat voor je medespelers. Aanvallend • door combinatiespel of individuele actie trachten zo snel mogelijk de achterlijn te bereiken vanwaar dan de bal voorgezet of breed gelegd wordt; • durven uit te spelen, dan snelste weg naar het doel nemen om tot scoren te komen; • het nemen van hoekschoppen; • zoveel mogelijk vanuit de beweging voetballen.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
53 - 54
5. Het opleiden van jeugdvoetballers
5.10.7 Centrumaanvaller Verdedigend • afdekken van een eventuele opkomende centrale verdediger; • het storen van de opbouw van de tegenpartij; • samenwerking in het storen van de opbouw met de vleugelaanvallers; • voorkomen van het geven van een lengtepass van de centrale verdediging van de tegenpartij; • ophouden van het spel van de tegenpartij; • inzakken wanneer nodig. Opbouwend • creëren van ruimte in de lengterichting van het veld; • aanbieden naar het middenveld toe; • aanbieden naar de achterhoede toe; • beide centrale verdedigers van de tegenpartij proberen aan je te binden. Aanvallend • individuele acties om tot scoren te komen; • samenspel met medespelers om tot scoren te komen; • ruimte creëren voor opkomende medespelers; • in de vrije ruimte komen die medespelers hebben gecreëerd; • inzakken om ruimte achter de verdediging van de tegenpartij te creëren.
Jeugdbeleidsplan s.v. Harfsen afd. voetbal versie 1.0 d.d. 12 februari 2010
54 - 54