JEUGDAANPAK ENSCHEDE ZUID
ENSCHEDESE AANPAK Inhoudsopgave Aanleiding Feiten I.
Aanpak op groepen jongeren
1.1 Partijen en methodiek De weegtafel Het wijkteam De regiegroep Projectgroep criminele jeugdgroepen Voorzieningen 1.2 Resultaten Resultaat Evidence based methodieken
EINDEVALUATIE
1.3 Specifieke aspecten Shortlist Doelgroep 18+ Registratiesysteem II.
Een beschrijving van de aanpak van jongerenproblematiek in Enschede Zuid.; de vernieuwende methodiek, de resultaten en de toekomst.
2.1 2.2 2.3 2.4
III.
Augustus 2014
De preventieve aanpak Aanwas op straat Aanwas in het gezin Aanwas op scholen Aanwas bij sportverenigingen Rol in opvoeding Kennis onderling Van pilot naar stedelijke aanpak
3.1 Stedelijk overzicht 3.2 Stedelijke preventie 3.3 Stedelijke jeugdoverleggen JOR Overleg vroegsignalering IV.
Conclusies en aanbevelingen
1
Evaluatie jeugdaanpak Enschede Zuid
ENSCHEDESE AANPAK
Resultaten en aanbevelingen Aanleiding Sinds 2009 is er ingezet op jeugdproblematiek in Zuid. De aanpak omvatte een combinatie van strafrecht en outreachend jongerenwerk (straathoekwerk). Dit heeft geleid tot succes op het in beeld krijgen (shortlist), aanpak criminelen (oppakken, veroordelen, detentie en nazorg) en bestrijden hinder/overlast (straatcoaches, jongerenwerk/ jongerenagenten/nieuwe locaties als Cruijff court en Smileyveld). Eind 2012 kwamen er signalen dat dit niet genoeg was: •
Een nieuwe generatie criminele jongeren leek op komst (vooral vanuit gesloten gemeenschappen als Suryoye)
•
De straffen van de criminele jongeren zijn lager dan aan de rechter geadviseerd
•
De criminelen recidiveren en verharden
•
Jongeren laten zich niet aanspreken op hun gedrag.
•
De informatieverzameling voor criminele en hinderlijke jongeren is onvoldoende voor een effectieve aanpak.
•
De inzet van de afgelopen jaren was op het individu, maar voor een effectieve aanpak van gedrag is ook de omgeving van de jongere nodig.
Kern De Enschedese aanpak bestaat in de kern uit 2 parallelle koersen: 1.Integrale aanpak op leden van criminele, overlastgevende en hinderlijke jeugdgroepen door individuele, gezins- en groepsgericht inzet. 2. Voorkomen van aanwas van jeugdzorg en criminaliteit door vroegtijdige inzet van preventie op vindplaatsen als gezin, school en sportvereniging.
Hierop is in maart 2013 in gezamenlijkheid van gemeente, politie, jongerenwerk, onderwijs en zorgpartners besloten tot een nieuwe aanpak.
De feiten jongeren in aanpak enschede zuid (Shortlist) Aantal jongeren groepen totaal wv crimineel wv overlastgevend wv hinderlijk criminele jongeren in groepen overlastgevende jongeren hinderlijke jongeren groepsaanpak preventief broers en zussen in aanpak
2009 136 12 1 1 10 28 34 74 -----
2011 2012 2013 2014 --120 124 60 12 11 12 6 1 2 2 0 5 0 3 0 6 9 7 6 --32 17 0 ---------
0 90 -----
33 74 --132
0 60 2 89 2
I.
Aanpak op de groepen jongeren
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de vernieuwde jeugdaanpak in stadsdeel Zuid. Welke aanpak is toegepast en wat zijn de resultaten? Daarnaast komen nog specifieke aspecten aan de orde waar we tegenaan zijn gelopen in de aanpak, zoals de shortlist, jongeren 18-23 jaar en het registratiesysteem.
1.1 Partijen en methodiek Kern van de vernieuwde aanpak is dat de verantwoordelijken rond de jongeren integraal een aanpak afspreken en uitvoeren. Daarbij heeft de gemeente op stadsdeelniveau de regie en voeren we samen een aanpak uit die de jongeren die lid zijn van een groep verder moet helpen. Daarbij gebruiken we in hoofdzaak de theorie van Trees Pels, die Ieta Polman ons in 2013 adviseerde. Kern daarvan is dat het kind/de jongere er baat bij heeft dat zijn omgeving (thuis, school, jongerenwerk, etc) op elkaar is afgestemd qua cultuur. Culturele verschillen moeten hierin niet teveel worden benadrukt. Hierdoor komt de jongere meer in zijn comfortzone en gaat (op den duur) minder hinderlijk, overlastgevend of crimineel gedrag vertonen.
Vernieuwend in de aanpak is: 1. Het invoeren van de weegtafel. Kenmerken: werken vanuit één werkproces, ineen vlechting van gezins- groeps- en individuele aanpak.
2. Werkwijze en samenstelling wijkteam. Uitbreiding met
ENSCHEDESE AANPAK De aanpak bestond in de pilot uit een aantal bouwstenen t.w. Gecombineerde gezins-, individuele en groepsaanpak op de concreet bekenden van de shortlist 2012 en de shortlist 2013. Preventieve aanpak om aanwas te voorkomen op basis van analyse van huidige jongeren (naar bijvoorbeeld gezin, ledenwerfplekken op school, buiten of sportvereniging). Op basis van analyse doelgroep en de resultaten van de nieuwe aanpak de preventie te de e optimaliseren (0 en 1 lijnsaanpak). Oefenen met nieuwe aanpak. Doel: weten wat we wanneer en hoe van elkaar willen weten op het gebied van informatie/signalering en bespreken hoe dit continu te verbeteren. Op basis van analyse scholing training van professionals op vroegtijdige signalering van aankomende problematiek. Verwachtingenconferentie betrokken professionals over wat we van elkaar verwachten in signalering, informatie uitwisseling en delen van ervaringen.
toegangstaken Bureau Jeugdzorg (BJZO). Verregaande samenwerking met Alifa, Jeugdreclassering, Tactus.
3
De weegtafel De weegtafel is bedoeld om de groepsaanpak van jongerengroepen (tot 25 jaar) te faciliteren. Het startpunt is de shortlist, in combinatie met door partners nieuw gesignaleerde groepen. Op de weegtafel besluiten we over de jongeren uit de groepen welke aanpak het meest effectief kan zijn. De weegtafel is de kern van het bedrijfsproces waarbij we de volgende stappen volgen: informatie delen en veredelen, wegen, scenario denken, beste kaarten de regie geven, interventiematrix hanteren en resultaatverantwoordelijkheid afspreken. Als middelen kent de weegtafel in hoofdlijnen een groepsgerichte aanpak, een gezinsgerichte aanpak of een individuele aanpak. De meerwaarde zit in het verbinden van de groeps- en gezinsaanpak. Alle middelen staan in een interventiematrix. Grote meerwaarde is dat de betrokken partners met mandaat deelnemen. Elke afspraak wordt gekoppeld aan een verantwoordelijke. Deelnemers zijn op dit moment: •
stadsdeelmanager (voorzitter, regierol, relatie stadsdeelwethouder en –commissie en regie op gebiedsgerichte aanpak)
•
wijkteammanager (verantwoordelijk voor gezinsaanpak),
•
Alifa gebiedscoördinator (verantwoordelijk voor groepsaanpak),
•
bureauchef wijkteam zuid politie (verantwoordelijk voor individuele aanpak criminaliteit, relatie OM),
•
medewerker veiligheid gemeente (relatie met JOR en burgemeester),
•
coördinator jeugdreclassering vanuit Bureau jeugdzorg (inzet specifieke expertise/aanpak vanuit dwangmatig kader, ervaring met deze jongeren vanuit jeugdzorg).
DE INSTRUMENTEN Weegtafel: Regie bij stadsdeelmanager, Deelnemers politie, alifa, wijkteam wijkcoaches beslissen op meest effectieve inzet op groep, gezin en individu. Inzet op basis van advies van professionals en op basis van interventiematrix. Groeps- en gezinsaanpak zijn verbonden. Het J-team kan vervallen. Het wijkteam: Meer partners op gebied van jeugdzorg toegevoegd aan wijkteam. Hieronder Jarabee, toegangstaken MEE en Bureau jeugdzorg. Daarnaast in directe nabijheid om wijkteam nu: jongerenwerk Alifa, Tactus, jeugdreclassering. Stadsbank Oost Nederland, Huurschulden Domijn.
De werkwijze is zo dat de verantwoordelijke voor de aanpak minimaal 1 maal per 3 maanden, maar zoveel meer als nodig met een voorstel komt over bijstellen, handhaven of afronden van de aanpak. Alle partners moeten hiermee instemmen. Zo wordt voorkomen dat de inzet niet meer past bij het probleem van dat moment. Ook kan snel besloten worden tot extra inzet: afgelopen jaar betrof dit bijvoorbeeld het inzetten van zowel aanpak tegendraadse Jeugd (gericht op ouders) vanuit jeugdzorg, als flashback (gericht op meeloopgedrag jongeren in groepen) vanuit HALT, onder regie van jongerenwerk Alifa op een groep die verder afglijdt. Ook is voor een aantal 18+ besloten de gezinsaanpak te
4
beëindigen omdat met de bestaande instrumenten geen resultaat wordt bereikt. De weegtafel heeft het afgelopen jaar gewerkt met een frequentie van 1 maal per 3 weken. Hierdoor is de informatie actueel en kan snel geschakeld worden. De medewerkers hebben –vanzelfsprekendbuiten dit overleg om veel contact. Met invoering van de weegtafel zijn eerdere afstemmingsmechanismen zoals het J-team vervallen. Het wijkteam Het wijkteam is in het afgelopen jaar sterk van samenstelling veranderd. De oorspronkelijke kern van wijkcoaches van SMD, Mee Twente, Livio, RIBW en BJZO is uitgebreid met de toegangstaken vanuit Bureau Jeugdzorg ( Zorgmeldingen, (ambulante)hulpvragen, indicatiestellingen etc.). Tevens zijn per 1 januari alle werkzaamheden van MEE Twente (toegang en klantencontacten) aan het wijkteam toegevoegd. Per 1 april is een wijkcoach vanuit Jarabee aangesloten ( tot 1-1-2015). In directe nabijheid van het wijkteam is georganiseerd: Alifa, Tactus, project huurschulden Domijn, Stadsbank Oost Nederland, Jeugdreclassering. In de praktijk betekent dit dat deze organisaties één of meerdere dagdelen aanwezig zijn bij het wijkteam Zuid. Directe contacten leveren snelheid op in besluiten rond gezinnen en aanpakken die beter aansluiten op de behoeftes.
Specifiek onderdeel ten behoeve van de jeugdaanpak is de nabijheid van jongerenwerk per 1 januari 2014. Doel daarvan is nauwere verwevenheid gezinsaanpak en groepsaanpak. Dit moet resulteren in: • snellere overdracht van jongerenwerker naar wijkcoach en vice versa; •
directere dagelijkse informatie-uitwisseling tussen wijkcoach en jongerenwerker over gezin en jongere;
•
betere aansluiting van groepsactiviteiten op behoeften vanuit gezinsaanpak (bijvoorbeeld regelen bijlessen bij behoefte uit gezinsaanpak of ondersteunen ouders op gedrag indien nodig vanuit groepsaanpak). De pilot met jongerenwerk nabij wijkteam(s) wordt dit najaar geëvalueerd. Indien de evaluatie positief uitpakt zal voorgesteld worden dit ook in andere wijkteams zo te organiseren. De tussenresultaten leveren een gemengd beeld op:
5
-
-
zeer positief over de korte lijnen, de snelle reacties, de aanvullende expertises van professionals, de mogelijkheden om het opbouwwerk in te zetten als blijkt dat bijna alle bewoners van een bepaald buurtje tot de caseload van de wijkcoaches hoort. onduidelijkheid over de meerwaarde aansluiting van jongerenwerkers bij wijkteam en streetwork jongerenwerkers, twijfel ook bij meerwaarde in stedelijke aanpak jongeren (is het niet teveel wijkgericht).
De Regiegroep De regiegroep stuurt het totale proces van de jeugdaanpak aan. Deelnemers zijn stadsdeelmanager, projectleider Wesselerbrink Doen, teamleider wijkteam Zuid, beleidsmedewerker wijkteams, medewerker veiligheid en senior projectmedewerker sdm. Door de samenwerking zijn we beter in staat de beleidsterreinen met elkaar te verbinden én het beleid met de uitvoering. Vragen die we behandelen zijn: hoe betrekken we scholen & sportverenigingen in de preventieve aanpak én bij de uitvoering van de gezinsaanpak. Wat doen we met de constatering dat we 18+ ers niet kunnen helpen? De regiegroep zal ophouden te bestaan nadat de aanpak stedelijk is uitgerold. Projectgroep Criminele Jeugdgroepen. Deze projectgroep heeft tot doel om een optimale afstemming te bereiken tussen de strafrechtelijke aanpak en interventies vanuit zorgaanpak/ hulpverlening. De projectgroep is actief als er criminele jeugdgroepen zijn. In 2013 waren er uitsluitend in Enschede Zuid criminele groepen. Het openbaar ministerie voert de regie. In het geval van criminele jeugdgroepen ligt het accent op de criminele activiteiten en de strafrechtelijke aanpak hierop. Om te komen tot een goede aansluiting van strafrechtelijke aanpak en zorg neemt de wijkteamleider Zuid deel aan zowel deze projectgroep als de weegtafel. Nu is er voor Zuid geen noodzaak meer tot deze deelname. Andere deelnemende partijen naast het Openbaar Ministerie zijn: politie (wijkteamchef, jeugdagenten, recherche), afdeling veiligheid van de gemeente, veiligheidshuis Twente, Raad van de Kinderbescherming en reclassering.
DE INSTRUMENTEN Regiegroep: Stuurt totale proces van jeugdaanpak aan. Gaan over bijsturen van de uitvoering en lossen knelpunten op. Zij richten zich ook op het verbinden van alle beleidsterreinen in praktijk met de uitvoering. Projectgroep criminele jeugdgroepen: Tot doel om strafrechtelijke aanpak af te stemmen met zorg- en hulpverlening. Voorzieningen in Zuid voor jongeren: Voor Helmerhoek lijkt een verbetering van de sociale samenhang in de wijk de kans op goede voorzieningen van jongeren te vergroten. Deze voorzieningen voor de doelgroep zijn nu onder de maat. In de Wesselerbrink is het belangrijk de jongeren beter te informeren over de beschikbare voorzieningen. Bij voorkeur via social media. Lastig is het betrekken van de jongeren zelf. In Stroinkslanden worden de voorzieningen goed gebruikt. Met de komst van de combi-functionaris verwachten we dat de jongeren uit het noordelijk deel van de wijk meer komen.
6
Voorzieningen voor jongeren in Zuid Als onderdeel van deze evaluatie zijn ook de welzijnsvoorzieningen voor de jongeren in Enschede – Zuid meegenomen. Onder welzijnsvoorzieningen verstaan we de fysieke voorzieningen waar jongeren gebruik van maken en de activiteiten die georganiseerd worden voor de jongeren van 12-23 jaar. Als theoretische ondersteuning bij de inventarisatie van de voorzieningen per wijk wordt het Strenghts, Weaknesses, Opportunities en Threats (SWOT) model gebruikt. Onderzocht is: • Hebben de voorzieningen de beoogde werking voor jongeren? Bereiken ze de juiste doelgroep en/of werken ze preventief? • Welke rol kunnen jongeren zelf spelen bij de verschillende locaties/voorzieningen in de wijk. Hoe kunnen deze plekken meer van de jongeren zelf worden. • Sluit het voorzieningenaanbod in Enschede – Zuid aan bij de vraag van de jongeren en kunnen zij voldoende mee denken over het voorzieningenaanbod in hun wijken. • Ervaringen van andere gemeentes in Nederland met specifieke jongerenvoorzieningen. Dit levert voor de drie wijken in zuid het volgende beeld op: SWOT-Model Helmerhoek Voor de Helmerhoek geldt dat het verbeteren van de sociale cohesie de kans creëert om de jongeren meer te bieden zonder tegenstand van omwonenden. Belangrijk is daarbij naar jongeren te luisteren, zodat de voorzieningen in de wijk aansluiten bij hun interesses. Dit kan door hen te betrekken bij de activiteiten in de wijk of door maatschappelijke stages. Deze jongeren fungeren daarmee als rolmodel voor de andere kinderen en jongeren. Daarnaast is het van belang de wijkbewoners via een informatiebijeenkomst bewust te maken van de sociale functie van een ontmoetingsplek voor jongeren en de rol bij de sociale- en persoonlijke ontwikkeling van een jongere. Strengths - Bestaande voorzieningen goed gebruikt - Goede sfeer onder de jongeren - Relatief weinig (jongeren) problematiek - Zwerfvuiltraject Opportunities - Verbetering sociale cohesie - Omwonenden bewust maken van sociaal belang van ontmoetingsplek - Jongeren een legale ontmoetingsplek bieden - Project Rudi Teunissen - Jongeren laten fungeren als rolmodel - Benadrukken wanneer jongeren iets doen voor de wijk - Jongeren betrekken en hen een ‘stem in de wijk’ geven
Weaknesses - Weinig sociale cohesie in de wijk waardoor tolerantiegrens erg laag is - Te weinig voorzieningen voor het aantal jongeren - Negatief beeld over jongeren bij bewoners Threats - Onwelwillendheid van alle bewoners Helmerhoek voor verbetering sociale cohesie - Aanhoudend bezwaar voor een plek voor jongeren
SWOT-Model Wesselerbrink De voorzieningen schieten te kort volgens de jongeren, maar de jongeren zijn zelf ook niet gemotiveerd om uit te zoeken wat er is en wat ze kunnen doen. Informatie over voorzieningen via o.a. ‘social media’ en scholen moet beter. Dit geldt ook voor de jongerenwijkraad. Gemotiveerde jongeren vragen van de partners een korte doorlooptijd van plan naar uitvoering.
Jongerenwerker beloont jongere met FC Twentebezoek
7
Strengths - Jongerenwijkraad erg actief - Welzijn nieuwe stijl extra belangrijk in de Wesselerbrink door de consumerende houding - Voetbal een belangrijk element in de wijk onder jongeren - Minder meldingen van overlast in de afgelopen maanden - Opnamestudio in de Magneet - Stage mogelijkheden Opportunities - Zorgen dat alle jongeren zich welkom voelen bij de inloop - Meer bekendheid verwerven van jongerenwijkraad en voorzieningen in de wijk - Aandacht voor betere communicatie tussen jong en oud - Jongerenwijkraad en Alifa beter verbinden - Meer inzetten met behulp van maatschappelijke stages
Weaknesses - Groep bij de Magneet voert de boventoon - Communicatie wijkbewoners niet altijd even sociaal - Perceptie van de jongeren: “er is niets voor ons” - Geringe bekendheid jongerenwijkraad en voorzieningen - Lage motivatiegraad van jongeren om mee te denken en iets terug te doen voor de wijk - Communicatie jongerenwijkraad en Alifa Threats - Onwelwillendheid van jongeren tot meedenken - Slechte verhouding jongeren onderling
SWOT-Model Stroinkslanden Op dit moment gebruiken vooral de jongeren uit Stroinkslanden Zuid de voorzieningen. De verwachting is dat door de combifunctionaris ook meer jongeren uit Stroinkslanden Noord hiervan gebruik gaan maken. Deze jongeren kunnen als voorbeeld dienen en de naam van het Smileyveld verbeteren. Dit vergt betere afstemming tussen de verschillende partijen die actief zijn op het Smileyveld, begrip krijgen van elkaars taken en hun werkwijze op elkaar aanpassen. Geadviseerd wordt om jongeren uit Stroinkslanden Zuid te verleiden in de jongerenwijkraad deel te nemen. Strengths
Weaknesses
- Goede voorzieningen - Stage-mogelijkheden op het Smileyveld - Hoge mate van gebruik van Smileyveld en Cruyff Court
- Stroinkshuis valt tegen als jongerenvoorziening - Kinderen en jongeren uit SL-Noord komen weinig op Smiley - Verschillende belangen op Smileyveld - Jongerenwerkers verliezen grip door onbegrip partijen - Verhouding autochtone en allochtone jongeren
Opportunities - Combifunctionaris op het Smileyveld en Stroinkshal - Ook jongeren uit SL-Zuid in de jongerenwijkraad - Begeleiding/cursus voor vrijwilligers Smileyveld - Jongeren meer betrekken bij ontwikkeling Smileyveld - Ruimte voor jongeren in Stroinkshal
Threats - Aanhoudend onbegrip verschillen partijen met verschillende belangen op het Smileyveld. - Slechte naam van Smileyveld waardoor jongeren wegblijven
Andere conclusies uit het rapport zijn: 1. Zelf organiserend vermogen en aanbeveling: In Enschede Zuid is het zelf organiserend vermogen van jongeren niet in grote mate aanwezig. Ook in andere gemeenten lijkt dit tegen te vallen. Als jongeren al vrijwillig participeren dan zijn dit vaak geen ‘probleem’ jongeren, maar jongeren met minimaal een Havo opleiding. 2. Andere gemeenten en jongerenvoorzieningen: Enschede biedt, vergeleken met andere gemeenten, vergelijkbare voorzieningen en activiteiten voor jongeren. Qua jongerenontmoetingsplekken verschilt het draagvlak voor jongeren en de JOP sterk per gemeente. In de wijken waar een JOP is geplaatst heerst een redelijke tot goede sociale cohesie en is in overleg met buurtbewoners bepaald waar de JOP moest komen te staan. Positieve ervaringen zijn er in verschillende gemeenten met een verplaatsbare JOP. Bij overlast of problemen wordt de JOP verplaatst. Voor meer informatie over het onderzoek verwijzen we u naar het onderzoeksrapport “evaluatie jongerenwelzijnsvoorzieningen in Enschede Zuid”, deze is als bijlage toegevoegd.
8
1.2 Resultaten Resultaten op de aanpak Het doel van de aanpak is tweeledig: aanpak van de jongeren die in beeld zijn en voorkomen dat er nieuwe aanwas komt. Op de eerste doelen is getoetst door Intraval. De conclusie is dat de aanpak op criminele jongeren (a,b,c) ruimschoots gehaald zijn. Het aantal criminele jeugdgroepen in Zuid is nu nul. Op de hinderlijke groepen blijkt dat we alle leden in beeld hebben. Voor ruim 50 % is een integrale aanpak op het gezin vastgesteld. Dat dit niet voor een ieder geldt, komt omdat een groot aantal gezinnen dusdanig zelfredzaam is dat zij niet vallen onder de gezinsaanpak van het wijkteam. Indien nodig voert het wijkteam wel de regie op de hulpverlening die reeds in het gezin is ingezet. Wat betreft de groepsaanpak is voor alle hinderlijke groepen een aanpak opgesteld en uitgevoerd, cq in uitvoering. Het doel was dat: a. In 2014 het aantal leden van de criminele groepen gelijk is gebleven of gedaald. Voor 2015 is het gedaald. ( start 2013: 32) b. Het aantal misdrijven waarvan de criminele leden verdacht worden is gedaald; c. Er in 2014 een integrale aanpak voor de gezinsleden van 80 % van de criminele jongeren ligt waarmee gewerkt wordt; (start 2013 voor 12%, heel 2013 70%, in 2014 zijn er geen criminele groepen meer en is deze doelstelling niet meer van toepassing) d. Alle leden van hinderlijke groepen en hun gezinssituaties in beeld zijn (start 2013 circa 90) en voor 40% een integrale aanpak voor de gezinsleden (start 2013 0%, heel 2013 28%); e. Voor alle hinderlijke groepen (start 2013: 9) een groepsaanpak bepaald is en uitgevoerd wordt met als doel voorkomen hinder voor omgeving, voorkomen doorgroei naar criminaliteit en voorkomen aanwas van de groepen door op hun ledenwerf plekken in te grijpen.
RESULTATEN Onderzoeksbureau Intraval heeft onderzoek gedaan naar de vernieuwde jeugdgaanpak in stadsdeel Zuid Doelstellingen De doelstellingen die behaald zijn: Aantal leden criminele groepen gedaald naar 0 Aantal misdrijven is gedaald Voor alle hinderlijke groepen is een groepsaanpak bepaald De doelstellingen die niet meer van toepassing zijn of nog niet behaald zijn (maar naar verwachting nog wel behaald worden): Integrale aanpak gezin voor 80% van de criminele jongeren. In heel 2013 was dit 70%. Is nu niet meer van toepassing omdat er geen criminele groepen meer zijn. Integrale aanpak gezin voor 40% van de hinderlijke jongeren. Nu 28% Tevens daling schoolverzuim en schooluitval en aantal jongeren dat is geregistreerd voor overlast of criminaliteit. Dit geldt ook voor broertjes en zusjes.
9
Resultatentabellen
RESULTATEN 40 30
2012
20
2013
10
2014
12-ers die antisociaal en delinquent gedrag vertonen hebben 3 keer meer kans om zich te ontwikkelen tot notoire misdadigers.
0 criminele jongeren aantal
70 60 50 40 30 20 10 0
12- ers Zorg voor grotere groep 12ers (20%). Weinig betrokkenheid van ouders.
Doorontwikkeling aanpak noodzakelijk mogelijk via Prokid met aansluitend huisbezoek (BASTA!) 2013 jun-14
Op niveau van de jongere: • Zowel schoolverzuim als schooluitval is verminderd. • Het aantal jongeren dat sport bij Alifa is nauwelijks veranderd. • Het aantal jongeren dat bij de politie staat geregistreerd vanwege overlast is gedaald. • Het aantal jongeren dat bij de politie staat geregistreerd vanwege criminaliteit is eveneens gedaald.
Methodieken De groepsaanpak maakt gebruik van evidence-based methodieken (straathoekwerk en ABC methode) of lijken positieve resultaten te behalen. De gezinsaanpak maakt veel gebruik van het model wraparound care. Uit onderzoek blijkt dit een veelbelovende aanpak.
Op gezinsniveau • Evenals bij de jongeren is er bij hun broertjes en zusjes sprake van een vermindering van schoolverzuim, schooluitval, overlast en criminaliteit.
10
12- ers Opvallend bij het opmaken van de laatste shortlist was het grote aantal 12- ers. 20% van de jongeren is 12 jaar of jonger. Bij een eerste groepsgerichte aanpak blijkt vooral de betrokkenheid van ouders een grote zorg. Deze groepsgerichte aanpak bestond uit aanpak tegendraadse jeugd vanuit de jeugdzorg en de methode Flashback i.s.m. Halt. Jongeren shortlist 2014 naar leeftijd Aantal percentage Jongeren nazorggroep2014 naar leeftijd Aantal percentage Jongeren preventie groep 2014 naar leeftijd Aantal percentage
Totaal
18+
12-
13-17 jaar
60 100%
22 36,67%
12 20,00%
26 43,33%
Totaal
18+
12-
13-17 jaar
63 100%
45 71,43%
0 0,00%
18 28,57%
Totaal
18+
12-
13-17 jaar
18 100%
1 5,56%
0 0,00%
17 94,44%
Zorgelijk Uit onderzoek blijkt dat kinderen die al vóór hun 12e jaar antisociaal en delinquent gedrag vertonen, een sterk verhoogd risico hebben om zich te ontwikkelen tot notoire misdadigers. De kans daarop is maar liefst 3 keer zo groot, in vergelijking met kinderen die tijdens hun pubertijd in de criminaliteit belanden. Antisociaal en delinquent gedrag betekent in dit geval gedrag dat – als het kind 12 jaar of ouder zou zijn – tot een proces-verbaal zou leiden, of om handelingen die strikt genomen niet strafbaar zijn, maar zeer ongewenst. Het varieert dus van pesten en spijbelen tot diefstal en mishandeling. Doorontwikkeling aanpak noodzakelijk Om vroeg in te kunnen grijpen is het door ontwikkelen van de aanpak van 12 – ers noodzakelijk. Een landelijk project BASTA! Is een mogelijkheid. BASTA! haakt in op het nieuwe signaleringsinstrument van de politie: ProKid. De politie rolt Prokid momenteel uit in alle politiekorpsen in Nederland. ProKid helpt de politiefunctionaris te wegen of een zorgformulier moet worden opgesteld voor 12-minners met delictgedrag of niet. De ernst van het risico wordt uiteindelijk door middel van een kleur weergegeven: rood, oranje of geel. Afhankelijk van de kleur wordt een vervolgtraject ingezet. Waarbij code rood betekent dat het kind direct bij de zorg moet worden aangemeld. Het doel is dat er passende hulp geboden kan worden als de politie signaleert dat hulp nodig is. 12-minners kunnen daarnaast ook gevonden en aangemeld worden vanuit het onderwijs of welzijnswerk. Hiervoor is een goede verbinding nodig tussen onderwijs, welzijnswerk en wijkzorgteam en politie. Bij een dergelijk melding wordt een systeemgerichte aanpak opgezet. Het gezin wordt bezocht en de ernst wordt bepaald. 11
Evidence Based methodieken In deze pilot is gekeken naar de methodieken die de professionals hanteren in de aanpak. Deze methodieken zijn door Intraval beoordeeld op hun bewezen effectiviteit. Onderstaande paragrafen geven de conclusies van Intraval weer. Intraval heeft bij de beoordeling van (potentieel) werkzame onderdelen van de jeugdaanpak Zuid het toetsingskader van het Nederlands jeugdinstituut gebruikt, de effectenladder. In dit toetsingskader staan 4 niveaus van effectiviteit van een interventie, waarbij de complexiteit toeneemt. 1. Potentieel: de interventie is beschreven volgens een aantal effectiviteitscriteria 2. Veelbelovend of in theorie effectief: op basis van (wetenschappelijke) theorieën is aannemelijk dat de interventie werkt 3. Doeltreffend: met cijfers aan te tonen dat je de doelgroep bereikt en dat de interventie voor de doelgroep werkt; 4. Werkzaam: door middel van een controlegroep is vastgesteld dat de onder 3 gemeten effecten komen door de interventie. Voor meer informatie verwijzen we naar het onderzoeksrapport van Intraval dat als bijlage is toegevoegd.
Groepsaanpak Alifa hanteert in de groepsaanpak de volgende methodieken, die beoordeeld zijn: Methodiek Ambulant-straathoekwerk
Evidence based ja
Jongerenwerk op VO-scholen De inloop
nee nee
ABC methodiek participatief jongerenwerk
ja
Opmerkingen Wordt door Streetcornerwork ook met succes toegepast in steden als Amsterdam, Purmerend, Heemstede, Haarlem, Velsen enVenlo. Voldoet aan criteria voor veelbelovende interventie Uit onderzoek blijkt dat met kwalitatief goede professionals en goede uitvoering van de methodiek (ontmoeten, eigen kracht), positieve resultaten worden behaald. Uit onderzoek in Zwolle blijkt aantoonbaar minder overlast.
Gezins/systeemaanpak Het wijkteam hanteert in de gezinsaanpak de volgende methodieken, die beoordeeld zijn: Methodiek Multi-probleem coördinatie (wraparound care) Eigen kracht conferentie Triple P methodiek
Evidence based nee
Opmerkingen
nee
Uit onderzoek blijkt wel werkzaam bestanddeel te zijn: draagvlak in brede kring om gezin biedt veiligheid kinderen.
Uit onderzoek in de Verenigde Staten blijkt dit een veelbelovende aanpak
ja
12
1.3 Specifieke aspecten De shortlist methodiek als startpunt? De aanpak start bij de shortlist. Begin 2013 waren er vragen bij de kwaliteit hiervan. Zo ontbraken persoonsgegevens van jongeren of was de reden waarom ze op de lijst staan niet voor alle partners aan de weegtafel even helder. Voor Zuid is dit nu op orde. In principe stelt de politie twee keer per jaar de shortlist op (met verrijkte informatie vanuit ketenpartners). In het voorjaar en in het najaar. In de regel is dat voldoende om het groepsbeleid vorm te geven. Soms duiken er plotseling groepen op die om onmiddellijke aandacht vragen. (bijvoorbeeld doordat een groep zich extreem manifesteert/onveiligheidsgevoelens oproept). In dit soort situaties kan er ook ‘tussendoor’ geshortlist worden. De politie komt op basis van de actuele informatie tot een inschatting van de groep in de categorie overlast gevend, hinderlijk of crimineel. Snel handelen is één van de succesfactoren in de aanpak van jeugdgroepen. De shortlistmethodiek is van de politie. De politie maakt de indeling op basis van gegevens en informatie over de groepen. Deze informatie komt voor een deel ook van de ketenpartners. (jongerenwerk en gemeente, soms wijkteams). We hebben in zuid de laatste keer de groepen gezamenlijk besproken. Op basis van deze bijeenkomst is er direct daarna door de politie ge-shortlist op dié groepen die vanuit deze bespreking als groepen werden bestempeld die aandacht verdienden. De kwaliteit van de shortlistmethodiek wordt mede bepaald door degene (politie) die de lijst invult. In die zin is er soms sprake van een persoonlijke kleuring. Hiervoor is aandacht en binnen de politie organisatie is een traject gaande om de kwaliteit van het shortlisten te verbeteren. Hoewel het voor de hand lijkt te liggen om de focus te leggen op de groepen die zich op de meest negatieve manier manifesteren/profileren, roept een dergelijk focus ook direct de vraag op over hoe om te gaan met de groepen die niet op de shortlist komen. Preventieve aanpak of nazorg op een afgeschaalde groep is ook belangrijk. In de pilot kozen we ervoor om ook afspraken te maken op preventieve groepen (wel zorgwekkend, maar nog geen aanleiding tot ingelaste shortlist) én op nazorggroepen (verminderde inzet, maar nog gedurende bepaalde periode volgen).
SPECIFIEK ASPECTEN Shortlist: Methodiek is van politie, waarbij ze gebruik maakt van informatie van jongerenwerk, wijkteams gemeente en afdeling veiligheid. De kwaliteit van de shortlist wordt verbeterd. Naast hinderlijke, overlast gevend en criminele groepen kennen we in de groepsaanpak ook: preventieve groepen: zorgwekkend maar nog geen aanleiding ingelaste shortlist. nazorg groepen: verminderde inzet, maar nog volgen voor afgesproken duur. Doelgroep 18-23 jaar Jongeren veelal ggzproblematiek, gezondheidsproblemen of licht verstandelijke beperkingen. Strafwet aangepast in 2014: jongeren nu ook tussen 18 en 23 als volwassenen te berechten. Bij 18 jaar loopt wel gedwongen hulpkader af (gezinsvoogd, begeleiding jeugdreclassering). Op vrijwillige basis weinig animo. Kernproblemen 18-23 jaar. 1. Financiën: schulden. En onwetendheid over aanvragen uitkering.
13
De doelgroep 18-23 jaar Op de weegtafel zien we een groep jongeren die om extra aandacht vraagt. Het gaat om jongeren die 18 jaar worden (voor 2014: 37% van de jongeren). Bij veel jongeren is er sprake van ggzproblematiek, gezondheidsproblemen of van een licht verstandelijke beperking. Het gedwongen kader dat leerplicht en de jeugdzorg boden houdt op te bestaan. Veel van deze jongeren hebben begeleiding gehad van de jeugdreclassering of hebben een gezinsvoogd. De (gedwongen) begeleiding houdt op bij hun 18-de. Velen willen geen verdere ondersteuning vanuit het vrijwillig kader. De wetgeving op strafrechtelijk gebied is sinds begin 2014 gewijzigd: de rechter kan jongeren onder de 18 berechten als volwassene, en jongeren tussen 18-23 jaar (met beperkingen) berechten onder het jeugdrecht. De kern van de problematiek 18+ zijn de financiën en het gebrek aan dagbesteding. Jongeren krijgen op hun 18e nieuwe financiële verplichtingen en nieuwe financiële mogelijkheden. Veel van deze jongeren komen uit een gezin met een bijstandsuitkering, waarbij de ouders ook niet om kunnen gaan met geld. Zo ontstaat bij veel van deze jongeren een schuld. Veel gezinnen krijgen wel hulp, maar doordat deze versnipperd is haken de ouders af. Jongeren vanaf 18 jaar moeten een eigen zorgverzekering afsluiten, waarbij ze de premie vaak niet betalen. Ze krijgen wel een zorgtoeslag, maar die wordt gebruikt voor andere uitgaven. Jongeren laten hun studiefinanciering onterecht doorlopen en leveren hun ov-kaart niet in. Ze mogen vanaf hun 18-de zelf een abonnement afsluiten voor een mobiele telefoon, kunnen auto’s op hun eigen naam laten registreren, bij een postorderbedrijf dingen bestellen etc. Boetes worden niet betaald en stapelen zich op. Veel jongeren hebben geen uitkering en weten niet hoe ze deze aan moeten vragen (dit geldt ook voor hun ouders) en weten ook hun weg niet te vinden bij het zoeken van werk, geschikte opleiding of dagbesteding. Vaak komen deze jongeren – een aantal jaar laterweer in beeld bij instellingen als Jarabee. Op allerlei fronten zijn er dingen mis gegaan (schulden, geen startkwalificatie, geen school, geen werk, geen vrijetijdsbesteding) en heeft de jongere hulp nodig om zijn leven weer op de rit te krijgen. Een combinatie van hulp bij het krijgen van een inkomen en als verplichting een vorm van dagbesteding is hierbij van belang.
SPECIFIEK ASPECTEN Doelgroep 18-23 jaar 2. Weten ook hun weg niet te vinden bij het zoeken van werk, geschikte opleiding of dagbesteding Oplossing Inzet op preventie met 17 jaar. 1. Voogd neemt contact op met wijkcoach 2. Afspraak met Menzis over achterstand melding 3. Intensievere samenwerking tussen wijkteam en praktijkonderwijs en speciaal onderwijs via werkgroep
Registratie In het begin lastig om gegevens met elkaar te delen, op groepsniveau, individueel en gezins niveau. Mogelijke oplossingen: Jeugdmodule in VIS2 (per juli 2014 operationeel) Tot juli 2014 tijdelijke groepsdatabase voor Zuid en West Nieuw systeem (TOP) wijkcoaches
14
Inzet op preventie Om deze situatie te voorkomen zouden jongeren al op hun 17-de in beeld moeten zijn. Dit kan doordat de voogd dan contact opneemt met de wijkcoaches. Jongeren en hun ouders kunnen geholpen worden in het omgaan met hun financiële verplichtingen. Menzis zou eerder kunnen melden dat jongeren hun zorgverzekering niet betalen. De zorgtoeslag zou automatisch naar de zorgverzekeraar moeten gaan. Veel van de jongeren komen uit het praktijkonderwijs en het speciaal onderwijs. Met deze scholen zouden we intensiever moeten samenwerken om deze preventieve kant vorm te geven. De samenwerking met het onderwijs en het wijkteam is zonder meer een belangrijk aandachtspunt om preventie vorm te geven.
Het registratiesysteem & de informatie-uitwisseling Knelpunten Aan het begin van het pilot liepen we hard aan tegen een aantal (oude) knelpunten. Het gaat om: a. Op groepsniveau uitvragen van gegevens: de meeste convenantpartners zijn niet binnen redelijke termijn (5 tot 10 werkdagen) in staat aan te geven of de jongere in beeld is bij hen. Dit kan tot op heden nog steeds niet als het gaat om uitvraag bij de hele shortlist. b. Op individueel niveau uitvragen van gegevens van 1 of 2 jongeren gaat sinds het begin van het pilot veel beter. Daarbij helpt het dat de diverse instanties nu in het wijkteam of in directe nabijheid zitten van elkaar. Hierdoor wordt informatie mondeling uitgewisseld. Systemen belemmeren nog steeds de uitwisseling. c. Op gezinsniveau: voor de gezinsaanpak is het belangrijk om ook van ouders en broers en zussen te weten of ze in beeld zijn bij de convenantpartners. Deze gegevens levert men niet of slechts mondjesmaat. Oplossingen We hebben gedurende de pilot de volgende oplossingen bedacht: 1. VIS 2. In VIS 2 is een Jeugdgroepenmodule opgenomen met daarin: stedelijk de groepen. (BSN-GBA-status groep-historisch verloop- koppeling wijkteam bemoeienis en vangnetten veiligheidshuis Twente). De VIS2 registratie is leidend. Zodra de shortlisten worden vastgesteld (op groepsniveau) wordt ook de groepssamenstelling vastgesteld en in VIS2 vastgelegd (SDM-politie en Alifa; team Veiligheid voert in). In de database worden daarnaast geregistreerd: school (locatie), school verzuim volgens leerplicht, wel/geen startkwalificatie/ broers en zussen/ wel geen huisbezoek van Alifa/politie of wijkcoach/wijkteam. De deelnemers aan de weegtafel zijn in staat om in VIS2 te kijken en op betrokkenheid veiligheidshuis Twente en wijkteam te checken. Inzage is beperkt tot de ‘dat’ info, een verwijsindexfunctie dus. (Dit om privacy-redenen). Op de weegtafels komt alle informatie samen bij de driemaandelijkse groepsbespreking. Hier wordt vastgesteld/geëvalueerd welke groepsaanpak er volgt en of er op de individuele groepsleden een aanvullende aanpak noodzakelijk is. Deze module wordt in juli 2014 operationeel.
15
2. Groepsdatabase in Zuid en West. De groepen en de jongeren die worden besproken aan de weegtafel worden geregistreerd in een apart ontwikkeld registratiesysteem voor de weegtafel. Een beperkt aantal persoonsgegevens wordt geregistreerd aangevuld met gegevens over de groepen waarin ze zitten, het type groep (crimineel, overlast gevend, hinderlijk), de broertjes en zusjes van de jongere en de school waar de jongeren op zit. Deze registratie kent geen koppelingen met VIS2 en GBA. Deze database kan verdwijnen zodra de module in Vis2 operationeel is en blijkt te werken. 3. Systeem voor de wijkcoaches. Voor de wijkteams van verschillende gemeenten wordt een nieuw registratiesysteem ontwikkeld. Dit syteem gaat TOP heten. In dit informatiesysteem kunnen de zorgpartners in het wijkteam eenvoudig informatie delen over cliënten. Onduidelijk is op dit moment of dit gaat helpen in de informatieuitwisseling met partners als Mediant.
16
II.
De preventieve aanpak
De preventieve aanpak is gericht op voorkomen van aanwas in jeugdgroepen in zuid. De aanwas kan plaatsvinden in: 1. Op straat 2. Het gezin zelf (broers en zussen); 3. Via school (vrienden); 4. Via sportverenigingen; Doelen van de preventieve aanpak zijn ook nog: • Op basis van analyse doelgroep en de resultaten van de nieuwe aanpak het preventietraject te optimaliseren (0de en 1e lijnsaanpak). • Op basis van analyse scholing training van professionals op vroegtijdige signalering van aankomende problematiek. De professionals van het wijkteam zijn in het najaar van 2013 getraind. In dit hoofdstuk wordt hier verder op ingegaan. 2.1 Aanwas op straat In eerdere jaren is veel geïnvesteerd in voorzieningen voor jongeren (zie paragraaf 1.1. voorzieningen blz. 7). Alleen in de Helmerhoek ontbreken hier nog voorzieningen in de openbare ruimte. Daarnaast werkt het jongerenwerk outreachend via de straathoekmethodiek. Tot slot zijn in mei 2014 combifunctionarissen in de Wesselerbrink en Stroinkslanden gestart. Ook zij signaleren vroegtijdig problemen in de wijk.
DE PREVENTIEVE AANPAK Aanwas op straat Verwachtingsconferentie met als doel het versterken van de 0e en 1e lijn en het stimuleren van de preventieve aanpak door vroeg signalering. Aanwas in het gezin: (broers en zussen) Nog geen directe resultaten te benoemen wordt nog een cohortstudie naar uitgevoerd. Aanwas op scholen Inzetten op twee manieren om aanwas te voorkomen: • door inzet van jongerenwerk op VO scholen. • door verbeteren van zorgstructuur van scholen in het kader van passend onderwijs. Aanwas bij sportverenigingen Vóór november 2014 wordt de haalbaarheid onderzocht van samenwerkings- en afstemmingsmogelijkheden tussen verenigingen en wijkteams.
Rondom de signalering van probleem(veroorzakende) jongeren is in november een ander middel in de preventieve aanpak ingezet t.w. een verwachtingenconferentie met betrokken professionals over wat we van elkaar verwachten in signalering, informatie uitwisseling, delen van ervaringen, bespreken van en oefenen met nieuwe aanpak. Doel: weten wat we wanneer en hoe van elkaar
17
willen weten op het gebied van informatie/signalering en bespreken hoe dit te continu te verbeteren. Uit de evaluatie blijkt dat: In deze werksessie hebben we ons gericht op ketenpartners in de frontlijn. Het doel van de bijeenkomst was het versterken van de 0e en 1e lijn en het stimuleren van de preventieve aanpak door vroeg signalering. Aanwezig waren o.a. intern begeleiders uit het basisonderwijs en voortgezet onderwijs, wijkagenten en jeugd coördinatoren van de politie, jongerenwerkers, jeugdhulpverleners, medewerkers peuterspeelzaal en wijkcoaches. De reacties van aanwezigen op deze bijeenkomst was zeer positief. De belangrijkste conclusies waren: •
Er is sprake van een spanningsveld tussen alle structuren en de praktijk (de praktijk is anders)
•
Warme contacten zijn belangrijk, kennen en gekend worden
•
Kracht = snel oppakken (dus niet wachten tot het volgende overleg)
•
Het moet duidelijk zijn wie de Regie voert, ook bij vroeg signalering
•
In de toekomst moeten we dingen beter regelen
•
Behoefte bij professionals aan structurele overleggen (zoals het buurtnetwerk)
•
Verbazing over beleving + verschillen in onderling contact
•
Betrokkenheid van ouders is van groot belang
•
Maak gebruik van kracht uit ouders
•
Functionarissen overleg--
•
Bewustwording m.b.t. privacy. Tevreden over informatie uitwisseling.
•
Positieve krachten uitbreiden tot zorgstructuur waarin vroeg signalering rol heeft.
werkt goed, dit gaat verder --
combineren?
2.2 Aanwas in het gezin: broers en zussen Door de gezinsaanpak rondom de probleemjongeren te organiseren worden ook de broertjes en zusjes in een vroeg stadium meegenomen. Over de aanwas van broers en zussen is nog moeilijk een conclusie te trekken. Er wordt hiernaar nog een cohortstudie gedaan vanuit Intraval. Waar we op een later moment de resultaten uit kunnen halen. De resultaten tot nu toe geven het volgende beeld: Het aantal jongeren dat contact heeft met BJZO is tussen 2013 en het eerste kwartaal 2014 niet tot nauwelijks veranderd. Het aantal broertjes en zusjes dat bekend is bij BJZO is daarentegen gedaald van 17 naar 9. Vanuit het wijkteam en vanuit Alifa wordt op dit moment geen “follow up” van broertjes/zusjes waargenomen.
18
2.3 Aanwas op scholen Om de aanwas op scholen te voorkomen zetten we in op twee manieren namelijk door inzet van jongerenwerk op VO scholen, en door verbeteren van zorgstructuur van scholen in het kader van passend onderwijs (traject Roel Weener). De aansluiting van scholen op de diverse zorgstructuren (bijvoorbeeld wijkteams) is kwetsbaar en sterk persoonsgebonden. Scholen worstelen soms te lang met problemen omdat ze denken er alleen voor te staan of omdat ze de problemen liever binnenkamers houden. Voor een wijk als de Wesselerbrink, waarin veel achterstand is op verschillende terreinen (werk, inkomen, schulden, LVB problematiek, huiselijk geweld/ veiligheid) voldoet het huidige afstemming- en coördinatiemodel eigenlijk niet. In preventief opzicht is een structuurwijziging nodig, waarin school/opvang/zorgstructuur /verenigingen onder één directie in één leer/opvoedstructuur bij elkaar zitten voor jongeren van 2 tot 18 jaar. Dit vraagt om erkenning van het probleem en de noodzaak tot gedrags- en structuurverandering. In het najaar starten we met de nieuwe wijkteams en komt er voor de IKC’s één contactpersoon binnen de wijkteams. Ook zal onderzocht worden wat de mogelijkheden zijn voor een alles-in-een school in de Wesselerbrink. Om signalen, dat het niet goed gaat met kinderen en jongeren, eerder op te kunnen pakken is de samenwerking met de kinderopvang en het onderwijs in de integrale kindcentra essentieel. De scholen kennen de kinderen. Dat maakt scholen tot de vindplaats voor signalen in de ontwikkeling van kinderen die niet goed gaan. Sommige problemen kunnen binnen het onderwijs opgepakt worden en andere problemen pakt het wijkteam op. Het wijkteam doet dit als er sprake is van problemen binnen het hele gezin. In de drie Enschede Doen wijken, waaronder de Wesselerbrink, maken het onderwijs en de wijkteams afspraken over de samenwerking in casuïstiek (traject Roel Weener). Over en weer zal casuïstiek worden gedeeld en maken we afspraken zodat de aanpak afgestemd is. Het schoolmaatschappelijk werk krijgt op deze manier opnieuw vorm vanuit het wijkteam.
HAVO/VWO/VMBO MBO VMBO Praktijkonderwijs Speciaal onderwijs Basisionderwijs Speciaal basisonderwijs Onbekend/van school
Grafiek: Indeling alle jongeren uit de aanpak naar schooltype (stand 21-08-2013)
19
2.4 Aanwas in sportverenigingen: Naast talentontwikkeling op school, ontwikkelen kinderen ook in hun vrije tijd hun talenten, door sport, spel en muzikale activiteiten. In de jeugdvisie van de gemeente Enschede besteden we hier nadrukkelijk aandacht aan. Zo zijn sportverenigingen plekken waar kinderen zich (fysiek) even lekker kunnen laten gaan. En ook ouders vinden het vaak een prettige plek om te komen. Ze zien hun kinderen actief zijn en spreken elkaar bij de club. Meer dan eens komen ook opvoed- en ontwikkelvragen ter sprake. De sportvereniging is een belangrijke plek voor het signaleren van opvoed- en opgroeiproblemen. Vóór november 2014 wordt de haalbaarheid onderzocht van samenwerkings- en afstemmingsmogelijkheden tussen verenigingen en wijkteams. Hoe kunnen de wijkteams de verenigingen ondersteunen bij omgang met (complexere) jongeren en bij vroeg signalering van problemen bij jongeren en hun gezinnen? Rol van de vereniging in de opvoeding van kinderen De vraag is wat we mogen verwachten van sportverenigingen rondom preventie en vroeg signalering. De sportverenigingen willen deze rol op zich nemen, maar merken ook duidelijk dat vrijwilligers tegen grenzen aan lopen. Wanneer er van sportverenigingen professionalisering en een maatschappelijke rol verwacht wordt, moeten er professionals zijn die deze taken op zich nemen voor deze verenigingen. Op die manier kan de passie bij vrijwilligers in de sport blijven floreren en willen deze vrijwilligers zich in blijven zetten voor de sportverenigingen. Aanbeveling: De welzijns- en zorgsector stimuleren om op structurele basis contact te zoeken met sportverenigingen. Vanwege hun signaleringsfunctie kunnen trainers en leiders contact zoeken met een professional uit de jeugdketen. Pedagogische ondersteuning is nodig omdat de vrijwilligers niet altijd weten met welke organisaties uit de jeugdketen zij contact kunnen zoeken; bovendien voelt een deel van de vrijwilligers zich hier niet prettig bij. Daarom is het aan te bevelen dat de welzijns- en zorgsector het contact met de sportvereniging op vaste basis blijft onderhouden, zodat vrijwilligers signalen van opvoed- en opgroeiproblemen blijven melden. Specifiek op het gebied van opvoeding kan een professional ondersteuning bieden bij het zorgen voor een positief en veilig sportklimaat. De sportvereniging wordt geholpen bij het opstellen van gedragsregels, het bekendmaken van deze gedragsregels, het opzetten of structureren van een commissie die gedragsregels hanteert en bij het straffen van jeugdleden, zonder deze direct voor lange tijd te schorsen of te royeren. Maar ook: de vereniging helpen, door een netwerk aan te boren met een vertrouwenspersoon, het opstellen van een sociale kaart, aandacht voor pestgedrag, etc. Kennis onderling Sportverenigingen onderling kunnen ook nog meer van elkaar leren als het om preventie gaat. De expertise van de vechtsportverenigingen kunnen ze inzetten om jongeren, bij andere verenigingen, te bereiken en helpen. Producten zijn bijvoorbeeld weerbaarheids- en agressieregulatie trainingen. Ook helpen de basisprincipes van de vechtsport: respect voor elkaar en normen/waarden.
20
III.
Van proef in Zuid naar stedelijke aanpak
Hoewel de problematiek in Enschede Zuid urgenter was dan die in andere stadsdelen hebben we vanaf het begin gekeken hoe ook daar de problemen rond groepen jongeren aangepakt kunnen worden. Eén van de redenen is dat jongeren zich (gelukkig) niet aan administratieve grenzen houden. Het jongerenwerk vanuit Zuid is de afgelopen jaren veelvuldig in West ingezet. Bijna alle groepen overlastgevende jongeren in het centrum wonen daar niet. Jongeren maken soms deel uit van meerdere groepen in verschillende stadsdelen. Als leidraad hanteren we dat een groepsaanpak zich dáár afspeelt waar de groep actief is. Een individuele- of gezinsaanpak is gekoppeld aan het huisadres van de jongere. In dit hoofdstuk wordt een voorzet gedaan om te komen tot een stedelijke aanpak. 3.1 Stedelijk overzicht Belangrijk is dat gezins- en groepsaanpak niet los van elkaar aangeboden worden. Het stedelijk overzicht bieden we door: 1. Een registratiesysteem (daarover meer bij het onderwerp ‘registratie’, paragraaf 1.3). 2. Overdracht als de aanpak zich in meer stadsdelen afspeelt. We zien dat stadsdeel gebonden werken veel voordelen heeft, maar we zijn ook zo flexibel dat we stadsdeel overstijgend denken én werken als de situatie daarom vraagt. De medewerker veiligheid is aan alle weegtafels vertegenwoordigd. 3. Inzet van jongerenwerk buiten het eigen stadsdeel. Dit geldt vanzelfsprekend ook voor jeugdagenten.
VERTALING NAAR STEDELIJKE AANPAK Stedelijk overzicht Een stedelijk overzicht bieden we door: • Een registratiesysteem • Overdracht als de aanpak zich in meer stadsdelen afspeelt • Inzet van jongerenwerk en jeugdagenten buiten eigen stadsdeel Hiervoor is een uniforme werkwijze nodig. Aanbevolen wordt om de weegtafel stedelijk uit te rollen en jongerenwerk bij één aanbieder onder te brengen. Stedelijke preventie Aanbevelingen hiervoor zijn: • Inventariseren welke scholen bezocht worden • Afspraak zorgstructuur scholen en verbinding jongerenwerk/wijktea m • Opzetten planmatige aanpak preventie (o.a. 18+)
Dit vraagt om een uniforme werkwijze op de jeugdaanpak in de hele stad, zodat snel en efficiënt geschakeld kan worden.
Stedelijke jeugdoverleggen
Op basis van deze evaluatie bevelen we het volgende aan:
Justitieel Overleg Risicojeugd (JOR): inzetten als opschaling voor de weegtafel
o
o o
Stel per stadsdeel een weegtafel in; varieer met de frequentie van dit overleg naar gelang de urgentie, maar houdt wel onderling contact. Gebruik stedelijk JOR als opschalingsmodel als de weegtafel de inzet van OM nodig heeft. Jongerenwerk voor heel Enschede ook in de nabije toekomst bij één aanbieder onderbrengen.
Overleg vroeg signalering : Signalen zullen uiteindelijk landen in de wijkteams en overleg kan dan opgeheven worden
21
3.2 Stedelijk preventie Opvallend is dat op stedelijk niveau jeugd en veiligheid ver van elkaar afstaan. Verdeeld over meerdere programma’s en bestuurders. Voor een integrale aanpak is (nog) meer verwevenheid nodig. In de aanpak liepen we tegen het feit aan dat de jongeren in Zuid over veel verschillende voortgezet onderwijs scholen zijn verdeeld. Om tot een effectieve preventieve aanpak te komen zijn de volgende stappen aan te bevelen: 1. Van alle leden van jeugdgroepen in Enschede inventariseren welke scholen bezocht worden; 2. Afspraak maken over zorgstructuur school en koppeling wijkteam en koppeling jongerenwerk. In Zuid bezoeken de jongerenwerkers regelmatig en op vaste tijdstippen de Bonhoeffer scholen langs de Vlierstraat en het Stedelijk Lyceum, locatie Zuid. 3. Opzetten van planmatige aanpak preventie met al deze partners (zie ook paragraaf 18-23 jongeren ten aanzien van financiën). 3.3 Stedelijke jeugd-overleggen. Justitieel Overleg Risicojeugd (JOR) In het Veiligheidshuis Twente vindt wekelijks het Justitieel Overleg Risicojeugd (JOR) plaats. Hier bespreken we jongeren die met politie/justitie in aanraking zijn gekomen of dreigen te komen. Doel van het overleg is om met betrokken partijen goede afspraken te maken over wat te doen zodra jongeren delict gedrag vertonen. In het politiesysteem Amazone worden adviezen gegeven voor het OM over wat een aan te bevelen afdoening kan zijn bij toekomstig delict gedrag. Het past in de filosofie van het Veiligheidshuis Twente (opschalingsmodel, hulp in de uitvoering) dat ook in deze situaties het integrale plan van aanpak voor de desbetreffende jongere vorm krijgt in de wijk waar deze woont. M.a.w.: het veiligheidshuis/JOR acteert in het verlengde van de aanpak in de wijk. Dáár is de informatie en de aanpak opgang gebracht. Dit impliceert een goede en soepele doorgeleiding van informatie over jongeren van- en naar het veiligheidshuis. Het JOR overleg bevindt zich in een pilot fase. Overleg vroeg signalering De politie komt situaties tegen (kan ook gaan om groepsgedrag) waarin zorgelijk gedrag of een zorgelijke situatie gesignaleerd wordt. Vanuit de politie wordt dan vaak een zorgmelding gedaan richting Bureau Jeugdzorg. Er zijn echter ook situaties die zich hier niet voor lenen. Bijvoorbeeld als een groep met negatief gedrag wordt gesignaleerd, of wanneer de zorgen niet zwaar genoeg zijn voor een zorgmelding. Dit soort signalen worden voorgelegd in het vroeg signalering overleg. Politie, Bureau Jeugdzorg, HALT en de gemeente zitten om de tafel. Er wordt een check gemaakt op basis van het verhaal van de politie. Gekeken wordt of de desbetreffende jongere(n) in beeld zijn in de lokale zorgstructuur (wijkteams) óf in een van de Veiligheidshuis Twente overleggen. Dit leidt tot een besluit: als er al hulp/zorg in beeld is wordt de informatie daarnaartoe doorgespeeld, zo niet dan wordt de overweging gemaakt of er op basis van het geconstateerde feit hulp op gang moet komen. Het is de bedoeling dat de signalen die nu in het stedelijke overleg vroeg signalering terechtkomen /gaan landen in de wijkteams. Dit stedelijke vroeg signaleringsoverleg zal dan verdwijnen. Dit kan echter pas nadat de jeugdzorg in de wijkteams is ingebed. (dus op zijn vroegst per 01-012015) Hierover worden afspraken gemaakt met politie (die wijkgericht gaat verwijzen) en de wijkteams. (najaar 2014) Beide genoemde jeugd-overleggen maken gebruik van het registratiesysteem VIS2. 22
IV.
Conclusies en aanbevelingen Hieronder een korte weergave van de conclusies en de daaruit voortkomende aanbevelingen:
-
-
-
De vernieuwde aanpak lijkt te werken. Uit het onderzoek van Intraval komt naar voren dat het aantal groepen is afgenomen en het aantal leden van groepen ook met de helft is afgenomen, ook zien we een daling in schooluitval, schoolverzuim en aantal jongeren dat geregistreerd staat bij de politie vanwege criminaliteit/overlast. Via de weegtafel komt een verbinding tot stand tussen de individuele, gezins- en groepsaanpak. Hierin wordt besloten welke aanpak het meest effectief is. Door voor elk stadsdeel een weegtafel in te stellen krijg je een uniforme aanpak van de jeugdproblematiek. Dit is noodzakelijk om een betere stedelijke afstemming en een totaaloverzicht. Dit sluit ook aan bij de versterking van het wijkgericht werken. Door de regie bij het stadsdeelmanagement te leggen komt de regie bij de gemeente en kan er meer gestuurd worden op inzet van partners. Politie, Alifa, de jeugdreclassering en wijkteams zijn positief over de ervaringen van de weegtafel en staan achter het besluit om dit uit te rollen over de gehele stad.
Aanbeveling: De aanpak stedelijk uit te rollen en per stadsdeel een weegtafel in te stellen waarbij stadsdeelmanagement de regie heeft;
-
Wanneer de aanpak vanuit de weegtafel onvoldoende resultaat oplevert is een opschaling vereist en meer dwang. In het JOR worden jongeren besproken die met politie justitie in aanmerking zijn gekomen of dreigen te komen. Hierbij wordt ook advies gegeven aan het OM over afdoening van mogelijk toekomstig delict. Hierdoor kan meer dwang opgelegd worden.
Aanbeveling: Justitieel Overleg Risicojeugd (JOR) te benoemen als opschalingsmodel waarbij inzet OM nodig is;
-
Het is van belang dat het jongerenwerk daar ingezet kan worden waar het nodig is. Jongeren houden zich niet aan grenzen en bevinden zich op meerdere plekken in de stad. Eén aanbieder voor het jongerenwerk zorgt voor flexibiliteit en eenduidigheid.
Aanbeveling: Jongerenwerk voor Enschede bij één aanbieder blijven onderbrengen;
23
-
-
Door de versterking van de 0de lijns voorzieningen (zoals scholen, sportverenigingen, speeltuinen) kan eerder ingegrepen worden bij signalen. Juist op deze plekken kunnen signalen in een vroeg stadium opgevangen worden. Door een goede verbinding met de wijkteams, stadsdeelmanagement en de weegtafel kan er ingegrepen worden. Voorgezet onderwijs is de vindplaats voor jongeren en door de samenwerking te versterken kan eerder ingezet worden en kan ingespeeld worden op problemen die jongeren ervaren (b.v. omgaan met financiën)
Aanbeveling: Om de preventie te versterken een integrale aanpak op te zetten waarbij 0de lijns voorzieningen en met name scholen voortgezet onderwijs betrokken zijn en een verbinding opgezet wordt met wijkteams en weegtafels.
-
-
-
Zorgen voor 12- ers, 20 % van jongeren op de laatste shortlist van stadsdeel Zuid zijn 12 -. Waarbij uit onderzoek blijkt 12-ers die antisociaal en delinquent gedrag vertonen 3 keer meer kans hebben om zich te ontwikkelen tot notoire misdadigers. Zorgen over groep 18-23 jaar waarvan de (gedwongen) begeleiding op houdt en problemen ontstaan rondom financiën (schulden en onwetendheid aanvragen uitkering) en gebrek aan dagbesteding (zoals onderwijs of werk). Verbeteren van de zorgstructuur van het onderwijs. Via passend onderwijs (traject Roel Weener) en onderzoeken mogelijkheden voor alles-in-een- school in de Wesselerbrink.
Aanbeveling: Doorontwikkeling aanpak voor 12- ers en voor de doelgroep 18-23 jaar
24