Verantwoordelijke uitgever en afzender: Ludo Longin, Stationsstraat 37 - 1740 Ternat
“Jeugd Rond Kruikenburg” verschijnt 5 x per jaar in feb - apr - jun - nov. - dec. • Afgiftekantoor: 1740 Ternat - P 4 0 9 4 0 7
ST.- JOZEFSINSTITUUT België P.B. 1740 Ternat 2/2930
Nr: November 2006
[email protected]
Oktober… het schooljaar is ondertussen al goed op de sporen gezet. In Sint-Jozef tellen wij dit schooljaar 652 leerlingen. We hebben een 20-tal leerlingen minder dan in september vorig jaar, maar dit was verwacht. Een dalend aantal leerlingen in het secundair onderwijs is de trend die voorspeld was voor Vlaanderen. Anderzijds hebben we een klas meer waardoor het gemiddelde aantal leerlingen per klas dit schooljaar daalt. Hierdoor kunnen wij als directie een stukje tegemoetkomen aan de zorg voor het welzijn van personeel en leerlingen. Zorg wordt in onze school een belangrijke prioriteit dit schooljaar. We hebben dit thema touwens vorig schooljaar al een eerste aanzet gegeven. In de eerste plaats willen we zorg dragen voor de studieloopbaan en het welbevinden van onze leerlingen. We constateren duidelijk dat steeds meer ouders en leerlingen het advies van de klassenraad betreffende studieoriëntering volgen. De klasleraren en vakleraren hebben eens te meer een inspanning geleverd om gedurende het vorige schooljaar samen met leerlingen en ouders het gesprek aan te gaan over het al dan niet ‘juist’ zitten in een bepaalde richting. Het is belangrijk om zo snel mogelijk een richting te kiezen waar de jongere tot het einde van zijn loopbaan secundair onderwijs kan blijven en waardoor hij een positief zelfbeeld en zelfvertrouwen kan opbouwen. Dit bereidt de jongere voor op reële slaagkansen in het hoger onderwijs én geeft hem bovendien de kans om zichzelf als persoon goed te kunnen ontplooien. Ook de zorg voor en het kansen geven aan leerlingen met bepaalde leerstoornissen in een ASO houdt ons meer dan ooit bezig. Sint-Jozef bruist weer van de vakoverschrijdende activiteiten. Leerkrachten nemen allerlei initiatieven om het leren op school aangenaam en ‘levensecht’ te maken. En ook onze leerlingen hebben de microbe te pakken. Naast onze traditionele KRAK, KRECO en leerlingenraad werd er dit jaar een sportraad in het leven geroepen. Al deze leerlingen behartigen op hun manier een aantal waarden waarvoor ze staan: solidariteit, respect, milieubewustzijn, gezondheid, sociale zin, teamspirit en samenhorigheid, sportiviteit…Ze willen de andere leerlingen op school op hun manier informeren, sensibiliseren en animeren. In deze en volgende JRK’s zullen er regelmatig verslagen volgen van vele van onze initiatieven. U ziet het: we zijn al op kruissnelheid en nemen velen mee in ons zog…. Yannick Noppe Directeur
3
Il était une fois un professeur de français... Het is inderdaad een cliché, maar clichés moeten gerespecteerd worden: gepensioneerden hebben nooit tijd. Het is dan ook een hele heksentoer geweest om de man met de meeste Kruikenburgse dienstjaren voor Romaanse talen aan de haak te slaan voor een interview. Een zonnige vrijdagnamiddag werd ons door moeder natuur geschonken om met de kersvers gepensioneerde Paul Loncke rond te tafel te zitten. In de Droge Weide nodigt het opschrift ‘Loncke-Pelgrims’ op de voordeur me uit me aan te melden bij mijn gastheer. Droge kelen spreken moeilijk en mevrouw Pelgrims haalt een wit Haeleydt- wijntje uit de koelkast. Zo degusteren we ondertussen nog iets voor het goede doel! Het inschenken gebeurt door de vrouw des huizes die zich vervolgens discreet terugtrekt. (laat die ouwe heren maar onder mekaar wat herinneringen ophalen, moet ze gedacht hebben). Aangezien mijn Franse Taal zich beperkt tot de kennis van de Assimil (Le français sans peine) -nvdr: what’s in a name!zou ik hoegenaamd niet durven deze man die de taal van Molière nog beter kent dan zijn broekzak in het Frans aan te spreken.
Normaal gezien wel, maar als oudste van een kroostrijk gezin van 6 volstonden toen 12 maanden.
JrK: En ons landje heeft je militaire inspanningen weten te waarderen? En of! Op verzoek van de legerleiding heb ik er biografieën geschreven van de helden (voor mij totaal onbekende) uit de beide wereldoorlogen. Interessant was dat ik de archieven mocht inkijken en daar waren zaken die top secret waren. Ik kon me natuurlijk niet nalaten van een paar negatieve dingen te schrijven. JrK: de dienst aan het vaderland zat er op en dan? Na mijn vaderlandse plichtplegingen ben ik terug naar Melsele en Beveren gegaan en heb ik ook nog avondschool aan de LBC in SintNiklaas gegeven. In 1974 beloofde ik mijn verloofde Mieke eeuwige trouw en zijn we naar Aalst gaan wonen. Ik heb nog één jaar naar het Waasland gependeld maar In 1975 ben ik komen dienen bij de zusters Ursulinen. Ik werd uitgenodigd door de heer Van Raemdonck. Wat bleek uit ons gesprek? Wij hadden, zonder het te weten, op dezelfde school Sint- Jozef Klein Seminarie van Sint- Niklaas college gelopen!
JrK: Laten we beginnen bij het begin. Ooit studeerde u af als licentiaat in de Romaanse talen? Inderdaad, in 1970 behaalde ik aan de toenmalige Rijksuniversiteit te Gent mijn diploma, mét onderscheiding! Mijn eerste stappen in het onderwijs zette ik bij de Zusters Van Liefde in Melsele-Waas. Tegelijkertijd stond ik ook in Sint- Lodewijk te Beveren en als toemaatje deed ik ook nog wat overuren in SintLodewijk in Antwerpen.
JrK: dan moet jij toch iets kunnen vertellen over onze vroegere directeur toen hij nog met korte broek op de school rondliep? Helaas! Tussen meneer Van Raemdonck en mij zit een tijdsverschil van 6 jaar: hij zag mij komen en heeft waarschijnlijk gemaakt dat hij weg was zeker?
JrK: ook ons kleine landje moest ‘gediend’ worden? 12 maanden heb ik gediend bij de SDH (Service Dienst de l’Historique)
JrK: je aanstelling in het Sint-Agelaïnstituut was dus een feit? Niet zo maar! Ik werd pas aangeworven na een onderhoud dat Van Raemdonck had met de directeur van Sint- Lodewijck in Beveren.
JrK: hoezoe 12 maanden, moeten er dat geen 15 zijn?
JrK: En? 4
wij dat niet geërfd toen we naar Sint-Jozef zijn gekomen? Och ja! Tijdens de examens werd er steevast een podium in de zaal gebouwd waarop een leerkracht, gezeten op zijn troon de zaal moest gade slaan opdat er niet zou gespiekt worden. Hij of zij mocht enkel deze troon verlaten ingeval van natuurlijke noodzaak! In de beginperiode van onze Kruikenburgse carrière is dit schavot inderdaad ook nog een paar keer gebouwd geweest.
Ik had een staat van dienst die onberispelijke was! Ik herhaal: onberispelijke!
JrK: je was dus de eerste mannelijke leerkracht op Sint-Angela? Neen! Pater Voets was daar reeds actief en samen met mij deden Guido Van Den Cruyce (huidig directeur van Sint-Angela) en René De Rijck (oud-leerkracht) hun intrede. JrK: Een leerkracht die ooit op Sint- Angela stond, herinnert zich steeds de Sinterklaasfeesten. Het was het grote feest van, voor en door de leerlingen. De 100- dagen bestonden toen nog niet. Dat beperkte zich tot een stukje taart op de speelplaats. Twee keer heb ik voor de heilige man moeten spelen, telkens geassisteerd door de leerlingen van het zesde jaar die zwarte piet mochten zijn.
JrK: In 1984 was er het grote huwelijk. Inderdaad de grote trouw tussen de zusters en de broeders werd voltrokken (nvdr: de aandachtige lezer heeft al lang gemerkt dat het om de fusie tussen de scholen Sint- Angela en Sint- Jozef gaat). Beide scholen hadden geen overschot aan leerlingen. Zo gingen er veel leerlingen na de lagere cyclus richting Brussel omdat niet alle humaniorarichtingen werden aangeboden. We spreken hier over de tijd dat er nog van urenkrediet geen sprake was en dat klassen gesplitst werden vanaf 28 leerlingen. Zo had ik ooit een zesde latijnse met 6 leerlingen! Wil een huwelijk goed zijn dan moet ook de voorbereiding goed zijn. Daarom mochten we meermaals met werkgroepen in samenwerking met Asse aan dit huwelijk en de invoering van het V.S.O. mee timmeren.
JrK: Jij was de échte Sint? Ja! En dat heb ik ook ooit moeten bewijzen! Zo kwam na mij ook Daan Bruylandt (nvdr: oud- leerkracht) in de zaal verkleed als… inderdaad, verkleed als Sint- Niklaas. JrK: en dan? Gelukkig had ik net een artikel in Humo gelezen waarmee ik verbaal kon aantonen dat ik de enige en de echte was. De valse Sint is toen moeten afdruipen…
JrK: als ik mij niet vergis ben jij altijd de eerste geweest die in het schooljaar een jaartje meer op de leeftijdskalender kreeg. Eigenlijk was het Mieke Hens die in onze SintAgelacarriére begonnen is met trakteren (een vrouw heeft het altijd iets moeilijker met ouder worden) en ik had dus de eer om als eerste in de school met kasteel te kunnen trakteren.
JrK: de Sint zat toen op een podium. Hebben Paul met twee collega’s die indruk op hem gemaakt hebben: Jaak Lauwaert en Laurent Harnie (+)
JrK: je herinnert nog je “entree”? Van de eerste dagen eerlijk gezegd niet veel meer. Mijn toenmalige vakcollega’s waren: Laurent Harnie, Frans De Quick, Chris Mot, Rina Faccin en Anne Marreyt. Deze laatste is nog de enige in Kruikenburgse dienst. Kruikenburg was natuurlijk een nieuwe uitdaging: voor het eerst kon ik mijn stappen zetten in klassen waar beide geslachten aanwezig 5
waren. En de omgeving was natuurlijk niet te versmaden! Wie kan zeggen dat hij een kasteel op zijn speelplaats staan heeft? Niemand! Alleen op Sint- Jozef kan dat!
JrK: je maakte wel indruk met je twee boekentassen volgeladen met Franse wetenschap. Sommige leerkrachten nemen enkel hun handboek mee naar school. Ik was voorstander van werkschriften. Het had het voordeel dat je op het einde van het jaar niet eindeloos moest zoeken naar onvolledige toetsen- huiswerkmappen. Het grote nadeel was natuurlijk het verschrikkelijke sleuren van zware boekentassen. JrK: je was niet iemand die om een banale verkoudheid thuis bleef. Twee keer heeft men mij moeten vervangen: één keer toen ik geopereerd werd aan mijn oor en één keer toen ik vast gekluisterd aan mijn bed lag met een hernia. Ik herinner mij dat mijn eerste interim thuis vertelde dat hij verbijsterd stond van het werk dat de mensen in het onderwijs hebben. JrK: en je tweede interim? Je was blijkbaar onvervangbaar? Het is te zien wat je met onvervangbaar bedoelt, maar inderdaad ik werd door vier (vier!) interimarissen tegelijk vervangen. JrK: jij was de man die de uitwisseling met Gembloux organiseerde. Op Sint-Agela was er reeds een uitwisseling met scholen uit Dinant, Stavelot en Bastenaken. Op Sint- Jozef zijn we begonnen met een uitwisseling met Doornik. Onze toenmalige directeur Van Raemdonck had wat problemen met de discipline op deze school en na een paar jaar werden stappen vanuit Gembloux zelf gezet om aan het uitwisselingsprogramma mee te doen. Dit jaar gaat het voor de twintigste keer door, zonder mij evenwel. JrK: bij de uitwisseling tussen de leerlingen van Gembloux en Sint- Jozef moet de kennis van de franse taal van onze leerlingen toch te vergelijken zijn met de kennis van het Nederlands van onze zuiderburen? Of heeft onze
Vlaamse premier gelijk als hij zegt dat de Walen ofwel onze taal niet willen ofwel niet kunnen leren? Dit moet ik toch nuanceren. In Gembloux is Nederlands de tweede taal. Bovendien kent men daar een heel dynamische leerkracht Nederlands. Ik mag gerust stellen dat het niveau Nederlands te vergelijken is met onze leerlingen hun kennis van het Frans. JrK: jij was gekend omwille van de TD’s. In de jaren ’70 waren dat de T- Dansants, de huidige fuiven. TD staat voor travaux dirigées. Ik was voorstander van veel en korte overhoringen, zo was ik zeker dat ze hun lessen bijhielden. Ik heb ooit eens een jaar gewerkt waarbij ze één joker kregen die ze konden inzetten als ze hun les eens niet studeerden. Maar wat merkte ik: na één maand was iedereen al zijn joker kwijt! JrK: je kon ook van bepaalde leerstofonderdelen worden kwijtgescholden. Je moet alles in zijn kader plaatsen. Volgens de nieuwe leerplannen is kennis niet meer zo belangrijk, de vaardigheden staan nu op het voorplan. Zo konden leerlingen die op bepaalde leerstofonderdelen een 7 haalden deze leerstof laten vallen, zij die naar Gembloux gingen kregen ook iets in ruil. Heel deze opzet is gekomen na een babbeltje met Als beginnend leerkracht (nvdr: de tekst op het bord is leesbaar, dus niet van Loncke!)
een leerling. Tijdens de examens vertelde ze mij dat ze tot 1 uur ’s nachts had gestudeerd voor Frans. Dit kon ik mijn leerlingen toch niet aandoen! Wat voor zin had dit!?
JrK: je leerlingen hebben ontelbare tijdschriften als Vogue, Elle, Marie- Claire mogen lezen. Dat waren gratis tijdschriften waarvan de uitgiftedatum al lang verstreken was en waaruit ik regelmatig dictees gaf. Als een jeugdbeweging met een papierslag wat centjes wil verdienen: mijn zolder ligt er nog vol mee! JrK: je afwezigheid op Kruikenburg was erg merkbaar door het feit dat het videoverkeer in de gangen sterk verminderd is. Hoe zo? Je gaat mij toch niet zeggen dat de video’s werkloos zijn! Ik heb zelfs gehoord dat er al een DVD benen heeft gekregen.
Als student op een kot in Gent.
(nvdr: echtgenote Loncke) die mijn rapporten schreef. Blijkbaar moet mijn geschreven puntenlijst zo verschrikkelijk geweest zijn dat Hilde Van Trappen (collega en oud- leerling) een jaar lang Nicole Van Trappen heeft genoemd.
JrK:Paul je weet dat je gekend staat als die leerkracht die video’s gaf met “een tintje meer”. Ik heb altijd over de goede gang der zeden gewaakt, en heb enkel beelden laten zien die geschikt waren voor leerlingen ouder dan 12 jaar.
JrK: je geschrift liet te wensen over en je rekenwerk? Het ene was niet goed en het andere deugde niet. Zo was er in mijn Sint- Angelatijd een verschil in dagelijks werk voor de Latijnse afdeling en de economische richting. Voor de ene stond het DW op 5, voor de andere op 10. Tot mijn grote verbazing zijn de leerlingen van de Latijnse komen “klagen” dat zij 6 op 5 of 8 op 5 of 10 op 5 hadden!
JrK: dit interview kent absoluut veel lezers, ik ben er zeker van dat zij gebrand zijn op “de annecdotes”. Ik sluit aan op je vraag over de video. Het was tijdens mijn laatste jaar van dienst in een zesde jaar. Ik had alles klaar gezet voor een volgend lesuur in een vijfde jaar: kast en band. Doch wanneer ik in het vijfde de videoband nog even controleerde leek me de band veel minder te wegen dan mijn originele band. Blijkbaar moet deze band achter mijn rug gewisseld geweest zijn. Gelukkig heb ik hem niet vertoond, want God weet wat stond daar allemaal op!
JrK: Het vloeistofoppervlak van ons Haeleydtwijntje bereikt in de fles stilaan de bodem, toch nog één vraag: in je lange carrière zijn er toch leerkrachten die indruk hebben gemaakt op jou? Jazeker, al is het gevaarlijk namen te noemen, maar ik wil er toch een paar weggeven. Jaak Lauwaert heb ik bewonderd omwille van zijn relativeringsvermogen, zijn levensfilosofie. Ann Van Schoors heeft mij verzoend met de wiskunde waaraan ik ooit een trauma heb opgelopen. In Blois heeft zij mij ooit het nut van limieten en afgeleiden uitgelegd. Ik kan er geen woord meer van herhalen, maar zij
JrK: je geschrift, was nu toch ook niet bepaald wat men “schoonschrift” noemt. Hier hangt ook een verhaal aan vast! Ik moet toegeven, ik was niet het grote voorbeeld als het op mooi gevormde letters en woorden aankwam. Daarom had ik een secretaresse 7
heeft toen indruk op mij gemaakt. Yolande Haeleydt omwille van haar diepmenselijkheid. De taak die zij van Laurent Harnie overneemt vraagt toch bewondering. Mieke Hens omwille van haar brede interesse. Marc Muylaert. JrK: die ook? Jazeker. En natuurlijk Laurent Harnie, hét monument van Kruikenburg. De manier waarop hij ondanks zijn ziekte en handicap toch lachend door het leven bleef gaan, zolang hij het kon. Maar diep in hem was hij een verdrietig mens
die nog zo veel te bieden had aan deze wereld en onze jongeren.
De wijn is op, de koekjesdoos leeg, tijd dus om al het kladpapier in officiële versie te gieten. Cher Monsieur Loncke, le château fort de Kruikenburg avec ses chevaliers et ses demoiselles vous remercie de tout coeur et vous souhaite bon vent dans tout ce que vous comptez encore entreprendre! Marc Muylaert
Wij kunnen dit interview niet sluiten zonder onze nu oud- collega en oud- leerkracht nog even aan het woord te laten. Beste Kruikenburger, Loin des yeux, loin du coeur… uit het oog, uit het hart! Toch zal mijn naam bij sommigen onder jullie –vooral bij de honderden oud- leerlingen die mogelijks nog hun onvermijdelijke trauma’s aan het verzorgen zijn die ze zijn opgelopen tijdens mijn lessen Frans- misschien een belletje doen rinkelen. Ik had jarenlang het genoegen leerkracht te zijn op het prestigieuze Sint- Jozefsinstituut en voordien – toen unisex nog in de mode was- op Sint- Angela. Wijs ben ik er wel niet geworden, wel grijs. Tijd dus om zich terug te trekken. Er waren trouwens verschillende tekenen aan de wand die mij deden begrijpen dat ik er beter aan deed mijn onderwijsopdracht aan jongeren over te dragen. Zo stootte ik bij het opruimen van mijn archieven op een foto van collega Bram Gezel als boreling. Heeft het nog zin om aan te blijven wanneer je iemand gekend hebt eerst als baby, later als leerling en tenslotte als collega? Plaats voor een nieuwe generatie! De laatste jaren werd ik eveneens geconfronteerd met leerlingen wiens moeder nog les heeft gekregen van mij en die op die manier bevoordeligd zouden kunnen zijn dank zij tips over de toenmalige overhoringen en examens! Maar een vergelijking moeder- dochter is bemoedigend en hoopgevend wat de “jeugd van vandaag” betreft. Zo is Caroline Lemmens uit 6 WW8 veel braver en voorbeeldiger dan haar moeder destijds, de schalkse contestaire Brigitte Laeremans. Gelukkig evenaren Dorien Gorteman uit dezelfde klas en Doreen De Troch uit 6 WW6 de schoonheid van hun prachtige moeders, Ann De Reuse en An Jans. Een nieuw leven is dus voor mij begonnen. Van deze gelegenheid wil ik gebruik maken om mijn collega’s te danken voor het puike afscheidsfeestje dat ze voor mij hebben georganiseerd, in het bijzonder mijn collega’s Frans die een dansje ten beste gaven dat bij het zien de lachspieren van menig (oud) leerling aan het werken zou brengen. Dat filmpje op Internet plaatsen zoals gebeurde met de ladderzatte PS- minister Michel Daerden na de gemeenteraadsverkiezingen is not done. Menigeen rekent op de discretie van Ewin Haezevoets, de video- eigenaar, om dit kleinood enkel in beperkte kring te tonen. Dank in naam van Anne Marreyt, Erika Callewaert, Agnes Vanhoof, Bieke De Craen en Charlotte Rosselle die hopen niet gechanteerd te worden met deze compromitterende beelden. Het ga jullie allen goed! Paul LONCKE 8
Jrdactioneel Aan het hof van Ismaël kreeg Siger het gezelschap van o.m. Berenger van Augsburg, die zich voordien enkel uit leergierigheid op de pure alchemie had toegelegd, en Steven van Blois, de Parijse cartograaf, die, toen hij nog een jong en ambitieus wetenschapper was, zich tot doel had gesteld de hele wereld vast te leggen op perkament, omdat het loutere besef dat er ergens nog onbetreden gebieden bestonden zijn nieuwsgierigheid zozeer op de proef stelde dat hij nauwelijks de slaap kon vatten. Beiden moesten zich voortaan nuttig maken door respectievelijk krachtigere wapens uit te vinden en vijandelijke bolwerken in kaart te brengen. De ingenieuze vondsten van deze drie grote geleerden en de militaire inzichten van Alinardo van Grottaferrata, die als strateeg het imperium van de Welfen mee had helpen uitbouwen, bezorgde Ismaël een onmetelijk rijk, een bloeiende handel en een immense welvaart. Het leven aan zijn hof was als een voorschot op het Paradijs: ’s ochtends werd er weliswaar gewerkt, want het rijk diende bestuurd te worden, maar ’s namiddags placht men, na de siësta, te baden in één van de vele koele vijvers, die in de lommerrijke tuinen binnen de muren van het paleis waren aangelegd. ’s Avonds was er een rijkelijk banket en elke nacht deelden de Opperfilister en zijn raad der Wijzen de lakens met een maagd, voor elk één, aan wier tot dan toe verzegelde bronnen ze zich konden laven. Zo werd elke nacht een schare van schoonheden begiftigd met een kind, doch enkel de vrucht van Ismaël mocht overleven, de rest werd meteen na de geboorte afgemaakt. Op die manier ontstond er een hele dynastie van Ismaëlieten. Velen van hen trokken, nu Ismaël bijna de ganse aardschijf aan zijn gezag had onderworpen, de wijde wereld in om te studeren aan de universiteiten van Sevilla, Bologna, Praag, Oxford, Parijs, Leuven, Heidelberg of Coimbra. Het geslacht van Ismaël zwermde
EEN VERHAAL
L
ang geleden, ergens in Filisteria, een gebied nabij het Twee Stromen Land, leefde een zeer geslepen man, Ismaël genaamd. Hij werkte zich op tot het hoofd van de Filisters en wist met loze beloften de meest wijze denkers van de hele aardschijf te overhalen om hem hun kennis ten dienste te stellen. Zelfs een intellectueel van formaat als Siger van Brabant had hij kunnen strikken. Siger verruilde graag het zompige Vlaanderen voor de weelde van de Levant alwaar hij weliswaar verplicht was zijn onbaatzuchtige zoektocht naar de waarheid te staken en de door Ismaël bedachte heilsleer van “De Ridders van het Heilige Kruis” uit te werken en te ontdoen van mogelijke contradicties. Welnu, die doctrine propageerde de verering van de Grootridder Ismaël als nazaat van Maria Magdalena, de uitverkorene van de Zoon Gods. Ismaël diende aanbeden te worden, omdat zijn steile sociale opmars van pottenbakker tot Opperfilister en spoedig misschien ook tot Grootvizier van de gehele Levant – want zijn militaire expedities tegen zijn buren, de Filistijnen, bleken erg succesvol – gezien werd als een bewijs van goddelijke begunstiging. De leer die Ismaël had verzonnen – al liet hij geen gelegenheid voorbijgaan om te benadrukken dat die hem ingefluisterd was door de engel Galaël – bestond uit o.m. de volgende dogma’s: “wie heeft, zal nog méér hebben” en “het is een zonde wijsheid omwille van de wijsheid zelf na te streven. Wijsheid en kennis moeten steeds een bepaald doel dienen.” “De doelen die met behulp van wijsheid en kennis bereikt kunnen worden zijn: niet alleen een grotere oogst, een nog productievere handel in specerijen, de uitvinding van doeltreffender oorlogsmateriaal, maar ook een grotere samenhorigheid door de verkondiging van één grote heilsleer die door iedereen beleden moet worden.” 9
denfamilie. Voor iemand van haar volk had ze een bijzonder donkere huidskleur die het gevolg was van het feit dat één van haar voorouders afkomstig was uit Djibouti. Voorts had de natuur haar gezegend met een bijna bovenaardse schoonheid: ze had een voorhoofd als een halve maan, ogen als die van een gazelle, wangen als rode anemonen, rode lippen als kornalijn, tanden als parels in koraal en een boezem als een fontein. Kortom, het was duidelijk dat deze vrouw een rijke kroost zou baren. Welnu op een zwoele avond in mei wandelde ze met haar gemaal, van wie ze vurig hield, tot bij de appelboom. Beiden aten gretig van de appels tot ze dronken van het sap terugdartelden naar hun sponde… “Verrek!” dacht Houssein toen hij op het Liedtsplein tram 55 besteeg die hem terug naar zijn huisje moest voeren. Hoewel het gonsde van de Arabische keelklanken rondom hem, voelde hij zich toch als een vreemde. In het land waar zijn vader vandaan kwam, Marokko, werd hij zelden als Marokkaan beschouwd wegens zijn donkere huidskleur. Waar hij die vandaan had, wist hij niet: zijn dossier dat in het weeshuis werd bewaard, maakte slechts melding van het feit dat hij gevonden was in Cordoba, als zoon van een Berberse vader en een Spaanse moeder, die beiden hun identiteit geheim wilden houden. Hij kwam in België terecht doordat hij door Vlaamse ouders was geadopteerd. “Vlaams” hij moest lachen om dat woord: hij herinnert nog die jaren toen hij als jonge pagadder met zijn goedmenende, maar naïeve ouders “De Blauwvoet” zong in een tot de nok gevuld sportpaleis. Voor een derde van die Vlamingen was hij nu echter een Makkak, of een zandaap. Een werkloze zandaap, tenminste als hij niet zou oppassen. Hij had lijdzaam moeten toekijken hoe de directeur met een nauwelijks verhuld leedvermaak het rapport van de pedagogische begeleider had voorgelezen. “De onderwijsverstrekker werd verweten lessen literatuur te doceren. Bovendien dienden die literatuurlessen geen ander, praktisch doel. De onderwijs-
uit over de aarde en wist overal waar het zich neerpootte het Filisterdom te verspreiden. Geen gering aantal onder hen behoorde tot de machtigste mensen van hun tijd, ook lang na Ismaëls dood: de Fuggers controleerden lange tijd het bankwezen in Europa, door hun aderen stroomde Ismaëls bloed. Ook de Tafts en de Vanderbilts in de Verenigde Staten stamden van de Opperfilister af. Rupert Murdoch bezit nog een onsje van zijn bloed. Van Etienne Davignon en zelfs Daniël Coens wordt beweerd dat zij verre nazaten zijn. Maar terug naar Ismaël nu. Eénmaal hij de herfst van zijn leven had bereikt, besefte hij dat hij de machtigste heerser in de geschiedenis van de mensheid was. Hij genoot een absoluut gezag, of toch bijna: geruchten deden immers de ronde dat éne Averroës in Cordoba het had aangedurfd de leer van “De Ridders van het Heilige Kruis” af te doen als kinderlijk bijgeloof om in de plaats daarvan de inzichten van Aristoteles te onderwijzen. Het duurde niet lang of de Andalusische geleerde werd door twee huurdoders naar een afgelegen plek geleid waar hem eerst de ogen, dan de tong en vervolgens de vingerkootjes, één voor één, werden afgesneden. Daarna openden ze zijn maag en trokken ze er de darmen uit. Nog half levend werd hij in een put gesmeten die de moordenaars onder een appelboom hadden gedolven. Nu was er niemand meer die nog zou optornen tegen de almacht van Ismaël, althans dat dacht men. Eeuwen gingen voorbij. Intussen hadden de wortels van de appelboom diep in de grond zich gevoed met het stoffelijk overschot van Averroës. Nooit eerder droeg de boom zulke vuistdikke vruchten. Kinderen klauterden erin om appels te plukken. Telkens ze zich te goed deden aan het zoetzure sap en het stevige vruchtvlees, beseften ze niet van welke geheime kracht ze zich deelgenoot hadden gemaakt. Niet ver van de universiteit waar Averroës doceerde, meer bepaald tegenover de plek waar het marmeren standbeeld van Seneca was opgericht, woonde er een Arabisch – Spaanse schone, Aïsha genaamd. Zij was een telg uit de invloedrijke Almoravi10
Het waren die blikken geweest van die jongens en meisjes vóór hem, hun lach, hun gebaren, hun rebels verzet die zijn lichaam weer deden volstromen met datgene waar zijn verstand hem van had afgeschermd: gevoelens van tevredenheid na een zware dag werken, van plezier, van ergernis, van woede, van sympathie … In de tuin van zijn huisje hurkte hij neer bij een appelboompje dat hij had gekregen van zijn favoriete leerling: een kei in talen en een echte liefhebber van boeken, een herinnering aan het feit dat hij zou blijven vechten voor de literatuur omwille van de literatuur zelf.
verstrekker had de euvele moed gehad om de vraag te stellen wat een bepaalde passus uit een roman betekende, in plaats van te peilen naar welke gevoelens de tekst bij de leerlingen opriep.” Houssein kreeg een blaam van de directeur, maar hij werd de laan niet uitgestuurd, omdat hij tijdens de les blijk gaf van kennis over het onderwerp. Toen hij uit de tram stapte dacht hij onwillekeurig aan de eerste dag dat hij was begonnen les te geven. Het studeren had hem toen uitgeblust. Hoe gulzig hij ook boeken en artikels had verorberd, iets was in hem uitgedoofd. Te lusteloos om zijn studies af te werken zocht hij naar een job, eender welke. Hij kreeg een werkaanbieding als leraar talen.
Wenzel Van Deun
Ik ben mijn hart bij jou verloren die leegte werd opgevuld door liefde en geluk Maar nu ben ik jou verloren en dit alles ging weer stuk Ik was leeg, met enkel een omhulsel ... Dat hart dat kan me gestolen worden Maar jij bent wat ik hebben wil
Ik had jou meer moest ik niet hebben Maar, het kon niet, het mocht niet zijn ik had het moeten weten het was gedaan ik wou het niet geloven ... ik klampte me vast aan de dingen die ik niet meer had Ondanks ruzies, discussies en complicaties.. zal ik altijd van je houden het was de mooiste tijd van mijn leven ik zal je niet vergeten!
11
Is het aftellen reeds begonnen? vijf bladzijden straf aan ons been te hebben. Maar desondanks wist hij mijn hart te veroveren en kreeg hij de bijnaam Deunie. Maar het toppunt van dit alles is dat deze man dit jaar weer voor onze klas staat, dit als enige mannelijke leerkracht Latijn. Dat brengt me bij Mevrouw Hens,die Caesars veldslagen verhaalt alsof ze zelf in de slaglinie stond en bij Mevrouw Vermeire die van onze klas een echt kiekekot maakte tijdens het metrisch lezen. Om deze ode aan leerkrachten met stijl te eindigen deel ik nog enkele eervolle vermeldingen uit. Allereerst aan Meneer Thooft omdat hij zo’n geweldige muzieksmaak heeft en Engeland als zijn tweede thuis beschouwt. Aan meneer Loncke, want ook al spreek ik Frans met haar op en kreeg hij enkel “oui” en “non” op mijn mondeling examen te horen, gaf hij me toch een mooi gemiddelde. Als klastitularis schoot hij soms te kort daarom mijn dankbetuiging aan Mevrouw Van De Nest die alles in goede banen leidde en nog eens met volle overtuiging de show wist te stelen als John Travolta. In de loop der jaren hebben wij heel wat wijsheid opgedaan en het is nu onze zware taak deze aan jullie, opvolgers mee te geven. Geniet van Meneer Meerlaen in strakke witte T-shirt wanneer hij oefeningen op gelijke leggers voordoet. Geniet van alle uitstappen en tweedaagse die er volgen, in het bijzonder van Parijs. Laat vooral geen borden vol etensresten vallen op de kruikenburgse feesten en kruip niet in het bootje dat ligt te dobberen op de vijver. Doe enthousiast mee aan het free podium, kom naar de filmavonden, speel mee in het toneel… Het is nu aan jullie, maak ons trots.
Met trots lopen we door de gangen. Schouders wijken niet langer voor diegenen die ons passeren, lopen tegen ons is op eigen risico, wij kijken niet achterom. Je kent ons wel, de zesdes. Voor sommige zijn we ware tirannen, maar ook wij waren eens 3des, 4des en 5des. Waar is de tijd dat wij als groentjes de poorten doorwandelden, boekentasjes hoog opgetrokken en speciaal voor de gelegenheid ons zondags kostuum aan. Met onze bokes in de ecologische brooddoos (we zijn nu eenmaal een groene school) en met bange hartjes zoekend naar ons thuislokaal. Bange hartjes, want onze zussen en broers hadden ons al gewaarschuwd voor de leerkrachten. Sommigen werden geprezen, anderen werden gevreesd en steeds terecht zo bleek. Als kleine uk dacht ik steeds dat ik een kei was in wiskunde, de tienen volgden elkaar op en vraagstukken oplossen werd een hobby, tot Meneer Muylaert ten tonele verscheen. Nooit vergeet ik die eerste wiskundeles. Niet de gewoonlijke kennismaking, geen poespas over wat er dat schooljaar zou volgen maar onmiddellijk zware vergelijkingen en goniometrische formules. En als overmaat van ramp moesten we eerst Meneer Muylaerts zinnen ontcijferen voor we aan het werk konden. “Bééreken Alfred, Camiel, Jos en Mark”, raak daar maar eens wijs uit. Soms moest er al eens gezongen worden of werd er gediscussieerd over posters van “The Offspring” of “Spring” maar één ding staat vast, de lessen wiskunde waren steeds een feest. De Engelse lessen werden dan weer opgefleurd door Meneer Van Deun. Laat je vooral niet misleiden door de man zijn kleine gestalte, zijn stem kan een hele aula vullen. Meermaals werden we bedreigd met latten, ijzeren kettingen en deurposten. Indien we onze “Irregulars” niet uit het hart kenden zouden onze tien vingers worden afgehakt en wanneer we een balpen lieten vallen liepen we het gevaar
Want voor ons is het aftellen immers al begonnen. Liebeth Braux, 6 LaWi
12
From China, with love hoogte (niet voor niks ‘Heavenly Lake’ genoemd), het diepst gelegen ter wereld t.o.v. de zeespiegel, droogste streek (het regent er gemiddeld 1 dag per jaar), de streek die de beste en zoetste druiven en meloenen heeft, de streek waar het gemiddeld in de zomer de hoogste temperaturen zijn. Onze terugreis naar Shanghai heeft wel lang geduurd. Het is blijkbaar het seizoen van die stormwinden en de Chinezen kijken er dus niet van op dat vluchten vertraging hebben. Meer regel dan uitzondering.
In elke aflevering van dit schooltijdschrift zal je fragmenten kunnen lezen uit het dagboek van mevr. De Pauw, die het Kruikenburgse groen voor een jaartje achter zich laat en de drukte van het Chinese Shangai opzoekt. Ze is daar de sterke vrouw achter haar zakenman, Jan.
Dankjewel Lieve vrienden en verwanten Toen ik na mijn laatste ‘familieavondmaal’ voor de finale afreis naar Shanghai een stijlvol lederen boekje met handgeschepte papieren bladzijden overhandigd kreeg, moet mijn gezicht boekdelen hebben gesproken: mysterie, nieuwsgierigheid, verwondering en verbazing. Een vriendenboekje met gelukwensen, mijmeringen, artistieke knipsels en collages en ontboezemingen. Wat een cadeau! De deugnieten die hun reiswensen in het Chinees hebben verwoord en waarvan ik dus geen jota (ik moet me hier in het Grieks behelpen) van begreep, stelden mijn vrouwelijke ondeugd extra op de proef. Het vriendschapsboekje ligt nu in onze Chinese wandkast veilig opgeborgen om later, wanneer heimwee me zou overvallen, als trouwe toeverlaat te mogen dienstdoen. Dank aan ieder van jullie voor de bijdrage aan dit ontroerend en hartverwarmend kleinood!
Nine million bicycles in Beijing Hoeveel fietsen er in Shanghai zijn, weet ik niet. Maar er is alvast eentje meer, want ik ben de trotse bezitter van een echte Chinese Giant-vrouwenfiets. Het meest betrouwbare merk, beweert mijn lerares Chinees, die een ervaren fietsster is. Voor 50 ? heb je een oerdegelijk uitziend Hollands model met boodschappenmandje, slot en fietspomp. Dat laatste had ik me kunnen besparen, want op elke hoek van de straat pompt men gratis lucht in je banden. Na een proefritje van 5 minuten naar de dichtbijgelegen westerse supermarkt blijkt het zadel afgesteld op de gestalte van de gemiddelde autochtone Chinese, die nog kleiner is dan ik. Glimlachend en knipmesbuigend herstelt de fietsenverkoper het euvel met veel excuses en dus werp ik me gerustgesteld opnieuw in het
From China to China Voor Jan was onze uitstap naar het uiterste westen van China een welgekomen ontspanning. Hij heeft de afgelopen 6 maanden keihard gewerkt (7 dagen op 7 en zo’n 14 uur per dag, geen mens die dat volhoudt) en heeft op mij gewacht om samen vakantie te nemen ‘in eigen land’. Onze trip naar Urumqi (een oase in de Taklamakanwoestijn, bij de grens met Afghanistan en Turkmenistan) was er één van superlatieven: ter wereld het meest afgelegen van een zee, het bergmeer op 2000 m 13
Als welopgevoede Belg durf ik dit nogal onbeschaafd en egoïstische gedrag niet imiteren. Vooral uit eigen lijfsbehoud.
verkeer. Grosso modo stemt de Chinese wegcode met de onze overeen, ware het niet dat men er zich geen snars van aantrekt. Want hoe gedraag je je bij voorkeur als doorsnee automobilist in Shanghai? Wanneer het verkeerslicht op rood springt, geef je extra gas en vertrek je minstens een halve minuut vooraleer het licht groen wordt. Gelukkig voor jou kan je dit goed voorspellen door de groene wegtikkende minuten die voor de kruisenden worden aangegeven. Je stopt NOOIT voor overstekende voetgangers of fietsers als je rechts afslaat. Kom je uit een parking de baan opgereden, werp je dan bruusk voor de aankomende auto. Liefst zonder te kijken of er een fietser of voetganger langskomt. Sta je in de file, begin dan onophoudelijk te toeteren, liefst luider en langer dan je voor- of achterligger. Laat medepassagiers in- en uitstappen op de meest drukke kruispunten. Parkeer je wagen waar je plaats vindt. Als de parkeerplaatsen vol zijn, is de stoep een uitstekend alternatief. Ben je een fietser of bromfietsbestuurder, gedraag je dan op gelijkaardige wijze. Negeer de verkeersborden die eenrichtingsstraten aanduiden en rijd gewoon tegen het aanstormende verkeer in. Een andere mogelijkheid is de stoep gebruiken. De eventuele voetgangers die je daar tegenkomt, rinkel je van het pad af of rijd je omver. Een brommer heeft voorrang op een fiets, een fiets heeft voorrang op een voetganger, ongeacht de verkeersregels. Het recht van de sterkste.
Tony and Guy’s hairdresser’s Van onze Limburgse onderbuurvrouw Kim kreeg ik een betrouwbaar kappersadres in Shanghai. Behalve de receptioniste was het personeel uitsluitend mannelijk: hip en jong in exclusief zwarte outfit. De klant kan de hiërarchie binnen het team onderscheiden door het prijskaartje. Je kan kiezen tussen de goedkope stagiair, de beginneling, de ‘average’ stylist, de ‘creative’ stylist en de dure hairdesigner. Ik neem de gulden middenweg, zoals mijn sterrenbeeld Weegschaal het voorschrijft. Dat het team de Chinese gedragscode kent, is duidelijk wanneer het tijdstip van de afspraak (alweer) niet kan gerespecteerd worden. Een half uur wachttijd. Glimlachend neem ik het aanbod van een gratis crèmebadbehandeling aan ter compensatie voor het oponthoud. Die bestaat erin dat een stagiair zich een 30-tal minuten onledig houdt met instrijken van elke haarlok met een melkachtige substantie, waarna de boel in vershoudfolie wordt verpakt om onder een vreemd konisch droogtoestel op te warmen. De psychedelische NewAge-achtergrondmuziek brengt me bijna in hogere sferen als plots Ken, de door mij uit-
14
gekozen kapper, opduikt. Hij neemt professioneel over. Bijna klinisch. Bij het wassen heeft hij een hygiënisch monddoekje om en ik een kraaknette witte kappersschort. Mijn leesbril en oorbellen moeten af. Hij masseert de hoofdhuid geduldig, spoelt en wast, spoelt en wast, spoelt en wast... eindeloos. Eindelijk wordt de schaar bovengehaald. Gelukkig snapt hij – ondanks mijn Chinees analfabetisme- onmiddellijk hoe ik het geknipt wil hebben en toont hij met veel bravoure zijn kapperskunde. Het praatje waartoe ik me in België verplicht voel, blijft gelukkig achterwege. Als ik me in de spiegel kritisch bekijk, vind ik het resultaat aanvaardbaar, maar wel speciaal... Na twee uur een half verlaat ik het kapperssalon met tuitende oren en een piekachtig modern Chinees kapsel om ”u “ tegen te zeggen. Gelukkig heb ik thuis nog een haarborstel.
worden gehouden. De ex-werkgever van de 68-jarige overledene komt de eer toe te openen. Als hoofd van de chemische fabriek waar de moeder van Jane heel haar leven heeft gewerkt, heeft hij de plicht om tot der dood voor zijn werknemers te zorgen. Het pensioen, de zorg voor de gezondheid, maar ook de begrafenis vallen onder zijn verantwoordelijkheid. Tijdens de afscheidsrede door de broer van Jane voel je de emoties voor het eerst door het koele zaaltje gaan. Zakdoekjes. Gekuch. Mijn verontwaardigde blik heeft het aanhoudend gsm’en achteraan in het zaaltje niet verhinderd. De speech van de zoon doet dat wel. Het wordt de vader van Jane te machtig en het zacht treurend gekreun wordt sterker tot hartverscheurend. Na de toespraken schuift de lange rij rouwenden aan voor de laatste groet. Het lichaam lag tot nu toe onttrokken aan het oog achter de hoog opgestelde foto en bloemenkransen. Mevrouw Hong ligt opgebaard achter de stelling, uitgedost in prachtige traditionele klederdracht. Ze draagt een rood- en goudkleurige zijden qipao, bestrooid met vele kleine pakketjes. Haar voeten steken in geborduurde zijden muiltjes. Door haar gitzwart haar lijkt ze veel jonger dan ze is geworden. Je herkent Jane in haar gelaatstrekken: frêle, gaaf, sereen. Het glazen deksel van de kist doet sprookjesachtig aan, alsof ze straks door een kus zal wakker worden. Maar de harde realiteit van het afscheid dringt pas echt tot je door als – nog tijdens de aanwezigheid van enkele napratende familieleden en vrienden – de kist luidruchtig wordt dichtgespijkerd. Een zwart deksel vervangt het glas. De spijkers maken het afscheid definitief.
Een troostpakketje Voor het eerst sinds mijn verblijf hier is het een druilerige dag: grijze wolken en miezerregen. Het weer lijkt solidair met de mensheid, want vandaag wordt de mama van Jane, een collega van Jan, ten grave gedragen. Overlijdensberichten worden mondeling meegedeeld, doodsbrieven lijken onbestaande. Chinezen weten niet goed hoe ze moeten omgaan met de dood in het algemeen. Ze zijn onbehouwen en zwijgzaam over het onderwerp. Doodgaan blijkt een taboe. Onze handtekeningen in het rode rouwregister vallen op tussen de Chinese karakters. Wij zelf ook trouwens, als enige westerlingen tussen de honderdtal hoofdzakelijk mannelijke rouwenden die zich rond de foto van de overledene hebben geschaard. We krijgen een geel katoenen bloempje opgespeld terwijl we verbaasd het plastiek zakje in ontvangst nemen met daarin een sponsen toiletdoekje samen met een reep Kitkat. Een troostpakketje. De ceremoniemeester laat muziek uit de luidsprekers galmen, waarna twee toespraken 15
Neen, ze zaten niet op hun op hun lui gat! De jeugd van tegenwoordig! Wat doen ze nog? Lang slapen en computerspelletjes is nog het enige wat hen interesseert! Laat de jonge werken zodat de oude kunnen genieten van hun oude dag! Duizend en één clichés zijn er rond onze moderne jeugd al geformuleerd. Maar is de jeugd wel zoals men ze voorheeft? JrK is zeker van niet! Gedurende 3 weken in de maand augustus,heb ik bij de dienst milieu van Affligem gewerkt, namelijk achter de vuilkar ‘gelopen’. Gelopen, zeg maar, want het was niet altijd even ‘relax’ als op mijn eerste werkdag. De eerste dag, die reeds begon om 6uur (het vroege opstaan was echt uitputtend en belette dat ik laat kon/mocht opblijven), hadden ze me wat wegwijs gemaakt in en rond de vuilkar. Het was niet enkel zakken in de laadbak gooien, maar ook met de ‘press’ werken. Wat het lopen betreft, ik werkte samen met een chauffeur, die ze wel eens Schumacher noemen, je kan het al raden. Op gegeven momenten was het echt gooien met de vuilzakken om hem te kunnen bijbenen. Mijn eerste vuilzak die ik oppakte, had ik al prijs. De zak was natuurlijk open gescheurd en ik heb alles netjes moeten opruimen. Wat er allemaal niet in zo een vuilzakken zit. Soms wogen deze vuilzakken zelfs zoveel dat ik en mijn collega ze met twee moesten opnemen. De stank, werd je gewoon, zo erg was deze niet (of toch niet altijd). De maden daarentegen waren verschrikkelijk, dat en het vroege opstaan had/deed ik niet graag. Er waren ook positieve dingen aan dit werkje, namelijk; ik had de hele namiddag nog, om eventueel wat uit te rusten of om iets anders te doen. Al bij al is dit vakantiewerk zeer goed meegevallen, toffe collega’s, … Mijn toenmalige baas was zeer tevreden over mij en zei dat ik volgend jaar zeker mag terug komen. Het was een hele toffe ervaring en is zeker een aanrader om eens als vakantiewerk te doen. Thomas, 6 EcMt
1 juli 9u : « Dienstmededeling, juffrouw Icks wordt aan de kassa gevraagd, alstublieft. » Een u allen welbekende zin (alleszins voor de Delhaizeklanten) maar die voor sommigen belangrijker is dan voor de meesten onder u. « O nee, waarom roepen ze mij aan de kassa ?? » Met een beetje schrik ga ik vlug een kassa openen en zeg ik heel beschaamd, zodat de klanten het nog net kunnen horen : « U mag ook aan deze kassa aanschuiven, a.u.b. » Voor de eerste keer sta ik alleen achter een kassa, met niemand rond me om mijn fouten op te lossen… Met een paar foutjes -zoals een heer die bijna 580 EUR betaalde voor 3 artikelen- overleefde ik die eerste dag heus wel ! De tweede dag was al veel relaxer : « Werken in de Delhaize valt echt nog goed mee » zeg ik nog aan een collega. « Jaja, maar wacht maar tot het leverdag is ! » « Leverdag ? Wasda ? Is de lever dan aan de halve prijs ? » Ik wist het niet, maar besloot om het niet te vragen en maar braaf te lachen. En dat was een goede beslissing, want het werd me meteen duidelijk wat het was. Dozen sleuren, dozen openmaken (of toch proberen, zonder cutter…) en de rekken vullen. Best wel fijn, tot je heel een rayon moet leeghalen om de nieuwe blikjes achteraan te zetten en de oude blikjes weer voor de nieuwe te rangschikken. Om dan te merken dat al de oude er niet meer in geraken omdat er te veel nieuwe in zitten. Dan rest jou alleen nog maar om de oude er weer uit te halen, enkele nieuwe op kant te zetten en dan weer de oude op hun plaats zetten. Zo gaan leverdagen dus voorbij : kijken naar de datum (en hopen dat die dezelfde is, zodat je gewoon maar kunt bijvullen), blikjes, 16
ook ik even binnendringen in de wereld van de volwassenen. Een 2weken durende vakantiejob in het ziekenhuis lachte me toe… Maar in tegenstelling tot wat we als student wel eens durven beweren, is het leven van de werkende mens ook niet altijd even amusant. Al mag ik zeker niet klagen: het personeelstekort in de verzorgingssector ging blijkbaar toch niet op voor de dienst waar ik werkte, met weinig druk en veel pauzes tot gevolg. En zeggen dat ik daar nog goed voor betaald werd ook. Maar bij tropische temperaturen van 35° en meer door muffe ziekenhuisgangen lopen om medicamenten rond te brengen, is toch niet de leukste manier om je vakantie door te brengen. Dus, ik zal het maar eerlijk toegeven : ons studentenleventje is misschien al bij al toch zo slecht nog niet…
dozen,… uithalen en de rekken bijvullen. Heel fascinerend, zeker na een maand… maar toch zeer leerrijk ! En na een maand, kwam de beloning van het lange zwoegen : centjes ontvangen ! Een leuke manier om niet op je lui gat thuis te blijven zitten en een centje bij te verdienen ! Icks.
De jeugd zit niet stil… ‘Als ze niet achter hun computer zitten, liggen ze voor tv’, ‘Ze weten niet meer wat werken is’, … Geef toe, er wordt niet altijd even eerbiedig over ons, ‘de jeugd’, gesproken … Maar wie haalt het in zijn hoofd om tijdens de zomervakantie uit vrije wil te gaan werken? Inderdaad, de jeugd. Nu ik de magische leeftijdsgrens van 16jaar overschreden had, kon
Katoo Gaillet 5LaWi6
1 september, een dag uit het leven van een Kruikenburger moet ik nu voortmaken. Uit een ver verleden meen ik me te herinneren dat de ochtenden een mooi staaltje van precies tijdgebruik zijn. Aangekomen in de badkamer kruip ik in de douche. IJskoud water haalt me uit de tweede slaap. Half wankelend grijp ik naar de zeep en even later kom ik al iets frisser m’n kamer terug binnen. 8u35. Tien minuten achter op schema. Hoewel m’n benen aanvoelen als lood dwing ik mezelf om me naar m’n boekentas te bewegen. M’n ogen speuren de kamer af en ik zie haar liggen onder m’n bureau. Nadat ik met m’n hoofd tegen de stoel ben gestoten val ik weer neer op m’n bed. “Waarom? Waarom?” roept een stem in m’n hoofd. Strompelend naar beneden besef ik dat dit het begin is van een nieuw schooljaar. Bij de gedachte word ik misselijk. In de keuken dwing ik mezelf tot het eten van een boterham. Met behulp van een beetje sinaasappelsap krijg ik hem binnen. 8u50. Ik sta klaar in de gang om te vertrekken maar besef
1 september. 8u. Voor de eerste keer sinds een lange tijd loopt mijn wekker af, verward sla ik in de richting van het geluid en ik draai me nog eens om. Plots komt het besef. Die wekker was aangezet met een reden. Een huivering loopt over m’n ruggengraat. Een beetje slaapdronken zet ik me recht op m’n bed. Elke vezel in m’n lichaam schreeuwt om nog een beetje rust. Mijn hoofd zakt in m’n handen en bijna val ik weer in slaap. Dan loopt de wekker een tweede keer af. Een stekende pijn schiet naar m’n hoofd. Met een wanhoopssprong bereik ik juist de wekker die al op de grond lag van de vorige afdruk. Het schrille geluid stopt maar toch blijft m’n hoofd nazinderen. Ik dwing mezelf de rolluiken te openen. M’n ogen worden verblind door de intensiteit van het licht. Voor een derde keer in vijf minuten een felle pijn in m’n hoofd. Het liefste van al zou ik weer in bed willen kruipen, m’n deken over me trekken en hopen op betere tijden. Maar toch 17
van het jaar zullen houden. Niemand aan tafel ziet er echt uitgerust en opgewekt uit. De laatste vakantieweek heeft niemand echt goed gedaan besluit ik. Zoals gewoonlijk wandelen we op de speelplaats weer rond de bomen/struiken en wordt er gepraat over banale dingen. 12u30. Onverbiddelijk gaat de bel weer. Het schooljaar wordt definitief op gang gefloten met de eerste drie lesuren. Engels, Frans en Latijn. Meneer T’hooft legt zijn portfolio principe uit en vertelt dat we geen examen voor Engels hebben! Leve permanente evaluatie denk ik bij mezelf terwijl de bel weer gaat en Mevrouw Rossel de klas binnenkomt. Zij vliegt er meteen in en met een supersmile begint ze te ratelen in het Frans. Ik doe m’n best om mee te werken maar het ontbreekt mij aan krachten. Na vijftig minuutjes doet Mevr Hens op haar beurt haar best om ons weer warm te maken voor een nieuw schooljaar vol poëzie en stijlfiguren maar de herinnering aan de vakantie is nog te vers voor iedereen. Het lesuur gaat dus maar traag vooruit na schijnbaar lange tijd gaat dan toch de bel. 15u. Weekend! Iedereen verlaat met verbazingwekkende snelheid de klas.Op de speelplaats besluiten we met de vrienden nog allemaal samen iets te gaan drinken. 15u15. Onder het warme zonnetje zitten we op het terras van de Manu te genieten van een fris pintje. Nooit gedacht dat een eerste schooldag zo mooi kon eindigen.
dan dat m’n boekentas leeg is. In looppas naar de keuken. Boterhammen en drankje klaargezet door m’n moeder – waarvoor dank - bevinden zich op de keukentafel. Nu juist nog een balpen, die ik na even zoeken, ook nog vind. 8u54. De deur slaat toe achter me en op m’n mp3 geven de Dewaele broers nog even het beste van zichzelf. 8u57. Al een beetje beter gezind kom ik aan op school. Meteen hoor ik dat ik met een paar vrienden in dezelfde klas zit. Oef. Dan toch nog misschien kans op een leuk jaar. 9u00 stipt. Aangekomen in de containerklas worden de banken opgeëist. Een zeer kritiek moment. Met een mooi manoeuvre claimen Niels en ik een van de achterste banken. Weer oef. Weer een zorg minder. Zoals elk jaar wordt het schooljaar op gang getrokken door de uitdeling van boeken en allerlei papieren. Intussen even speeltijd. De nieuwe derdejaars staan een beetje onwennig op de speelplaats terwijl de andere jaren zoals gewoonlijk toertjes rond de bomen stappen of in groepjes een beetje staan bij te praten. Een vertrouwd beeld. Tien minuten later gaat de bel en iedereen keert weer terug naar z’n nieuwe klaslokaal. De zojuist frisse opgesnoven lucht contrasteert fel met het nu al muffe lokaal. Terug neergezeten aan m’n bank krijgen we ons nieuwe lessenrooster. De rest van de voormiddag gebeurt er niet veel spannends meer. 11u40. De bel gaat weer en een mensenmassa stroomt naar de refter. Nadat we een beetje worden opgehouden door een of andere leerkracht met een belangrijke mededeling mogen we dan toch gaan zitten op onze plaatsen die we de rest
Met dank aan Mr. Muylaert, Anthony Heirbaut 5lw6
18
Leerlingenwerking op Kruikenburg Een krak van een mens Misschien hebben jullie al eens gehoord van KRAK maar zitten jullie nog steeds met de vraag: ‘wat is KRAK eigenlijk?’. Hier komt het verlossende antwoord. Krak ( Kruikenburg Actiecomité) is een groepje leerlingen van de 3e graad die zich willen inzetten voor het goede doel. De krak zelf werd gesticht door Meneer Harnie en Meneer De Leener en bestaat reeds 23 jaar. Ons doel is om het hele (school)jaar door geld in te zamelen voor goede doelen en ondertussen ook eens na te denken over dingen die onder de mensen leven. We proberen op onze manier de levenskwaliteit van kansarmen te verbeteren. Hoe zamelen wij nu ons geld in? Wij hebben enkele activiteiten die elk jaar op het programma staan waarvan de belangrijkste activiteit toch wel de Vredesdag is. De vredesdag of Krakdag vindt plaats de vrijdag voor de herfstvakantie. Het is een dag die wordt gestart met een openingsmoment waarbij we de andere leerlingen eens willen laten nadenken over een bepaalde problematiek. Daarna zijn er voorstellingen over projecten die we steunen of projecten die een beetje meer aandacht verdienen. Onze voormiddag sluiten we af met workshops (djembé, Afrikaans dansen, koken, hennaschilderen) en tijdens de middag kan iedereen genieten van onze overheerlijke barbecue. ‘s Namiddags houden we dan ons alom bekend free podium. KRAK organiseert ook nog andere activiteiten zoals het dessertenbuffet voor de leerkrachten, de voetbalmatch leerlingen- leerkrachten, de lessenmarathon.
Maar waar gaat het geld naartoe? Ons ingezamelde geld gaat ten eerste naar onze 4 sponsorkinderen maar ook naar projecten/goede doelen in de ontwikkelde landen zoals kinderkankerfonds, andersvaliden, thuislozen, …en projecten in ontwikkelingslanden onderwijs voor weeskinderen, gezondheidszorg voor straatkinderen, aidspatiënten. Krak zit eigenlijk niet stil en wil zoveel mogelijk mensen helpen met de middelen die ze heeft. Alles wat we gedurende één schooljaar inzamelen, schenken we ook terug weg. En dat voelt goed, … Thalassa Krak
KRAK dankt heel hartelijk de leerlingen van het 6de jaar van het schooljaar 2005-2006 voor hun gift van 1000 euro. Hiermee kunnen de onderwijskosten van de vier sponsorkinderen zeker gedekt worden.
19
Kreco Hey iedereen, hier komt even een woordje uitleg over KRECO. KRECO staat voor KRuikenburg ECOlogisch en is dus de milieuwerkgroep bij ons op school. Wij proberen ervoor te zorgen dat onze school een stukje groener en mooier wordt. Dat doen we door onder andere een verkoop van milieuvriendelijk materiaal en allerlei sponsoracties te houden. Dit jaar komen er enkele nieuwe initiatieven bij, Wim gaat aan de derde graad tijdens de middag relaxatieoefeningen geven en Jasper en Karen bieden gezonde middagontspanning in de natuur aan. Daarvoor hebben we jullie hulp nodig, want alleen kunnen we dit natuurlijk niet, daarom zouden wij nu graag
al een oproep doen om jullie kandidaat te stellen om mee te komen helpen op onze carwash en om mee te voetballen op onze voetbalmatch.
Leerlingenraad Hallo leerlingen, Welkom in een nieuw (en misschien eerste) schooljaar op Sint- Jozef. Vooral voor die nieuwelingen maar natuurlijk ook voor onze veteranen is er dit stukje in de JRK over de leerlingenraad. Jawel hoor, ook weer dit jaar zullen leerlingen die ambities koesteren om iets te veranderen/ toe te voegen aan het schoolgebeuren zich weer inzetten om het schoolgaan aangenamer te maken voor ons allen. Over wat dit inhoud wil ik verwijzen naar vorige activiteiten die door de leerlingenraad georganiseerd werden, zo zijn er filmavonden, verkoop van eten/drinken elke donderdag om de 2 weken ongeveer (zoals dit jaar al ijs roger),ook Nigel Williams was een initiatief van de leerlingenraad, en 2 jaar geleden was er ook nog stressfactor. Ook dit jaar plannen we weer iets groots voor jullie. Maar om dit allemaal gerealiseerd te krijgen zijn er natuurlijk mensen nodig die dit willen organiseren. Dat zijn wij dus. Ook
staan wij in nauw contact met de schoolraad (raad die alles regelt i.v.m. het schoolreglement) Dit alles maakt ons dus het ultieme aanspreekpunt voor de leerlingen die goede ideeën hebben, klachten hebben, of zich mee willen inzetten in het schoolgebeuren. Je spreekt maar een van ons aan , we zijn namelijk altijd bereidwillig om jou te helpen, en anders schrijf je jouw prachtige ingevingen maar op een papiertje en drop je ze in onze gele bus (papiertjes van twix, Mars, kauwgom, gelden niet als prachtige ingeving) Hierbij ook nog een oproep aan mensen die 20
zich geroepen voelen hun steentje bij te dragen om op woensdagnamiddagen (direct na de school uren) mee te komen vergaderen , eens te luisteren , ... Want ook dit jaar is er werk aan de winkel zoals filmavonden, verkoop, groot project, en vele andere dingen.
Nog een prettig schooljaar toegewenst en hopelijk tot woensdagmiddag. (nvdr: de nieuwe cover van JRK is van de hand van Dorien Streus (4Hw), lid van de leerlingenraad. Hartelijk dank Dorien !
De sportraad: wie zijn we en wat doen we? De sportraad is pas dit schooljaar opgericht onder leiding van Mevr. Coppieters. We hebben nog niet zo veel leden, aangezien we nog niet gekend zijn, dus als je zin hebt om je ook actief in te zetten … De tweede graad komt samen op maandagmiddag en de derde graad op dinsdagmiddag, telkens in de sportzaal. Ons doel is om het sporten op school op een leuke manier te promoten. Onze inleidende
activiteit was de klassencompetitie touwtrekken, de winnaars werden beloond met een beker. Wat mag je nog verwachten? Een volleybal-, een voetbal-, een pingpong-, een badmintontornooi,… Geen paniek voor de minder sportievelingen, niet alles is competitief, er is ook tijd voor spel en plezier!
Klasvormingsdag
iets beter te leren kennen en op één enkeling na (die verstek liet gaan voor deze dag, jammer jammer…) is ons dat als klas zeer goed gelukt. Nieuwsgierig kwamen we aan in iets wat ons een klooster leek, maar uiteindelijk een gebouw bleek te zijn waarin zich gewoon wat
Daar stonden we dan, om negen uur ‘s ochtends, aandachtig naar de instructies van Mevr. Callewaert te luisteren en toch wel tegen de wandeling van meer dan 7 kilometer op kijkend. Nadat onze eeuwig charmante titu vrijwel meteen een slachtoffer gevonden had om samen met haar onderweg, voor gids te spelen, waren we klaar voor vertrek.. De wandeling op zich viel al bij al heel goed mee, het zonnetje scheen en naarmate de kilometers vorderden kwamen de tongen wel zéér los, ook bij Mevr. Callewaert die zelf natuurlijk ook haar ‘ketten’ eens van een andere kant wou bezig horen/zien. Door deze wandeling kregen we de kans om elkaar toch net 21
promoten tot bepalen wie de leiders en de volgers in onze klas zijn, allemaal gepaard gaande met heel wat plezier én ontdekkingen (met op de achtergrond gewéldige muziek, waarvoor we Mhr. Gezel danken). Dat was tenslotte de bedoeling, de interesse voor anderen opwekken, nieuwsgierig zijn naar en aandachtig hebben voor de bezigheden van die leerling die nu net aan de andere kant van de klas zijn of haar plaats heeft en waar je nog nooit wat tegen zei. Na een ontspannende middagpauze nog één laatste opdracht en dan de puntentelling…De winnaars bleken WIETSE & THE PUSSYCATS te zijn en zij mochten dan ook een heerlijke zak Chocotofkes in ontvangst nemen (die ze mooi met iedereen gedeeld hebben, flink !). Deze dag viel geweldig goed mee, met dank aan onszelf en onze leerkrachten natuurlijk, maar was nu alweer gedaan. Daar was reeds de trein die op ons wachtte en met z’n allen gingen we moe maar voldaan terug naar huis toe…
broeders bleken te bevinden. En daar was hij dan… Mhr. Gezel ! Onze enthousiaste begeleider voor die dag bezorgde ons een hartelijke ontvangst en vond het een goed idee om eerst een klasfoto te nemen en daarna toch even uit te blazen, iets te drinken, het toilet even een bezoekje te brengen of gewoon ons achterwerk een zitplek te gunnen. Dit wil niet zeggen dat we er niet meteen zijn ingevlogen ! Mhr. Gezel en Mevr. Callewaert hadden beiden duidelijk heel veel zin in deze klasvormende maandag. Allereerst werden we in groepjes verdeeld op basis van met wie je dit schooljaar nog niet echt contact gezocht hebt of wie je helemaal niet kent. Elk groepje kreeg dan gedurende de hele dag heel wat opdrachten, zo werkte je samen en kreeg je alweer de kans om je medeleerlingen eens buiten die vier klasmuren te leren kennen. Als je de opdrachten tot een goed einde kon brengen waren er punten te verdienen. Wàt moesten we nu zo al doen ? Wel een heleboel, van kaartenhuizen bouwen tot raden welke persoonlijke voorwerpen tot wie behoren tot reclamespotjes bedenken om onze klas te
Sofie, 5 EcMt
22
De poort ging dicht, hek ging open… Als je in het 2de jaar van Sint-Angela zit denk je dat je groot bent. Maar dan ga je naar SintJozef en ben je weeral de kleinste… Op de eerste schooldag werden de klassen verdeeld. Ik hoopte dat ik bij mijn vrienden van vorig jaar zou zitten... Niet dus. Bijna iedereen van mijn vorige klas zat bij elkaar . Behalve ik! Uiteindelijk zit ik toch wel in een hele toffe klas. Dan vertelde de klastitularis wie mijn vakleerkrachten zouden worden. Sommige namen kende ik. Ik dacht bij mezelf: “Ik heb het weer getroffen!”. De eerste dagen op Sint-Jozef vielen goed mee. We moesten voorlopig nog niet te veel huiswerk maken. En sommige leerkrachten met een minder ‘positieve’ naam vielen dan toch wel mee. Maar stilletjes aan kregen we voor bepaalde vakken meer werk. Het tempo ligt bij sommige vakken echt wel hoger. Maar het vak dat het meest veranderd is, is L.O. Als we vorig jaar tijdens een les 500m. moesten lopen dan was het al veel. Nu moeten we per les zes ronden van 550m lopen! Dat is toch wel een groot verschil! Nu had ik (en vele anderen) voor de les wiskunde mijn bewijs niet goed geleerd. Als ‘straf’ werd ik als ‘vrijwilliger’ aangeduid (ik noem geen namen, meneer Muylaert) om een pracht van een artikel neer te pennen… Bij deze wordt dit dus afgeleverd! Sindsdien heb ik me voorgenomen om elk bewijs ALTIJD te leren. Dit was dus mijn eerste maand op Sint-Jozef. Daan, 3 LaW
D e k l a a g m u u r. Mijn klak.
mee tegen een goede prijs. Een meer waarschijnlijke reden is misschien dat ze het een vorm van beleefdheid vinden, een soort van respect tonen wanneer men binnen de school is. Dit is de beste reden die ik kan bedenken. Alhoewel ik dit nogal een flauwe en ietwat ouderwetse opvatting vind zal ik er toch moeten mee leren leven. Toch ga ik de leerkrachten geen gewonnen spel geven en zullen ze me er nog een tijdje mogen aan herinneren. Misschien worden ze het na verloop van tijd zo beu dat ze er niet meer op reageren en dat ik gewoon vrij rond mag lopen in de school met mijn ‘klak’ op mijn hoofd.
Waarom mag ik mijn ‘klak’ niet ophouden binnen de school? Telkens ik in school door de gangen loop of in de eetzaal zit, vergeet ik telkens om mijn pet af te zetten. Dan krijg ik meteen een sein van een leerkracht of van iemand van het secretariaat om me te melden dat ik ze moet afzetten. Nu vraag ik me eigenlijk af waarom ik ze niet mag ophouden!? Wat doe ik daarmee nu verkeerd en wie of wat heeft hier nadeel bij??? Misschien vinden de leerkrachten en directie het zo belangrijk omdat ze jaloers zijn op mijn pet, moest dit het geval zijn moeten ze me enkel maar aanspreken en dan breng ik er hen wel eentje
Groeten Thomas D’hoe, 6 EcMt!
23
Kreco informeert. Door de oerbossencampagne van vorig schooljaar heeft onze school nu gekozen voor agenda’s van 100% gerecycleerd papier.
MOSterd nr 7 , project MOS, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Vlaamse overheid
De kortste weg.
jaar? Wel, na al 1 toertje rond de school te lopen was de pijngrens in onze kuiten al verder verlegd dan de pijngrens in onze polsen. Dus besloten we, gregoriaanse kerkliederen zingend, over de markt te gaan lopen. Door dit ‘geniaal” idee van Elke Scholiers (die ons verplichtte deze short-cut te nemen) moesten (excuseer! MOCHTEN) we deze tekst schrijven. Oké we weten wel dat deze absurde tekst helemaal op niets slaat maar wij, Bo, Eva, en Elke, werden als arme slachtrijpe schapen uit 5EM (bedankt Mr. Goossens, voor het uitbreiden van ons vocabularium) gedwongen tot het schrijven van deze modderliteratuur.
De kortste weg tussen twee punten is een rechte. Dit heeft meneer Muylaert ons altijd proberen wijsmaken in het vierde jaar. De heimwee naar de lessen van ons wiskunde-idool overtuigden ons uiteindelijk om in een parabool (y = ax2 + bx + c) rond de markt te lopen, helemaal geen rekening houdend met de nulpunten. Elke wist namelijk niet meer hoe het zat met meneertje discriminant. Ze was totaal gedesoriënteerd, bijgevolg waren wij helemaal gedesillusioneerd! Maar misschien willen jullie weten waarom we nu net over de markt liepen in plaats van rond de school zoals al die andere kleine en al iets grotere kindjes van het vijfde en zesde
Eva Ledegen, 5 EcMt, met dank aan meneer Muylaert
Overal is iets te bewonderen, de kunst is het te vinden (Melita van Java)
De jeugd is de tijd om de wijsheid te bestuderen, de ouderdom de tijd om haar toe te passen (Jean- Jacques Rousseau) Achter elk probleem schuilt een nieuwe kans 24
Opstel van Joske Geen weer om een hond door te jagen...
kwispelstaartend langs de omheining, de neus beurtelings in de lucht en tegen de grond. Wat is er nu loos? Wie wil er nu in zo’n druilerig weer per sé zijn plasje gaan maken? ‘“André!!, Haast je, kom gauw binnen want het regent!”, roept ons ma hem na. Ietwat tegenpruttelend komt André opnieuw binnen. Hij vlijt zich opnieuw neer in zijn mand. Maar zijn neus gaat toch af en toe omhoog en snuift op een heel ongewone manier de huiskamerlucht in. Misschien heeft hij last van de huisstofmijt, of is hij allergisch aan ons ma haar kuisproducten, of is hij door het weer zodanig beïnvloed dat hij de winter met de zomer omwisselt? Wat is er toch met hem? Nou ja, wie is er niet door het weer gedeprimeerd? André, legt zich opnieuw neer, onze pa slaat een bladzijde van zijn krant om, ons ma schilt de patatten, kleine broer is op zoek achter een nieuw spelletje voor zijn game boy, grote zus is nog maar eens naar haar vrijertje aan het bellen en ik ben opnieuw één van de spannendste verhalen van Lucky Luke aan het lezen als plots de bel gaat. Weer of geen weer, zij zijn altijd het zonnetje in huis: nonkel Gust en tante Germaine! “Ah en oe ist? Nog nie derwikt van al den ne reiger? ‘t Is presies of ‘t is pitteke van de wintjer. Volges moaë gon zen de zomer van de wintjer a oun ’t slieën. ‘k Gonne kik mè ie een goei drippel oaët gieten, as’t boëten nat is mag et binnen oeëk nat zijn, en dou boaë das een ziekte gespourd.” Nonkel Gust, bij ons thuis als bij zichzelf,
Of het nieuws tot de toeristen in het verre Zuiden was doorgedrongen, weet ik niet, maar hier in ons Belgenland was er voor de thuisblijvers in de vakantie maar één gespreksonderwerp: het weer. In juli kon je je 24 op 24 laten bakken en braden en in augustus was het weer minstens even somber als het gezicht van onze pa als ik met mijn rapport thuiskom. Het eerste wat een mens zag als hij ‘s morgens de gordijnen opentrok, was het zwaarste grijs van het meest grijze aller luchten. Volgens de kalender leefden we in augustus, maar wie zich naar buiten durfde te begeven waande zich al in oktober en zelfs november (Nvdr: december kon nog niet anders moest Sinterklaas zijn reclamefoldertjes al verstuurd hebben en die waren nog niet in druk...) Dokters en apothekers deden gouden zaken: niet met het verzorgen van brándwonden ten gevolge van het langdurige zonnen of het verkopen van zonnecrèmes met factor 4699, maar met het voorschrijven en verkopen van pilletjes en siroopjes tegen hoest, griep en (weer-) depressies. Het was een maand waarbij de gekoelde flessen rosé moesten ruilen voor warme honingdrankjes. Het werd tijd dat het school was, want het scheelde geen haar of er begonnen champignons tussen mijn tenen op te schieten. Het was inderdaad geen weer om een hond door te jagen. Alhoewel... “Jos, de hond moet buiten, wil jij dat doen?” Onderdanig en gehoorzaam als ik ben, volbreng ik mijn opdracht. Een ietwat ongedurige André - dit is de hond stormt onmiddellijk naar buiten en loopt 25
zijn woorden zijn nog niet koud of zijn ‘drippel’ is reeds uitgeschonken. Waar of niet waar, maar hij is bij mijn weten ook nog nooit ziek geweest en reken maar, hij heeft er al veel achterover geklonken. Tante Germaine daarentegen heeft al een heel fortuin aan dokters en apothekers moeten uitgeven, maar ja, zij leeft haar ganse leven ook alcoholvrij… Misschien zit hier wel een levenswijsheid in. Geloof het of geloof het niet, maar het gespreksonderwerp is het weer. Het is en blijft geen weer: regen, afgewisseld met buien, gevolgd door stortvlagen die doorspekt zijn met hagelbuien en ... geen zon. “Jos, de hond moet plassen!”, roept grote zus van aan de telefoon. Natuurlijk, als madam met haar vrijertje aan het bellen is, mag de wereld nog vergaan, ze zal de telefoon niet neerleggen. André wordt buiten gelaten. Maar hij is zo ongedurig, wat scheelt er toch met hem? Zou het weer dan toch een nefaste invloed op zijn chromosomaal systeem hebben? (Nvdr: voor alle duidelijkheid, André is een teef, wij zeggen altijd ‘hem’ tegen ‘haar’. ‘De hond’ is immers mannelijk. Onze kat, vrouwelijk substantief, ‘ ons Jeanne’ daarentegen is een kater maar we zeggen wel ‘haar’ tegen ‘hem’, duidelijk nietwaar?). Zijn chromosomaal systeem was perfect, maar zijn hormonaal systeem was ontredderd want...er zat een vrijer in de tuin! Onze pa is in één stap buiten (ik verzeker u, het was een grooote stap!) en stormt op de indringer af. Voor deze is er maar één oplossing: maken dat hij wegkomt. Nonkel Gust merkt dat onze pa met het ongewenst bezoek niet kan lachen en laat zich van ‘den domme’ door zijn leeg glas voor een tweede maal leeg te drinken. Onze pa haalt André binnen en deze gaat opnieuw gedwee op zijn plaats liggen, maar... dat neusje blijft de lucht in gaan en die oortjes blij’ven maar draaien.
Het stopt eventjes met regenen, tijd om de zoveelste discussie over ons Belgisch weertje aan te gaan en het zoveelste beklag over de grote mislukking in de groentetuin van onze pa te doen. “Bekijk dat eens: mijn patatten hebben de ‘plaag’, mijn tomaten eveneens, mijn prei is vergeven van de preivlieg, mijn wortelen groeien precies het onderste boven en mijn boontjes liggen te rotten in de grond. Ik word gestraft omdat ik biologisch tuinier!” Onze pa is inderdaad ontgoocheld. Onze buurman daarentegen is een apotheek op zichzelf en is aan het sproeien of onderwegen. Hij heeft alleen last van de preivlieg die op zijn wortelen zit, zijn boontjes hebben de aardappelenplaag en omdat zijn komkommers te dicht bij de augurken staan, zitten er op zijn bloemkolen coloradokevers. Raak daar maar wijs uit. En het gezaag begint opnieuw. Maar lang heeft het niet geduurd of... jawel een nieuwe waterbron werd ginder boven aangeboord. Er rest ons maar één ding te doen: naar binnen gaan. “‘t Is nie vé ‘t ieën of ‘t ander mou aske gieën dépresse wiltj kroaëgen is ‘t er mou ieën middel!” En inderdaad, nonkel Gust giet hem nog een dubbele uit. Tante Germaine is met ons ma druk bezig met haar uitleg over de volgende vergadering van de ‘boerinnenbond’ die gaat over het maken van kalfstong in madeirasaus - al dan niet met madeira - terwijl kleine broer plots opmerkt dat André niet in huis is. Paniek alom!! Onze pa vliegt opnieuw met een snelheid waar een Formule 1 maar klein bier tegen is naar buiten, gevolgd door nonkel Gust die zich niet kon bedwingen met het lachen. “Andrééé, Andrééé, verdorie André waar zit ge!”. Hoe harder onze pa roept, hoe minder André komt opdagen. “Verdorie, die vrijer is er toch niet met onze André van tussen zeker! Als 26
ik die gevelpisser tussen mijn handen krijg is zijn laatste uur geslagen!” Nonkel Gust barst van de binnenpretjes, terwijl onze pa ondertussen een bloeddruk moet hebben waarvan je minstens vijf hart- en zenuwaanvallen tegelijk krijgt. En jawel ginder beneden op straat daar staan ze: André en zijn vrijertje. “Lap, en ik had het nog zo gezegd dat we hem moesten binnenhouden”, jammert onze pa. “Pa, willen we misschien al de suikerbollen bestellen?” vraag ik. De blik van onze pa zegt genoeg om te beseffen dat het best is dat ik ervan tussen muis. Nonkel Gust daarentegen barst in schaterlachen uit. Dagen verstrijken, weken gaan voorbij en Andréken heeft geen nood meer aan zijn vrijertje. Zou hij wel of zou hij niet voor nakomelingen zorgen? Wat nu? Hoelang duurt de draagtijd van een hond? Een maand, twee maand, negen maand, een jaar, twee jaar? Niemand die er een antwoord op weet. Naarstig heb ik zitten zoeken in mijn biocursussen, maar buiten het paringsgedrag van het pantoffeldiertje en de kruisbestuiving bij de vlinderbloemigen ben ik niet geraakt. Opnieuw moet ik een tekortkoming in ons onderwijs vaststellen: welke zin heeft het te weten hoe pantoffeldiertjes en de naaktslakken zich voortplanten? Wie houdt er nu dergelijke dieren als huisdier? Maar hoe het bij het huisdier bij uitstek, die goeie ouwe trouwe hond, allemaal in mekaar steekt dat kennen we niet. Meneer de minister, u hebt werk aan de winkel!!! Verander die leerplannen toch eens! Hoe gaan we dit in godsnaam ooit te weten komen? Wanneer moet onze pa suikerbollen bestellen? Misschien kunnen we schrijven naar ‘Joepie’, ‘Blik’, ‘Flair’ of “Woefke de hond”? Die weten op alles raad. Hoe dan ook, de tijd zal het antwoord geven.
En de tijd gaf een antwoord. Inderdaad, na precies 60 dagen werd André moeder van zes schattige, prachtige, snoezige, mollige kleine jongen. Jawel een zesling, en dit zonder kunstmatige inseminatie! Van bouw lijken ze precies op hun moeder, maar de kleur heeft het hondje van de buurman geleverd. Kijk hoe mooi ze zijn. ‘Ik wil ook een hondje, voor mijn juf, zij ziet graag hondjes”, zegt kleine broer, “dan kunnen we met echte hondjes spelen in de klas”. “De neef van de slager die getrouwd is met de buur van de bakker die recht tegenover het nichtje van de notaris zijn moeder haar schoonvader zijn zuster naast de kerk woont die wil er ook eentje”, kwam ik tussen. Onze pa bekijkt me, maar zegt niets. “Ik kan ze meedoen naar school en ze daar aan de man brengen! Misschien wil de directeur er wel eentje, of op het secretariaat, of de juf van bio...?” De blik van onze pa maakt duidelijk dat ik opnieuw beter zwijg... Wat moeten wij toch doen met zo’n kroostrijk gezin? Bij het ter perse gaan van ‘JrK’ heeft ons gezin reeds drie van André’s nakomelingen aan de man en vrouw kunnen brengen en beschikken we nog over drie schattige, prachtige, snoezige, mollige kleine hondjes. Het is echt hartvertederend als je ze met elkaar ziet spelen, als ze recht in je ogen kijken en zeggen: speel met mij, knuffel mij, wij zullen vriendjes zijn. Lezers, ik weet jullie hebben allen een hart voor dieren, help ons en word pleegof adoptieouder van één of meerdere van onze schattige, prachtige, snoezige, mollige kleine diertjes. Zij danken u bij voorbaat. Joske (en André ook)
27
De oudergeleding van de schoolraad Op 1 april 2005 werd de schoolraad in het leven geroepen, opgericht volgens het participatiedecreet (*) met daarin vier geledingen samengesteld als volgt: het personeel, de ouders, de leerlingen en de lokale gemeenschap. Deze oudergeleding werd samengesteld op basis van verkiezingen door en uit de ouders van de leerlingen uit het KSOT, de eerste verkiezingen vonden plaats tijdens het schooljaar 2004-2005.. Deze schoolraad wordt om de 4 jaar opnieuw samengesteld. Zij kan aan het schoolbestuur uit eigen beweging een schriftelijk advies uitbrengen over alle aangelegenheden die het personeel, de ouders of de leerlingen aanbelangen. De schoolraad kan aan de directie uit eigen beweging een schriftelijk advies uitbrengen over de algemene organisatie en werking van de school. De leden van de schoolraad kunnen ,binnen bepaalde grenzen, aan het schoolbestuur meer informatie en inzage in documenten vragen. De schoolraad overlegt met het schoolbestuur over allerhande beslissingen zoals o.a. het opstellen van het schoolreglement. De schoolraad heeft zelf geen beslissingsrecht.
Volgende ouders zitten in de geleding van de ouders :
Geleding van de ouders Effectieven Els Crabbe
[email protected] 053/67.40.91 tel.te bereiken na 19u
Secretaris schoolraad Anne Vandergoten
[email protected] 02/582.79.74 tel.te bereiken van 19u tot 20u
Lieven Cornelis
[email protected] 02/466.99.64 tel.te bereiken na 19u
Alle ouders kunnen hun vragen, opmerkingen en suggesties die van algemeen belang zijn voor onze scholen aan deze vertegenwoordigers van de ouders doorgeven via e-mail of telefonisch op de vermelde tijdstippen. Gelieve bij e-mail altijd duidelijk de afzender te vermelden zodat kan contact opgenomen worden wanneer iets niet duidelijk is. De schoolraad en haar leden kunnen niet tussenkomen bij individuele problemen. Els Crabbe is ook onze vertegenwoordigster in het medezeggingsschapcollege van de scholengemeenschap. (*) Participatiedecreet: : http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/bundel/pdf/Decreet-participatie06_1.pdf
29