Jes.52:13-53:6; 2-4-2006 (vm) JE WEET NIET WAT JE ZIET! INLEIDING Mochten er hier mensen zijn die niet helemaal goed weten waar het in het christelijk geloof nou precies over gaat dan krijgen ze dat vandaag te horen. We gaan straks een stuk uit het Bijbelboek Jesaja lezen en daar gaat het om de kern van ons geloof. Het komt hier op neer. Wij, mensen, wij zijn net schapen die maar wat ronddwalen, op hun eentje. We hebben geen herder nodig, denken we, we hebben geen kudde nodig, we zoeken het zelf wel uit, we gaan helemaal onze eigen gang. Een ronddwalend schaap. En God die dat ziet en Hij weet: zo’n beest is reddeloos verloren. Dat gaat helemaal mis. En dan komt Hij met de meest wonderlijke reddingsoperatie die je je maar kunt bedenken. Dat op je eentje ronddwalen, los van God, dat noemt de Bijbel nu zonde. En zonde verdient straf. En die wonderlijke reddingsoperatie bestaat hier uit dat God die straf op één Iemand laat neerkomen, in plaats van op al die schapen persoonlijk. Jezus die de straf droeg aan het kruis in onze plaats. En ik roep je op daar al je vertrouwen op te stellen. En dan moet je bedenken dat wat hier in Jesaja staat, dat dat opgeschreven is honderden jaren voordat Jezus daadwerkelijk aan het kruis kwam te sterven. God was dit allang van plan. Het is zorgvuldig voorbereid. Hij heeft het bedacht, Hij heeft het voorzegd en Hij heeft het uitgevoerd. Zo diep en zo stevig zit ons geloof in Jezus verankerd. Nu gaat het straks in wat we lezen over een dienaar van God. Uit de vorige vertaling kennen we Hem als de Knecht des Heren. En nu is het duidelijk dat hier, in dit hoofdstuk Jezus bedoeld wordt, de Messias. Er wordt vaker in Jesaja over die knecht gesproken en dan kan het ook wel eens een andere betekenis hebben. Die knecht kan dan bv. ook de profeet zelf zijn of het volk Israël of zelfs een koning van de Perzen, koning Kores. Je moet dat dan goed lezen en dan ontdek je wel wie er bedoeld wordt. De boodschap is in ieder geval steeds zoiets als: God is jullie niet vergeten, daar in ballingschap. Hij heeft verlossingsplannen met jullie, echt waar. Het komt allemaal goed, vertrouw er maar op. En dan begint wat we lezen zo meteen met een waarschuwing en een samenvatting. Een waarschuwing, want je zult heel wat nare dingen lezen over die knecht, die dienaar. Je zult bij jezelf denken: wat een mislukkeling, wat een afgang. Maar, staat er dan, weet dit wel: “Mijn dienaar zal slagen, Hij zal groots zijn, hoog verheven in aanzien.” Je denkt, als je Jezus daar zo aan het kruis ziet hangen: het is afgelopen, Hij is mislukt. Maar wacht maar af. Hij zal opstaan uit de dood en dan zal blijken wat Hij werkelijk gedaan heeft. Dat is ook de samenvatting. Mensen zullen eerst ontzet zijn, vol afschuw, wat is dit nou toch, je weet niet wat je ziet. En dan opeens slaat het om. Dan zijn ze sprakeloos. En dan zullen er vele zijn die tot geloof komen, die het begrijpen. Dat zijn de eerste verzen die we straks zullen lezen. Een waarschuwing dus: vergis je niet, je weet inderdaad niet wat je ziet. Je kunt je enorm in Jezus vergissen als je niet werkelijk ziet waar het bij Hem om draait.
1
1) SCHRIKKEN VAN JEZELF Bij velen van ons is erg populair Ps.139 met vooral die uitspraak dat God ons kent en doorgrondt. Heer, U kent en doorgrondt mij. U weet precies wat er in mij omgaat, U kent mijn zitten en mijn staan. Dat geeft iets van geborgenheid. Hij weet ervan. Hij ziet het wel. Maar is toch ook die andere kant. Want wat ziet God precies als Hij mij werkelijk helemaal kent en doorgrondt? Wat ziet Hij? Ziet Hij een hardwerkende, goedbedoelende christen, soms enthousiast, soms een beetje op een laag pitje, soms in blakende welstand en soms in de puree? Is dat het wat God ziet? Ook wel. Maar Hij ziet ook wat anders. En dat kom je hier uit dit hoofdstuk aan de weet. Op een heel bijzondere manier nl. via een omweg. Want dan zie je daar die lijdende Knecht. Je weet niet wat je ziet. Onopvallend, wordt eerst gezegd, dat valt nog mee. Hij mist iedere schoonheid, nou ja, niet iedereen is even knap. Maar dan wordt het nog een graadje erger. Hij was eigenlijk Iemand waar mensen met een boogje omheen liepen. Iemand waarvan je het niet kan laten om er met afschuw naar te kijken. Een zieke man. Iemand die er ellendig aan toe is. En ook Iemand waarvan je denkt: volgens mij is dit een Mens waar zelfs God niets mee te maken wil hebben. Een groot zondaar. Blijf maar uit Z’n buurt. Je weet niet wat je ziet. En dat je dan van vers 3 naar vers 4 en 5 die enorm schokkende overgang krijgt. Want dan dringt het opeens door: dit ben ikzelf! Dit ben ik zoals God mij ziet. Eigenwijs, zelfzuchtig, trots, zelfvoldaan, om maar niet te spreken van allerlei andere akelige trekjes en dingen die ik doe. Dat maakt mij lelijk, afzichtelijk, iemand waar je met een boogje omheen loopt. God kent en doorgrondt ons. En wat ziet Hij? Natuurlijk, als je gelovig bent dan ziet Hij best dat je het goed meent en Hij ziet ook dat je wel anders zou willen en Hij ziet ook dat er gelukkig dingen veranderen maar dat andere, dat lelijke, dat ziet Hij ook. Dus dat is die omweg die ik bedoelde. Je ziet hier die Man waar je eigenlijk niks mee te maken wilt hebben. Maar in feite zie je jezelf. Want het zijn mijn zonden die Hem zo lelijk maken, het zijn mijn ziekten, het is mijn ellende. Zeg maar iemand met lepra of een aidspatient. Je moet even iets overwinnen om ‘m een hand te geven. En dan God die een plan bedenkt om zulke mensen te redden. En Jezus die dat plan uitvoert. Ik hoop dat u dit in volle diepte ziet. God die dus niet met een boogje om ons heen loopt. Hij veracht ons er niet om. Hij vindt ons niet te weinig interessant: laat maar zitten, daar is toch niets mee te beginnen. Integendeel. Hij heeft ons zo lief dat Hij alles in het werk stelt om ons te helpen. Zo onbegrijpelijk! Jezus, de Zoon van God, die speciaal kwam en Hij kreeg alles over Zich heen, al onze zonden, al onze ellende en Hij droeg de volle straf. Voor mensen als wij. Mensen die Hij echt wel doorziet. Mensen die Hij inderdaad door en door kent. Is dat geen verbazend nieuws? Bedenk dit goed als je over jezelf inzit. Bedenk dit goed als je jezelf niet goed genoeg vindt. God weet het allang en toch. Toch heeft Hij je lief. Je hoeft alleen maar Zijn liefde te aanvaarden. Schrikken van jezelf en sprakeloos zijn over zoveel liefde.
2
2) WAAROM ZO’N MOEITE MET JEZUS ? En toch zijn er genoeg mensen die niks van Hem moeten hebben. Dat is toch gek, zou je zeggen. Iemand die zoveel voor je over heeft, wie zou daar niet op z’n minst van onder de indruk zijn? Vers 1: “Wie kan geloven wat wij hebben gehoord?” Inderdaad, dit kun je toch niet geloven? Ik zie twee redenen waarom wij als mensen, laat ik even in het algemeen spreken want voor je het weet is het ook op jezelf van toepassing, twee redenen waarom wij mensen zo’n moeite hebben met zo’n Jezus, met zo’n evangelie. a) De eerste reden is: je herkent het gewoon niet als iets van God. Je moet weten dat de mensen in de tijd van Jesaja enorm uitzagen naar het ingrijpen van God. Here, verlos ons toch uit deze ballingschap. Scheur die hemel toch open. Laat Uw sterke arm zien. Daar snakten ze naar. En dan krijg je dit. Zo’n onbeduidende, afzichtelijke Man. Is dit de macht van de Heer, vers 1? Moet je je voorstellen, een kurkdroge grond met allemaal van die barsten erin, niets groeit erop, alleen een heel klein geel sprietje, kijk daar, vers 2. Wat moet dat worden? Die komt niet ver. Een klein geel sprietje. En dat moet dan de verlossende macht van God voorstellen? Inderdaad. Dat is de verlossende kracht van God. Een mislukkeling aan een kruis. Daar moet je het van hebben. Dat is de redding van je leven. Je kunt toch begrijpen dat mensen dat niet geloven. Je ogen moeten daar echt voor geopend worden: dit is God! Dit is mijn redding voor tijd en eeuwigheid! b) En er is nog een reden waarom mensen moeite met Jezus hebben. Je zou er namelijk haast een schuldgevoel van krijgen. Ik noemde dat al even wat er in vers 6 staat dat wij mensen dwalen als schapen, dat we onze eigen weg gaan. En het aparte is: wij zijn eigenlijk helemaal niet geneigd om dat nou als zo verkeerd te zien. Wat is er nu zo verkeerd aan dat je als mens gewoon je verantwoordelijkheid neemt? Dat je probeert iets van je leven te maken? Dat je je best doet om het allemaal zo goed mogelijk te doen? Wij zien daar helemaal niet het diep tragische van in. Waarom is dat diep tragisch, waarom noemt de Bijbel dat nou net zonde? Omdat je het zonder God doet. Omdat je je zonder Hem wel denkt te redden. De trotse mens die zijn eigen boontjes wel zal doppen. En kijk dan eens vanuit dat gezichtspunt naar die Man van Jes.53. Je weet niet wat je ziet. Z’n hele houding, Z’n hele manier van leven, het sluit totaal niet aan bij die mens die zichzelf wel redt. Zo’n zwakkeling. Zo’n zielepiet. Iemand die er helemaal niet op uit is om indruk te maken. Je zou je haast schuldig voelen met je hang naar status en prestatie. Iemand die Zich totaal niet bekommert om Z’n uiterlijk. Iemand die helemaal niet bezig is met bezit. Iemand die Z’n hele leven toewijdt aan andere mensen. Je zou er een schuldgevoel van krijgen. Hoe je er zelf op uit bent om je te handhaven, jezelf altijd van je beste kant te laten zien, zoveel mogelijk rijkdom, zoveel mogelijk comfort en het gaat echt niet altijd om met anderen rekening te houden. Ik ben er zelf ook nog. Ik moet ook aan mezelf denken. Jezus leren kennen is geconfronteerd worden met een kant van jezelf die je eigenlijk heel normaal vindt want iedereen doet dat toch, iedereen leeft toch zo maar aan de andere kant krijg je van Hem de indruk dat het niet deugt, dat je het er niet mee redt, dat je ernaast zit. Dat je verlossing nodig hebt. Dat je je leven niet koste wat kost moet zien te behouden maar dat het aan Hem mag verliezen om het zo weer helemaal terug te krijgen.
3
Een duidelijke reden om moeite met Jezus te hebben. Je krijgt er zo’n schuldgevoel van en wie wil dat nu? 3) HIJ NAM ZIEKTEN EN ZONDEN OP ZICH. Er is eigenlijk heel veel over dit hoofdstuk te zeggen maar ik moet me beperken. En dan wil ik nog een ding noemen waar ikzelf heel nieuwsgierig naar was. In feite de reden waarom ik dit hoofdstuk op dit moment uitgekozen heb. Ik heb het me altijd afgevraagd: wat betekent dat nou toch, dat Hij mijn ziekte op Zich genomen heeft? Wat moet ik me daarbij voorstellen en vooral, wat heeft dat voor consequenties? Ik denk dat ik het een klein beetje ben gaan begrijpen. Eerst dit. Het gaat hier om de kern van het christelijk geloof, dat zei ik al. We noemen dat de plaatsvervanging. Jezus neemt in onze plaats de straf over. Als u dat niet meer hoort in een kerk dan weet u dat er iets mis is. Dan moeten alle lampjes op rood springen. Het is een soort testvraag voor de waarheid: geloof jij in het plaatsvervangend lijden en sterven van Jezus? Niet Jezus als voorbeeld van opofferende liefde. Niet Jezus als een mens met een goed en voorbeeldig leven. Nee, Jezus in onze plaats. Maar dan die ziekten. Ik zie het zo. Er is wel degelijk een verband tussen zonde en ziekte. Als Jesaja hier allemaal dingen opnoemt dan beschrijft hij het geheel van het gebroken leven: ziekte, lijden, zonde, wandaden. Kijk maar om je heen, zo is het leven geworden. Het heeft allemaal te maken met onze ongehoorzaamheid en de gevolgen daarvan. Dat er ziekte is is een gevolg van het feit dat wij allen dwaalden als schapen, ieder zocht zijn eigen weg. Ik zeg niet, hoewel dat wel kan, dat iemand die ziek is dus zondiger is dan iemand die niet ziek is. Je kunt beter zeggen: je hebt ontzettende mazzel als je niet ziek bent want er is geen enkele reden waarom je het niet zou zijn. Mensen zeggen wel eens als ze ziek worden: waarom moet mij dit overkomen? Maar je kunt beter zeggen: waarom zou mij dit niet overkomen? En dan staat er dus dat Hij onze ziekten gedragen heeft, en ons lijden en onze zonden. En dat betekent in de allereerste plaats dat Hij de vloek eruit weggenomen heeft, de straf. En dat heeft tot gevolg, in het geval van ziekte bijvoorbeeld, dat God daarin binnenkomt niet als je Vijand maar als je Vriend. Niet als je Rechter maar als je Vader. Er is vrede. En dat komt door Jezus. De straf die ons de vrede aanbrengt. Dat is natuurlijk al heel wat. Want als je ziek bent dan zou je daar aan kunnen twijfelen: heeft God mij wel lief? Is Hij mij vergeten? Dankt Hij mij af, werpt Hij mij weg? Niets is minder waar! Hij komt je ziekte binnen als de Herder die Zijn schaap door het donkere dal heenleidt. Uw stok en Uw staf die vertroosten mij. Dat is het eerste. Mijn ziekte heeft Hij gedragen. Hij heeft de angel eruit gehaald. En vervolgens kan het wel degelijk ook betekenen dat Hij die ziekte wegneemt. Zoals Jezus letterlijk deed toen Hij op aarde was. Mt.8: “Met een enkel bevel dreef Hij de geesten uit, en allen die ziek waren genas Hij, opdat in vervulling ging wat gezegd is door de profeet Jesaja: Hij was het die onze ziekten wegnam en onze kwalen op Zich genomen heeft.” (16v) Wat deed Jezus daar? Hij liet zien: dit is de bedoeling, dit is de uiteindelijke bedoeling van alles. Dit is de volledige verlossing. Hiervoor zal Ik lijden, hiervoor zal Ik sterven.
4
Teken van het Koninkrijk. En het kan zomaar gebeuren dat Hij ook vandaag zulke tekenen wil laten zien. Dat mensen daadwerkelijk genezen, als een soort herinnering: hier zijn we naar op weg, dat alles weer goed komt. En als Hij nu geen genezing geeft? Als iemand nu ziek blijft en er zelfs aan sterft? Dat gebeurde ook toen Jezus bij ons was. Dan blijft dat eerste overeind. Dat van die Herder: wij gaan deze weg samen en vertrouw maar op Mij. Zo legt Petrus het uit. Hij zegt: “Door Zijn striemen bent u genezen. Eens dwaalde u als schapen, nu bent u teruggekeerd naar Hem die de Herder is, naar Hem die uw ziel behoedt.” 1Petr.2:24v. Het evangelie van de Herder. De Herder die Zijn leven geeft voor Zijn schapen. Die met Zijn schapen meegaat, zelfs door een dal van diepe duisternis. Dit is wat de liefde van God ons te bieden heeft. Laten we het met beide handen beetpakken en nooit meer loslaten. AMEN
5