Jean Henkens, de bevlogen bioloog van Center Parcs
Nergens vind je zoveel natuur om je heen als bij Center Parcs. De gemiddelde grootte van een park is 100 hectare, waarvan slechts 10 procent is bebouwd. Het betekent dat de gasten minimaal 90 hectare natuur tot hun beschikking hebben in de vorm van water, bossen, heidevelden en weiden. Center Parcs ziet de natuurlijke omgeving waarin haar parken liggen als één van de belangrijke redenen waarom gasten kiezen voor een verblijf in één van haar parken. Natuur centraal Het is dan ook niet voor niets dat Center Parcs al jaren een eigen bioloog/landschapsarchitect in dienst heeft die zorgt voor het evenwicht tussen natuur en recreatie. Jean Henkens is al vele jaren verantwoordelijk voor het succesvol bewaren van die balans. Henkens: “45 jaar geleden vonden de oprichters van Center Parcs al dat natuur een commerciële en maatschappelijke waarde heeft. Dat zorgt ervoor dat in onze parken de natuur centraal staat bij alles wat wij doen.” 100 hectare Per park verblijven gemiddeld 3500 gasten per week op een terrein van zo’n 100 hectare. “Dat is een gigantisch oppervlak dat voor het overgrote deel bestaat uit bos, heide en water in de vorm van meertjes, slootjes en riviertjes. Allemaal zodanig aangelegd dat je je middenin de natuur bevindt.” Alle bomen en planten op een park produceren zoveel zuurstof dat er voldoende is om vijf keer zoveel mensen gezond te laten ademen dan dat er op een park leven. Voldoen aan strengste eisen Center Parcs voldoet aan de allerstrengste eisen als het gaat om het verantwoord omgaan met het milieu. Henkens is daar trots op. De meest kritische milieuorganisaties stellen ons als voorbeeld hoe mens en natuur het best samen kunnen gaan. We beschikken als eerste en enige in de recreatiesector over het ISO 14001-certificaat. Jaarlijks worden wij door een onafhankelijke instantie gecontroleerd op het gebied van hoe wij schoonmaken, welke typen verf wij gebruiken voor het schilderen van onze cottages, hoe wij onze biefstuk in de keuken verpakken, enzovoorts, enzovoorts. Wij stellen werkelijk hoge eisen aan ons milieubeleid en proberen daar naar te leven.”
‘Groene zielen’ De parken zijn vaak kraamkamers voor de wijde omgeving. Henkens: “In Center Parcs bevinden zich natuurlijke gebieden, soms maar van een paar honderd vierkante meter die ik groene zielen noem. In deze ‘baarmoeders van het bos’ bijvoorbeeld in ons park De Kempervennen, vind je tachtig, negentig verschillende soorten bomen en planten op een klein, beschermd stukje bosgrond. Er groeien exemplaren die je vrijwel nergens meer aantreft. Bij Center Parcs vind je nog steenanjers, wilde akeleien, slangenkruid, de vleesetende zonnedauw en gevlekte orchideeën. Allemaal planten en bloemen die ooit in de vrije natuur te vinden waren, maar nu vrijwel zijn verdwenen. Je kunt ze echter wel vinden in onze parken. Er leven dieren die in hun bestaan worden bedreigd, maar die zich in de natuur van Center Parcs thuis voelen. En het mooie is dat deze flora en fauna zich ook buiten de parkgrenzen verspreidt. Eekhoorntjeswoongebied Een mooi voorbeeld van een succesvol flora- en faunabeleid is Erperheide, waar zich op een terrein van zo’n 50 hectare een eekhoorntjeswoongebied bevindt. “Door het bosbeheerplan dat we daar hebben, zijn er zoveel gezonde bomen in verschillende soorten die samen zoveel zaden produceren dat ze een gezonde eekhoorn kolonie kunnen voeden. In de stevige boomkruinen kunnen ze zich goed verstoppen tegen hun natuurlijke vijanden en hun nesten bouwen. Op Erperheide worden jaarlijks zo’n 150 eekhoorntjes geboren. Meer dan 100 daarvan gaan buiten het park wonen. Henkens zegt: “Dieren en planten volgen elkaar. We doen dit al twintig jaar, niemand anders doet het zoals wij. Wij zorgen met onze beheersplannen voor optimale omstandigheden voor bijvoorbeeld bedreigde dieren als de das, de korenwolf, de vleermuis, de meerval, de diamantsteur, de salamander en de uil. Door bepaalde voorzieningen te treffen in combinatie met de aanplant van bepaalde bomen, struiken, planten of bloemen, breng je de verscheidenheid weer terug in de natuur.” Boomverhuizing Die natuurlijke rijkdom ontstaat niet vanzelf. Henkens en zijn ‘groenploeg’ planten jaarlijks 200.000 nieuwe bomen en struiken, bij nieuw aan te leggen parken gaat het om aanplant van circa 500.000 bomen en struiken, twee á drie bomen per vierkante meter! Het gebeurt ook vaak dat planten die het in het ene park het heel goed doen, verhuizen naar een ander park. “We letten echter wel op een natuurlijke inbedding van nieuw groen in de omgeving. Het gaat altijd om aanplant die al in of rond het park voorkomt. Dus niet om ‘uitheemse’ soorten”, legt Henkens uit.
Die verhuizing gebeurt niet zomaar. Daaraan liggen natuurbeheers- en landschapsplannen ten grondslag die een horizon van tientallen jaren hebben. “In die plannen is ook rekening gehouden met de seizoenen. Door een goede afwisseling van winterharde en niet-winterharde beplanting, zien onze parken er in december ook nog groen uit.” Groene rijkdom onder koepels Ook leven er tienduizenden uitheemse bomen, struiken en planten op de parken. Om de juiste planten en bomen te vinden, reizen Henkens en zijn collega’s vaak naar het andere eind van de wereld, zoals naar Cambodja en de Dominicaanse Republiek. Hier graven Henkens en zijn team de groene rijkdom vaak eigenhandig uit met hulp van de lokale bevolking. “Voor onze tropische jungles halen we volgroeide bomen uit het regenwoud. In overleg met lokale autoriteiten en de bevolking kiezen we bomen die daar in overvloed te vinden zijn. We zullen nooit zeldzame exemplaren naar onze parken halen.” Slapende bomen Het vergt grote technische en logistieke inspanningen om de vaak enorme woudreuzen ongeschonden naar de Nederlandse, Belgische, Franse en Duitse parken te halen. Bomen hebben vaak wortels die net zo lang zijn als hun lengte boven de grond. Om die kostbare wortels niet te beschadigen worden de bomen, planten en struiken handmatig uitgegraven. Sommige bomen zijn meer dan 300 jaar oud en wegen drie tot vijf ton. Vervolgens worden de bomen geïnjecteerd met een speciale gel die Henkens en zijn team zelf hebben ontwikkeld. “Die gel, die van samenstelling wisselt al naargelang de boom of struik die we uitgraven, zorgt ervoor dat de natuurlijke assimilatie-activiteit – het proces waarbij koolzuurgas en water worden omgezet in druivensuiker en zuurstof – in de boom tot stilstand komt. Eigenlijk ‘zetten we de bladeren uit’, door ze in slaap te brengen. De bomen worden vervoerd in speciale containers met een temperatuur die contstant tussen de veertien en zeventien graden wordt gehouden. Door hun comateuze toestand overleven de bomen de reis zonder licht en water. Eenmaal op de plaats van bestemming worden de bomen met een ander middel weer uit hun comateuze toestand gehaald, waarna ze weer beginnen met hun natuurlijke assimilatieproces.” Van ‘eigen bodem’ De tropische bomen worden natuurlijk niet zomaar in Nederlandse of Belgische grond geplaatst. Henkens heeft zelf, na veel onderzoek en experimenteren, zes eigen soorten potgrond ontwikkeld, die optimaal aansluiten op de karakteristieken van de bomen, struiken en planten die van het tropisch regenwoud afkomstig zijn. “We beschikken over onze eigen Center Parcs-grond. Door een uniek composteerproces weten we precies de juiste voedingsbodem te creëren voor elke boom of plant.” Brandhout Henkens vertelt een aardige anekdote over een van zijn expedities. “We hadden in Venezuela enkele bomen heel zorgvuldig uitgegraven en wilden die de volgende dag prepareren voor de lange reis per boot naar Nederland. We hadden dorpelingen gevraagd de bomen vast klaar te maken voor de reis. Normaal binden we de kruinen voorzichtig bijeen om de bomen handzaam in speciale containers te kunnen vervoeren. Toen we de volgende morgen bij de bomen kwamen, bleken alle takken ervan te zijn afgezaagd. De dorpelingen dachten dat het om brandhout ging.”
Vleermuizen Het natuurbeheer bij Center Parcs is 100 procent ecologisch. Er worden geen onnatuurlijke bestrijdingsmiddelen gebruikt, alleen natuurlijke. “Door bijvoorbeeld extra lieveheersbeestjes los te laten, kun je een luizenplaag bestrijden. Maar als sprake is van Afrikaanse bladluis, dan heb je niets aan inheemse soorten. Dan heb je tropische lieveheersbeestjes nodig. En als we een konijnenplaag hebben, dan plaatsen we extra uilenkasten. De uil is de natuurlijke vijand van het konijn.” Henkens noemt nog een ander voorbeeld: “In waterrijke parken, zoals De Vossemeren, heb je normalerwijs veel muggen. Deze worden meestal de prooi van onze vleermuizen”, vertelt Henkens. Door tijdens de bouw van parken rekening te houden met natuurlijke schuil- en broedplaatsen voor vleermuizen, werkt Center Parcs aan een gezonde vleermuizenpopulatie. Henkens lachend: “In sommige parken zitten al zeven soorten vleermuizen en dreigt zelfs een muggentekort.” En die lastige brandnetels die kinderen met blote benen de schrik van hun leven kunnen bezorgen? “Daar laten we de (rups van de) koninginnepage, een prachtige vlindersoort, op los. Mooi en effectief tegelijk.” Schapen tellen… Het op een natuurlijke manier oplossen van bepaalde problemen, kan ook wel eens verkeerd uitpakken vertelt Henkens. “Ik heb ooit enorm geblunderd door 52 schapen in Duitsland in te kopen. Die moesten in een bepaald park een groot stuk grasland afgrazen. Ik had mijn directie overgehaald flink te investeren in zo’n kudde, waarbij het mes aan twee kanten zou snijden: de schapen grazen het land af, dat vervolgens niet meer handmatig zou hoeven te worden gemaaid en onze gasten konden genieten van een mooie schapenkudde. Het leek een mooie oplossing. Alleen had ik me niet gerealiseerd dat de schapen na hun lange reis uit Duitsland enorm gestresst waren. Ik had ze eerst even rustig op een afgesloten terrein moeten laten wennen. Dus toen de laadbak van de vrachtwagen openging, vloog het eerste dier de openstaande deur van het dichtstbijzijnde cottage binnen, gevolgd door de overige 51. De dieren propten zich naar binnen waar ze de vakantievierende familie de stuipen op het lijf joegen. En de hele boel volledig onderscheten. Het complete interieur moest worden vervangen. Ik heb de schapen meteen met dezelfde vrachtwagen weer terug moeten sturen naar Duitsland. Nu kan ik erom lachen, maar toen…” Van ‘t zuiverste water De parken van Center Parcs beschikken vrijwel allemaal over veel water. De kwaliteit ervan is optimaal. “Ons water behoort tot het schoonste van Europa. Door zorgvuldig beheer, goede doorstroming en dagelijkse filtering is het water zó zuiver geworden, dat er vuursalamanders, diamantsteurs en meervallen in voorkomen, naast de gebruikelijke brasem, rietvoorn, karper, snoek- en snoekbaars. “Wij hebben op De Kempervennen een meerval, ‘Big Mama’ geheten, die bijna 2 meter lang is en 230 kilo weegt. Je kunt ernaar duiken en ‘m aanraken. De vuursalamanders kunnen alleen maar leven in het allerschoonste water. Een beter bewijs voor de zuiverheid van ons water is er niet.”
Center Parcs transporteert ook water van het ene naar het andere park als dat nodig is. “Soms heeft het water in een park een dusdanig goede samenstelling, bijvoorbeeld voor de groei van bepaalde waterplanten, dat we dat water over de weg ook naar andere parken vervoeren. Kosten noch moeiten worden gespaard om de bijzondere flora en fauna van onze parken te behouden en gestaag uit te breiden.” Het kleinste vogeltje van Europa Wie overigens op zoek is naar strakke gazonnetjes, kaarsrechte sloten of strakgeknipte hagen, moet niet bij Center Parcs zijn. Henkens is daarover duidelijk: “Die zie je elke dag al rondom je eigen huis. Wie in Center Parcs verblijft, woont in een echt bos! Rondom elk huis tjilpen de vogeltjes, vind je gemiddeld bijna drie nesten rondom je cottage.” Boomklevertjes, zwartkopmezen, groene en bonte spechten, de grauwe kiekendief en ook ’t goudhaantje, het kleinste vogeltje van Europa, vliegen door Center Parcs. Elk park kent wel een populatie, variërend van twee- tot vierhonderd goudhaantjes. “Die vogeltjes kennen geen schrik en komen heel dichtbij. Erg leuk. Wij scheppen de voorwaarden, zodat ze zich goed kunnen voortplanten. Een mus heeft bijvoorbeeld kippenveertjes nodig voor de bouw van zijn nest. Dan moet je wel zorgen dat die kippenveertjes te vinden zijn, bijvoorbeeld op onze kinderboerderij. Die veertjes laten we daar gewoon liggen, speciaal voor de mus. Onze vogels geven de natuur bij Center Parcs letterlijk een stem.”